Groeien met beleid van Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie naar
Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie
Meerjarenbeleidsplan 2013 - 2016
Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie Postbus 303 3830 AJ LEUSDEN Telefoon 033-4622388 Fax 033-4650626 e-mail
[email protected] Internet www.knsa.nl
© Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie, Leusden, november 2012. Auteursrecht voorbehouden. Gehele of gedeeltelijke overneming of reproductie van de inhoud van deze uitgave, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de KNSA is verboden, behoudens de beperkingen bij de wet gesteld. Het verbod betreft ook gehele of gedeeltelijke bewerking. Correspondentie inzake overneming of reproductie richten aan: KNSA, Postbus 303, 3830 AJ Leusden Fotoverantwoording ANP: cover, p 5, 28, 46 en 47 Bianca Verhoef Fotografie: p 22, 31 (boven) en 35 ©2012 ISSF/Schreiber: p 2 Studio van Leuveren: p 16 KNSA: overig Cover: Finale 10m Luchtgeweer heren, Olympische Spelen 2012
Inhoudsopgave
Inleiding
Samenvatting
Hoofdstuk 1
Sportparticipatie
Hoofdstuk 2
Strategische cyclus
Hoofdstuk 3
Kwaliteit schietsportverenigingen
Hoofdstuk 4
Topsport
Hoofdstuk 5
Communicatie & marketing
Hoofdstuk 6
Belangenbehartiging
3 4 7 17 23 29 41 45
2 ➔ Groeien met beleid
Inleiding De wereld om ons heen verandert in snel tempo. Dat is voor de schietsport niet anders. Misschien wel juist voor onze tak van sport kan de wereld nog sneller veranderen dan voor andere sectoren of sporten. Technologische ontwikkelingen van onze sportwapens, demografische veranderingen in de samenleving, zoals de vergrijzing en helaas ook dramatische incidenten waarbij misbruik gemaakt wordt van vuurwapens, zijn een onvoorspelbare factor voor de schietsportbeoefening in Nederland. Het nu voorliggende meerjarenbeleidsplan strekt zich uit over een termijn van vier jaren. Vier jaar vooruit kijken is geen sinecure maar anderzijds is het een wezenlijk onderdeel van het besturen van onze Associatie om voor de toekomst een visie te ontwikkelen en doelen op lange termijn te definiëren. Het KNSA-meerjarenbeleidsplan voor de komende vier jaar richt zich nadrukkelijk op een verbetering van kwaliteit van onze sport op zichzelf, de verenigingen en bestuurders en andere vrijwilligers en kaderleden die onze sport rijk is. Die kwaliteitsverbetering moet uiteindelijk leiden tot een verbetering van ons sportaanbod, een verhoging van de participatie en tot een bewustwording bij bestuurders als het gaat om kwaliteit en integriteit. O zo belangrijk daarin is de communicatie naar onze eigen achterban, en dat wil zeggen zowel verenigingen als aangesloten sportschutters, maar zeker ook naar externe partijen en instanties om de belangen van de schietsport in Nederland maximaal te behartigen. De basis voor de schietsportbeoefening in Nederland ligt uiteraard bij de schietsportverenigingen en de daaruit voortvloeiende activiteiten op regionaal en landelijk niveau, in het kader van breedtesport. Zonder breedtesport geen topsport is een cliché dat voor alle sporten opgeld doet. Het KNSA-bestuur is zich daarvan terdege bewust, maar juist voor de schietsportbeoefening in Nederland is een contraredenering zeker op zijn plaats. De Olympische Spelen in 2012 te Londen toonden weer eens aan dat wanneer een Nederlandse sportschutter zich bij de wereldtop nestelt, de positieve aandacht die daarvan afstraalt van onschatbare waarde is. Een prestatie van een Nederlandse Luchtgeweerschutter die van grote betekenis is voor alle Nederlandse sportschutters, ongeacht de tak van schietsport die zij beoefenen; een Olympische kurk waar de schietsport in Nederland op drijft.
De visie van het KNSA-bestuur richt zich, zoals gezegd, op kwaliteit, participatie, communicatie en een verbetering van het imago. Dat moet leiden tot een grotere bekendheid van de schietsport in Nederland en zo mogelijk tot een vergroting van het aantal beoefenaren. Het is van belang dat de schietsport een substantieel deel van de Nederlandse bevolking vertegenwoordigt. Niet alleen omdat dat onze sport en vooral onze activiteiten positief beïnvloedt, maar ook omdat daarmee een draagvlak onder de samenleving voor de schietsport blijft bestaan. Dat mag niet ten koste gaan van alles; de groei van de schietsport voor de toekomst vergt grote zorgvuldigheid in het beleid dat het KNSA-bestuur nastreeft en in de adoptie en implementatie daarvan door verenigingsbesturen. “Groeien met beleid”: een uitdaging voor de toekomst. Bestuur KNSA
Groeien met beleid ➔ 3
Samenvatting In deze samenvatting wordt kort en bondig een overzicht gegeven van de visie en de doelstellingen van het KNSAbestuur voor de komende jaren tot en met 2016.
Sportparticipatie De KNSA richt zich de komende jaren nadrukkelijk op het vergroten van de schietsportparticipatie. De stimulering van de schietsport in zijn algemeen blijft een doel op zich zelf maar specifiek richten de activiteiten van sportparticipatie zich op het vergroten van activiteiten waardoor de betrokkenheid van de huidige sportschutters bij wedstrijden en opleidingen wordt vergroot. Nieuwe vormen van wedstrijden en competities worden aangeboden en de kwaliteit van het huidige activiteitenaanbod zal verbeterd worden. Een speerpunt voor de komende jaren is voorts het vergroten van de bekendheid van de schietsport in Nederland.
4 ➔ Groeien met beleid
Met gebruikmaking van huidige communicatiemiddelen maar ook nieuwe, zoals social media en mobiele applicatie-software, moet de schietsport in Nederland bij het algemene publiek meer onder de aandacht worden gebracht. Dat wordt tevens ondersteund door meer contacten met de media te leggen en door deel te nemen aan de Nationale Sportweek.
Strategische cyclus Het KNSA-bestuur streeft er de komende jaren naar om de KNSA als koepelorganisatie voor de schietsportbeoefening in Nederland nog sterker en nog zichtbaarder te maken. De NOC*NSF Code Goed Sportbestuur dient als uitgangspunt voor het versterken van het HR-beleid voor zowel bezoldigde als onbezoldigde functionarissen binnen de KNSA en voor het verbeteren van de kwaliteit van bestuurders en
professionals. Een nieuw data management-systeem moet de KNSA efficiënter en slagvaardiger maken en moet de communicatie, zowel intern als extern, verbeteren; dat alles met inachtneming van een correcte bescherming van de persoonsgegevens.
Kwaliteit schietsportverenigingen Teneinde de kwaliteit van de schietsportbeoefening in Nederland te vergroten, wordt in de komende jaren aan de bij de KNSA aangesloten schietsportverenigingen de mogelijkheid tot Basiscertificering aangeboden. Deze certificering is gericht op het borgen van de kwaliteit van schietsportverenigingen. Deze basiscertificering vloeit voort uit een Ministeriële Regeling voor die schietverenigingen die gebruik maken van vuurwapens, maar zal uiteindelijk de schietsport als collectief in kwaliteit verbeteren en het aanzien vergroten. Daaraan moet ook bijdragen het pakket aan opleidingen waarmee het kennisniveau van kaderleden bij de KNSA en bij kaderleden bij schietsportverenigingen wordt vergroot. Als onderdeel van die deskundigheidsbevordering krijgen nadrukkelijk een plaats de gedragsnormen voor schietsportbeoefening in verenigingsverband, gericht op seksuele intimidatie, discriminatie en algemene normen en waarden.
Topsport Het KNSA-bestuur onderschrijft de Top-10-ambitie van sportkoepel NOC*NSF en ontwikkelt topsportprogramma’s die aansluiten bij deze missie. Het bereiken van aansprekende resultaten op internationale kampioenschappen met als hoogtepunt de Olympische Spelen in 2016, zal moeten bijdragen aan een positief imago van de schietsport in Nederland. De ontwikkeling van topsportprogramma’s zal vooral gericht zijn op jongeren maar zal zich ook richten op sporters met een (lichamelijke) beperking en er wordt voor de talentontwikkeling nadrukkelijk aansluiting gezocht bij schietsportverenigingen met een topsportambitie.
van de mediawaarde van het topsportprogramma en grote aansprekende evenementen, zoals het 125-jarig jubileum van de KNSA en de Europese Kampioenschappen Luchtdrukwapens in 2015.
Communicatie & marketing
Belangenbehartiging
Het KNSA-bestuur zal de komende jaren de schietsport nadrukkelijk profileren als een volwaardige tak van sport met een Olympisch karakter, teneinde het imago van de schietsport in Nederland te verbeteren. Daarvoor wordt kennis en informatie met verenigingen en trainers gebundeld en zullen multimediale instrumenten, zoals de KNSA-website, social media en mobiele apps, worden ingezet. Speerpunten voor het vergroten van de bekendheid zijn het vergroten
De KNSA moet zich in de komende jaren nog meer profileren als de belangrijkste gesprekspartner en dé autoriteit op het gebied van de schietsportbeoefening in Nederland. De KNSA moet dé belangrijkste steunpilaar zijn voor de bij haar aangesloten schietsportverenigingen en sportschutters en zij moeten dat ook zo ervaren. Essentieel bij die activiteiten als belangenbehartiging en steunpilaar, is een goede, adequate en transparante communicatie. Groeien met beleid ➔ 5
Meedoen
is belangrijker
dan winnen
Schietsport
groeit en bloeit
6 ➔ Groeien met beleid
1. Sportparticipatie 1.1
Analyse van de huidige situatie
Evenals andere sportbonden richt ook de KNSA zich op het vergroten van het aantal beoefenaren van de (schiet)sport in Nederland. Het is van belang voor het behoud van de schietsportbeoefening in Nederland dat een substantieel deel van de Nederlandse bevolking de schietsport beoefent. Het beoefenen van de schietsport kan op allerlei niveaus: schietsportbeoefening uitsluitend in verenigingsverband met eigen clubcompetities, schietsportbeoefening zowel in verenigingsverband als daarbuiten met deelname aan wedstrijden en regionale en landelijke competities, maar ook schietsportbeoefening op een hoog wedstrijdniveau, zoals door deelname aan Districtskampioenschappen, Nederlandse Kampioenschappen en zelfs schietsportbeoefening met topsportambitie behoren tot de mogelijkheden. Het aantal leden van schietsportverenigingen verenigd in een of meerdere KNSA-verenigingen, varieert van circa 42.000 tot 44.000 in totaal. Deze sportschutters zijn lid van bijna 800 schietsportverenigingen in een grote verscheidenheid aan disciplines. Al deze beoefenaren en al deze takken van de schietsport vallen onder de definitie Sportparticipatie. Gebleken is wel dat de mate van participatie binnen de schietsport voor een belangrijk deel het enthousiasme voor de beoefening daarvan bepaalt. Wedstrijddeelname op lokaal, regionaal of landelijk niveau kàn een belangrijke stimulans zijn om de schietsport te blijven beoefenen. Immers, het verbeteren van de prestaties, het ontwikkelen van die prestaties en het meten van prestaties met anderen in competitieverband, geeft aan de schietsportbeoefening in zijn algemeenheid meer plezier. Al jarenlang kent de KNSA een verloop in het totaalaantal sporters van circa 4.000 per jaar. Dat betekent dat jaarlijks circa 4.000 mensen als nieuw lid de schietsport gaan beoefenen maar dat ongeveer eenzelfde aantal personen stopt met de beoefening van de schietsport. Soms is het deel dat nieuw instroomt groter dan het deel dat de schietsportbeoefening beëindigt en soms is dat andersom. Grosso modo kent de schietsport een stabiel aantal beoefenaren. Al enige jaren richt de KNSA zich op de werving van nieuwe leden, maar vooral ook op het aanbieden van activiteiten die bijdragen tot het behoud van bestaande leden. Daarvoor zijn van belang het service- en dienstenpakket, de kwaliteit van de verenigingen, het wedstrijdaanbod en de kwaliteit van het kader binnen verenigingen. Het terugdringen van het
aantal sportschutters dat met de beoefening van deze sport stopt, kan een grote winst in de groei van het aantal beoefenaren bewerkstelligen. Een ongebreidelde ambitie voor het vergroten van het aantal beoefenaren van de schietsport is echter niet mogelijk c.q. wenselijk. Immers, het vuurwapenbezit, het gebruik van vuurwapens maar ook van luchtdrukwapens, nopen tot grote zorgvuldigheid bij de aanname van leden. De screening die wordt toegepast bij schietsportverenigingen voor het lidmaatschap is streng en strikt gereguleerd. Datzelfde geldt voor het monitoren van bestaande leden. Immers, misbruik van (vuur)wapens is in de eerste plaats natuurlijk dramatisch voor de samenleving maar kan de schietsportbeoefening in Nederland en zelfs ook daarbuiten, ernstige schade toebrengen. In alle activiteiten die de sportparticipatie bij schietsportbeoefening moeten vergroten, dient zorgvuldigheid met betrekking tot nieuwe leden en het monitoren van bestaande leden een voortdurende hoge prioriteit te hebben.
Sportparticipatie en wedstrijdaanbod De KNSA is al enkele jaren bezig met het ontwikkelen van een breed en uitdagend wedstrijdklimaat voor de sportschutters in Nederland. In de beleidsperiode 2009-2012, “Kiezen voor de toekomst” is geïnvesteerd in het wedstrijGroeien met beleid ➔ 7
gehanteerd of na verloop van tijd niet gehandhaafd wordt. Door de vrijheid die wordt gegeven in het aanleveren van informatie ten behoeve van de verschillende overzichten zoals wedstrijdkalender, uitslagenlijsten, maar ook in algemene teksten en correspondentie, afkomstig van verenigingen en/of sportschutters, worden termen en benamingen veranderd, hetgeen zorgt voor onduidelijkheid en verwarring. De informatie naar verenigingen en sportschutters toe via de KNSA-website, is goed maar kan verder worden uitgebreid met praktische en makkelijk hanteerbare formats voor specifieke doelgroepen, zoals verenigingen, sporttechnisch en wedstrijdtechnisch kader en jongeren. De huidige website is nagenoeg compleet qua informatie, maar zou wat ‘wervender’ kunnen worden gemaakt voor (nieuwe) leden en bijvoorbeeld de media, teneinde de schietsport meer bekendheid te geven; ook de promotiewagen kan wel een restyling gebruiken.
Vijfkamp en Zomerbiatlon
daanbod. Een voorbeeld hiervan is het combineren van diverse disciplines in één evenement op districtsniveau (SchietsportREGIONAAL), vergelijkbaar met het landelijk evenement SchietsportTOTAAL. Het Ranking-systeem is een van de activiteiten die destijds zijn gestart teneinde de wedstrijddeelname te bevorderen en is inmiddels niet meer weg te denken uit de schietsport. Ranking is in haar eerste officiële editie uitgegroeid tot één van de belangrijkste prestatiemeters voor sportschutters in Nederland. Voor een groot aantal van de Nederlandse Kampioenschappen wordt deze indicator als selectiemiddel gebruikt. In het onderstaande overzicht zijn de gegevens van de laatste twee Ranking-seizoenen opgenomen; de twee seizoenen hieraan voorafgaand werd Ranking als een proef (pilot) uitgevoerd.
Totaal aantal ranking-wedstrijden Totaal aantal ranking-scores Totaal aantal gerankte disciplines Totaal aantal gerankte sportschutters
2010-2011
2011-2012
207
236
13.831
14.082
64
66
1.782
1.954
Informatievoorziening In de huidige situatie valt op dat de terminologie zoals die in de officiële KNSA-reglementen en uitgingen is opgenomen, vaak niet correct, niet volledig en/of helemaal niet wordt
8 ➔ Groeien met beleid
Sinds 1 januari 2012 is de KNSA een discipline met een duidelijk fysieke eigenschap rijker: de Olympische moderne vijfkamp, voorheen een discipline van de Nederlandse Vijfkampbond, die is opgenomen binnen de KNSA. In 2012 was de eerste wedstrijd onder de vlag van de KNSA een feit, de Nederlandse Kampioenschappen die tijdens het evenement SchietsportTOTAAL zijn georganiseerd. Geconstateerd wordt dat er veel atleten zijn die de motivatie, interesse en tijd hebben om deel te nemen aan de open varianten van de outdoor-disciplines van de Vijfkamp en de Zomerbiatlon. Het probleem is echter dat de atleten geen of te weinig kennis hebben van de regels van één of meerdere van deze disciplines. De meeste potentiële deelnemers zijn niet op de hoogte van de mogelijkheden om deel te
nemen aan deze open wedstrijden in deze relatief “nieuwe” disciplines. Om atleten die niet over een geldige licentie van de KNSA beschikken, de mogelijkheid te geven om deel te nemen aan bijvoorbeeld de Dutch Open Zomerbiatlon met een zogenaamd ‘open klassement’, is er ruimte gecreëerd in het wedstrijdschema. De twee zomerbiatlon-wedstrijden (Dutch Open en de NK) die voorheen gelijktijdig werden georganiseerd op één dag zijn in het afgelopen jaar gesplitst over twee dagen. De KNSA wil hiermee een grotere deelname van niet-KNSA-leden vanuit andere sporten mogelijk maken.
Opleidingen In de afgelopen vier jaar, tijdens de beleidsperiode ‘Kiezen voor de toekomst’ zijn alle opleidingen binnen de KNSA aangepast conform de Kwalificatie Structuur Sport (KSS). De toetsing hiervan wordt sinds 2012 verzorgd door de Academie voor Sportkader in samenwerking met NOC*NSF. In 2012 is een audit uitgevoerd op de opleiding Basistrainer (KSS2). In de jaren 2011 en 2012 bleek er een toenemende interesse in de diverse opleidingen te ontstaan, waarbij deze trend bij de opleiding Basistrainer het duidelijkst waarneembaar is. Als gevolg hiervan is een groter aantal opleidingen op dit niveau gestart en is het aantal docenten uitgebreid. De opleiding Basistrainer kent een theoretisch en een praktijkonderdeel. Bij het praktijkgedeelte wordt een zogenaamde ‘praktijkbegeleider’ ingezet; praktijkbegeleiders zijn reeds
door de KNSA opgeleide trainers op een hoger niveau dan de basistrainer, die door de KNSA geschikt worden geacht om als praktijkbegeleider bij de opleiding op te treden, en daarvoor ook een specifieke opleiding hebben genoten. Die opleiding is gehouden in maart 2012 en als gevolg daarvan, is een groot aantal Trainers-A gecertificeerd voor de module ‘Praktijkbegeleiding’. Inmiddels is deze module geïmplementeerd in de Trainer-A-opleiding als module ‘Praktijkbegeleiding en -beoordeling’, zodat een aanvullende cursus in de toekomst niet meer nodig is en de opgeleide Trainers-A automatisch als praktijkbegeleider voor de opleiding Basistrainer kunnen worden ingezet. In 2011 is ervoor gekozen om geen opleiding Wedstrijdorganisatorisch Kader te starten, gezien het verouderde cursusmateriaal. De opleiding Scheidsrechter Kleiduiven is in ontwikkeling; in het afgelopen jaar is contact geweest met de Internationale Schietsport Federatie ISSF om de door de KNSA aangeboden opleiding daarop te laten aansluiten. De ontwikkeling van deze opleiding bevindt zich in het eindstadium. De cursus Verenigingsveiligheids Functionaris (VVF) is op een aantal punten aangepast; in de cursusstof is onder andere toegevoegd de veiligheidshandelingen voor kleiduiven en het gebruik van een ‘kamervlag’. Hiermee sluit de cursus VVF ook aan op de behoefte van kleiduivenverenigingen en op de voorwaarden voor certificering.
Groeien met beleid ➔ 9
Het huidige aanbod opleidingen en cursussen is als volgt:
a. Sporttechnisch kader KSS niveau 2 KSS niveau 3 KSS niveau 4
Basistrainer Geweer en Pistool Basistrainer Kleiduiven Trainer-A Geweer/Pistool/Kleiduiven Trainer-B Geweer/Pistool/Kleiduiven
± 65 gediplomeerden per jaar ± 10 gediplomeerden per jaar ± 5 gediplomeerden per 2 jaar ± 2 gediplomeerden per 3 jaar
b. Wedstrijdorganisatorisch kader Wedstrijdadministratie Baancommandant Keurmeester Wedstrijdleider Scheidsrechter Kleiduiven
± 25 gediplomeerden per jaar ± 20 gediplomeerden per 2 jaar ± 12 gediplomeerden per 2 jaar ± 8 gediplomeerden per 2 jaar ± 25 gediplomeerden per jaar
c. Korte cursussen Cursus Verenigingsveiligheidsfunctionaris Cursus Wet Wapens & Munitie Cursus Veilig Herladen Bijscholingen sporttechnisch kader
± 250 gecertificeerden per jaar ± 50 gecertificeerden per jaar ± 100 gecertificeerden per jaar ± 130 bijgeschoolden per jaar
Knelpunten: ➔ De informatievoorziening op de KNSA-website sluit onvoldoende aan op de door de sportschutter toegepaste (mobiele) communicatiemiddelen ➔ De KNSA-website biedt onvoldoende informatie voor sporttechnisch en wedstrijdorganisatorisch kader ➔ De op de website beschikbare informatie sluit onvoldoende aan op de interesses van de junioren ➔ De schietsport is onvoldoende bekend bij de jeugd en de drempel om een schietsportvereniging binnen te stappen is voor hen te hoog ➔ Het merendeel van de junioren neemt deel aan de geweerdisciplines en onvoldoende aan andere disciplines ➔ De sportparticipatie door junioren in alle disciplines is onvoldoende ➔ Er is geen tot een zeer beperkt trainings- en wedstrijdaanbod voor de disciplines Zomerbiatlon en Olympische moderne vijfkamp ➔ Er is nog onvoldoende kennis over c.q. animo bij verengingen voor het opzetten van een eigen verenigingscompetitie en het stimuleren van de wedstrijddeelname ➔ Er is nog veel onduidelijkheid omtrent de juiste terminologie die wordt gehanteerd in verschillende uitingen, waaronder het Schiet- en Wedstrijdreglement
10 ➔ Groeien met beleid
➔ In de huidige situatie is er onvoldoende samenwerking met andere sportbonden bij het introduceren en organiseren van de multidisciplinaire sporten ➔ Het sporttechnisch kader heeft onvoldoende kennis over het voorkomen en herkennen van seksuele intimidatie c.q. discriminatie ➔ Trainers beschikken over onvoldoende praktische kennis en vaardigheden ➔ Bijscholingen worden onvoldoende als toegevoegde waarde voor het vergroten van de kennis en vaardigheden van de trainer gezien ➔ Er zijn te weinig oud-selectieleden van het nationale team in de functie van sporttechnisch opgeleid kader ➔ De inhoud van de WOK-opleiding is verouderd ➔ De instroom van de opleiding Trainer-B is te beperkt en het organiseren van deze opleiding verloopt als gevolg hiervan moeizaam
1.2
Ambities
Een van de ambities uit de NOC*NSF Sportagenda 2016 is het vergroten van de sportparticipatie naar 75% door te binden en te boeien. Ook binnen het KNSA-beleidsplan heeft deze ambitie een plaats: het werven van nieuwe leden en het behouden van de huidige leden door de schietsport actiever en professioneler te presenteren om de sport meer bekendheid te geven in Nederland. Het aansluiten bij grote nationale sportevenementen met media-aandacht is hiervoor noodzakelijk. Voor het succesvol binden is kwaliteit noodzakelijk; het kader moet meer en beter opgeleid worden in het instrueren en begeleiden van de huidige en nieuwe, recreatieve maar ook topsportgerichte jonge leden. Analoog aan het binden en boeien van sportschutters is communicatie. Het goed en aantrekkelijk presenteren van de schietsport in al zijn facetten en voor elke leeftijdscategorie wordt een steeds belangrijkere taak voor de KNSA. Meer dan ooit zet de KNSA zich in voor het binden van oudtopsporters aan de organisatie. De kennis, ervaring, bekendheid en het enthousiasme van deze sporters stimuleert sportschutters en zorgt tevens voor een sporttechnische kwaliteitsverbetering binnen verenigingen. Wedstrijddeelname is een belangrijke vorm van sportparticipatie en moet worden gestimuleerd bij sportschutters maar ook bij verenigingen, door deze verenigingen te ondersteunen bij het opzetten en aanbieden van een eigen verenigingscompetitie (‘Dutch Liga’). Met behulp van een door de KNSA aan te bieden vast format daarvoor via de website, kan dan op een eenvoudige wijze en overeenkomstig alle wet- en regelgeving, door verenigingen eenvoudiger een eigen competitie worden opgezet.
andachtspunten: ➔ Het toegankelijker maken van informatie op de KNSAwebsite voor sportschutters en geïnteresseerden ➔ Het creëren van online standaard formulieren om de verwerking van gegevens te optimaliseren ➔ Het vergroten van de bekendheid van de schietsport door aan te sluiten bij bestaande sportevenementen ➔ Het opleiden van sporttechnisch kader voor het voorkomen en herkennen van seksuele intimidatie c.q discriminatie ➔ Het vergroten van de praktische kennis van sporttechnisch kader door het aanpassen van de opleidingen en bijscholingen en het uitbreiden van de informatieverstrekking op de KNSA-website ➔ Het aanbieden van een verkorte sporttechnische opleiding voor oud-selectie-schutters op basis van Eerder Verworven Competenties (EVC) en Eerder Verworven Kwalificaties (EVK) ➔ Het ontwikkelen van een cursus Veilig Herladen voor gevorderde herladers ➔ Het herstructureren van de opleiding Trainer-B naar een individuele studievorm ➔ Het actualiseren en herschrijven van de WOK-opleiding ➔ Het aanbieden van een scheidsrechterscursus ➔ Het uitbreiden van de mogelijkheid voor sporters om de discipline Zomerbiatlon en Olympische moderne vijfkamp te beoefenen ➔ Het gebruiken van de moderne technologie om wedstrijdparticipatie in alle disciplines te vergroten ➔ Het organiseren van projecten om jeugd van 12-21 jaar kennis te laten maken met de schietsport ➔ De mogelijkheden onderzoeken om het evenement SchietsportREGIONAAL in alle vier districten uit te voeren en daarmee bekendheid en sportparticipatie te vergroten
Groeien met beleid ➔ 11
1.3
Activiteiten 20132016 en tijdpad
Vergroten van de bekendheid van de schietsport Ter bevordering van het imago van de Schietsport in Nederland zal er een jaarlijks terugkerende landelijke open dag georganiseerd worden, waarop alle schietsportverenigingen in Nederland hun deuren zullen openen voor geïnteresseerden om kennis te maken met de schietsport. Voor deze landelijke open dag worden de geëigende promotieacties uitgevoerd. Het is van belang dat deelname aan de nationale sportdag door middel van een landelijke open dag, uniform en zorgvuldig plaatsvindt. Teneinde die uniformiteit en die zorgvuldigheid te bereiken, zullen minimale normen voor deelname aan de landelijke open dag worden gesteld; normen verband houdende met uitingen, en de wijze waarop die uitingen plaatsvinden, de soorten disciplines c.q. de sportwapens die tijdens die open dag gebruikt mogen worden, de inzet van het kader en minimale eisen die aan de accommodatie en de openstelling daarvan worden gesteld. De KNSA zal verenigingen, daar waar mogelijk, zoveel mogelijk faciliteren voor het aanbieden van die open dag.
Schietsport en jongeren Verenigingen worden gestimuleerd in het opleiden van en het laten deelnemen aan wedstrijden door junioren in
SCHIETSPORT voor als je niets wilt missen
12 ➔ Groeien met beleid
56554_Z-folder_Schietsport_cover_VK.indd 1
28-03-12 13:30
een groter aantal disciplines, met name luchtpistool en de knielende en liggende houding voor luchtgeweer. Hiervoor wordt een competitie ontwikkeld waarbij wedstrijddeelname in een veelheid aan disciplines noodzakelijk is. Een belangrijk middel voor de promotie van de schietsport is het aanhaken bij reeds bestaande, succesvolle activiteiten. De mogelijkheden voor het organiseren en uitvoeren van een zogenaamde ‘scholencompetitie’ past binnen het evenement ‘Mission Olympic’. Dit sportevenement bevat een veelvoud aan sporten waarbij de afsluiting, de landelijke finaledag, plaatsvindt in het Olympisch Stadion in Amsterdam. Door een voor de jeugd aantrekkelijke wedstrijdvorm aan te bieden kan de schietsport aansluiten bij dit evenement en gebruik maken van de bijbehorende media-aandacht. Voor het vergroten van de bekendheid van de schietsport onder jongeren en het verlagen van de drempel om hieraan mee te doen wordt een activiteitenplan c.q. communicatieplan opgesteld. In samenwerking met verenigingen wordt de schietsport op lokaal niveau vertegenwoordigd bij de Nationale Sportweek en/of Mission Olympic met een bereik van 850.000, respectievelijk 150.000 jongeren (op basis van cijfers 2012). Op de KNSA-website wordt hiervoor een afzonderlijk gedeelte ingericht.
Voor jonge sportschutters in de leeftijd 12 tot 21 jaar wordt op de KNSA-website een apart gedeelte met een eigen identiteit, ingericht. De informatievoorziening daar wordt specifiek en uitsluitend gericht op deze doelgroep.
Social media en informatievoorziening Een deel van de informatie die beschikbaar is op de KNSAwebsite wordt met behulp van mobiele applicatiesoftware toegankelijker en aantrekkelijker gemaakt. In de eerste fase zullen zogenaamde ‘apps’ ontwikkeld worden voor ranking en de wedstrijdkalender. Ook zal op de website de informatie over de verschillende schietsportdisciplines worden uitgebreid in woord, beeld en video. Door de toename van informatie die moet worden verwerkt is de KNSA voornemens om die toevoer zoveel mogelijk te automatiseren en daarvoor formats aan te bieden. Door de automatisering van bijvoorbeeld wedstrijdaanmeldingen wordt de verwerking daarvan efficiënter en adequater en zal tevens de terminologie worden gehandhaafd. De komende periode volgt een herstructurering van de website van de KNSA voor wat betreft opleidingen. Een separaat deel van de website wordt ingericht als kenniscentrum waarin voor trainers meer informatie beschikbaar komt.
Opleidingen
vrijstelling(en) te krijgen. De criteria hiervoor worden uitgewerkt, analoog aan de werkafspraken EVC-EVK zoals vastgesteld door de Academie voor Sportkader. Binnen de opleidingen wordt meer aandacht besteed aan het voorkomen en herkennen van seksuele intimidatie en discriminatie van en door sportschutters; de algemene ‘gedragsregels in de sport’ en de te volgen procedures bij overtreding van die regels, worden daarin tevens opgenomen.
In navolging van de opleiding Basistrainer wordt tevens een audit afgenomen van de opleiding Trainer-A en Trainer-B, respectievelijk in 2013 en 2014. Een positieve audit is vereist voor de verstrekking van subsidies.
In de opleidingen c.q. in separate workshops en bijscholingen wordt voorts aandacht besteed aan die aspecten die houdingspecifiek zijn voor wat betreft de knielende, liggende en staande houding.
De opleidingen Trainer-A en Trainer-B worden aangepast waarbij meer ruimte beschikbaar komt voor onderwijscontacturen op de schietbaan. Tevens kennen de bijscholingen, waar mogelijk, een toename in het praktijkdeel. De bijscholingen voor Trainer-A en Trainer-B worden verdiept en verbreed en spitsen zich toe tot een bepaalde discipline of vaardigheid. Voor Trainer-A en Trainer-B wordt het mogelijk aan te sluiten bij sportoverstijgende bijscholingen van andere sportbonden c.q. organisaties.
Aanvullend op de Cursus Veilig Herladen wordt een tweede cursus geschreven, gericht op de gevorderde herlader. Bij deze cursus ligt de nadruk op ballistiek van wapen en munitie met als doel het verbeteren van munitie en als gevolg daarvan van de resultaten.
Om de deelname aan de opleiding Trainer-B toegankelijker te maken wordt onderzocht of het mogelijk is deze opleiding niet langer in collectief verband te volgen maar op individuele basis, gebruikmakend van sportoverstijgende bijeenkomsten bij andere bonden c.q. externe instanties. Het behouden van kennis is van belang voor het verder ontwikkelen van sporttechnisch kader. Om deze reden wordt het voor oud-selectieleden van de nationale kernploeg mogelijk om op basis van Eerder Verworven Competenties (EVC) en Eerder Verworven Kwalificaties (EVK)
In het streven naar het verder professionaliseren van het wedstrijdorganisatorisch kader binnen de schietsport wordt getracht één of meerdere opleidingen tot Jurylid in Nederland te organiseren. Deze opleiding wordt aangevraagd bij en gedoceerd door de Internationale Schietsport Federatie (ISSF) en zal het beschikbaar, deskundig kader vergroten met het oog op de organisatie van de Europese Kampioenschappen Luchtdrukwapens in 2015.
Zomerbiatlon en Vijfkamp De wedstrijddeelname binnen de schietsportdisciplines met een duidelijk fysieke eigenschap is nog onvoldoende. Teneinde die wedstrijddeelname te vergroten, zijn er afgelopen jaar nieuwe initiatieven genomen zoals het organiseren zowel landelijk als regionaal van de Zomerbiatlon en Groeien met beleid ➔ 13
Wedstrijddeelname In de vorige beleidsperiode is er veel aandacht geweest voor het creëren van een groter wedstrijdaanbod. Deze lijn wil de KNSA in de komende beleidsperiode doorzetten. De KNSA blijft zich richten op het ontwikkelen van projecten en activiteiten om het wedstrijdaanbod te vergroten; hierin zal de toename van de wedstrijdparticipatie ook een doel zijn. De schietsport wil met de tijd mee en probeert innovatief te zijn; multimedia en internet zijn tegenwoordig niet meer weg te denken en de KNSA wil deze media gaan gebruiken om het aanbod van wedstrijden te vergroten. Behalve dat er ruimte wordt gezocht in de mogelijkheden van internet moet er ook energie worden gestoken in de competitievormen zoals het ooit begon, namelijk in regionale competities.
inmiddels ook het organiseren van een Dutch Open en Nederlandse Kampioenschappen van de Moderne Vijfkamp en afgeleiden daarvan in een aantal sportonderdelen van de Vijfkamp, zoals een Vierkamp, een Driekamp en een ‘combined event’, te weten hardlopen en pistoolschieten. De KNSA is al enkele jaren bezig met het opzetten van de discipline Zomerbiatlon (hardlopen en geweerschieten) en probeert deze discipline verder te ontwikkelen in Nederland door samenwerkingen op te zetten met bonden die potentiële deelnemers als lid hebben. Zo wordt gepoogd om de deelname aan deze discipline uit te breiden. Ook binnen de Olympische moderne vijfkamp is de wedstrijddeelname onvoldoende. Door het oprichten van een Vijfkampvereniging wil de KNSA de atleten een mogelijkheid bieden als lid te worden geregistreerd bij een overkoepelend orgaan van de vijf benodigde disciplines. Door een regionaal samenwerkingsverband aan te gaan met lokale sportaanbieders van de vijf verschillende sportonderdelen (zwemmen/paardrijden/hardlopen/schermen/schieten) probeert de KNSA het beoefenen van deze sport te stimuleren. Voor zowel de Zomerbiatlon als de Vijfkamp-disciplines wil de KNSA clinics aanbieden op regionaal niveau die periodiek zullen terugkeren. Hiermee wordt bereikt dat potentiële deelnemers worden gemotiveerd en de mogelijkheid krijgen om de onbekende disciplines te ontdekken. Teneinde het sportaanbod voor zowel de Zomerbiatlon als de Vijfkamp regionaal te kunnen aanbieden en ook te faciliteren, zullen regionale centra worden aangewezen, bij voorkeur op districtsniveau (vier keer). Deze regionale centra moeten zoveel mogelijk clinics in de verscheidene sportdisciplines binnen de zomerbiatlon en de vijfkamp kunnen aanbieden c.q. die extern kunnen aanbieden; eventueel in samenwerking met andere verenigingen in de omgeving.
14 ➔ Groeien met beleid
Door het succes in district 1, waar als eerst SchietsportREGIONAAL werd georganiseerd, wil de KNSA dit format uitspreiden over de anderen drie districten. De kracht van dit format is de veelvoud aan disciplines die in één weekeinde worden beoefend, waardoor de betrokkenheid en de interesse in andere disciplines wordt vergroot.
Activiteit
Tijdpad
Herschrijven opleiding Wedstrijdorganisatorisch kader
2013
Opstellen activiteitenplan Nationale Sportweek en/of Mission Olympic
2013
Ontwikkelen cursus voor gevorderde herlader
2013
Ontwikkelen digitale formulieren
2013
Periodiek aanbieden clinics Zomerbiatlon en Combined/Vijfkamp (regionaal)
2013
Oprichting Vijfkampvereniging
2013
Herstructureren opleiding Trainer-B tot een individuele studievorm
2013
De KNSA-website toegankelijker maken voor jeugd in de leeftijd 12-21 jaar
2013
Onderzoeken mogelijkheden schoolcompetitie
2013-2014
Aanbieden ISSF-opleiding Jurylid in Nederland
2013-2014
Onderzoeken mogelijkheden regionale faciliteitcentra Vijfkamp
2013-2015
Ontwikkelen tabblad kenniscentrum
2013-2015
Ontwikkelen tabblad junioren
2013-2015
Uitwerken criteria EVC-EVK voor oud-topsportschutters
2013-2015
Onderzoeken mogelijkheden SchietsportREGIONAAL district 2, 3 en 4
2013-2016
Deelname Nationale Sportweek en/of Mission Olympic
2013-2016
Aanbieden sportoverstijgende bijscholingen Trainer-A en Trainer-B
2014
Ontwikkelen competitie voor junioren in meerdere disciplines
2014
Samenwerking met lokale aanbieders van de Vijfkamp-onderdelen
2014
Samenwerking KNSA/Koninklijke Landmacht in het kader van opleidingen Geweer
2014
Ontwikkelen van verenigingscompetitie
2014-2015
Ontwikkelen mobiele applicatie voor Ranking en de Wedstrijdkalender
2015
Promotiewagen restylen
2015
1.4
Financiële consequenties
De kosten verband houdende met de beleidsvoornemens in het kader van sportparticipatie, worden voor een groot deel binnen de begroting gedekt door de ‘persoonsgebonden kosten voor docenten, breedtesport en algemeen’. Voor het overige zijn gelden in de begroting gereserveerd voor de huur van wedstrijd- en trainings-accommodaties, materiële prijzen, vergaderkosten voor commissies en organisatiekosten.
heidsbevordering’ (opleidingen). Daarnaast worden ook voor sportparticipatie subsidiegelden voor het ‘Algemeen functioneren’, eveneens afkomstig van de Lotto, door tussenkomst van NOC*NSF.
Subsidie-inkomsten voor sportparticipatie worden gegenereerd uit bijdragen van de Lotto, door tussenkomst van NOC*NSF in het kader van de Lotto-rubriek 1.1 ‘Leven lang sporten’, en ingevolge subsidiebijdragen voor ‘Deskundig-
Groeien met beleid ➔ 15
KNSA
De is niet de bond voor het wapenbezit; de KNSA is de bond voor de
schietsport
in Nederland
Kennis verbreden, ontwikkelen en delen 16 ➔ Groeien met beleid
2. Strategische cyclus 2.1
Analyse van de huidige situatie
Sportbonden nemen in de Nederlandse samenleving een bijzondere positie in. Zij vertegenwoordigen maar liefst vijf miljoen sporters in Nederland, verenigd in 30.000 sportverenigingen. Evenals andere professionele sportbonden heeft ook de KNSA hoge ambities voor de toekomst op het gebied van sportparticipatie en topsport. Dat vraagt om een sterke KNSA; de onbetwiste autoriteit voor de schietsport in Nederland. Een hoge prioriteit krijgt de strategische cyclus in de komende jaren: een strategisch sterk bestuur met verbindend vermogen, een kern van hoog gekwalificeerde professionals met functiespecialisme en continuïteit. De Code Goed Sportbestuur van NOC*NSF vormt een belangrijke basis voor de kwaliteit van het KNSA-bestuur. Een goede samenwerking en een goed samenspel tussen bestuur en directie moet de slagvaardigheid van de Associatie vergroten.
Bestuurlijke organisatie De KNSA is als rechtspersoon een vereniging. De leden van de KNSA zijn de bij de KNSA aangesloten schietsportverenigingen (circa 780). Deze leden vormen de Algemene Vergadering met ten hoogste twee (2) afgevaardigden per lid. De Algemene Vergadering is het hoogste orgaan van de Associatie en is verantwoordelijk voor de vaststelling van Statuten en Reglementen, de jaarrekening, de contributieafdracht, de benoeming van bestuursleden en statutaire commissies, de begroting, enzovoorts. Aan de Algemene Vergadering wordt ook ter bekrachtiging voorgelegd het meerjarenbeleid dat is voorbereid door het KNSA-bestuur. In de praktijk blijkt dat aan de jaarlijkse Algemene Vergadering circa 100 verenigingen deelnemen en het aantal aanwezigen inclusief bestuurders, commissieleden en andere genodigden, varieert van circa 200 tot 250 deelnemers. Gebleken is dat, vanwege het volume van die vergadering, van een discussie c.q. een gedegen debat omtrent inhoudelijke onderwerpen en beleidsuitgangspunten voor de toekomst nauwelijks sprake kan zijn. Het is daarom van belang de mogelijkheid te onderzoeken voor het instellen van een Ledenraad. Een Ledenraad bestaande uit circa 30 à 40 afgevaardigden, direct gekozen door de leden. Het zal de kwaliteit van het debat over de toekomst van de Associatie en de slagvaardigheid vergroten. Daarentegen zal het algemeen gevoelen onder leden en sportschutters dat er minder invloed op het gevoerde beleid kan worden uitge-
oefend, toenemen. Op zorgvuldige en transparante wijze zal hierover de komende jaren met zowel leden als sportschutters de discussie moeten worden aangegaan. Een onderdeel daarvan kan tevens zijn de verenigingsrechtelijke band, die nu uitsluitend bestaat tussen de KNSA als vereniging en haar leden, zijnde de schietsportverenigingen, te versterken. Een verenigingsrechtelijke band met sportschutters is er niet. Zij verkrijgen statutair de “status van schutter”, maar er is geen daaruit voortvloeiende verenigingsrechtelijke band tussen de KNSA en de individuele sportschutters. Daarentegen is er, overeenkomstig de Statuten en Reglementen van de KNSA, wel een groot aantal rechten en plichten in statuten en reglementen vastgelegd. Het is van belang om te onderzoeken in hoeverre de verenigingsrechtelijke band met individuele sportschutters kan worden versterkt, mede vanwege het Tuchtrecht en de arbitragemogelijkheden. Een directe vorm van inspraak door individuele sportschutters (44.000) is utopisch. Een mogelijke benoeming van een Ledenraad kan die vorm van inspraak vergroten.
Het bestuur van de KNSA wordt gevormd door het Algemeen Bestuur bestaande uit een dagelijks bestuur (voorzitter, secretaris, penningmeester, vice-voorzitter), vier (4) voorzitters van de vier districten en een Algemeen-Bestuurslid.
Groeien met beleid ➔ 17
De vier districten zijn geografische gebieden verspreid over Nederland, als volgt samengesteld:
2.3
District 1 (provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en Noord-Oostpolder) District 2 (provincies Gelderland, Utrecht, Flevoland en ’t Gooi) District 3 (provincies Zuid-Holland, Noord-Holland minus ’t Gooi) District 4 (provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg)
• Er moet opgesteld worden een besluit van taken en bevoegdheden van Districtsbesturen en besturen van Landelijke Technische Commissies • De huidige structuur van wapengroepen, die de vaststelling van Technische Commissies bepaalt, wordt regelmatig ter discussie gesteld en er moet worden onderzocht in hoeverre deze Technische Commissies nog in de behoefte voorzien en in hoeverre een herijking c.q. samenvoeging noodzakelijk is • Er moet meer duidelijkheid gegeven worden omtrent het taken- en functieprofiel van alle KNSA-bestuurders en tevens een daaraan gekoppelde gedragscode, in verband met de Code Goed Sportbestuur, belangenvermenging en integriteit • Er moet aan de hand van het vastgestelde taken- en functieprofiel en de gedragscode, voor KNSA-bestuurders een periodiek functioneringsoverleg door het KNSA-bestuur plaatsvinden waarin in ieder geval ook betrokken moet worden de relatie en werkverhouding met de directie van de KNSA • De topsportbeoefening neemt binnen de KNSA, vanwege de verdere professionalisering, de subsidievoorwaarden en de hoge investeringen, een bijzondere positie in; het opstellen van een Topsportstatuut is daarom noodzakelijk
Deze districten kennen geen eigen rechtspersoon maar worden wel bestuurd door een districtsbestuur bestaande uit maximaal negen (9) bestuurders, te weten een voorzitter, secretaris, penningmeester en zes (6) voorzitters van de Districts Technische Commissies. Op landelijk niveau kent de KNSA een groot aantal commissies. Een aantal van die commissies is statutair vastgelegd, zoals de Landelijke Technische Commissies, de Commissie van Beroep en de Tuchtcommissie. De Landelijke Technische Commissies worden gevormd door de voorzitters van de Districtstechnische Commissies (6) en op voordracht van die Technische Commissies, worden door het Algemeen Bestuur de voorzitters van de Landelijke Technische Commissies benoemd. Het bestuur van de KNSA en de individuele bestuurders volgen de in samenspraak met NOC*NSF opgestelde Code Goed Sportbestuur. Desondanks zijn er met betrekking tot taken en bevoegdheden nog onduidelijkheden bij bestuurscolleges en individuele bestuurders ten aanzien van hun taken en bevoegdheden. Het is om die reden dat in de komende beleidsperiode daarover meer duidelijkheid gegeven moet worden.
2.2 •
• •
•
Ambities
Het versterken van het HR-beleid voor zowel bezoldigde als onbezoldigde functionarissen en bestuursleden binnen de Associatie, teneinde de gewenste organisatiedoelen te bereiken Het versterken van zowel interne als externe netwerken, door middel van communicatieverbeteringen en kennisontwikkeling Het vergroten van de communicatiemiddelen en de frequentie daarvan richting leden en sporters, met als doel meer kennis en informatie over te dragen Het versterken van het imago en de bekendheid van de schietsport als volwaardige tak van sport, teneinde de draagkracht in de samenleving voor de beoefening van de schietsport te vergroten
18 ➔ Groeien met beleid
Activiteiten 20132016 en tijdpad
Bestuurlijke organisatie
Werkorganisatie De KNSA-werkorganisatie bestaat uit een kernorganisatie, te weten het Bondsbureau waar circa tien (10) functiona-
Algemene Vergadering Leden (verenigingen)
Algemeen Bestuur
Dagelijks Bestuur • Voorzitter • Secretaris • Penningmeester • Vice-voorzitter
Directeur
Werkorganisatie Bondsbureau
Bestaande uit: • Voorzitter • Secretaris • Penningmeester • Vice-voorzitter • 4 Voorzitters districten • 1 Portefeuillehouder
rissen werkzaam zijn. Daarnaast kent de werkorganisatie een groot aantal oproepkrachten, zoals docenten, verenigingsmentoren, ballotage-inspecteurs en trainers. De daarvoor gekwalificeerde bondscoaches (2) hebben een fulltime-arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De werkorganisatie wordt geleid door de directeur van de KNSA; de positie van de directeur is verankerd in de Statuten en er is een Directiestatuut en Financieel Statuut, waarin de taken en bevoegdheden zijn vastgelegd.
Internationale positionering De schietsportbeoefening behoort in Nederland niet tot de meest populaire sporten. Met het aantal schietsportbeoefenaren van circa 44.000 is dit een middelgrote sport in Nederland. Internationaal behoort de schietsport echter tot één van de meest beoefende takken van sport met een grote wereldspreiding. De schietsport is bovendien reeds vanaf de herkomst van de moderne Olympische Spelen een Olympische tak van sport. De invloed van de KNSA bij de internationale schietsportfederaties op Europees en Wereldniveau is zeer beperkt. Dat houdt onder andere verband met het in verhouding kleine aantal beoefenaren van de sport in Nederland, maar vooral ook heeft het verkrijgen van die invloed voorheen nooit de hoogste prioriteit gekregen. Het is van belang dat het bestuur en de directie van de KNSA de internationale invloed vergroten. Daarmee wordt meer kennis verkregen, worden de kansen op toewijzing van grote evenementen c.q. kampioenschappen vergroot en zal ook een grotere invloed op de vaststelling van regelgeving mogelijk worden. In dat verband ook is het van belang dat tijdens de inmiddels aan de KNSA toegewezen organisatie van de Euro-
zoals ISSF, ESC en MLAIC, te bewerkstelligen. Op dit moment vervult geen KNSA-afgevaardigde een positie in enige internationale federatie. De organisatie van internationale evenementen c.q. kampioenschappen is een belangrijk middel om de internationale positionering te verbeteren. Behoudens de organisatie van de Europese Kampioenschappen Luchtdrukwapens in 2015, zal het KNSA-bestuur in de komende jaren de mogelijkheden onderzoeken voor de toekomstige organisatie van de Europese Kampioenschappen in alle internationale ISSF-/ESC-schietsportdisciplines. Een belangrijk onderdeel van dat onderzoek is de beschikbaarheid van een geschikte accommodatie en de daarvoor benodigde financiële mogelijkheden. In overleg met de initiatiefgroep Olympisch Vuur 2028, moeten de mogelijkheden daartoe intensief worden onderzocht. Een eventuele kandidaatstelling voor Europese Kampioenschappen in 2019 moet in 2016 plaatsvinden.
Communicatie Naar aanleiding van het drama in Alphen aan den Rijn in 2011, waarbij een lid van een schietsportvereniging was betrokken, is meer dan ooit gebleken dat goede communicatie richting media, politiek en de samenleving van essentieel belang is. Gebleken is dat de grote onbekendheid met de schietsport in Nederland en de daarbij gebruikte wapens, tot misverstanden leidt en aversie kan oproepen. In de komende beleidsperiode moet enerzijds geantecipeerd worden op mogelijke weerstand ten aanzien van de schietsportbeoefening in Nederland en de daarbij gebruikte vuurwapens: het bestuur en het management van de KNSA moeten voorbereid zijn op een mogelijk incident en het noodzakelijke crisismanagement dat gevoerd moet
pese Kampioenschappen Luchtdrukwapens in 2015 de KNSA en de Nederlandse schietsport zich maximaal presenteren. Daarnaast zal het KNSA-bestuur ernaar streven om een verhoging van het aantal internationale kaderleden (arbitrage) en bestuursleden in de verscheidene federaties Groeien met beleid ➔ 19
worden. Anderzijds moet de schietsport meer onder de aandacht van de samenleving worden gebracht met de nadruk op de bijzondere aspecten en kenmerken van deze tak van sport. Daarbij moet vooral worden uitgedragen dat de KNSA als Nederlandse sportbond en lid van o.a. NOC*NSF, de bond voor de schietsport is en niet de bond voor wapenbezitters. Een transparant optreden is belangrijk, maar ook de organisatie van veel activiteiten, het participeren in netwerken en een professionele en sportieve uitstraling moeten de bekendheid en de sympathie voor de schietsport vergroten. Om dit te onderstrepen zal ook de huisstijl van de KNSA moeten worden gewijzigd. Een nieuw gezicht en een nieuwe naam. De “Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie” moet worden: “Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie”. Binnen het bestuur en de directie moet een crisisplan klaarliggen voor momenten waarop de schietsportbeoefening en de gebruikte materialen onder vuur komen te liggen. Nadrukkelijke afspraken omtrent woordvoering maken onderdeel uit van dat crisisplan en van de werkafspraken tussen bestuur en directie van de KNSA. Het verbeteren van het imago en het uitdragen van de schietsport als een volwaardige tak van sport verdient de komende jaren de hoogste prioriteit en als hoogtepunt moet daarvoor worden aangegrepen het 125-jarig jubileum van de KNSA in 2015 waarbij niet alleen de actieve schietsportbeoefenaren in Nederland worden betrokken maar zo mogelijk de gehele Nederlandse samenleving.
Kennisontwikkeling De Onderzoeksraad voor Veiligheid deed in zijn rapport omtrent het onderzoek naar het stelsel ter beheersing van legaal wapenbezit in 2011 een groot aantal aanbevelingen aan de Minister, de politie maar ook aan de KNSA. De Onderzoeksraad constateerde dat er bij de KNSA veel kennis aanwezig is omtrent de veiligheid binnen de schietsport en dan in het bijzonder voor wat betreft het balloteren van nieuwe leden en het monitoren van bestaande leden. Het is van groot belang dat de KNSA in de toekomst de kennis op dit gebied meer deelt met haar leden en dan in het bijzonder met het verenigingskader. Het KNSA-bestuur zal dan ook in de toekomst cursussen c.q. opleidingen ontwikkelen en aanbieden, die nog meer gericht zijn op de veiligheid bij de beoefening van de schietsport en bij het gebruik van vuurwapens. Als onderdeel van de kennisontwikkeling moet ook het KNSA -certificeringssysteem daaraan een grote bijdrage leveren. Niet zo zeer de toetsing van de criteria die voort-
20 ➔ Groeien met beleid
vloeien uit het certificeringssysteem, maar een ondersteuning van verenigingen en het overdragen van kennis moet de boventoon voeren. Verenigingsbestuurders moeten met het kwaliteitszorgsysteem, te weten de basiscertificering, zichzelf een spiegel kunnen voorhouden. Dat geldt niet alleen voor wat betreft de veiligheid, maar ook op het gebied van naleving van wetten en regelgeving is het van belang om verenigingsbestuurders meer steun te bieden. Een belangrijk onderdeel voor de veilige beoefening van de schietsport en het naleven van wet- en regelgeving zijn accommodaties. Meer en betere accommodaties moeten uiteindelijk de schietsportbeoefening in Nederland mogelijk maken binnen de vigerende wet- en regelgeving. De administratieve druk op verenigingsbestuurders voor de aanvraag van vergunningen zal verminderen met de invoering van het Activiteitenbesluit dat ook van toepassing wordt op schietsportaccommodaties, voor zover het binnen-accommodaties betreft. Met de inwerkingtreding van het nieuwe Activiteitenbesluit behoeft voor binnen-schietsportaccommodaties geen separate vergunning meer aangevraagd te worden. Een melding en het voldoen
aan de algemene regels is vanaf dat moment voldoende. In verband daarmee wordt een Handboek voor de bouw van schietsportaccommodaties gepubliceerd en ruim verspreid onder de leden, zodat nieuwe accommodaties over de kennis beschikken die nodig is bij de ontwikkeling en uiteindelijke bouw van nieuwe accommodaties c.q. het aanpassen en verbouwen van bestaande accommodaties. Deze informatie zal op eenvoudige wijze worden aangeboden, digitaal in PDF-vorm en in boekvorm.
waar mogelijk en nodig, zoveel mogelijk aan elkaar gekoppeld moeten worden zodat ook in de verwerking van die systemen een synergie kan worden bereikt en uiteindelijk een grotere efficiëntie bij de invoer wordt bereikt. Tevens zal met name het data management-systeem voor de Ledenadministratie zodanig moeten wijzigen dat ook verenigingen zelfstandig daarin mutaties kunnen verwerken; uiteraard met een controlemechanisme daarop. Een groot aantal nu nog handmatig te verwerken berichtgeving, brieven, e-mails en andere communicatiemiddelen zullen via een geautomatiseerd systeem moeten gaan functioneren. Daarbij verdient hoge prioriteit de handhaving van het Protocol Bescherming Persoonsgegevens en zo nodig, moeten hierover afspraken gemaakt worden met het CBP (College Bescherming Persoonsgegevens). Het data management-systeem moet voorts zodanig worden uitgebreid dat er mogelijkheden worden gecreëerd voor eigen platformen voor districtsbesturen, landelijke technische commissies en mogelijk zelfs websites voor verenigingen, volgens een uniform model.
Data management In de loop der jaren is het data management van de KNSA steeds verder uitgebreid. Alle data management-systemen worden beheerd door de KNSA-werkorganisatie op het bondsbureau. Het data management-systeem bestaat niet alleen uit een relatiebeheersysteem voor wat betreft de Ledenadministratie maar tevens uit informatiesystemen ten behoeve van competities, ranking, een wedstrijdkalender, baanplanner, interactieve data formulieren voor opleidingen, cursussen, wedstrijden, enzovoorts. In de loop der tijd zijn voor verscheidene activiteiten nieuwe systemen ontwikkeld zonder dat die met elkaar in verband worden gebracht. In de komende jaren zullen die systemen, daar
2.4
Financiële consequenties
De financiële consequenties voor activiteiten in het kader van de strategische cyclus zijn niet expliciet in de begroting van de KNSA aan te wijzen. Over het algemeen maken zij onderdeel uit van totaalposten zoals ‘persoonsgeboden kosten’, ‘huisvestingskosten’, ‘organisatiekosten’, ‘kosten voor communicatie’ en ‘bestuurskosten.
Activiteit
Tijdpad
Besluit taken en bevoegdheden Districtsbesturen en LTC’s
2013
Onderzoek functioneren structuur huidige LTC’s
2014
Opstelling taken en functieprofiel KNSA-bestuurdes
2013
Gedragscode KNSA-bestuurders en periodiek functioneringsoverleg
2013
Opstelling Topsportstatuut
2014
Kandidaatstelling bestuursfuncties internationale federaties
2014
Onderzoek en mogelijke kandidaatstelling EK 2019
2015-2016
KNSA wordt ‘Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie’ en wijziging huisstijl
2013
Plan van aanpak 125-jarig jubileum KNSA in 2015
2013
Opstelling en uitbrengen van Handboek schietsportaccommodaties
2013
Verbetering en koppeling van systemen in totaal data management-systeem
2015
Groeien met beleid ➔ 21
Kwaliteitsimpuls
schietsport Nederland
Een
veilig
schietsportklimaat is een
22 ➔ Groeien met beleid
must!
3. Kwaliteit schietsport verenigingen 3.1
Analyse van de huidige situatie
Al geruime tijd streeft de KNSA een hogere kwaliteit van schietsportverenigingen na. Een hogere kwaliteit van schietsportverenigingen moet leiden tot een beter schietsportaanbod, een hogere wedstrijdparticipatie en een verbetering van het imago van de schietsport in Nederland. Om die reden is de KNSA in 2005 gestart met de ontwikkeling van een kwaliteitszorgsysteem, genaamd het KNSA-certificeringssysteem. Uiteindelijk zijn de eerste verenigingen in 2007 gecertificeerd en inmiddels zijn in 2012 30 verenigingen met het KNSA-certificaat beloond. Het Certificeringssysteem richt zich op een groot aantal facetten die van belang zijn voor de kwaliteit van schietsportverenigingen. Een onderdeel daarvan vormen de naleving van Wet- en regelgeving bij verenigingen, het verenigingsmanagement, het sportaanbod en accommodaties en veiligheid. Het systeem is niet ontwikkeld om louter verenigingen te toetsen op het wel of niet voldoen aan de eisen, maar om verenigingen een spiegel voor te houden van hun huidige kwaliteit en de mogelijkheden om daarin verbeteringen aan te brengen. Om die reden wordt aan verenigingen die een aanvraag voor certificering doen een mentor toegewezen die de vereniging begeleidt naar het gewenste kwaliteitsniveau, zodanig dat de desbetreffende vereniging uiteindelijk aan alle criteria voldoet. Het
systeem is geen verplichting voor de bij de KNSA aangesloten schietsportverenigingen. De dramatische gebeurtenis in 2011 in Alphen aan den Rijn en de maatschappelijke impact die deze gebeurtenis op de samenleving heeft gehad, heeft de Minister van Veiligheid en Justitie doen besluiten de Onderzoeksraad voor Veiligheid een onderzoek te laten instellen naar het systeem ter beheersing van het legaal wapenbezit. De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft een groot aantal aanbevelingen gedaan aan de Minister van Veiligheid en Justitie, de kwartiermaker van de landelijke politie, de GGZ en ook aan de KNSA. De aanbevelingen gericht aan de KNSA, richten zich vooral op de vrees voor misbruik van vuurwapens door nieuwe en bestaande leden van schietsportverenigingen. In concreto zijn de aanbevelingen aan de KNSA als volgt: 1. Borg dat de bij u aangesloten schietverenigingen beoordelen in hoeverre er vrees is voor misbruik: a. wanneer een lid tot de vereniging wordt toegelaten; b. wanneer een lid een wapenverlof aanvraagt; c. wanneer een lid een wapen aanschaft; d. in algemene zin gedurende het lidmaatschap 2. Ontwikkel maatregelen die passen bij de mate van vrees voor misbruik; 3. Borg dat uw leden de expertise hebben die nodig is om dreigend misbruik te herkennen en om de juiste maatregelen te treffen. Bied zo nodig opleiding, training en begeleiding aan; 4. Neem bovengenoemde stappen op in de eisen voor certificering van schietsportverenigingen. Vervolgens heeft de Minister in zijn beleidsreactie aan de Tweede Kamer en inmiddels in vervolgbrieven aan de Tweede Kamer laten weten dat hij de rol van de KNSA wil versterken door middel van certificering. De Minister schrijft aan de Kamer dat hij wil bereiken dat alleen nog kwalitatief hoogwaardige schietverenigingen verlofaanvragen voor de vereniging en voor particuliere verlofhouders mogen doen. Inmiddels heeft de Minister de eis voor certificering in regelgeving vastgelegd. Het reeds bestaande kwaliteitszorgsysteem van de KNSA, Groeien met beleid ➔ 23
te weten de certificering, beter bekend als het “kroontjessysteem”, voldoet daarvoor echter niet. Op een aantal punten overstijgt dit systeem en de daaraan verbonden eisen de door het Ministerie vereiste kwaliteitsniveau. Immers, het KNSA-certificeringssysteem is niet alleen gericht op veiligheid, maar ook op het sportaanbod van verenigingen aan hun leden, en de participatie daarin. Anderzijds zijn de aanbevelingen van de Onderzoeksraad en ook de wens van de Minister vooral gericht op een betere bewaking van de kwaliteit, daar waar het het aannemen van nieuwe leden en het monitoren van de bestaande leden betreft. Op grond daarvan heeft het KNSA-bestuur inmiddels besloten om een systeem van “basiscertificering” aan haar leden aan te bieden dat voldoet aan de aanbevelingen van de Onderzoeksraad en aan de wensen van de Minister, gericht op het aannemen en monitoren van leden, verbetering van de wedstrijdparticipatie en van de naleving van wet- en regelgeving. Het programma van basiscertificering is in 2011 gepresenteerd aan alle verenigingen die deelnamen aan de Districtsledenvergaderingen. Tijdens die vergaderingen zijn veel op- en aanmerkingen door de leden gemaakt. Tevens zijn schriftelijk op- en aanmerkingen ingediend. Met behulp van die op- en aanmerkingen is het programma aangepast en tijdens Districtsledenberaden gepresenteerd.
3.2
Ambities
• Teneinde te voldoen aan de Ministeriële regeling dat alleen kwalitatief hoogwaardige bij de KNSA aangesloten verenigingen over vuurwapens kunnen beschikken, zullen kwaliteitsnormen worden vastgelegd in een programma Basiscertificering • Door middel van deskundigheidsbevordering moet het kennisniveau van verenigingskader ten aanzien van het balloteren en monitoren van leden worden vergroot • Het kennisniveau van verenigingsbestuurders met betrekking tot de veiligheid, de wettelijke, sporttechnische en wedstrijdtechnische eisen van schietsportaccommodaties moet worden vergroot • Door middel van protocollen en opleidingen moet kennis en de bewustwording verkregen worden ten aanzien van de gedragsnormen voor de schietsportbeoefening in verenigingsverband, gericht op seksuele intimidatie, discriminatie, alsmede normen en waarden
3.3
Activiteiten 20132016 en tijdpad
Met het nieuwe systeem van basiscertificering komt de huidige certificering niet te vervallen. De huidige certificering zal blijven bestaan, en zal als een vervolg dienen op de basiscertificering voor verenigingen die daar prijs op stellen. Het certificeringssysteem en de daarbij behorende documenten/bijlagen, moeten worden geactualiseerd wanneer er wijzigingen optreden in de wet- en regelgeving.
Programma basiscertificering
Voor nieuwe verenigingen geldt op dit moment dat zij moeten voldoen aan de richtlijnen voor het KNSA-lidmaatschap. Veel van de daarin opgenomen richtlijnen komen terug in de basiscertificering. Het is evident dat de basiscertificering de minimale toelatingseis voor verenigingen wordt.
De eerste audits worden naar verwachting in de derde en vierde maand van 2013 gestart door auditors. De auditors worden geworven uit het bestaande KNSA-kader, zoals de huidige verenigingsmentoren, ballotage-inspecteurs, docenten en trainers. Indien nodig, worden nog extra auditors geworven; alle auditors krijgen begin 2013 een training aangeboden.
Begin 2013 moet, na een uitgebreide consultatie door middel van Ledenberaden in de verschillende districten, het uiteindelijke definitieve programma voor basiscertificering gereed zijn. Consultatie bij verenigingen wordt nog voorafgegaan door een eerste toetsing bij de KNSA-klankbordgroep.
In verband met een goede administratie van de uit te voeren audits, zal een data informatiesysteem moeten worden ontwikkeld dat wordt gekoppeld aan het data management-systeem van de KNSA-werkorganisatie. Het data informatiesysteem ten behoeve van de basiscertificering zal geschikt gemaakt moeten worden voor het verwerken van de uit te voeren en uitgevoerde audits, de uitslag van de uitgevoerde audits, een eventuele hercontrole en de periodieke audits, overeenkomstig het reglement van de Basiscertificering.
24 ➔ Groeien met beleid
Opleiding verenigingsbestuurders De eisen die aan verenigingsbestuurders worden gesteld in verband met het balloteren van nieuwe leden en het monitoren van bestaande leden worden steeds hoger. Verenigingsbestuurders zijn over het algemeen geen psychiaters of psychologen. Dat kan en hoeft ook niet. Mensenkennis en een gewoon gezond boerenverstand is al van groot belang om ongewenste personen uit de schietsport te kunnen weren. Daarnaast is het van groot belang dat aan verenigingsbestuurders handvatten en gereedschappen worden verstrekt om het toetreden van ongewenste personen binnen een schietsportvereniging tot een minimum te kunnen beperken. Let wel: 100 procent garanties daarop kunnen niet worden gegeven. In samenwerking met een opleidingsinstituut zal de KNSA in 2013 een opleiding voor verenigingsbestuurders aanbieden, die hen extra kennis geeft met betrekking tot het balloteren en monitoren van leden en ook daarvoor gereedschappen aanreiken. Deze cursus zal bestaan uit een trainingsprogramma van maximaal één dag waarin bestuursleden en/of kaderleden van bij de KNSA aangesloten verenigingen worden geschoold. Het doel van de training is de ballotage en monitoring zo uit te voeren, dat (aspirant-)leden die vatbaar zijn voor wapenmisbruik zoveel mogelijk worden ‘gesignaleerd’ en geweerd. Het theoretische deel van het trainingsprogramma bestaat uit een introductie, het leren herkennen van ge-
welddadige of radicale eenlingen, en vervolgens, op basis van de in samenwerking met het Ministerie van VWS en de GGZ opgestelde risico-indicatoren, uit een nadere uitleg omtrent deze risico-indicatoren en een uitleg over verschillende casussen. De casussen zullen worden ondersteund met geluidsfragmenten en filmmateriaal. Vervolgens wordt interactief in het programma aandacht besteed aan de wijze waarop ballotagegesprekken kunnen plaatsvinden en welke acties vervolgens gepleegd kunnen worden. Het trainingsprogramma wordt afgesloten met een evaluatie en advies over de wijze waarop het geleerde in de praktijk kan worden gebracht. Begin 2013 zal, na de eerste acht trainingen, een evaluatie plaatsvinden en op basis van die evaluatie, zo nodig een bijsturing van het trainingsprogramma.
Reglement Basiscertificering Het is van belang dat het programma van Basiscertificering en het afnemen van audits door auditors op een uniforme, rechtmatige en juiste wijze plaatsvindt. Daarom moet daarvoor een Reglement Basiscertificering worden opgesteld. In dat reglement wordt nader omschreven de procedure van certificering, de wijze waarop de audits en de toetsing plaatsvinden en de wijze waarop verenigingen zo nodig, bezwaar kunnen maken. In dat verband zal door het Algemeen Bestuur een Toetsingscommissie worden benoemd, bestaande uit minimaal Groeien met beleid ➔ 25
drie (3) leden, niet zijnde KNSA-bestuurders en niet zijnde één van de auditors verantwoordelijk voor de afname van de audits bij verenigingen. De Toetsingscommissie krijgt als taak om daar waar verenigingen naar de mening van de auditor en het KNSA-bestuur niet voldoen aan de certificering, eventuele bezwaren daartegen in behandeling te nemen. De Toetsingscommissie moet gelijktijdig met de start van het basiscertificeringssysteem worden ingesteld.
Communicatie en ondersteuning Verenigingen die een aanvraag doen voor basiscertificering moeten zoveel mogelijk vooraf geïnformeerd worden omtrent de programma-eisen en de procedures. Het is daarvoor van groot belang dat het totale programma van eisen en de motieven van die programma-eisen goed gecommuniceerd worden door middel van verschillende publicaties en in het bijzonder via de KNSA-website. Op de KNSA-website zal een aparte module voor de basiscertificering worden ingericht waarin, zoals gezegd, het programma van eisen en de argumentatie voor die eisen kenbaar wordt gemaakt en tevens een zogenaamde ‘quick scan’ waarmee verenigingsbestuurders snel kunnen bezien in hoeverre zij voldoen aan de basiscertificering, voordat een auditor een bezoek brengt. De ‘quick scan’ moet direct zichtbaar maken op welke onderdelen nog een nadere actie door de vereniging moet worden verricht. Ten slotte moet op de module Basiscertificering op de website een uitgebreid pakket aan protocollen en modellen voorhanden zijn, die nodig zijn om te kunnen voldoen aan de programma-eisen. Modellen inzake registers en staten, protocollen inzake de ballotage en monitoring van leden, enzovoorts.
Activiteit
Tijdpad
Opleiding Basiscertificering
2013
Opstellen Reglement Basiscertificering
2013
Benoeming Toetsingscommissie Basiscertificering
2013
Data-informatiesysteem ontwikkelen en implementeren
2013
Informatiemodule op KNSA-website, inclusief quick-scan Basiscertificering
2013
Opstellen en uitbrengen Handboek bouw schietsportaccommodaties
2013
Project seksuele intimidatie en discriminatie voor o.a. coaches + sv-en (in KNSA-opleidingen en voor verenigingen)
2013
Bestuurskadercursus: ballotage en monitoring huidige leden
2013-2014
Actualiseren huidig KNSA-certificeringssysteem en bijbehorende documenten c.q. bijlagen (syllabus wapenwet, enz.) na wijziging wet- en regelgeving
2013-2016
Periodieke audits Basiscertificering
2016
26 ➔ Groeien met beleid
3.4
Financiële consequenties
De kosten, voortvloeiende uit de ontwikkeling en implementatie van het basis-certificeringssysteem, worden in de KNSA-begroting bekostigd uit de ‘persoonsgebonden kosten voor verenigingsconsulenten, docenten en algemeen’. De kosten verband houdende met de ontwikkeling van een data-informatiesysteem en het uitbreiden van de website in verband met informatievoorziening, worden in de begroting opgenomen onder de ‘onderhoudskosten automatisering’. De kosten van de ontwikkeling en implementatie van de bestuurskadercursus, worden in de KNSA-begroting onder de ‘persoonsgebonden kosten docenten’ alsmede onder ‘persoonsgebonden kosten voor breedtesport’. In het kader van het landelijke NOC*NSF-project “Een veilig sportklimaat” wordt een beroep gedaan op een subsidiebijdrage voor zowel het basiscertificeringssysteem als de bestuurskadercursus. Afhankelijk van een eventuele subsidiebijdrage, wordt een deelnemersbijdrage voor de cursussen vastgesteld en wordt de rest van de uitgaven gedekt door de contributie-inkomsten.
Groeien met beleid ➔ 27
De
perfecte score begint bij goede
talentontwikkeling
Vizier gericht op
Rio 2016
28 ➔ Groeien met beleid
4. Topsport 4.1
Analyse van de huidige situatie
Nadat in 1976 door een Nederlandse kleiduivenschutter een zilveren medaille werd behaald tijdens de Olympische Spelen van Montreal, zijn daarna geen medailles meer tijdens de Olympische Spelen door Nederlandse sportschutters behaald. In de jaren daarna zijn er nog veel Nederlandse sportschutters naar de verscheidene Olympische Spelen afgevaardigd; helaas heeft dat niet meer tot medailles geleid. In een aantal gevallen zijn er wel finaleplaatsen behaald. Een dieptepunt is echter geweest het jaar 2008; toen was geen enkele Nederlandse sportschutter bij de Olympische Spelen vertegenwoordigd. De teleurstelling in 2008 is een belangrijke aanleiding geweest voor een herijking van de KNSA-topsportprogramma’s. Die herijking mondde uit in het opstellen van twee fulltime topsportprogramma’s voor de Olympische disciplines bij Geweer- en Kleiduivenschieten en de aanstelling van twee fulltime bondscoaches. Een en ander overeenkomstig de door NOC*NSF vastgestelde Sportagenda 2009-2012. Deze fulltime topsport-programma’s moesten ertoe leiden dat de atleten uit het fulltime programma zich optimaal konden voorbereiden op het internationale wedstrijdprogramma, teneinde zich te plaatsen voor deelname aan de Olympische Spelen van 2012 te Londen. Het fulltime topsportprogramma geweer was gericht op de Olympische onderdelen luchtgeweer 10 meter staand 60 schoten voor heren, klein kalibergeweer 50 meter liggend 60 schoten voor heren en klein kalibergeweer 50 meter 3 houdingen 3 x 40 schoten voor heren. Aan dit programma namen vier (4) heren senioren deel. Dames waren niet in het programma vertegenwoordigd. Het fulltime topsportprogramma kleiduiven was gericht op het onderdeel Olympisch Skeet voor heren en hieraan namen deel één (1) heren senior en één (1) heren junior. Beide topsportprogramma’s werden in de Sportagenda 2009-2012, evenals de Olympische pistooldisciplines, gerekend tot de zogenaamde Topsport-1-categorie, oftewel sporters die op basis van hun Olympische status tot die categorie worden gerekend.
aan Wereldkampioenschappen en Europese Kampioenschappen Historische Wapens (MLAIC). In de afgelopen beleidsperiode hebben geen Nederlandse sportschutters deelgenomen aan niet-Olympische geweer- en pistooldisciplines bij Wereldkampioenschappen en/of Europese Kampioenschappen. Ondanks de ambities zijn er geen Olympische pistooldisciplines vertegenwoordigd in een fulltime topsportprogramma. Er was in 2009 onvoldoende potentie om over te gaan naar een fulltime Olympisch topsportprogramma. De toenmalige kernploeg Pistool is toen gestopt; wel is het programma Talentenherkenning en -ontwikkeling voortgezet en zijn de Talententrainingen gecontinueerd. Tot op heden heeft dat nog niet geresulteerd in een zodanig niveau, dat een fulltime Olympisch topsportprogramma Luchtpistool gerechtvaardigd was. Per 1 juni 2011 is de Olympische moderne vijfkamp als Olympische sport overgedragen aan de KNSA. Dit betekende dat de KNSA vanaf dat moment ook verantwoordelijk was voor het trainings- en wedstrijdprogramma van de Olympische moderne vijfkamp. De Coördinator Topsport van de KNSA heeft in dat kader alle werkzaamheden overgenomen van de Coördinator Topsport van de Nederlandse Vijfkampbond. De Nederlandse Vijfkampbond is inmiddels opgeheven.
De overige niet-Olympische ISSF-disciplines alsmede de disciplines van de MLAIC, werden op basis van de mondiale beoefening gerekend tot de zogenaamde Topsport-2-categorie en genoten om die reden minder prioriteit. Derhalve is door Nederlandse sportschutters alleen deelgenomen Groeien met beleid ➔ 29
In januari 2012 is door NOC*NSF in samenwerking met de Nederlandse sportbonden de Sportagenda 2016 vastgesteld. Deze Sportagenda behelst het meerjarenplan tot en met 2016 voor de gehele Nederlandse sport. De in de sportagenda opgenomen topsportambitie is een plaats bij de beste tien (10) topsportlanden van de wereld. Teneinde deze ambitie te realiseren, is voor een strategie gekozen waarbij uitsluitend nog geïnvesteerd wordt in die topsportprogramma’s waarvan verwacht mag worden dat die aan de Top 10-ambitie kunnen voldoen. Daarvoor zijn drie stappen door de Nederlandse sport vastgesteld, te weten: “Erkennen”, “Focussen” en “Financieren” van disciplines. Allereerst dient een discipline erkend te worden, waarbij de vraag wordt gesteld of een sport Olympisch is of niet en wat de mondiale beoefening daarvan is. Daarna wordt er gefocust op de zogenaamde “Top 10-criteria”. Het focussen c.q. het richten op de Top 10-criteria wil zeggen dat er getoetst wordt of het topsportprogramma professioneel en fulltime wordt uitgevoerd, wat de huidige prestaties zijn en of de desbetreffende sportbond over voldoende kwaliteiten beschikt. Tenslotte wordt de sportbond gevraagd hierover een verbintenis c.q. een ‘committment’ aan te gaan. Daarna wordt bepaald in welk topsportprogramma een bepaalde discipline wordt ingedeeld en daarin wordt onderscheid gemaakt tussen “Podiumprogramma’s”, “Potential-programma’s”, “Talentenprogramma’s” of anders. Afhankelijk van de indeling, wordt de hoogte van de financiering bepaald. Het lijdt geen twijfel; de KNSA zal een forse inspanning moeten leveren om te voldoen aan de randvoorwaarden die nodig zijn om minimaal gekwalificeerd te worden als Talentenprogramma. Alleen op die wijze kan de KNSA rekenen op ondersteuning en de financiële middelen die nodig zijn om de topsportprogramma’s uit te voeren en de doelstellingen te bereiken.
Fulltime Topsportprogramma Geweer Gedurende de uitvoering van de fulltime topsportprogramma’s is duidelijk geworden dat het uitvoeren van een fulltime topsportprogramma beduidend meer omvat dan enkel en alleen het invullen van een trainings- en wedstrijdprogramma gedurende zo’n 250 dagen. Voorwaarden zoals trainingsomstandigheden, trainingsaccommodatie, huisvesting, studie, werk, enzovoorts, spelen daarin een bijzonder grote rol. Dit heeft er onder andere toe geleid dat halverwege de route naar Londen drastische maatregelen genomen moesten worden. De KNSA heeft in januari 2011 om die reden een Coördinator Topsport aangesteld met als voornaamste opdracht het creëren van voorwaarden waarbinnen het fulltime topsportprogramma optimaal kon worden uitgevoerd. In eerste instantie heeft de Coördinator Topsport gezocht naar een internationaal ervaren trainer
30 ➔ Groeien met beleid
die de atleten zou moeten voorbereiden op het behalen van quotumplaatsen voor deelname aan de Olympische Spelen van 2012 te Londen. Bovendien zou deze trainer de atleten tijdens de wedstrijden moeten coachen. Voor deze functie heeft de KNSA afspraken kunnen maken met een Duitse trainer die bekend was met de Nederlandse situatie. Deze interim trainer is er in geslaagd om in een korte periode alle atleten naar een hoger niveau te brengen. Daarnaast heeft de Coördinator Topsport de voorwaarden binnen het trainingsprogramma aangepast aan het individu. Veel afwisseling van trainingsprikkels waren daarbij het uitgangspunt. Uiteindelijk heeft één atleet zich weten te kwalificeren voor de Olympische Spelen en aldaar deelgenomen aan de onderdelen luchtgeweer 10 meter, klein kalibergeweer 50 meter liggend en klein kalibergeweer 50 meter 3-houdingen. Eens te meer is gebleken dat alleen al deelname aan de Olympische Spelen positieve publiciteit oplevert en dat de schietsport als een volwaardige tak van sport is gepresenteerd. Uiteindelijk is de enige atleet die heeft deelgenomen aan de Olympische Spelen in Londen op het onderdeel Luchtgeweer-heren als 5e geëindigd. Met deze 5e plaats heeft hij een plek in de Olympische Finale bemachtigd en dat heeft veel positieve publiciteit gegenereerd. De Finale is op de Nederlandse televisie uitgezonden; veel interviews op radio, televisie en in landelijke dagbladen zijn uitgezonden en/of gepubliceerd. Paginagrote artikelen omtrent de spanning tijdens de Finale, geïllustreerd met fotomateriaal, hebben aan de schietsport in Nederland een positieve uitstraling gegeven.
Fulltime Topsportprogramma Kleiduiven Ondanks een trainingsaccommodatie die gerekend mag worden tot de top van de Europese kleiduivenlocaties, het vrijmaken van de atleten voor het fulltime programma en het deelnemen aan alle internationale A-wedstrijden, is geen enkele kleiduivenschutter er in geslaagd te voldoen aan de kwalificatie-eisen voor deelname aan de Olympische Spelen. Echter, aangezien aan alle basisvoorwaarden werd voldaan, heeft de KNSA er voor gekozen om de ingeslagen weg vooralsnog voort te zetten. Wel is gebleken dat voor een goed functionerend fulltime topsportprogramma, een brede selectie van atleten belangrijk is. Er moet sprake zijn van onderlinge competitie die atleten stimuleert hun prestaties te verbeteren.
Spelen van 2012 te Londen. Bovendien zou deze trainer de atleet tijdens de daarvoor geldende wedstrijden moeten coachen. In 2011 en 2012 is door de atleet en zijn trainer deelgenomen aan Europese Kampioenschappen, World Cups en Wereldkampioenschappen. Helaas heeft deze atleet zich niet weten te kwalificeren voor deelname aan de Olympische Spelen van Londen.
Fulltime Topsportprogramma Olympische Moderne Vijfkamp Nadat de Olympische moderne vijfkamp was overgedragen, heeft de KNSA een Overeenkomst van Opdracht gesloten met een multidisciplinaire trainer ten behoeve van het begeleiden en coachen van een Vijfkampatleet. Haar opdracht was deze atleet voor te bereiden op het behalen van een quotumplaats voor deelname aan de Olympische Groeien met beleid ➔ 31
Talentherkenning en -ontwikkeling Teneinde de aanwas van talenten op kwalitatief hoog niveau te waarborgen, heeft de KNSA met ingang van december 2011 voor zeer talentvolle geweerschutters in de categorieën Senioren-1 en Senioren-2 trainingsmogelijkheden gecreëerd bij het Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) op het Nationaal Sportcentrum Papendal onder leiding van een Bondscoach Jong Oranje. Bij de drie deelnemers is nu reeds te zien dat de intensieve en professionele begeleiding, alsmede de internationale wedstrijdervaring vruchten begint af te werpen. Bovendien snijdt het mes in dit geval aan twee kanten. De Jong-Oranjeschutters hebben een tastbaar doel (doorgroeien naar Oranje) binnen bereik en de senioren zien dat hun deelname aan het fulltime programma niet meer vanzelfsprekend is. Met ingang van augustus 2012 zijn nog drie heren-junioren en één dames-junior toegetreden tot de selectie Jong Oranje. Ook bij kleiduiven is de KNSA overgegaan tot de vorming van een Jong Oranje Selectie, met dien verstande dat er vooralsnog in Emmer-Compascuum geen gelegenheid is om een aan het CTO Papendal gelijkwaardige situatie te creëren. Bij de Olympische Moderne vijfkamp zijn nog geen activiteiten ontwikkeld in het kader van de talentherkenning en -ontwikkeling. Geen Jong Oranje en geen talententrainingen. Bij deze tak van sport zal meer gefocust moeten worden op de zogenaamde zij-instromers. In samenwerking met de trainer zal daartoe een plan ontwikkeld worden. De talententrainingen geweer en pistool zijn in de afgelopen vier jaar gegroeid van één training naar twee trainingen per maand . Deze toename van frequentie heeft er zonder meer toe bijgedragen dat de kwaliteit van de trainingen en daarmee het niveau van de sportschutters is toegenomen.
32 ➔ Groeien met beleid
De vorming van de selecties Jong Oranje heeft daar ongetwijfeld mee te maken. Daarnaast is ook bij kleiduiven begonnen met talententrainingen. Deze talententrainingen worden gehouden in Emmer-Compascuum en in Den Haag. In de talententrainingen geweer zijn zes sportschutters actief die op termijn zouden kunnen doorgroeien naar internationaal niveau, bij kleiduiven zijn dat er vier. Helaas blijven het niveau en de prestaties van de talententrainingen pistool ver achter. Wellicht speelt het aantal beoefenaren hierin een rol, al dient te worden opgemerkt dat ook bij kleiduiven veel minder beoefenaren zijn dan bij geweer. Zorgelijk is de aanvoer van talent vanuit de verenigingen. Vermoedelijk speelt mee dat bij verenigingen te weinig aandacht wordt geschonken aan de opleiding van talentvolle sportschutters. Weliswaar wordt er, in ieder geval bij de luchtgeweerdisciplines, op steeds grotere schaal deelgenomen aan de landelijke KNSA-juniorencompetitie en andere wedstrijden, maar de indruk bestaat niet dat er bij de verenigingen gestructureerd wordt getraind. Het op jonge leeftijd herkennen van talentvolle sportschutters gebeurt niet. Natuurlijk komt dat omdat door kinderen vaak op wat oudere leeftijd aan de schietsport wordt begonnen, maar ook omdat de verenigingstrainers geen handvatten hebben voor het identificeren van talent. Niet alleen de noodzaak voor goede trainers op verenigingsniveau, maar ook de behoefte aan Topsportverenigingen wordt hiermee onderstreept.
Paralympisch Er is één paralympische atleet die deelneemt aan een talentenprogramma voor luchtgeweer. Op dit moment combineert deze atleet die uitkomt in de klasse (Classificatie) SH2 (bestemd voor Geweerschutters die niet in staat zijn het gewicht van een geweer gedurende de wedstrijd zonder hulp te dragen en een schietstandaard nodig hebben) dit met
reldkampioenschappen en Europese Kampioenschappen van de Muzzle Loaders Associations International Committee (MLAIC). Hierbij zijn door de individuele Nederlandse sportschutters tijdens het WK in 2010 (3) zilveren en zes (6) bronzen medailles gehaald, tijdens het EK in 2011 één (1) zilveren en zeven (7) bronzen medailles en tijdens het WK in 2012 één (1) bronzen en twee (2) zilveren medailles. Aan andere niet-Olympische schietsportonderdelen is door KNSA-sportschutters niet deelgenomen.
Trainingen en wedstrijden Trainingen De fulltime topsportprogramma’s voor senioren en junioren geweer en kleiduiven houden in dat er, behoudens wedstrijden, gemiddeld per week zo’n 25 uur wordt besteed aan trainingen. Dit zijn niet alleen schiettrainingen onder leiding van de Bondscoach. Ook fysieke training en mentale begeleiding vallen daaronder. Bovendien wordt er getraind op verschillende locaties. Papendal, Dortmund, Barneveld en Emmer-Compascuum. Op het CTO Papendal worden de fysieke trainingen uitgevoerd onder begeleiding van fysieke trainers van NOC*NSF. In Emmer-Compascuum wordt dat gedaan door trainers van Active Leisure. zijn studie. Zodra deze atleet met zijn studie gereed is, zal hij gaan trainen voor deelname aan de Paralympische Spelen en daarvoor moeten deelnemen aan het fulltime-topsportprogramma voor gehandicapte sportschutters.
Topsport categorie-2 onderdelen In de afgelopen beleidsperiode is namens de KNSA alleen door Historische-Wapensschutters deelgenomen aan We-
Het fulltime trainingsprogramma voor de Olympische moderne vijfkamp werd uitgevoerd op Papendal (schieten/ hardlopen en schermen), Amersfoort (zwemmen) en Hegelsom (paardrijden). De diverse trainingen zijn door de trainer op elkaar afgestemd. HW-schutters die namens de KNSA willen worden uitgezonden naar wedstrijden van de MLAIC, kunnen deelnemen aan vier vooraf vastgestelde selectietrainingen onder leiding van een Trainer-B-geweer, -pistool of -kleiduiven. Wedstrijden De internationale ranking-lijst van 1 juli 2012 laat zien dat Nederland alleen met de heren op vier lijsten voorkomt, te weten Luchtgeweer heren, Klein kalibergeweer heren liggend, Klein kalibergeweer heren drie houdingen en Kleiduiven Skeet. De achterstand van Nederland op de internationale concurrentie is nog groot. Alleen bij luchtgeweer heren-senioren speelt Nederland een rol van betekenis. Alle overige schietsportonderdelen hebben nog een lange weg te gaan. Bij de Olympische moderne vijfkamp was Nederland slechts met één atleet vertegenwoordigd in de mondiale ranking op plaats 142. Bij alle fulltime topsportprogramma’s wordt ten aanzien van deelname aan internationale wedstrijden onderscheid gemaakt tussen A- en B-wedstrijden. A-wedstrijden betreffen Groeien met beleid ➔ 33
HW-schutters die willen deelnemen aan de MLAIC Wereldkampioenschappen en MLAIC Europese Kampioenschappen, dienen zich daarvoor te kwalificeren door deel te nemen aan selectietrainingen. Sportschutters behorend tot de deelnemers aan de talententrainingen, mogen deelnemen aan twee internationale wedstrijden, waarvan InterShoot in Den Haag, verplicht is.
Olympische Spelen, Wereldkampioenschappen, Europese Kampioenschappen, World Cups en Europa Cups. Internationale B-wedstrijden zijn die wedstrijden die niet onder auspiciën van IOC of ISSF worden georganiseerd. Sommige B-wedstrijden kennen uitsluitend deelnamemogelijkheden voor nationale federaties, aan andere B-wedstrijden kan ook buiten de nationale bonden, door sportschutters worden deelgenomen. De B-wedstrijden gelden als een belangrijke voorbereiding op A-wedstrijden en voor zover een B-wedstrijd in het wedstrijdprogramma wordt opgenomen, is deelname daaraan door fulltime atleten altijd mogelijk. Voor deelname aan A-wedstrijden geldt dat die uitsluitend toegankelijk zijn voor atleten die deelnemen aan het fulltime programma en voldoen aan de vooraf gestelde limieten die jaarlijks door de KNSA worden vastgesteld. Deze limieten worden berekend aan de hand van de gemiddelde internationale resultaten van het voorgaande seizoen. De fulltime atleten krijgen vijf maal, te weten tijdens vooraf vastgestelde drie trainingen en twee wedstrijden, de gelegenheid om twee maal te voldoen aan die eis, waarvan minimaal één keer tijdens een wedstrijd. De limieten voor deelname aan Wereldkampioen-schappen zijn uiteraard hoger dan die voor deelname aan Europese Kampioenschappen en World Cups. Deelname aan onder auspiciën van de KNSA georganiseerde kampioenschappen, zoals Nederlandse Districtsen Afdelingskampioenschappen, geschiedt op individuele basis, namens de vereniging van de desbetreffende sportschutter. Voor fulltime atleten geldt dat, overeenkomstig de met hen gesloten overeenkomst, deelname aan de Nederlandse Kampioenschappen verplicht is, tenzij het internationale wedstrijdprogramma daartoe geen ruimte biedt.
34 ➔ Groeien met beleid
Knelpunten:
• Er is slechts 1 senior-heren geweerschutter op de Olympische Spelen 2012 te Londen uitgekomen • De basisbezetting van de fulltime topsportprogramma’s is te smal • Er zijn nog te weinig topsporters die een redelijke kans op een finaleplaats bij grote internationale wedstrijden hebben • Talenten doen weinig internationale wedstrijdervaring op • Er is nog geen vaste accommodatie voor luchtgeweer en kleinkalibergeweer • Er zijn geen potentiële talenten c.q. topsporters voor deelname aan een fulltime topsportprogramma Olympische moderne vijfkamp en Paralympisch • Er stromen te weinig talenten door vanuit de verenigingen naar de talenten-trainingen • Er zijn geen talentindicatoren omschreven voor het herkennen van talent • Verenigingen kennen geen opleidingstraject voor talenten • Er zijn onvoldoende kwalitatief goede en ervaren trainers bij de verenigingen die talenten kunnen opleiden voor topsport • Er zijn onvoldoende goede trainers, tevens beschikkende over topsport-ervaring • Trainersopleidingen zijn voornamelijk gericht op breedtesport en niet op topsport • Er zijn te weinig nationale wedstrijden op niveau voor junioren • Verenigingen zijn niet ingericht voor het faciliteren van topsporters • Verenigingen kennen over het algemeen geen selectiebeleid ten aanzien van talentvolle sportschutters • Bij de topsport categorie-2 onderdelen is geen duidelijk beleid omtrent deelname aan Europese en Wereldkampioenschappen voor zowel de Historische-Wapensonderdelen als de niet-Olympische ISSF-onderdelen
4.2 Ambities • De KNSA onderschrijft de Top-10 ambitie en stelt zich ten doel de Olympische en Paralympische programmaonderdelen te ontwikkelen tot het niveau Podiumprogramma • Teneinde te voldoen aan deze missie, zal de KNSA de begeleiding van haar Olympische en Paralympische disciplines optimaliseren door de inzet van goed opgeleide en ervaren trainers en coaches op elk niveau en daar waar nodig faciliteren in accommodaties en materiaal. De aanvoer van talentvolle sportschutters moet gewaarborgd worden door de ontwikkeling van programma’s voor de herkenning en ontwikkeling van talenten bij Topsportverenigingen, de diverse regionale talentenprogramma’s en het fulltime topsportprogramma van Jong Oranje • De KNSA stelt zich ten doel de schietsport een positief imago te geven, door het behalen van sportief aansprekende resultaten bij Olympische Spelen, Paralympische Spelen en Wereldkampioenschappen • De KNSA stelt zich ten doel om voor vier of meer disciplines een kwalificatie te behalen voor deelname aan de Olympische Spelen van 2016 te Rio de Janeiro, alsmede de Jeugd Olympische Spelen in 2014. Kwalificatie betekent, gelet op de hoge eisen die aan het behalen daarvan worden gesteld, een redelijke kans op een finaleplaats • De KNSA stelt zich ten doel bij de discipline geweer voor het onderdeel 10 meter Luchtgeweer heren SH2 een kwalificatie te behalen voor deelname aan de Paralympische Spelen van 2016 te Rio de Janeiro • De KNSA stelt zich ten doel de het aantal leden van het fulltime topsportprogramma voor Jong Oranje Kleiduiven uit te breiden tot minimaal 4 sportschutters in 2016 • De KNSA stelt zich ten doel in 2016 weer een fulltime topsportprogramma te hebben voor de Olympische moderne vijfkamp als gevolg van het werven van zogenaamde “zij-instromers”
4.3
Activiteiten 20132016 en tijdpad
Aansturen en bewaken uitvoering topsportbeleid De KNSA hecht veel waarde aan het halen van de Top 10-ambitie. Daarom heeft zij een Coördinator Topsport (CT) aangesteld die tot taak heeft het topsportbeleid aan te sturen en de uitvoering te bewaken. De Coördinator Topsport brengt advies uit en legt verantwoording af aan de Directeur van de KNSA. Tot de taken van de Coördinator Topsport behoren onder andere het sporttechnisch aansturen van de Bondscoaches en Talententrainers, het in overleg met hen bepalen van selectiecriteria, het voeren van overleg met de Prestatiemanager van NOC*NSF en het bewaken van het topsport-budget.
Fulltime topsportprogramma geweer en kleiduiven Prestaties verbeteren door verschillende factoren. Naast het aanbieden vanvolwaardige fulltime trainingsprogramma’s van minimaal 250 dagen onder leiding van de Bondscoach en waarbinnen ook een individueel fysiek trainingsprogramma wordt gedraaid, is het ook van belang dat een atleet constant wordt uitgedaagd. Uitgedaagd niet alleen door tegenstanders en naaste concurrenten of aanstormende junioren, maar ook door veranderende omstandigheden zoals accommodaties en onvoorspelbare trainingsprikkels.
andachtspunten: Uit deze meerjaren doelstellingen komen de volgende aandachtspunten voort: • Aansturen en bewaken uitvoering topsportbeleid • Fulltime topsportprogramma Geweer en Kleiduiven • Fulltime topsportprogramma Jong-Oranje-Geweer en -Kleiduiven • Talentherkenning en -ontwikkeling • Opleiding tot trainer voor oud-topsporters • Topsportverenigingen • Zij instroming Olympische moderne vijfkamp • Niet-Olympische topsportonderdelen Groeien met beleid ➔ 35
Mede in dat kader is het van belang dat topatleten zo lang mogelijk behouden blijven en dat de aanvoer vanuit de lagere echelons wordt vergroot. Met name het kleiduivenprogramma zal in de breedte moeten groeien. De talentenprogramma’s zijn in dat opzicht een belangrijke factor. Het deelnemen aan internationale wedstrijden, zowel A- als B-wedstrijden, blijft essentieel. Deze wedstrijden geven aan waar een atleet op dat moment staat en geven de Bondscoach essentiële informatie op basis waarvan hij het programma moet bijstellen of niet, dan wel andere beslissingen moet nemen. Het limietensysteem dat bepaalt of een atleet mag deelnemen aan een internationale wedstrijd zal worden gehandhaafd. De berekening van de limieten zal nog tegen het licht gehouden worden; overeind blijft staan dat de limieten zodanig moeten zijn vastgesteld dat bij deelname door de atleet een redelijke plaats bij de eerst 8 bereikt wordt. Voor jonge talenten kan door de bondscoach, in overleg met de Coördinator Topsport, eventueel van de limieten worden afgeweken. De KNSA streeft er naar om bij de Olympische Spelen van 2016 te Rio de Janeiro vertegenwoordigd te zijn met twee (2) atleten bij de geweeronderdelen en één (1) atleet bij kleiduiven.
Fulltime topsportprogramma Jong Oranje geweer en kleiduiven Zoals reeds benoemd zijn de fulltime programma’s voor de Jong Oranje selecties een belangrijke factor. Het in een vroeg stadium wennen aan de belasting en het ritme van een fulltime topsportprogramma, alsmede het opdoen van internationale wedstrijdervaring op topniveau (EJK, WJK en World Cups) verlengt de carrière van een topsportschutter. Bovendien wordt een Jong Oranje schutter sneller uitgedaagd om de zogenaamde “gevestigde orde” van de troon te stoten en zal de reeds gearriveerde topsportschutter geprikkeld worden om niet te verslappen.
De Jong Oranje selectie geweer is gehuisvest op Papendal en maakt deel uit van het Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO). Dit geldt niet voor Jong Oranje kleiduiven. Het moet mogelijk zijn om in Emmer-Compascuum een soortgelijk initiatief te starten, omdat aan bijna alle voorwaarden kan worden voldaan. Er is nergens in Nederland een vergelijkbare kleiduivenaccommodatie te vinden, er is huisvesting, er zijn studiemogelijkheden, medische voorzieningen zijn aanwezig en er kan fysieke training worden verzorgd. Onderzocht moet worden of een Jong Oranje Selectie in deze situatie zou kunnen vallen onder het CTO Heerenveen. Echter, aan het huisvesten door de KNSA zal een limiet worden gesteld. Op het moment dat de sportschutter doorstroomt naar de seniorenselectie, zal de bijdrage in de kosten daarvan door de KNSA komen te vervallen. De grootte van de selectie Jong Oranje geweer moet gehandhaafd worden op minimaal acht, doch maximaal tien atleten. Bij kleiduiven zal het aantal deelnemers vergroot moeten worden naar minimaal vier atleten. Zodra de grootte van de Jong Oranje selectie het functioneren van een Bondscoach belemmert in de begeleiding van de senioren, zal een Bondscoach Jong Oranje, dan wel een assistent-bondscoach moeten worden aangesteld.
Talentherkenning en -ontwikkeling Om de aanvoer van talenten te waarborgen, is het noodzakelijk dat vanaf het verenigingsniveau atleten goed worden opgeleid. Weliswaar is techniek de basis van het presteren, maar welke factoren bepalen het verschil tussen een modale sportchutter en een topsportschutter? En, nog belangrijker, waaraan herken je dat? Oftewel kun je talenten identificeren, en zo ja, op welk moment en op welke wijze? Om dit te bepalen is contact gezocht met het Kennisteam Talent van de Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN). Het Kennisteam Talent zal onderzoek doen naar de indicatoren (talentprofielen) voor talentvolle sportschutters en een programma opstellen waarmee talenten kunnen worden geïdentificeerd. Dit identificatiesysteem zal een belangrijk hulpmiddel worden voor Bondscoaches, talententrainers en vooral ook verenigingstrainers. Er zal een specifieke opleiding voor talentenscouts worden opgesteld en aangeboden. De deelnemers aan de talententrainingen Geweer zullen periodiek uitgenodigd worden voor trainingen op Papendal onder leiding van de Bondscoach. De deelnemers aan de talententrainingen Kleiduiven zullen in dat kader periodiek worden uitgenodigd voor trainingen in Emmer-Compascu-
36 ➔ Groeien met beleid
Opleiding tot trainer voor oud-topsporters Voor talenten is het uitermate belangrijk dat zij worden begeleid door trainers die zelf op het allerhoogste niveau hebben geacteerd. Die ervaring kan niet in een ‘klaslokaal’ worden opgedaan; wel het overbrengen van die informatie. Om die reden zal in samenwerking met de afdeling Opleidingen van de KNSA, een trainersopleiding voor oud-topsporters worden ontwikkeld.
Topsportverenigingen
um. Niet alleen de talenten, maar ook de talententrainers nemen daaraan deel.
Het identificeren en daarna opleiden van talentvolle sportschutters kan het best in een omgeving die ingericht is op het beoefenen van topsport. Een talent zal zich in eerste instantie ontwikkelen bij de vereniging. Het behoeft geen betoog dat een topsportvereniging daarin een belangrijke rol speelt. Voorts is het onmogelijk dat 780 schietsportverenigingen kunnen en willen voldoen aan de kwalificatie ‘topsport-vereniging’. Het concentreren van talenten in een omgeving die is ingericht op het opleiden en begeleiden van talent heeft tot gevolg dat slechts een beperkt aantal verenigingen daaraan kunnen voldoen. In een nog uit te werken uitvoeringsvoorschrift zullen de voorwaarden worden opgesteld waaraan een vereniging dient te voldoen om de status van topsportvereniging te verkrijgen. Hierbij moet worden gedacht aan eisen voor de inrichting en beschikbaarheid van accommodaties, kwaliteit van de trainers en committment van het bestuur.
Er is één paralympische atleet die deelneemt aan een talentenprogramma voor luchtgeweer. Op dit moment combineert deze atleet, die uitkomt in de klasse SH2, dit met zijn studie. Zodra deze atleet met zijn studie gereed is, zal hij gaan trainen voor deelname aan de Paralympische Spelen en integreren in het fulltime programma Geweer op Papendal. In de topsportprogramma’s zal voor de categorie-1-onderdelen, prioriteit gegeven worden aan de Olympische disciplines en dan specifiek voor Geweer en Kleiduiven. Vanwege het gebrek aan talent in de verscheidene Olympische Pistooldisciplines, is het niet de verwachting dat op korte termijn een fulltime topsportprogramma voor Pistooltopsportschutters kan starten. De mogelijkheid voor het ontwikkelen en herkennen van talenten en het zo mogelijk organiseren van talententrainingen in de Pistooldisciplines, en in het bijzonder Luchtpistool, zal wel open blijven. Deelnemers aan de talententrainingen dienen wedstrijdervaring op te doen tijdens nationale wedstrijden. Deelname aan internationale wedstrijden is afhankelijk van het niveau van de sportschutter en is gelimiteerd tot maximaal twee wedstrijden, waarvan één in Nederland.
Groeien met beleid ➔ 37
In samenwerking met de multidisciplinaire trainer die in de afgelopen periode de fulltime Vijfkampatleet heeft begeleid, zal een plan worden geschreven waarmee atleten die een verleden hebben in bijvoorbeeld het zwemmen, kunnen integreren in een multidisciplinair trainingsprogramma. Daarnaast zal er gezocht worden naar reeds aanwezige talenten binnen de moderne vijfkamp die de ambitie en mogelijkheden hebben om zich te meten met de internationale top. De ontwikkeling van de moderne vijfkamp zal zich voor de komende jaren vooral richten op de sportparticipatie van deze multidisciplinaire sport. Pas aan het einde van de vierjarige beleidsperiode zullen de resultaten daarvan zichtbaar zijn en zal duidelijk zijn in hoeverre instroom in topsportprogramma’s mogelijk is.
Niet-Olympische topsportonderdelen
Zij-instroming Olympische moderne vijfkamp Het is, gelet op het multidisciplinaire karakter van de moderne vijfkampsport, bijzonder moeilijk om een talentenprogramma op te zetten, analoog aan de gangbare opleiding van talenten. Het is, nog afgezien van de financiële consequenties voor ouders, bijna onmogelijk om kinderen te trainen in èn zwemmen, èn schieten en lopen, èn schermen èn paardrijden. Bovendien kent de moderne vijfkamp een aantal disciplines die van jongs af aan beoefend dienen te worden omdat anders de achterstand op die specifieke motorische vaardigheid niet meer kan worden ingehaald.
In de komende beleidsperiode zal er een systeem worden opgesteld op basis waarvan atleten die een niet-Olympische discipline beoefenen, zoals historische wapensdisciplines, grootkalibergeweer-disciplines en grootkaliberpistool-disciplines, en niet-Olympische ISSF-disciplines, zich kunnen kwalificeren voor deelname aan Europese Kampioenschappen en Wereldkampioenschappen, en op welke wijze sporters voor die disciplines verder opgeleid kunnen worden.
Activiteit
Tijdpad
Creëren van een aan CTO Papendal gelijkwaardige situatie in Emmer-Compascuum voor kleiduiven
2013-2015
Samenstellen van een huishoudelijk voorschrift voor CTO-ers
2013
Opstellen Talent identificatiesysteem i.s.m. HAN
2013-2014
Opstellen nieuw uitvoeringsvoorschrift Talentherkenning en -ontwikkeling
2013
Periodiek trainen van talenten uit talententrainingen door Bondscoach
2013-2016
Integratie paralympische atleet in fulltime geweerselectie
2013
Ontwikkelen trainersopleiding voor oud-topsporters en toelatingscriteria
2013
Aanpassen trainersopleidingen c.q. Talententrainingen met gedragsregels in de sport (seksuele intimidatie en discriminatie)
2013
Opleiden oud-topsporters tot trainer
2013-2014
Opstellen uitvoeringsvoorschrift aanwijzing topsportverenigingen
2013
Opstellen talentenprogramma moderne vijfkamp voor zij instromers
2013
Opstellen kwalificatie eisen voor EK’s en WK’s voor niet-Olympische onderdelen
2013
Uitvoering trainings- en wedstrijdprogramma’s fulltime topsport van de KNSA
2013-2016
Zoveel mogelijk voldoen aan de randvoorwaarden van uit de Sportagenda 2016
2013-2016
Wetenschappelijk onderzoek laten verrichten naar materiaal (DSM) en bewegingsanalytisch onderzoek, enzovoorts
2013-2016
38 ➔ Groeien met beleid
4.4
Financiële consequenties
De financiële consequenties voor het topsportbeleid van de komende jaren zijn voor een groot deel afhankelijk van het niveau waarop de KNSA-topsportprogramma’s door NOC*NSF worden ingedeeld. De sportagenda 2016 definieert daarvoor drie programma’s, te weten het Podium-programma, het Potential-programma en het Talenten-programma. De vaststelling c.q. definiëring van het programma bepaalt uiteindelijk de toegekende subsidiegelden en die bepalen de investering die de KNSA moet doen. Daaraan verbonden zijn tevens de mogelijkheden en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties voor de vaststelling van sporttechnische begeleiding.
Teneinde de door de KNSA nagestreefde Top 10-ambities te kunnen financieren, kan het noodzakelijk zijn om externe financiers zoals sponsors, te interesseren voor de schietsport. De KNSA zal zich daarom in de komende tijd ten doel stellen ondernemingen te interesseren voor de topsportprogramma’s van de KNSA en de exposure die daaruit voor die ondernemingen kan voortvloeien.
In beginsel wordt voor de aanwijzing van topsportverenigingen geen financiële bijdrage gereserveerd. De KNSA gaat ervan uit dat die verenigingen die een dergelijke status ambiëren, daarvoor ook de mogelijk noodzakelijke investeringen zullen doen, voor zo ver die niet al zijn gedaan.
Groeien met beleid ➔ 39
Bekend maakt
schietsport magazine voor de nederlandse sportschutter
december 2011
schietsport magazine voor de nederlandse sportschutter
bemind
CUDA MATCH
e nauwkeurigheid d kogeltje (Field Target) 4,53 mm en 5,51 – 5,53 mm
april
The Choice of the
Champions
schietsport magazine voor de nederlandse sportschutter
T MAGNUM II
mogelijke impact ale penetratie / 5,5mm
september 2012
▪ Revolver patronen ▪ Pistool patronen ➔ Test luchtpistolen magazine voor de nederlandse sportschutter ▪ Geweer patronen ➔ 300-meterbaan geopend▪ Clean range patronen
schietsport
www.hn-sport.de
februari 2012
alle patronen uit voorraad leverbaar !
Voor informatie en dealeradressen:
Levering uitsluitend via de erkende wapenhandel
Mikx B.V. - Importeur Nederland Postbus 2 - 9700 AA Groningen Telefoon: 050 - 3180948 E-mail:
[email protected]
f the
ns
➔ Praktijktest revolvers ➔ DK Historische Wapens
Het perfecte schot van
Peter Hellenbrand
49108_SP01_cover.indd 1
17-04-12 11:09
in de Olympische finale ▪ Revolver patronen
▪ Pistool patronen ▪ Geweer patronen ▪ Clean range patronen
Je eigen wapen verdient eigen patronen! beoefenen vergroot het plezier en verbetert
Voor informatie en dealeradressen:
beter wanneer je je eigen patronen kan vervaardigen. Vele schutters raakten al in de Levering uitsluitend via de erkende wapenhandel
tbus 2 - 9700 AA Groningen Fax: 050 - 3143820 Website: www.mikx.nl
juni 2012
Levering uitsluitend via de erkende wapenhandel. Mikx B.V. Importeur Nederland Postbus 2 ▪ 9700 AA Groningen Telefoon: 050 - 3180948 ▪ Fax: 050 - 3143820
de prestaties. De resultaten worden nog
kx B.V. - Importeur Nederland
schietsport magazine voor de nederlandse sportschutter
Met je eigen wapen de schietsport
voorraad leverbaar !
foon: 050 - 3180948 ail:
[email protected]
Fax: 050 - 3143820 Website: www.mikx.nl
▪
E-mail:
[email protected]
▪
Website: www.mikx.nl
SP04_cover.indd 1
04-09-12 12:02
ban van het herladen; je sport krijgt er een
➔ Nieuwe Circulaire 2012 ➔ Test lange-afstandwapens
nieuwe dimensie bij.
Schietsport Herlaadgereedschap Een complete herlaadset bestaat uit: Herlaadpers
•
hulzenhouder •
kruitmolen
•
weegschaal •
schuddoos
kruittrechter
•
carbo die set •
hulzenbord
verdient meer
Peter Hellenbrand en
aandacht
RCBS herlaadgereedschap is uitsluitend verkrijgbaar via uw erkende wapenhandelaar.
Importeur Nederland: 49110_SP03_cover.indd 1
40 ➔ Groeien met beleid
Mikx B.V. - Groningen
➔
de Olympische Spelen 2012
➔ SchietsportTOTAAL 30-05-12 09:16
5. Communicatie & marketing 5.1
Analyse van de huidige situatie
Interne communicatie De interne communicatie van de KNSA verloopt tussen KNSA -bestuurders en -commissieleden, naar de bij de KNSA aangesloten verenigingen en de aangesloten sportschutters. Daarvoor zijn verscheidene publicaties beschikbaar. Een van de belangrijkste publicaties is de KNSA-website waarop veel informatie is te verkrijgen. Vooral ook vaste formats, model-formulieren en interactieve formulieren zijn op de website beschikbaar; formulieren die voorheen per post moesten worden ingestuurd. Er wordt met deze werkwijze veel tijd en geld bespaard. Het bondstijdschrift ‘Schietsport’ is verder een belangrijk communicatiemedium naar zowel verenigingen als individuele sportschutters toe. In de afgelopen jaren is de redactionele formule van het bondstijdschrift zodanig gewijzigd dat het bondstijdschrift een meer informatief karakter heeft gekregen omtrent de vele kennis en ervaring waarover de KNSA beschikt. Dat gaat dan om kennis omtrent wet- en regelgeving, medische aangelegenheden, sportparticipatie, accommodaties, wapentechnische en sporttechnische informatie, enzovoorts. Gebleken is wel dat het niet of nauwelijks bundelen van deze informatie nog een tekortkoming is. Ook wordt gecommuniceerd uitsluitend met bij de KNSA aangesloten schietsportverenigingen door middel van een ledenpublicatie, ook wel het ‘bestuurs-informatiebulletin’ genoemd. Die publicatie wordt aan die verenigingen die daartoe een verzoek hebben ingediend, per e-mail verspreid onder de titel “Nieuwsbrief”. Deze officiële ledenpublicatie bevat informatie specifiek bestemd voor verenigingen, zoals informatie over wet- en regelgeving, landelijke projecten, adressen en contactgegevens, verzoeken om lidmaatschap, enzovoorts. Tenslotte wordt veel communicatie verricht in persoonlijke zin; dat wil zeggen, telefonisch weten dagelijks vele tientallen verenigingsbestuurders en sportschutters het KNSAbondsbureau te vinden en zij krijgen veelal direct antwoord op de gestelde vragen. Daarnaast worden er regelmatig door professionals, bestuurders en commissieleden bezoeken aan verenigingen gebracht waarin op persoonlijke wijze communicatie plaatsvindt.
Externe communicatie Een belangrijk medium voor de externe communicatie naar media en pers, is de KNSA-website. Deze website wordt regelmatig voorzien van nieuwe berichten, bestemd voor media en pers. Daarnaast bevat de website uitgebreide informatie omtrent de schietsportbeoefening in Nederland en daarbuiten, informatie over de verschillende wedstrijden, enzovoorts. Desondanks blijkt nog immer dat de kennis omtrent de schietsportbeoefening bij pers en media minimaal is. Dat werd pregnant duidelijk na het drama dat zich in 2011 voordeed waarbij een lid van een schietsportvereniging misbruik maakte van zijn vuurwapens. De onbekendheid bij pers en media omtrent schietsportbeoefening en de wapens die daarbij gebruikt worden, bleek wederom groot te zijn. Eens te meer werd duidelijk dat het gezegde ‘onbekend maakt onbemind’ van toepassing is op de schietsportbeoefening.
Marketing Als een van de belangrijkste redenen voor de uitvoering van topsportprogramma’s kan gesteld worden dat daarmee aan de schietsport meer bekendheid moet worden gegeven. Successen van topsporters kunnen daaraan een belangrijke bijdrage leveren en vergroten ook de bekendheid van de tak van sport en de specifieke en interessante aspecten van de schietsport. De plaatsing van één deelnemer aan de Olympische Spelen in Londen in 2012 heeft media-aandacht gegenereerd maar desondanks nog te weinig. Ook hier is wederom gebleken dat de media meer betrokken moet worden bij de schietsportbeoefening in Nederland en ook bij het fenomeen ‘topsport’ binnen de schietsport.
Groeien met beleid ➔ 41
Knelpunten: • De schietsport heeft nog te kampen met ‘onbekend maakt onbemind’ • Zowel de media als andere externen hebben nog te weinig kennis over de schietsportbeoefening waardoor veelal een verkeerd beeld van de sport bestaat • Het sportelement van de schietsport is voor veel media en andere externen nog onduidelijk en onbekend • De KNSA-topsportprogramma’s genereren nog onvoldoende media-aandacht en bekendheid met de schietsport in Nederland
5.2
Ambities
De komende beleidsperiode staat het positiever en sterker communiceren van de schietsport centraal, een boodschap die in de huidige tijd van cruciaal belang is. Met activiteiten, gekoppeld aan onder andere het topsportprogramma en de Europese Kampioenschappen Luchtdrukwapens in 2015, wordt getracht het imago van de schietsport te verbeteren, sterk ondersteund door de KNSA-website.
andachtspunten: • De schietsport als sport profileren en daarmee het imago verbeteren • Het bundelen en delen van kennis en informatie met verenigingen en trainers, gebruik makend van de KNSAwebsite • De Europese Kampioenschappen Luchtdrukwapens 2015 gebruiken als marketinginstrument • De activiteiten rond het 125-jarig jubileum van de KNSA moeten sportschutters en verenigingen verbinden en inspireren • De mediawaarde van het topsportprogramma vergroten • Uitbreiden van de huidige online informatievoorziening
42 ➔ Groeien met beleid
5.3
Activiteiten 20132016 en tijdpad
1. De vragen en antwoorden betreffende de Wet wapens & munitie uit de rubriek ‘Wet- en Regelgeving’ in het magazine ‘Schietsport’ worden gepubliceerd op de KNSA-website, zodat verenigingen en leden hier inzage in hebben. 2. Artikelen uit de rubriek ‘Schietsport in de praktijk’ waarin met name de medische kant aandacht krijgt worden eveneens op de KNSA-website gepubliceerd, aangevuld met sportspecifieke en/of sportoverstijgende informatie over blessurepreventie. 3. De mogelijkheden om het magazine ‘Schietsport’ als geheel te digitaliseren worden onderzocht. Het mogelijk digitaal aanbieden van het bondstijdschrift moet geschieden met inachtneming van de bescherming van persoonsgegevens. 4. De KNSA-website moet worden uitgebreid tot een platform waar een ieder de benodigde informatie vandaan kan halen. Bij de indeling van de website zal rekening worden gehouden met de behoeften van de betrokkenen, met het oog op vindbaarheid en inhoud. Op de KNSA-site zal een separate plek moeten worden ingericht, zijnde een kenniscentrum voor trainers maar ook voor andere doelgroepen, zoals junioren, beoefenaren van de Vijfkamp en de Biatlon. Voorts moeten app’s ontwikkeld worden voor bijvoorbeeld de ranking en de wedstrijdkalender, die beschikbaar worden c.q. te downloaden zijn via de KNSA-website. 5. De communicatielijnen zullen worden verbeterd door het verder digitaliseren van online standaard formulieren, waardoor de communicatie soepeler en efficiënter zal verlopen. Een bijkomend voordeel is dat op deze manier de terminologie onaangetast blijft. 6. De KNSA-website wordt uitgebreid en zal tevens meer informatie bevatten die is gericht op niet-leden. Hierbij komen zaken naar voren als een introductie van de sport en een uitleg van diverse disciplines, geheel ondersteund door audiovisuele hulpmiddelen. Hiermee wordt voorkomen dat er een foutief beeld in de media gecreëerd wordt. 7. Als voorbereiding op de Europese Kampioenschappen Luchtdrukwapens 2015 wordt een Marketing- en Communicatieplan opgesteld zodat de schietsport als Olympische en wereldwijd veelbeoefende sport gepresenteerd wordt. Onder andere de mogelijkheden van televisie, internet en social media worden hierin meegenomen. 8. Teneinde het element sport in de schietsport te benadrukken wordt de naam van de KNSA aangepast in Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie. Gelijktijdig met deze naamsverandering wordt de huisstijl, waaronder lettertype en opmaak, gemoderniseerd. 9. Het topsportprogramma en de sportschutters die hier-
aan deelnemen worden op de KNSA-website vermeld en ingezet om de schietsport te promoten. Hierbij worden regionale en landelijke media uitgenodigd op een zogenaamde ‘persdag’ waarbij de gehele selectie gepresenteerd wordt. Doordat hiermee de contacten met de media verbeterd worden en de daarop volgende toename in media-aandacht wordt de mediawaarde van het topsportprogramma vergroot. 10. Ter verbetering van de uitstraling van de KNSA worden diverse promotie-middelen vernieuwd, hiermee wordt getracht een positiever en sportiever imago te genereren. 11. De sportieve en professionele aspecten bij schietsportevenementen, zoals SchietsportTOTAAL en SchietsportREGIONAAL, worden ingezet om de imagoverbetering te ondersteunen. Door bij dergelijke topsportevenementen de media, zowel landelijk als regionaal te ondersteunen, zal dit leiden tot meer positieve media-aandacht. 12. Teneinde het imago te verbeteren zal de KNSA een landelijke open dag initiëren. De kracht van een landelijke open dag is dat er ook landelijk ruchtbaarheid aan wordt gegeven; het doel van deze open dag is de niet leden kennis te laten maken met de schietsport. 13. In verband met het 125-jarig bestaan van de KNSA in 2015 zullen activiteiten worden ontwikkeld die enerzijds inspirerend en bindend zijn voor schietsport-verenigingen en sportschutters, en anderzijds het imago van
de schietsport en de bekendheid van de schietsport in Nederland moeten verbeteren en vergroten. Reeds toegewezen aan de KNSA in het kader van dit jubileum is de organisatie van de Europese Kampioenschappen Luchtdrukwapens die worden gehouden in de eerste week van maart 2015 in Arnhem. Daarnaast moet worden onderzocht welke andere activiteiten in het kader van dit jubileum in 2015 kunnen worden georganiseerd, zoals bijvoorbeeld een Dutch Open Zomerbiatlon en Vijfkamp in het Olympisch Stadion Amsterdam en eenlandelijke sportschuttersdag of schuttersgala in 2015.
5.4
Financiële consequenties
De kosten voor de verschillende communicatiemiddelen worden in de KNSA-begroting opgenomen onder ‘drukkosten, internetkosten en onderhoudskosten automatisering’. Voor de kosten die gepaard gaan met de Europese Kampioenschappen Luchtdrukwapens in 2015 en de kosten die gepaard gaan met de jubileumviering in 2015, moet jaarlijks worden gereserveerd, zodat een totale reservering in 2015 toereikend is. De landelijke open dag wordt gefinancierd vanuit de ‘persoonsgebonden kosten algemeen’ en de ‘persoonsgebonden kosten breedtesport’, de ‘materiaalkosten’ en de ‘organisatiekosten’. De kosten voor een landelijke persdag moeten gefinancierd worden uit de ‘representatiekosten’ uit de begroting.
Activiteit
Tijdpad
Ontwikkelen informatie KNSA-website
2013
Ontwikkelen marketingplan EK Luchtdrukwapens 2015
2013
Ontwikkelen mediaplan topsportprogramma
2013
Landelijke Open dag
2013
Verder digitaliseren van standaard formulieren
2013
Bevorderen van de uitstraling
2013
Uitbreiden van informatievoorziening website
2013-2014
Opstellen plan van aanpak jubileumviering 125-jarig bestaan KNSA 2015
2014
Wijziging naam en vernieuwing huisstijl
2014
Onderzoeken mogelijkheden digitaal magazine ‘Schietsport’
2016
Groeien met beleid ➔ 43
De
KNSA
de
schietsport
is dé instantie die in Nederland het klimaat schept en onderhoudt waarin
kan gedijen
De
KNSA: de
steunpilaar voor
schietsportverenigingen en sportschutters
44 ➔ Groeien met beleid
6. Belangenbehartiging 6.1
Analyse van de huidige situatie
“De Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie is dé instantie die in Nederland het klimaat schept en onderhoudt waarin de schietsport kan gedijen”. Deze leus voert al enige jaren de boventoon in de uitingen van de KNSA en dekt nog steeds de lading voor wat betreft de taak van de KNSA als belangenbehartiger. Een taak die vanuit de ontstaansgeschiedenis van de schietsportbeoefening in Nederland, tot een der belangrijkste mag worden gerekend. Voor koepelorganisaties is het behartigen van belangen een van de meest primaire taken; niet alleen sportbonden zoals de KNSA, maar ook vakbonden, werkgeversorganisaties, reizigersorganisaties, en ga zo maar door, zijn ontstaan uit deze primaire taak. Gesteld kan wel worden dat de taak van belangenbehartiger van de schietsport in Nederland van ‘levensbelang’ is voor het voortbestaan van de schietsportbeoefening daar. Meer dan ooit is de schietsport-beoefening in de voorbije periode onder een vergrootglas gelegd. Incidenten waarbij gebruik werd gemaakt van vuurwapens en helaas soms door leden van schietsportverenigingen, hebben de maatschappelijke discussie omtrent de schietsportbeoefening en het gebruik van vuurwapens daarbij aangewakkerd. De KNSA heeft zich in die maatschappelijke discussie nadrukkelijk gepositioneerd. De KNSA geldt als enige gesprekspartner voor de Overheid, daar waar het de schietsportbeoefening betreft. Die positie is belangrijk en moet, in het belang van de schietsportbeoefening, gehandhaafd worden.
De samenleving verwacht dat de KNSA haar maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt; de Overheid verwacht een coöperatieve opstelling van de KNSA en de achterban,zowel leden als sporters, verwachten van de KNSA een handelwijze en een opstelling die de schietsport in al zijn facetten beschermt en de regeldruk tot een minimum beperkt. Dat vraagt leiderschap van de KNSA waarin een juiste balans wordt gevonden, teneinde primair het voortbestaan van de schietsport te beschermen. Die taak is moeilijk en dat heeft ook de afgelopen tijd laten zien. Maar die taak is niet onmogelijk en vraagt niet alleen een juiste strategie maar ook een tot in de perfectie uitgevoerde communicatie. Die communicatie moet gedoseerd, duidelijk en goed getimed zijn. Het verleden heeft aangetoond dat daarop nog veel winst te behalen is.
6.2 Ambities • De KNSA stelt zich ten doel de belangen van de schietsportbeoefening in Nederland bij verscheidene Overheidsinstellingen maximaal te behartigen • De contacten en de samenwerking met andere aan de KNSA gerelateerde organisaties, zowel nationaal als internationaal, moeten behouden blijven en op een aantal punten worden geïntensiveerd, teneinde de positionering van de KNSA in die organisaties te verbeteren • Bij voortduring alsmede in crisissituaties zal de KNSA in de richting van pers en media de schietsportbeoefening als een volwaardige tak van sport uitdragen en haar maatschappelijke verantwoordelijkheid daarbij benadrukken • Verenigingen en de bij hun aangesloten sporters moeten de KNSA beschouwen en ervaren als dé belangrijkste belangenbehartiger en dé belangrijkste steunpilaar voor wat betreft ondersteuning in activiteiten en allerhande zaken in het web van regelgeving in Nederland • Schietsportverenigingen en hun leden moeten maximaal en op de juiste wijze en op het juiste tijdstip geinformeerd worden omtrent de belangenbehartigingsactiviteiten die de KNSA verricht ter behoud van de schietsportbeoefening in Nederland
Groeien met beleid ➔ 45
6.3
Activiteiten 2013-2016 en tijdpad
Overheidsinstellingen Het overleg met Overheidsinstellingen zoals ministeries, politieregio’s, politici en provinciale en lokale overheden, is intensief en moet in de komende jaren daar waar mogelijk nog verder verbeterd worden. Voor wat betreft de Rijksoverheid ligt daarbij de focus vooral op het Ministerie van Veiligheid en Justitie dat verantwoordelijk is voor de opstelling van regelgeving. De KNSA vervult in Nederland een belangrijke positie in de beheersing van het legaal gebruik van vuurwapens. De Nederlandse regering heeft bewust, in het kader van zelfregulering, de KNSA daarin een belangrijke taak toebedeeld. Als gevolg daarvan is ook de KNSA een belangrijke gesprekspartner voor de opstelling van regelgeving. Het is van belang dat de KNSA in die positie de regeldruk die nu eenmaal inherent is aan het bezit en gebruik van vuurwapens, tot een minimum weet te beperken, voor zover die regelgeving niet bijdraagt aan een verbetering van de veiligheid van de schietsportbeoefening en het gebruik van vuurwapens in Nederland. In dat verband is het ook van belang om regelmatige contacten te blijven onderhouden met de Nederlandse politie; niet alleen omdat de Nederlandse politie een belangrijke gesprekspartner van het Ministerie van Veiligheid en Justitie is, maar ook omdat uiteindelijk de vastgestelde regelgeving voor een belangrijk deel door de politie moet worden gehandhaafd. Niet in de laatste plaats zijn de contacten met de verscheidene politieke partijen van cruciaal belang voor het behoud van de schietsport in Nederland. De meningen omtrent schietsportbeoefening en het daaraan verbonden vuurwapenbezit lopen binnen de politiek sterk uiteen. Het is van belang om in dat landschap van verschillend opvattingen, de schietsportbeoefening voortdurend onder de aandacht te brengen en zo nodig en zo mogelijk regelma-
46 ➔ Groeien met beleid
tig gesprekken met politici te voeren, in het bijzonder met woordvoerders ten aanzien van Justitie en Sportzaken. Een belangrijk onderdeel van die gesprekken vormt het initiëren van werkbezoeken aan schietsportverenigingen, teneinde politici te laten kennismaken met de schietsport en met het plezier dat zo veel beoefenaren in Nederland daaraan beleven. Vooral ten aanzien van de contacten met politici maar zo nodig ook met andere Overheidsinstellingen, op lokaal, gemeentelijk en landelijk niveau, is het van belang om externe adviseurs c.q. lobbyisten in te zetten. Die lobbyisten bewaken de mogelijke regelgeving die in politieke partijen ontstaat en de belangrijke vergaderingen, in het bijzonder in de Tweede Kamer in Den Haag, die worden gehouden. Veelal beschikken ook lobbyisten over persoonlijke, meer intensieve contacten met politici en daarvan moet maximaal gebruik gemaakt worden.
Mediacontacten De pers en media vormen dé belangrijkste spreekbuis naar de samenleving. Er is nog steeds veel onduidelijkheid en onbekendheid met betrekking tot de schietsport-beoefening in Nederland. In het bijzonder de daarbij noodzakelijk gebruikte wapens zijn voor velen nog onbekend. Maar ook de wijze waarop competities en wedstrijden worden georganiseerd en de spelvorm die enige tienduizenden mensen die deze sport beoefenen daarin aanspreekt, wordt nog onvoldoende voor het voetlicht gebracht. Een van de belangrijkste middelen waarmee de media worden gestimuleerd om meer over de schietsport te publiceren en ook meer informatievoorziening daarover te doen, is de beoefening van top-schietsport en het behalen van aansprekende resultaten. Een absoluut hoogtepunt daarin is deelname door Nederlandse sportschutters aan de Olympische Spelen, waarbij de publicitaire hype groter is dan ooit en er geen betere kans op het meeliften in die hype is dan tijdens de Olympische Spelen.
Andere koepelorganisaties
Met grote zorgvuldigheid moeten perscontacten worden benaderd en moeten het enthousiasme en de specifieke en aansprekende kenmerken van de schietsport onder de aandacht worden gebracht. Helaas kan het gebeuren dat voor de schietsport ongewild, wanneer zich een incident voordoet waarbij een lid van een schietsportvereniging misbruik maakt van een vuurwapen, publicitaire aandacht wordt veroorzaakt. Soms in zo hevige mate, dat van een publicitaire hype sprake kan zijn. Vaak is een dergelijk incident aanleiding voor een discussie in de samenleving, die als ‘wapendebat’ kan worden gedefinieerd. Vaak ook worden zaken in die discussies uit hun verband getrokken en wordt de schietsportbeoefening daarmee in een kwaad daglicht gesteld. Een belangrijke taak van de KNSA en haar verenigingen is de risico’s op het oneigenlijk gebruik van vuurwapens tot een minimum te beperken. Een belangrijke taak is tevens dat wanneer zich toch, hoe spijtig ook, een incident voordoet, de maatschappelijke betrokkenheid van de KNSA en haar verenigingen wordt getoond en op een professionele en gedegen wijze in de media daarop wordt gereageerd. Binnen het bestuur en de directie van de KNSA moeten de gemaakte afspraken ten aanzien van mediacontacten, zeker in dergelijke situaties, stipt worden nageleefd. Het is in dat geval van belang dat de KNSA snel en adequaat communiceert naar de pers en media en hun op een professionele wijze van juiste en gedegen informatie voorziet. Indien in dergelijke situaties verenigingsbestuurders zijn betrokken, is het van belang om met spoed met die verenigingsbestuurders nadere afspraken omtrent de communicatie naar de media te maken. Een belangrijke afspraak in dat geval met verenigingsbesturen moet zijn dat wel of niet door het verenigingsbestuur de pers te woord gestaan wordt en zo ja, wie als enige de woordvoering namens de vereniging en de KNSA zal doen.
De KNSA is lid van verscheidene koepelorganisaties, zoals NOC*NSF, ISSF, ESC en MLAIC. Ook deze organisaties vervullen een belangrijke belangenbehartigingstaak. NOC*NSF is dé sportkoepel in Nederland waarbij alle sportbonden zijn aangesloten, met in totaal zo’n 30.000 sportverenigingen. NOC*NSF is een belangrijke partner voor de KNSA ten aanzien van subsidieverstrekking en de deelname aan de Olympische Spelen. Daarnaast beschikt NOC*NSF over veel ‘know-how’ voor wat betreft beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering ten aanzien van topsport en sportparticipatie in zijn algemeen. Niet in de laatste plaats is NOC*NSF een belangrijke partner ten aanzien van de contacten met Overheidsinstellingen en de media. Daar waar mogelijk en nodig, zal de KNSA een beroep op NOC*NSF doen voor wat betreft het ruime netwerk waarover zij beschikken, dat van belang kan zijn voor de behartiging van de belangen van de schietsport in Nederland. De internationale schietsportorganisaties ISSF, ESC en MLAIC zijn vooral gericht op regelgeving en wedstrijdorganisatie. Het is van groot belang om met deze organisaties goede contacten te onderhouden, teneinde invloed te kunnen uitoefenen op de vaststelling van regelgeving. De KNSA zal zich voor de toekomst meer gaan richten op het positioneren binnen deze organisaties in functies als die van bestuurders en commissieleden.
Verenigingsondersteuning De KNSA kan voor de schietsportverenigingen in Nederland een belangrijke meerwaarde zijn ten aanzien van de belangenbehartiging en collectieve voorzieningen. Met collectieve voorzieningen kan de KNSA verenigingen ondersteunen bij de verstrekking en afsluiting van collectieve overeenkomsten voor verzekeringen en andere regelingen, zoals korting voor SENA- en BUMA-rechten. Voor de komende jaren zal de KNSA bezien in hoeverre meer collectieve voorzieningen aan verenigingen kunnen worden geboden, zodat per saldo die collectiviteit voordelen voor verenigingen biedt. Groeien met beleid ➔ 47
De KNSA vormt voorts voor verenigingen een belangrijke vraagbaak. Verenigingen moeten bij de KNSA terecht kunnen voor allerhande vragen, variërend van vragen over wedstrijdreglementen tot wet- en regelgeving en juridische ondersteuning. Zoveel mogelijk formats en modellen moeten verenigingen worden aangeboden, waarmee de lastendruk op verenigingen wordt verminderd en de uniformiteit onder schietsportverenigingen in Nederland wordt vergroot. De KNSA zal in 2013 voor verenigingen zowel digitaal als in papieren vorm, een Handboek voor de bouw en verbouw van accommodaties uitbrengen.
Het is van belang om die mogelijkheden en de procedure daarvan op de juiste wijze te communiceren.
6.4
Financiële consequenties
Het overgrote deel van de kosten die voortvloeien uit de belangenbehartiging van de KNSA, worden in de begroting gedekt door ‘persoonsgebonden kosten algemeen’. De kosten die verband houden met externe adviseurs en lobbyisten, worden apart in de begroting vermeld.
Het moet voorts voor verenigingen duidelijk zijn waar en op welke wijze zij kritiek kunnen uiten op het gevoerde beleid van de KNSA. Die kritiek c.q. suggesties, moet op eenvoudige wijze, volgens vastgestelde procedures, kunnen worden geuit, bijvoorbeeld in de vorm van een klachtenwijzer.
Activiteit
Tijdpad
Uitbrengen Handboek bouw en verbouw schietsportaccommodaties
2013
Frequent overleg met ministeries
2013-2016
Frequent overleg met politici, zo nodig door tussenkomst van een lobbyist, en het afleggen van werkbezoeken met politici zodat zij kennismaken met de schietsport
2013-2016
Frequent overleg met politieregio’s, in het bijzonder met ambtenaren Bijzondere Wetten, en eventueel het uitnodigen van politieambtenaren op het KNSA-bondsbureau te Leusden, zodat zij kennis kunnen maken met de KNSA en de werkwijze die de KNSA toepast
2013-2016
Verenigingen ondersteunen daar waar nodig, bij de gesprekken met lokale c.q. provinciale overheidsinstellingen
2013-2016
Actieve informatievoorziening richting pers en media omtrent de schietsport, alle facetten in de schietsport en de topsportprestaties van Nederlandse topsportschutters
2013-2016
Het maken van afspraken en naleven daarvan in het landelijk bestuur van de KNSA ten aanzien van media-contacten
2013-2016
Communicatie met verenigingen wanneer zich lokale incidenten met misbruik vuurwapens voordoen en het maken van afspraken inzake de communicatie
2013-2016
Voortdurende communicatie met NOC*NSF inzake belangenbehartiging en het verwerven van kennis en het vergroten van het netwerk
2013-2016
Internationale positionering van de KNSA in commissies en besturen van internationale federaties
2013-2016
Maximaal benutten van het collectieve karakter van de KNSA door voorzieningen aan verenigingen aan te bieden
2013-2016
Duidelijke en begrijpelijke formats en modellen leveren voor verenigingen, zodat de lastendruk wordt verminderd
2013-2016
Opstellen klachtenwijzer voor verenigingen en sportschutters omtrent de KNSA als organisatie
2014
Internationale positionering van de KNSA in commissies en besturen van internationale federaties
2013-2016
Maximaal benutten van het collectieve karakter van de KNSA door voorzieningen aan verenigingen aan te bieden
2013-2016
Duidelijke en begrijpelijke formats en modellen leveren voor verenigingen, zodat de lastendruk wordt verminderd
2013-2016
Opstellen klachtenwijzer voor verenigingen en sportschutters omtrent de KNSA als organisatie
2014
48 ➔ Groeien met beleid
Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie