Masarykova univerzita Filozofická fakulta Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky
Magisterská diplomová práce
2012
Bc. Pavla Mrkvičková
Masarykova univerzita Filozofická fakulta
Ústav germanistiky, nordistiky a nederla ndistiky Nizozemský jazyk a literatura
Bc. Pavla Mrkvičková
Vertaling van het toneelstuk Bulger van Klaas Tindemans Magisterská diplomová práce
Vedoucí práce: Mgr. Marta Kostelecká 2012
Prohlašuji, ţe jsem magisterskou práci vypracovala samostatně s vyuţitím uvedených pramenů a literatury. Ik verklaar hiermee dat ik deze masterscriptie zelfstandig heb geschreven en dat ik alle gebruikte bronnen in de literatuurlijst heb opgenomen.
...................................................................
Dankbetuiging
Graag wil ik mijn dank uitspreken aan mijn begeleidster Mgr. Marta Kostelecká. Ik wil haar hartelijk bedanken voor haar begeleiding van deze scriptie. Een tweede woord van dank gaat aan Mgr. Sofie Rose-Anne W. Royeaerd, M.A. voor haar waardevolle adviezen i.v.m. Vlaamse uitdrukkingen. En het derde woord van dank wil ik aan Klaas Tindemans uitspreken, voor zijn volledige uitleg en waardevolle bronnen.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ............................................................................................................................ 1 Voorwoord .................................................................................................................................. 2 Inleiding ...................................................................................................................................... 3 1 Bulger: Een ontoelaatbaar verhaal ...................................................................................... 4 1.1 De inhoud .................................................................................................................... 4 1.2 De auteur en zijn bedoeling ........................................................................................ 5 1.3 Het beeld van Bulger in de uitgekozen recensies ....................................................... 6 1.4 De personages ............................................................................................................. 8 1.4.1 Shanya (Vanessa) .................................................................................................. 9 1.4.2 Ramses (Marcel) ................................................................................................. 10 1.4.3 Justine (Justýna) .................................................................................................. 11 2 De vertaling van de theatertaal ......................................................................................... 12 2.1 De tussentaal als de taal van het origineel ................................................................ 16 3 Bulger (de tekst in het Tsjechisch) ................................................................................... 18 4 De vertaling van Bulger op de basis van Dagmar Knittlová´s boek ´K teorii i praxi překladu´ ................................................................................................................................... 50 4.1 Vertaling van de titel en de namen ........................................................................... 51 4.2 Lexicale equivalentie ................................................................................................ 52 4.2.1 De volledige equivalenten .................................................................................. 53 4.2.2 De gedeeltelijke equivalenten ............................................................................. 54 4.2.2.1 De formele verschillen ................................................................................ 54 4.2.2.2 De verschillen qua denotatieve betekenis.................................................... 57 4.2.2.3 De verschillen qua connotatieve betekenis.................................................. 60 4.2.2.3.1 De expressieve bijbetekenis .................................................................... 60 4.2.2.3.2 De stilistische bijbetekenis ...................................................................... 67 4.2.2.4 Pragmatische verschillen ............................................................................. 70 4.3 De manier van het spreken........................................................................................ 72 4.3.1 Vlot taalgebruik .................................................................................................. 74 5 Tekstuele equivalentie ...................................................................................................... 76 5.1 De informatieve structuur van de tekst ..................................................................... 76 5.2 De coherentie ............................................................................................................ 77 5.3 De cohesie ................................................................................................................. 79 6 Moeilijke woorden, uitdrukkingen, zinnen of situaties bij het vertalen ........................... 83 6.1 De Vlaamse woorden en verschijnselen in de tekst .................................................. 87 7 Conclusie .......................................................................................................................... 89 Bibliografie ............................................................................................................................... 91
1
Voorwoord 'Met de vertalingen is het net als met vrouwen. Of zijn ze mooi of zijn ze trouw. '1 Dat zegt Blahoslav Hečko in zijn boek Dobrodruţství překladu (2000). Toen ik dit citaat voor de eerste keer tegenkwam, was ik het met hem helemaal eens. De verschillen tussen verschillende talen zijn vaak zo groot dat de vertaler een tovenaar zou moeten spelen om die twee eigenschappen in elkaar samen te voegen. Maar is het echt zo onmogelijk? Is het onmogelijk om een tekst te vertalen die de boodschap van de auteur niet vervaagd? Waar de betovering van de woorden of de woordverbindingen niet verdrinkt en andersom: waar niet alles met alle kracht vertaald wordt? Kunnen we dan dergelijke vertaling zowel als mooi als als trouw beschouwen? De vertaling stel ik me voor als een proces van het afgieten waar de vertaler net als een zeef moet werken. Een heel goed werkende zeef die alleen het mooiste doorgaan laat. Het mooiste dat wel aan het origineel trouw is. De vertaling is in één woord een uitdaging. Dat was de reden waarom ik hem als het thema voor mijn scriptie heb gekozen. Doen de studenten ook hun best om een topvertaling in te leveren, blijven er vaak alleen tientallen papieren over die in de bibliotheek braakliggen en waar later vrijwel niemand gebruik van maakt. Daarom heb ik de voorkeur aan de dramavertaling gegeven die levend zou kunnen blijven. Toen ik het theaterstuk aan het kiezen was, nam ik twee feiten in overweging. Ten eerste hebben de huidige theater en drama clubs voor kinderen niet veel theaterstukken ter beschikking die direct voor kindacteurs bepaald zijn. En ten tweede zijn er weinig stukken die de kinderen tot het nadenken zouden kunnen leiden. De voorwaarden bij het zoeken waren dus voor de hand liggend: een toneelstuk voor kinderen te vinden dat niet alleen een amusementsfunctie heeft maar ook tot het nadenken zou kunnen leiden. Aan beide voorwaarden voldoet een redelijk nieuw theaterstuk Bulger (2006) van de Vlaamse toneelschrijver Klaas Tindemans dat ik uiteindelijk heb gekozen. Hoewel het thema niet helemaal vrolijk is, ben ik er diep van overtuigd dat het aan de kinderen wel iets nuttigs kan opleveren.
1
Hečko, B: ´Dobrodruţství překladu´, 2000, p. 117
2
Inleiding Wat voor problemen komen bij het vertalen voor? Bestaat er een verschil tussen een dramavertaling en een vertaling van proza of van poëzie? Welke problemen komt de dramavertaler het vaakst tegen? Hoe trouw kan de vertaling aan de originele tekst zijn? Welke methode moet de vertaler kiezen zodat de vertaling zo goed mogelijk werkt en zowel mooi als trouw is? Dat alles heb ik me afgevraagd voordat ik met het vertalen van Bulger (2006) begonnen ben. Deze en andere vragen probeer ik ook in mijn scriptie te beantwoorden. In het eerste hoofdstuk van mijn scirptie zal ik meer informatie over de auteur en zijn werk geven. Ik zal de inhoud van het theaterstuk samenvatten, de bedoeling van de auteur proberen uit te leggen onder andere op basis van onze onderlinge e-mail communicatie (zie de bijlagen). Verder probeer ik de karakteristiek van drie personages van Bulger (2006) te beschrijven. De karakteristiek vind ik bepalend voor de manier waarop de personages spreken en daarom is die ook voor de vertaling belangrijk. Als bron gebruik ik hier mijn eigen waarneming van dit theaterstuk en weer de communicatie met de auteur via e-mail. Vervolgens komt het tweede hoofdstuk dat ik aan de theatertaal zal besteden. Op basis van artikelen of van boeken van beroemde vertalers en theoretici Dagmar Knittlová, Zdeněk Vančura, Jiří Levý en Alena Morávková zal ik proberen om uit te leggen wat voor specifieke kenmerken de theatertaal heeft en hoe de theatertaal vertaald zou moeten worden. Het volgende hoofdstuk is de praktische vertaling van Bulger die ik in de daarop volgende hoofdstukken zal bespreken. Omdat volgens mij de basis van elke vertaling het zoeken van equivalenten is, wordt het vierde en het vijfde hoofdstuk aan de theorie van equivalentie besteden. Hier heb ik als bron het boek van Dagmar Knittlová ´K teorii i praxi překladu´ (2000) gebruikt. Bij elk soort equivalent noem ik dan voorbeelden van mijn eigen vertaling. In het zevende hoofdstuk noem ik dan de woorden, woordverbindingen, uitdrukkingen of zinnen waar ik bij het vertalen mee problemen had. Die moest ik ook met de auteur zelf en met de moedertaalsprekers bespreken. Het laatste hoofdstuk is dan de conclusie.
3
Ik zou willen dat de uitgang van deze scriptie een goed toneelstuk is dat ik aan de theater en drama club Brnkadla kan besteden. Dat is de hoofdbedoeling van deze scriptie. Hoe het ook om een controversieel thema gaat, wordt het als een waardevol onderdeel van de Vlaamse cultuur gevonden (zie verder de nominatie en prijs) en niet alleen daarom zou ik het graag aan het Tsjechische publiek willen voorstellen.
1 Bulger: Een ontoelaatbaar verhaal James Bulger is een Britse peuter die in 1993 door twee jongens van elf jaar uit een winkelcentrum werd ontvoerd en daarna werd vermoord. De twee moordenaars werden tot acht jaar in een verbeteringsgesticht veroordeeld en toen ze achtien waren kregen ze een nieuwe identiteit en werden ze vrijgelaten.2 Deze schokkende gebeurtenis diende als uitgangspunt voor het theaterdebuut Bulger (2006) van Klaas Tindemans – voorheen theaterrecensent, directeur van het Vlaams theaterinstituut en dramaturg. De première vond in het jaar 2006 plaats in het jeugdtheater BRONKS waar het theaterstuk ook voor werd geschreven. Het werk werd genomineerd voor de Taalunie Toneelschrijfprijs en in 2008 bekroond met Förderpreis für neue Dramatik van Theatertreffen in Berlijn.3
1.1 De inhoud In het volgende hoofdstuk vat ik kort met eigen woorden de inhoud van Bulger samen. In tegenstelling tot de reële gebeurtenis zijn in het theaterstuk drie hoofdpersonages. Het gaat om drie kinderen: twee meisjes Justine (Justýna) en Shanya (Vanessa) en één jongen Ramses (Marcel)4. Justine (Justýna) en Ramses (Marcel) lijken normale tienjarige kinderen te zijn die misschien niet in helemaal ideale omstandigheden opgroeien. Die leren Shanya (Vanessa) kennen, een meisje van 2
Bellon, M.: recensie van het toneelstuk Bulger; in: Brussel Deze Week, 9 februari 2006 (zie de bijlagen) An. 1, Schrijverspodium, Biografie van Klaas Tindemans, 2012. [online] 4 In de Tsjechische versie vertaal ik de namen van de personages. Daarom vermeld ik telkens tussen haakjes achter de originele naam de Tsjechische vertaling. 3
4
dezelfde leeftijd dat zich in rare en gevaarlijke spelletjes uitleeft. In het begin minachten ze haar maar later raken ze onder haar invloed. Samen stelen ze in winkels, spelen bijvoorbeeld met een kettingszaag, spreken vaak over de dood of over de brute mishandeling van dieren of bezoeken zelfs een lijkenhuis. Door Shanya (Vanessa) worden die twee overtuigd dat de hele wereld een vijand is tegen wie ze moeten vechten. Op een dag als ze weer in een winkelcentrum spijbelen, nemen ze een kleine peuterjongen mee om met hem te gaan wandelen. Ze behandelen hem als een speeltje alsof hij een pop was. Ze laten hem op spoorbaan achter en lopen weg. Het wordt niet expliciet gezegd of de peuter aan de gevolgen van hun mishandeling gestorven is of dat hij overreden werd door een trein. Zoals in werkelijkheid worden de kinderen veroordeeld. Het verhaal eindigt met een chat-gesprek dat zich na tien jaren afspeelt.
1.2 De auteur en zijn bedoeling Klaas Tindemans is in 1959 in Antwerpen geboren. De doctor in de Rechtsgeleerdheid promoveerde op het proefschrift Recht en Tragedie. Dan werkte hij als bureaudramaturg voor de Nationale Opera/De Munt, als productiedramaturg, zes jaar was hij werkzaam als assistent aan de Katholieke Universiteit Leuven en twee jaar als docent aan de Universiteit Tilburg. Vanaf 1998 tot 2001 werkte hij als directeur van het Vlaams Theater Instituut. Verder is hij werkzaam aan het RITS (Erasmushogeschool Brussel), aan Vrije Universiteit Brussel, aan de Master-na-Master Theaterwetenschap (Universiteit Antwerpen), aan de Academie voor Theater (Fontys Hogeschool voor de Kunsten Tilburg). Als dramaturg/theatermaker is hij actief bij het Antwerpse theatercollectief de Roovers. Voor het Brusselse jeugdtheater BRONKS schreef en regisseerde hij naast Bulger (2006) nog het toneelstuk Sleutelveld.5 Uit interviews (zie de bijlagen) met de auteur blijkt, dat hij niet van plan was met Bulger (2006) de drijfveer tot die moord uit te leggen. Daarom is het waarschijnlijk ook niet duidelijk of de kinderen de peuter met opzet lieten sterven. Omdat het om een voorstelling voor mensen vanaf 10 jaar gaat, wilde Klaas Tindemans ´het provocerend
5
An. 1, Schrijverspodium, Biografie van Klaas Tindemans, 2012. [online] + An. 2 RITS, Biografie van Klaas Tindemans, 2012. [online]
5
uitdrukken´ en de kinderen ´met het ergste in henzelf te confronteren´.6 Hij hield zich vooral bezig met de kinderlijke fantasie en met een mogelijke voorgeschiedenis. Hoe hebben ze geleefd? En wat kon hun gedrag veroorzaken? Wegens de vereenvoudiging werden enkele elementen uit de echte Bulger-case weggelaten zoals bijvoorbeeld het sekusele element.7 Klaas Tindemans was wel met Bulger (2006) van plan om te laten zien hoe klein het verschil is tussen een normaal kinderspel en ernstige gruweldaden. Hij probeerde om de wereld van kinderen voor te stellen die vol van ´brutale, gewelddadige, soms wat perverse fantasieën´8 is. Volgens Tindemans gebeurt het bij normale kinderen ook maar niet zo vaak mondt het uit in zo iets verschrikkelijks. ´Het zijn drie kinderen waar een hoek af is, hetzij door die obsessies, hetzij door hun gezinssituatie of het ontbreken daarvan.´9 De achtergrond van het verhaal is voor de taal van de personages en navolgende vertaling ervan van belang (zie verder).
1.3 Het beeld van Bulger in de uitgekozen recensies Zoals eerder gezegd, heeft Klaas Tindemans met Bulger (2006) gedebuteerd. Hoewel het dus om zijn eerste werk gaat, heeft de auteur er een groot succes mee behaald. Ik heb me de volgende vraag gesteld: Wordt er aan het theaterspel Bulger (2006) een voldoende kwaliteit toegekend om het naar andere talen te vertalen? Ten eerste werd Bulger al naar twee wereldtalen vertaald en wel naar het Engels10 en naar het Duits11 wat enigermate op de kunstwaarde van het werk wijst. In het Duits werd Bulger (2006) ook verfilmd doorde de Duitse regisseuse Katja Lehrman12. De film was dit jaar in maart in aanwezigheid van de auteur in Wenen vertoond. Ten tweede spreken voor de kunstwaarde zeker ook de nominatie voor de Taalunie Toneelschrijfprijs in het jaar 2006 en de prijs Förderpreis für neue Dramatik van Theatertreffen in Berlijn die Klaas Tindemas in het jaar 2008 heeft gekregen. 6
An. 3, het interview met Klaas Tindemans, 2005 (zie de bijlagen) Ibidem 8 Ibidem 9 An. 2, het interview met Klaas Tindemans, 2005 (zie de bijlagen) 10 zie Tindemans, K.: Scribd.com, de Engelse vertaling van Bulger, 2008. [online] 11 Bulger werd bij voorbeeld door het Berlijnse Maxim Gorki theater gespeeld 12 Bron: officiele website van de film 7
6
En ten derde spelen een belangrijke rol ook de reacties van de media. Vervolgens citeer ik daarom uit twee recensies die na de uitvoering in druk verschenen. Deze recensies staan niet online, het gaat om artikelen die mij de auteur zelf via email heeft gestuurd. Tot slot vermeld ik ook het ´Juryrapport Taalunie Toneelschrijfprijs 2006´13. Wat bij voorbeeld Geert Sels in zijn recensie voor De Standaard gewaardeerd heeft, was de confrontatie van het jonge publiek met de misdaad. Volgens Sels wordt met de kinderen niet bepaald zachtzinnig omgegaan wat hij zelf als vader positief vond: ´De grootste moeilijkheid van jongerentheater is dat het voor jongeren is. Vaak sluipt er daardoor wat pedagogische zorg, angst voor kinderbezoedeling en goedbedoelde lieflijkheid in het werk. Probeer het maar eens anders. Soms zou ik wel willen, maar, zelf vader zijnde, dan toch niet te heel erg anders. Daarom is Bulger van Bronks een gebeurtenis. De voorstelling confronteert jongeren met een van de onbegrijpelijkste misdaden. (...) Zo is Bulger voor jongeren een herkenbare en toch confronterende voorstelling, en wat mij als ouder betreft, gelukkig met zorg uitgewerkt.´14 In verband met het jeugdtheater wordt vooral over de educatieve functie ervan gesproken. Maar wat voor educatieve elementen moet een werk vertonen zodat het als geschikt voor kinderen erkend wordt? Klaas Tindemans heeft volgens mij bewezen dat het ook anders mogelijk is. Zijn streven om de identificatie met personages en confrontatie met het ergste in de kinderen15 sloeg waarschijnlijk in. Dat brengt naar vooren ook Wouter Hillaert in zijn recensie van Bulger die in De Morgen ´Dat zou je vaker willen zien in het jeugdtheater: een confronterende ontmaskering van de werkelijkheid, in plaats van de fantasierijke ontkenning ervan.´16 Ook de jury van de Taalunie Toneelschrijfprijs waardeert vooral de confrontatie die naar de toeschouwer doordringt: ´Verontrustend aan Bulger is het besef dat zich opdringt hoe flinterdun de scheiding is tussen ´normaal´ kinderspel en een gruwelijk misdrijf. (...) Dat het kwaad dichterbij is dan we onszelf graag voorhouden is confronterend. In die zin raakt Bulger je onaangenaam, want dit wil je liever niet horen. Knap aan de tekst is dat deze wel een moraal heeft, zonder moraliserend van toon te 13
Dyck, J. v.; Mol, A. d.; Wagenaar, D.: Juryrapport Taalunie Toneelschrijfprijs 2006, 2006. [online] Geert S.: recensie van het toneelstuk Bulger, in: De Standaard, 31 januari 2006 (zie de bijlagen) 15 An. 2, het interview met Klaas Tindemans, 2005 (zie de bijlagen) 16 Wouter H.: recensie van het toneelstuk Bulger, in: De Morgen, 2 februari 2006 (zie de bijlagen) 14
7
zijn. Ook weet Klaas Tindemans zijn verhaal helder te vertellen via zijn personages, die hij herkenbaar neerzet en de taal laat spreken van jonge mensen van nu.´17 De positieve recensies, de uitgereikende prijs en de nominatie voor de Taalunie Toneelschrijfprijs en niet in de laatste plaats de vertalingen naar twee wereldtalen, laten volgens mij zien dat aan Bulger (2006) in het algemeen een voldoende kwaliteit toegekend wordt. Daarrom ben ik ook ervan overtuigd dat de vertaling naar het Tsjechisch het reportoire van theater en drama clubs voor kinderen verrijken kan.
1.4 De personages Voor de vertaling van het toneelstuk vind ik belangrijk om de karakteristiek van de personages te kennen, d.w.z. hun manier van denken en hun gedrag. Op basis daarvan verschilt dan namelijk de manier van hun spreken (zie verder). Shanya (Vanessa), Justine (Justýna) en Ramses (Marcel) zijn drie min of meer normale18 kinderen die met hun spelen te ver zijn gegaan. Hun gedrag wordt vooral door de gezinssituatie bepaald. Of gaat het zoals bij Shanya (Vanessa) om een kind dat zonder nadare redenen in een tehuis zit of zoals bij Ramses (Marcel) om een kind dat blijkbaar alleen door grootouders wordt opgevoed (de personage spreekt steeds over grootouders, bijna nooit over zijn moeder en over zijn vader; alleen een keer noemt hij hun zot als hij een foto van Justine´s (Justýna´s) ouders beschrijft; zie scène 15: ´Dat is mijn moeder, dat is mijn vader. Ergens op vakantie, toen ze nog niet zot waren.´ Een keer spreekt hij dan over zijn vader maar hij gebruikt de verleden tijd; zie in scène 2: ´Dat is nog van mijn vader geweest´). Justine heeft wel een zorgzame moeder, maar ze lijkt met haar geen goede relatie te hebben. Waarschijnlijk wegens haar vroeger puberteit vindt ze haar moeder eerder vervelend (zie het telefoongesprek in scène 3).
17
Dyck, J. v.; Mol, A. d.; Wagenaar, D.: Juryrapport Taalunie Toneelschrijfprijs 2006, 2006. [online] Klaas Tindemans over zijn personages: ´ Er is een hoek af, maar bij welk kind is dat niet zo? Eigenlijk doen ze perfect herkenbare dingen, die ook 'normale kinderen' fascineren. Gewelddadige spelletjes, rare dingen met dieren.´Bron: Hillaert, W.: ´Bronksregisseur voert drama van Jamie Bulger op´, in De Morgen, datum onbekend (zie de bijlagen) 18
8
1.4.1 Shanya (Vanessa) ´Ik ben het meiske dat iedereen zoekt. De verdwaalde prinses.´19 Shanya (Vanessa) is een meisje dat veel lijdt. Ze lijdt vooral aan gebrek aan liefde – in de monoloog over haar afkomst geeft ze een blijkbaar ironisch commentaar op de verzorging van haar broers en zussen: ´Mijn oudste broer en zus gaan naar een chique kostschool aan de andere kant van het land, de grootvader betaalt graag en in de vakantie mogen ze mee op zijn zeiljacht. (...) Mijn andere zus gaat bij haar tante wonen, die heeft een schattig mongooltje, en dat is dichter bij haar school, zogezegd. Ik blijf alleen achter, mijn ouders durven mij niet meer aanraken.´20 Ook is de auteur zelf niet zeker of de monoloog over haar afkomst waarheid of fictie is21, lijkt Shanya (Vanessa) jaloers op de hele wereld te zijn. Op Ramses (Marcel) omdat hij grootouders heeft, op Justine (Justýna) dan omdat ze ouders heeft en omdat ze zelf in een tehuis zit. Ze voelt zich blijkbaar heel eenzaam wat ze door haar souverein gedrag wilt verbergen. Daarom verbrandt ze het fotoalbum van Justine´s (Justýna´s) familie. Daarom wil ze misschien ook een klein broertje. Daarom zegt ze tegen de man bij de ondervraging dat hij zijn zaak wil sluiten om naar huis te mogen. Ze is waarschinlijk jaloers op zijn kinderen: ´Zodat ge naar huis kunt en aan uw eigen kinderen kunt zeggen dat er geen gevaarlijke kinderen meer rond lopen. Zodat zij kunnen zeggen dat hun vader een held is ´22 Shanya´s (Vanessa´s) gedrag en spraak is doorspekt met toespelingen dat ze heel ongelukkig is en dat ze zich eenzaam voelt: ´Ik wil een lief en een kind. Dat is alles. En iemand die met mij komt praten. Iemand aan wie ik alles kan vertellen. Zonder dat die ene rapport schrijft over mijn aanpassing aan de maatschippij´.23 Ze probeert daarom een heel zelfverzekerde en overschrokken indruk te maken en speelt daarom de rol van ´de baas´. Zo schrijft ze ook tien jaar later in de chat-conversatie: ´Ja, maar ik ben hier wel de baas. Ze doen alles wat ik vraag. Ik ben hier de slimste en de schoonste, en daarom durft niemand mij iets weigeren.´24 Omdat ze vol complexen is en omdat ze waarschijnlijk in het verleden aan gebrek aan attentie van haar ouders leed, heeft ze er graag toeschouwers bij. Daarom doet ze ook de ´paardvoorstelling´ (zie 19
Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 8 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 18 21 Bron: e-mail conversatie met de auteur, 2012: ´Shanya heeft zonder meer de grootste fantasie (ik ben nog altijd niet zeker, ook niet als schrijver, of de monoloog over haar afkomst waarheid of fictie is).´ 22 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 34-35 23 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 37 24 Ibidem 20
9
scène 4): ´Dit is één van haar theatrale truuks op haar agressie vorm te geven, ze heeft er graag toeschouwers bij. Het is dus geen schizofrene toestand, het is haar 'theater'.´25 Ze is dus geen schizofrene, ze is zich waarschijnlijk bewust van haar vreemde gedrag. Vergeleken met andere kinderen gaat het bij haar toch niet alleen om het pakken van iemands aandacht. Ze heeft wel een obsessie. Een obsessie voor de dood, voor dode dieren, dode mensen en voor haar eigen dood. Om haar karakter samen te vatten: Shanya (Vanessa) is een eenzaam meisje, vol complexen en onzeker over zichzelf, dominant, sadistisch.
1.4.2 Ramses (Marcel)
Justine (Justýna) naar Ramses (Marcel): ´Gij durft niks! Zelfs geen salamander dood doen! Gij valt van de trappen van de spoorbrug, met uw triestig fietske en gij gaat wenend terug naar huis. En trouwens, zij is míjn vriendin en gij moet niet altijd achter ons aan lopen. Gij zijt zo saai dat ik soms vergeet dat gij hier staat. Ik kijk en ik zie niks.´26 Ramses (Marcel) is het slapste lid van de driehoek. Hij lijkt een brave jongen te zijn die makkelijk beïnvloedbaar is. Hij is altijd bezig om bij de meisjes in de gunst te komen. Daarom doet hij ook dingen die hij waarschijnlijk anders nooit vanzelf zou willen doen. Om te laten zien dat hij niet saai is en dat hij geen slappeling is, steelt hij bijvoorbeeld het dagboek van zijn zus of hij gaat niet naar school. Hoewel Ramses (Marcel) misschien niet innerlijk overtuigd is over de manier van Shanya´s (Vanessa´s) en Justine´s (Justýna´s) spelen en gedragen, probeert hij hen steeds na te doen om de vriendinnen niet te verliezen. De auteur zegt over hem: ´Bij Ramses klinkt er angst door, een zekere bitterheid over de troosteloze thuissituatie.´27 Ook bij het beschrijven van de ontvoering heb ik bij Ramses (Marcel) een gevoel dat hij in tegenstelling tot de meisjes aarzelde of ze met hun spelletjes niet te ver zijn gegaan: ´De hebben hem er ook in gegooid. Hij kwam niet direct naar boven. De meiskes krijsten wel, maar deden niks. Ik heb hem gevonden, hij zag er helemaal wit uit.´28 Ook uit de verdere beschrijving van de ontvoering blijkt dat hij de verstandigste van de drie kinderen is. Doordat hij de 25
Bron: e-mail conversatie met de auteur, 2012 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 24 27 Bron: e-mail conversatie met de auteur, 2012 28 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 3 26
10
schuld op de meisjes schuift, laat hij volgens mij ook zien dat hij zich van de mishandeling wel bewust was (of tenminste achteraf is): ´De meiskes wilden hem vastbinden en stenen naar hem gooien, de meiskes wilden hem uitkleden en zijn kleren in brand steken.29 Kortom Ramses (Marcel) is een brave maar angstige jongen, misschien ook een begaafde student die zich bij een slecht stel heeft aangesloten. Hij bezwijkt makkelijk onder de invloed van anderen. Hij moet tegen elke prijs de andere kinderen bewijzen dat hij geen slappeling is. Tenslotte komt hij er dan wel onderuit en in de chat-conversatie vermeldt hij dat hij biologie studeert waar hij ook trots op lijkt te zijn.
1.4.3 Justine (Justýna) ´Shanya heeft gelijk. Het is oorloog. Zij zijn de vijand.´30 Justine (Justýna) lijkt me een meisje met een neiging tot het verzet in alle vormen. Het heeft veel te maken met haar koppigheid: ´Bij Justine zit er vooral veel woede - misschien vroeg-puberaal, alleszins tegen haar ouders gericht - verborgen onder haar koppigheid en haar vijandigheid.´31 Justine (Justýna) gedraagt zich meer als jongen, ze speelt met kleine vliegtuigen en soldaten, bewondert de vader van de vriendin van haar omdat hij bij het leger werkte. Daarom duurt het bij haar ook niet zo lang tot ze op Shanya´s (Vanessa´s) manier van spelen ingaat. Toch gedraagt ze zich in haar aanwezigheid niet zo ondegeschikt als Ramses (Marcel) en durft tegen haar in verzet te komen zoals in scène 13: Justine tegen Shanya als ze haar foto´s wilt hebben: ´Gij moogt juist niks hebben!´32 Justine´s (Justýna´s) karakter zit volgens mij ergens tussen dat van Ramses (Marcel) en Shanya (Vanessa) maar is niet zo goed duidelijk. Waarschijnlijk is ze een kind dat een enorm zware puberteit voor zich heeft. Toch blijkt ze Shanya´s (Vanessa´s) uitspattingen niet te bewonderen en haar voor geen grote vriendin te houden. Ze buit haar misschien alleen als een middel uit om met haar verzet door te gaan.
29
Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 3 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 16 31 Bron: e-mail conversatie met de auteur, 2012 32 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 30 30
11
2 De vertaling van de theatertaal Aan welke regels zouden we ons bij het vertalen moeten houden? Dat is de vraag waar het antwoord op in de loop der tijd steeds verandert. Terwijl de vertalers de vertalingen vroeger aan het literair-esthetische principe onderworpen, vanaf de tweede helft van de 20e eeuw maakten ze ook gebruik van het linguïstische principe. Deze twee principes werden gelijktijdig gebruikt tot voor kort, wanneer de vertalers tot het pragmatische principe overgingen. De belangrijkste rol van de vertaler is dan vooral over de interculturele barrières heen te kunnen komen.33 Verder is volgens Dagmar Knittlová voor het vertalen de tekstlinguïstiek van groot belang en naast de vergelijkende linguïstiek dan ook de pragmalinguïstiek, de socioinguïstiek en de psycholinguïstiek. In het geval van het vertalen van toneelspelen, dus ook in ons geval mogen de fonetische aspecten niet vergeten worden.34 (zie verder) Volgens Zdeněk Vančura35 mag het gesprek op het toneel nooit als vertaling klinken. Daarom kan liever het onvertaalbare weggelaten worden. De vertaler levert een goed werk alleen in het geval, als het gesprek niet terug naar de taal van het origineel kan vertaald worden. Daarbij moet hij of zij niet alleen met de woorden van het origineel maar vooral met de situatie werken. Alleen een natuurlijk gesprek is dan toch niet genoeg. Het resultaat van de vertaling moet namelijk volgens Vančura een natuurlijke conversatie worden. De vertaling van toneelspelen verschilt in enkele opzichten van de vertaling in het algemeen daarom is belangrijk om te weten wat de theatertaal eigenlijk is. ´De theaterdialoog is een toespraak, een afzonderlijk geval van de gesproken taal en daarom heeft het een functionele betrekking a) tot de algemene norm van de gesproken taal, d.w.z. tot de spreektaal, b) tot de toehoorder (de geadreseerde), d.w.z. tot de andere personages op het podium en in de zaal, c) tot de sprekers, d.w.z. tot de toneelpersonages.´36 Met betrekking tot de gesproken taal is er sprake van een vlot taalgebruik, met betrekking tot de spreker moet er rekening mee gehouden worden dat de repliek niet alleen objecten, eigenschappen en de gebeurtenissen in de omgeving noemt maar ook de
33
Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 5 Ibidem 35 Vančura, Z.: ´O překládání divadelních her´, in: Slovo a slovesnost, 1937. [online] 36 (mijn vertaling, PM) Levý, J.: ´Umění překladu´, 1998, p. 161 34
12
personage zelf karakteriseert. Volgens de manier waarop hij/zij over de objecten spreekt, verklaart ook veel over zichzelf.37 De eerste voorwaarde voor een goede theaterdialoog is daarbij het vlot taalgebruik, d.w.z. dat het gezegde goed enerzijds ´in de mond ligt´ en anderzijds ook duidelijk voor de toehoorders is. De auteur of in ons geval de vertaler zou daarom geen woorden moeten kiezen die voor de acteur moeilijk uitspreekbaar en voor de toehoorder makkelijk overhoorbaar zijn. Nog belangrijker is volgens Jiří Levý de zinsbouw van de repliek. Makkelijker uitspreekbaar en waargenomen zijn kortere en nevengeschikte zinnen in tegenstelling tot
samengestelde
zinsverbanden.
zinnen
met
moeilijke
hiërarchie
van
onderschikkende
38
Uit een onderzoek blijkt dat woordverbindingen met een heel waarschijnlijke volgorde zijn voor de toehoorders beter begrijpelijk. Uitdrukkingen die daarentegen in een ongebruikelijke volgorde voorkomen, zijn voor de toehoorders moeilijker begrijpelijk.39 Toch verschilt de theatertaal van de gesproken taal. De taal van een theaterdialoog wordt namelijk geformuleerd en de functionele lagen worden daardoor verschoven. Gewone mensen gebruiken geen volkstaal maar een taal die meer op de spreektaal van de ontwikkelde lagen lijkt. De ontwikkelde lagen maken dan geen gebruik van de spreektaal maar wel van de schrijftaal zonder te boekachtige woorden. De schrijftaal wordt dan voor een verheven uiting gebruikt.40 Bij de theatertaal speelt een belangrijke rol het tempo en de intonatie. Deze zogenaamde suprasegmentele eigenschappen kan gedeeltelijk de zinsbouw aanduiden. In de werkelijke dialoog kan de spreker stotteren of zich aarzelend of geaffecteerd uitdrukken. De toneelschrijver zou daarom de zinnen op zo een manier moeten formuleren zodat het de acteur tot de juiste voordracht leidt (eventueel kunnen ook notities in het regiedagboek bijgeschreven worden).41 En ten laatste nog een belangrijke opmerking van Jiří Levý: de toneelschrijver of in ons geval dan de vertaler karakteriseert de personage door de manier van zijn of haar uitdrukken. ´De kwaliteit van de theatervertaling wordt dan in een andere verhouding 37
(mijn vertaling, PM) Levý, J.: ´Umění překladu´, 1998, p. 161 Ibidem 39 (mijn vertaling, PM) Levý, J.: ´Umění překladu´, 1998, p. 164 40 (mijn vertaling, PM) Levý, J.: ´Umění překladu´, 1998, p. 165-166 41 Levý, J.: ´Umění překladu´, 1998, p. 180 38
13
beschouwd dan een vertaling van een tekst die voor het lezen bepaald wordt. De acteur heeft verschillende akoestische middelen (de klemtoon, de intonatie ezv.) ter beschikking waar hij of zij de stilistische gebreken van de vertaling mee kan verbeteren.´42 Uit deze woorden volgt dat ook het vertalen van de theatertaal zijn eigen regels heeft in vergelijking met het vertalen van de taal van proza of poëzie. Daarmee hield zich ook Alena Morávková43 bezig in haar artikel 'Specifieke problemen met de dramavertaling'. Vervolgens vat ik sommige waarnemingen samen. Wat de geschiedenis van de dramavertaling betreft, bestaan er twee hoofdsoorten van: de dramavertalingen die voor het lezen bepaald werden en de dramavertalingen die voor het spelen bepaald werden. De eerste soort werd in het verleden gebruikt, in de 20e eeuw werden dan theaterteksten geschreven waar al met de uitvoering gerekend bij was.44 Zoals niet allen Alena Morávková zegt, de basis van het toneelstuk is de dialoog. 'Jan Mukařovský in Dvě studie o dialogu (Kapitoly z české poeitky I, s. 129-157') benadrukt de verbinding van de dialoog en de ruimte 'hier' en 'nu'. De sprekende houdt rekening met de directe reactie van de toehoorder. De sprekende wordt de toehoorder – de functie van de talige uiting springt van één deelnemer van deze talige uiting naar de andere deelnemer over. Bovendien de theaterdialoog heeft nog een belangrijke factor en wel het publiek. Alles wat in de dramatische dialoog gezegd wordt, wordt tot hem en zijn bewustzijn gericht. (...) In het traditioneel realistische theater dient de dialoog tot het scherp omlijnen van de onderlinge relaties en tot de duidelijkere karakteristiek van elke dramatische personage met behulp van zijn of haar relatie tot andere personages. ' 45
Alena Morávková maakt de vertalers attent op gelijke problemen die ook Jiří Levý vermeldt (zie boven). De vertaler moet rekening met de acteurs en hun interpretatiemogelijkheden houden, d.w.z. hun ademcapaciteit en stemmogelijkheden. In de praktijk betekent het dat de tekst begrijpelijk en welluidend moet zijn, dat de vertaler de samenvoeging van sisklanken zou moeten vermijden en een draagvermogen 42
(mijn vertaling, PM) Levý, J.: ´Umění překladu´, 1998, p. 195 Alena Morávková is vertaalster uit het Russisch, het Oekraïens en het Frans 44 Morávková, A..: ´Specifické problémy překladu dramatu (na materiálu dramatu ´Molière´ M. Bulgakova)´, in: Acta universitatis Carolinae – Philologica 2. Translatologica Pragensia VI., 1999, p. 153 45 (mijn vertaling, PM) Morávková, A..: ´Specifické problémy překladu dramatu (na materiálu dramatu ´Molière´ M. Bulgakova)´, in: Acta universitatis Carolinae – Philologica 2. Translatologica Pragensia VI., 1999, p. 154 43
14
lengte van replieken zou moeten behouden. De vertaler moet zich er buwust van zijn dat er een groot verschil is tussen de lezer en de toehoorder. Terwijl de lezer terug kan gaan naar de plaats die voor hem of voor haar onbegrijpelijk was, moet de toehoorder alles voor de eerste keer begrijpen hoewel hij ook geen voetnoten ter beschikking heeft. Daarvan volgt de behoefte aan een volledige nauwkeurigheid van de tekst. 46 Op de eerste plaats zouden volgens Alena Morávková de lexicale middelen moeten staan, de vertaler zou daarom rijke woordenschat moeten zijn en veel synoniemen kennen om eerder die makkelijk uitspreekbare woorden te gebruiken. Op de tweede plaats staan dan syntactische middelen. De vertaler zou dramaturgische bekwaamheid moeten hebben en zowel de toneelstukken in de originele taal als de Tsjechische toneelstukken goed te kennen. Bij het vertalen zou zich de vertaler ook in de psychologie van de personages moeten inleven. In verband met de psychologie komen namelijk in de vertalingen van de minder ervarene vertalers vaak stilistische fouten voor. Het gaat dan om fouten waar de personages lijn niet opgevolgd wordt en waar tot de stilistische schommelingen komt wat uiteindelijk tot een vertekening van de karakteristiek van de personages leidt.47 In het ideale geval zou de vertaler een regiebekwaamheid moeten hebben en met de regisseur, beeldende kunstenaar en de auteur van de toneelmuziek kunnen samenwerken.48 In het geval van Bulger (2006) was de vertaling daarom makkelijker dat de auteur de vertalers ter beschikking staat om alle onduidelijkheden uit te leggen waar ik ook gebruik van heb gemaakt. Nu kennen we de specifieke kenmerken die we in de theatertaal of bij de dramavertaling kunnen tegenkomen en we proberen die vervolgens in de praktijk brengen.
46
Morávková, A..: ´Specifické problémy překladu dramatu (na materiálu dramatu ´Molière´ M. Bulgakova)´, in: Acta universitatis Carolinae – Philologica 2. Translatologica Pragensia VI., 1999, p. 153 47 Morávková, A..: ´Specifické problémy překladu dramatu (na materiálu dramatu ´Molière´ M. Bulgakova)´, in: Acta universitatis Carolinae – Philologica 2. Translatologica Pragensia VI., 1999, p. 154 48 Ibidem
15
2.1 De tussentaal als de taal van het origineel Wat de term ´de theatertaal´ betekent, heb ik al toegelicht. Maar voor de vertaling moet ik nog de taal van Bulger (2006) nader bepalen. Bulger (2006) is in het Nederlands geschreven en om meer precies te zijn in haar Vlaamse vorm. In Bulger komt naast het Standaardnederlands, hieronder ook als Algemeen Nederlands genoemd vooral de specifieke Vlaamse informele taal, de zgn. tussentaal. In de volgende tabel49 zijn de verschillen tussen het Nederlands en het Vlaams te zien. Hiermee wil ik in kort bestek laten zien wat de plaats van de taal van Bulger is op het schema van de taallagen van het Nederlands. Gedetailleerd ga ik er echter niet op in. Bij de beschrijving beperk ik me dan tot de Vlaamse taalvariëteit.
De tweede taallage is de zogenaamde tussentaal. Dat is een ´term waarmee men in Vlaanderen de mengvorm aanduidt tussen standaardtaal en dialect. In Vlaanderen
49
Bron: Caluwe, J. d.; Geeraerts, D.; Kroon, S.: ´Taalvariatie en taalbeleid: bijdragen aan het taalbeleid in Nederland en Vlaanderen´, 2002. [online]
16
spreekt men ook wel van 'Verkavelingsvlaams'.50 De derde taallage vormen dan de hiergenoemde dialecten. In het Vlaams zijn drie taallagen te onderscheiden (zie de tabel boven). Ten eerste gaat het om het Algemeen Beschaafd Nedelands of het Standardnederlands: ´Het is de variant van het Nederlands die als norm wordt gehanteerd´.51 De tweede taallage is de zogenaamde tussentaal. Dat is een ´term waarmee men in Vlaanderen de mengvorm aanduidt tussen standaardtaal en dialect. In Vlaanderen spreekt men ook wel van 'Verkavelingsvlaams'.52 De derde taallage vormen dan de hiergenoemde dialecten. Wat de typische kenmerken van de tussentaal betreft, gaat het in Bulger (2006) vooral om de volgende drie: het suffix ´-ke´ bij verkleinwoorden (zoals manneke, vogelkes), de aanspreekvormen ge en gij en de „m als onderwerpsvorm voor de derde persoon (bijv.: ´dan komt ‘m mee´)53. De eerste twee voorbeelden komen in Bulger (2006) vaak voor (het woord ´meiske´ of ´meiskes´ om precies te zijn tien keer en de aanspreekvorm ´gij´ drieenzeventig keer. Ook zijn er andere Vlaamse woorden te vinden zoals ´stekskes´54 of ´amai´.55 Door deze voorbeelden is evident dat Bulger (2006) veel karaktertrekken van tussentaal bevat. Aan deze term wordt nog aandacht in het hoofdstuk over de stilistische bijbetekenis besteed.
50
An. 5, Taaluniversum, de definitie van de tussentaal, datum onbekend. [online] An. 4, Taaluniversum, ´Nederlands, wereldtaal!´, datum onbekend. [online] 52 An. 5, Taaluniversum, de definitie van de tussentaal, datum onbekend. [online] 53 Plevoets, K.: ´Tussentaal en de vrije markt´. In: Over taal, datum onbekend, [online] 54 Tindemans, K..: ´Bulger´, 2006, p. 29 55 Tindemans, K..: ´Bulger´, 2006, p. 5 51
17
3 Bulger (de tekst in het Tsjechisch) Bulger: zakázaný příběh Scéna 0
Marcel
Nikdo neví, co se tam přesně stalo. Kromě nás. Šli jsme na procházku s malým dítětem. To jste viděli. Nebo jste si mysleli, ţe jste to viděli. Věřili jste tomu. Věříte tomu, co dávají v televizi. Ve zprávách. Dobře, takţe jsme šli na procházku. Chtěli jsme mu ukázat kousek světa. Našeho světa. Protoţe jsme si mysleli, ţe si radši hraje s velkýma. Malé dítě chce být větší. Tak jsem hrál velkého bráchu. Byli jsme opatrní, vy mi to moţná nevěříte, ale byli jsme opatrní. Ony tam chtěly toho prcka nechat, já ne. Vanessa ho popadla pod paţi. Jako psa. Chtěla malého bráchu, to přece říkala pořád. Já myslím, ţe chtěla psa nebo ţelvu.
Vanessa
Po cestě jsme potkali hodně lidí. Většina z nich mlčela, někteří nám něco říkali. Většinou měli blbou náladu nebo byli naštvaní. Ale řekli jsme, ţe je to náš malej bratr, ţe ho vedeme za jeho mámou. Věřili nám, protoţe ji celou dobu volal. Jedna paní uţ ho skoro odvedla s sebou. Ale sama uţ jedno malý dítě měla. Podle mě se bála, ţe by se na ni koukali divně. Jedno čistý dítě a jedno špinavý, to je podezřelý. Dlouho na nás nenalíhala.
Marcel
A pak jsme došli k silům. Byly tam hromady obilí. Šli jsme si do nich hrát, seskakovali jsme dolů a vţdycky zmizeli pod zrním. Taky jsme ho do něj hodili. Nevynořil se hned zpátky. Holky pištěly, ale nic nedělaly. Já jsem ho našel, byl úplně bílý. Jako porcelánová panenka. Jakoby v něm uţ neproudila krev. Začal křičet, takţe ještě ţil. Zvedli jsme ho a utekli odtamtud pryč.
18
Justýna
Šli jsme dlouho, vláčeli ho za sebou. Skoro ztratil botičky. Kdyţ řval moc nahlas, vzala ho Vanessa do náruče. Uţ tam nebyl nikdo, kdo by ho slyšel. U kolejí jsme se zastavili. U těch kolejí, po kterých uţ nejezdí vlaky. Teda ne přes den, v noci jo.
Marcel
Holky ho chtěly svázat a házet po něm kameny, holky ho chtěly vysvlíknout a oblečení spálit.
Justýna
Ovázali jsme mu kolem krku lano. Tak nás vţdycky táhl dva metry za sebou. Házeli jsme po něm vším moţným, pískem, kamenama, ţelezem, plechovkama od barvy, pokaţdé spadl. Nakonec zakopl o koleje. Zůstal leţet. Utekli jsme, protoţe přijíţděl vlak. A pak bylo hrozně dlouho úplný ticho.
Vanessa
Ale nikdo nám nevěřil. Rozhodli o mně druzí. O mně a o mých kamarádech. Druzí lidi vţdycky rozhodují o něčím ţivotě. Ti druzí. Ti, kteří mají zbraně.
FILM 1:
Z GOOGLE EARTH PŘEJEZD DO DĚTSKÉHO POKOJE, KDE SE PROBUDÍ BATOLE A VSTÁVÁ
Scéna 1 U Justýny. Na scéně Marcel a Justýna. Justýna
Stejně to budu muset říct.
Marcel
Ne, nedělej to! Nic se nestalo. Ničeho si nevšimnou!
Justýna
dělá, jakoţe telefonuje Marcel rozbil vázu. Drahou porcelánovou vázu.
19
Marcel
Lţe! Nic se nestalo. Málem se něco stalo. Ale nic se nestalo.
Justýna
A zničil peřinu. Roztrhla se, peří je po celým pokoji. A prostěradla jsou roztrhaný. Marcel si chtěl hrát na strašidla. Posmívala jsem se mu a on se naštval. A roztrhal prostěradla na cucky.
Marcel
Křičí směrem k telefonu. Vůbec nic se nestalo. Ničemu z toho nevěř. Nemohli jsme spát. A chůva zmizela. Musíš mě vyzvednout. Za chvilku určitě taky zmizím.
Justýna
Dostala jsem tě. Nikomu jsem nevolala. A jestli budeš takhle řvát, všichni se probudí. ... Jeţíš, ta váza. To bude mít otec radost.
Marcel
Babička se mě chce zbavit. Prý jí dělám velké starosti. Nezvládá to.
Justýna
To mi říkají taky. Ale to přece neudělají. A jestli jo, zamknu se. Pak si nabarvím obličej zelenou, hnědou a černou. Jako ve válce. To ho určitě vyděsí. Našeho otce.
Marcel
Dvě holky a malej kluk zničehonic zmizeli. To se mi taky můţe stát, takhle nečekaně. Říkala to bábi. Jejich mamka jim dala peníze na zmrzlinu. Viděla je spousta lidí, šli pěkně po chodníku, drţeli se za ruce, ta starší drţela peníze pevně v dlani, tak jako to dělám vţdycky já. Paní z cukrářství je viděla poslední, i kdyţ si nic nekoupili. Zničehonic zmizeli. A všichni je viděli, takových 76 lidí. Učitelka jednoho z těch dětí se na jednu z dívek usmála. Myslela, ţe jí to oplatila. Ale smála se na někoho jiného. Na nějakého pána v černé bundě, s holou hlavou a křivým úsměvem. To se jí nezdálo. Říkala si, jestli by jí zítra neměla něco říct. Nikdy není dobré potkat učitelku jinde neţ ve škole. Jakoby tě hlídali. 20
Justýna
To jsou všechno lţi. Všichni chlapi v černých bundách sedí ve vězení. Generál se o to postaral. Je to táta mojí nejlepší kamarádky a nejdrsnější táta, jakej existuje. Tvoje bábi lţe, straší tě.
Marcel
Já se bojím. Potkávám ty děti kaţdý den ve snu. Já sám jsem pak ten chlapeček a zaţívám podivuhodná dobrodruţství. Mám dost peněz na stovky zmrzlin, prší a ty dívky mají černé bundy. Bábi uţ dál nechce vyprávět. Nikdy neslyší, co říkám. Dokonce nemá ani chuť si něco vymýšlet.
Justýna
Týjo, ta váza. Otec stejně říkal, ţe je úplně hnusná. Tak co, Marceli. Zhasneme světlo? Schválně, kdo bude mít nahnáno jako první..?
Scéna 2: U Marcela. Eline drţí motorovou pilu. Vanessa
Jak se to zapíná?
Marcel
Co děláš na mojí zahradě?
Vanessa
Jak se to zapíná?
Marcel
Nech to! Ta byla ještě tátova.
Vanessa
Jak se to zapíná?
Marcel
Zatáhneš za lanko, zprudka a hodně silně.
Vanessa
Ukaţ.
Marcel
Mám to zakázané. 21
Vanessa
Od koho? Kdo to říká?
Marcel
Děda.
Vanessa
Ty se ho bojíš?
Marcel
Ne.
Vanessa
No tak.
Marcel
Mám to zakázané.
Vanessa
Posero. Skautíku.
Marcel
Nejsem ţádný skautík.
Vanessa
Tak to udělej. Čeká. Strašpytle! Aha, tady je tlačítko . Vanessa zapne motorovou pilu. Justýna na scéně.
Justýna
Ať uţ seš pryč! Kdo si jako myslíš, ţe seš?
Vanessa
Jsem holčička, kterou všichni hledají. Ztracená princezna. Vanessa pobíhá kolem se zapnutou motorovou pilou, ostatní vyděšeně uhýbají.
Justýna
Vypni to! Hned! Na něco takovýho musíš mít helmu a brýle. A špunty do uší. Jinak se z toho zblázníš. A musíš si navlíct protiskluzový rukavice. Jestli ji pustíš, uřízne mi nohy.
Vanessa
Vydrţ ještě chvilku. Nepadej. Jo, takhle. Poloţím ji na zem. K tvým nohám. Neuhýbej. Jo, tak. Pokládá motorovou pilu k nohám Marcela a Justýny. 22
Já jsem Vanessa. Jsem ztracená holčička. Ale oni mě neznají. Neexistuje ţádná moje fotka. Takţe nemůţou udělat plakát, jakoţe mě hledají. Teď jste moji kamarádi. Navěky věků.
FILM 2
ODJEZD BATOLETE Z DOMU, NÁSTUP DO AUTA
Scéna 3: V lese. Marcel a Justýna si hrají se špendlíky a červy. Justýna napíchne červa a pak píchne Marcela do ramene. Marcel
Au. Co to děláš?
Justýna
To je taková hra. Kdyţ napíchnu jednoho červa špendlíkem, tak tě můţu píchnout. Do ramene nebo do nohy. Kdyţ zařveš, můţu ještě jednou. Píchne Marcela jestě jednou, do nohy. Teď ty! Marcel dělá to stejné. Poprvé píchne silně. Justýna sykne bolestí a vykřikne. Podruhé zatne zuby. Někdy je to jako bych vůbec nic necítila.
Marcel
Někdy lidé dělají, jako bych vůbec neexistoval. Vanessa se blíţí s myší.
Justýna
Zase ty! Odkud vlastně seš?
Vanessa
Jsem z Měsíce.
Marcel
Já jsem taky z Měsíce.
Vanessa
Ještě nikdy jsem tě tam teda neviděla.
23
Marcel
Ona je taky z Měsíce. Ale ještě o tom neví.
Justýna
Mlč, troubo. Bydlí v jednom z těch děcáků.
Vanessa
Ty bestie vyhrabávají chodby. Všechny domy se zřítí. Všechny ulice se propadnou. Jako při zemětřesení.
Justýna
Nemáš být v děcáku? U svých vychovatelek?
Vanessa
Nemusím být nikdy nikde. Musím zachránit svět od havěti.
Marcel
Co hodláš dělat s těma myšima?
Vanessa
Rozříznout, vytáhnout z nich kosti, vysušit a schovat do speciální krabičky.
Justýna
Jenom myši? Jenom malý zvířata s malýma očima. Z kterých nejde poznat, jestli se fakt koukají na tebe.
Vanessa
Můţu zabít všechny zvířata. Ţáby, ty se drtí na kaši, veverky, ty se háţou do ohně.
Justýna
Tady nejsou ţádné veverky, tady ve městě.
Vanessa
To si jenom myslíš. Jedna z těch myší je vlastně veverka bez ocasu.
Marcel
Hodila´s veverku do ohně? Kdyţ byla ještě ţivá?
Justýna
Lţe. Všechny ty myši mají ocas.
Vanessa
Hnusný zvířata. Jsou otravný. Jako kočky nebo ještě hůř – psi. S těma pak nesmíš mít slitování. Musíš si naplánovat jejich zabití, pomalý, ale jistý. Otrávit jim ţrádlo. Jedem na krysy. Nebo – kdyţ máš čas a najdeš si 24
dobrý místo – umučit je k smrti. Zlámat jim packy, jednu po druhé. Nebo jim vydloubnout oči nebo je popálit. Justýna
Ty seš vadná, proto seš v děcáku. Určitě jsi svoji matku utýrala k smrti. Mizím odsud.
Vanessa
Myši, s těma nejraději mrskám o zeď, jednou, kdyţ to nestačí, dvakrát nebo třikrát. Dokud jim z hlavy nevystříkne mozek. Aţ jsou prostě pěkně chcíplý.
Marcel
Kde´s našla tyhle? Nejsou na nich nějací mikrobi?
Justýna
Nedotýkej se toho, ta holka je šílená. A to je nakaţlivý. Justýně zvoní telefon. Telefonát a rozhovor Marcela a Shanyi se prolínají.
Vanessa:
Tahle se chytila do pasti. Na půdě. Zlomený vaz. Uţ byla vysušená. Jako mumie.
Marcel
Já nevím. Nesmrdí tomu vnitřnosti?
Vanessa
Myši jsou hloupý. Mají moc krátký chlupy a málo noh.
Justýna
Ne kaţdých pět minut, mami. ... Vţdyť víš, kde jsem. ... S Marcelem, jako obyvkle. ... V šest, jako vţdycky. To přece vím. ... Ne, nikoho jsme nepotkali. ... Ne, ţádný chlapy. 25
... Ne, určitě ţádný černý bundy. ... Pošli smsku za pět šest. Jestli teda fakt chceš. Vanessa přichází, sedá si mezi ty dva a vráţí do nich. Vanessa
Nepřítel se blíţí!
Justýna
Ne, mamko, neměj strach. ... Prostě jedna moje známá.
Vanessa
Ahoj mami!
Justýna
Tu neznáš. A přestaň uţ. Tak zatím, mami. Poloţí telefon. Otrava otravná!
Marcel
Jaký nepřítel? Kde teda jsou?
Vanessa
Všude, nevidíte je. Ale jsou tady.
Justýna
Umíš stojku na hlavě? Vanessa udělá stojku. Pojď, Marceli. Vanessa ve vodě.
Vanessa
Otevřeš oči. Vidíš jenom černo. Hledáš aspoň trochu světla. Ale zůstává temno. Protoţe ti to všechno teče do nosu a do pusy. Tma, ţádný vzduch. Hledáš svoje poslední slova. Můţu něco říct? Uslyší mě někdo?
Marcel
Ty´s uţ umírala?
26
Vanessa
Já umřu hodně rychle. Ty se můţeš líp připravit. Měl bys říct něco, co zapůsobí, něco, co tvým kamarádům změní ţivot.
Justýna
Mám tě tam hodit ještě jednou, blbko? Nebo mě tam hodíš ty? Troufla by sis? Vanessa a Justýna ve vodě.
Vanessa
Zachránila´s mi ţivot.
Justýna
Kecy. Já taky neumím plavat.
Vanessa
Hodila´s mě tam a vytáhla mě ven.
Justýna
Zítra si to zopáknem?
Marcel
Nechci se utopit. To by pak nikdo neslyšel, co říkám. Chci spadnout ze stromu. Nebo z naší střechy. Na záda. S otevřenou pusou.
Justýna
Chci být pohřbená v otevřené rakvi. Abych pak mohla ještě ven, kdyby bylo třeba. A kaţdej by na mě mohl házet květiny.
Vanessa
A písek.
Scéna 4: Vanessa vyšplhala vysoko na strom. Justýna a Marcel se dívají a komentují to. Marcel
Ona skočí!
Justýna
Splašila se. Ta kobyla se zase splašila.
Marcel
Je nebezpečná. Kopla paní učitelku.
27
Justýna
Hele. Háţe hřívou. Potřásá hlavou. Dupe nohama, botama s ţeleznýma špičkama. Funí a řehtá.
Marcel
Mlčí. Ta skočí.
Justýna
Tak skoč, ty herko. Tak dělej, skoč! Proč neskáčeš? Netroufáš si? Tak skoč, ne? Tak skoč!
Marcel
Tak skoč přece! Skoč!
Justýna
Zas nic. Škoda.
Marcel
Ještěţe neskočila.
FILM 3
PŘÍJEZD KE ŠKOLNÍ BRÁNĚ, VÝSTUP Z AUTA.
Scéna 5: Marcel a Justýna, u Justýny. Skladiště zbraní. Justýna
Nesmím jít ven. Viděl to, náš otec. Všechno zjistil.
Marcel
Bábi brečela. Má strach ze Shanyi.
Justýna
Naše máma brečí kaţdej večer.
Marcel
Oni mají strach i ze mě, si myslím. Protoţe nic neříkám. Nemám jim co říct. Chci se prostě odplíţit. Do roţku pokoje. Nebo do skříně. Nebo na zahradu, do domku na nářadí, za motorovou pilu. Kdyţ zavolají o pomoc, prostě zůstanu tam.
28
Justýna
Já nesmím mít ţádný vojáčky, bojový tanky ani válečný letadla. Ani vyrábět praky, ani střílet na pouti. Můţu mít jenom jeden model vrtulníku Sea King, to je všechno. Ty pomáhají obyčejným lidem. Nebo letoun Hercules, ty shazujou jídlo hladovým Afričanům. Ale kdyţ přijde nepřítel, tak budou Sea Kingy a Herculesy přece taky bojovat, ne? Nad tím nepřemýšlí, náš otec. Táta mojí nejlepší kamarádky, to je opravdovej voják, pracuje u armády. Dřív byl u speciální jednotky, ale teď pracuje na nějakým úřadě, protoţe ho bolej záda. Kdyţ jdu s kámoškama na procházku do lesa, počíhá si na nás a přepadne nás ze křoví. „Tady jsou, Amazonky!“, křičí. My se vţdycky hrozně vylekáme, ale taky nás to dost zoceluje. Bojuje pak s náma všema zároveň. Máme škrábance a modřiny na celým těle a jsme na to hrdý, vzájemně si je ukazujeme. A jemu taky, vţdycky obdivně přikyvuje, generál.
Marcel
Dinosauři. Můj děda a moje babička jsou dinosauři. Ţijí jenom proto, aby vyhynuli.
Justýna
Generála bolí záda, ale nikdy to nedá najevo. Já a moje nejlepší kámoška nakupujeme spousty modelů stíhaček a taky bombardérů. U něj v garáţi je pak dáváme dohromady. Kdyţ se mě otec ptá, kde mám kapesný, říkám, ţe jsem prostě všechno promlsala. Jenţe teď otec tu naši armádu objevil. Vzal mě k mojí kámošce, prý aby mi udělal radost. A ona se hned přišla pochlubit, jak natřela svůj nejnovější letoun. JSF X-35, ten typ si pamatuju doteď. Věděla, ţe se to mýmu otci vůbec nelíbí. Myslím, ţe to udělala schválně. Její otec se přidal k nám. Provokativně se ušklíbal. Ti dva stáli půl hodiny proti sobě a křičeli na sebe. Náš otec ho popadl a generál spadl na zem. Zůstal leţet, chytil se za záda a zavolal si sanitku. Od té doby uţ s otcem nemluvím. Teď je u sebe v pokoji, matka mu donesla kousek dortu. A já uţ nemám ţádnou nejlepší kamarádku.
Marcel
Vanessa má pravdu. Tohle je válka. A oni jsou ten nepřítel.
Justýna
Ta holka je docela v pohodě. Ty máš nějakej plán? 29
Marcel
Ne tak úplně.
Justýna
A?
Marcel
Povolit šrouby v celém domě. Kredenc padá otevřená, celá kuchyň plná cukru a kafe. V obýváku vypadávají kníţky ze skříně. Jedna po druhé, nečekaně. Přímo vedle bábi, klepne ji z toho pepka.
Justýna
Ledničku nastavit na plný obrátky. Všechno jídlo jim zamrzá. Nebo naopak na nejniţší, všechno plesniví. Nic není jedlý a supermarkety mají zavřeno. Zbydou jim maximálně hnusný pizzy z večerky.
Marcel
Povolit kolečka u topení. Jde do něj vzduch, všechno pulzuje, kape z něj voda a uţ nikdy nebudou mít doma teplo. Jako ve strašidelném domě.
Justýna
Pootevřít všechny marmelády. Vypadnou jim z ruky, kdyţ si budou chtít namazat chleba. Všechno lepí a všude jsou střepy.
Marcel
Poničit pojistky. Topinkovač exploduje. Nebo varná konvice. Nebo ještě hůř – pračka. Nebo úplně nejhůř – televize. Nikoho nenapadne, ţe si umíme hrát s elektřinou.
Justýna
Otrávit psa jedem na krysy. A pověsit ho na šňůru od prádla. V noci.
Marcel
U tebe nebo u mě?
Justýna
Já uţ jsem začala. Dneska v noci jsem přesunula veškerej nábytek. To je fakt vyděsilo! Prostě barák, kterýmu povolujou nervy.
30
Scéna 6 Vanessa
S našima je to úţasnej příběh. Dva slušní a rozumní lidi, láska na první pohled. Chtějí hromadu dětí, určitě osm. Koupí obrovskej hrad, ten zchátrá, ale můj bohatej děda všechno zaplatí. Vţdycky všechno zaplatí. Narodí se můj nejstarší brácha a brzy po něm nejstarší ségra. Celá rodinka je přijede obdivovat, na hradě je vţdycky spousta lidí, ve všech pokojích strýcové a tety, bratranci a sestřenice a taky jejich kamarádi. I kdyţ jsou prázdniny dlouhý, utečou jak voda. Narodí se další ségra a zanedlouho po ní já. Moje babička se pořád bojí, protoţe sestra mojí mámy má mongoloidní dceru. Ale i tak se slaví, skoro celej rok. To mi vyprávěli aţ zpětně, protoţe jsem byla moc malá. Nikdy jsem si ničeho nevšimla. A pak je na cestě další dítě, pátý. Moje máma se necítí vůbec dobře, děcko ji kope uţ od třetího měsíce, coţ vlastně ani není moţný. Narodí se monstrum, kluk, strašně těţkej, příšerně vrásčitej, furt hrozně řve.. Monstrum roste a roste, v roce a půl vytrhá mříţe u postýlky, kdyţ jsou mu tři, uškrtí kočku. Nikdo uţ u nás nepřespává, všechny děsí. Nejstarší brácha a ségra chodí do drahé internátní školy na druhým konci země, dědoušek cáluje moc rád a prázdniny tráví s ním na jachtě. Hrad je najednou velkej aţ moc. Večer sem chodí divní hosti, v koţených vestách, motorkáři bez motorek. Jsou to jediní kamarádi našeho monstra, koukají se na videa, kde po sobě všichni střílí, dokud nevystřílí všechny náboje. Další ségra jde bydlet k tetě, k té, co má toho roztomilýho mongola, prý to má od ní blízko do školy, nebo to aspoň říkají. Jen já tu zůstávám sama, naši uţ se mě netroufají ani dotknout. Zajímají mě divný věci. Loupeţníci, středověký mučící nástroje a latina. Jsem nebezpečná, krví zabitých králíků píšu na zeď básničky. Vyhledávám hádky s mým obludným bratříčkem a jeho retardovanýma kamarádama. Začne pak brečet a něco rozmlátí. Mě zmlátit nemůţe, na to je moc slabej. Naši vţdycky viní mě, to je jednodušší. Jednoho dne uţ toho mám plný zuby. Vykoupu se v korytu u koní, na zdi napíšu ještě jednu básničku, zaříznu ještě pár králíků. Na cestu. Zapálím to tady a odjedu.
31
Ještě pořád nikdo neví, co jsem zač. Jsem problémový děcko, pořád zdrhám.
Scéna 7 Marcel a Vanessa u Marcela Vanessa
Oblíkáš si hadry tvojí ségry? Nebo si hraješ s jejíma barbínama? Proto se nesmím dívat?
Marcel
Myslíš, ţe jsem ještě malé dítě, co?
Vanessa
A nejseš?
Marcel
Ne, jsem lovec velryb. Věším tady maso na vysušení, v dlouhých pásech. Smrdí to a já jediný to vydrţím.
Vanessa
Schoval´s tam někoho? Svoji mongoloidní ségru třeba. Smrdí to teda hrozně, to jo. Ale ne po velrybách.
Marcel
Ty si fakt myslíš, ţe můţeš všechno, co se ti zachce. Neděláš si hlavu z nikoho a z ničeho.
Vanessa
Co je v té smradlavé krabičce?
Marcel
Takové kaktusy, chrání mě, kdyţ spím.
Vanessa
Ale moc to stejně nefunguje. Nic jsem necítila.
Marcel
Funguje to jenom v noci.
Vanessa
A ta krabička?
32
Marcel
V té je andělíček, se zlatými křidýlky. Dříve stával dole na krbové římse, na porcelánovém sloupku. Dokud ho děda uprostřed noci nesrazil. Říká, ţe byl náměsíčný. Opovaţ se to otevřít!
Vanessa
Malej pták! Moc dlouho není mrtvej, zhruba pět dní, ne? Marceli, kdyţ zabíjíš zvířata, tak si je nesmíš nechávat u sebe. Co je mrtvý, je mrtvý a musí to zmizet. Navţdycky. Ten smrad uţ odsud nedostaneš. Nebo´s to udělal schválně? Abys vyhnal prarodiče navţdycky pryč? Pak je to v pohodě.
Marcel
Není mrtvý. Koukni na ty červíky. Koukni na tu plíseň. Kaţdý den vypadá jinak, to přece nemůţe být mrtvý.
Vanessa
Jak dlouho si ho ještě chceš nechat u sebe?
Marcel
Dokud nechytím většího ptáka.
Vanessa
Opravdový mrtvoly vypadají úplně jinak. Nenechají je ani nikdy leţet na slunku. Dost by smrděli, ti tvoji prarodiče. Ještě není nic cítit? Neměl by ses jít podívat?
FILM 4
MATKA SI VYBERE PENÍZE, BATOLE SE OCHOMÝTÁ KOLEM SLOUPU, PAK ODCHÁZÍ SPOLEČNĚ PRYČ
Scéna 8 Justýna a Vanessa „v márnici“. Vanessa
Uţ nepoznáš, jestli je to chlap nebo ţenská. Obzvlášť, kdyţ jsou staří. Prsa těch ţenských jsou ochablý, chlapům se udělají velký faldy. Většinou.
Justýna
Je tady pěkná zima, v takové márnici. ... 33
Znáš tady někoho? Vanessa
Znám je všechny. Chodím se sem kaţdej večer únikovým východem. Je tady klid. Nikdo tu po mně nic nechce. Pojď blíţ. Uţ se přece nehýbou. Netroufáš si, co? ... Bojíš se, ţe? ... Šáhni si, jsou jako z plastelíny. Jenom hlava je tvrdá jak kámen a nemají vrásky. I kdyţ je jim devadesát.
Justýna
Mají dost dlouhý nehty na prstech. A stojí jim chlupy, hýbají se. Ten támhle, jeho břicho, nějak se chvěje. Mizím odsud!
Vanessa
Jsou mrtví. Opravdicky mrtví, navţdycky. Zestárli a úplně sešli. Můţeš se jich klidně dotknout. To uţ figuríny v obchodě vypadají víc jako opravdický lidi, mrtvoly uţ opravdový nejsou. No tak.
Justýna
Uţ jsem tady byla. Uţ jsem tady málem byla. Přidusila jsem se mrkví. Úplně jsem zbledla. Máma mě poloţila na stůl, sloţila mi ruce na hrudník a chtěla mě vynést ven. Já jsem ale pak začala kašlat, stejně jako sněhová královna ve skleněné rakvi. ... A teď po nás určitě vyskočí, ţe?
Vanessa
To je jenom v hororech. Tyhle mrtvoly začnou akorát smrdět. Kdyţ vypneme mrazák.
Justýna
Vyskočí po nás. Pijí krev holčiček, jako jsme my. My jsme je probudili. Otisk mojí ruky uţ tu zůstane navţdycky a podle něj mě poznají. Ne, ţe bych se bála. Ale moţná z toho policie udělá otisky prstů.
Vanessa
Všechny ty ubohý děti a vnoučata tyhle mrtvoly líbaly na čelo. To je mnohem hnusnější. 34
Justýna
Ty nevíš, co´s začala.
Marcel
Zdálo se mi, ţe jsou babi s dědou mrtví.
Vanessa
Kdyby byli mrtví, určitě by leţeli tady.
Justýna
Ona tady zná kaţdýho.
Vanessa
To je něco jinýho neţ mrtvej ptáček, co, Marceli? Vypneme mrazák a tady to začne všude smrdět. Jejich těla se roztrhnou a jejich vnitřnosti se rozletí na všechny strany.
Marcel
Umřeli, aby se zbavili svých starostí. Teď uţ nemají ţádné nepřátele.
Justýna
Vypadá, jakoby chtěl otevřít pusu.
Vanessa
Celý město zdrhne před tím smradem. Bude to horší neţ nějaký velryby. Nepřítel se dá na útěk.
Justýna
Mizím odsud.
Marcel
Všechno je klidné. Nic neslyším. A pak je tu hmyz. Malé mušky, ale jsou pořád větší. Vylézají z jejich hlav. Z jejich vlasů. Z jejich očí, uší. Bzučí pořád hlasitěji, je to ohlušující. Snaţím se utéct. Pak zakopnu nebo uklouznu. Je to úplně odporné a strašně to bolí.
Vanessa
A pak přijedou s buldozery a všichni budou mít na obličeji bílý masky. Nebo se nestane vůbec nic a pak budeme vítězové my.
Marcel
A pak se vzbudím. Rozsvítím světlo a zase ho zhasnu.
Vanessa
Justýno, přijdeš ještě?
35
A ty se ráno určitě podívej, Marceli, jestli se tví prarodiče ještě probudili. Marcel
Zítra zase tady?
FILM 5
BĚHEM SCÉNY 9–12: PARKOVACÍ DŮM, SCÉNY V NÁKUPNÍM CENTRU (PŘÍCHOD, VÝTAH, HRAČKÁŘSTVÍ, KOJENECKÉ ZBOŢÍ, ÚNOS, ROZDĚLENÁ OBRAZOVKA → ÚNOS A ODCHOD, ŢELEZNICE)
Scéna 9 V nákupním centru. Marcel a Justýna se hádají. Marcel
Jela jsi s ní na kole na druhou stranu města! Přelezly jste ostnatý drát u kasáren! Vloupaly jste se do policejních stájí! Protoţe ti řekla, ţe to máš udělat. Ona je šílená, pamatuješ? Šílenost je nakaţlivá!
Justýna
Ty si netroufáš na nic. Dokonce ani zabít mloka. Spadneš ze schodů ţelezničního mostu, z toho tvýho strašnýho kola a utíkáš ufňukanej domů. A mimochodem, ona je moje kámoška a ty za náma nebudeš furt dolízat. Seš tak nudnej, ţe občas zapomínám, ţe tu vůbec seš. Dívám se a nic nevidím.
Marcel
Vloupal jsem se do pokoje mojí ségry a šlohl jí deník. Nechtěj vědět, co v něm je. Ona ví, ţe jsem ho schoval, ale já nic neřeknu. Vím o ní teď všechno a můţu to říct všem, kdyţ budu chtít. Ochutnala moji krev. Ukradl jsem její duši.
Justýna
Zítra taky nepůjdu do školy. A pozítří taky ne.
Marcel
Já nepůjdu celý týden. Uţ jsem se rozhodl. 36
Justýna
Budou tě hledat.
Marcel
Tebe taky. Ale mě nenajdou. Nikdy. Vanessa přichází
Vanessa
Co to tam máš?
Marcel
Nic. To je moje. Justýna sebere deník a dá ho Shanye.
Vanessa
čte „Zase jsem stála opřená o zeď, tak jak to umím jenom já. V těch těsných dţínách a s vlasama přes oči. Řekni mi něco. Prosím!“ To ´s psal ty, Marceli?
Marcel
Ne, to je mojí ségry.
Justýna
Říká, ţe ne, ale já myslím, ţe kecá.
Marcel
Dej to sem! To můţu číst jenom já!
Justýna
To říkají všichni. Ty právě nesmíš číst vůbec nic.
Vanessa
Tohle taky ujde. „Sára uţ si mě vůbec nevšímá, od té doby, co je zabouchlá do Jorise. Mě takoví namyšlení pitomci vytáčí. Protoţe dostává drahý hadry, myslí si, ţe můţe všechno. Zítra vezmu do školy nůţky. Během tělocviku mu rozstříhám gatě a ten jeho drahej svetr. A nachčiju mu do těch nových bot. Sára je moje kamarádka. Ale kdyţ se do mě zabouchne Thomas, tak můţe mít Sára Jorise.“
Marcel
Tak vidíš, ţe je to mojí ségry.
Vanessa
To by pro mě byla dobrá kámoška. Jdeme za ní, Justýno? 37
Marcel
Mojí ségře je z tebe zle. Vanessa dá deník Justýně.
Justýna
„Náš Marcel má divný kamarády. Třeba ta holka s motorovu pilou. Málem nám všem uřezala nohy. Je hnusná, nechápu, co na ní Marcel vidí. Ale to je jeho problém. Jenom si nepřeju, aby na mě mluvila.“
Vanessa
Ukaţ mi to ještě jednou. Deník spadne na zem.
Marcel
Blbečku!
Justýna
To nebylo naschvál.
Scéna 10 Někde v nákupním centru. Marcel, Justýna a Vanessa komentují okolí. Vanessa
Támhle ta holka se na tebe celou dobu dívá.
Marcel
Neukazuj. To je ona, moje ségra. Máme mírovou dohodu. Můţu se na ni dívat, ale nesmím s ní mluvit a ona se mnou. Můţu na ni dělat ksichty, ale nesmím na ni ukazovat. Usmíváme se na sebe jenom kdyţ není nikdo poblíţ.
Justýna
Zmalovaný tlustý krávy. Koukají se, ale vidět nás nechtějí. No dobře, my je taky nevidíme. Mám s sebou takovej malinkej prak, můţu jí to namířit do oka.
Marcel
Nech toho. Uţ mě viděla. Justýna střílí. 38
Scéna 11 V obchodě s modely autíček. Vanessa
Sestavíme stovky těch letadel. Tak napadneme nepřítele. Jeho uši, jeho oči, pusu, nos, pupek a jeho zadek. Vepředu mají hodně ostrý hroty. Jsou smrtelný.
Marcel
Hlavně je pomalovat správnou barvou, správným odstínem. A kdyţ nám ještě zbyde, namaskujeme se taky jako vojáci.
Justýna
Tady píšou: „Maximálně dvě děti zaráz.“ Marceli, musíš pryč.
Vanessa
Nejdřív něco šlohnem. Vezmou plechovky s barvou.
Scéna 12 V obchodě s věcmi pro miminka. Justýna
Tady nic nemají. Kojenecký láhve a kočárky.
Vanessa
Mám malýho bráchu.
Justýna
A kde je? Taky v děcáku.
Vanessa
Chci malýho bráchu.
Justýna
Já velkýho. Aby mě chránil. Můţeš mít našeho malýho, musím ho přece pořád tahat s sebou. 39
Marcel
Podívej se kolem sebe. Je tu dost dětí. Jedno si vem!
Justýna
To jsou prťata.
Vanessa
Chci nějaký bez matky. Chci se o něj starat sama. Umím to. Kdyţ teda nebude moc brečet.
Marcel
Moje ségra převrhla kolíbku, kdyţ jsem byl ještě malý. Ještě nikdy nedostala takový výprask.
Vanessa
Chci armádu malých bráchů. A jak začnou chodit, budou se hned učit jezdit na koni. Nebo na ponících.
Justýna
Pojď, vezmeme si je. Můţeme si s něma dělat, co chceme, protoţe hned všechno zapomenou, mrňousové.
Marcel
Nejdřív zahnat jejich matky.
Justýna
To není třeba. Ti prcci utečou pryč sami. Támhle zrovna volá jedna matka. Vidíme její děcko, ale ona ne.
Vanessa
No tak, Marceli. Ty seš nejmladší, vypadáš z nás nejslušněji. Vezmou dítě a odchází.
Scéna 13 Vanessa a Justýna netrpělivě vyčkávají Marcela. Vanessa
Jestli Marcel nepřijde, tak jsme v háji. Povolali celou armádu. Všude jsou policejní majáky, houkačky a nebezpeční psi. Ale teď to přestalo.
40
Justýna
Moje máma brečela, kdyţ mě viděla. Musela jsem se vysvléct do naha. To po mně nikdy nechce. Ţe by něco věděla? Ţe by se bála, ţe dostanu od našeho táty výprask? Protoţe jsou na oblečení červený a hnědý fleky? Vzala jsem fotoalbum a rychle utekla.
Vanessa
Máš u sebe sirky?
Justýna
Ne, spěchala jsem.
Vanessa
Moţná je bude mít Marcel.
Justýna
Je to teď důleţitý?
Vanessa
To fotoalbum. Musíme ho spálit.
Justýna
Ne, ne. To je moje. Je to všechno, co mám. A ničemu to nepomůţe.
Vanessa
To nemá nějak pomoct. Má to ublíţit. Musíme vědět, ţe to ubliţuje nepříteli. Teď ještě ne. Ale později, aţ se tolik nebudou zabývat zmizelýma dětma. Aţ budou chtít vidět, jak dobře bývalo dřív, kdyţ ještě bylo všechno v pořádku.
Justýna
Budeš mi ho muset sebrat.
Vanessa
Všechno. Chci všechno spálit.
Justýna
Bez sirek určitě. Můţeš je roztrhat na kousky. Ty mýho bráchy. Na nich jsou stejně jenom vysmátý ksichty. Ty svoje si nechám.
Vanessa
A tvůj otec? A tvá matka? A tvůj kmotr a tvá kmotra? Kdyţ byli ještě mladí a krásní? Ty si můţu vzít?
Justýna
Ty si nevezmeš nic.
41
Scéna 14 To stejné místo, o chvilku později. Marcel přichází, lapá po dechu. Vanessa
Takţe tě nechali jít.
Marcel
Neví, ţe jsem pryč. Nechal jsem v pokojíčku zapnutou hudbu. Vylezl jsem oknem. Mám s sebou sirky.
Vanessa
A s tím máme přeţít? S jednou krabičkou sirek? Zítra budeš muset jít nachytat k jídlu nějaký holuby. Marcel škrtne několika sirkami Nech toho! Nebo nebudeme mít vůbec nic!
Justýna
Chce spálit moje fotky.
Marcel
Copak jsme se nedomluvili?
Justýna
Nedomluvili jsme se na ničem. Já jenom chci, aby se báli. Oni uţ se bojí. Nikdy předtím jsem je neviděla tak moc se bát.
Vanessa
Mají strach z nás. Neví, kde jsme nebo co zrovna děláme. Ty sirky, Marceli! Neţ je všechny vyškrtáš. Marcel podává sirky. Vanessa hází do ohně fotky, které dostala od Justýny.
FILM 6
STROBOSKOPICKÉ OBRÁZKY DŮKAZNÍHO MATERIÁLU
42
Scéna 15 Vanessa drţí fotoalbum Justýny Vanessa
Jsem si jistá, ţe je v něm fotka mýho bratříčka. Obludka s vrásčitým ksichtem a obrovskýma bulvama. Tady, to je on.
Justýna
Ne, to není pravda. To je strejda, kterej mě brával na skály v Ardenách. S lanama a v pohorkách. Z jedné takové skály spadl. A na smuteční oznámení jsme měli jen tuhle fotku, s vrásčitým ksichtem.
Marcel
To je moje máma, to je můj táta. Někde na prázdninách, kdyţ to ještě měli v hlavě v pořádku. Ale taky nevypadají úplně šťastně. Můţu si ji nechat, Justýno?
Justýna
To je moje máma! A můj táta! Ty mi brát nebudeš! Nikdo mi je nebude brát! Obzvlášť ne ty! ... Nenávidím tu fotku. Dívám se na ně, jako bych je viděla ráda. Nenávidím všechny fotky, na kterých jsem. Měli mě nechat na pokoji. Na všech jsem ošklivá. Pot nebo písek nebo zmrzlina na obličeji. Hrůza.
Vanessa
Pot, písek nebo zmrzlina na obličeji. Hrůza. Vanessa a Justýna bojují.
Justýna
Teď nás slyšeli.
Marcel
Kdo by nás tady hledal?
Justýna
Všichni nás teď hledají. Všichni jsou nepřátelé. Můj táta je všechny zakopal na zahradě, všechny moje vojáčky a letadýlka.
Vanessa
Vstanou, vynoří se ze země a zapálí váš dům. I s tvým otcem uvnitř. Tvoje matka ještě stihne utéct. Nikdo uţ tě nebude hledat. Půjdeš se 43
mnou. Do děcáku. Daleko odsud. Tam, kde nás nikdo nezná. Marceli, ty půjdeš taky s náma. Pojedeme tramvají, pak autobusem a pak vlakem. Kaţdej zvlášť a potkáme se aţ tam. V jiným městě. Náš malej bráška tam bude taky. Scéna se rozsvítí, jsou nalezeni.
Scéna 16 Výslech. Vanessa
[Je to tvoje bunda?] Ne, není moje. [Ostatní říkají, ţe je tvoje.] Všichni ostatní lţou. Nikdy nenosím bundu. Určitě ne špinavou.
Marcel
[Kde?] V lese. V parku. [Kdy?] Celý den. [Ostatní říkají, ţe jste byli večer doma.] Ne, byli jsme tam bez jídla a pití. [Chtěli jste tam zůstat celou noc?] Ano, chtěli jsme tam přespávat i další noci. [Měli jste z něčeho takový strach, ţe jste nechtěli domů?] Ne. Jenom chvilku. Kdyţ jsme slyšeli houkačky.
Vanessa
[A o těch skvrnách od barvy nevíš taky nic?] Ne, nehraju si s barvama. [Jak se tam teda objevily, asi úplným omylem?] Ne, úplným omylem taky ne. [Takţe přece je tvoje.] To neříkám. Říkám, ţe nemám ţádnou bundu. Snaţíte se, abych řekla, co chcete. To dělají všichni. Celej můj ţivot. 44
A nesestavuju modely stíhaček, ani nebarvím vojáčky. [Jak víš, ţe je ta barva určená na modely letadel?] Na letadýlka nebo na vláčky. Říkám prostě něco. S takovou barvou si asi nevymalujete loţnici. Ledaţe byste byl pošahanej, tak si vymalujete loţnici zlatě. Pošahanej nebo divnej. [Víš, ţe o tobě tvoji kamarádi říkají, ţe jsi šílená?] Kteří? Nemám ţádný kamarády. Lţou! [Říkají, ţe všechno spálíš.] Lţou! Nic nepálím, jenom nepořádek. Špínu, kterou uţ nikdo nechce. [A ţe pálíš vojáčky, protoţe by to mohli být nepřátelé.] Pálit vojáčky? Pálit nepřítele? Chtěla bych to umět nebo si na to troufnout. Všechno je to leţ! [Oni naopak říkají, ţe si troufáš hodně] Oni si netroufnou skoro na nic. To se pak nedivím, ţe si myslí, ţe si někdo troufá. Jsou to obyčejní slaboši. [Kdo? Tvoji kamarádi?] Zase se snaţíte, abych řekla, co chcete. Neznám ţádné další děti. Někdy s sebou vezmu někoho do parku. Dělat prostě hlouposti nebo něco zajímavýho. Ale s těma se pak uţ skoro nikdy znovu nevidíme. [Protoţe jsou ty tvoje hry příliš nebezpečné?] Oni si moţná myslí, ţe jsou nebezpečné, poserové. Já ne. Ještě nikdy se u nich nic nestalo. Justýna
[Víš, kde je tvoje další kamarádka?] Která kamarádka? Nemám ţádnou kamarádku. Uţ nemám ţádnou kamarádku.
Vanessa
[Nesnaţíš se všechno moc bagatelizovat?] Co to znamená, „bagatelizovat“? Chcete říct, ţe lţu? Ţe bych věděla o něčem špatném a nechtěla to říct? Ţe něco vím o všech těch dětech, co zmizely? [Moţná ano, pokračuj.] V čem mám pokračovat? Něco Vám řeknu. Poflakujeme se v obchodním centru. Krademe v obchodech všechno moţný, barvu, modely letadýlek a 45
vojáčky. Naháníme matkám strach a ty pak odtama s dětma utíkají. Hrajeme si s těma děckama jako by to byli plyšoví medvídci nebo ošuntělý Barbíny. Sebereme je s sebou a pak je někde necháme. Tohle chcete slyšet? Tak jste to slyšel. Ale nikdo z nás s tím nemá nic společnýho. [Kdo jsou Justýna a Marcel?] Justýna a Marcel, to jsou prostě jedni známí. On šel na procházku s malým děckem nebo aspoň chtěl, ale to děcko nechtělo. A ona šlohla fotoalbum a spálila všechny fotky. Její matka ještě teď brečí. A jestli chcete, řeknu Vám ještě jeden příběh. Protoţe tohle uţ Vás zajímá, ţe? Někdo, kdo Vám povykládá příběh, abyste uţ mohl ten svůj případ uzavřít. Abyste mohl domů a mohl říct svým vlastním děckám, ţe uţ se tu nepotloukají ţádní sígři. Aby mohly říct, ţe je jejich táta hrdina. Pak uţ si navţdycky můţou nechat zdát jenom krásný sny. Marcel
Dlouho bylo úplné ticho a my jsme šli pomalu zpátky ke kolejím. Viděli jsme ho leţet, ale nepřiblíţili jsme se k němu. Utekli jsme pryč, pryč od těch kolejí. A tehdy jsme slyšeli ten pláč. Musel to být on. Nebyl mrtvý. Křičel směrem k nám, chtěl maminku. Stál vzpřímeně. Měl vytřeštěné oči. Velké jako mají Pokémoni. Utíkali jsme dál a jeden o druhého zakopávali. Křičel a my taky. Abychom ten jeho řev neslyšeli. Zastavil jsem se a chvilku jsem mlčel. Ještě pořád brečel po mamince. Holky zmizely, šel jsem domů sám. Na oblečení jsem měl trochu krve, svojí krve, spadla na mě cihla. Nedotkli jsme se ho. Nezranili jsme ho. Utekli jsme, protoţe jsme uţ nemohli snést ten jeho řev. Jenom proto. Ne proto, ţe bychom mu něco udělali. Ještě byl ţivý, v tu chvíli. To jsem viděl. Tím jsem si jistý. Ale z Vašeho pohledu vidím, ţe mi nevěříte.
Vanessa
[Myslím, ţe nám říkáš víc pravdy, neţ si sama uvědomuješ. Tvoji kamarádi všechno přiznali.] Co přiznali? Není co přiznávat. Jenom, ţe se se mnou chtěli vídat, kaţdý den. Já jsem nechtěla. 46
[Ty víš, ţe tě zavřeme.] Zavřete? Já jsem zavřená celej ţivot. Ale vţdycky jsem utekla. Scéna 17 Po výslechu Marcel
Uvidím tě ještě?
Justýna
Proč by ne?
Marcel
Víš, kde skončila?
Justýna
Teď uţ je to na ní. Na té šílené holce.
Marcel
Ty´s to přece taky všechno viděla.
Justýna
A co?
Marcel
Taky´s tam byla.
Justýna
A? Co tím chceš říct?
Marcel
Nic.
Justýna
Ale chceš.
Marcel
Radši bys neměla moc mluvit.
Justýna
Nemám co říct. O čem vlastně? Uţ ti řekli, proč jsme tu museli být. Zapálili jsme akorát pár ohýnků. A pár dní jsme nebyli ve škole. To je všechno. Trocha záškoláctví, trocha znečištěnýho ovzduší. A vypadá to, ţe se ztratilo další dítě. Viděli někoho v černé bundě.
Marcel
Nemůţou nás zavřít. Děti se nesmí zavírat.
Justýna
Uţ nechci být dítě, uţ dlouho nechci být dítě.
Scéna 18 O deset let později. Konverzace na chatu mezi těmi třemi „kamarády“. Marcel
My tady přece nesmíme být.
Vanessa
Nikde přece nejsme. Ty seš tam, kde seš, já nevím, kde. Já jsem tam, kde jsem, ty taky nevíš, kde. A Justýna je ještě úplně jinde.
Justýna
Jak´s nás našla? 47
Vanessa
Je to důleţitý?
Marcel
Pořád seš ve vězení?
Vanessa
Jo, ale mám to tady pod palcem. Dělají všechno, co řeknu. Jsem tady nejchytřejší a nejkrásnější, a proto si nikdo netroufne mi odporovat.
Marcel
Já studuju. Biologii. Uţ mám skoro titul. Ještě rok. Pak dostanu práci.
Vanessa
Kde teď seš?
Marcel
To nesmím říct.
Vanessa
Určitě v Austrálii. Tam posílají všechny zločince. Ale dávej bacha. Moţná máš nový jméno, ale nemůţeš se pořád schovávat.
Justýna
Taky se budeš muset schovávat, Vanesso. Nemysli uţ na to, co se tehdy stalo. Kdyţ na to začneš myslet, všechno začne nanovo. A bude to ještě horší.
Vanessa
Chci mít kluka a pak chci dítě. To je všechno. A někoho, kdo si za mnou přijde pokecat. Někoho, komu budu moct říct všechno. Aniţ by napsal zprávu o mé „společenské přizpůsobivosti“. Prostě si popovídat, nechat se pozvat na dobrý jídlo.
Justýna
Lidi od novin se mě pokusili najít. Ale nesměli se mnou mluvit. Chtěli za to i dobře zaplatit.
Vanessa
Můţou se stavit za mnou.
Marcel
Nikdy mi nevěřili.
Vanessa
Čekal jsi snad něco jinýho? Byli jsme dost velcí na to, abychom mazali do vězení, ale moc malí, aby poslouchali, co říkáme. Mysleli, ţe děti jako my, pochází z jiné planety.
Justýna
Řekla jsem, ţe bych chtěla něco povědět jeho matce. Tehdy se dost naštvali. Uţ jsem jim o to nikdy znovu neřekla.
Vanessa
Co bys jí asi tak řekla?
Justýna
Co se fakt stalo.
Vanessa
Co se teda „fakt stalo“? Ty to víš?
Justýna
Ţe jsme ho viděli jako poslední. Ţe jsme po něm házeli věcma, ţe spadl. Ţe zůstal leţet a ţe jsme šli pryč. A ţe tam později přijel vlak a ţe uţ jsme nic neviděli ani neslyšeli.
Vanessa
To jim dítě nevrátí.
Justýna
Taky jsem na tom nikdy netrvala. Stejně jsem většinu zapomněla. Od té doby se ještě ztratily další děti. Zatímco jsme my byli ve vězení. 48
Marcel
Pykáme za všechny ztracené děti. Ať uţ ţijí v Anglii, ve Francii, v Belgii nebo v Austrálii. Vţdycky musí někdo pykat a asi je to tak správně. Oni věděli, ţe seš nebezpečná, Vanesso. Donutili tě říct, ţe jsme tvoji kamarádi.
Vanessa
Copak jste nebyli moji kamarádi?
Marcel
Byli, ale ne velcí.
Vanessa
Zítra můţu na pár dní ven. Prý abych si teda našla kluka, ale vysmívají se mi. Stejně jenom ţárlí.
Marcel
Jdu se zase učit. Uţ se mnou nikdy nezkoušej mluvit, Vanesso.
Justýna
Se mnou taky ne. Jdu do nákupního centra. Se synem. Zítra mu budou tři roky. Chce malý letadlo, vojenský.
49
4 De vertaling van ´Bulger´ op de basis van Dagmar Knittlová´s boek ´K teorii i praxi překladu´ Als we van plan zijn om een tekst te vertalen, kunnen we tussen twee hoofdprincipes om precies te zijn tussen de theorie van Jiří Levý en de theorie van Dagmar Knittlová kiezen. Zoals eerder vermeld, of houden we ons aan de theorie van Jiří Levý en blijven zo veel mogelijk aan het origineel trouw of kiezen we de theorie van Dagmar Knittlová en wel de pragmatische vertaling. Daarbij bemiddelen we de lezer of de toehoorder de originele tekst met inachtneming van de principes van de taal van de vertaling (in ons geval van het Tsjechisch). Als we zo veel mogelijk aan de originele tekst trouw zouden willen blijven, zou het kunnen gebeuren dat de vertaalde tekst halsbrekend zou kunnen klinken. Dat is, zoals eerder gezegd, vooral voor de theatertaal ongeschikt. Niet alleen daarom heb ik de theorie van Dagmar Knittlová gekozen. De vertaling neem ik namelijk als een proces van het zoeken van de geschikte equivalenten waar. Deze equivalentie betreft verchillende niveaus die Dagmar Knittlová in haar beok K teorii i praxi překladu (2000) bespreekt. Het gaat om het lexicale niveau, het grammaticale niveau en het tekstuele niveau. Elk van deze niveaus heeft weer verschillende subniveaus. De tekstuele equivalentie betreft de organisatie van de tekst, de informatieve stuctuur, coherentie en cohesie56. Omdat in het algemeen aangenomen wordt dat de theaterdialogen op elkaar aansluiten, kan die voor een dramavertaling als irrelavant beschouwd worden. Maar omdat in Bulger (2006) de hoofdpersonages kinderen spelen die niet altijd op elkaar reageren, heb ik die in een hoofstuk wel besproken. De grammaticale equivalentie vind ik voor de dramavertaling niet zo relevant daarom besteed ik aan die in geen apart hoofdstuk. Toch wordt de grammatica le elementen in andere hoofdstukken besproken (zie bijvorbeeld de intonatiepauzes in hoofdstuk 5.1 De informatieve structuur van de tekst of de de verleden tijd in de tussentaal in hoofdstuk 6.1. De vertaling van de Vlaamse uitdrukkingen)
56
Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 96
50
4.1 Vertaling van de titel en de namen Voordat ik met de theorie begin, zou ik nog graag willen uitlggen hoe en waarom ik de titel en de namen heb of niet heb vertaald. Ten eerste een paar woorden tot de vertaling van de titel en van de ondertitel: Bulger is de naam van de peuter die vermoord werd. Omdat hier om een verhaal gaat die naar het reële gebeurtenis verwijst, liet ik de hoofdtitel onveranderd (net zoals de andere vertalers naar het Engels en naar het Duits). De ondertitel klinkt dan ´een ontoelaatbaar verhaal´. Het woord ´verhaal´ heeft een volledige equivalent in het Tsjechisch en wel het woord ´příběh´. Wat dan een beetje moeilijker was, was het adjectief ´ontoelaatbaar´. In het Tsjechisch betekent het ´nepřípustný´ of ´nedovolený´. Deze woorden worden eerder met een situatie verbonden en in zo een geval dan vaker achter een naamwoord gezet. Zo zeggen we bijvoorbeeld To je nepřípustné.´ (´Dat is ontoelaatbaar´ in het Nederlands) of ´Jeho chování je nepřípustné.´ (´Zijn gedrag is ontoelaatbaar.´ in het Nederlands). Het tweede woord ´nedovolený´ wordt dan eerder met de overtreding van wetten verbonden. Zo wordt in verband met dit woord over een binnenrijden van een auto of over een verblijf ergens of over een poststukinhoud etc. gesproken.57 Met het woord ´verhaal´ klinken beide woorden onnatuurlijk. Naar het Engels werd de ondertitel als ´an inadmissible story´ vertaald wat ik wel mooi vond. Maar de vertaling van dit woord naar het Tsjechisch als ´nepřijatelný´ leek me ook onnatuurlijk. Daarom heb ik het synoniem ´verboden´ gekozen (´zakázaný´ in het Tsjechisch) die misschien te eenvoudig klinkt maar wel natuurlijk. Wat de vertaling van de originele namen58 van de personages betreft, heb ik er lang over nagedacht of die wel vertaald moeten worden of niet. De echte kinderovers heetten namelijk Robert en Jon. Bij de keuze van de namen voor Ramses en Justine viel me dus eerst de alliterratie op. Ik vroeg me af of de namen ook anders van belang kunnen zijn. De auteur heeft mij de volgende uitleg gegeven: ´De namen hebben geen speciale betekenis, ik heb ze samen met de acteurs gekozen, omdat ze leuk klonken. Enkel 'Shanya' is een min of meer bewuste verwijzing naar zogenaamd 'foute' namen in Vlaamse gezinnen: Kevin, Kelly, Deborah, enz., namen die veel voorkomen in white trash-milieus - zonder dat ik daar neerbuigend over wil doen.´59
57
Zie de zoekresultaten van het woord ´nedovolený´ in de Google zoekmaschine De originele namen zijn: Ramses, Shanya en Justine 59 Bron: e-mail conversatie met de auteur, 2012 58
51
Omdat de originele namen voor de Tsjechische toehoorder allemaal vreemd klinken een geen ruimte is om zulke verschillen te maken, besloot ik om die wel te vertalen. De tweede reden is ook de doelmatigheid zowel wat het uitspreken en als wat de verbuiging van de namen in het Tsjechisch betreft. Bij voorbeeld in de scène 3 zegt Justine (Justýna) haar moeder dat ze buiten met Ramses (Marcel) is. In het Tsjechisch wordt de naam in dit geval als ´s Ramsesem´ vertaald wat moeilijk uitspreekbaar is en volgens mij ook niet mooi klinkend is. Ik probeerde dus voor de namen geschikte equivalenten te vinden. Omdat in het Tsjechisch ook die trend van exotische namen bestaat en wel vooral bij de sociaal zwakkeren dacht ik aan namen die bij hun te horen zijn. Naast de genoemde naam voor jongens ´Kevin´ krijgen kinderen bijvoorbeeld volgende namen: Vanessa, Charlotte, Nelly, Vivien, Joshua, Antonio, Esmeralda, Mercedes, Brandon, Nikita ezv.60 Voor Shanya heb ik tenslotte de eerste genoemde naam gekozen en wel Vanessa. Hoewel die volgens mij een connotatie met de sociaal zwakkeren meekrijgt, komt hier tot geen vernedering van deze mensen. Een geschikte equivalent te vinden voor de naam van Justine was niet zo moeilijk. In het Tsjechisch bestaat een volledige equivalent en wel Justýna. Om ten minste één van de drie namen gelijk te behouden, heb ik deze naam ook voor mijn vertaling gebruikt. In het geval van Ramses viel me volgende namen op die voor mij en ook in het algemeen met brave jongen verbonden worden: Roland, Vilém, Bedřich, Kamil, Vilém, Jarmil, Benjamin en Marcel. Ik heb de laatste genoemde uitgekozen omdat die volgens mij het meest op de originele naam lijkt en bij de karakteristiek van de personage goed past. Daardoor kreeg ik de volgende drie namen: Vanessa – Justýna – Marcel.
4.2 Lexicale equivalentie Zoals eerder gezegd, heb ik mijn aandacht vooral aan de lexicale equivalentie besteed. In dit hoofdstuk zal ik eerst de volledige en de gedeeltelijke equivalenten bespreken. Vervolgens worden de formele verschillen, de verschillen qua denotatieve en connotatieve betekenis besproken. Dan vermeld ik de epressieve bijbetekenis dat de 60
An. 6, ´Netradiční, neobvyklé jméno pro dítě – 100 tipů´, 2008. [online]
52
vertaling van de vulgarismen en de versterkers betreft, de stilistische bijbetekenis en tot slot bespreek ik de pragmatische verschillen. De equivalentie van de lexicale eenheden of van de uitspraakeenheden is verschillend. Er zijn twee mogelijkheden61: 1. er bestaat wel een equivalentie 2. er bestaat geen equivalentie Als er wel een equivalentie bestaat, kunnen we die dan in drie soorten verdelen. a) de volledige equivalentie b) de gedeeltelijke equivalentie c) er bestaan meer equivalenten
4.2.1 De volledige equivalenten
Tot devolledige equivalenten behoren die equivalenten die in de originele taal en in de doeltaal hetzelfde noemen, d.w.z. dezelfde object, dezelfde eigenschap of dezelfde situatie. Als we bijvoorbeeld over zelfstandige naamwoorden spreken, betenekt de moeder in het Nederlands hetzelfde als matka in het Tsjechisch, mother in het Engels of die Mutter in het Duits. Verder kan het ook om volgende woorden gaan:62 eye: oko (het oog in het Nederlands, die Auge in het Duits), tree: strom (de boom in het Nederlands, der Baum in het Duits) en andere. Dagmar Knittlová noemt de voorbeelden in het Engels en in het Tsjechisch. Omdat deze woorden volledige equivalenten ook in veel andere talen hebben, noem ik hier ook de voorbeelden in het Duits en in het Nederlands.
61 62
Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 33 Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 34
53
4.2.2 De gedeeltelijke equivalenten
Door het cultureel, historisch, sociaal en ook geografisch verschil tussen de originele taal en de doeltaal (in ons geval tussen het Nederlands en het Tsjechisch), komen er het vaakst de gedeeltelijke equivalenten voor. Deze gedeeltelijkheid kan volgende verschillen betreffen:63 a) de formele verschillen b) de verschillen qua denotatieve betekenis c) de verschillen qua connotatieve betekenis d) pragmatische verschillen
4.2.2.1 De formele verschillen De formele verschillen betreffen vooral de aantal van de woorden in de originele taal en in de doeltaal (eenwoordigheid en meerwoordigheid), de expliciteit en de impliciteit en de voorzetselgroepen.64 Het Nederlands hoort met het Engels, Duits, Zweeds, Noors, Deens en IJslands bij de Indo-Europese, respektievelijk bij de Germaanse talen65. Het Engels (en het Nederlands dan ook) is een analytische taal, d.w.z. dat meer analytisiche en meerwoordige uitdrukkingen heeft dan het Tsjechisch. Terwijl in het Nederlands worden bijvoorbeeld meerwoordige uitdrukkingen in de eerste plaats of voor de laatste keer gebruikt, het Tsjechisch heeft er één woord voor: předně en naposledy.66 Hetzelfde geldt ook andersom omdat het Tsjechisch ook analytisch kan zijn. Hier noemt Dagmar Knittlová vooral gevallen waar het Tsjechisch geen equivalent voor het werkwoord heeft dat door conversie van het zelfstandige naamwoord gevormd wordt.67 Dat betreft bijvoorbeeld het woord trapped = lapený do pasti of be benched = sedět na lavici.68 Als ik mijn eigen uitdrukkingen tussen Nederlandse en Tsjechische
63
Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 35 Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 36 65 Černý, J.:´Úvod do studia jazyka´, 1998, p. 54 66 Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 36 67 (mijn vertaling, PM) Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 37 68 (mijn vertaling, PM) Ibidem 64
54
equivalenten bedenk, vallen mij bijvoorbeeld de uitdrukkingen enerzijds en anderzijds in (in het Tsjechisch na jednu stranu en na druhou stranu). Bij het vertalen van Bulger (2006) kwam ik ook dergelijke uitdrukkingen tegen: ▪ een muizenval69= past na myši ▪ de kopstand70= stojka na hlavě ▪ een (chicque) kostschool71= (drahá) internátní škola ▪ etalagepoppen72 = figuríny v obchodě ▪ de kettingzaag73 = motorová pila De meerwoordigheid is verbonden met de expliciteit. De vertalers voegen in de doeltaal informatie toe om meer expliciet te zijn. Het gaat in de regel om informatie die in de originele taal door de context geimpliceerd was.74 Zo komt in de originele tekst bijvoorbeeld deze zin voor: ´En gij moet morgenvroeg wel kijken of uw grootouders wakker zijn, Ramses.´75 Die zou zonder context als volgt kunnen vertaald worden: ´A ty se musíš zítra ráno určitě podívat, jestli jsou tví prarodiče vzůru/jestli se tví prarodiče probudili, Marceli.´ Omdat Marcel het al vroeger over zijn grootouders had en over hun dood sprak, gaat het hier niet over slapen en wakker worden maar over het leven en de dood. Daarom heb ik aan die zin het woord ještě togevoegd om explicieter te zijn: ´A ty se ráno určitě podívej, Marceli, jestli se tví prarodiče ještě probudili.´ Om een ander voorbeeld te noemen, moeten we in de tekst niet lang zoeken. Op de boven genoemde zin van Vanessa reageert Justýna vervolgens: ´Morgen nog eens?´76 In de werkelijkheid vraagt ze niet of Marcel morgen nog eens moet kijken of zijn grootouders wakker zijn maar ze vraagt of ze morgen weer naar het mortuarium samen gaan. (Dezelfde geldt voor dezelfde zin op pagina 12 waar Vanessa vraagt of de drie kinderen voor morgen weer afspreken. Daarom heb ik deze zin als ´Zítra si to zopáknem?´ vertaald). In het genoemde geval heb ik dan een woord toegevoegd. In
69
Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 11 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 12 71 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 18 72 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 21 73 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 25 74 Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 38 75 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 23 76 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 12 en 23 70
55
plaats van ´Zítra zase?´ heb ik de zin als ´Zítra zase tady?´ vertaald wat weer een afspraak oproept. Tot een woordtoevoeging komt ook in de zin ´Ik wil al lang geen kind meer zijn.77´ die gewoonlijk vertaald kan worden als: ´Uţ dlouho nechci být dítě.´ Deze formulering zou volgens mij de toehoorder in de war kunnen brengen. In het Tsjechisch is het namelijk niet duidelijk dat Justine nu al lang groot wil worden en de zin klinkt eerder alsof ze nu nog wel kind is wat niet lang zal duren. Daarom heb ik bij deze zin een deel liever herhaald: ´Uţ nechci být dítě, uţ dlouho nechci být dítě.´ om het woord lang (dlouho in het Tsjechisch) te benadrukken. In de scène 5 spreekt Justine over straaljagers en grote bommenwerpers: ´Ik en mijn beste vriendin, wij kopen massa´s straaljagers, en ook van die grote bommenwerpers.´78 Het is vanzelfsprekend dat meisjes van twaalf geen echte straaljagers en bommenwerpers kopen en dat ze alleen met modellen spelen. Maar omdat het in het Tsjechisch vaker wordt gebruikt en om explicieter te zijn, heb ik aan de vertaalde tekst het woord modely wel toegevoegd: ´Já a moje nejlepší kámoška nakupujeme spousty modelů stíhaček a taky bombardérů. U něj v garáţi je pak dáváme dohromady.´ Volgens Dagmar Knittlová is de vertaler tot zulke toevoeging gerechtigd omdat de uitgebredere versie prettiger om te lezen (of in ons geval om te horen) is. Omdat er dan bij de vertaling tot een uitbreiding van de tekst zou kunnen komen, zou de vertaler anderzijds gebruik van een compressie moeten maken, of met andere woorden zoveel informatie mogelijk moeten uitlaten.79 Bij het vertalen naar het Tjsechisch is het mogelijk bijvoorbeeld de herhaalde woorden van de originele tekst uit te laten. Als de herhaling niet de bedoeling van de auteur is, klinkt die in de vertaling niet natuurlijk. In de scène 0 zegt Marcel: ´De meiskes wilden hem vastbinden en stenen naar hem gooien, de meiskes wilden gem uitkleden en zijn kleren in brand steken.´80 In dit geval is de herhaling waarschijnlijk wel een doel van de auteur omdat Marcel naar de meisjes de schuld verschuift en probeert zichzelf van de misdaad te distantiëren. Daarom wordt het woord meiskes ook twee keer naar het Tsjechisch vertaald. Daarentegen komt er in de uitspraak van Justine in de scène 5 volgende herhaling voor: ´Ik mag geen oorloogsspeelgoed hebben, ik mag geen katapults maken, 77
Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 36 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 15 79 Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 39 80 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 3 78
56
ik mag niet schieten op de kermis. Ik mag één model hebben van een Seakinghelikopter, dat is alles.´81 Hier heb ik de herhaling wel uitgelaten en vervangen door het Tsjechisch woord ani en door het synoniem moci: ´Já nesmím mít ţádný vojáčky, bojový tanky ani válečný letadla82, ani vyrábět praky, ani střílet na pouti. Můţu mít jenom jeden model vrtulníku Sea King, to je všechno.´ Bij de formele verschillen horen nog de voorzetselgroepen. Hier kan ik bij voorbeeld de woordverbinding vaas van porselein83 noemen die in het Tsjechisch als porcelánová váza wordt vertaald en niet letterlijk als váza z porcelánu. Gelijk worden de ´paardenstellen van de politie84´ als policejní stáje vertaald en niet als koňské stáje policie of koňské policejní stáje. Om de natuurlijkheid te behalen kwam hier dus naast de verandering qua voorzetselgroepen ook im verband met het woord paard tot een compressie.
4.2.2.2 De verschillen qua denotatieve betekenis Het semantische verschil qua denotatieve betekenis volgt van de verschillende benaming of van een andere niveau van abstractie in de originele taal en in de doeltaal. De benaamde werkelijkheid is daarbij dezelfde of vervult in de tekst dezelfde functie.85 Als de uitdrukking in de doeltaal in vergelijking met de uitdrukking in de originele taal meer betekenissen heeft, moet de vertaler de bedoelde betekenis door de context specificeren. Daarom wordt in dit verband over een specificatie gesproken. Bij het vertalen uit het Engels gaat het het vaakst om het woord go dat in het Tsjechisch veel betekenissen kan hebben – jít, jet, odjet etc. De vertalers uit het Nederlands kunnen problemen hebben met het woord moeten dat op meerdere manieren kan vertaald worden. Zo komt het volgende in Bulger (2006) voor: ▪
´Ik zal het toch moeten zeggen.´86
▪
´Moet gij niet in uw tehuis zijn...? ´ - ´Ik moet nooit nergens zijn. ´ 87
81
Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 15 zie verder voor de vertaling van het woord oorlogspeelgoed 83 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 5 84 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 24 85 (mijn vertaling, PM) Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 41 86 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 5 82
57
In het eerste geval werkt het modaal werkwoord op een manier waarop we het meest kennen. Deze zin wordt dan vervolgens vertaald: Stejně to budu muset říct. Het woord moeten betekent in het Tsjechisch naast muset ook mít in de betekenis plicht hebben: mít něco udělat. Bij het tweede voorbeeld zien we hoe snel zich de betekenis kan veranderen. In de vraag ´Moet gij niet in uw tehuis zijn?´ gaat het over de plicht. In het antwoord ´ Ik moet nooit nergens zijn.´ gaat het weer om de originele betekenis. Daarom wordt deze dialoog als volgt vertaald: ´Nemáš být v děcáku?...´ ´Nemusím být nikdy nikde.´. Over specificatie gaat het ook bij de vertaling van het woord oorlogsspeelgoed in de al boven genoemde zin: ´Ik mag geen oorlogsspeelgoed hebben, ik mag geen katapults maken, ik mag niet schieten op de kermis.´88 In het Tjsechisch bestaat geen equivalent voor het woord ´oorlogsspeelgoed´ die natuurlijk zou klinken (als hračky s vojenskou tématikou kan wel een afdeling in een speelgoedwinkel genoemd worden maar het wordt zeker niet door een kind gebruikt). Daarom kwam hier ook tot een specificatie en van één woord heb ik drie gemaakt en bij twee ervan nog een adjectief toegoegd: ´Já nesmím mít ţádný vojáčky, bojový tanky ani válečný letadla.´ De adjectieven ´bojový´ en ´válečný´ gebruik ik om de ´oorlog´ bij het woord ´oorlogsspeelgoed´ niet weg te laten. Het tegenovergestelde van specificatie is generalisatie. Die wordt gebruikt als in de doeltaal geen adequate equivalent bestaat voor de uitdrukking in de originele taal. Adequate in die zin dat het voor de toehoorder acceptabel is.89 Zo bestaat in het Nederlands bijvoorbeeld de pindakaas die in het Tsjechisch burákové máslo betekent. Maar omdat het in Tsjechië bijna niet wordt gegeten, kan de vertaler een andere gegeneraliseerde uitdrukking kiezen. In dit geval bijvoorbeeld marmelade of nutella.90 In Bulger (2006) komen gelijke voorbeelden ook voor. Het gaat bijvoorbeeld om woorden: graankorrels en het graan91 en paracommando92. In het eerste geval gaat het om volgende zin: ´En dan kwamen we aan bij de silo’s. Daar liggen bergen met graankorrels. Daar zijn we
in gaan spelen, we sprongen naar beneden en we
87
Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 9 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 15 89 Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 53 90 Deze voorbeelden worden op het Vertaalatelier genoemd dat in mei 2012 in Brno door Veronika Harmsel ter Havlikova begeleid werd 91 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 3 92 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 15 88
58
verdwenen onder het graan. ´93 Deze zin heb ik in het Tsjechisch vervolgens vertaald: ´Byly tam hromady obilí. Šli jsme si do nich hrát, seskakovali jsme dolů a vţdycky zmizeli pod zrním.´ ´Graankorrels´ letterlijk vertaald betekent in het Tsjechisch obilná zrna. Deze uitdrukking wordt slechts door de landbouwers en deskundigen gebruikt94. Gewone mensen en de kinderen vooral gebruiken eerder het gegeneraliseerde woord obilí hoewel het om de hele plant gaat en niet alleen om de korrels. Het woordt het graan heb ik daarentegen wel als zrní vertaald hoewel het in de werkelijkheid obilí betekent. Ten eerste was hier de bedoeling om het woord obilí niet in twee zinnen achter elkaar te herhalen. En ten tweede lijkt me het ook logischer om eerst de soort te specificeren en dan over het graan in het algemeen te spreken. De derde soort van verschillen die de denotatieve betekenis betreffen is het semantisch verband. Het gaat om die gevallen waarbij dezelfde werkelijkheid is vanuit een ander aspect bezien of simpel gezegd met andere woorden beschreven. Zo kan de Engelse zin to tell the truth naar het Tsjechisch als abych nelhal vertaald worden.95 Bij de vertaling van Bulger (2006) heb ik er ook gebruik van gemaakt. Bijvoorbeeld in de zin ´Dat vond ze raar.´96 betekent in het Tsjechisch ´To se jí zdálo divné.´ Die zin heb ik vervolgens vertaald: ´To se jí nezdálo.´ wat volgens mij een klein beetje sterker is en meer met de situatie met verdachte man in een zwarte anorak correspondeert. Van hetzelfde principe maakte ik gebruik bij de vertaling van de zin ´De tweede keer houdt ze zich sterk.´.97 In plaats van ´Podruhé se drţí statečně.´ vertaalde ik de zin als ´Podruhé zatne zuby.´ wat volgens mij (ook voor het regiedagboek) nauwkeuriger is. Gelijk is het bij de zin ´Hij zegt van niet maar ik denk van wel.´98 In het Tsjechisch betekent deze zin letterlijk: ´Říká, ţe ne, ale já myslím, ţe jo.´ Om de taal aan te passen aan de taal van de sprekers (dus van spijbelende en geen brave kinderen) heb ik hier het woord ´jo´ met stilistisch beter klinkende ´ kecá´ vertaald. De vertaling van de uitdruikking ik denk van wel klinkt in het Tsjechisch stilistisch te arm. Analogisch (als het de taalsituatie toelaat) zou ik bijvoorbeeld de zin ´Hij doet alsof hij het niet weet maar ik denk van wel.´ vertalen als: ´Dělá, jakoby to nevěděl, ale já myslím, ţe blafuje.´ Deze zin klinkt dan volgens mij beter dan ´ Dělá, jakoby to nevěděl, ale já myslím, ţe to ví.´ 93
Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 3 zie het trefwoord ´obilná zrna´ in de Google zoekmaschine 95 Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 53-55 96 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 6 97 Tindemans, K.:´Bulger´, 2006, p. 9 98 Tindemans, K.:´Bulger´, 2006, p. 25 94
59
4.2.2.3 De verschillen qua connotatieve betekenis De meeste woorden zijn connotatief neutraal maar die kunnen de speciale bijbetekenis in de tekst krijgen. De connotatieve eigenschappen kunnen dan een overwicht op de denotatieve eigenschappen krijgen. We kunnen twee soorten bijbetekenissen onderscheiden: de expressieve bijbetekenis en de stilistische bijbetekenis.99
4.2.2.3.1 De expressieve bijbetekenis De expressieve bijbetekenis speelt een belangrijke rol voor het uiten van de relatie tussen de sprekende en de genoemde werkelijkheid, voor het uiten van de emocionaliteit. De gekozene taalkundige uitdrukking laat zien hoe de sprekende gezind is. Of hij terveden, kwaad, agressief is etc. De stilistische bijbetekenis dient voor het uiten van de talige laag van de sprekende. Of kan ze zich naar boven begeven en dan spreken we over de archaïsche, poëtische of boekachtige taal of naar boven en dan spreken we over de spreektaal, over het slang of over het vulgarisme.100 Omdat het niet makkelijk is om de talige lagen van de ene naar de andere taal te vertalen, gebruikt de Tsjechische vertaler uitdruikkingen en talige middelen die hij of zij voor de bepaalde situatie adequaat vindt. Hier komen we weer aan de grootste dilemma van de vertaling in het algemeen. Zowel de connotatie als de denotatie is belangrijk om de uitwerking van de tekst bij het vertalen niet te veranderen. De huidige vertalers zijn eerder geneigd tot de nieuwere principes van de vertaling waarbij de rijkheid van de Tsjechische taal gebruikt kan worden. Hier komt tot bepaalde veranderingen binnen het kader van de syntaxis en van de woordkeuze. Desalniettemin moeten daarbij altijd de adequate middelen gekozen worden.101 Wat de expressieve connotatie betreft, kan er gebeuren dat een emotioneel neutrale uitdrukking in de originele taal wel een emotioneel gekleurde uitdrukking in de doeltaal wordt. De keuze hangt van de context en van het subjectief gevoel van de vertaler af. Zo kan bijvoorbeeld het Engelse woord light naar het Tsjechisch als světlo 99
Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 55 Ibidem 101 Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 57 100
60
maar ook als světýlko vertaald worden. De diminutief suffix moet niet altijd een positieve kleuring betekenen maar hij kan ook de ironie of een negatieve houding van de sprekende laten zien.102 In Bulger (2006) spreken de drie kinderen over kleine kinderen met een bepaalde verachting. Zo worden ze als die kleine103, die kleine mannen of als mannekes104 genoemd. Een van de mogelijke vertaling van die kleine mannen is malí muţi of malí muţíčci waar echter geen verachting mee wordt uitgedrukt en ook het woord muţi correspondeert in het Tsjechisch niet met het feit dat er over kinderen gesproken wordt. Daarom heb ik deze woorden vervolgens vertaald: die kleine = ten prcek die kleine mannen = ti prcci mannekes = mrňousové Door deze woorden wordt in het Tsjechisch zowel de kleinheid van de kinderen als de bepaalde verhouding van de sprekers aangegeven. Analogisch heb ik ook het woord broer respectievelijk broertje vertaald als bratr, brácha, bráška, bratříček. Het woord bratr wat voor de volledige equivalent van het woord broer gehouden kan worden, gebruik ik vooraal in gevallen waar de sprekers over hun broer emotioneel neutraal spreken. Als ze dus in de stad tegen vreemde mensen spreken, gebruiken ze eerder het oficiele woord bratr. ▪
Maar we zegden dat het onze kleine broer was, dat we hem naar zijn mama brachten105. = Ale řekli jsme, ţe je to náš malej bratr, ţe ho vedeme za jeho mámou.
Vaker maak ik dan gebruik van het slang-woord brácha wat ik natuurlijker voor de taal van grotere kinderen vind. Bratr zou hier te officieel kunnen klinken. ▪
Dus speelde ik voor grote broer. = Tak jsem hrál velkého bráchu. (p.3)
102
Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 58 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 3 104 beide uitdrukkingen staan op dezelfde pagina: Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 28 105 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 3 103
61
▪
Mijn oudste broer en mijn oudste zus worden geboren, vlak naar elkaar.106 = Narodí se můj nejstarší brácha a brzy po něm nejstarší ségra.
▪
Ik heb een klein broertje / Ik wil een klein broertje. = Mám malýho bráchu. / Chci malýho bráchu.107
▪
Ge kunt ze in stukskes scheuren. Die van mijn broer dan. = Můţeš je roztrhat na kousky. Ty mýho bráchy. 108
De derde mogelijkheid van de vertaling van het woord broer is bráška. Dit verkleinwoord kan meer bijbetekenissen hebben. Of drukt het een positieve houding van een zus of broer tegenover haar of zijn broer of zoals eerder gezegd kan het verkleinwoord ook een ironische connotatie krijgen. Hetzelfde geldt ook voor het woord bratříček (of dědoušek als vertaling van het woord de grootvader109) waarbij de (in ons geval) ironische bijbetekenissen nog sterker worden. ▪
´Ik zoek ruzie met mijn monsterlijk broertje …´110 = ´Vyhledávám hádky s mým obludným bratříčkem …´
▪
´Ik ben zeker dat er een foto instaat van mijn broer.´111 = ´Jsem si jistá, ţe je v něm fotka mýho bratříčka.´
▪
´Mijn oudste broer en zus gaan naar een chicque kostschool aan de andere kant van land, de grootvader betaalt graag ..´. = ´Nejstarší brácha a ségra chodí do drahé internátní školy na druhým konci země, dědoušek cáluje moc rád ...´
Deze gevallen laten zien dat het Tsjechisch veel rijker is dan andere talen. Zoals eerder gezegd, de huidige vertalers die de nieuwere principes van vertaling erkennen, maken dan zo veel mogelijk gebruik van de rijkheid van de taal en als het niet om bedoeling gaat, proberen ze ook vaak de herhaling van dezelfde woorden te vermijderen.112 Maar als we naar de expressieve connotatie teruggaan, kunnen we nog 106
Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 18 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 28 108 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 29 109 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 18 110 Ibidem 111 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 32 112 Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 46 107
62
over twee interessante deelgroepen spreken: over de vulgarismen en de zogenaamde versterkers. Omdat het vooral bij de vulgarismen om een omvangrijker thema gaat, heb ik het voor overzichtelijkheid nog in de twee volgende subgroepen verdeeld.
De vertaling van vulgarismen De vertaling van vulgarismen is niet makkelijk. Het hangt vooral van de bepaalde tijd en van de bepaalde maatschappij af wat voor de mensen wel acceptabel is en wat niet. Bij de vertaling van Bulger (2006) had ik de beslissing een beetje makkelijker door het feit dat de sprekers kinderen van twaalf zijn. Hier heb ik vijf kinderen113 van gelijke leeftijd om hulp gevraagd. Ik wilde namelijk zo een uitdrukking kiezen die ook door de kinderen wordt gebruikt. Het gaat namelijk om woorden: broekschijter114, seut115, Janet116, zottin117 en Schminkdozen. Dikke vette trutten. 118 Het woord broekschijter betekent volgens Van Dale119 een informele uitdrukking voor een lafaard (in het Tsjechisch zbabělec). Dit woord kan naar het Tsjechisch vertaald worden of als strašpytel, bázlivec, ustrašenec of poseroutka wat nog steeds te formeel klingt of als of posera wat wel informeel of zelfs grof klinkt. Dit woord hebben ook de ondervraagde kinderen gekozen als een woord dat ze wel gebruiken. Het woord seut staat in Van Dale niet, alleen het bijvoeglijk naamwoord seuterig: 'schriel, slap: een seuterig handje van verarmd grauw vlees (Veth).'120 In de Google zoekmaschine staat dan de volgende uitleg: 'Houssin is een lieve, stille en rustige jongen. Hij valt niemand lastig, laat alles over zich heen komen en leeft in zijn eigen wereldje. Hij is eigenlijk een beetje een seut', verklaarde zijn zus.'121 Op een
113
Rekening houdend met de verschillen qua het dialect, gaat het om kinderen van drie verschillende gewesten: één meisje en één jongen komen uit Havířov; één meisje en één jongen komen uit Brno en het laatste meisje uit Praag, allemaal zijn vanaf elf tot dertien jaar oud 114 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 7 115 Ibidem 116 Ibidem 117 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 12, 33 en 36 118 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 26 119 Geerts, G.; Heestermans, H.: ´van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal´, 1992, p. 480 120 Geerts, G.; Heestermans, H.: ´van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal´, 1992, p. 2734 121 An. 7, Nieuwsblad, ´Houssin is eigenlijk een seut´, 2007. [online]
63
andere pagina122 staat ook een definitie van seut. De journalisten hebben het weer over dezelfde man, namelijk een mordenaar Houssin: „Volgens zijn zus Nadia stond Houssin bekend als 'de seut'. ´´Hij liep meestal achter zijn tweelingbroer Hassan aan. Houssin is stil en rustig. Hij kan uren op zijn kamer zitten om naar muziek te luisteren.´´ Aan dit woord heb ik ook aan moedertaalsprekers gevraagd die het nog op een andere manier hebben gedefineerd. Een seut is hun als een blokker of een vosser123 bekend maar niet alleen wegens zijn of haar studieijver maar ook wegens zijn of haar introvert karakter. Als we deze informatie bij elkaar brengen, komen we tot een woord dat een benaming voor een slape, saaie, rustige, geslotene en zwijgzaame persoon is. Daarom kunnen we de volgende Tsjechische woorden in overweging nemen hoewel het om geen synoniemen gaat: tichošlápek, opatrník124, introvert, vzorňák, šprt, skautík. We moeten vooral eraan denken dat het in Bulger (2006) om Vanessa´s poging om Marcel uit te tarten tot een daad gaat (namelijk tot de aanzetting van de kettingzaag). Marcel is bang omdat hij het spelen met de kettingzaag verboden heeft. Blijkbaar bedoelt Vanessa met het scheldwoord seut geen introvert maar eerder een persoon die zich aan de regels houdt en die bang is om een een overtreding begaan te hebben. Daarom heb ik hier het woord skautík gekozen dat volgens mij alle bovengenoemde eigenschappen samenvoegt. Vervolgens komt er het woord janet voor. In Van Dale staat: [Fr., dat is jeannette (meisje van 8 tot 11 jaar dat lid is van de katholieke scoutbeweging), genoemd naar de patrones Jeane d´Arc], (gew.) homoseksueel.125 Omdat ik het woord ´skautík´ als
gebruikt
heb,
heb
ik
nog
andere
equivalenten
gezocht.
Volgens
de
moedertaalsprekers wordt met het woord een homoseksueel of een vreesachtige persoon bedoeld. Omdat het Vanessa waarschijnlijk niet over de seksuele orientatië van Marcel heeft maar wel over zijn gebrek aan moed, heb ik hier voor het woord strašpytel gekozen. Het woord zottin betekent volgens Van Dale: ´dwaze vrouw, mal meisje´. Het gaat dus om het vrouewelijke geslecht van het woord zot (in het Tsjechisch blázen). Wat ik interessant vind, is het feit, dat in het Tsjechisch voor het woord blázen allen synoniemen in het mannelijke geslacht bestaan: pomatenec, hlupák, pošetilec,
122
An. 8, Gazet van Antwerpen, ´Houssin was een seut´, 2007. [online] Máčelová-Broecke van den, E.; Spěváková, D: ´Česko-nizozemský slovník´, 2005, p. 863 124 Het synoniem van ´tichošlápek´, bron: Pala, K.; Všianský, J.: ´Slovník českých synonym´, 1994, p. 332 125 Geerts, G.; Heestermans, H.: ´van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal´, 1992, p. 1317 123
64
ztřeštěnec, splašenec, magor, rapl, trotl, cvok126. Als we het vrouwelijke vorm in het vertalen in acht zouden willen nemen, moeten we een andere equivalent zoeken. Het Tsjechisch heeft er wel een vrouwelijke vorm van het woord blázen: bláznivka maar die klinkt eerder positief en lieftallig127. In het Engels bestaat er de woordverbinding ´crazy girl´ voor. Die betekent net zoals de Tsjechische bláznivka eerder een meisje dat in puberteit zit. Dat het in dit geval om geen lieftallige gekheid van een puber gaat, bewijzen de vroegere uitspraken van Justine: ´Gij zijt ziek, daarom zit gij in een tehuis. Gij hebt zeker uw moeder doodgemarteld. Ik ben hier weg.´ en ´Blijf er af, dat mens is zot. Zot zijn is besmettelijk.´128 De vrouwelijke vorm van het woord zottin bestaat wel als bijvoeglijk naamwoord šílená. Als scheldwoord wordt eerder zelfstandige naamwoorden of een combinatie van bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord gebruikt129. Om de betekenis ervan te bewaren heb ik in het eerste geval voor het Tsjechisch woord blbka gekozen: ▪
Moet ik u er nog eens ingooien, zottin?130 = Mám tě tam hodit ještě jednou, blbko?
Het gaat om geen vrouwelijke equivalent van het woord blbec (de stommerik in het Nederlands). Blbka is eerder een vrouw die wegens haar gedrag door de maatschappij als minderwaardig wordt beschouwd.131 Daar waar het de context toelaat heb ik het zelfstandige naamwoord zottin naar het bijvoeglijk naamwoord šílená veranderd of aan het bijvoeglijk naamwoord šílená nog een zelfstandige naamwoord holka toegevoegd: ▪
Weet gij dat uw vrienden u een zottin noemen?132 = Víš, ţe o tobě tvoji kamarádi říkají, ţe jsi šílená?
▪
Ze moet haar plan maar trekken. De zottin.133 = Teď uţ je to na ní. Na té šílené holce.
126
Bron: Pala, K.; Všianský, J.: ´Slovník českých synonym´, 1994, p. 24 Via de Google zoekmachine heb ik bijvoorbeeld deze Tsjechische zin gevonden: ´Je to bláznivka, která se pořád směje, ale někdy zase jen tak posmutněle kouká, hlasitě se baví i mlčí´ 128 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 10 129 Bijvoorbeeld het Tsjechische woord ´pitomá´ (´stom´ in het Nederlands) wordt gecombineerd met het zelfstandig naamwoord ´husa´ (´de gans´ in het Nederlands) 130 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 12 131 Zie het trefwoord ´blbka´ in de Google in de Google zoekmaschine 132 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 33 133 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 36 127
65
Bij het eerste geval was de keuze voor de goede equivalent makkelijker door het woord noemen. Het werkwoord noemen betekent namelijk in het Tsjechisch volgende: po-jmenovat, nazvat, nazývat134. Deze woorden worden eerder officieel gebruikt. Een klein kind zou waarschijnlijk niet willen zeggen: Víš, ţe tě tvoji přátelé nazývají šílenou? In deze context wordt de wordverbinding říkat o někom něco (in het Nederlands: zeggen iets over iem.) gebruikt. Daardoor is het makkelijker om het bijvoeglijk naamwoord šílená te gebruiken: Víš, ţe o tobě tvoji kamarádi říkají, ţe jsi šílená? Tenslotte zou ik graag de woordverbinding: Schminkdozen. Dikke vette trutten. noemen. Schminkdozen is een benaming voor make-up en in de figuurlijke betekenis van het woord voor een meisje dat het met make-up overdreven heeft.135 Omdat het woord in het Tsjechisch wel bestaat maar weer alleen in de vorm van bijvoeglijk naamwoord zmalovaná resprectievelijk zmalovaný heb ik bij de woordverbinding Dikke vette trutten één van de bijvoeglijke naamwoorden uitgelaten. Ten eerste omdat het om twee synoniemen gaat en ten tweede omdat drie bijvoeglijke naamwoorden achter elkaar niet natuurlijk klinken. De definitieve vertaling is dan: Zmalovaný tlustý krávy.
De vertaling van versterkers De gesproken taal gebruikt vaak de zogenaamde versterkers. Hun betekenis drukt vooral een grote maat van een gevoel, een houding of een beoordeling.136 Hoewel ze in Bulger (2006) niet zo vaak voorkomen, kunnen we wel een paar voorbeelden vinden. ▪
echt wel lelijk137 = úplně hnusná
▪
heel lang heel stil138 = hrozně dlouho úplný ticho.
▪
veel te zwaar, veel te veel rimpels, veel te veel lawaai139 = strašně těţkej, příšerně vrásčitej, furt hrozně řve
134
Čermák, F.; Hrnčířová, Z.: ´Nizozemsko-český slovník´, 1997, p. 636 Zie bijvoorbeeld het trefwoord ´die 12-jarige schminkdozen in mijn klas in de Google zoekmachine 136 Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 65 137 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 6 138 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 4 135
66
▪
het is heel vies en het doet veel pijn140 = úplně odporné a strašně to bolí
4.2.2.3.2 De stilistische bijbetekenis Aan de neutrale Engelse (en in ons geval Vlaamse) woorden zijn stilistisch kenmerkende Tsjechische woorden evenredig. Zo spreken we over expressiviteit, spreektaal, over expressieve spreektaal, over algemeen Tsjechische uitdrukkingen, algemeen Tsjechische expressieve uitdrukkingen, dialectuitdrukkingen, over slang en over professionalisme.141 Het vaakst komen de expressieve equivalenten, equivalenten binnen het kader van de spreektaal en algemeen Tsjechische uitdrukkingen voor. Niet zo vaak treffen we equivalenten binnen het kader van slang aan en als equivalenten komen nog minder frequent professionalisme en dialectuitdrukkingen voor. Voor het Engels geldt dat tegen een paar lagen (de neutrale lage, de informele lage, het slang, het regionale dialect) staat een reeks van Tsjechische lagen (de neutrale lage, de spreektaal, de expressieve lage, de expressieve spreektaal, de algemeen Tsjechische lage, de algemeen Tsjechische expressieve spreektaal, de algemeen Tsjechische grove lage, de algemeen Tsjechische vulgaire lage, de grove lage, de vulgaire lage, het slang, het professionele slang, het regionale dialect, argot etc.)142 Wat het aantal taallagen betreft, lijkt het Vlaams op het Engels. In het Vlaams zijn zoals gezegd drie taallagen te onderscheiden (zie de tabel boven): Algemeen Nederlands, de tussentaal en de dialecten. Uit de eerder genoemde voorbeelden volgt dat Bulger (2006) in de tussentaal wordt geschreven. Bij deze taallage lijkt me het algemeen Tsjechisch het meest equivalent en daarom gebruik ik dat ook in mijn vertaling (zie ook verder in 4.3. De manier van spreken). Maar hoewel het zoals bij Vlaams als bij het Tsjechisch om de gesprokene variant van de taal gaat, biedt het Tsjechisch een breed spectrum van vertaalmogelijkheden. De vertaler moet nog verschillende subniveaus in overweging
139
Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 18 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 22 141 Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 77-78 142 (mijn vertaling, PM) Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 80 140
67
nemen zoals de expressiviteit, de spreektaal, de expressieve spreektaal, de algemeen Tsjechische uitdrukkingen of het slang. Hieronder noem ik een aantaal voorbeelden: ▪
Expressiviteit: Ik mag een gezicht naar haar trekken.143 = Můţu na ni dělat ksichty. met vriendinnen144 = s kámoškama
▪
Spreektaal: Ons moeder145 = naše máma Meiske respectievelijk meiskes146 = holky (vs. meiskes resp. meisjes147 = dívky zie hieronder)
▪
Expressieve spreektaal: Rotpaard148 = herka gepikt149= šlohl / pikken150 = šlohnout
▪
Algemeen Tsjechische uitdrukkingen: Dikke zever.151 = Kecy.
▪
Slang: betaalt152 = cáluje
Vervolgens zouden twee boven genoemde gevallen besproken moeten worden. Het gaat om de vertaling van het Vlaamse woord het meiske (respectievelijk het meisje) en om de vertaling van het woord de vriendin. Onder het trefwoord meiske (respectievelijk meiskes) vinden we in Van Dale volgende: '(gewestelijke of affectieve benaming) meisje'153. Het gaat dus om een variante 143
Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 26 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 15 145 Het woord moeder komt meerdere keer voor: Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 11, 16, 18, 28 146 Het woord meiskes komt meerdere keer voor: Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 3, 5, 8, 16, 22, 25, 35 147 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 6 148 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 14 149 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 24 150 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 27 151 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 12 152 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 18 153 Geerts, G.; Heestermans, H.: ´van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal´, 1992, p. 1796 144
68
van het woord meisje (respectievelijk meisjes) die in Vlaanderen wordt gebruikt. Om dit feit in de vertaling te behouden, gebruik ik er ook twee synoniemen: holky en dívky. Het woord meisje (respectievelijk meisjes) komt in de tekst twee keer voor, in beide gevallen wordt het door Marcel gebruikt. Zijn manier van spreken is met opzet formeler vertaald (zie verder) dan die van anderen. Omdat hij schrijftaal spreekt en in één van die gevallen het verhaal van zijn groodmoeder parafraseert, klinkt het woord dívky in zijn gebruik ook niet onnatuurlijk. De andere gevallen vertaal ik dan met het woord holky. Ten tweede zou ik graag de vertaling van het woord de vriendin (respektivelijk de vrienden of de vriendinnen)154 bespreken. Dit woord kunnen we in de tekst achtentwintig keer vinden. De neutrale Tsjechische equivalent ervan is kamarádka (respectievelijk kamarádi of kamarádky) die ik in de meeste gevallen gebruik – vooral als de taal oficieel zou moeten klinken: ▪
Weet gij dat uw vrienden u een zottin noemen?155 = Víš, ţe o tobě tvoji kamarádi říkají, ţe jsi šílená?
▪
Andere mensen hebben over mij beslist. Over mij en over mijn vrienden.156 = Rozhodli o mně druzí. O mně a o mých kamarádech.
Om de taal aan de jongere mensen meer aan te passen, gebruik ik als equivalent ook de expressieve uitdrukking kámoška (respectievelijk kámoši of kámošky). Dit woord wordt vaak door grotere kinderen en adolescenten gebruikt157. Daarom heb ik dit woord bijvoorbeeld in volgende gevallen gebruikt: ▪
Ik en mijn beste vriendin, ... 158 = Já a moje nejlepší kámoška ...
▪
En trouwens, zij is míjn vriendin en gij moet niet altijd zo achter ons aan lopen.159 = A mimochodem, ona je moje kámoška a ty za náma nebudeš furt dolízat.
In dit geval respectievelijk in het ramen van deze groep van sprekers (kinderen van twaalf) gaat het om synoniemen waarbij het woord kámoška misschien een beetje 154
Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 4, 6, 15, 16, 18, 24, 25, 33, 34, 35 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 33 156 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 4 157 Zie het trefwoord ´kámoška´in de Google zoekmaschine 158 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 15 159 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 24 155
69
meer 'cool' klinkt. Als dezelfde zin een vrouw van vijftig zou moeten zeggen, zou die waarschijnlijk eerder als Já a moje nejlepší kamarádka of als Já a moje nejlepší přítelkyně vertaald moeten worden. De synonimie van kamarádka - kámoška zou daardoor waarschijnlijk parallel naar synonemie přítelkyně – kamarádka overgaan. De keuze van equivalenten is volgens Dagmar Knittlová een subjectieve aangelegenheid van de vertaler. De synoniemen kiest hij of zij meestal om de herhaling van dezelfde uitdrukking te vermijden.160 Bij de vertaling kwam ik ook het tegenovergestelde geval tegen waarbij ik voor de spreektaal in de originele tekst een neutrale uitdrukking in de doeltekst gebruik. Het gaat om de zin: En ze heeft zelfs geen goesting om nog iets uit haar duim te zuigen.161 In Van Dale vinden we onder het woord duimzuigen deze definitie: ´1. op de duim zuigen 2. fantaseren.´162 In het Tsjechisch bestaat er wel een equivalente uitdrukking voor: vycucat si něco z prstu. Maar terwijl fantaseren helemaal niet negatief maar eerder positief klinkt, heeft de Tsjechische equivalent eerder een negatieve connotatie. Daarom gebruik ik hier het neutrale synoniem ´vymyslet si něco´: Dokonce nemá ani chuť si něco vymýšlet.
4.2.2.4 Pragmatische verschillen Over de pragmatische verschillen wordt vooral in die situaties gesproken waar de vertaler met de niettalige werkelijkheid rekening moet houden. Het gaat bijvoorbeeld om dingen of situaties die specifiek voor de cultuur van de originele taal zijn die voor de toehoorder of voor de ontvanger van de vertaling niet helemaal begrijpelijk moeten zijn. Daarom moet dan tot de toevoging, tot het uitlaten of tot de vervanging van informatie komen. Hieronder noem ik bij elk van die gevallen een voorbeeld.163 De toevoging van informatie gebruik ik bij de vertaling van de zin 'Dus kunnen ze geen affiche maken.'164 Het woord affiche betekent in het Tsjechisch plakát. Onder dit woord stel ik me een afbeelding van een zanggroep voor die natuurlijk niets te maken heeft met een affiche waardoor een gezochte of een vermiste mens gezocht wordt. Uit 160
Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 46 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 6 162 Geerts, G.; Heestermans, H.: ´van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal´, 1992, p. 734 163 (mijn vertaling, PM) Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 81 164 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 8 161
70
de context is niet helemaal blijkbaar of Vanessa wegens de verdenking van moord gezocht wordt of of ze wegens haar regelmatige vluchten vermist wordt. Het woord ´vermist´ betekent in het Tjsechisch ´pohřešovaná´. In combinatie met het woord affiche kwam ik op de woordverbinding ´plakáty pohřešovaných´ die alleen in weinig gevallen voorkomt165. De uitdrukking ´pohřešovaný´ vind ik zowiezo eerder bij een politietaal passend vind, daarom heb ik de voorkeur aan het woord ´hledaný´ gegeven dat mij beter bij een kind van twaalf past. Bovendien kan het woord zowel ´gezocht´ als ´vermist´ betekenen. Omdat in het Tsjechisch geen woordverbinding ´plakáty hledaných´ bestaat moest ik de zin aan de taal van het kind aangepast en een tweede korte zin toegevoegd: 'Takţe nemůţou udělat plakát, jakoţe mě hledají.' Tot de vervanging van analogische uitdrukking komt volgens Dagmar Knittlová bij de vertaling het vaakst voor. Op deze manier heb ik ook het woord paracommando vertaald. Voor het eerst komt het in de zin ´Dan schilder ik mijn gezicht in groen, bruin en zwart. Gelijk de paracommando´s.´166 Voor de tweede keer gaat het dan om de zin ´De vader van mijn beste vriendin, dat is een echte, die werkt bij ´t leger. Vroeger was hij paracommando, maar nu werkt hij aan een bureau want hij had last van zijn rug.´167 Als paracommando wordt een speciale eenheid van het leger genoemd die door harde training gegaan is. Omdat de Tsjechische toehoorder het woord paracommando waarschijnlijk niet kennt, heb ik twee mogelijkheden in overweging genomen: ten eerste vielen mij ´vojáci´ op. Omdat de kinderen in oorlog tegen de vermoedelijke vijaand, wilde ik naar het woord ook verwijzen. Daarom heb ik de zin als vervolgens vertaald: ´Pak si nabarvím obličej zelenou, hnědou a černou. Jako ve válce.´ In de tweede keer is ten eerste sprake over een ´gewone´ soldaat die bij het leger werkt en dan pas komt het woord paracommando voor. Dat kan in het Tsjechisch dan wel door de woordverbinding speciální jednotka dat automatisch met het leger (eventueel volgens de context met de politie) wordt verbonden: ´Táta mojí nejlepší kamarádky, to je opravdovej voják, pracuje u armády. Dřív byl u speciální jednotky, ale teď pracuje na nějakým úřadě, protoţe ho bolej záda.´
165
Zie het trefwoord ´plakáty pohřešovaných´ in de Google zoekmachine Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 5 167 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 15 166
71
4.3 De manier van het spreken In het begin beschrijf ik de karakteristiek van de drie personages: Vanessa, Justine en Marcel. Zoals boven gezegd is bij de vertaling de kennis van karakteristiek belangrijk om de personage juiste woorden te kunnen kiezen. Als ik bijvoorbeeld het woord het geld noem, wordt het bij het vertalen aangepast moeten worden aan de spreker. Zo gebruikt een vertaler bijvoorbeeld bij een politicus waarschijnlijk eerder het woord peníze terwijl bij een puber het woord prachy of love en niet omgekeerd (in het geval dat het niet de bedoeling van de auteur is). Nu kom ik nog even terug tot de karakteristiek van de personages. Ik zal de manier van spreken van de drie personages beschrijven. Wat voor de theatertaal in het algemeen geldt, heb ik al boven vermeld. Nu kom ik nog naar de praktijk over. Als de personage in de originele tekst dialect gebruikt of foutjes maakt, is het het onscheidbaare onderdeel van haar of zijn karakteristiek. In tegenstelling tot een prozatekst staat het nergens beschreven maar het is verborgen in de dialogen. De vertaler moet daarom elke personage goed leren kennen. De kernvraag voor elke vertaler is dus op welke manier zouden de personage moeten spreken.168 Het is het belangrijk om geen toespelling over te slaan. Zoals eerder gezegd, bij het kiezen van de manier van het spreken ben ik van de karakteristiek van de personages uitgegaan. Voor de tussentaal als de originele taal heb ik het algemeen Tsjechisch als de doeltaal gekozen (zie boven). Nu zal ik dus tot het algemeen Tsjechisch overgaan en voorbeelden van Bulger (2006) noemen. Het verschil tussen de schrijftaal en het algemeen Tsjechisch is in de lexikologie en in de syntaxis maar ook in de morfologie en ook in de fonetiek. Tot de vaakste bijzonderheden behoort de vervanging van Tsjechische –ý op het eind van een adjectief met de uitgang –ej, of vervanging van –é met de uitgang –ý.169 Vervolgens noem ik sommige voorbeelden uit mijn vertaling: ▪
Dat is de vader van mijn beste vriendin en de strafste vader die er bestaat.170 = Je to táta mojí nejlepší kamarádky a nejdrsnější táta, jakej existuje.
168
Bron: Valášek, M.: ´Takhle je to dané, toto inscenujte! (Rozhovor s překladatelem Františkem Fröhlichem)´, in: Souvislosti, 1999. [online] 169 Bron: Sgall, P: ´Obecná čeština´. In: Linguistica ONLINE, 2012. [online] 170 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 6
72
▪
Mijn ouders zijn een schitterend verhaal.
171
= S našima je to úţasnej
příběh. ▪
Ze hebben wel heel lange nagels aan hun tenen.172 = Mají dost dlouhý nehty na prstech.
Deze vormen worden in de dagelijkse communicatie gebruikt en niet alleen door mensen die geen schrijftaal beheersen. Het gaat namelijk om de uiting die een onofficieel karakter heeft. Er bestaan wel situaties waar het gebruiken van de schrijftaal een onnatuurlijke indruk opwekt. Het algemeen Tsjechisch kan daarentegen in sommige situaties te joviaal klinken.173 Omdat deze niet het geval van Bulger (2006) is, gebruik ik bij twee personages het algemeen Tsjechisch en wel bij Vanessa en bij Justýna die voor snerventen worden gehouden. Voor de taal van Marcel heb ik daartegenover de schrijftaal gekozen om het verschil tussen hem en die twee meisjes te laten zien. Zoals boven gezegd, is Marcel een angstige jongen die zich meer op de achtergrond houdt hoewel hij aan de meisjes bewijsen wil dat hij geen slappeling is. Hij wil wel aan de gevaarlijke spelletjes meedoen maar is er bewust van dat het niet gedaan zou mogen worden en dat het verboden is. Dat kan volgens mij door een goede opvoeding van hun grootouders komen. Daarom heb ik hem een speciale taalkenmerk verleend en wel de schrijftaal. Zo zegd hij bijvoorbeeld ´úplně bílý´ in plaats van ´úplně bílej´ of ´velké starosti´ in plaats van ´velký starosti´: ▪
Ik heb hem gevonden, hij zag er helemaal wit uit.174 = Já jsem ho našel, byl úplně bílý.
▪
Ik maak haar te veel zorgen, zegt ze.175 = Prý jí dělám velké starosti.
Maar hoewel hij schrijftaal gebruikt, moest ik in sommige gevallen het algemeen Tsjechisch kiezen. Namelijk in die gevallen waar de uitspraak makkelijker werd en dan in die gevallen waar de schrijftaal hypercorrect zou kunnen klinken. Zo zegt hij in plaats van ´jsi´ de kortere en communicatieve vorm ´´s´ en in plaats van ´s těmi´ zegt hij ´s těma´ (dit voorbeeld hangt nog met de ´kinderlijke´ manier van spreken, zie verder). 171
Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 18 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 21 173 Bron: Bron: Sgall, P: ´Obecná čeština´. In: Linguistica ONLINE, 2012. [online] 174 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 3 175 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 5 172
73
▪
Hebt gij een eekhoorn in brand gestoken?176 = Hodila´s veverku do ohně?
▪
Waar hebt ge die gevonden?177 = Kde´s našla tyhle?
▪
Waart ge dan een ´t doodgaan?178 = Ty´s uţ umírala?
De schrijftaalige vorm jsi gebruik ik daarentegen in de tekst op die plaatsen waar het de uitspraak eist (zie verder). Om niet te vergeten dat het om een kind van twaalf gaat, laat ik hem ook een ruimte om een talige fout te kunnen maken. Met het verbuigen van het Tsjechische woord ´myši´, namelijk met de zevende naamval hebben problemen vaak ook volwassene mensen, daarom heb ik het woord op een kinderlike en ook beter uitspreekbare manier vertaald: ▪
Wat gaat ge doen met die muizen?179 = Co hodláš dělat s těma myšima?
Zoals gezegd werd heb ik bij het vertalen twee verschillende manieren van spreken gekozen om de verschillen in de karakteristieken van de drie personages te laten zien.
4.3.1 Vlot taalgebruik
Een hoofdstuk zou ik graag aan het al boven genoemd vlot taalgebruik willen besteden. Zoals meerdere keer gezegd werd, als het om geen bedoeling van de auteur gaat, moet de theatertaal de acteurs ´in de mond´ liggen. Niet alleen de auteur maar ook de vertaler moet er steeds mee rekening houden dat zijn of haar tekst niet alleen gelezen maar ook gespeeld wordt. Hier heb ik de theaterreggiseur om hulp gevraagd. Hij heeft van mij de eerste versie gekregen en die woorden onderstreept die hij te moeilijk voor het uitspraak vond. Daardoor moest ik sommige woorden verbeteren. Het ging vooral
176
Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 10 Ibidem 178 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 12 179 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 10 177
74
om de kortere en spreektalige ´´s´ in plaats van ´jsi´. In volgende zinnen heb ik daarom liever jsi gebruikt: Určitě jsi svoji matku utýrala k smrti. Jela jsi s ní na kole na druhou stranu města! Čekal jsi snad něco jinýho? Omdat in bovengenoemde gevallen tot de verzameling van de medeklinker –s kwam, moest ik die met ´jsi´ vervangen.
75
5 Tekstuele equivalentie Net zo belangrijk als de equivalentie op het lexicale niveau is de tekstuele equivalentie van belang. Deze equivalentie betreft de tekstuele organisatie, de structuur van informatie, coherentie en cohesie. 180
5.1 De informatieve structuur van de tekst Binnen het kader van de informatieve structuur van de tekst hoort het functioneel zinsperspectief. Door verschillende middelen wordt bijvoorbeeld iets benadrukt. Het is dus absoluut noodzakelijk dat de vertaler de bedoeling van de auteur begrijpt en naar het Tsjechisch vertaalt. Wat het Engels betreft, begint in dat geval de zin met een woord of woordverbinding die op het begin gewoonlijk niet voorkomt: In China the book received a great deal of publicity.181 waar de nadruk op de bijwoordelijke bepaling van plaats gelegd wordt. De infromatieve structuur van de tekst uit te drukken is ook mogelijk door de interpunctie. Die komt bij de betrekkelijke bijzin voor. De zin die achter een komma staat, bevat meestal een nieuwe informatie. Deze manier is voor de theatertaal geschikt omdat kortere zinnen beter uitgesproken kunnen worden. In Bulger (2006) komt die vaak voor. De komma speelt een rol van de intonatiepauze. Omdat het Tsjechisch een ander grammaticaal systeem heeft en in de komma´s niet altijd toestaat, vervang ik in de meeste gevallen de intonatiepauzes met een punt. Hieronder noem ik sommige voorbeelden: ▪
Andere mensen, die wél wapens hebben.182 = Ti druzí. Ti, kteří mají zbraně.
▪
Shanya heeft hem vastgepakt, als een hond onder haar arm.183 = Vanessa ho popadla pod paţi. Jako psa.
180
Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 96 Ibidem 182 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 4 183 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 3 181
76
▪
Dan zal hij wel schrik krijgen, ons vader.184 = To ho určitě vyděsí. Našeho otce.
▪
Ge gelooft wat ze op TV laten zien, in het nieuws.185 = Věříte tomu, co dávají v televizi. Ve zprávách.
▪
Deze zat in een muizenval, op de zolder.186 = Tahle se chytila do pasti. Na půdě.
5.2 De coherentie ´Coherentie is een netwerk van relaties die de tekst organiseren en vormen. De cohesie realiseert dit netwerk op het oppervlak, de coherentie begrijpen we ervan. De cohesie is objectief en de coherentie subjectief dus kan door andere lezers anders begrepen worden.´187 De manier waarop de tekst begrepen wordt hangt daarbij aan de levenservaring en aan de verwachting van de lezer. Daarmee wordt ook de implicatuur verbonden die met de coherentie en met het begrijpen van de tekst samenhangt. Deze term wordt niet lang gebruikt en het gaat vooral daarom dat de lezer van de tekst meer informatie begrijpt dan in de tekst in de werkelijkheid staat.188 Dagmar Knittlová vermeldt bijvoorbeeld volgenende zin: ▪
A: Shall we go for a walk?
▪
B: It´s raining.
Op ´t eerste gezicht kunnen we zeggen dat het om twee losse zinnen gaat die niet op elkaar volgen. Maar als we tussen die twee zinnen een coherentie verwachten dan kunnen we wel begrijpen dat het om een antwoord op een vraag gaat. Volgens de Grice´s coöperatieve principe van de communicatie moet er voor een succesvolle communicatie aan volgende voorwaarden voldaan worden: voldoende informatie voor
184
Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 5 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 3 186 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 11 187 ( mijn vertaling, PM) Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 99 188 Ibidem 185
77
het bepaalde doel (kwantiteit), ware uitspraak (kwaliteit) en wat de manier betreft geen dubbelzinnigheid, de overzichtelijkheid en de beknoptheid.189 In het geval van Bulger (2006) werd aan deze voorwaarden niet helemaal voldaan. Zoals boven gezegd werd, gaat het om kinderen met een wilde fantasie. Dat betekent in de praktijk dat ze niet op elkaar reageren wat voor mij als voor de vertaler niet altijd makkelijk was. Hieronder geef ik twee voorbeelden: Voorbeeld 1: Terwijl Marcel van zijn uitgedachte afkomst spreekt, onderbreekt hem Vanessa met haar uitspraak over bepaalde beesten die gangen graven. Daarop reageert Justýna met de vraag of Vanessa niet in het tehuis moet zijn: Vanessa
Jsem z Měsíce.
Marcel
Já jsem taky z Měsíce.
Vanessa
Ještě nikdy jsem tě tam teda neviděla.
Marcel
Ona je taky z Měsíce. Ale ještě o tom neví.
Justine
Mlč, troubo. Bydlí v jednom z těch děcáků.
Vanessa
Ty bestie vyhrabávají chodby. Všechny domy se zřítí. Všechny ulice se propadnou. Jako při zemětřesení.
Justine Voorbeeld 2:
Nemáš být v děcáku? U svých náhradních matek? Justýna spreekt over het vechtspelen met de vader van haar
vriendin. Marcel luistert
waarchijnlijk niet naar haar en begint over zijn
grootouders te spreken: Justine
Máme škrábance a modřiny na celým těle a jsme na to hrdý, vzájemně si je ukazujeme. A jemu taky, vţdycky obdivně přikyvuje, generál.
Marcel
Dinosauři. Můj děda a moje babička jsou dinosauři. Ţijí jenom proto, aby vyhynuli.
189
Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 100
78
De lezer of de toehoorder zou in dit geval geen duidelijke cohesie willen verwachten. Het gaat om losse uitspraken die niet op elkaar volgen en de vertaler moet er vooral bij de vertaling van dialogen van kinderen rekening mee houden.
5.3 De cohesie Voor de vertaling is ook de cohesie belangrijk. In het Engels kennen we vijf cohesieve hoofdmiddelen : de referentie (de verwijzing), de substitutie (de vervanging), de ellipse (de weglating), de connectoren (de aansluitingen) en de lexicale cohesie.190 Alle deze middelen kunnen we ook in het Nederlans vinden. Hieronder noem ik weer voorbeelden die ik bij de vertaling van Bulger (2006) tegenkwam. De referentie verwijst naar een uitdrukking die in de tekst al gebruikt werd. Zowel in het Engels als in het Nederlands gaat het dan om de verwijzing naar een voornaamwoord. Het Tsjechisch zou de voornaamwoorden niet zo vaak moeten gebruiken anders klinkt de tekst onnatuurlijk. In Bulger (2006) komen de voornaamwoorden het vaakst bij de familileden. En als iemand over moeder en vader spreekt, gaat het dan hoogstwaarschijnlijk om zíjn of háár moeder en niet om een moeder van iemand anders. Daarom is het ook onnodig om het voornaamwoord te vertalen. Zie verder: ▪
Amai die vaas. Ons vader zal blij zijn.191 = Jeţiš, ta váza. To bude mít otec radost.
▪
Mijn grootmoeder wil mij weg doen.192 = Babička se mě chce zbavit.
Het voornaamwoord heb ik bij sommige gevallen vertaald en wel daar waar een los naamwoord te arm zou klinken. Dat kunnen we zien als we bijvoorbeeld nog even terug naar de informatieve structuur van de tekst gaan: Dan zal hij wel schrik krijgen, ons vader.193 = To ho určitě vyděsí. Našeho otce. 190
Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 101 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 5 192 Ibidem 193 Ibidem 191
79
Hier moet ´de vader´ apart genoemd worden om nadruk op dat woord te leggen. De woordverbinding ´našeho otce´ klinkt volgens mij beter als de zin uit één woord zou moeten bestaan. De substitutie is een vervanging van de eenheid met een volle volbetekenis met een vertegenwoordiger. In het Engels gaat het om uitdrukkingen zo als do, one, the same. Zo wordt dan de zin ´Does Joan know? – Everybody does.´ vervolgens vertaald in het Tsjechisch: Ví to Joan? – Kaţdý to ví.194 Wat de substitutie in het Nederlands betreft, kunnen we misschien zinnen vermelden die een ´er´ bevatten: ▪
Kijkt rond u. Kinderen genoeg. Pakt er dan een.195 = Podívej se kolem sebe. Je tu dost dětí. Jedno si vem!
▪
Ik wil er één zonder moeder. Ik wil er zelf voor zorgen.196 = Chci nějaký bez matky. Chci se o něj starat sama.
Omdat het Tsjechisch in deze gevallen wel een equivalent heeft (jedno / nějaký / o něj etc.), zijn de bovengenoemde voorbeelden eerder voorbeelden van de verwijzing. Bij de ellipse gaat het om een weglating van een woord of een uitdrukking. Die is mogelijk in die gevallen waar de grammaticale structuur de vertegenwoordiger bepaalt. In vertaling van Bulger (2006) komt de weglating bijvoorbeeld in de volgende zin voor: Maar dat doen ze toch niet. En als het zover is, dan sluit ik mij op.197 = Ale to přece neudělají. A jestli jo, zamknu se. De connectoren zijn formele signalen die de relatie tussen de zinnen en de alinea´s laten zien. Het moet niet onvoorwaardelijk om de voegwoorden gaan maar ook om de uitdrukkingen die de zinnen of alinea´s verbinden. In het Engels noemt Dagmar Knittlová bijvoorbeeld uitdrukkingen zo als in addition, on the other hand, consequently, on another occasion, after all of werkwoorden zoals follow, precede en
194
Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 102 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 28 196 Ibidem 197 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 5 195
80
andere.198 In het Nederlands kunnen we gelijke of dezelfde noemen. Bijvoorbeeld gaat het om uidrukkingen bovendien, anderzijds, dus en andere. De connectoren zouden we eerder in een prozatekst kunnen vinden. In de theatertaal zouden de rol van connectoren de sprekers overnemen van wie de uitspraken logisch op elkaar zouden volgen. De reden ervoor is ook de lengte van de zinnen. Hoe langere zinnen hoe meer connectoren zijn nodig. Omdat in de theatertaal meestal kortere zinnen gebruikt worden (zie boven), zijn er niet zo veel connectoren nodig. Wat Bulger (2006) in dit verband betreft, heb ik vaak een neiging gehad om in de vertaling meer connectoren toe te voegen. En niet alleen die connectoren zoals voegwoorden maar ook woorden die in de communicatie een rol van het vulmateriaal hebben (zoals prostě, vlastně, aţ etc.) en een logische relatie aangeven (dus ook op een manier van connectoren werken.) Hieronder noem ik eerst de originele tekst, dan de definitieve vertaling en tussen haakjes nog de onjuiste vertaling die de bedoeling van de auteur zou kunnen verbruien. De onderstreepte woorden functioneren als connecoren in het Tsjechisch en zijn niet in doeltekst. ▪
De ijskast hoger zetten. Al hun eten bevriest. Of juist lager zetten, alles
beschimmelt..199 = Ledničku nastavit na plný obrátky. Všechno jídlo jim zamrzá. Nebo naopak na nejniţší, všechno plesniví. Nic není jedlý a supermarkety mají zavřeno. (Ledničku nastavit na plný obrátky. Aby jim všechno jídlo zamrzalo. Nebo naopak na nejniţší, aby jim prostě všechno plesnivělo.) ▪
Alle vijzen in huis een beetje losdraaien. De keukenkast valt open en heel
de keiken vol suiker en koffie. In de living vallen de boeken uit de kast. Eén na één en onverwacht. Juist naast de moemoe, ze schrikt zich een hartinfarct.
200
=
Povolit šrouby v celém domě. Kredenc padá otevřená, celá kuchyň plná cukru a kafe. V obýváku vypadávají kníţky ze skříně. Jedna po druhé, nečekaně. Přímo vedle bábi, klepne ji z toho pepka.
198
Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 102 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 16 200 Ibidem 199
81
(Povolit šrouby v celém domě. Kredenc padá otevřená, takţe je kuchyň plná cukru a kafe. A v obýváku vypadávají kníţky ze skříně. Jedna po druhé, nečekaně. Přímo vedle bábi, aţ ji z toho klepne pepka.) ▪
De zekering saboteren. De broodrooster ontploft, of de waterkoker.
Erger nog, het wasmachien. Erger nog, de TV. Niemand zal denken dat wij met de electriciteit kunnen spelen.201 = Poničit pojistky. Topinkovač exploduje. Nebo varná konvice. Nebo ještě hůř – pračka. Nebo úplně nejhůř – televize. Nikoho nenapadne, ţe si umíme hrát s elektřinou. (Poničit pojistky. Topinkovač exploduje. Nebo varná konvice. Nebo ještě hůř – pračka. Nebo úplně nejhůř – televize. Nikoho ani/přece/určitě nenapadne, ţe si umíme hrát s elektřinou.) Wat de lexicale cohesie betreft, is het mogelijk om een lexicale eenheid in de vorm van een synoniem, een kohyponiem, een hyperoniem of een parafrase te herhalen202. De herhaling van onveranderde lexicale eenheid klinkt in het Tsjechisch niet mooi en als het niet om de auteur´s bedoeling gaat, zou het de vertaler liever moeten vermijden. Wat Bulger (2006) betreft, heb ik de auteur´s bedoeling wel gelaten in de al boven genoemde zin: ´De meiskes wilden hem vastbinden en stenen naar hem gooien, de meiskes wilden hem uitkleden en zijn kleren in brand steken.203 Omdat het hier volgens mij om een vorm van het alibisme gaat waarbij Marcel erop wilt verwijzen dat hij zoiets niet wilde, herhaalt hij de woordverbinding ´De meisjes wilden hem ... ´ (´Holky ho chtěly …´ in het Tsjechisch) ook in de vertaling twee keer als: Holky ho chtěly svázat a házet po něm kameny, holky ho chtěly vysvlíknout a oblečení spálit.
201
Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 16 Knittlová, D.: ´K teorii i praxi překladu´, 2000, p. 103 203 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 3 202
82
6 Moeilijke woorden, uitdrukkingen, zinnen of situaties bij het vertalen Zoals boven gezegd, kwam ik bij de vertaling sommige problemen tegen. Qua taal vind ik Bulger (2006) een redelijk makkelijke tekst. Wat dan wel problemen meebrachte, was de manier waarop de kinderen nadenken en vooral hun fantasie. Als ik dan één woord of woordverbinding zou moeten kiezen en één scène, zou ik zeker de woordverbinding ´een huis met zenuwinzinking´204 noemen in de scène nummer 4. De kinderen zijn ervan overtuigd dat hun ouders of grootouders vijanden zijn. Daarom zijn ze van plan om tegen hun op een specifieke manier te vechten, om de ouders en grootouders psychologisch te pesten. Ze willen bijvoorbeeld alle vijzen in huis losdraaien, de ijskast hoger zetten, de zekeringen saboteren, de hond vergiften e.z.v. zodat de ouders of grootouders zich thuis onplezierig voelen. In de originele tekst zegt Justýna tot slot volgende: ´Ik ben al begonnen. Deze nacht heb ik alle meubels anders gezet. Schrik dat ze hadden! Precies een huis met een zenuwinzinking.´205 In het Tsjechisch betekent de zenuwinzikning nervové zhroucení. Dit woord wordt net zoals in het Nederlands met mensen verbonden en worden niet over dingen gezegd: Zenuwinzinking = tijdelijke toestand van zenuwziekte of -zwakte206. In de elektronische Van Dale is dan de term ´zenuwziekte´ te vinden: 1. ´ ziekte veroorzaakt door anatomische of functionele veranderingen van het zenuwstelsel, synoniem: neurologische aandoening´ en 2. ´ psychiatrische aandoening (zoals neurose en psychose)´.207 De kinderen zijn in dit geval van plan om langzaam verder te gaan met de psychologische terreur en ook de uitdrukking zenuwinzinking geeft een langduriger proces aan. Het Tsjechische woord zhroucení is daarentegen een eenmalige gebeurtenis of om een culminatie van langdurige stresstoestanden. Omdat het niet mogelijk is om het woord zhroucení op zo een manier veranderen zodat het een langduriger proces zou kunnen betekenen, moet ik hier een andere oplossing opzoeken. De auteur zelf heeft mij volgende uitleg gegeven: Je zou kunnen zeggen, een 'huis met een neurose', of een 'neurotisch huis'. Of een 'huis met een depressie'. In ieder geval is het omschrijving die 204
Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 17 Ibidem 206 Geerts, G.; Heestermans, H.: ´van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal´, 1992, p. 3675 207 Bron: Elektronische Van Dale, eerste editie, 1864 205
83
normaal enkel op mensen toegepast wordt, niet op objecten.208
Ik heb meerdere
woorden in overweging genomen. Tenslote heb ik tussen twee uitdrukkingen gekozen: ´povolit nervy – povolily mu nervy´ en de uitdrukking op autersadvies ´neurotický dům´ gekozen. Die lijkt me wel mooi omdat die ook het proces van psychologische terreur aangeeft. Maar ik ben me niet zeker dat zo een woord een kind gebruikt. Het werkwoord ´povolit´ is een perfecte vorm maar het is ook mogelijk om er een imperfecte vorm van te maken en wel ´povolovat´. Omdat het huis ook technisch van binnen uiteenvalt, lijkt me dit werkwoord gepast. De vertaling klinkt dan: ´Prostě barák, kterýmu povolujou nervy. ´ Vervolgens had ik problemen met de vierde scène. Scène 4209 Shanya iis hoog in een boom geklommen. Justine en Ramses
kijken en geven
commentaar. Ramses
Ze gaat springen.
Justine
Ze is uitgebroken. Het paard is weer uitgebroken.
Ramses
Ze is gevaarlijk. Ze heeft de juffvrouw gestampt.
Justine
Zie. Ze zwiert met haar haar. Ze gooit hare kop in hare nek. Ze stampt met haar voeten, met haar botten met ijzeren toppen. Ze snuift en ze hinnikt.
Ramses
Ze zwijgt. Ze gaat springen.
Justine
Springt dan, rotpaard. Springt dan toch. Waarom springt ge nu niet? Durft ge niet? Springt dan eh, springt dan!
Ramses
Springt dan toch! Springt!
Justine
Weer niks. Spijtig.
Ramses
Gelukkig is ze niet gesprongen.
Deze scène komt na twee scène´s waarvan de lezer of de toehoorder kan al wel begrijpen dat Vanessa een lastig kind is. Om de uitleg van het verband met een paard heb ik de auteur gevraagd: ´Het verhaal gaat zo: Shanya is, nadat ze voor herrie had 208 209
Bron: e-mail conversatie met de auteur, 2012 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 14
84
gezorgd in haar klas, op het dak van de school geklommen en heeft daar spektakel gemaakt, door te doen alsof ze een paard is, met veel stampvoeten en gehinnik, en voortdurend dreigend van het dak te springen. De anderen kijken, je ziet als toeschouwer Shanya niets doen, de dialoog bevat enkel de reacties. Ramses en Justine moedigen haar aan om nog verder te gaan in dat spel, in een mengeling van schrik en opwinding (doet ze het of doet ze het niet?). Wat Shanya betreft, dit is één van haar theatrale truuks op haar agressie vorm te geven, ze heeft er graag toeschouwers bij. Het is dus geen schizofrene toestand, het is haar 'theater'. En de kinderen kijken ernaar, zoals naar een spannende wedstrijd, of zoiets.´210 Deze scène heb ik vervolgens vertaald: Scéna 4: Vanessa vyšplhala vysoko na strom. Justine a Marcel se dívají a komentují to. Marcel
Ona skočí!
Justýna
Splašila se. Ta kobyla se zase splašila.
Marcel
Je nebezpečná. Kopla paní učitelku.
Justýna
Hele. Háţe hřívou. Potřásá hlavou. Dupe nohama, botama s ţeleznýma špičkama. Funí a řehtá.
Marcel
Mlčí. Ta skočí.
Justýna
Tak skoč, ty herko. Tak dělej, skoč! Proč neskáčeš? Netroufáš si? Tak skoč, ne? Tak skoč!
Marcel
Tak skoč přece! Skoč!
Justine
Zas nic. Škoda.
Marcel
Ještěţe neskočila. Problemen had ik vooral bij de vertaling van het werkwoord uitbreken. In Van
Dale staat o. a. volgende definitie´s: ´1. (van een gevangene) door braak ontsnappen, syn. losbreken; 2. zich vrijmaken; 3. (paardesport) (van een paard) langs een hindernis gaan of die verkeerd nemen; 4. (sportt.) uit de verdediging komen om een aanval op te zetten; 5. naar buiten komen, zich vertonen.´211 Om alle die definities te kennen en na de bespreking van het woord met de moedertaalsprekers heb ik eerst het woord ´utéct´. 210 211
Bron: e-mail conversatie met de auteur, 2012 Geerts, G.; Heestermans, H.: ´van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal´, 1992, p. 3204
85
Dat vond ik dan te weinig voor de psychische toestand van Vanessa. En omdat ze hier met een paard op één lijn getrokken wordt, heb ik tenslotte het woord ´splašit se´ (´schichtig worden´ in het Nederlands) geburikt. Als een paard schichtig wordt, moet het niet onvoorwaardelijk betekenen dat het wegloopt. Toch verbergt het woord volgens mij de mogelijkheid ervan. Ten eerste is er dus bij het woord ´splašit se´ het verband met het woord ´het paard´ en ten tweede correspondeert het woord met het feit dat Vanessa in een boom is geklommen. Graag zou ik nog op die woorden en zinnen attent maken die ik in de eerste versie anders vertaald heb. Het gaat om de zin ´Ze zwijgt. Ze gaat springen.´ die ik als ´Mlčí. Chystá se skočit.´ Howel deze zin wel op dit manier vertaald kan worden, als we ons de spannende situatie voorstellen, klingt zo een zin helemaal stroef en van de spreker onverschillig. De zin heb ik daarom met ´Mlčí. Ta skočí´ vervangen die me natuurlijker lijkt. Volgens mij correspondeert deze zin ook met het beeld van de kinderen die spannend naar boven kijken en ook iets spannends verwachten. Waar ik ook langer over nagedacht heb was het woord ´Dragonball Z´. Het gaat om een Japanse mangaserie die in Tsjechie blijkbaar niet aan populariteit heeft gewonnen. Hoewel ik kinderen van verschillende leeftijd heb gevraagd, hebben ze Dragonball Z niet gekend. Daarom heb ik beslist dat ik er een andere equivalent moet vinden. Ik moest gelukking niet lang nadenken en te ver gaan. Als we bij de manga blijven, valt ons onmiddelijk de serie Pokemons op die heel populair bij Tsjechische kinderen was. Onder de genoemde ´grote ogen´ die zo typisch voor deze series zijn, kunnen we ons dan wel iets voorstellen. Misschien zou ik in dit deel nog de vertaling van de ondervraging moeten vermelden waar tot een cultureel verschil komt. Toch had ik in verband daarmee geen moeilijke beslissing. In het Nederlands is wel mogelijk om iemand met ´u´ of met ´jij´aan te spreken maar de vorm met ´u´ wordt alleen in uitzonderlijke gevallen gebruikt.212 In het Tsjechisch spreken de kinderen de volwassenen bijna altijd ´u´. In tegenstelling tot de brontekst zeggen dus de kinderen in de vertaling ´u´.
212
An. 9, Taalschrift, ´Steeds minder mensen zeggen ‘u’, 2005. [online]
86
6.1 De Vlaamse woorden en verschijnselen in de tekst Zoals gezegd, wordt Bulger (2006) in de tussentaal of het Verkavelingsvlaams geschreven. De typische kenmerken voor deze taal heb ik al in het hoofdstuk 2.1. De tussentaal als de taal van het origineel geschetst. Wat Bulger (2006) betreft, gaat het vooral om het suffix ´-ke´ bij verkleinwoorden en de aanspreekvormen ´ge´ en ´gij´. Ik heb al sommige Vlaamse woorden en de vertaling van deze woorden genoemd. Het ging vooral om de verkleinwoorden ´meiske´ en ´meiskes´213 of ´mannekes´214. Ook het woord ´stekskes´215 of de woordverbinding ´dooske stekskes´216 verwijzen niet alleen door het suffix ´-ke´ maar ook met de woordkeuze naar het feit dat het om de Verkavelingsvlaams gaat. Als ik terug naar de moeilijke uitdrukking overga, moet ik nog kort het Vlaamse woord ´amai´217 bespreken. Marcel maakt een dure vaas van porselein kapot. Justýna doet alsof ze ouders opbelt om Marcel te pesten. Na enige tijd verwijst ze weer naar de vaas die kapot is: ´Amai die vaas. Ons vader zal blij zijn.´218 Vervolgens spreken ze over andere dingen en tot slot verwijst Justýna weer naar de vaas: ´Amai die vaas. Ons vader vond die echt wel lelijk.´ Het woord ´amai´ heb ik met moedertaalsprekers besproken om de juiste equivalent te vinden. Van Mgr. Sofie Rose-Anne W. Royeaerd, M.A. die uit Vlaanderen afkomstig is, heb ik de volgende uitleg gekregen: ´In Nederland zou men bijv. ´jeetje´ of ´tjongejonge´ zeggen. ´Amai die vaas´ begrijp ik als: ´Jeetje, (wat erg dat) die vaas (nu kapot is)´. ´Ons vader zal blij zijn´ lijkt ironisch (hij zal helemaal niet blij zijn). Maar later lijkt dat hij toch misschien echt blij zal zijn (want hij vindt de vaas lelijk, zegt het meisje (als geruststelling?).´219 Deze uitleg lijkt me wel goed daarom heb ik het woord op basis ervan vertaald. In het eerste geval gebruik ik het woord ´Jeţíš, ta váza!´ dat als een min of meer volledige equivalent beschouwd kan worden. De ironie druk ik dan door de inversie van het woordvolgorde en een toevoegong van het woord ´to´. In plaats van ´Jeţíš, ta váza! Otec bude mít radost.´ vertaal ik de zin als ´Jeţíš, ta váza. To bude mít otec radost!´ 213
Het woord meiskes komt meerdere keer voor: Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 3, 5, 8, 16, 22, 25, 35 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 28, 32 215 An. 10, Vlaamswoordenboek, synoniemen voor ´het stekske´, datum onbekend. [online] 216 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 31 217 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 5, 6 218 Ibidem 219 Bron: e-mail conversatie met Mgr. Sofie Rose-Anne W. Royeaerd, M.A. , 2012 214
87
Omdat ik in het tweede geval het woord niet wilde herhalen, nam ik nog andere equivalenten in overweging en wel ´Týjo´ en tegenwoordig ook vaak gebruikte ´Ty vole.´ Omdat de tweede genoemde uitdrukking volgens mij te vulgair voor een kind is, gebruik ik tenslotte de uitdrukking ´Týjo´ die meer neutral is. Maar wat ik als interessant verschinsel ervan beschouw, is de vorming van de onvoltooid verleden tijd van sterke woorden in de combinatie met de aanspreekvormen ´ge´ en ´gij´. Die zal ik nu kort bespreken. ´De onvoltooid verleden tijd van sterke werkwoorden krijgt in combinatie met ge/gij zowel in het enkelvoud als in het meervoud een -t. Een aantal werkwoorden, waaronder komen, krijgt in dat geval een lange a (als aa geschreven).´220 De Vlaamse versie van het Nederlandse ´jij bleef´ is dan ´gij bleeft´ en van ´jij vond´ ´gij vondt´. Als de werkwoorden in de verleden tijd een korte a hebben, krijgen ze dan behalve het suffix ´-t´ ook een lange aa: ´jij gaf´ wordt dan ´gij gaaft´. Behalve waneer na de a ´-d´, ´-t´ of ´-cht´ volgt blijft dan de a kort. Het suffix ´-t´ blijft ook in de vraag: ´bleeft gij?´ of ´gaaft gij?221 In Bulger (2006) komt in dit verband bijvoorbeeld de zin: ´Waart gij soms mijn vrienden niet?´222 waar de korte a van ´waren´ verdubbelt en het suffix ´-t´op het eind komt staan. Anders komen in de brontekst vooral werkwoorden in de tegenwoordige tijd die niet zo veel verschillend is van de Nederlandse vorm. Zoals in Nederland ´je komt´ gezegd wordt, wordt in Vlaanderen ´ge komt´ gebruikt. Ook in de tegenwoordige tijd blijft bij de vraag het suffix ´-t´. In plaats van ´kom je?´ krijgen we dan ´komt ge?´. De uitzondering vormt het werkwoord zijn. De correcte vorm is dan ´ge zijt´ en ´zijt ge?´.223 In Bulger (2006) zijn veel voorbeelden te vinden, tot slot noem ik hieronder alleen drie ervan: Waar komt gij eigenlijk vandaan?224 Gij zijt ziek, ... 225 Gij denkt echt dat hij alles moogt. 226
220
An. 11, Taaladvies, ´Gij kwam / kwaamt´, datum onbekend. [online] Ibidem 222 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 38 223 An. 11, Taaladvies, ´Gij kwam / kwaamt´, datum onbekend. [online] 224 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 9 225 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 10 226 Tindemans, K.: ´Bulger´, 2006, p. 19 221
88
7 Conclusie Voor mijn masterscriptie heb ik als thema de vertaling van het toneelstuk Bulger (2006) van Klaas Tindemans gekozen. Hoe ik al vermeld heb, heb ik er meer redenen voor. Ten eerste wilde ik een levende uitgang inleveren die het repertoire van de dramatische kring voor kinderen Brnkadla zou kunnen verrijken. Ten tweede wilde een deel van de Vlaamse cultuur aan het Tsjechische publiek voor te stellen. De eerste stap is al gelukt. Dankzij Brnkadla zou misschien ook de tweede kunnen lukken. De deerde doel was dan om andere vertalers van theaterspelen te helpen door het delen van mijn eigen ervaringen met de vertaling van Bulger (2006). Allereerst heb ik de brontekst grondig doorgelezen. Dan heb ik het met behulp van de theorie van equivalentie geanalyseerd. Dan pas ben ik met de vertaling begonnen. De theorie van equivalentie die in het boek ´K teorii i praxi překladu´ (2000) te vinden is, gebruikte ik ook bij de beschrijving van het proces van de vertaling in de theoretische hoofdstukken. Bij de vertaling heb ik een aantaal mensen om hulp gevraagd. Ten eerste ging het om de auteur zelf. Met Klaas Tindemans heb ik de karakteristiek van de personages besproken om een juiste manier van spreken aan de kinderen aan te passen. Verder heeft hij mij ook met de moeilijke passages geholpen. Het ging vooral om de moeilijke uitdrukking ´een huis met zenuwinzinking´ (zie boven) en om de vierde scène waar hij mij zijn bedoeling uitgelegd heeft. Ook heeft hij mij sommige intervieuws en artikelen als hulpmateriaal toegestuurd. Vervolgens heb ik ook de moedertaalsprekers om hulp gevraagd. Ze hielpen mij met woorden die niet in de woordenboeken stonden. Ten slotte probeerde ik ook met kinderen sommige woorden bespreken. Het ging vooral om de keuze van scheldwoorden. Ik wilde zo een veel mogelijk natuurlijke taal bereiken die niet onnodig te grof zou moeten klinken. In theoretische hoofdstukken werk ik vooraal met begrippen lexicale en aan tekstuele equivalentie waar ik de volgende subgroepen bespreek: de connotatieve en de denotatieve betekenis, de expressieve bijbetekenis, de vulgarismen, de versterkers, de stilistische bijbetekenis en de pragmatische verschillen. Bij elke subgroep noem ik dank voorbeelden niet alleen van Dagmar Knittlová maar ook die die ik in Bulger (2006) tegenkwam.
89
Vervolgens probeerde ik de manier van het spreken van de drie personages uit te leggen – in dit geval vooral de reden waarom Marcel een beetje anders spreekt dan die twee meisjes. Bij de tekstuele equivalentie noemde ik dan de cohesie en de coherentie en probeerde weer om deze termen uit te leggen op basis van de voorbeelden uit Bulger (2006). Het zesde hoofdstuk besteedde ik dan aan die woorden, zinnen of uitdrukkingen waar ik problemen bij de vertaling mee had. Met het theoretische deel wilde ik vooral uitleggen waarom ik bij de vertaling een of andere mogelijkheid heb gekozen en daardoor mijn denkproces een beetje benaderen. Ik hoop dat ik de boven genoemde doelen met de scriptie bereikt heb en een bijdrage aan de vertalingen vanuit het Vlaams geleverd heb. Mijn droom is nu duidelijk: bleven deze papieren niet alleen in de bibliotheek liggen, woonden we Bulger binnenkort als een toneelstuk bij.
90
Bibliografie ●
An. 1, Schrijverspodium, Biografie van Klaas Tindemans, datum onbekend, via de website:
, geraadpleegd op 01-09-2012
●
An. 2, RITS, Biografie van Klaas Tindemans, datum onbekend, via de website: , geraadpleegd op 01-09-2012
●
An. 3, het interview met Klaas Tindemans, 11 november 2005 (zie de bijlagen)
●
An. 4, Taaluniversum, ´Nederlands, wereldtaal!´, datum onbekend, via de website: , geraadpleegd op 01-09-2012
●
An. 5, Taaluniversum, de definitie van de tussentaal, datum onbekend, via de website: , geraadpleegd op 01-09-2012
●
An. 6, ´Netradiční, neobvyklé jméno pro dítě – 100 tipů´, 2008, via de website: geraadpleegd op 01-09-2012
●
An. 7, Nieuwsblad, ´Houssin is eigenlijk een seut´, 2007, via de website: , geraadpleegd op 01-09-2012
●
An. 8, Gazet van Antwerpen, ´Houssin was een seut´, 2007, via de website: , geraadpleegd op 01-09-2012
●
An. 9, Taalschrift, ´Steeds minder mensen zeggen ‘u’, 2005, via de website: , geraadpleegd op 01-09-2012
●
An. 10, Vlaamswoordenboek, synoniemen voor ´het stekske´, datum onbek., via de website: , geraadpleeg op 01-09-2012
●
An. 11, Taaladvies, ´Gij kwam / kwaamt´, datum onbekend, via de website: , geraadpleeg op 01-09-2012
●
Bellon, M.: recensie van het toneelstuk Bulger (de titel onbekend); in: Brussel Deze Week, 9 februari 2006 (zie de bijlagen)
91
●
Caluwe, Johan De; Geeraerts, Dirk; Kroon, Sjaak: ´Taalvariatie en taalbeleid: bijdragen aan het taalbeleid in Nederland en Vlaanderen´. Antwerpen: Garant, 2002, wia de website: , geraadpleeg op 01-09-2012
●
Čermák, František; Hrnčířová, Zdenka: ´Nizozemsko-český slovník´. Praha: LEDA s.r.o., 1997
●
Černý, Jiří: ´Úvod do studia jazyka´. Olomouc: Rubico, 1998
●
Geerts, Guido; Heestermans, Hans: ´van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal´. Utrecht, Antwerpen: Van Dale Lexicografie, 1992
●
Hečko, Blahoslav: ´Dobrodruţství překladu´. Praha: I. Ţelezný, 2000
●
Hillaert, Wouter: ´Bronksregisseur voert drama van Jamie Bulger op´, in De Morgen, datum onbekend (zie de bijlagen)
●
Hillaert, Wouter: recensie van het toneelstuk Bulger (de titel onbekend), in: De Morgen, 2 februari 2006 (zie de bijlagen)
●
Knittlová, Dagmar: ´K teorii i praxi překladu´. Olomouc: Univerzita Palackého v Olomouci, Filozofická fakulta, 2000
●
Levý, Jiří: ´Umění překladu´. Praha: I. Ţelezný, 1998
●
Máčelová-van den Broecke, Emmy; Spěváková, Dana: ´Česko-nizozemský slovník´. Voznice: LEDA spol s.r.o., 2005
●
Morávková, Alena: ´Specifické problémy překladu dramatu (na materiálu dramatu ´Molière´ M. Bulgakova)´, in: Acta universitatis Carolinae – Philologica 2. Translatologica Pragensia VI. Praha: Nakladatelství KAROLINUM, 1999
92
●
Pala, Karel; Všianský, Jan: ´Slovník českých synonym´. Praha: Nakladatelství Lidové noviny, 1994
●
Plevoets, Koen: ´Tussentaal en de vrije markt´. In: Over taal, datum onbekend, via de website van Over Taal: , geraadpleegd op 01-092012
●
Sels, Geert: recensie van het toneelstuk Bulger (de titel onbekend); in: De Standaard, 31 januari 2006 (zie de bijlagen)
●
Sgall, Petr: ´Obecná čeština´. In: Linguistica ONLINE, 7 mei 2012, p. 1, via de website van Faculteit van letteren, Masaryk universiteit Brno: , geraadpleegd op 01-09-2012
●
Tindemans, Klaas: ´Bulger´ (Bulger voor BRONKS). Brussel, herziene versie, 2006, via de website van Hotel Dramatiek:
●
Valášek, Martin: ´Takhle je to dané, toto inscenujte! (Rozhovor s překladatelem Františkem Fröhlichem)´, in: Souvislosti, 1999, via de website van Souvislosti: , geraadpleegd op 01-09-2012
93
Websites: ●
http://www.schrijverspodium.be Website van het Schrijverspodium, geraadpleegd op 01-09-2012
●
http://www.rits.be Website van Het RITS, departement audiovisuele en dramatische kunst van de Erasmushogeschool Brussel, geraadpleegd op 01-09-2012
●
http://www.scribd.com/ Website voor het publiceren van originele teksten, geraadpleegd op 01-09-2012
●
http://taaluniversum.org Website van de Nederlandse Taalunie, geraadpleegd op 01-09-2012
●
http://taaladvies.net Website van de Nederlandse Taalunie, geraadpleegd op 01-09-2012
●
http://sas.ujc.cas.cz Website van de Tijdschrift Slovo a slovesnost, geraadpleegd op 01-09-2012
●
http://www.bulger.at/bulger.at Website van de Duitse verfilming van Bulger (2006), geraadpleegd op 01-092012
●
http://taalschrift.org Website van de tijdschrift Taalschrift, geraadpleegd op 01-09-2012
●
http://www.vlaamswoordenboek.be Website van Het Vlaamswoordenboek, geraadpleeg op 01-09-2012
94
Bijlage I
Interview met Klaas Tindemans 1
„Bulger‟ is de eerste voorstelling van Klaas Tindemans en met dit onderwerp kiest hij niet meteen voor de makkelijkste weg. Hoe afschuwelijk het idee van moordende kinderen ook is, in „Bulger‟ vraagt Klaas Tindemans zich af of de grens tussen de fantasieën van „normale‟ kinderen en het écht begaan van een gruweldaad niet dunner is dan men denkt. Tot nu toe was je vooral als dramaturg betrokken bij voorstellingen, bij onder andere Het Zuidelijk Toneel, De Tijd, De Roovers en BRONKS. Nu treedt je als tekstschrijver en regisseur voor het eerst uit de schaduw. Vanwaar die stap ? Als dramaturg ben je bezig met teksten te analyseren. Je wordt ook vaak gevraagd om teksten van anderen te beoordelen. Dat ik nu zelf een tekst schrijf, is voor mij een logische stap. Wat regisseren betreft : die ambitie heb ik nooit echt gehad. Maar vooral in het werk voor BRONKS, en zeker bij „Ola Pola Potloodgat‟ en „De Gebroeders Leeuwenhart‟, kreeg ik toch enig zicht op hoe je een scène organiseert. Daarnaast kan ik vrij goed met acteurs om, ook omdat ik al meer dan 15 jaar lesgeef aan acteurs, onder andere aan het RITS. Maar ik heb pas de stap gezet toen Oda Van Neygen mij zei : “Je kan het altijd zo goed aan een ander vertellen, waarom doe je het niet een keer zelf ?” Voor je eerste productie kies je niet meteen voor de makkelijkste materie : kinderen die een peuter vermoorden. Het is inderdaad niet evident, maar ik heb mij bewust niets aangetrokken van de volwassenheid of kinderlijkheid van een onderwerp. Ik ben gefascineerd door excessen in de samenleving. Op een bepaald moment dacht ik : ik werk voor kinderen, laat ik ze dan maar eens – om het provocerend uit te drukken – confronteren met het ergste in henzelf. De Bulger-case, met de mediaheisa eromheen, heeft me indertijd heel erg getroffen, vooral dan het boek „Als het zou kunnen‟. Daarin vertelt Blake Morrisson heel autobiografisch hoe hij het Bulger-proces heeft beleefd als correspondent voor The New Yorker. Vanuit dat boek ben ik beginnen na te denken. Eerst nogal abstract : wat wil ik over zo‟n gruwelijke feiten vertellen ? Pas bij het schrijven zelf heb ik een vorm gevonden waarin je acteurs kan plaatsen. Ook al speelde de Bulger-case zich 13 jaar geleden af, het blijft een actueel gegeven. Er gebeuren altijd zinloze moorden op kinderen, door kinderen. Als je op internet gaat, merk je dat daar ongelofelijk veel over bestaat. Ik heb me ook verdiept in gelijkaardige gevallen en heb romans gelezen met vergelijkbare thema‟s, zoals „Verkeerde vrienden‟ van William Sutcliffe of „Een jongen‟ van Sonya Hartnett. Waarom wil je kinderen confronteren met „het ergste in henzelf‟ ? Ik hou van theater dat een beetje pijn doet, dat confronteert, dat je met een ongemakkelijk gevoel achterlaat. Dat ongemakkelijk gevoel kan ook een soort overdreven vrolijkheid zijn. De lijn tussen het één en het ander is erg dun. Voor mij is „Bulger‟ ook een beetje een onderzoek naar een theatertaal die helemaal van mijzelf is, ik heb tenslotte altijd ten dienste gestaan van de theatertaal van een ander. Dus vond ik het aangewezen om naar extreem materiaal op zoek te gaan waarbij je gedwongen bent om strenge vormelijke keuzes te maken. Zo‟n verhaal gewoon realistisch vertellen, is niet interessant. Vandaar ook dat ik aan filmmaakster Julia 95
Clever heb gevraagd om beeldmateriaal te maken voor de voorstelling. Ik hoef me niet af te vragen of Bulger wel een interessant verhaal is. Daar twijfelt waarschijnlijk niemand aan. Maar hoe geef je dat vorm ? In jeugdtheater speelt identificatie met personages nog een grotere en iets naïevere rol dan in theater voor volwassenen. Maar ga je je identificeren met kindermoordenaars ? Dat maakt de vormelijke uitdaging dus nog groter. Hoe strikt hou je je aan de historische feiten of aan het boek van Morrisson ? Om duidelijk te zijn : het gaat niet over de Bulger-case. In 1993 namen twee spijbelende jongens een kleuter mee uit een winkelcentrum, maakten er een tocht mee door de stad en lieten hem dood achter. Maar dat traject van kinderen die een jongetje meenemen uit baldadigheid en hem achterlaten, zit wel min of meer in de voorstelling. De eigenlijke misdaad laat ik bewust nogal vaag. In de voorstelling ligt de klemtoon op een (fictieve) voorgeschiedenis. Het gaat bij mij, anders dan bij de moord op James Bulger, om twee meisjes en een jongen. Hoe leven zij? Wat zou je in hun leven zou kunnen ontdekken, welk gedrag zou hun daden kunnen verklaren? Die voorgeschiedenis is gebaseerd op verhalen die ik heb gelezen. Ik heb ook een aantal elementen weggelaten om het niet te compliceren, zoals het seksuele element uit de echte Bulgercase. Of de stelling dat zo‟n extreme gevallen van geweld bij kinderen altijd voortkomen uit gewelddadige thuissituaties. Vanuit welke invalshoek heb je je tekst geschreven ? Ik heb geprobeerd een wereldje van brutale, gewelddadige, soms wat perverse fantasieën van kinderen, zoals obsessies met de dood, naar boven te halen. Het zijn drie kinderen waar een hoek af is, hetzij door die obsessies, hetzij door hun gezinssituatie of het ontbreken daarvan. Ze sleuren elkaar mee in een reeks verbale en fysieke brutaliteiten. Ik vind zo‟n proces interessant om te observeren. Niet zozeer om met een vingertje te wijzen, maar om te laten zien hoe „gewoon‟ dat is, dat geweld . Bij mijn eigen zoon merk ik dat ook. Je schrikt daar dan eventjes van, maar je meent genoeg context te hebben om te vermoeden dat dat niet fataal zal aflopen. Maar toch stel je je de vraag waar die gewelddadigheid vandaan komt. Er zijn natuurlijk allerlei manieren om dat geweld te kanaliseren, zoals agressieve computer- of videogames. Ik heb de neiging om dan te zeggen : het is beter dat ze zich daarmee afreageren dan in de werkelijkheid. De spelletjes die wij deden in het pre-computertijdperk waren ook niet zachtaardig en de fantasieën waren al even bedenkelijk. In „Bulger‟ plaats ik een aantal van die fantasieën achter elkaar en maak er zo iets extremers van, maar die losse feiten op zich zijn allemaal niet zo abnormaal. Blake Morrisson zegt in zijn boek ergens dat hij de indruk heeft dat alle kranten doen alsof die twee jongens van een andere planeet komen. Maar ze komen absoluut niet van een andere planeet. Ze doen dingen die „normale‟ kinderen ook voortdurend doen, met dat verschil dat dat meestal niet uitmondt in zoiets verschrikkelijks. Welke rol spelen de videobeelden ? De eigenlijke misdaad wordt niet gespeeld. Die zal via videobeelden een aandeel krijgen in de voorstelling. Het traject dat de twee jongens met James Bulger aflegden, werd grotendeels opgenomen door bewakingscamera‟s. Dat gegeven gebruik ik ook in de voorstelling. Het traject van het slachtoffer toon ik aan de hand van alle plekken
96
waar hij geregistreerd is door bewakingscamera‟s : de babycam, de camera aan de schoolpoort van zijn broertjes, de camera van het winkelcentrum,... Maar op het moment dat de ergste dingen gebeuren, is er geen camera in de buurt. Dat was ook bij James Bulger zo. Bewakingscamera‟s zouden moeten bijdragen aan het veiligheidsgevoel. Maar eigenlijk kan je alleen achteraf iets vaststellen met die camera‟s. Je houdt er geen misdaden mee tegen, want er is meestal niemand die „live‟ aandachtig de beelden bekijkt. Natuurlijk is het verhaal van de moord wel belangrijk in de voorstelling, maar eerder door wat er niet getoond wordt dan door wat er wel getoond wordt. De gruwel wordt tastbaar gemaakt door een ander soort beeldmateriaal, zij het op een onrechtstreekse manier. Hoe maak je met zo‟n zware thematiek een draaglijke voorstelling ? Daar ligt vooral een taak voor de acteurs. Elke Dom, Eline Keuppens en Benjamin Opdebeeck gaan heel graag mee in dit soort fantasieën, ze willen er nog een schepje bovenop doen, zelfs zonder dat ik het hen vraag. Hun spel kan op sommige momenten in pure absurditeit ontaarden. De scènes, zoals ik ze geschreven heb, geven daar ook wel aanleiding toe. Zo speelt één van de scènes zich af in een mortuarium. Dat is natuurlijk vrij luguber, maar ik kan me voorstellen dat dat spelmatig heerlijk uit de hand loopt. Ik wil niet lachen met de doden en zeker niet met een vermoord kleutertje, maar ik wil toch wel dat men af en toe een grijns niet kan onderdrukken, een goedaardige grijns liefst. Ik denk dat de acteurs een vrij lichte spelvorm zullen moeten zoeken. Als kinderen heel consequent in een fantasie zitten, kan dat iets opwindends hebben. Ik hoop dat ze dat soort spel vinden. Het wordt natuurlijk geen lichte voorstelling, maar zeker ook geen deprimerend schouwspel, laat staan melodrama. Brussel, 11 november 2005
97
Bijlage II
Interview met Klaas Tindemans 2
Bronksregisseur voert drama van Jamie Bulger op door Wouter Hillaert Amper tien jaar waren Robert Thompson en Jon Venables toen ze in 1993 de peuter Jamie Bulger doodden. Kinderen van tien zijn ook het directe doelpubliek van Bulger, een voorstelling van Bronks die zich losjes op dat Britse drama baseert. Voor tekst en regie tekende Klaas Tindemans, voor het eerst in zijn toneelcarrière. 'Ik wou een confronterende jeugdproductie maken, die zie je nog weinig.' Klaas Tindemans is in theaterland bekend als 'een man van het tweede plan'. Als zoon van Carlos Tindemans, de beruchte criticus die aan de wieg stond van de Vlaamse theaterwetenschappen, vormde zijn zitvlak zich vanzelf naar toneelstoeltjes. In de jaren tachtig recenseerde hij in DS de generatie van Fabre mee uit de periferie, om tussen 1998 en 2001 het Vlaams Theater Instituut te leiden. Sinds hij daar de deur achter zich dichttrok, geeft hij les op het Rits en draagt hij de pet van dramaturg bij de Roovers en Bronks. Een heel leven ten dienste van, zeg maar. Het deed zelfs een bescheiden ziel als Tindemans lonken naar het voorplan. "Als dramaturg draag je nooit de volle eindverantwoordelijkheid. Die afstand is prettig, maar ik begon er ook de grenzen van te voelen. Ik wou ook eens zelf van een voorstelling kunnen zeggen: 'Voilà, dit is nu mijn keuze.'" En, hoe viel dat regisseren mee? "Het bleek niet evident, moet ik zeggen. Vroeger had ik in eindbeslissingen altijd bondgenoten, maar nu keek iedereen naar mij met zo'n blik: 'Hak jij maar de knoop door.' Ik was me totaal niet bewust hoeveel tijd je als regisseur steekt in allerhande onderhandelingsprocessen. Met de technici, met de vormgevers, met de acteurs. Dat vond ik het moeilijkste: het filteren van al die opinies onder hoge tijdsdruk. Het sociale aspect dus, veel meer dan het artistieke. Want ondertussen is mijn bril voldoende scherp voor wat goed werkt en wat niet." Dat is nu mijn keuze, zeg je. Waarom ging die uit naar Jamie Bulger? "Ik las ooit het boek van Blake Morrison over die zaak: As if. Wat me erin opviel, was dat de auteur het hele gebeuren verbindt met zijn eigen leefwereld. Hoe was ikzelf als jonge tiener? Hoe ga ik met mijn kinderen om? Hoe beleef ikzelf de sterke invloed van de media? Morrison heeft zich op een heel concrete manier ingeleefd, en zo zie ik ook deze voorstelling. Als een confrontatie met het herkenbare in die kindermoord, veeleer dan met het monsterlijke ervan." In hoeverre heb je ook je pen geslepen naar Morrisons relaas van de hele affaire? "Daar heb ik bewust afstand van genomen. Ik heb eerst mijn acteurs gezocht en dan pas mijn tekst voor hen geschreven. Zo zitten er in Bulger nu drie daders, waarvan twee meisjes en een jongen (gespeeld door Elke Dom, Eline Kuppens en Benjamin Opdebeeck, WH). Van de oorspronkelijke anekdotiek schiet er eigenlijk nog weinig over, behalve dan Bulgers leeftijd, de ontvoering in het winkelcentrum en de moord bij de spoorweg. Ik geef veel meer adem aan de voorgeschiedenis van de daders. Die gaat over grenzen aftasten en thema's als vriendschap en jaloezie. Er zit ook een vlucht in die er historisch niet was. En onze ondervragingsscène is veeleer gericht op fantaseren dan op het achterhalen van een objectieve waarheid." Is er überhaupt een verklaring te geven voor wat die jonge moordenaars doen? "Nee, daar gaat Bulger net om. Er is alleen de fundamentele onverklaarbaarheid van die moord. Er is ook niks dat zo'n gebeurtenis voorspelbaar maakt, tenzij je naast elk kind met een moeilijk karakter een waakhond zou zetten. En dan nog. Het kan net zo goed gebeuren in de properste opvoedingssituaties, ook al voert heel wat ernstige literatuur alles terug tot een gewelddadige thuissituatie. Maar voor Jon Venables klopte dat al niet, die zat gewoon geklemd tussen zijn verstandelijk gehandicapte broer en zus. Alle verklaringen schieten tekort." Wat valt er dan precies aan interessants over dit thema te vertellen?
98
"Dat het hier niet gaat om kinderen van een andere planeet. Er is een hoek af, maar bij welk kind is dat niet zo? Eigenlijk doen ze perfect herkenbare dingen, die ook 'normale kinderen' fascineren. Gewelddadige spelletjes, rare dingen met dieren. We hadden het tijdens de repetities vaak over onze eigen jeugd en zelf voerden we blijkbaar geen andere experimenten uit. Onschuldig waren ze in elk geval niet. Alles hangt af van bepaalde omstandigheden waarin je plots een grens overschrijdt." Bulger ging dit weekend in première en speelt nog op 12 februari in de Beursschouwburg (02/21.999.21). Verder op tournee langs Geel (8/2), Leuven (10/2), Antwerpen (3/3) en Turnhout (7/3), met schoolvoorstellingen tussen 6 februari en 7 maart, www.bronks.be.
99
Bijlage III
Recensie van Bulger (2006) voor Brussel Deze Week, 9 februari 2006
U herinnert zich ongetwijfeld nog de zaak van de Britse peuter Jamie Bulger die door twee jongens van elf jaar werd meegenomen uit een winkelcentrum en vermoord. De jongens werden veroordeeld en kregen na acht jaar in een verbeteringsgesticht een andere identiteit. Ze leven sindsdien ondergedoken, ver weg van Groot-Brittannië. Klaas Tindemans – voorheen theaterrecensent, directeur van het Vlaams theaterinstituut en dramaturg – nam deze zaak als uitgangspunt voor zijn debuut als toneelschrijver en regisseur bij jeugdtheater BRONKS. Het was niet de bedoeling de fel gemediatiseerde affaire nog eens dunnetjes over te doen. Wat Tindemans vooral had getroffen, was dat de twee jonge moordenaars als volwassenen werden berecht. Bulger gaat dan ook op zoek naar wat een kind allemaal kan bezielen dat het op een slechte dag een moordenaar kan worden, en laat zien dat onschuldige kinderlijke machtsfantasieën misschien makkelijker kunnen ontaarden in ernstige gruweldaden dan we willen aanvaarden. Elke Dom, Eline Kuppens en Benjamin Opdebeeck moeten voor hun rol hun werkelijke leeftijd ongeveer halveren. Erg doordeweekse pubers zijn het niet, maar hun fascinatie voor wapens, hun verboden expeditie naar een mortuarium, en hun meedogenloze experimentjes met levende muizen die in de beginscènes aan bod komen, zijn vast voor iedereen in het publiek herkenbaar. Dat de drie elkaar opjutten om telkens straffer en beter te doen is dat eveneens. Waarschijnlijk zitten de makers van Bulger daar mooi op de juiste golflengte van hun beoogde doelpubliek. Na die wat lange aanloop die misschien toch gebaat zou zijn met een iets strakkere narratieve lijn (het stilaan escalerende wij-tegende-rest-gevoel van de pubers bijvoorbeeld), verschijnen dan plots de beelden van bewakingscamera’s in een winkelcentrum waarop te zien is dat de drie een peuter ontvoeren. Die expliciete referentie naar de akelige, overbekende beelden uit de Bulger-case geeft de hele voorstelling meteen een extra dimensie die ervoor zorgt dat Bulger erg sterk eindigt. Het ergste gebeurt, en de acteurs, die er op de premièredag nog wat voor leken terug te schrikken om te scoren in hun kinderrol, lieten zich vanaf dat moment van hun sterkste kant zien. Vooral in de ondervragingsscène waarin blijkt dat hun personages echt niet opgewassen zijn tegen hun ondervragers. Waar voor de eerste scène het grote scherm wordt gebruikt om met Google Earth in te zoomen op een willekeurig huis ergens op de wereld, toont datzelfde scherm in de laatste scène een chat-sessie waarin de drie na het uitzitten van hun straf nog eens met elkaar praten. Andermaal een geslaagde ingreep om de thematiek van de voorstelling binnen te brengen in de leefwereld van de doelgroep, want paradoxaal genoeg maakte die anonieme chatbox alles nog eens een stuk reëler. Michaël Bellon
100
Bijlage IV
Recensie van Bulger (2006) voor De Morgen, 2 februari 2006
Gruwel zonder verklaringen
De drie hoofdrolspelers acteren op het randje van onomwonden kinderlijkheid en volwassen afstandelijkheid Jeugdtheater l Klaas Tindemans debuteert aardig met Bulger *** Ze springen op bedden, roepen op paarden, prikken met een naald al eens een meelworm op. Die kronkelt dan zo, en dan kun je hem in brand steken of wegschieten. Zou die worm pijn hebben? En een muis, als je ze levend opensnijdt? Shania, Justine en Ramses zijn tien en experimenteren zoals alle kinderen dat doen. Ze verkennen de grenzen van gevaar, én van hun onderlinge onafhankelijkheid. "Ik hou die haagschaar voor je neus en jij mag niet bewegen, oké?" Ze doen wedstrijdjes: "Om ter langst onze kop onder water!" Shania gaat er zo bijna aan, maar ze is voor geen kleintje vervaard. Ze sleurt de andere twee mee naar een lijkenhuis, om samen te voelen hoe dood aanvoelt. Als plasticine, wauw! Drie scènes later in Bulger hebben Shania, Justine en Ramses een peuter vermoord. Gewoon, meegenomen uit een winkelcentrum en doodgemaakt. "Hij liep voor ons, een koord rond zijn nek. De meiskes begonnen hem te bekogelen. Met zand, met stenen. En toen viel hij." Vooral de vanzelfsprekendheid van die gruweldaad is frappant, net als de moord op het jongetje James Bulger in 1993, waarop auteur en regisseur Klaas Tindemans zich voor dit stuk bij Bronks baseerde. Er zijn geen verklaringen. Er is alleen een context. Shania, Justine en Ramses ervaren de wereld als vijandig, maar willen er vooral zelf hun plaats in opeisen. Ze proberen zelfstandig te zijn, of worden daartoe gedwongen. "Ik wil een kindje voor mijzelf, om goed voor te zorgen", zegt Shania. De jonge Eline Kuppens, nog studente op het Rits, speelt haar rol van voortvarende uitdaagster met brio. Op datzelfde scherpe randje van onomwonden kinderlijkheid en volwassen afstandelijkheid acteren ook Benjamin Opdebeeck (het wat beteuterde kneusje Ramses) en Elke Dom (de expressieve meeloopster Justine). Samen maken ze de leefwereld van tienjarigen verrassend geloofwaardig, en dan vooral in haar kleine afstand tot wat volwassenen bezighoudt. Zo doorziet Shania tijdens het gerechtelijk onderzoek haarscherp wat er voor haar ondervragers op het spel staat. "Jullie willen thuis tegen je kindjes kunnen vertellen dat papa een held is, hé? Dat zijn kinderen veilig zijn!" Bulger doorprikt die illusie. Dat je het slachtoffer van de drie daders enkel te zien krijgt op videobeelden van bewakingscamera's, van in zijn wieg tot aan het winkelcentrum, verandert zijn tragedie in een statement van de makers. We kunnen beveiligen tot we alles in het snotje hebben, maar dan nog zal dit blijven
101
gebeuren. De huisjes in het decor, bekleed met luchtfoto's, vatten die hele gedachte van Bulger mooi samen. Het kan elke buurt overkomen, het is niet controleerbaar. Dat zou je vaker willen zien in het jeugdtheater: een confronterende ontmaskering van de werkelijkheid, in plaats van de fantasierijke ontkenning ervan. WAAR EN WANNEER Bulger, vanaf tien jaar, nog op 12 februari in de Beursschouwburg (02/219.99.21). Verder op tournee langs Geel (8/2), Leuven (10/2), Antwerpen (3/3) en Turnhout (7/3), en schoolvoorstellingen tussen 6 februari en 7 maart. Info: www.bronks.be Wouter Hillaert
102
Bijlage V
Recensie van Bulger (2006) voor De Standaard, 31 januari 2006
Kinderen in een molotovcocktail Jeugdtheater. Geweld bij jongeren: het thema van ,,Bulger'' is gewaagder dan de opvoering. De grootste moeilijkheid van jongerentheater is dat het voor jongeren is. Vaak sluipt er daardoor wat pedagogische zorg, angst voor kinderbezoedeling en goedbedoelde lieflijkheid in het werk. Probeer het maar eens anders. Soms zou ik wel willen, maar, zelf vader zijnde, dan toch niet te heel erg anders. Daarom is Bulger van Bronks een gebeurtenis. De voorstelling confronteert jongeren met een van de onbegrijpelijkste misdaden. In 1992 namen twee elfjarigen in Liverpool een peuter van 2,5 jaar mee. Ze lieten hem dood achter. Bulger pakt het leep aan. In zijn tekst hengelt Klaas Tindemans naar identificatie. Kijkers en daders zijn leeftijdgenoten, en niet zo eens verschrikkelijk verschillend. Wat kikkergeplaag en muizengeterg betreft, zijn het misschien collega's in de strijd. De personages zijn geen weirdo's die je makkelijk met de vinger kunt wijzen en daarna in een probleemzone isoleert. Zoals ze daar staan, komen ze in elke mensengroep voor. Je hebt overal voortrekkers en lijstduwers. Eline Kuppens speelt het franke blad, met een onverschrokken cool en niet bang voor een dreun. Dat bewijst de pleister aan haar ooghoek. Zij is het brein. Of in sommige gevallen het gebrek daaraan. Elke Dom speelt een heel ander type. Ze heeft een tienerachtige kwaadheid in zich, maar weet die vooralsnog te kanaliseren met een woest gebaar of een stoere outfit. Benjamin Opdebeeck speelt de enige jongen met een niet te onderdrukken braafheid, die zo graag ook eens een daad wil stellen. Wat gebeurt er als deze persoonlijkheden samen in de cocktail gaan? Meestal niets, maar in dit geval wordt het een molotovcocktail. Er bestaat een spraakmakende voorganger van Bulger in het theaterrepertoire. Dat is Saved, een stuk van Edward Bond uit 1965. Er zit een scène in waarin tieners stenen in een wieg gooien en zo een baby doden. Voor Bond was dat de wanhoopsdaad van een verloren generatie, die gebukt liep onder de economische druk. Bronks hoedt zich voor verklaringen. De omstandigheden hebben bepaald dat het zo zou aflopen. Die tragische afloop is suggestief aangebracht. Van in het begin loert hij op de achtergrond mee. Zo liggen de attributen in een vitrinebak; als de acteurs ze gebruiken is dat alsof ze sporen maken die later in de rechtszaak tegen hen gebruikt worden. Terwijl de personages nog met baldadige kinderspelletjes bezig zijn, verschijnt een frame van bewakingsbeelden waarop de kidnapping van Jamie te zien is. De ondervraging nadien zegt meer over de aard van de personages (lefgozer tot beunhaas) dan over de feiten. 103
Bulger blijft redelijk lang hangen bij de ,,portretterende fase'' van zijn personages. Met hun gsm filmen ze een live dissectie van maden, ze gooien bommetjes, testen kettingzagen uit en fantaseren baldadig over wat er met hun huis gebeurt als alle vijzen uit de muur vallen. Op de premièreavond zat er weinig reliëf in het spel. De kleur van de personages schoot er wat bij in, en ook het escaleren naar steeds onverantwoorder gedrag zou meer uit de verf kunnen komen. Zo is Bulger voor jongeren een herkenbare en toch confronterende voorstelling, en wat mij als ouder betreft, gelukkig met zorg uitgewerkt. Bronks speelt ,,Bulger'' (vanaf tien jaar). Gezien op 28/1 in Brussel. Nog op 8/2 in CC De Werft (Geel), 10/2 in 30CC (Leuven), 12/2 in Rits (Brussel), 3/3 in Het Paleis (Antwerpen), 7/3 in De Warande (Turnhout). Info 02-21.999.21, www.bronks.be Geert Sels
104