Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat
Adviesdienst Verkeer en Vervoer
Managementrapport AUV-project Invoering Rode Rand op signaalgevers Invoeringsmogelijkheden voor toepassing van limietsnelheden met rode rand en adviessneiheden binnen verkeerssignalering
ass
Managementrapport Invoering Rode Rand op signaalgevers Invoeringsmogelijkheden voor toepassing van limietsnelheden met rode rand en adviessnelheden binnen verkeerssignalering.
Colofon Managementrapport binnen het kader van het AUV-project Onderzoek Aanpassing en Uitbreiding Verkeerssignalering
opdrachtgever AUV-project: Hoofdkantoor van de Waterstaat, directie Uitvoering opdrachtnemer: RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer
opgesteld door:
P. Kik, RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer
in nauw overleg met:
D.E. Helleman, RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer ir. H. Remeijn, RWS Adviesdienst Verkeer en Vervoer ir. B.A. Schenk, RWS Hoofdkantoor, directie Uitvoering
Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer, Rotterdam 21 juni 1999
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding 2. Beleidsoverwegingen, conclusie en advies 3. Overige overwegingen 4. Invoeringsmogelijkheden rode rand
Bijlage:
Technische mogelijkheden en bijbehorende kosten voor het aanpassen van de signaalgevers zonder rode rand.
1 1 3 4
AUV-project
1.
Managementrapport Invoering Rode Rand
Inleiding
In het Managementrapport AUV-project fase 1, d.d. 30 november 1998, zijn voorstellen geformuleerd voor de aanpassing van de bestaande verkeersmaatregelen binnen het verkeerssignaleringssysteem. Eén van de voorstellen in dat rapport heeft betrekking op het toepassen van de rode rand. Gesteld dat besloten wordt tot de invoering van de rode rand bij limietsnelheden rijst de vraag op welke wijze deze invoering kan plaats vinden. Bij de bespreking van de AUV-voorstellen tijdens de vergadering van de Adviesgroep Verkeersbeheersing op 24 maart 1999 heeft de Adviesgroep verzocht hiervoor voorstellen te formuleren, ter besluitvorming in de vergadering van 30 juni 1999. In de voorliggende notitie zijn allereerst de belangrijkste beleidsoverwegingen genoemd die voor de besluitvorming van belang zijn, gevolg door een advies over de invoering van de rode rand. Vervolgens zijn, ter toelichting op het advies, nog enkele overwegingen genoemd en is een overzicht gegeven van de beschouwde invoeringsmogelijkheden met bijbehorende consequenties. Gezien de omvangrijke investeringen is vooral aandacht besteed aan het uitsmeren van de invoering over een langere termijn. Aansluitend bij de eerder uitgesproken keuzen door het College van Verkeersmanagers en de Adviesgroep Verkeersbeheersing is bij de invoeringsmogelijkheden van de rode rand uitgegaan van het toepassen van zowel advies- als limietsnelheden. De Directeur Uitvoering van Rijkswaterstaat wordt gevraagd, aan de hand van de overzichten in hoofdstuk vier, keuzen te maken ten aanzien van: 1. het wel of niet invoeren van de rode rand op de signaalgevers, 2. de invoeringsmogelijkheden voor het toepassen van de rode rand.
2.
Beleidsoverwegingen, conclusie en advies
De volgende overwegingen liggen ten grondslag aan het voornemen om snelheden mét en zónder rode rand te tonen op de signaalgevers: 1. limietsnelheden mét rode rand op de signaalgevers om: • de huidige onduidelijkheid weg te nemen (grote onbekendheid met de huidige juridische betekenis) • effectiever te kunnen handhaven bij een Werk-In-Uitvoering maatregel • pilots te kunnen starten met nieuwe maatregelen binnen verkeerssignalering (een limietsnelheid met rode rand is daarbij een kritische succesfactor; bijv. bij dynamische snelheidsverlaging) 2. adviessnelheden zónder rode rand op de signaalgevers: • als beter alternatief bij filebeveiliging • om pilots te kunnen starten met nieuwe maatregelen (de adviessnelheid is daarbij een kritische succesfactor; bijv. bij homogenisering van snelheden) 3. het voldoen aan de afspraken binnen de Weense conventie
Voor het invoeren van dit voornemen is het uiteindelijk nodig dat: • •
ca. 8400 bestaande signaalgevers alsnog worden uitgerust met een rode rand; de aansturing en bewaking in het MTM-2 systeem hierop wordt aangepast (centrales en ca. 2400 onderstations).
In het managementrapport AUV-project fase 1 zijn drie technische alternatieven aangegeven voor het aanpassen van de signaalgevers. Een vierde alternatief is daar zeer recent aan toegevoegd (voor nader inzicht, zie bijlage). Een complicerende factor bij het maken van een keuze is dat er wensen zijn voor nieuwe beelden: 100, 120 en de groene pijl.
21 juni 1999
AUV-project
Managementrapport Invoering Rode Rand
De technische alternatieven zijn de volgende: 1. voorplaatsen rode rand:
P generatie signaalgevers vervangen door de nieuwste versie 3.7.2 en bij de 2e en 3 e generatie een rode rand voorplaatsen 2. vervangen door versie 3.7.2: alle signaalgevers zonder rode rand vervangen door versie 3.7.2 3. vervangen door flexibele signaalgever: alle signaalgevers zonder rode rand vervangen door een flexibele signaalgever 4. vervangen door versie 3.6-RR: alle signaalgevers zonder rode rand ombouwen naar versie 3.6 met rode rand
De totale kosten voor het vervangen van alle signaalgevers zonder rode rand door de nieuwste versie 3.7.2 met rode rand óf door een gelijkwaardige flexibele signaalgever worden geschat op 190 miljoen gulden (variant 2 en 3, met zo veel mogelijk hergebruik van componenten bij variant 2 en incl. 20% onzekerheid). Een kostenbesparing van 63 miljoen op deze duurdere varianten is mogelijk door het voorplaatsen van een rode rand op de bestaande 2e en 3 e generatie signaalgevers (variant 1). De leveringskosten reduceren in dat geval met bijna 65% (van 76 naar 28 miljoen) en de bijkomende overige kosten met ruim 40% (van 37 naar 22 miljoen). Een nadeel is dat de 100, 120 en de groene pijl hierbij niet beschikbaar zijn. Een andere mogelijkheid is om de signaalgevers om te bouwen naar versie 3.6-RR (in plaats van de veel duurdere versie 3.7.2) met daarin een frontplaat met rode rand, waarbij ook zoveel mogelijk componenten worden hergebruikt. Dit alternatief zal een fractie duurder zijn dan een rode rand voorplaatsen (variant 1) maar heeft als voordeel dat behalve de rode rand ook de 100, 120 en de groene pijl beschikbaar zijn en landelijk gezien overal dezelfde beelden ter beschikking staan in de signaalgevers (m.u.v. de groene pijl; deze is niet door elke directie in de huidige versie 3.7.2 opgenomen). Gezien de opbouw van de kosten (zie bijlage) zijn op de goedkoopste varianten (112 en 117 milj.) naar verwachting nog hooguit enkele miljoenen te besparen. Het raadplegen van de industrie naar mogelijk nog goedkopere alternatieven kan hierover misschien uitsluitsel geven.
Conclusie: Gezien de omvangrijke investering is grootschalige vervanging binnen een korte periode niet haalbaar. Om toch op relatief korte termijn in de meest urgente behoeften te kunnen voorzien ligt een geleidelijke invoering van de rode rand voor de hand.
Gezien deze conclusie is het advies voor de invoering van de rode rand als volgt: • • • •
overgaan op het onderscheiden van advies- en limietsnelheden op de signaalgevers, door het RVV aan te passen (daarna dus voorlopig alléén adviessnelheden op de signaalgevers); toepassen van de rode rand alleen daar waar technisch mogelijk (na noodzakelijke aanpassingen in MTM-2); bij werk-in-uitvoering en geen rode rand beschikbaar: vaste borden in de berm bijplaatsen; indien limietsnelheden op de signalering noodzakelijk, dan eventueel kleinschalige herschikking of ombouwen bestaande signaalgevers; invoering van de rode rand op grote schaal door middel van geleidelijke vervanging ("natuurlijk verloop").
Ter toelichting zijn in de volgende hoofdstukken nog andere overwegingen genoemd die bij de besluitvorming een rol spelen. Tevens is een overzicht gegeven van de beschouwde invoeringsmogelijkheden.
21 juni 1999
AUV-project
3.
Managementrapport Invoering Rode Rand
Overige overwegingen
De aanpassingen aan het verkeerssignaleringssysteem in het kader van de rode rand kunnen niet los worden gezien van andere ontwikkelingen. Bij het maken van de keuzen over de aanpassingen aan de signaalgevers, de daarmee gepaard gaande omvangrijke investeringen en de eventuele aanschaf van nieuwe signaalgevers, is het essentieel met de volgende overwegingen rekening te houden: •
Integrale vervanging van de signaalgevers (variant 2,3 of 4) over het betreffende wegtraject is het enige alternatief om nieuwe SWAB-maatregelen toe te kunnen passen. Het voorplaatsen van een rode rand is in dat geval geen alternatief. Het bijplaatsen in de oudere signaalgevers van nog andere nieuwe beelden behalve de rode rand is technisch gezien niet mogelijk (het maximum aantal beelden in de frontplaat, met een bepaalde combinatie van lenzen per beeld, is namelijk beperkt). Ook wordt daarmee het uitvoeren van nieuwe maatregelen, waarbij behalve de rode rand nog andere nieuwe beelden nodig zijn (100, 120, groene pijl) verhinderd, voorzover op dat traject nog geen signaalgever versie 3.7 hangt.
•
Nieuw te plaatsen signaalgevers dienen in principe toekomstvast te zijn (in feite vrij programmeerbaar). Behalve de rode rand bestaat binnenkort mogelijk al behoefte aan nog andere nieuwe beelden op de signaalgever, bijvoorbeeld de groene pijl, 100 en 120. De overige wensen op langere termijn zijn nog onduidelijk. Het is echter niet uit te sluiten dat het te zijner tijd wenselijk is om nog weer andere beelden te tonen. Het huidige signaalgeverontwerp kan hierin niet voorzien. Gezien de stand van de techniek, waardoor hierin in principe wel kan worden voorzien, en de beschikbaarheid van kosteneffectieve componenten op de wereldmarkt zouden nieuwe (verkeerskundige) behoeften niet langer of slechts minimaal belemmerd moeten worden door technische ontwerp eisen en technische systeembeperkingen.
•
Nieuw te plaatsen signaalgevers dienen in principe te kunnen functioneren binnen een open en modulair opgezette systeemarchitectuur. Rijkswaterstaat werkt toe naar een modulair opgezet DVM-systeem volgens een open architectuur.
•
Vanuit de verwachte toekomstige rol van signaalgevers is een afschrijvingstermijn van 20 jaar voor nieuwe investeringen aan de signaalgevers en het verkeerssignaleringssysteem gerechtvaardigd. De resultaten van onderzoeken naar langere termijn perspectieven voor Dynamisch Verkeersmanagement geven geen beperkingen aan ten aanzien van de rol van verkeerssignalering, ondanks het feit dat informatie verstrekking in z'n algemeenheid in de toekomst steeds meer zal plaats vinden met behulp van in-car systemen.
•
Bij het aanpassen van signaalgevers dient Rijkswaterstaat zich in principe te beperken tot het formuleren van eisen en randvoorwaarden en het ontwerp en de realisatie over te laten aan de markt. Een van de stelregels van de overheid is om veel meer op te treden als regisserend opdrachtgever en optimaal gebruik te maken van de creativiteit, flexibiliteit en deskundigheid van het bedrijfsleven.
21 juni 1999
Managementrapport Invoering Rode Rand
AUV-project
4.
Invoeringsmogelijkheden rode rand
Omdat een geleidelijke invoering van de rode rand de meest haalbare optie is gebleken is het zoeken naar mogelijkheden vooral gedaan vanuit het oogpunt van verkeerskundig gebruik en zonder grote investeringen te hoeven doen. Technische alternatieven voor de signaalgever (voorzetrand, flexibele signaalgever, signaalgever versie 3.7.2 of 3.6-RR) zijn in dit geval dan ook pas in tweede instantie relevant, namelijk zodra sprake is van aanschaf of verbouw van signaalgevers. Dit aspect komt dan ook alleen aan het eind van het hoofdstuk aan de orde. Stapsgewijs zijn hierna de invoeringsmogelijkheden geschetst, met puntsgewijs de belangrijkste bijbehorende directe consequenties. Waar mogelijk zijn alternatieven gegeven.
KEUZE 1: wel of geen rode rand invoeren
Invoering rode rand, met advies- en limietsnelheden?
NEE, huidige situatie voorlopig handhaven • gebruik rode rand pas veel later • medewerking OM bij handhaving is probleem • betekenis snelheidsbeelden blijft onduidelijk • geen adviessnelheden mogelijk bij AID • geen kosten • geen aanpassingen aan het MTM-2 systeem • geen rode rand bij WIU • geen pilots dyn. snelheidsverlaging mogelijk • geen pilots homogenisering snelheden mogelijl • geen afstemming op de Weense conventie
JA, d.m.v. geleidelijke invoering • RVV wijzigen: rode rand is limietsnelheid zonder rode rand is adviessnelheid • voorlopig alleen adviessnelheden toepassen in de signalering • adviessnelheid bij WIU (bijplaatsen RW-bord met limietsnelheid in berm of op aktiewagen is nodig) beter alternatief mogelijk bij AID (adviessnelheden) uitsluitend kosten voorlichtingscampagne geen aanpassingen MTM-2 systeem (pas bij vervolg invoering) betekenis snelheidsbeelden duidelijk (behalve bij WIU + borden in de berm of op aktiewagen) geen juridische belemmeringen voor pilots met dyn. snelheden pilots met dyn. adviessnelheden mogelijk signalering afgestemd op Weense conventie
logisch vervolg
Rode rand toepassen bij lokale pilots nieuwe SWAB-maatregelen (daar waar signaalgevers met rode rand reeds beschikbaar) - pilots met dyn. snelheden mogelijk (na lokale aanpassingen) - alleen limietsnelheid bij pilots nieuwe SWAB-maatregel - alleen kosten bij pilot SWAB-maatregel - lokale en tijdelijke aanpassing MTM-2
21 juni 1999
Managementrapport Invoering Rode Rand
AUV-project
KEUZE 2: invoeringswijze bij kleinschalige toepassing en zonder vervanging en/of verbouwing signaalgevers
Hoe verder met invoering rode rand ? (ZONDER integrale toepassing en integrale aanpassing signaalgevers)
TB
—'
Doorgaan, te beginnen met aanpassen MTM-2 (zodra implementatie gereed)
Voorlopig stoppen
- verdere invoering en aanpassing MTM-2 bijv. tegelijkertijd met andere ontwikkelingen (architectuur, nieuwe maatregelen/beelden, etc.) - geen mogelijke desinvesteringen door andere aanpassingen en eisen op (relatief korte) termijn - voorlopig geen limietsnelheden toepassen - geen kosten - geen aanpassingen generieke MTM-2 systeem - betekenis snelheidsbeelden duidelijk - adviessnelheden bij WIU op signaalgevers
- invoeren limietsnelheden, daar waar signaalgevers geschikt - kosten variërend per invoeringsalternatief - aanpassen generieke MTM-2 systeem (met voorziening 'wel/geen signaalgever met rode rand aanwezig') - betekenis snelheidsbeelden soms onduidelijk - geen uniforme situatie limietsnelheden bij WIU tijdens overgangssituatie
uitwerking, nadat MTM-2 is aangepast Keuze uit drie alternatieven: 1
Rode rand alleen toepassen daar waar reeds beschikbaar en technisch mogelijk eventueel kleinschalige lokale herschikking signaalgevers
- alleen limietsnelheid daar waar mogelijk - geen kosten vervangen en/of ombouwen signaalgevers - kostenspreiding mogelijk bij verdere uitbreiding - toepassing snelheidsbeelden niet landelijk uniform - limietsnelheid bij WIU op sommige wegvakken mogelijk
2 Rode rand op elk 3' portaal (gemiddeld) door landelijke herschikking signaalgevers met rode rand - limietsnelheden op alle wegvakken mogelijk - hoge verplaatsingskosten - kostenspreiding mogelijk bij verdere uitbreiding - betekenis snelheidsbeelden kan onduidelijk zijn - limietsnelheid bij WIU mogelijk (met enige beperkingen) 3 Rode rand op nieuwe signaalgever tussen twee rijstroken (of in berm) tijdelijke situatie; huidige signaalgevers met rode rand niet verplaatsen - limietsnelheden overal mogelijk; deels boven rijstrook, deels tussen rijstroken - reductie van ca. 40% op de vervangingskosten; - kosten voor aparte aansturing door MTM-2 - verplaatsingskosten t.z.t. bij eventueel weer signalering per rijstrook - betekenis snelheidsbeelden duidelijk - limietsnelheid bij WIU overal mogelijk; niet uniform op alle wegvakken (boven rijstrook en tussen rijstrook)
21 juni 1999
—-•'•••
Managementrapport Invoering Rode Rand
AUV-project
KEUZE 3: invoeringswijze bij grootschalige toepassing en vervanging en/of verbouwing signaalgevers
Hoe verder met invoering rode rand, om te komen tot een integrale toepassing na integrale aanpassing signaalgevers?
Keuze uit vier alternatieven:
1
Voorplaatsen rode rand versie 1 vervangen door versie 3.7.2; bij overigen voorplaatsen rode rand
• geen 100, 120 en groene pijl op verbouwde 2' en 3 e generatie signaalgevers • kosten ca. 113 miljoen • niet afgestemd op een open systeemarchitectuur • niet uitbreidbaar met nieuwe beelden • landelijk niet overal dezelfde beeldenset beschikbaar
2 Vervangen door versie 3.7.2 alle signaalgevers zonder rode rand vervangen • wel 100, 120 en soms groen pijl (bij sommige directie geen groene pijl in 3.7.2) • kosten ca. 190 miljoen • niet afgestemd op een open systeemarchitectuur • niet uitbreidbaar met nieuwe beelden
3 Vervangen door flexibele signaalgever alle signaalgevers zonder rode rand vervangen - in principe alle beelden mogelijk - kosten ca. 190 miljoen - aanpassen aansturing; past in open architectuur
4 Vervangen door versie 3.6-RR alle signaalgevers zonder rode rand vervangen - wel 100, 120 en soms groen pijl (tot nu toe optioneel) - kosten ca. 120 miljoen - niet afgestemd op een open systeemarchitectuur - niet uitbreidbaar met nieuwe beelden
NB. Voor alle alternatieven geldt dat nog nader onderzoek noodzakelijk is naar enkele technische en optische knelpunten.
21 juni 1999
BIJLAGE
BIJLAGE Technische mogelijkheden en bijbehorende kosten voor het aanpassen van de signaalgevers zonder rode rand De huidige uitrusting van signaalgevers zonder rode rand op het hoofdwegennet is als volgt: T generatie signaalgevers 2e generatie signaalgevers 3e generatie (zonder rode rand)
ca. 1380 stuks ca. 2600 stuks ca. 4400 stuks
geplaatst rond 1980 geplaatst tussen 1988 - 1992 geplaatst tussen 1992 - 1997
nu 15 - 20 jaar oud nu 7 - 10 jaar oud nu 2 - 7 jaar oud
Totaal ca. 8400 signaalgevers zonder rode rand. Vanaf ongeveer augustus 1997 zijn signaalgevers met rode rand geplaatst (versie 3.7.2). Het aantal onderstations die de aansturing van de signaalgevers verzorgen bedraagt ca. 2400.
De kosten (in miljoenen guldens) om de signaalgevers te voorzien van een rode rand zijn als volgt opgebouwd (bron: onderzoeksresultaten AUV-project fase 1 medio 1998, aangevuld met recent onderzoek): Totaal levering testen, aanpassen signaal- montage, ANWBgevers etc. panelen
voorplaatsen
2.1
l e generatie vervangen door 3.7.2 vervangen door 3.6-RR
19.2 14.7
10.5 3.5
2e generatie voorplaatsen vervangen door 3.7.2 vervangen door 3.6-RR
10.4 29.6 23.4
8.0 9.6 6.5
4.0
3e generatie voorplaatsen vervangen door 3.7.2 vervangen door 3.6-RR
17.6 46.3 26.4
13.6 16.4 11.0
6.7
31.8
vervarigen door 3.7.2 3.6-RR 31.8 18.2
18.4 43.2 29.9 31.2 69.4 37.4
aanpassen onderstations
7.6
7.6
7.6
aanpassen centrale systeem
4.5
4.5
4.5
93.5 112.2
156.5 187.8
97.6 117.2
totaal incl. onzekerheid 20%
Bij de levering van signaalgevers versie 3.7.2 en versie 3.6 met rode rand is er van uitgegaan dat een aantal componenten nog hergebruikt wordt. De leveringskosten per stuk bedragen in dat geval (in duizenden guldens): vervangen door 3.7.2 3.6-RR l e generatie 2' generatie 3e generatie
21 juni 1999
14
11.5 10.5
10.5 9 6