Het magazine van de vereniging oud studenten economie Universiteit Gent
we link economic thinking
------- Maart – Juni 2014 ------ N° 1 -------------
Alumni van het jaar → InSites Consulting [ 4–7 ]
VOSEKO magazine
Talent herkennen is van cruciaal belang!
Event in de kijker → Alumnidag – 15 maart 2014 From academics to global entrepreneurs. The story behind the InSites Consulting journey so far.
INHOUD WOORD VOORAF 3 Door Arne De Keyser 4
www.voseko.be
ALUMNI VAN HET JAAR 2014 Kristof De Wulf en Niels Schillewaert
Woord vooraf
TERUGBLIK 8 VOSEKO activiteiten DE NIEUWE MASTER BPM Johan Christiaens, Joris Voets, Bram Verschuere
10
ONDERZOEK 12 Evelien Opdecam – Dries Goossens DUBBELINTERVIEW NIEUWE PROFFEN Dries Benoit en Stijn Goeminne
14
90 JAAR VEK Viering en dubbelinterview
16
DE FACULTEIT EN HAAR ONDERWIJS Patricia Everaert en Freddy Heylen
18
EERSTE VLAAMS JEUGDPARLEMENT Voorzitter en FEB-parlementariërs aan het woord
19
FEB Faits divers 22 INSPIRATION DAYS 22 Sociaal ondernemerschap en economiestudenten TELEX & ACTIVITEITENKALENDER
23
Stilstaan is achteruitgaan
PARTNERS
COLOFON Viermaandelijks tijdschrift van VOSEKO vzw Nr. 1 van jaargang 2014 REDACTIERAAD Stijn Baert, Axel Baeyens, Brecht Boone, Myriam De Bruyne, Arne De Keyser, Pieter Dhertoge, Nathalie Gys, Jürgen Hanssens, Grégory Maes, Ine Paeleman, Thomas Stappaerts, Len Vandenheede, Yasmin Van Landschoot, Vincent Van Peteghem. EINDREDACTIE Myriam De Bruyne Met uitdrukkelijke dank aan Marc De Clercq, Katrien De Kegel. Lay-out -> Marc Popelier - www.cluster-graphics.be drukwerk -> Publiprinting Verantwoordelijke uitgever -> VOSEKO vzw,
[email protected] en www.voseko.be Ben jij als oud-student ook nog steeds fan van de UGent? Word dan snel lid van onze alumnivereniging. Zo blijf je op de hoogte van wat er reilt en zeilt, kom je opnieuw in contact met je vroegere studiegenoten
Overname van artikels is mogelijk mits schriftelijke toestemming van
en ontvang je een uitnodiging voor alle UGent alumni-activiteiten. Als betalend lid kan je bovendien
de redactie en bronvermelding. Dankzij uw steun is VOSEKO vzw de
rekenen op een alumnikaart die je tal van voordelen biedt.
bloeiende vereniging die ze nu is. Hartelijk dank namens alle alumni van
Ook de nieuwe editie van het VOSEKO-magazine is hiervan een voorbeeld. Om de band met de faculteit te versterken, werd de redactieraad uitgebreid met FEB-studenten en is de eindredactie voortaan in handen van de communicatiedienst van de faculteit. Met een focus op alumni, onderzoek, onderwijs, studenten en algemeen faculteitsnieuws, ben ik er dan ook van overtuigd dat het magazine een grote inhoudelijke stap vooruit zet. Uiteraard kunt u ook in 2014 rekenen op de organisatie van talloze activiteiten. Graag vraag ik uw aandacht voor ons eerstkomende event: de VOSEKO alumnidag. Op 15 maart worden Kristof De Wulf en Niels Schillewaert, beiden partners van InSites Consulting, uitgeroepen tot alumni van het jaar 2014. Die avond brengen zij een verhaal over ondernemerschap in een internationale, innovatieve context. De titel van hun presentatie luidt dan ook veelbelovend: “From academics to global entrepreneurs. The story behind the InSites Consulting journey so far”. In afwachting hiervan vindt u alvast een uitgebreid interview met Kristof en Niels in dit magazine. Met daarnaast twee workshops, de tweede editie van de VOSEKO Alumni Cup, een lecture ‘business analytics’, de events ‘de toekomst van de Vlaamse industrie’ en ‘Private Equity & Venture Capital’, is de kalender voor het komende jaar al aardig gevuld. We hopen u dan ook te mogen verwelkomen op één van onze volgende activiteiten.
de Faculteit Economie en Bedrijfskunde! Wenst u VOSEKO vzw (verder) te steunen? Zie dan www.voseko.be
Lid worden is trouwens eenvoudig: je surft naar www.UGent.be/alumni en vult je gegevens in. Doen: dan zit die voordelenkaart binnenkort in je brievenbus.
Bij VOSEKO vliegen we er liever in! Het dagelijks bestuur stelt zich dan ook geregeld in vraag en bedenkt manieren om de vereniging vooruit te helpen. Dit alles met het oog om jullie -alumni, studenten en FEB-personeelsledenblijvend kwaliteitsvolle events, lectures en workshops voor te schotelen.
foto cover -> Niels Schillewaert en Kristof De Wulf in New York
Arne De Keyser Voorzitter Dagelijks Bestuur doctorandus vakgroep management, innovatie en ondernemerschap
------- alumni -----------------------
Oprichters InSites Consulting (vlnr): Kristof De Wulf, Tim Duhamel, Niels Schillewaert en Joeri Van den Bergh
ALUMNI VAN HET JAAR Kristof De Wulf & Niels Schillewaert, CEO’s Insites Consulting Het Belgisch marketing consultancy bureau InSites Consulting is op 17 jaar tijd uitgegroeid tot een internationale speler met een indrukwekkende klantenportefeuille. Multinationals als Apple, Campbell’s, Danone, Heineken, Ikea, Kinepolis, PepsiCo en Unilever deden een beroep op hun diensten. Twee FEB-alumni stonden mee aan de wieg van deze innovatieve onderneming: Kristof De Wulf en Niels Schillewaert. Reden genoeg om beiden uit te roepen tot alumni van het jaar. Niels en Kristof, proficiat met jullie ‘verkiezing’ tot alumni van het jaar 2014. Hoe voelt dit? Niels → Heel goed :-) ! Het is een hele eer om verkozen te worden tot alumnus van het jaar van de faculteit die ik nog steeds een warm hart toedraag. Het doet goed dat InSites Consulting erkenning krijgt en kan fungeren als voorbeeld voor peers. Kristof → Ik sluit me volledig aan bij Niels. Het is leuk om in de spotlight te komen en aandacht te krijgen voor de vooruitgang die InSites Consulting heeft geboekt. We hopen dan ook als voorbeeld te dienen voor de vele FEB-alumni die hun eigen bedrijf willen oprichten.
START EN EVOLUTIE Hoe is het voor jullie gestart? Kristof → De vier oprichters –Tim Duhamel, Joeri Van den Bergh, Niels en ikzelf– werkten in de jaren ’90 allemaal bij de vakgroep marketing van de Vlerick Business School, die toen nog zeer nauw verbonden was met de faculteit. Een van onze taken bestond erin om –o.a. via studentenprojecten– bruggen te slaan tussen het wetenschappelijk onderzoek en de bedrijfswereld. Op een bepaald moment begeleidde Tim een dergelijk project rond het meten van de marketingimpact van websites. Toen bleek dat de betrokken studenten er niet veel van bakten, moesten we het werk met ons vieren samen overdoen. Dat betekende zoveel als de officieuze start van InSites Consulting. Als jullie terugblikken: In welk opzicht is jullie core business in de loop der jaren gewijzigd? Kristof → In de beginjaren was InSites een agency dat voornamelijk werkte rond online marktonderzoek. We zijn toen op de kar van het Internet gesprongen. We vroegen ons immers af hoe dit ‘nieuwe’ medium kon bijdragen aan marktonderzoek en managers nieuwe inzichten kon bieden. Het Internet stond toen nog in zijn kinderschoenen en er heerste veel onzekerheid na de internetzeepbel. Toch kozen we ervoor om resoluut op online onderzoek te focussen en vanaf 2002, met de definitieve
doorbraak van het Internet, ging InSites Consulting met rasse schreden vooruit. Niels → Het concept ‘online’ bleef gedurende de 17 jaar die InSites nu bestaat, steeds in ons DNA zitten. We zijn hier nooit van afgeweken. Ook vandaag zijn nog steeds al onze activiteiten gebaseerd op online onderzoek. Wij zijn nooit meegegaan in het traditionele denkpatroon van veel onderzoeksbureaus. Bijgevolg zal je ons niet aantreffen in de supermarkt om daar op zoek te gaan naar klantinzichten. Kristof → Klopt volledig! Uiteraard heeft dit online onderzoek op bepaalde momenten onze kernactiviteiten in een andere richting gestuwd. Daar waar we in de beginjaren veel online enquêtes uitvoerden voor onze klanten, zijn we de laatste jaren als agency geëvolueerd naar een model van ‘consumer collaboration’, waarbij de samenwerking tussen consument en merk centraal staat en er sprake is van wederzijds contact. Dit gaat veel verder dan enquêteonderzoek. Technieken als (n)etnografie, online groepsdiscussies, social media listening en heuse online ‘research communities’ spelen een centrale rol in hetgeen wij vandaag doen.
bio Niels
bio Kristof
InSites Consulting
• Geboren in 1971 te Oostende • Studeerde Master TEW aan de Universiteit Gent • Behaalde een doctoraat in de marketing aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde • Sinds 1997 managing partner en oprichter van InSites Consulting • Tot 2012 Professor in Marketing aan de Vlerick Leuven Gent Management School
• Geboren in 1970 te Sint-Amandsberg • Studeerde Master TEW aan de Universiteit Antwerpen • Behaalde een doctoraat in de marketing aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde • Sinds 1997 managing partner en oprichter van InSites Consulting • Tot 2010 Professor in Marketing aan de Vlerick Leuven Gent Management School
Sector • marktonderzoek & consulting Opgericht • in 1997 Aantal medewerkers • > 130 Aanwezig in • België, Nederland, VK, VS en Roemenië Omzet InSites Consulting 2013 • 17,5 miljoen euro % omzet gerealiseerd in het buitenland • 52%
4
VOSEKO magazine
In de beginjaren combineerden jullie InSites met een meer dan succesvolle carrière als Vlerick professoren. Jullie publicatiepalmares is ronduit indrukwekkend. Wat heeft jullie over de streep gehaald om de definitieve overstap te maken? Kristof → Niels en ikzelf zijn inderdaad lang blijven ‘plakken’ in de academische wereld. Dat onderscheidt ons van Tim en Joeri, die veel sneller de volledige stap hebben gezet naar de private context. Wij hebben ervoor geopteerd om ons doctoraat af te werken en eerst een carrière uit te bouwen binnen de Vlerick School. Met de groei van InSites Consulting is die academische focus gradueel verminderd. Op een gegeven moment werd ik partner van Vlerick. Maar met een tijdsbesteding van slechts vijf procent weeg je zo licht op het beleid, dat je geen verschil meer kunt maken. Met dat besef heb ik resoluut gekozen voor het bedrijfsleven. Niels → Als we terugblikken, beseffen we dat er van ‘in den beginne’ grote verschillen waren tussen ons vieren. Kristof en Tim waren de grootste entrepreneurs. Zij koesterden de droom om ooit een eigen bedrijf op te starten. Ikzelf had dat gevoel helemaal niet en was veeleer een pure onderzoeker. Maar dan kom je elkaar tegen, ontstaat die chemie en begint dat ondernemersgevoel uiteindelijk wel te kriebelen. Er zijn toen goede afspraken gemaakt om, samen met de groei van InSites, er ook een toenemend volume van onze tijd in te investeren. Zelf ben ik tot 2012 Vlerick prof gebleven, maar zoals Kristof zei moet je op een bepaald moment kiezen. Sinds ik het kantoor in New York ben gaan leiden, heb ik beslist om mijn ten volle op InSites te focussen. Kristof → Sowieso kun je niet spreken van een bewuste strategie; we zijn er alle vier eigenlijk
ingerold. Je gaat van start in een economische realiteit waar vier mensen een degelijk loon uitbetalen ondenkbaar is en uiteindelijk beland je in een context waar het bedrijf zo gegroeid is, dat beide werelden combineren moeilijk wordt. Niels → Persoonlijk wil ik er nog aan toevoegen dat mensen als Patrick Van Kenhove, Jacques de Rijcke en Roland Van Dierendonck een grote inspiratiebron zijn geweest. Hoewel ze ons waarschijnlijk voorbestemd zagen voor een academische carrière, zijn ze ons steeds blijven steunen om van InSites Consulting een succesvol bedrijf te maken. Gegeven jullie atypische parcours, hoe zijn jullie gegroeid als manager? En wat typeert een goeie manager? Kristof → We zijn er inderdaad ingerold en gaandeweg hebben we onze managementkwaliteiten moeten ontwikkelen. Eén ding staat vast: je wordt niet van vandaag op morgen een goeie manager. Iedere dag leer ik bij, ook vandaag nog. Ik denk dat het vooral essentieel is om jezelf te blijven en de waarden die je als persoon belangrijk vindt ook na te streven als bedrijfsleider. Belangrijk is om die waarden te expliciteren en alles wat je doet hieraan te toetsen. Concreet hebben we bij InSites zeven kernwaarden vastgelegd: being forward thinking, open, result-driven, we-oriented, adaptive, respectful en daring. Niels → Een goede manager is iemand die open staat voor fouten maken. Hoewel InSites een mooi verhaal is geworden, hebben we ook onze moeilijke periodes meegemaakt. Binnen het bedrijf hebben we de nodige discussies gevoerd. Hoe hard die soms waren, iedereen binnen het team is blijven openstaan voor andere
meningen en gezonde discussies. Ik denk dat de openheid waar Kristof naar refereert dan ook centraal staat binnen InSites. Het heeft er in ieder geval tot geleid dat we nog steeds als een vriendengroep door het leven gaan en onszelf succesvol kunnen verder ontwikkelen. Kristof → Couldn’t agree more :-) Niels → Daarnaast leer ik ook ontzettend veel van de jonge mensen die mij omringen. Hoewel ervaring soms nog ontbreekt, weten ze van bepaalde dingen veel meer af dan ikzelf. Deze vorm van reverse mentoring houdt mij mentaal fris en zorgt ervoor dat ik iedere dag bijleer. Het geeft ook onze starters het gevoel dat ze zich verder kunnen ontwikkelen, wat er tot leidt dat ze er voluit voor gaan. Ik denk dat het die symbiose is die InSites Consulting heeft gemaakt tot wat het vandaag is. Kristof en Niels (in koor) → Een laatste belangrijke eigenschap als manager is het herkennen van talent! We hebben een kern van mensen samengebracht en ontwikkeld die het InSites DNA in zich dragen en bereid zijn om ‘the extra mile’ te gaan. Op die manier kunnen we als bedrijf net dat tikkeltje meer en dit stralen we ook uit naar de buitenwereld toe.
TALENT HERKENNEN IS KEY! (Niels en Kristof )
VOSEKO magazine
5
EEN STEVIGE THUISBASIS IS NODIG OM EEN BUITENLANDS AVONTUUR TE BEGINNEN (Kristof )
INTERNATIONALISATIE Waarom beslisten jullie InSites Consulting stevig te laten groeien en waagden jullie de stap om internationaal actief te worden? Niels → Op een gegeven moment stel je jezelf de vraag: blijven we klein of gaan we groeien? Small is beautiful en als klein bedrijf kan je heel succesvol zijn. Maar er leefde toch een bepaalde ambitie bij ons om de grote stap naar het buitenland te zetten en resoluut te kiezen voor groei. Kristof → Let op, we hebben die stap pas gezet op het moment dat onze business in eigen land matuur genoeg was. Pas als je kunt bouwen op een stevige basis, ben je klaar om het buitenlandse avontuur aan te gaan. Niels → Nederland was dan de eerste evidente stap. Zonder taalbarrière en met enkele succescases bij Sara Lee (Douwe Egberts), Heineken en Heinz Continental Europe kregen we snel voet aan de grond. De mayonaise pakte als het ware! Toen was er nog geen sprake van om nog verder uit te breiden. Maar eens je voelt dat je ook in Nederland een succesverhaal aan het schrijven bent… Kristof → en je gaandeweg stoutmoediger wordt… Niels → dan denk je: waar moeten we nog zijn? Wij bekeken markt, grootte, taal, cultuur en kwamen uiteindelijk uit bij de UK, de tweede grootste markt in onze industrie en bijgevolg the place to be. Als je verhaal ook daar blijkt te werken, denk je nog verder en kom je uit bij de VS, de grootste markt met heel veel beslissingsrecht… We voelden de nood aan deze stap al enkele jaren terug op internationale congressen. Regelmatig vroegen nogal wat Amerikanen of we ook een kantoor hadden in de VS. Kristof → Als alles goed loopt en je blijft groeien, dan wil je meedoen met de grote jongens.
6
VOSEKO magazine
Als je die af en toe pijn kunt doen, bouw je een zeker vertrouwen op. Maar in onze industrie doe je pas echt mee als je globaal denkt. Het is precies in die fase waar we ons momenteel bevinden. We hebben ondertussen kantoren rond de belangrijke beslissingscentra van vele multinationals: New York, Londen, Amsterdam, Rotterdam… Maar tegelijkertijd is er in het laatste anderhalf jaar ook keihard gewerkt om een globaal netwerk uit te bouwen. Met vijf kantoren kom je al ergens, maar dat is niet genoeg om als een echte wereldspeler aanzien te worden. Daarom is dat globale netwerk zo belangrijk en is er zwaar geïnvesteerd in ons zogenaamde ‘Global Community Moderator Network’. Dit houdt in dat we een consumentenpanel hebben opgebouwd dat verspreid is over meer dan 30 landen. Niels → Let op, we zijn nog steeds niet global, global! Dat zou vereisen dat we nog extra kantoren openen wereldwijd. De eerstkomende periode zit dat er echter nog niet aan te komen. We hebben als relatief kleine speler nog altijd onze beperkingen. Tot nu toe hebben we enkel organische groei gekend. Er zijn nog geen overnames gebeurd en alle middelen die in de loop der jaren zijn opgebouwd, zijn steeds opnieuw geïnvesteerd in groei. En die investeringen moeten uiteraard nog terugverdiend worden. Kristof → InSites Consulting is op dit ogenblik een Vlaams succesverhaal, maar we blijven gezond ambitieus. Het potentieel om een wereldspeler te worden is er en onze merknaam zit al op dat niveau. Maar het is onze nuchterheid die ervoor zorgt dat we stap voor stap te werk gaan en proberen geen fouten te maken. Ons hele team is overtuigd van wat we doen, welke beslissingen we nemen en hierdoor gaan we er ook ten volle voor! Welke waren de grootste uitdagingen bij de internationale expansie? Kristof → Het vinden van talent! We werken in een zeer egocentrische business en de dienst die je verkoopt, maak je volledig zelf. Bijgevolg is het aantrekken van het juiste talent op het juiste moment van kapitaal belang om de markt voor te zijn. ‘Innovativiteit’ is alles. Niels → Groei!! Sinds de start van ons kantoor in New York, waar ik ook werk, is de grootste uitdaging om InSites hier voet aan wal te laten krijgen. Dit heeft ons veel tijd en moeite gekost. Als nieuwe speler moet je vooral toegang krijgen tot een klein clubje van reclamebureaus
dat er de plakt zwaait. Als je niet kunt partneren met een dergelijk bureau, is het heel moeilijk om van start te gaan. Ondertussen staan we al een stuk verder en noteren we hier een exponentieel groeipatroon. Kristof → Die Amerikaanse expansie heeft ons ook een nieuwe uitdaging opgeleverd: omgaan met tijdsverschillen. Vroeger was samenwerken vanop verschillende locaties vanzelfsprekend. Nu is het zoeken naar manieren om de contacten tussen de verschillende kantoren zo vlot mogelijk te laten verlopen. Niels → Uiteraard betekent die nieuwe markt ook een uitdaging voor onze middelenallocatie. Aan de ene kant hebben we de Belgische en Nederlandse markt die zeer sterk scoren, maar waar groeien trager gaat wegens de kleinere marktomvang. Daarnaast zit je met de Amerikaanse markt waar je als bedrijf exponentieel groeit en bijgevolg veel middelen nodig hebt. De grote vraag is dan ook: hoe balanceer ik mijn middelen tussen de verschillende markten waarin ik meespeel? Kwaliteit leveren staat immers voorop! Het is misschien een luxeprobleem, maar wel één om rekening mee te houden. Kristof → Een laatste uitdaging hangt samen met de organische groei van ons bedrijf. Zoals eerder gezegd, je kan maar zo snel evolueren als je middelen je toelaten. En dit beperkt uiteraard ook onze groeisnelheid. Anderzijds, te snel groeien is ook niet goed. InSites Consulting wil immers overal dezelfde kwaliteit kunnen leveren en een plaats zijn waar jong talent zich in alle rust kan ontplooien... Daarom streven wij naar een groei van ongeveer 20% per jaar.
standaarddiensten, dus is het moeilijk om dit snel uit te leggen aan een buitenstaander en die een nieuw kantoor te laten uitbouwen. Bijgevolg is het noodzakelijk om intern te zoeken en de juiste mensen op de job te zetten. Binnen InSites kunnen we dan ook rekenen op een grote vijver van capabele mensen. Niet alleen zijn er negen managing partners, maar ook talloze seniors die in staat zijn om onze visie en werkwijze voort te zetten.
De afstand Gent–NY is enorm. Hoe zorgen jullie ervoor dat het InSites DNA toch steeds aanwezig is binnen elk kantoor? Kristof → Bij onze uitbreidingen zijn we altijd uitgegaan van het principe: we moeten het zelf doen! Dit houdt in dat één van de managing partners of iemand die onze business goed kent de eerste stappen zet. Het is belangrijk dat een ervaren rot kennis maakt met de cultuur, lokale context en gebruiken. Eens die fase achter de rug is, is het belangrijk lokale mensen aan te trekken om de vestiging mee uit te bouwen. Zo zorgen we ervoor dat enkel mensen die fitten binnen ons DNA-profiel, bij ons terechtkomen. Niels → Ik denk dat het een groot voordeel is om met eigen mensen de start van een nieuw avontuur te nemen. Wij leveren geen
Wat is de waarde van R&D in de hedendaagse economie? Hoe vertaalt zich dit binnen InSites? Niels → Heel belangrijk, zeker binnen onze industrie. Met InSites zetten we hier ook zwaar op in en draait onze volledige boodschap rond de content die wij brengen. Volgens mij is de oprichting van onze R&D-cel een kernbeslissing geweest in de groei van InSites. Als agency moet je niet alleen de nieuwe trends in de markt volgen, maar is het ook belangrijk om ze voor te zijn en klaar te staan met aangepaste diensten. Kristof → Niet alleen verrichten we veel onderzoek, we proberen dat ook zo goed mogelijk naar buiten te brengen en ons doelpubliek van CEO’s, marketing managers, etc. te bereiken.
Hebben jullie de uitbreiding naar de VS anders ervaren dan het openen van een kantoor binnen Europa? Kristof → Een nieuw kantoor openen is eigenlijk telkens anders. Ik zie het niet direct als Europa versus VS. Ieder land heeft zijn bijzonderheden en lokale gewoontes. Het komt erop aan die zo goed mogelijk op te vangen en je lokale activiteiten dusdanig wat bij te sturen. Niels → Klopt! Hoewel we natuurlijk proberen zoveel mogelijk gelijkenissen tussen onze kantoren te creëren. Wat een succes werd in het ene kantoor, proberen we te herhalen in het andere. Natuurlijk is het, zoals Kristof zei, telkens aanpassen aan de lokale context. Als we het hebben over de verschillen met Europa dan gaat het over ‘afstanden’. Voor een klant als Coca Cola vlieg je toch al gauw 2,5 uur om ter plekke te gaan. Let wel, ondanks de grootte van het land, valt de uniformiteit van de Amerikaanse markt mij sterk op. In Europa zie je veel grotere verschillen tussen landen, zelfs al is de afstand soms verwaarloosbaar.
RESEARCH AND DEVELOPMENT
Daarom ook zijn we actief op congressen wereldwijd, schrijven we papers, tweeten we, schrijven we blogposts en brengen we geregeld boeken uit. Zo dringen we door tot veel bedrijven en bewijzen we onze sérieux en de wetenschappelijke basis van ons werk. Niels → Om een idee te geven over het belang van dergelijke projecten, verwijs ik graag naar ons laatste boek ‘The Consumer Consulting Boards’, dat reeds meer dan 40.000 keer gedownload is in tal van landen*. Op die manier bereiken we een enorm publiek met onze boodschap. Kristof → Ik denk dat dit ook te maken heeft met de aard van het beestje. Als academici stonden onderzoek en publiceren centraal voor ons, en die visie heeft ons sterk geholpen bij de uitbouw van InSites Consulting. Niels → Veel onderzoek binnen de InSites context heeft uiteindelijk ook nog geleid naar academische papers en publicaties. De academische link blijft dus belangrijk voor jullie? Kristof → Die band is en blijft heel belangrijk. Hoewel we ons eigen R&D lab hebben, blijven we ook nauw samenwerken met verschillende universiteiten en onderzoekscentra. Ik denk hierbij aan Penn State University, de Universiteit van Maastricht, de Vlerick Business School en de UGent. Niels → Zo hebben we bijvoorbeeld nauw samengewerkt met een doctoraatsstudent uit Maastricht, Stephan Ludwig, om onze consumer communities verder uit te werken. Die samenwerking heeft ons veel inzichten opgeleverd die direct toepasbaar zijn binnen onze praktijkcontext. Jullie hebben allebei een doctoraat. Wat is de meerwaarde ervan in de business wereld? Kristof → Ik zie meteen een aantal voordelen. Ten eerste leer je op een andere manier denken en problemen nauwgezet analyseren. Hoewel dit uiteraard van cruciaal belang is in onze setting, denk ik dat dit een vaardigheid is die overal van pas komt. Een doctoraat schrijven leert je problemen doordacht en bewust aan te pakken en niet licht over de gevolgen te gaan. Daarnaast is er volgens mij een belangrijk reputatieeffect. Als PhD kan je jezelf sterker neerzetten en tonen dat je echt inhoud hebt. Het behalen van een doctoraat zorgt op die manier vast en zeker voor de nodige credibiliteit. Concreet heeft het ons bij InSites ook geholpen om onze
waarde en methodologische sterkte extra in de verf te zetten. Niels → Ik herinner mij discussies met Jacques de Rijcke en Ruud Frambach op de Vlerick school. Onze conclusie was toen: veel hangt af van de persoon zelf! Als je bewust omgaat met je doctoraat, vormt het sowieso een meerwaarde. Tijdens die periode heb ik één jaar doorgebracht aan Penn State University (USA). Daar heb ik niet alleen vrienden, maar ook een sterk netwerk aan overgehouden. Tot op de dag van vandaag pluk er nog de vruchten van, zeker nu ik terug in de Verenigde Staten werk. Kristof → Het behalen van het doctoraat heeft ons in ieder geval geen windeieren gelegd. Niels → Mag ik nog een persoonlijke noot toevoegen? Mensen als Jacques de Rijcke hebben ervoor gezorgd dat we een doctoraat hebben gemaakt dat in de praktijk ook iets betekende. Te veel doctoraten liggen veel te ver van de praktijk af en zorgen daardoor niet echt voor een meerwaarde. Let op, een doctoraat mag en moet academisch onderbouwd zijn. Maar als je er als ondernemer mee aan de slag wilt, verlies dan zeker de praktijkwaarde niet uit het oog. Binnenkort spreken jullie op de VOSEKO alumnidag over ondernemerschap en groeien in een internationale context. Waarom moet de lezer komen luisteren? Kristof → Omdat ik denk dat we een interessant verhaal te vertellen hebben dat veel FEBalumni kan inspireren. Niels → Daar sluit ik mij volledig bij aan!
Bedankt en tot op de alumnidag! Inschrijven? www.voseko.be Arne De Keyser en Ine Paeleman
EEN GOEDE MANAGER STAAT OPEN VOOR FOUTEN (Niels)
* Voor de geïnteresseerden, de download vind je terug via www.insites-consulting.com/the-consumer-consulting-board/
VOSEKO magazine
7
------- terugblik ----------------------(1) ---- The Voice of Voseko
(2) ---- Lecture bpost: op de afspraak voor innovatie
(3) ---- Lecture TOMÁS SEDLÁCEK
(4) ---- Event Manager van het Jaar
Aangezien het steeds goed is om jezelf te vernieuwen, besliste VOSEKO om de jaarlijkse Alumni fuif te vervangen door een gloednieuw concept. De pas afgestudeerden op een innovatieve manier in de bloemetjes zetten, was de uitdaging.
Bpost een innovatief bedrijf? Wie aanwezig was op het Alumni event werd de ogen opengetrokken door de vernieuwende aanpak van een van de grootste Belgische werkgevers. Dirk Oosterlinck en Bernard Van Causenbroeck maakten ons warm voor de strategie “Vision 2020” en het project “bpost op afspraak”.
Een bord, een krijtje en een verbazend ‘frisse’ kijk op economie, meer had Tsjechisch econoom Tomás Sedlácek niet nodig om onze alumni een uiterst boeiende en uitdagende avond te bezorgen. Sedlácek ging voorbij aan de kenmerkende wiskundige modellen die vandaag de dag onze samenleving domineren, en stelde economie gelijk aan een cultureel fenomeen. Gebruik makend van de Griekse filosofen, het Oude Testament, hedendaagse cinema (Hitchhiker’s Guide to the Galaxy en Fight Club) en popcultuur (Spice Girls), bracht hij een inspirerend verhaal over hoe economie werkelijk ineenzit en waar ons analytisch denken foutieve inzichten heeft opgeleverd. Wie het volledige verhaal wil lezen, koopt best zijn boek “The Economics of Good and Evil”.
“De eerste van de klas op het vlak van digitale cinema, medische beeldvorming en de snelste én de beste in het domein van digital video processing.” Eric Van Zele, een manager-ondernemer met een Sillicon Valley “yes we can” attitude, inspireerde de leden van VOSEKO op 7 november 2013 met zijn visie op Barco’s verhaal: “A journey of perpetual transformation”. Enkele van zijn meest opmerkelijke quotes:
Na enkele brainstormsessies was The Voice van VOSEKO geboren. Het concept is even eenvoudig als geniaal. Alumni kunnen zelf events voorstellen waarbij zoveel mogelijk oud-studenten worden herenigd. VOSEKO kiest hieruit het beste voorstel en sponsort het event. Creativiteit en ondernemerschap stimuleren, nietwaar? Thomas Standaert kwam als winnaar uit de bus van de eerste editie. “Hoewel we vijf jaar gestudeerd hebben in Gent, denk ik dat nog heel wat mensen onze studentenstad nog nooit bewonderd hebben van op het water. Vandaar mijn voorstel voor een 90 minuten durende boottocht met ‘De bootjes van Gent’ “, overtuigde de jury.
In het besef dat de kerndiensten van bpost, nl. dagelijks brieven en pakjes bezorgen door de postbodes, een degressieve vraag kent, ontwikkelde bpost een strategie om meer efficiëntie en innovatie te implementeren. Een heel meetbaar resultaat is dat de postbodes zich integraal zullen kunnen focussen op de distributietaak zodat het tijdrovende sorteerwerk tot quasi nihil is herleid. De jongste jaren is tevens het aantal kantoren gereduceerd en werden de sorteercentra vernieuwd. Naast het implementeren van technieken, gericht op het verhogen van de efficiëntie van mensen, processen en systemen, is er dus ook ruimte gemaakt voor het creëren van nieuwe business. Dirk Oosterlinck, Marketeer van het jaar, deelt ons zijn droom mee om postbodes thuis te laten komen, op afspraak, met grijze boxen waarin de groenten van de lokale kruidenierswinkel, de vis van de viswinkel, een paar schoenen voor mama en een speelgoedje voor dochterlief zitten. De bestelling gebeurt centraal via het bpost platform, dat een overzicht van de web shops van de leveranciers integreert. We kijken al uit naar het resultaat van deze pilot en de eventuele roll-out.
8
VOSEKO magazine
“The timeless role of leaders is to coach their organizations to necessary but painful changes that don’t happen naturally.” ≈ “Status quo in business is achteruitgaan”— zorg dat je je mensen meeneemt, engageert, dat zij de energie overnemen. ≈ “Culture is key”— heb vertrouwen, teamspirit, hou van je mensen en klanten, handel open en ethisch. ≈ “The creative part is in the doing, not the thinking. 99% of business decisions is common sense” — maak een prototype, experimenteer, zit niet eindeloos te plannen. ≈ “De groep maakt het verschil”— besteed veel tijd aan exchange, breng een vorm van georganiseerde coöperatie op gang.
VOSEKO magazine
9
------- master BPM -----------------------
De nieuwe master Bestuurskunde en Publiek Management: uniek én uitdagend Een ‘nieuwe’ master, een nieuw begin? In het academiejaar 2014-2015 komen de Master Bestuurskunde en de Master in Overheidsmanagement elkaar tegemoet om samen de nieuwe Master Bestuurskunde & Publiek Management te vormen. In afwachting legden we enkele vragen voor aan Johan Christiaens, Bram Verschuere en Joris Voets, de schouders onder het ambitieuze project.
Hoe ervaart u het samenbrengen van de Master Bestuurskunde en de Master in de bedrijfseconomie, afstudeerrichting management van overheidsorganisaties? Joris → De nieuwe geïntegreerde master Bestuurskunde en Publiek Management (BPM) is zonder meer een absolute troef voor onze faculteit en universiteit. Door de sterktes van de beide opleidingen te combineren, beschikken we vanaf volgend academiejaar over één coherente opleiding met een duidelijk eigen profiel, dat de essentiële ingrediënten van publiek management, bestuurs- en beleidskunde combineert met een stevige portie economische kennis en inzichten. Johan → Door het samenbrengen van de twee masters, wordt de complementariteit sterk benut en omgezet bij een toch wel belangrijke behoefte aan mensen die op een voldoende hoog niveau ruim gevormd zijn in het domein van beleid en management van overheidsinstellingen, social profitinstellingen en zelfs ook in ondernemen. Bram → Bij de voorbereiding van de integratie zijn een groot aantal mensen betrokken geweest. Na consultatierondes met alle docenten, zijn verschillende programma’s voorgesteld en aangepast en telkens is er feedback gegaan naar de beide opleidingscommissies. Het nieuwe curriculum is het resultaat van een twee jaar durend proces dat in alle openheid en transparantie verlopen is. In welke mate komen de veranderingen de studenten ten goede? Bram → Alle veranderingsprocessen zijn moeilijk; iedereen heeft zijn eigen cultuur en gewoontes. Ik denk niet dat de kwaliteit er zal op achteruitgaan. Integendeel: de sterke elementen van twee masteropleidingen worden nu geïntegreerd in één opleiding: één plus één is gelijk aan drie. Het enige waar ik wel een beetje wakker van lig is hoe we de verwachte toename van studenten gaan verwerken. Wij zijn vertrouwd met relatief kleine groepen, wat het voordeel biedt dat je studenten intensief
10
VOSEKO magazine
kan begeleiden op basis van opdrachten en groepswerk. Het valt af te wachten of dat nog mogelijk zal zijn. Joris → De verandering is zeker positief, omdat het niet alleen gaat over het versterken van het opleidingsaanbod via één nieuw, geïntegreerd programma, maar ook omdat we zo de beschikbare onderwijs- en onderzoekscapaciteit maximaal bij elkaar brengen en kunnen inzetten; er kwamen immers heel wat mensen van de Hogeschool Gent over naar de FEB. Een voordeel voor studenten is dat de keuze eenvoudiger wordt; nu staat die ene volwaardige master naast andere economische masteropleidingen die niet op de publieke sector gericht zijn. Ander voordeel is dat ze de vruchten zullen plukken van de bundeling van het onderzoek, onderwijs en dienstverlening van de beide instellingen. Hierdoor zal het onderwijs nog meer aansluiten bij actueel onderzoek en bestuurlijke ontwikkelingen en leggen we complementaire expertises bij elkaar in één opleiding, waardoor het inhoudelijke bereik ervan toeneemt. Johan → De afgestudeerden van de master overheidsmanagement hebben een tekort aan die juridische achtergrond, aan inzicht in de manier hoe overheden functioneren en aan nog enkele topics die standaard zijn bij bestuurskunde. Omgekeerd zijn gediplomeerden BPM minder sterk geschoold inzake financiële aspecten, accounting, bedrijfseconomische tools e.d. De nieuwe master wordt in elk geval geen som van de twee masters. Er zijn duidelijke keuzes gemaakt. Dat komt de studenten zeker ten goede. Door het aanhoudende New Public Management (NPM) is er een enorme behoefte aan hoog opgeleiden in het domein van management, bestuur en beleid, gekoppeld aan een aantal economische skills en inzichten. Dit om vragen te kunnen beantwoorden waar de overheden momenteel mee kampen.
Johan Christiaens
Bram Verschuere
Joris Voets
Hoe verliep de samenstelling van het nieuwe vakkenpakket? Joris → Het programma is niet op een blauwe maandag achter een tekentafel uitgetekend, maar is, zoals reeds gezegd, het resultaat van een lang en intensief denk- en overlegproces. Dat overleg is steeds gevoerd vanuit de bekommernis –en met respect voor ieders kwaliteiten en bezorgdheden– om de sterkst mogelijke opleiding te maken. Bij dergelijk proces is de nodige pragmatiek vereist en moeten keuzes gemaakt worden: het was niet mogelijk noch wenselijk om gewoon alle bestaande vakken op te tellen en al zeker niet in een nieuwe éénjarige master. Johan → Het was inderdaad een enorme uitdaging. Vanuit een kleine werkgroep werd overleg gepleegd en werd er gestreefd naar de component van een sokkel, een soort van basis, en een component van keuzemogelijkheden. Bram → We hebben geopteerd voor een mix van drie grote inhoudelijke clusters die het wezen uitmaken van bestuurskunde en publiek management. Als je het opleidingsaanbod internationaal bekijkt, stel je vast dat die altijd in meerdere of mindere mate terugkeren. Ten eerste: management, toegespitst op overheid en de social profitcontext. De tweede cluster is bestuurskunde: hoe wordt de overheid georganiseerd? De derde cluster is opgebouwd rond beleidskunde: hoe worden in een democratie antwoorden gezocht voor maatschappelijke uitdagingen? Het curriculum bestaat uit een aantal plichtvakken, die worden aangevuld
met keuzevakken. Zo wordt ook een stuk verantwoordelijkheid bij de studenten gelegd. Dat resulteert niet per se in meer keuzes, maar eerder in meer gerichte keuzes binnen een aantal inhoudelijke clusters; bv. een cluster veiligheid, welzijn-social profit, een generieke cluster rond bestuurskunde en beleidskunde, een cluster internationale vakken. Het is niet verplicht om binnen één cluster te kiezen. Dankzij die clusters kan een slimme student wel opleidingsonderdelen naar eigen voorkeur kiezen en ook naar toekomstige carrièreplanning toe, bijvoorbeeld. Johan → We wakkeren de studenten aan om niet per toeval te kiezen, maar om ensembles te maken. We willen zeer kort op de bal profielen opmaken van de gemaakte keuzes en onze opleiding daar ook aan toetsen. Ook dat is een onderdeel van bestuurskunde. Bijsturen en feedback geven.
de nadruk op data-analyse, enz. De opzet is dat het methodologieonderwijs parallel loopt met een ideaaltypisch masterproeftraject, vanaf het formuleren van een onderzoeksvraag tot en met het trekken van beleidsrelevante conclusies uit de onderzoeksresultaten. Johan → We willen zeker ook de linken blijven behouden met de alumni. Dit kan op makkelijke wijze via LinkedIn en andere media. Zo kunnen we post-experience onderwijs aanbieden, alsook studiedagen inrichten voor masterproef onderwerpen, gastsprekers aantrekken en vacatures doorgeven aan jong afgestudeerden. De oud-studenten kunnen voor ons fungeren als sensors voor wat er in de werkelijke wereld gaande is, teneinde onze opleiding te kunnen afstemmen op de behoeften van die reële wereld. Joris → We zijn zeer optimistisch over de toekomst. De belangstelling voor de publieke sector is groter dan ooit; wat we alvast concluderen uit de sterke stijging van de inschrijvingen voor de bachelor BPM bij de start van het lopende academiejaar. Wie het wil, kan zich vier jaar lang ontwikkelen tot een echte specialist in de publieke sector, met de nodige academische kennis, vaardigheden en competenties, aangevuld met nuttige praktische bagage. En dat is uniek in Vlaanderen.
Wat brengt de toekomst voor deze vernieuwde master? Bram → Interessant om mee te geven is dat ‘Methodologie’ –omdat we het opleidingsonderdeel echt willen koppelen aan de masterproef- in de master over het hele jaar zal worden gespreid. Althans, dat is het plan, want we wachten nog de officiële goedkeuring ter zake van de academische overheid af. In het eerste semester staan het opstellen van de onderzoeksvragen, het schetsen van het theoretisch kader, hypotheseformulering,… op het programma en tijdens het tweede semester ligt
Yasmin Van Landschoot
VOSEKO magazine
11
------- onderzoek -----------------------
Doctorandi in de kijker
Het invoeren van een actieve leermethode kan de slaagkansen positief beïnvloeden
Bio Evelien Opdecam Evelien Opdecam ging na haar studie onderwijspedagogiek (UGent) aan de slag als assistente bij de vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering. In 2008 behaalde ze de nodige creditbewijzen in het domein van Accounting. Zij verricht onderzoek rond Accounting Education. Ze onderzoekt alternatieve leermethodes binnen het hoger onderwijs in accounting.
Leren toepassen Als doctoraatsstudent stel je je uiteraard de vraag of jouw onderzoek wel maatschappelijk relevant is. Je hoopt dan ook dat jij op jouw minuscule domeintje een verschil kan maken. En uiteraard hoop je dat je onderzoeksresultaten een meerwaarde kunnen opleveren voor de verschillende actoren van het domein. Dat was voor mij niet anders. Als onderwijskundige ben ik op een theoretische manier opgeleid om me toe te leggen op vraagstukken zoals organisatie van de leercontext en overdracht en ontwikkeling van lesmateriaal. In tegenstelling tot een docent staat een onderwijskundige meestal niet voor een groep studenten. Als assistent bij de vakgroep accountancy en bedrijfsfinanciering kreeg ik wel de kans om beide rollen tot mij te nemen. Ik ben zowel ontwerper als uitvoerder van het onderwijsconcept geworden. Onder de begeleiding van mijn promotor kreeg ik de mogelijkheid om het onderwijsconcept in het vak Accounting B gedurende vijf opeenvolgende jaren bij te schaven en te optimaliseren. Op die manier kon ik mijn onderzoek echt in de praktijk toepassen. De instroom van nieuwe studenten aan de universiteit is de voorbije jaren exponentieel toegenomen. Het hoger onderwijs barst uit zijn voegen, wat het zeer moeilijk maakt om actief te leren implementeren in dergelijk
12
VOSEKO magazine
grote groepen. Aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde startten in 2013 maar liefst 532 nieuwe studenten in het eerste bachelorjaar (toegepaste) economie/handelsingenieur; als je daarbij de bissers telt, kom je uit bij ongeveer 700 studenten. Controle en opvolging van een dergelijk aantal is dan ook niet eenvoudig te bewerkstelligen. Bovendien zijn de slaagcijfers in de eerste bachelor relatief laag. Het invoeren van een actieve leermethode kan de slaagkansen positief beïnvloeden. Hoewel, het is niet eenvoudig om actieve leermethoden te integreren in het hoger onderwijs, zeker niet in de huidige hoger onderwijssituatie. Om in te spelen op de groeiende diversiteit aan studenten in de eerste bachelor en om ons slaagpercentage te verhogen, heb ik ervoor gekozen om “team learning” te implementeren via het aanbieden van twee leertrajecten. Zo kunnen de studenten op zelfstandige basis hun leermethode kiezen, ofwel opteren ze voor de oefeningenlessen waarbij de lesgever plenair de oefeningen oplost en studenten eventueel vragen kunnen stellen. Deze plenaire sessies worden georganiseerd in groepen van 100 tot 150 studenten. Ze kunnen echter ook kiezen voor een teamtraject waarbij ze in groepen van 5 à 6 personen de oefeningen oplossen. Begeleiders lopen rond en beantwoorden vragen. De grootste succesfactor van dit laatste traject schuilt in de voorbereiding die studenten telkens maken, waardoor ze het hele jaar door de leerstof toepassen. Bovendien vormen ze zelf de bron van de informatie. Dankzij de interactie
tussen de studenten, kunnen ze elkaar advies, feedback en uitleg geven en krijgen zij de extra aandacht die ze soms wel nodig hebben. Door het aanbieden van beide trajecten kan het onderwijs op een efficiënte manier ingericht worden. Op basis van de onderzoeksresultaten van univariate en multivariate analyses van de voorbije jaren, hebben we beide leertrajecten kunnen verbeteren en optimaliseren. Op die manier hebben we ook onze onderzoeksresultaten in de eigen onderwijscontext kunnen toepassen en ons onderwijs op een gefundeerde manier kunnen organiseren. De mogelijkheid om zowel een stimulerende en interessante leeromgeving te creëren voor de bachelor studenten als om op een efficiënte manier onderwijs in te richten, motiveert ons om deze innovatieve methode te blijven toepassen. Evelien Opdecam
de voorbije jaren, hebben we beide leertrajecten kunnen verbeteren
Onderzoeker aan het woord
Ik stel vast dat de kalender van sommige landen via hele simpele methoden is opgesteld
Bio Dries Goossens is handelsingenieur (KULeuven, 2001) en behaalde zijn doctoraat in de toegepaste economische wetenschappen. Sinds 1 november 2013 is Dries Goossens verbonden aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. Hij voert er onderzoek bij de vakgroep Beleidsinformatica en Operationeel Beheer en doceert er tevens ‘Total Quality Management’ aan de huidige lichting handelsingenieurs.
Zijn achtergrond. “Ik studeerde handelsingenieur aan de KULeuven, in een periode dat de UGent de opleiding nog niet inrichtte. Daarna haalde ik een master Artificial Intelligence en vervolgens startte ik een doctoraat rond ‘Exact Methods for Combinatorial Auctions’”. De pure economist klinkt deze titel misschien wat vreemd in de oren, maar Dries legt het concept uit aan de hand van een voorbeeld uit de praktijk. “Met mijn toenmalige promotor heb ik meegewerkt aan de veiling van een Amsterdams pand. We verdeelden alle ruimtes in verschillende oppervlakten en vervolgens konden potentiële kopers een bod doen op een combinatie van die oppervlakten. Het uiteindelijke doel was –wellicht niet geheel verwonderlijk– om zoveel mogelijk van die oppervlaktes te veilen met een zo groot mogelijke opbrengst.” Als postdoc deed hij onderzoek naar methodes voor het ‘schedulen’ van sportwedstrijden. Plots kreeg zijn onderzoek een zeer praktische twist. Toen in 2005 meerdere voetbalploegen hun ongenoegen ventileerden over de voetbalkalender, zag Dries direct een opportuniteit om die te verbeteren. “Ik stapte met een thesisstudente naar de mensen van de Pro League en legde hen uit hoe ik de planningsmethode wilde verbeteren. Tot dan toe werd de job geklaard door één persoon die al puzzelend een oplossing in elkaar probeerde
te boksen. Ik ging aan de slag met de data van 2005 en slaagde er in de Pro League een betere kalender voor te leggen.” Sindsdien is Dries verantwoordelijk voor het opmaken van de voetbalkalender van de Belgische eerste klasse. Sedert 2009 stelt hij twee kalenders per jaar op, aangezien naast de reguliere wedstrijden, ook de wedstrijden van de play-offs dienen ingepland te worden. Bij het opstellen van de kalender moet hij met heel veel factoren –constraints in vakjargon– rekening houden. Behalve de Europese voetbalkalender en de tv-uitzendingen, zijn er bv. ook nog de preferenties van de clubs. Aan de hand van zijn operationele kennis ontwerpt Dries jaarlijks een kalender die aan zoveel mogelijk wensen voldoet. Qua schedulingmethoden heeft België een plaats ingenomen tussen de grote buitenlandse voetbalcompetities zoals Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Maar voor de kleinere competities ziet Dries nog heel wat opportuniteiten. “Ik stel vast dat de kalender van sommige landen via hele simpele methoden is opgesteld. Pakweg Malta of Cyprus hebben gewoon geen geld om te investeren in geavanceerde procedures. Het zou een mooi gebaar zijn mocht de UEFA hen een schedulingtool aanbieden en ik zou het als een grote eer beschouwen daartoe te kunnen bijdragen.”
“Ik heb uiteraard een onderzoeksvoorstel ingediend om prof te worden en daar ga ik mij natuurlijk aan houden. Het gaat voornamelijk over combinatorial auctions. Maar ik hou mijn oren open en ik maak graag de link met de maatschappij.” Dries vervolgt dat hij ook een opportuniteit ziet in het opmaken van werkschema’s voor schoonmakers die op verschillende plaatsen moeten poetsen. Hier zijn de constraints het naleven van de arbeidsvoorwaarden en het minimaliseren van de reisafstand tussen de diverse schoonmaakplaatsen. “En eigenlijk ben ik meer een fan van het wielrennen,” mijmert hij. “Jammer dat daar geen link met operationeel onderzoek bestaat.” Van deze prof mag de faculteit zeker nog vuurwerk verwachten! Len Vandenheede
En eigenlijk ben ik meer een fan van het wielrennen
Ten slotte vragen we Dries ook naar zijn toekomstplannen. Er blinken pretlichtjes in zijn ogen als hij die uit de doeken doet.
VOSEKO magazine
13
------- onderzoek -----------------------
Dubbelinterview // van onderzoeker tot docent en vice versa Bio Stijn Goeminne + Studeerde in 1999 af bij de eerste HoGent lichting Masters in Handelswetenschappers + Doctoreerde aan de VUB in Toegepaste Economische Wetenschappen + Integreerde in 2013 als professor van HoGent naar UGent + Doceert “Inleiding Micro-Economie in het 1ste jaar Handelswetenschappen, foto © Evert Teerlinck “Inleiding Economie” in het 2de jaar Bestuurskunde & Publiek Management en “Financieel Management” in de Master Bestuurskunde & Publiek Management + Is chauffeur van zijn 3 actieve kinderen (5, 7 en 9 jaar) en supporter van SV Zulte Waregem
Integratie Dries → De ene dag werk je aan de HoGent en de volgende bij de UGent. Hoe ervaar je dat? Stijn → Ik beschouw dit als een opportuniteit, want niet iedereen krijgt de kans om een 100% ZAP (Zelfstandig Academisch Personeel) mandaat in te vullen bij de UGent. In de periode rond 1 oktober 2013 viel één en ander samen: de integratie, een nieuw statuut en een nieuwe invulling van mijn lesopdracht, met voor het eerst een vak in de 1ste Bachelor HW. Dat laatste nam zoveel werk in beslag dat ik weinig tot geen tijd overhield voor onderzoek. Op praktisch vlak ervaar ik weinig effect van de integratie. Tot nu toe was er niet zoveel contact tussen Mercator –waar ik mijn kantoor heb– en Tweekerken. Waarschijnlijk verandert dat als de grote (tijdelijke) vakgroep van het vroegere HaBe opsplitst en de nieuwe vakgroepen operationeel worden. Zo kan men naar één structuur gaan, want aan de HoGent zaten de vakgroepen heel dicht bij elkaar en waren er veel personeelsaangelegenheden waarbij het vakgroepdenken doorbroken werd. Het lesgeven was ook eerder opleidingsgerelateerd dan vakgroep gebonden, zoals bij de FEB het geval is. Het meest opvallende effect van de integratie is het aantal inschrijvingen. Het studentenaantal in 1ste bachelor HW is flink toegenomen (+/-650) en ook Bestuurskunde kende een sterke stijging. Een bewijs dat de UGent marketing zijn vruchten afwerpt. De
14
VOSEKO magazine
Bio Dries Benoit + Volgde een alternatief parcours via de Master in Sociologie naar de Manama in Marketing Analysis + Doctoreerde in Toegepaste Economische Wetenschappen met een focus op Bayesiaanse statistiek + Startte dit academiejaar als professor in de vakgroep Marketing in een Tenure Track + Doceert mastervakken “Bayesiaanse Statistiek” en “Pricing & Revenue Management”. + Is trotse vader van dochtertje van 5 maand en ontwikkelt opensource software
naambekendheid van de opleidingen is veel groter. Dat merken we bijvoorbeeld duidelijk op de SID-IN beurzen. Onderwijs Stijn → Over opleidingen gesproken: aan wie geef jij les? Dries → Ik heb het geluk dat ik zeer gespecialiseerde mastervakken mag doceren aan voornamelijk studenten van de Master Handelsingenieur Marketing en de Manama’s Marketing Analysis en Masters Statistiek. De groepen zijn relatief klein en de studenten zijn zeer gemotiveerd, wat constante interactie mogelijk maakt. Als startend docent is het een heel leuke uitdaging om te proberen je lessen interessant te maken door er toepassingen in te verwerken. Dries → Hoe ervaar je de switch van het lesgeven aan de master naar de grote groep studenten van eerste bachelor? Stijn → Aanvankelijk was het nog wat zoeken en tasten. Ik begon vanaf nul. Er was een nieuw handboek, ik kreeg een nieuwe assistent en ik had enkel ervaring met lesgeven in de Master. In de Master bouw je een verdiepende les op voor een kleine groep studenten, nu moest het inleidend zijn voor een grote groep. Het is dan ook een uitdaging om de studenten 1ste Bach HW op een boeiende manier kennis te laten maken met de basisbeginselen van de economie, meteen de kern van onze faculteit. Ik vond het een pluspunt dat ik de lessen twee
keer moest geven, telkens voor de helft van de studenten. Zo kon ik snel inspelen op wat werkt en wat niet. Ik probeer open te staan naar de studenten toe, o.a. door mezelf voor te stellen en af en toe persoonlijke elementen in de cursus te verwerken, maar ook door beschikbaar te zijn. Als je je probeert in te leven in het standpunt van de student, kan je al veel problemen voorkomen. Degelijke slides voorzien, stipt zijn en veel communiceren zijn enkele aandachtspunten. Er kruipt uiteraard veel werk en tijd in het voorbereiden en geven van lessen, zeker bij de eerste jaargang. Ik probeer de aandacht van de studenten vast te houden door soms heel voor de hand liggende en logische vragen te stellen, in het auditorium rond te lopen en interactie op te zoeken. Dat laatste ligt niet voor de hand; het is altijd afwegen hoever je daarin kan gaan. Wanneer ik nieuwe concepten introduceer, doe ik dat vanuit mijn eigen situatie of vanuit de situatie van de student. Bij de start van het academiejaar introduceerde ik bv. de zoektocht naar een kot en de keuzes die je als consument moet maken. Je bent beperkt door je budget, maar wil toch maximaal nut, enzovoort. Wetenschappelijk onderzoek Stijn → Voor jou is onderzoek momenteel belangrijker. Kan je wat meer vertellen over Bayesiaanse statistiek? Dries → De Bayesiaanse methode is een
“Het is een uitdaging om de studenten 1ste Bach HW op een boeiende manier kennis te laten maken met de basisbeginselen van de economie, meteen de kern van onze faculteit” statistische methode die extra informatie – welke niet specifiek in de data aanwezig is– mee opneemt in een analyse. Hierdoor kunnen we complexere modellen schatten dan mogelijk was binnen de klassieke benadering van de statistiek. Om een concreet voorbeeld te geven: de klantenkaart bij de supermarkt. Via die kaart kunnen we het aankoopgedrag beter onderzoeken. We krijgen een overzicht van alle producten, aangekocht door klant x. De data van veel klanten verschaffen veel info over de klanten in totaal, maar weinig info per specifieke klant. Als we het effect van een korting willen zien op het gedrag van een bepaalde klant, kunnen de Bayesiaanse methoden gebruikt worden om van de data van de hele groep het effect op die ene klant in te schatten. Deze methode is nog relatief nieuw en wordt voornamelijk gebruikt in academische milieus, maar begint stilaan door te breken in het bedrijfsleven. Andere toepassingen van Bayesiaanse modellen zijn spamfilters en vertaalmachines. Ook kunnen we ermee nagaan wat de prijsgevoeligheid is van klanten om zo prijzen zo optimaal mogelijk te bepalen per segment, zodanig dat de opbrengst of het marktaandeel maximaal wordt. Dries → Regelmatig komen er berichten in het nieuws over gemeentelijke financiën, zoals onlangs over de politiek die weegt op het budget. Kan dit gelinkt worden aan jouw onderzoek? Stijn → Ons onderzoek richt zich meer op de impact van politieke determinanten op het financieel beleid. We vertrekken vanuit de Public Choice literatuur en bekijken hoe politici reageren bij bepaalde keuzes inzake financiën. Zo brengen we de politieke determinanten (politieke kleur, fragmentatie, tijd tot verkiezingen,…) van het beslissingsproces in kaart. We stellen vast dat het aantal partijen in het college een impact heeft op het fiscaal beleid of op het investeringsbeleid. Als er meerdere partijen vertegenwoordigd zijn of als de lokale verkiezingen naderen, blijkt dat men meer investeert. In het eerste geval omdat de partijen verschillende voorkeuren hebben, in het tweede omdat het bestuur graag uitpakt met grote realisaties om zo de herverkiezingskans te vergroten. Deze keuzes hebben natuurlijk
hun effect op de schuldpositie of op het fiscaal beleid. Vanuit de academische wereld wordt sterk ingezet op A1-publicaties, maar die worden vaak enkel gelezen door mensen die ook voornamelijk academisch met het topic bezig zijn. De uitdaging is om die te laten doorstromen naar een breder publiek. Maatschappelijke relevantie van onderzoek Stijn → Kan de universiteit een positieve invloed hebben op de maatschappij? Dries → Er wordt aan de universiteit veel stateof-the-art onderzoek verricht, maar er stoomt te weinig door naar de mensen of bedrijven die belang hebben bij de ontdekkingen. In plaats van zoveel mogelijk publicaties te schrijven, zou het nuttiger kunnen zijn om enkel de écht waardevolle contributies te publiceren en de vrijgekomen tijd te besteden aan het communiceren van de resultaten naar belanghebbenden. Als academicus vind ik dat het onze taak is om onze expertise door te geven aan de bredere samenleving. Zelf werk ik ondertussen al een jaar aan een blog (http://taptoe.wordpress.com) waar ik af en toe reageer op iets dat in de actualiteit is gekomen. Ik vertrek meestal van krantenartikels, waarbij men twijfelachtige conclusies trekt uit wetenschappelijk onderzoek. Ik hou deze blogs zeer toegankelijk om een breed publiek te bereiken. Bijvoorbeeld, onlangs verscheen in de media dat ouders met kinderen ongelukkiger zouden zijn dan ouders zonder kinderen. Zelf ben ik 5 maanden geleden vader geworden van een dochter en ik geniet er net van om na een lange dag werken thuis te komen bij mijn familie. Daarop heb ik besloten om de studie van dichterbij te bekijken. Het verschil in ‘geluksscore’ tussen mensen met en zonder kinderen bleek maar 0,02 te zijn op een schaal van 0 tot 10. Het onderzoek was echter gebaseerd op een zodanig grote steekproef dat het verschil, hoe klein dan ook, statistisch significant werd. Bij dergelijke testen mag je de grootte van het effect uiteraard niet uit het oog verliezen en kan je geen dergelijke conclusie trekken over het geluk van die mensen. De media staan dan vaak klaar om hieraan grote verklaringen te koppelen. Ik zie het als een van mijn taken om zulke zaken te nuanceren.
Tot slot vragen we beide professoren hun vakgebied even in de schijnwerpers te zetten. Stijn → Het vakgebied van de lokale financiën en fiscaliteit is uiteraard beleidsrelevant. We reiken kennis en bevindingen aan, zodat de overheden er rekening mee kunnen houden. Dergelijke opleidingsonderdelen worden echter niet specifiek gedoceerd, want wij leveren breder geschoolde bestuurskundigen af. Voorlopig focus ik me binnen mijn opdracht voornamelijk op het warm maken van de 1ste bachelors voor economie. Ik reik ze de economische bouwstenen aan waarmee ze later verder kunnen. Dries → Er zijn steeds meer succesverhalen van bedrijven die big data analyseren, omdat er ook steeds meer gegevens worden bijgehouden. De jobs liggen dan ook voor het grijpen. Daarnaast is mijn vakgebied zeer interessant omdat het meerdere facetten zoals computer skills, statistiek en bedrijfsinzicht combineert. Het is relevant voor toepassingen, maar het biedt ook een intellectuele uitdaging. Daarenboven is het privacydebat erg boeiend. Alles wat je online doet, wordt opgeslagen. Als je bijvoorbeeld gmail geopend hebt in je browser, kan google je surfgedrag opslaan. Als men hieruit een relevant patroon kan afleiden, zal men dit ook effectief gebruiken. Als gebruiker moet je je dan ook van het volgende bewust zijn: if you’re not paying, you are the product being sold. Het is immers vaak zo dat je voor bepaalde diensten zoals facebook of twitter zelf deel van het product bent. Servers draaien niet gratis, dus achter elke gratis dienst zit een businessmodel dat inkomsten moet genereren. Aan de andere kant heb je er als gebruiker natuurlijk ook de voordelen van; je krijgt veel gerichtere informatie/reclame als consument en je krijgt de diensten gratis aangeboden. Nathalie Gys en Thomas Stappaerts
“If you’re not paying, you are the product being sold”
VOSEKO magazine
15
------- vek -----------------------
90 jaar Vlaamse Economische Kring Geschiedenis in een notendop In de tijdsgeest van vervlaamsing van de Bijzondere Handelsschool werd op 16 november 1923 de Vlaamse Economische Kring (VEK) opgericht. Het programma dat voor het handjevol studenten werd opgesteld bestond uit een brede waaier aan activiteiten, gaan van debatten en voordrachten, over studiereizen en gedachtewisselingen met professoren tot het simpelweg bevorderen van kameraadschap.  Tijdens de tweede wereldoorlog werden de activiteiten even stopgezet, maar in de naoorlogse jaren wist de VEK zich onder leiding van prodecaan en prorector André Devreker –en met de steun van het professorenkorps en enkele industriëlen– opnieuw op te werken tot een bloeiende faculteitskring. In het begin van de jaren ’60 telde de vereniging ruim 200 leden. In de jaren ’80 kochten Jan Dewaele en zijn kameraden –na consumptie van enkele pintjes– de Yucca, het café gelegen op het kruispunt van de Sint-Pietersnieuwstraat en de Hoveniersberg. De deal werd zonder medeweten van hun ouders gesloten met vier wisselbrieven die in een jaar tijd afbetaald dienden te worden. Om geld in het laatje te brengen zag de VEK zich genoodzaakt om grote activiteiten te organiseren. Zo zagen de kristalnacht en de massacantus het levenslicht en was de openingsfuif voor het eerst uitverkocht. Gedragen door de vele memorabele momenten, groeide de VEK uit tot een van de grootste studentenclubs die Gent rijk is. Vandaag staat een 19-koppig presidium dag en nacht klaar om de ruim 6.000 studenten van de faculteit Economie en Bedrijfskunde en andere sympathisanten te voorzien van boeken, cultuur-, feest-, sport-, reis- en jobgerelateerde activiteiten. Daarnaast baten zij ook nog steeds met grote trots de Yucca uit, tegenwoordig gelegen op het Kramersplein. Het is de laatste Gentse fakbar, een café voor en door studenten.
Zo vader, zo zoon Clubliefde wordt soms ook met de paplepel meegegeven. De huidige preses Thomas Vandererfven treedt na precies dertig jaar in de voetsporen van zijn vader Wim (praeses ’83-’84 en ’84-’85). We stelden hen enkele vragen.  Wat was het mooiste ‘presesmoment? Wim → Het is moeilijk om er zomaar één gebeurtenis uit te kiezen. Die twee jaren waren een aaneenschakeling van leuke momenten. De studententijd is een fantastische zorgeloze periode (met uitzondering van die paar maanden dat er uiteraard ook moet gestudeerd worden) die later in het leven nog moeilijk te evenaren valt. Thomas → Er zijn al veel mooie momenten geweest, maar tot nu toe vond ik het ‘podiummoment’ aan het einde van de openingsfuif mijn mooiste. Om 5u ’s ochtends op het podium staan voor een volle Vooruit, is toch een kippenvelmoment. Hebben jullie elkaar alle details van jullie studentenleven verteld? Wim → Neen! Ik wil hem niet nog meer op slechte gedachten brengen. Thomas → Ik denk dat hij een aantal zaken wijselijk zal verzwegen hebben. Anders zou hij de raad ‘niets doen wat ik ook niet zou doen’ waarschijnlijk niet meer kunnen meegeven op zondagavond. Op welk opzicht jullie op elkaar? Wim → Doorgaan tot je er bij neervalt. Vandaar mijn raad aan Thomas om toch ook af en toe wat gas terug te nemen. Verder proberen we alles zo veel mogelijk van de positieve kant te bekijken en te relativeren. Thomas → We geven ons allebei 100% als we ergens voor gaan. Wie kan het best een pintje ad fundum drinken? Wim → Met de leeftijd is mijn startsnelheid natuurlijk wat afgebot, maar ik heb nog altijd een goede eindsprint… Gezien het verschil in trainingsintensiteit de laatste jaren, vrees ik dat ik toch het onderspit zou moeten delven.
Welke nieuwigheden heb jij geïntroduceerd? Als PR-praeses heb ik meerdere bedrijfsbezoeken georganiseerd, wat voordien niet gebeurde. We hebben de NAVO in Evere bezocht, Duvel Moortgat,… Zo deden we er een viertal per jaar. Wij hebben ook van de doopcantus een buitenactiviteit gemaakt. Een dag lang gingen we met onze schachten op pad, terwijl we liedjes zongen en drank proefden. Dat was eens een heel andere belevenis van een cantus.
Festiviteiten De VEK laat dit uitzonderlijke jaar niet onopgemerkt voorbijgaan en betrekt iedereen bij de viering van het verleden, het heden en de toekomst. Zo sneed decaan Marc De Clercq een reuzentaart aan waarvan zo’n 500 studenten konden smullen en tevens genieten van een beker warme chocolademelk. Later in november werd een volledige week gewijd aan het jubileum: cinemabezoek, pokertoernooi, cavabrunch, drinkwedstrijd van 90 pinten tussen schachten, commilitones en presidium,… het is slechts een greep uit het programma. Het hoogtepunt viel op woensdag toen elk uur –van 13u ’s middags tot in de vroege feesturen– een gratis vat geschonken werd. De week werd afgesloten met een walking dinner voor iedereen die ooit deel heeft uitgemaakt van het VEK praesidium. Met ruim 110 aanwezigen werd deze succesvolle avond de grootste reünie in de geschiedenis van de VEK, waarop alle generaties –gaande van de praeses van ’62–’63 tot de jonge garde– van de partij waren. Tijdens het tweede semester wordt getracht om dit feestgedruis nog te overtreffen. Met het studentikoze aspect in het achterhoofd wordt een lustrumcantus georganiseerd, hét moment bij uitstek om jongVEK en oud-VEK met elkaar te laten verbroederen met gezangen en vele liters van het vloeibare goud. Voor deze activiteit werd een exclusieve locatie uitgekozen: de Parnassus, een oude Franciscanerkerk in hartje Gent. We hopen daar opnieuw veel volk met een groen-wit hart te mogen verenigen en de toon te zetten voor de komende 90 jaren. Ut vivat, crescat et floreat! Pieter Dhertoge
Vrouwelijke praeses Er staat geen geslacht op het praesesschap van een studentenkring als de VEK. Doorheen de jaren durfden twee vrouwen het aan om de club te leiden. We schotelden Tania Van Parys (praeses ’90-’91) enkele vragen voor. Hoe komt het volgens jou dat de VEK quasi geen vrouwelijke presessen gehad heeft? Ik denk dat het niet altijd evident is om dit als vrouw te doen. In die periode waren er sowieso al weinig vrouwen in het praesidium; zij stonden dan vnl. in voor de administratieve taken. Je moet kunnen delegeren en iedereen overstemmen op cantussen. Zo’n kwarteeuw geleden was er nog niet echt sprake van emancipatie. Gelukkig had ik een heel sterk team dat me bij alles ondersteunde. Het jaar daarvoor was mijn vriend praeses en zo heb ik de kneepjes van het vak geleerd.
“De V.E.K. is een waardevol bezit geworden. Het is een van de schoonste schatten in de lade van onze levenservaringen. Natuurlijk beweren wij zoals iedere generatie en iedere promotie, dat de onze de beste was. De tijdsomstandigheden hebben de levenswijze van de studenten gewijzigd, en wat voor ons zo prettig en vanzelfsprekend scheen, moet hen thans misschien als onbegrijpelijk voorkomen, net zoals hun huidige gedragingen voor ons bevreemdend schijnen. Maar ook zij, de studenten van thans, zullen zoals deze van welke promotie ook, later, veel jaren later, aan hun jeugd terugdenken en onvermijdelijk zal de V.E.K. daar een plaats innemen.” Raoul François, praeses ’31-’32, in het lustrummagazine van ’63-’64
16
VOSEKO magazine
VOSEKO magazine
17
--- de faculteit ----------------------
------- studenten onderwijs -------
De faculteit en haar onderwijs: alweer grote onderscheiding ! Het onderwijs aan de faculteit Economie en Bedrijfskunde geniet een uitstekende reputatie. Zo bedachten de visitatierapporten 2013 van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) onze opleidingen met lovende commentaar. Binnen de Universiteit Gent geldt de FEB als een innovator. Het monitoraat, zoals we het al jaren kennen, stond model voor de ondertussen over alle faculteiten heen geüniformeerde studiebegeleiding. Ook onze studenten dragen hun steentje bij: met de in 2012 geïnitieerde “Best Teaching Awards”, onderstreept de studentenraad Stuveco het belang van degelijk onderwijs en onderwijsinnovatie en worden jaarlijks professoren en assistenten die het extra goed doen in de bloemetjes gezet.
Eerste Vlaams Jeugd Parlement: schot in de FEB-roos Op 25, 26 en 27 oktober 2013 werd de eerste editie van de simulatie Vlaams Jeugd Parlement (VJParl) georganiseerd. Het VJParl werd bevolkt door studerende en werkende jongeren van 17 tot 23 jaar die uit alle bevolkingscategorieën gerekruteerd waren. Aan enkele parlementsleden, tevens studenten aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde –wellicht niet geheel toevallig allemaal bestuurskundigen– legden we enkele vragen voor, met name aan: → Kasper Vanpoucke, voorzitter VJParl; studies: bachelor BPM, partij: geen (neutraal) → John-Nathan Hocepied; diploma maatschappelijk werk, studies: master BPM, partij: Roodborstje (socialisten) → Pieter-Jan Van Der Burgt; studies: 1ste bachelor BPM, partij: Steenuil (liberalen) → Jasper Deweerdt; studies: 1ste bachelor BPM, partij: Steenuil (liberalen) → Elien Luypaert; studies: 1ste bachelor BPM , partij: Roodborstje (socialisten) → Christophe Du Four; diploma BPM, studies: master bedrijfseconomie; partij: Steenuil (liberalen)
Dé parels aan de kroon zijn uiteraard degene die –ondanks de vele incentives om vooral in onderzoek te investeren– excelleren in hun onderwijstaken. Dat er aan onze faculteit nogal wat van die parels schitteren, bewijzen de vele nominaties voor de Minervaonderscheiding voor onderwijs aan de Universiteit Gent. Deze onderscheiding wordt jaarlijks door de rector uitgereikt aan een lesgever die erin slaagt de studenten te boeien via goed gestructureerde en interessante colleges of die een bijzondere bijdrage weet te leveren aan onderwijsinnovatie of -organisatie en curriculumontwikkeling. Elk jaar worden vier lesgevers over de gehele UGent geselecteerd voor deze onderscheiding. Zo werden de professoren Freddy Heylen en Patrick Van Kenhove in 2011 respectievelijk in 2012 genomineerd. Voor de Minervaonderscheiding 2013 kwamen liefst twee van de vier genomineerden uit onze stal: de professoren Patricia Everaert en Freddy Heylen. Woensdag 18 december werd de winnaar bekend gemaakt. Mooie –en onzes inziens niet meer dan terechte– woorden vielen over hen te lezen in het programmaboekje van de plechtige zitting. Professor Patricia Everaert werd genomineerd“ omwille van de overgave waarmee ze haar lessen invult en haar leergierigheid inzake doelgerichte didactische methoden”. Professor Freddy Heylen werd genomineerd “omwille van de schitterende invulling van zijn omvangrijke onderwijsopdracht: studenten bestempelen hem eensgezind als een uitzonderlijk gemotiveerd en getalenteerd lesgever, altijd bereikbaar en met een groot empathisch vermogen”. Hoewel uiteindelijk professor Andreas Niehaus (faculteit Letteren en Wijsbegeerte) met de onderscheiding ging lopen, willen we de professoren Everaert en Heylen uitdrukkelijk feliciteren met hun nominatie! Stijn Baert
18
VOSEKO magazine
© foto’s | Hilde Christiaens
‘omdat ik nog niet wist bij welke partij ik hoorde, was mijn keuze eerder ingegeven door de drang te ontdekken waar elke partij voor stond dan een echte roodborst te zijn’
Voorzitter, hoe blikt u op ‘uw’ parlement terug? Kasper → Het was een fantastische eerste editie die onze verwachtingen inloste. Tussen de eerste ontmoeting in een klein vergaderzaaltje in het Vlaams Parlement, zo’n drie jaar geleden en de plenaire zitting in het parlementaire halfrond afgelopen herfst, lag dan ook een berg werk. De hechte samenwerking met de educatieve en communicatiedienst van het Vlaams Parlement en het Agentschap voor SociaalCultureel Werk – afdeling Jeugd van de Vlaamse Gemeenschap, heeft een kwalitatief hoogstaand project voortgebracht. Hoe ontstond en groeide het initiatief? Kasper → In Wallonië en Brussel en op federaal niveau bestaan al langer dergelijke parlementen waar jongeren een week heftig discussiëren. Tijdens een simulatie van de Belgische Senaat, het federaal JeugdParlementJeunesse, rijpte het idee om met enkele geëngageerde jongeren iets dergelijks op poten zetten in het Vlaams Parlement. Zo zouden ook gemeenschapsmateries als Onderwijs, Mobiliteit of Inburgering aan bod komen. Tevens leek het me ook een uitdaging om iets helemaal uit het niets op te bouwen. We hebben dan een brief geschreven aan de voorzitter van het Vlaams Parlement Jan Peumans en prompt werden we uitgenodigd voor een gesprek met de educatieve dienst. De samenwerking met het Vlaams Parlement en de Vlaamse Overheid verliep niet altijd even vlot. We moesten door een echt leerproces. Hoe een draagvlak te creëren, de financiering rond te krijgen, de organisatie op poten te zetten… bezorgden ons de nodige kopzorgen. We hebben de formule van de bestaande jeugdparlementen flink dooreen geschud en een eigen ‘Vlaamse’ touch gegeven. Onze simulatie besteedde bv. meer aandacht aan het werk in de commissies waar de meeste politieke compromissen worden gesmeed door een groep toegewijde parlementsleden die als specialist van hun fractie zitting nemen in een themacommissie. We begonnen ook met heuse hoorzittingen met actoren uit de academische wereld, het middenveld of de betrokken sectoren. Om een zo breed mogelijke afspiegeling van de maatschappij in het halfrond te verzamelen, zetten we deelnemers met zeer diverse achtergronden bijeen. Teneinde bepaalde moeilijk te bereiken doelgroepen te enthousiasmeren, hebben we een ‘roadshow’ door Vlaamse steden opgezet.
VOSEKO magazine
19
‘Het verschil met de echte politiek lag wellicht in de vrijheid om tijdens het spreken meer extreme standpunten in te (mogen) nemen.’ Waarom heb je deelgenomen aan het Vlaams JeugdParlement? John-Nathan → Sinds een aantal jaren ben ik actief bij de Jong-Socialisten van Brugge en de sp.a. Het gebeten zijn door de politiek, de mogelijkheid tot het aangaan van discussies men mensen die een andere ideologie aanhangen én dat in de arena waar het echte debat ook plaatsvindt, waren mijn voornaamste drijfveren. Ik was ongelofelijk benieuwd. Pieter-Jan → De reden om mee te doen? Ervaring opdoen en kennis vergaren over de werking van het Vlaams Parlement, een belangrijk onderdeel van onze Belgische democratie. Het concept sprak me meteen aan en ik ben het op de voet blijven volgen tot het verlossende moment kwam dat de inschrijvingen werden open gesteld. Mijn geluk kon niet op toen ik geselecteerd werd. 4 dagen met politiek bezig zijn en bij mensen vertoeven die dezelfde interesse delen: het was een droom die uitkwam. Jasper → Ik was onmiddellijk enthousiast omdat ik er van overtuigd was dat de simulatie een positieve inbreng kon betekenen voor mijn opleiding BPM waarin politieke wetenschappen een belangrijk onderdeel is. Elien → Tijdens een college werd het initiatief enthousiast gepromoot en ik was meteen verkocht. Diezelfde nacht nog schreef ik mijn motivatiebrief voor deze unieke ervaring. Als bestuurskundige de kans krijgen om politiek vanuit een ander perspectief te bekijken… Uitdagend toch? Uiteindelijk zijn mijn verwachtingen overtroffen en is mijn respect voor de parlementsleden alleen maar gegroeid. Christophe → Als afgestudeerde bestuurskundige zag ik het Vlaams Jeugdparlement als een unieke kans om in een relatief realistische simulatie, de theorie aan de praktijk te toetsen. Enerzijds is er de interesse voor beleidsvorming en politiek, anderzijds zag ik in deelname ook een kans om met geëngageerde (en vaak ruimdenkende) jongeren in gesprek te treden.
20
VOSEKO magazine
Wat heb je anders gedaan dan de ‘echte’ politici? John-Nathan → Grappig genoeg had ik de indruk dat politiek tijdens het VJP niet veel anders werd gevoerd dan in de realiteit. Na dag één was al duidelijk dat de inleving bijzonder groot was en dat de standpunten een weerspiegeling waren van de eigenlijke politieke tegenstellingen. “Wie gaat dat betalen? –zinsnede die ettelijke malen herhaald werd door een collega-liberaal– zou evengoed morgen de kop kunnen zijn van een krantenartikel. Teneinde toch maar dat ene voorstel er door te krijgen, werd gretig gebruik gemaakt van het zogenaamde ellebogenwerk; ook de “politique politicienne” was manifest aanwezig. Een leuke anekdote is dat het voorstel van mijn fractie om schoolverlaters zo snel mogelijk te activeren, enkele dagen later ook werd gerealiseerd door de VDAB. Ook op het ideologische vlak herkende je bepaalde typische kenmerken; bv. hoe onze fractie uitging van de overheid, hoe de liberalen de vrije markt centraal stelden en de christendemocraten regelmatig het belang van de dialoog onderstreepten. Het verschil met de echte politiek lag wellicht in de vrijheid om tijdens het spreken meer extreme standpunten in te (mogen) nemen, maar voor de rest lag het grootste verschil wellicht in de partijnamen… Pieter-Jan → Ik denk dat het er bij ons wat losser aan toe ging dan in het ‘echte’ halfrond. Een zaalmedewerker van het Vlaams Parlement vertrouwde me toe dat hem was opgevallen dat jongeren nogal eens hun eigen ideeën verkondigen in plaats het partijstandpunt. ‘Moest dat gebeuren in het echte halfrond…’ besloot hij. Jasper → Ik denk dat we vooral constructief onderhandeld hebben. In minder dan drie dagen tot een akkoord komen, lijkt mij uitzonderlijk! Dat het zo echt leek, zorgde voor een unieke ervaring. Elien → Er zijn wel een paar verschillen tussen het VJParl en de echte politici en journalisten. Structureel is alles hetzelfde, maar de band tussen politici onderling en tussen politici en journalisten is toch anders. Bij het VJParl hadden de journalisten vooral een informatieve functie, in plaats van opinies te verduidelijken, brachten ze vnl. de deelnemers op de hoogte. Door de grote tijdsdruk verliep alles veel transparanter; er was amper tijd voor politieke spelletjes. Christophe → Ik heb net zoveel mogelijk clichés uitgeprobeerd: belangenvermenging, vriendjespolitiek, uittredingsvergoedingen, cumul, blind de partijlijn volgen, lucratieve postjes verwerven,… Wat heb je erbij opgestoken? John-Natan → De ‘politique politicienne’ beoefende ik bijzonder graag; voortdurend was ik aan het lobbyen. Na enige tijd realiseerde ik me dat het in de realiteit niet anders is. Het is me opgevallen dat er bijzonder veel werk vooraf gaat aan het eigenlijk indienen van een wetsvoorstel. En dan heb ik nog het geluk gehad om vrij snel partners te vinden voor het indienen van een degelijk centrum-links voorstel. Was dat niet gelukt, dan was er wellicht zonder resultaat evenveel tijd gekropen in het lobbyen. Ik kan me voorstellen dat zoiets in de realiteit bijzonder frustrerend is. Jasper → Ik heb heel wat bijgeleerd over wat er in het parlement gebeurt, over het politieke spel en ook over de werking van de commissies en hun invloed op de plenaire vergadering. Elien → Ik heb geleerd hoe een wet tot stand komt en dat is niet in 1, 2, 3. Dagelijks tot 2 uur ’s nachts discussiëren: je geraakt er aan gewend. Ik
heb geleerd om echt te debatteren, mensen te overtuigen, naar oplossingen te zoeken, compromissen te sluiten. Verder heb ik ook ervaren wat het is om euforie of teleurstelling te voelen. Ook bij een simulatie horen kwade gezichtsuitdrukkingen en geroep. Christophe → Het aantal deelnemers dat reeds op 17 à 23-jarige leeftijd door een ideologische bril keek, was opmerkelijk; enkelen bleken zelfs (selectief) doof voor de expertise van bv. Ivan Van de Cloot en Fons Leroy. Dergelijke attitude bemoeilijkte het bereiken van een consensus over een coherent en (enigszins) onderbouwd voorstel van decreet. Positiever was het sterke retorische talent dat voor een luchtige noot zorgde door het rooms-rode voorstel inzake onderwijs op de korrel te nemen. Zijn er vriendschappen voor het leven gesmeed? John-Nathan → Als ik in de media hoor hoe een ‘echte linkse’ goed bevriend is met een libertaire nationalist bv., vind ik dat vreemd klinken. Maar eigenlijk was het in het VJParl niet anders. Tijdens de debatten erger je je ongelooflijk aan sommige standpunten en is er niets uitdagender dan die redeneringen met de grond gelijk te maken. s ‘Avonds drink je dan samen een paar pinten en merk je dat die persoon best wel oké is. Over de partijgrenzen heen heb ik goede contacten opgebouwd. Binnenkort bv. ga ik op café met een paar liberalen. Pieter-Jan → Vriendschappen bij bulk, vetes voor geen meter :-). Als er al vetes zouden zijn, dan zijn ze op z’n minst unilateraal, want zelf zie ik daar geen heil in. Dat je tijdens debatten al eens op iemands tenen trapt is onvermijdelijk en dat niet iedereen je even sympathiek vindt, jammer genoeg ook. Ik heb alleen maar toffe en vooral slimme mensen ontmoet. Vriendschappen zijn er zeker en vast gesloten. Ik zou er meteen voor tekenen om het VJParl met deze groep te kunnen overdoen! Jasper → Van bij het begin was je genoodzaakt om contact te leggen met de leden van je eigen fractie en dat is bijzonder goed verlopen, ook al kenden wij elkaar nog helemaal niet. Gaandeweg spreek je met heel wat mensen, ook buiten je eigen fractie. Met een aantal onder hen die ook in Gent studeren heb ik nog vaak contact; we kunnen het goed met elkaar vinden omdat we een gezonde interesse voor politiek en maatschappij delen. Elien → Je leert mensen kennen met dezelfde interesse, dezelfde studie, dezelfde opinie. Je moet wel een onderscheid leren maken; tijdens een debat gaat het er niet vriendelijk aan toe, maar achteraf drink je gewoon een pint met elkaar. Je kan het iemand niet kwalijk nemen
dat hij twee uur voordien je amendement vergeleek met het nazisme. Christophe → Voortaan schrik ik van elke rooms-rode ‘rooievaar’. Gelukkig heb ik een button van de fractie steenuil om te koesteren; en om de Duitse filosoof Hegel te citeren: “De uil van Minerva vliegt pas uit bij het invallen van de duisternis.” Heb je ambities als politicus of journalist? John-Nathan → Als je je politiek engageert gaan velen er van uit dat je ambities koestert om ‘politieker’ te worden, maar zoiets beslis je niet van vandaag op morgen. In elk geval waren de debatten uitermate boeiend en de ideologische tegenstellingen erg uitdagend. Ik heb me ingeschreven om senator te worden bij het JeugdParlementJeunesse. Laat dat maar mijn volgende ambitie zijn. Pieter-Jan → Ja! Ik hoop dat ik ooit de eer krijg om volksvertegenwoordiger te mogen worden. Mocht dat ooit gebeuren, dan zal het VJParl daarin een niet te onderschatten rol hebben gespeeld. Jasper → Het is nog te vroeg om al te zeggen of ik politicus wil worden. Wat ik wel weet is dat ik graag in de ‘sector’ zou werken. Kabinetsmedewerker van een minister bv., lijkt mij ook een zeer boeiende job. We zien wel wat de toekomst brengt. Elien → Mijn interesse is toegenomen en zo ook mijn ambitie. Een aanbod om parlementslid te worden zou ik nooit afslaan. Ik hoop ooit in het echte parlement te kunnen zetelen. Christophe → Hoewel ik geen ambities koester als politicus, heeft deze rijke ervaring me toch geprikkeld om meer aan dergelijke initiatieven deel te nemen. Tot slot een vraag voor de voorzitter: Wat zegt de toekomst voor het VJParl? Kasper → Momenteel evalueren we deze eerste editie, maar we vragen aan het Vlaams Parlement wel uitdrukkelijk om hier samen met ons een vervolgverhaal van te maken! Wie interesse heeft om zelf een keer vanuit een parlementszetel te debatteren of mee wil organiseren kan ons contacteren! Meer info?
[email protected] www.vlaamsjeugdparlement.be | Facebook → Vlaams-Jeugd-Parlement Twitter→ @VJeugdParlement Myriam De Bruyne
VOSEKO magazine
21
FEB Faits Divers
Inspiration Days, social entrepreneurs inspire business school students
Wat? “Inspiration Days” is een project van het Positive Entrepreneurs Network dat sociaal ondernemerschap promoot en stimuleert bij studenten in Belgische business schools. Sociaal ondernemers geven er interactieve workshops. Zo delen ze hun ervaringen met studenten. Het evenement eindigt met een hoofdconferentie, waarbij de belangrijkste sleutelfiguren uit de sector hun meningen en ervaringen rond sociaal ondernemerschap delen in een debat. De conferentie is toegankelijk voor het publiek. Eind januari hadden de volgende sprekers al bevestigd: Piet Colruyt (Impact Capital), Steven Serneels (Strategic Adviro Ashoka), Peter Wollaert (Forum Social Entrepreneurship Vlerick).
22
VOSEKO magazine
Activiteitenkalender
Prof. dr. Derrick Gosselin, buitengewoon hoogleraar, is bij KB van 26 november 2013 door Koning Filip benoemd tot voorzitter van de raad van bestuur van het Federale Studiecentrum voor Kernenergie SCK-CEN te Mol.
15 maart 2014
voseko
De door marketingbedrijf Partners In Marketing uitgereikte prijs ‘Beste Marketingthesis van Vlaanderen 2013’ en de erbij horende 1.000 euro gingen naar alumni Astrid Thienpont en Bart Van Der Vurst voor hun werk ‘Ownership in online community building: supporting e-business processes.’ De promoteren zijn prof. dr. Steve Muylle en Willem Standaert.
Hebt u zich ook al afgevraagd waarom het gebouw Hoveniersberg van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde bezaaid is met koele kantoren en donkere auditoria? Bij de opmaak van het grondplan was het de bedoeling om het complex in Afrika, meer bepaald in het toenmalige Zaïre (nu Congo), te laten optrekken. Teneinde de constructie aan de binnenkant zo koel mogelijk te houden, kreeg ze aan de buitenkant terrassen die de zon en de warmte zoveel mogelijk zouden buiten houden. Toen de architect ook een Belgisch project binnenhaalde, vond hij er niet beter op dan het Afrikaanse plan uit te voeren en het gebouw te construeren nabij het Gentse Sint-Pietersplein. Jürgen Hanssens
Telex
Alumnidag 2014 Thema: Ondernemerschap in een Internationale en Innovatie Omgeving Sprekers: Kristof De Wulf en Niels Schillewaert (InSites Consulting) POSECO | UGENT
17 maart 2014
Inspiration Days (zie artikel blz. 22) voseko
Op 18 oktober overleed Violette Vansteelandt, oud-studenten EW, op de leeftijd van 69 jaar. Ze is gewezen voorzitter van de Nationale Vrouwenraad, Nederlandstalige afdeling, alsook gewezen ondervoorzitter van het Centre Européen du Comité des Femmes.
18 maart 2014
Workshop ‘Omgaan met stress’ jci
25 maart 2014
JCI Oost-Vlaamse jonge ondernemer van het jaar Oud-studenten Laurien Vandermeersche en Julie Van Heghe (academiejaar 2011-12), hebben de BELRIM prijs 2013 gewonnen voor hun opmerkelijk eindwerk i.v.m. risk management. De promotor is prof. dr. ir. Regine Slagmulder.
Het Quetelet auditorium is het forum voor de 3de verkiezing van de Oost-Vlaamse Jonge Ondernemer. vek
27 maart 2014
‘Feb’s Got Talent’ meets ‘Best Teaching Awards’. © foto | Hilde Christiaens
17 maart 2014 - UGENT Waarom? Alhoewel sociaal ondernemerschap een groeiende sector is, blijft de aandacht ervoor in de Business Schools relatief klein. Steeds meer ondernemers kiezen ervoor om een sociale missie te integreren in hun projecten. Daarnaast bieden een groeiend aantal organisaties diensten en financiering aan voor sociaal ondernemerschap. Zo ontwikkelt zich een volledig nieuwe sector. Met het project “Inspiration Days” stimuleert het “Positive Entrepreneurs Network” sociaal ondernemerschap bij studenten, toekomstige managers en ondernemers. Door het bouwen van bruggen tussen ondernemers en academici (docenten en onderzoekers) wil Poseco de bezoekers sensibiliseren rond sociaal ondernemerschap, alsook de verscheidenheid aantonen, zowel op het vlak van business model als innovatie, management,… Wie? “Positive Entrepreneurs Network” is een netwerk van Belgische sociaal ondernemers, dat in 2010 werd opgericht door Poseco en enkele gedreven ondernemers, die sociale en ecologische waarden in hun bedrijfsactiviteiten integreren om sociale impact te creëren. Voor meer informatie en inschrijving voor de conferentie www.inspirationdays.biz Vincent De Coninck | Coördinator “Positive Entrepreneurs Network”
‘Tot uw Dienst’, waarom de nieuwe ambtenaar klantvriendelijk is?
De talentenshow (in de foyer) wordt gekruid met een hapje en een drankje. Ook worden de ‘Best Teaching Awards ‘ uitgereikt aan de beste prof per opleiding en aan één assistent over de opleidingen heen. ugent
16 april 2014
Alumni toptalent ‘André Bouffioux’. Uitgestelde lezing van Alumni Toptalent André Bouffioux, CEO van Siemens België/Luxemburg UGENT
23 april 2014
Lezing door Dinobusters
Lezing ‘Tot uw Dienst, waarom de nieuwe ambtenaar klantvriendelijk is?’
De overheid van vandaag staat voor heel wat uitdagingen en de economische crisis stelt deze alleen maar scherper: een kluwen van versnipperde overheden zaait verwarring bij de burgers en doet de vraag rijzen naar de meerwaarde van de overheid. Door in dialoog te gaan, door niet alleen te denken maar vooral te doen, door te praten mét in plaats van over de burger, ontstaat een overheid waarbij openheid, authenticiteit en transparantie centraal staat. Kortom, een converserende overheid.
door het collectief Dinobusters (zie artikel hiernaast) voseko
24 april 2014
Lecture ‘Business Analytics: Data Science’ spreker: Prof. dr. Dirk Van den Poel voseko
3 mei 2014
Alumnicup De Dinobusters zijn een collectief van jonge ambtenaren die komaf willen maken met het oubollige imago van de ‘overheid’, door van binnenuit innovatie en creativiteit te promoten.
voetbaltornooi alumni faculteit economie en bedrijfskunde ugent
25 mei 2014
Stadsloop De Gentenaar
i
Op 23 april, om 18.00u, stellen de Dinobusters hun boek ‘Tot uw Dienst’ voor op de faculteit Economie en Bedrijfskunde. Aansluitend treden zij in dialoog met het publiek. Het event wordt afgesloten met een drankje.
voseko
Begin juli
Afstudeerbarbecue voseko
25 november 2014
Effecten van Private Equity & Venture Capital
Grégory Maes
VOSEKO magazine
23
U beter kennen om u beter te verzekeren. pese liefst 30 Euro ingen in maar ig idsst he ve nd lt zo te ge O vlak van t he De Groep ERG op 1 er da meer n de numm telt de groep g landen. Het is aa nd Va . ’s ncasso van ndrisico taal premie-i to en rechtsbijsta n ee et M anten. terugvallen op 40 miljoen kl deze klanten al en nn ku tingbureau 2011 partner. Het ra € 20 miljard in le ië nc na fi le ersstabie de hoge ‘A’-ond een solide en GO ER n aa e nd O or’s ke iliteit van ERG Standard & Po financiële stab de iders le at kt w ar e, m to de cheiding GO één van ER is en ons ië lg he Be In anten sc nk kl 0 00 in de verf zet. 7. 69 n ullend aren. Meer da eringen, aanv in pensioensp n levensverzek hu or vo en hun vertrouw f beleggingen. pensioen en/o
Meer info ? Op de website www.ergo.be
kunt u eenvoudig en snel het agentschap in uw regio vinden. U kunt ook altijd telefoneren op het nummer 02/535.57.11
(Maandag-Dinsdag-Donderdag : 8.30 - 17.00 / Woensdag : 13.00 - 19.00 Vrijdag 8.30 - 16.00)
of een mailtje sturen naar
[email protected].
ERGO, merk van ERGO Insurance nv Bischoffsheimlaan 1-8, 1000 Brussel, België | T +32 (0)2 535 57 11 | F +32 (0)2 535 57 00 | www.ergo.be |
[email protected] Brussel RPR 0414.875.829 | IBAN BE24 3101 1430 0038 | BIC BBRUBEBB | Verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0735