Managementrapportage PrikPunt voor de Associatie van Nederlandse Tandartsen Maart tot en met december 2011 1 Inleiding Met ingang van 1 maart 2011 is de Associatie van Nederlandse Tandartsen (hierna: ANT) een raamovereenkomst aangegaan met 365/KeurCompany Centrum Infectiepreventie voor de dienstverlening van PrikPunt (hierna: PrikPunt), landelijk opererend meldpunt voor prik-, snij-, bijtof spataccidenten. Een belangrijk onderdeel in deze samenwerking tussen de ANT en PrikPunt is de registratie, de risico inschatting en de opvang en begeleiding van alle at risk personeelsleden bij ANT PrikPunt aangesloten tandartspraktijken bij melding van een prikaccident. In het eerste halfjaar sloten ANT 18 praktijken zich aan bij PrikPunt. Het aantal aansluitingen liep in het tweede halfjaar op tot 32 totaal.
2 Accidentenoverzicht De ANT praktijken die zijn aangesloten bij PrikPunt meldden in het eerste halfjaar 1 accident. Over het jaar 2011 werden in totaal 4 accidenten gemeld, waarvan 2 meldingen uit 1 praktijk. Accidentenoverzicht naar functiegroep en geslacht In tabel 1 staan gegevens over het aantal meldingen naar functiegroep en geslacht. Tabel 1 Totaal aantal meldingen naar functiegroep en geslacht2011 Functiegroep
Man
Vrouw
Totaal
% man
% vrouw
1
1
0
25%
0
0
0%
1
0
50%
1
0
0%
Tandarts Tandarts i.o. Tandartsassistent
2
Tandartsassistent i.o. Mondhygiënist
0
0
0%
1
1
0
25%
0
0
0%
0
4
4
0%
100%
0%
100%
Preventieassistent Anders Totaal Percentage
Opvallende bevindingen: • Uitsluitend vrouwen (100%) deden een melding bij PrikPunt. Het is onbekend wat de verhouding man/vrouw is bij de totale groep medewerkers at risk van ANT praktijken die zijn aangesloten bij PrikPunt. • Tandartsassistenten (i.o.) en preventieassistenten hebben zich meer gemeld 75% Ten opzichte van tandartsen en andere beroepsgroepen binnen de tandartsenpraktijk.
Managementrapportage ANT-PrikPunt, januari 2012
1
4 Accidentenoverzicht naar leeftijd In tabel 2 staan gegevens over de leeftijdscategorieën. Tabel 2 Totaal aantal meldingen naar leeftijd2011 Leeftijdscategorie
Man
Vrouw
15-17 jaar
Totaal
% man
% vrouw
0
0
0%
18-24 jaar
1
1
0
25%
25-34 jaar
2
2
0
50%
35-44 jaar
1
1
0
25%
0
0
0%
0
0
45-54 55+ Totaal Percentage
0
4
0%
100%
4
0% 100%
Opvallende bevindingen: • De meeste meldingen worden gedaan door jonge mensen <40 jaar. In geen enkele statistiek is dit verklaarbaar. Ook mensen boven de 40 jaar lopen risico op een accident.
5 Accidentenoverzicht naar risico en behandeling Bij iedere melding die binnenkomt bij PrikPunt wordt een risico-inschatting gemaakt volgens het landelijk protocol voor prikaccidenten. De inschatting wordt in drie categorieën verdeeld: • Geen risico: geen kans op overdracht van ziekten. • Laag risico: uitsluitend kans op overdracht van Hepatitis B. • Hoog risico: kans op overdracht van Hepatitis B, Hepatitis C en HIV (het virus dat AIDS veroorzaakt). Tabel 3 Risico-inschatting per melding - 2011 Totaal meldingen Aantal
%
Geen risico Laag risico
0 3
0% 75 %
Hoog risico Totaal
1 4
25 % 100%
Belangrijkste bevindingen: • Uit tabel 3 blijkt dat de meeste meldingen een laag risico kennen (75%). • 1 keer (25%) was er sprake van een hoog risico. PrikPunt meet bij overige aangesloten branches in de gezondheidszorg een gemiddeld percentage van 11% voor hoog risico. In de tandartsenberoepsgroep liggen de cijfers hiervan hoger. Dat is ook te verwachten als je deze cijfers vergelijkt met die uit de operatiekamer en SEH afdelingen. Ook daar wordt relatief meer met scherpe voorwerpen gewerkt die gecontamineerd zijn met bloed.
Managementrapportage ANT-PrikPunt, januari 2012
2
6 Snelheid van melden van een accident De registratie in tabel 4 geeft het tijdsverloop aan tussen het accident en de melding ervan bij PrikPunt. De snelheid van melden geeft zicht op de mate waarin medewerkers weten wat zij moeten doen na een accident. De PrikPunt norm is melden binnen 15 minuten. Hoe minder tijd is verlopen na een accident, hoe meer tijd er is om zo nodig passende maatregelen te nemen volgens de normen van de Landelijke Richtlijn voor de afhandeling van prikaccidenten. Zie: http://www.rivm.nl/Images/Landelijke%20Richtlijn%20Prikaccidenten%20nieuw_tcm9137931.pdf Tabel 4 Interval tussen accident en melding- 2011 Tijd tussen accident en melding t/m 14 minuten 15 t/m 29 minuten 30 t/m 59 minuten
Totaal
% 0%
1
25% 25%
1 tot 2 uur >2 uur tot 4 uur
1
25% 50%
>4 uur tot 8 uur >8 tot 24 uur
2
50% 100%
>24 Totaal
4
100%
Opvallende bevindingen: • Van de in totaal 4 accidenten werd er 1 binnen het half uur bij PrikPunt gemeld, waarvan geen binnen het kwartier. De overige accidenten werden later gemeld. • Extreem late meldingen (na 24 uur) kwamen niet voor. • Alle meldingen werden op de dag van het accident gedaan. Toch is het van belang dat er in alle gevallen direct gemeld wordt omdat er in eerste instantie altijd van hoog risico moet worden uitgegaan, totdat het tegendeel bewezen is. Bij een hoog risico moet er volgens protocol het liefst binnen twee uur en maximaal binnen 72 uur gestart worden met PEP (Post Expositie Profylaxe) om de kans op HIV-besmetting te verkleinen. • De reden die regelmatig wordt genoemd voor niet snel melden, is met het drukke dagprogramma in de tandartsenpraktijk. Hierdoor wordt het prikaccident pas later op de dag gemeld, vaak aan het einde van de werkdag.
Managementrapportage ANT-PrikPunt, januari 2012
3
7 Vaccinatiestatus Hepatitis B Tabel 5 geeft de vaccinatiestatus weer van het tandartspersoneel. Tabel 5 Hepatitis B vaccinatiestatus tijdens accidentmelding- 2011 Gevaccineerd? Titer >10
Aantal 4
Titer <10 Titer onbekend/vaccinatie onvolledig
0
Niet gevaccineerd Totaal
4
Opvallende bevindingen: • Alle medewerkers in de tandartspraktijk die een melding deden waren gevaccineerd tegen Hepatitis B. • 1 medewerker at risk met een risicovormend beroep bleek alleen voldoende te zijn beschermd als risicoloper. Voor wat betreft risicovormer bleek de anti-HBs titer echter onvoldoende te zijn. Risicovormende beroepen zijn die beroepen waarbij tijdens de uitoefening van de werkzaamheden het Hepatitis B virus van de ene patiënt op de andere patiënt overgedragen kan worden (kruisbesmetting). Zij dienen een anti-HBs titer (de maat om afweer te kunnen meten tegen het hepatitis B virus na een volledige vaccinatieserie) te hebben van minimaal 100 IU/L • Van alle gevaccineerde personeelsleden bleek iedereen in bekend met de eigen antistoftiter. • Het is voor non-responders van groot belang dat zij bij het melden van een accident hun status direct aangeven bij PrikPunt.
8 Vermijdbaarheid van accidenten Tabel 6 geeft het totaal aantal accidenten aan waarbij de inschatting is gemaakt of deze al dan niet voorkomen hadden kunnen worden. Tabel 6 Vermijdbaarheid accidenten - 2011 Vermijdbaarheid Aantal
• •
•
%
Vermijdbaar Niet vermijdbaar of onbekend
3 1
75 % 25 %
Totaal
4
100 %
In 2011 werd 75% van de meldingen als ‘vermijdbaar’ geclassificeerd. Bij vermijdbare accidenten kan gedacht worden aan accidenten die veroorzaakt worden door gehaast werken of het ontbreken van werkprocedures, veelal gebeurt dit nadat de behandeling heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld bij het opruimen of schoonmaken van materialen. Bij accidenten die niet te vermijden zijn (25%) kan worden gedacht aan onverwachtse omgevingsinvloeden (alarm, lawaai) en onverwachtse reacties (van bijvoorbeeld cliënt of kinderen) tijdens een behandeling waar vooraf lastig op valt te anticiperen.
Managementrapportage ANT-PrikPunt, januari 2012
4
9 Verwonding aan de meest voorkomende instrumenten Tabel 7 geeft een overzicht van het instrumentarium waaraan men een verwonding oploopt. In bijlage 2 is een overzicht terug te vinden van het type instrument onderverdeeld in vijf categorieën. Tabel 7 Instrumentarium - 2011 Instrumenten Anesthesienaald niet gevuld met bloed
Aantal 2
% 75
Anesthesienaald mogelijk gevuld of gecontamineerd met bloed Hechtnaald, geen zichtbaar bloed
1 1
25
Totaal
4
100 %
Opvallende bevindingen: • Alle meldingen betreffen een prikaccident. • Bij verwonding aan een anesthesienaald/verdovingsnaald prikt de verwonde zich: tijdens het zogenaamde ‘recappen’ waarbij de naald na gebruik weer wordt teruggeschoven in de beschermhoes. Recappen geeft schijnveiligheid, nogal wat accidenten ontstaan doordat teruggeplaatste hoesjes onverwacht losgaan of de naald door het beschermhoesje heen schiet. bij naald losdraaien van de spuit. De naald zit vast en bij wrikken schiet deze plotseling los waardoor er een ongecoördineerde beweging ontstaat met een prikaccident als gevolg. • Verwonding aan een hechtnaald die uitschoot en in de vinger van de assistent prikte.
10 Aanbevelingen De huidige cijfers geven slechts een zeer beperkte indruk van de risico’s. PrikPunt benadrukt het belang van een goede regeling bij prikaccidenten in de tandheelkundige sector èn de (toenemende) risico’s die men loopt als beroepsbeoefenaar in de tandheelkundige beroepsgroep. Op basis van de rapportage kunnen de volgende aanbevelingen en preventieve adviezen (bijlage 1) worden gegeven: Aanbevelingen voor de ANT: 1. Onderzoek waarom vrouwelijke tandartsen naar verhouding meer melden dan mannelijke tandartsen, terwijl ze een vergelijkbaar risico lopen. 2. Onderzoek en analyseer waarom tandartsassistenten en preventieassistenten en tandartsen zich wel melden en waarom andere beroepsgroepen uit de tandartsenpraktijk (met name de mondhygiënist) zich niet meldt bij PrikPunt. 3. Medewerkers in tandartsenpraktijken verwonden zich vaker en lopen door hun verwonding een hoger risico in vergelijking met andere beroepsgroepen.
Managementrapportage ANT-PrikPunt, januari 2012
5
Bijlage 1: Preventieve adviezen: 1. Breng preventieve maatregelen blijvend onder de aandacht van personeel in de praktijk. Nooit: • Naalden na gebruik recappen (terugplaatsen van de naald in oorspronkelijke beschermhuls) • Naalden met de hand van de spuit verwijderen • Naalden breken of buigen • De maximale vullijn van de naaldencontainer overschrijden • Iets terughalen uit een naaldencontainer • Met de naald naar de naaldencontainer lopen • Scherpe voorwerpen los in een karton of niet gekeurde verpakking afvoeren. Altijd: • Naalden direct na gebruik verwijderen via een naaldencontainer • Naaldencontainers stabiel plaatsen en onder direct handbereik • De naaldencontainer naar de naald brengen • Naaldencontainer vol tot aan de maximale vullijn: deksel definitief afsluiten 2. Posters en stickers met het telefoonnummer van ANT-PrikPunt duidelijk zichtbaar in de praktijk ophangen 3. De ANT zal de tandartspraktijken moeten blijven wijzen op de gevaren van een prikaccident. Snel melden en een adequate nazorg is van groot belang in verband met de gezondheid van de medewerker en in het kader van goed werkgeverschap. De kosten die dit met zich meebrengt zouden van ondergeschikt belang moeten zijn (besmetting van een medewerker kost vele malen meer). 4. Alle medewerkers in de tandartspraktijk die mogelijkerwijs in contact kunnen komen met bloed, speeksel of wondvocht van een ander (dus ook de baliemedewerker die af en toe instrumenten opruimt) preventief vaccineren tegen hepatitis B, inclusief een antistoftiterbepaling. 5. Spoor alle praktijkhouders aan zorg te dragen voor een goede registratie van hun personeel met betrekking tot vaccinaties en antistoftiters. Maak daarbij een inhaalslag bij de leeftijdsgroepen vanaf 35 jaar. 6. Laat de praktijkhouders vastleggen of de risicovormers (alle personeel dat in mondholten werkt) een voldoende titer hebben (>100) om zo het risico op besmetting voor patiënten tegen te gaan. Volg de richtlijn voor monitoring van risicovormers die non- of low responder blijken te zijn. 7. Laat de praktijkhouders vastleggen wie de zogenaamde non-responders (onbeschermde medewerkers) zijn. 8. Volg de richtlijn voor monitoring van risicovormers die non- of low responder blijken te zijn (zie vaccinatie- en besmettingswijzer van de ANT). 9. Laat eventuele werkprocedures toetsen of evalueren op veiligheid en check deze regelmatig op praktische uitvoerbaarheid. 10. Overweeg een discussie aan te gaan met de leveranciers van de tandartsmaterialen die veilige naaldsystemen maken. Een voorbeeld hiervan is het injectiesysteem dat gebruikt wordt voor verdoving.
Managementrapportage ANT-PrikPunt, januari 2012
6
Bijlage 2 : Tandartsinstrumentarium onderverdeeld in categorieën 1. Injectie/spoel-naalden Voorbeelden: • Anesthesienaalden (verdovingsspuit) • Endonaalden/ Hyponaald/ Natriumhypochloride spuitnaald (voor desinfecteren wortelkanaalbehandeling = dunne spuitnaald waarmee niet geaspireerd wordt) 2. Roterend- en ultrasoon (mechanisch) instrumentarium Voorbeelden: • Boren, m.n. een fijne vlamboor (=bevelboor) • Mechanische ultrasone apparatuur voor tandsteenverwijdering (Soniflex/ EMS/ Cavitron) • Mechanische endovijlen(wortelkanaalbehandeling)/gatesboor voor verwijden wortelkanaal • Mechanische apparatuur voor desinfecteren wortelkanaal • Polijstschijf 3. Handinstumentarium Voorbeelden: • Sonde (gebruikt bij reguliere controle, ook wel sikkelsonde genoemd) • Endo-sonde (scherpe sonde voor detectie wortelkanalen) • Scaler/Curette (haakvorm voor verwijderen tandsteen) • Pincet • Handvijl (wortelkanaalbehandeling) • Heatcarrier (massieve verwarmingsnaald) • Modelleerinstrument restauratie (bijv. Ash 49) 4. Chirurgisch instrumentarium Voorbeelden: • Hevel (beitelachtig instrument om tand uit de tandkas te hevelen) • Scalpel (chirurgisch mesje) • Hechtschaartje • Hechtnaald • Extractietang • Tandvleesschaar • Raspatorium (instrument om tandvlees af te schuiven) • Chirurgische afzuiger • Chirurgische boor 5. Overig instrumentarium/accidenten Voorbeelden: • Matrixbandje/interdentaalbandje (scherp bandje om vullingen te modelleren) • Kwastje (om lak op tanden/kiezen aan te brengen) • Afzuigslang • Metalen draad of spalkpuntje van beugel (gebruikt bij orthodontie) • Schuurstrip (voor afwerken vulling) • Tandenstoker • Spataccident • Bijtaccident
Managementrapportage ANT-PrikPunt, januari 2012
7