Tentamen Management & Organisatie2.1
Vr ij e U niv er sitett amst er dam en Bedrijfskunde Faculteitder EconomischeWetenschappen Afdeling Managementen Organisatiekunde SectieOrganisatieen Leiding
VERSIB
A
Tentamen
2.1 Management& OrganisaÍie
Vakcode
6021I 030
Datum
22 oktober 2007
Trjdsduur
2 uur
Onderdeel
Het tentamenbestaatuit 1 open vraag en 40 multiple-choicevragen met elk 4 antwoordalternatieven. Je dient per MC waag aante gevenwelk alternatief het meest juist is. Per MC vraag mag je slechts 1 antwoordalternatief aanstrepen.Je wordt aangeradenom alle vragen te beantwoorden,ook als je niet zekerbent van het juiste antwoord,Een niet-beantwoordewaag is zeker fout!
Waardering
Alle MC vragen tellen brj de het tentamen even zwaat Brj een score van 65% (26 van de 40 MC wagen) krUgje als deelcijfereen 6,0; een scorevan 25 wagen levert het deelcijfer 5,7 op. Een halve bonuspuntcompenseert2 foute MC vragen een hele bonuspuntcompenseert4 foute MC wagen. De open vraag weegt mee voor 20Yovan het tentamenclfer,de MC vragenvoor levert 3 ECTS-puntenop. 80%, Een voldoendetentamenresultaat
Uitslag
De uitslag van het tentamen wordt uiterlijk 10 werkdagen na de tentamendatumbekend gemaakt. Br1 de toekenning van het crjfer wordt rekeninggehoudenmet de bonusregelingvanuit de activerendewerkvorm.
Rekenmachine
Het gebruikvan eengrafischerekenmachine of calculatoris niet toegestaan.
Verzoek
Wil je het antwoordbladmet een blauwe of zwarte pen iwullen? Het rs handig om de antwoordeneerst op het kladblaadjete zetten en pas op het laatst in te wllen op het antwoordformulier.Doe dit aandachtigzodat er geen verschillen ontstaantussen de kladversie en het antwoordformulier! Vergeetniet je studentnummeren versienwnmerin te vullen!
Inzage
: Er vindt geen inzage plaats; direct na afloop van het tentamen worden de antwoordsleutels op Blackboard gezet. Daarmee kun je het eigen cijfer (ondervoorbehoud)bepalen,Veel succesmet het tentamen!
yrte universiteití$:
amsterdam
I TentamenManasement& Oreanisatie2.1 Open vraag (20 punten) van Vroom heefteen individualistische a) De motivatietheorie oriëntatie.De theorieis instrumenteel, en motivatie is afgeleidvan de doelendie een individu wil bereiken.De motivatietheorievan Maslow ziet ook socialeacceptatieen het horen tot eengroepals een motiverendebehoefte.Bespreekde theorievan Vroom (incl. formule) en leg uit hoe (en of) het behorentot een groep volgensdezetheorie van invloed kan zijn op de kracht van de motivatie (5 ptn). b) Het ontwerp en de toepassingvan eenbeloningsstelsel rekenenKeuning en Eppink tot de interne afstemming. Je zou dit echter ook tot de structuur van een organisatiekunnen rekenen.Leg dit uit en besteeddaarbij aandachtaan de definitie van interne afstemming en de definitie van structuur (5 ptn). Hierondervindt u de tabelmet verschillende coórdinatievoorzieningen zoalsdie op het hoorcollege van Wolters is sebruikt. Laterale relatie
Apartefunctionaris BevoegdhedenPermanentkarakter
.y
( J
Direct contact/ Taakgroep Nee
Nee
Nee
Team
Nee
Nee
Ja
Liaison / Integrator
Ja
Nee
Ja
Liaison / Koppelmanager
Ja
Ja
Ja
die het verbandbeschrijfttusseninterdependentie c) Keuning& Eppink definiëreneenontwerpregel en coórdinatievoorzieningen. Hoe luidt dezeregel?(2 ptn) in bovenstaande tabel dienenvolgensKeuning & Eppink pas te d) De coórdinatievoorzieningen worden ingezetals de elementairecoórdinatievoorzieningen ontoereikendzijn. Noem twee van dergelijkeelementairecoórdinatievoorzieningen en licht ze toe.(4 pt) e) Beschrijf zo preciesmogelijk de rol die een Liaison/lntegrator(in het boek Coórdinator-Integrator genoemd)vervult in een organisatie.Geef ook een voorbeeldvan een mogelijke interdependentie die (4 ptn) dezeIntegratorzou kunnencoórdineren.
I
TentamenManagement& Organisatie2.1 Multiple choicevragen, totaal 80 punten lnteme afstemmine l. Binnen welke leiderschapstheorie wordt ervan uitgegaandat werken evennatuurlijk is als rusten en dat elke menseenbron is van creativiteit? A) De situatieaÍhankelijkebenaderingvan Fiedler B) Theorie Y van McGregor C) Leiderschapsraster van Blake en Mouton D) De driedimensionalebenaderinsvan Reddin
v-
2. Maslow ontwikkelde eenpiramide van psychologischebehoeftenvan mensen.Welk van de onderstaande alternatievengeeft dejuiste volgordevan de volgendebehoeften,van onder naar gezien? boven l. behoefteaan kameraadschap 2. behoefte aan zekerheid 3. behoefte aan waardering
A) B) c) D)
t,2,3 t,3,2 2,1,3 3,2,1
stellingenmet betrekkingtot het'motivatie-hygiëne'concept 3. Welke van de onderstaande van Her zberg i s/zijn j ui st? I Het conceptvan Herzbergis in feite een verflning van Maslows behoeftepiramide II 'Dissatisfiers'ofhygiënefactoren zijn nauwelijksin staatom werktevredenheid positiefte beïnvloeden A) I en II zijn juist
B)
c) D)
isjuist en II is onjuist is onjuisten II is juist en II zijn onjuist
\t
4. Welke van de onderstaandehypothesengaalervan uit dat een werknemer geneigd is tot een hogereproductie als hij of zij hoge productiviteit ziet als een weg voor het bereiken van een of meer van zijn persoonlijke doeleinden? A)'Efficiency'-hypothese B) 'Path-goal'-hypothese C) Dedicatie-hypothese D) 'Rabble'-hypothese 5. Wat wordt verstaanonderhet begnp 'groepscohesie'? A) De mate van diversiteitbinnende groepin relatietot de diversiteitbinnen de organisatie B) De mate waarin de groepsledenzich richten op het stellenvan eenhoger doel C) De mate waarin groepsledenzich tot elkaar aangetrokkenvoelen en de doelstelling van de groep onderschrrjven D) De mate waarin er ruimte is voor een open confrontatietussenledenuit de groep
/
TentamenManagement& Organisatie2.1 6' Keuningen Eppinkmakenonderscheid tussenmachten gezag.Welkevan de onderstaande stellingenmetbetrekkingtot dit onderscheid is/zijnjuist? I Machthangtsamenmet deskundigheid en/ofhet charismavan eenmanaser II Gezaghangtsamenmetde formelepositievaneenmanager A) I en II zijnjuist B) I is juist en II is onjuisr C) I is onjuistenII isjuist D) I en II zijn onjuist
v
7. VolgensFiedleris er niet één idealestiil van leidinggeven.Welke van de onderstaande leiderschapsstijlen geeft volgensFiedlèrhet besteréJultaatals er sprakeis van een goederelatie tussende leider en de ondergeschikte, routinematigwerk en een sterk gezag? A) Mensgericht B) Transactioneel C) Taakgericht D) Behavioristisch
8. Leavitt onderscheidtverschillendecommunicatiestructuren. Welke van de onderstaande communicatiestructuren vertoontovereenkomsten met horizontaalen lateraaloverles? A) Y-structuur B) Kettingstructuur C) Wielstructuur D) Cirkelstructuur
9. Er bestaanverschillendefunctiewaarderingsmethoden. Welke van de onderstaande methoden werkt op basisvan onderlingevergelijking van functiesin hun totaliteit? A) De factorvergelijkingsmethode B) De functieclassificatiemethode C) De puntenmethode D) De rangschikkingsmethode \' 10. Welke van de onderstaande stellingenmet betrekkingtot het'Scanlonplan'is/zijn juist? I Dit beloningsstelselis gebaseerdop de erkenningvan het belangvan participatË van medewerkers II Het doel van het Scanlonplanis het verhogenvan de productiviteitdoor het bevorderenvan wederzrjdsbeg.tp en onderlingesamenwerking A) I en II zijn juist
B)
c) D)
rsjuisten II is onjuist is onjuistenII is juist en II zijn onjuist
7 TentamenManagement& Organisatie2.1 genoemd.Op welke drie I 1. Er worden door Keuning en Eppink verschillendebeloningsstelsels met nameworden gelet? puntenmoet bij de keuzevan eenbeloningsstelsel A) De personelestructuur,de aanwezigecompetentiesbinnen de organisatieen de organisatiecultuur over de activiteiten,de informele bronnenvan gezagen de B) De eindverantwoordelijkheden diversiteitvan activiteiten C) De structuur van de werkzaamhedendie moetenworden verricht, de motieven voor invoering van een bepaald stelselen intemationale cultuurverschillen binnen een onderneming D) De verschuivingen in werkverhoudingen,de ingevoerdevormen van werkstructurering en het omspanningsvermogenvan de leiding
12. Taakopdrachtenzijn in verbandte brengenmet de stijl van leiding geven.Welke van de onderstaandestellingenis/zijn juist: I Een taakgerichteleiderschapsstijlgaat goed samenmet samengesteldetaakopdrachten II Een mensgerichteleiderschapsstijlgaatgoed samenmet enkelvoudigetaakopdrachten A) I is juist en II is juist B) I is juist en II is onjuist C) I is onjuisten II is juist D) I is onjuist en II is onjuist
Structuur de definitie componentenbestaatde'organisatiestnrctuur'volgens 13. Uit welke samenhangende van Keuning en Eppink? én de vastgesteldebevoegdheden A) De indeling van te verrichtenwerkzaamheden én de ingebouwdecommunicatiekanalen B) De vastgesteldebevoegdheden én de ingebouwdecommunicatiekanalen C) De indeling van te verrichtenwerkzaamheden D) Geen van de drie bovenstaandealtematieven is volledig juist
v
14. BU het doelbewustscheppenvan doelmatigeverhoudingentussenmensenen middelen (organiseren)laten we ons steedsleiden door: A) Kostenoverwegingenen bestuurlijke overwegingen B) De toegevoegdewaarde van het topmanagement C) Groepscohesieenproductiviteit D) ZelÍbeheer en het delegatiebeginsel
stellingenmet betrekkingtot de dirigerendetaak van de leiding 15. Welke van de onderstaande juist? is/zijn I De dirigerendetaak omvat onderanderehet gevenvan opdrachten II De dirigerendetaak van de leiding is beleidsintensiefte noemen A) I en II zijn juist B) I is juist en II is onjuist C) I is onjuisten II is juist D) I en II zijn onjuist
Tentamen Management & Organisatie 2.1
16. Wat wordt verstaanonder een interim-manager? A) Een tijdelijk aangestelde, van buiten de organisatiekomendemanagerMET lijnbevoegdheden B) Een tijdelijk aangestelde, van buiten de organisatiekomendemanagerZONDER lijnbevoegdheden van binnen de organisatiekomendemanagerMET C) Een tijdelijk aangestelde, lijnbevoegdheden van binnende organisatiekomendemanagerZONDER D) Een tijdelijk aangestelde, lijnbevoegdheden
v
17. Welke van de onderstaande stellingenmet betrekkingtot de toegevoegdewaardevan concerns is/zrjnjuist? I Als de concernkostenhoger zijn dan de toegevoegdewaardevan het concern,dan loopt het betreffendeconcernhet risico te wordenovergenomendoor'corporateraiders' II Aandeelhouders,werknemersen managersverstaanhetzelfde onder het begrip toegevoegde waarde A) I en II zijn juist B) I is juist en II is onjuist C) I is onjuist en II is juist D) I en II zijn onjuist
18. Het ontwerp van een organisatiestructuur kan worden verduidehjktmet behulp van een geeft inzicht in de taakverdelingen de: organisatieschema. Een organisatieschema A) Bevoegdheden B) Formelegezagsverhoudingen van functionarissen C) Verantwoordelijkheidsgebieden D) Functiebeschrijvingen
\,
gaatKruisinga in beginseluit van een ongeordend 19. Bij de opbouw van een organisatiestructuur takencomplex.De eersteordeningvan dit takencomplexvindt binnen de redeneringvan Kruisinga plaatsdoor: A) Het scheppenvan gezagsverhoudingen B) Het indelen in niveausvan gelijkwaardigetakenop basisvan het criterium'prijs van arbeid' C) Het vormen van afdelingen en onderliggendefuncties D) Het indelen van taken naar aard of eindprestatie 20. 'Welke van de onderstaandestellingen met betrekking tot verbijzondering is/zijn juist? I Het instellenvan eenhulpdienstis eenvorïn van internedifferentiatie U Multiplicatie is een vorrn van horizontaleuitbouw van een organisatie A) I en II zijn juist B) I is juist en II is onjuist C) I is onjuist en II is juist D) I en II zijn onjuist
TentamenManagement& Organisatie2.1 komen we het begrip verticaledifferentiatietegen. 21. BU de opbouw van de organisatiestructuur Wat houdtdit begripin? A) Het verbrjzonderenvan gelijkwaardigetakennaaraardof eindprestatie. B) Het ontwerpenvan een communtcatie-en overlegstructuur. C) Het verbijzonderenvan takennaarverschillenin loonvoet' en uitvoerendetaken. D) Het indelenvan takenin constituerende
onderscheidgemaakttussenverschillendesoortenchefsof 22, Er wordt, lettendop de zeggenschap, bazen.De chef die de bevoegdheidheeft een onder hem staandefunctionarisspecifieke werkopdrachtente gevenwordt in de literatuuraangeduidals: A) Functionelechef clref B) Coórdinerende chef C) Hiërarchische D) Operationelechef
islzijn stellingenmet betrekkingtot de typen organisatiestelsels 2 3 . Welke van de onderstaande juist? ontstaatals elementenvan leiding, uitvoering en controle I Het functioneleorganisatiestelsel kennisvereisen specialeaandachten specialistische II De horizontale organisatieheeft betrekking op de wrjze \Maaropbinnen een meerhoofdige nadereverbijzonderingplaatsvindt in het directieof in een collegiaalsamenwerkingsverband samenstelvan leidinggevendeen uitvoerendetaken,met behoudvan lijnbevoegdhedenop een bepaaldgebied A) I en II zijn juist B) I is juist en II is onjuist C) I is onjuisten II is juist D) I en II zrjn onjuist
aÁ Ln.
Èr
functionarissenzrjn uitsluitendbevoegdde specialistischeinbreng Welke van de onderstaande te effectuerenen dezevia instructiesen opdrachtenom te zettenin actie? van stafmedewerkers A) Lijnfunctionarissen B) Staffunctionarissen C) Hulpfunctionarissen D) Implementatiefunctionarissen
2 5 .Wat verstaanKeuning en Eppink onder een F-oriëntatie? A) Indeling naar fasenvan de productlevenscyclus B) Indeling naar functieniveaus C) Indeling naar fysiekeeigenschappen D) Indeling naar functioneledeskundigheidsgebieden
/
TentamenManagement& Organisatie2.1 26. A1s de onderlinge afhankelijkheid of samenhangtussendelen van een organisatiebeperkt blijft tot indirecte afhankelijkheid tussenfuncties, afdelingen,werlcnaatschappijen,businessunits of divisies,dan is er sPrakevan: A) Parallelle interdePendentie B) Reciproque interdePendentie C) SeriëleinterdePendentie D) GepooldeinterdePendentie
alternatievenis volgensKeuning en Eppink GEEN elementaire 27. Welke van onderstaande inatievoorziening? coórd A) Direct contactoftewel toepassingvan de horizontalerelatie B) De hiërarchieals verticaalgerichtcoÓrdinatiemechanisme inclusief instructies C) Het formulerenvan de te bereikenprestatieniveaus D) De wijze van taak- en functievormingen afdelingsvorming 28. Keuning en Eppink gevenenkelevoorwaardenvoor effectiefdelegerenvan taken' Welke van de onderstaandealternatievenis GEEN voorwaarde? A) Dat de functionaris de aan hem overgedragenverantwoordelijkhedenaanvaardt. van de functionaristoereikendzijn. B) Dat de verleendebevoegdheden c) Dat de functionarisover voldoendemensenen middelenbeschikt. D) Dat voldaanis aan de eis van atfributie.
v
29. Er is sprakevan eenondernemingdie éénproductverkoopten de activiteitenvan de stellingen Welke van de onderstaande ondememinggeografischsterkheeft geconcentreerd. is/zijn juist? I Dé organisatiemoet op grond van de geldendeontwerpregelsgeordendworden op basisvan interne specialisatie divisievorm de beste II Uitgaàndevan de geldendeontwerpregelsis de gedecentraliseerde (basis)vormvoor dezeorganisatie A) I en II zijn juist B) I is juist en II is onjuist C) I is onjuisten II is juist D) I en II zrjn onjuist
kunnenactiviteitenin twee gloepenworden projectmanagementvorm 30. In de gedecentraliseerde geeft de juiste twee groepenweer? alternatieven Welk van de onderstaande onderscheiden. A) De projectorganisatieen de beheersorganisatie en het uitvoeringsonderdeel B) Het bestuursonderdeel C) De basisorganisatieen de uitvoerendewerkorganisatie D) Het constituerendeonderdeelen het dirigerende onderdeel
TentamenManagement& Organisatie2.1 besturingsmethoden en 31. Keuning en Eppink noemenverschillendeorganisatie-instrumenten, techniekenom de behoefteaan hiërarchiete verminderenof de hiërarchiete vervangen.Welke is GEEN substituutvoor de hiërarchie? van de onderstaande alternatieven A) Adequate training B) Extern én intern klantencontact C) Disintermediatie D) Gegevensverwerkendesystemen
lntegratiewagen
g
32. Fiedler en McGregor stellenop verschillendewijze dat er twee stijlen van leidinggevenzijn, waarbij Fiedler onderscheidmaakt tussenmensen taakgerichtleiderschapen McGregor fussen stijl X en Y. Welke stijlen vertonende grootsteoverlap? A) Strjl X met taakgerichtleiderschap B) StUl X met mensgerichtleiderschap C) StUl Y met mensgerichtleiderschep D) StUl Y met taakgerichtleiderschap
JJ.
Hoe is het bestuursmotiefin verbandte brengenmet het omspanningsvermogen? A) bij hiërarcheringmoet men lettenop de spanof control B) bij hiërarcheringmoet men lettenop de depth of control moetmen lettenop coórdinatie C) afdelingsvorming D) afdelingsvormingmoet men lettenop het inschakelenvan hulp- en stafdiensten
stellingenm.b.t. coórdinatieis/zijnjuist: 34. Welke van de onderstaande
k
I Institutionaliserenvan coórdinatievoorzieningen hoort bij het structurerenvan de organisatie II De coórdinatieactiviteit hoort bij interneafstemming A) I en II zijn juist B) I is juist en II is onjuist C) I is onjuist en II is juist D) I en II zijn onjuist
stellingenmet betrekkingtot kwaliteitszorgis/zijn juist? 3 5 , Welke van de onderstaande I Kwaliteitszorgdoor middel van kwaliteitskringengaater van uit dat er in een organisatiemeer 'top down'geregeldmoet worden II In het conceptManagementen Arbeid Nieuwe Stijl komt eennieuwe visie tot uitdrukking, waarbij het strevennaareenhogereproductiviteitwordt gecombineerdmet een strevennaar een hogerekwaliteit en een optimalebetrokkenheidvan alle medewerkers A) I en II zijn juist B) I is juist en II is onjuist C) I is onjuisten II is juist D) I en II zijn onjuist
TentamenManagement& Organisatie2.1
10
tekstom vraas36-40te beantwoorden: Gebruikonderstaande TopmanTNT betwistextremesalarisstijging (Bron:NRC 8 augustus 2007) Topman PeterBakker van TNT gaat "nadenken"over zrjn eigenbeloning,nadatde Verenrging van Effectenbezifters(VEB) en de bonden bezwaarhaddenaangetekendtegen wat zij zien als een buitenproportionelestijging van 42 procent, Bakker zegï de "sympathie" in Nederland voor het standpuntvan de VEB en de bonden wel te begrijpen."Hier ben ik natuurlijk niet ongevoeligvoor", zei hij gisterenin de margevan een brjeenkomstvan TNT in Londen over het terugdringenvan CO2-emissies."Ik moet hier eersteens verstandigover nadenken,alvorensik eenbesluitneem,maar niets is uitgesloten.Ik zal het terugkoppelennaar de raad van commissarissen."
Y
De VEB en de vakbondenCNV PubliekeZaak en de Bond van Post Personeel(BVPP) vroegen Bakker gisterenper brief zijn loonsverhogingterug te draaien.De drie organisatiesstorenzich aanhet feit dat TNT dezeweek in zijn cao-voorstelbekendmaaktehet grootstedeel van de 58.000 werknemersbuTNT Post op de nullijn wil zetten,terwijl de directiezelf fors meer gaatverdienen. moetenverdwijnen. Ook zullen ten minste 6,500 arbeidsplaatsen PeterBakker bestrijdt de berekeningvan zijn salarisdoor de briefschrijvers."Ik weet nret hoe ze aan dat getalvan 42 procen..komen. Dat klopt niet, denk ik en dat laat ik mijn mensennu uitzoeken." HoeveelverdientBakker dan, volgensTNT? Het bedrijf gaatuit van ruim 900.000euro over 2006. Daarmeewordt het basissalarisvan Bakker bedoeld,dat al vier jaar min of meer onveranderdis, Bakker: "Wijs mij een AEX-fonds aan,waarvande top al vier jaar lang zijn salarisheeft beworen. Ik ken ze niet." De bestuursvoorzitterverwijst verdernaar de raad van commissarissen en de jaar gingen met de salariëringvan de directievan die beidedit akkoord aandeelhoudersvergadering, TNT.
-,!
De VEB zegt in een reactie de beloningsstructuurvan TNT uitgebreid te hebbengeanalyseerden blrlft erbu dat Bakker over 2007 veel meer gaat verdienen dan in het jaarverslag staat.Het zou gaan om bijna 4 miljoen euro,tegenovereen totaalpakketaan inkomstenvan 2,8 miljoen euro over 2006. "Heel ondoorzichtig"noemt econoomGerbenHettingavan de VEB de salarisopbouwvan Bakker. "Ik kan me voorstellen dat de raad van commissarissenvan TNT er ook niet veel van snapteen dus maar akkoord is gegaan.Dat is wel vaker het gevalbij bedrijven.We hebbenook eenkeer voorgerekenddat Jan Bennink van Numico minimaal l0 miljoen euro zou verdienen.Numico bestreeddat getal toen. Zoals we nu weten zatenwe nog aande voorzichtigekant." Het verschiltussende opgavevan TNT en de werkelijke beloningzit hem volgensHettinga in de variabelebeloning (bonussen)en diverseaandelenpakketten. "TNT kan wel zeggendat die bonussen niet zekerzijn, omdat ze afhankelijkzijn van de prestatie,maarde bestuurdersdie in Nederlandhun bonus mislopenzijn op de vingersvan een hand te tellen, of ze nu gepresteerdhebbenof niet." van zijn salaris,afgezeÍtegende nullijn voor de medewerkersvan Over de 'onrechtvaardigheid' TNT Postzei Bakker: "Ik begrijp dondersgoedwat ik van onze mensenvraag.Maar ons bedrijf is meer dan alleenNederland,waar we 28 procentvan onze omzetdraaien.Het is niet fair om mij alleen af te rekenenop Nederland.We hebben154.000merknemersin 64landen en hebbende afgelopen jaren duizendennieuwebanengecreëerdin China,India en Brazilië.Dat telt ook mee." TNT gaat volgende maandniettemin "open" de onderhandelingenmet de bonden aan over een nieuwe cao. "Wij zijn een uniek bedrijf, we nemendaar alle tijd voor", zegt Bakker. Hij sluit niet uit dat de briefvan gisterenalvasteen schotvoor boeg is door de bonden.
2.1 & Organisatie Management Tentamen
11
'oudetijd'nu nog met monopolie TNT, de opvolgervan het voormaligestaatsbedrijfPTT, heeft uit de op post tot 50 gram. Maar vanaf I januari mag iedereenin Nederlandalle post ophalenen bezorgen. Een reorganisatieen een drastischeingreep in de arbeidsvoorwaardenbij TNT Post in Nederland is daaromnoodzakelijk,zegt Bakker. "De Nederlandsepolitiek heeft beslotendat de postmarktvolgend jaar volledig wij wordt. Wij hebbente maken met twee concurrenten[Selekt Mail en Sandd,red.] die producerentegen een derde van de kosten die wij maken. Op die manier kunnen we niet blijven concurreren."
vier puntenis geenknelpuntin bovenstaandecase 36. Welke van de onderstaande A) Bonden en VEB zijn boos vanwegede salarisstijgingvan Bakker B) Bakker is niet ongevoeligvoor de laitiek van Bonden en VEB C) De salarisopbouwvan Bakker is heel ondoorzichtig D) De raad van commissarissensnapter ook niet veel van en is daarom maar akkoord gegaan volgens econoom Hettinga
37. Welke van de onderstaandepunten is geenrelevant item in bovenstaandecase A) Vanaf I januari 2008 mag iedereen in Nederland post ophalen en bezorgen B) Select Mail en Sanddproducerentegen een derdevan de kosten van TNT C) TNT wil het grootstedeel van de 58000 medewerkersop de nullijn zetten D) Jan Bennink bij Nimico verdient tien miljoen volgens econoom Hettinga
38. Welk beloningsstelselis niet van toepassingop de beloningvan Bakker A) tijdloonstelsel B) prestatiebeloning C) scanlonplan D) optieregeling
39. Welke van de volgende stellingen met behekking tot de bevoegdhedenvan de raad van is/zijn j uist: commissarissen I De raad van commissarissenheeft geenbevoegdheidbeslissingente nemen ten aanzienvan de hoogte van de beloning in aandelenpakketten,zij heeft alleen een globale toetsenderol II De raad van commissarissenmag een slecht presterendebestuursvoorzitterontslaan A) I en II zijn juist B) I is juist en II is onjuist C) I is onjuist en II is juist D) I en II zijn onjuist
40. Welke problematiek is het grootst bij TNT, kernproblemendie horen bij A) externe afstemming B) interne afstemming C) structuur D) algemenetheoretischegezichtspunten
LET OP: HEB JE HET ruISTE VERSIENUMMER INGEVULD? Einde van het tentamen.