MAATSCHAPSOVEREENKOMST 2015
NEDERLANDSE VISSERSBOND
UNIFORME MAATSCHAPSOVEREENKOMST van de Stichting van de Nederlandse Visserij (van toepassing op leden van de Nederlandse Vissersbond)
DE CONTRACTANTEN: 1. De eigenaar (eventueel rechtspersoon of vennootschap): Naam:
1)
Adres: Registratienummer vaartuig: Lid van: 2. De opvarende(n) (inclusief opvarende (vennoot-)eigenaar): a.
1)
Geboren op
Te
Wonende te
Aan
Werkzaam als schipper; b.
1)
Geboren op
Te
Wonende te
Aan
c.
1)
Geboren op
Te
Wonende te
Aan
d.
1)
Geboren op
Te
Wonende te
Aan
e.
1)
Geboren op
Te
Wonende te
Aan
f.
1)
Geboren op
Te
Wonende te
Aan
g.
1)
Geboren op
Te
Wonende te
Aan
h.
1)
Geboren op
Te
Wonende te
Aan
i.
1)
1)
Geboren op
Te
Wonende te
Aan
Naam en voorna(a)m(en) voluit
KOMEN OVEREEN:
Artikel A - Uniforme Maatschapsvoorwaarden Een maatschap te vormen tot uitoefening van het visserijbedrijf, die wordt beheerst door de Uniforme Maatschapsvoorwaarden (hierna "UMV"), van de Stichting van de Nederlandse Visserij (hierna "SNV") welke is opgenomen in deze overeenkomst. Partijen verklaren bij ondertekening bekend te zijn met deze UMV. De UMV zijn gedeponeerd bij de griffie van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage en tevens verkrijgbaar bij de secretaris van de Nederlandse Vissersbond.
Artikel B - Verbintenis A. De eigenaar (contractant sub 1) en/of de schipper (contractant sub 2a) gaan terzake de exploitatie van het visserijbedrijf verbintenissen aan in naam van de maatschap en zijn daartoe bevoegd zoals bedoeld in artikel 7:1681 BW, en zijn daartoe bevoegd. B. De eigenaar (contractant sub 1) zal aan degenen met wie verbintenissen worden aangegaan kenbaar maken dat hij dan wel de schipper optreedt in naam van de maatschap. Tevens zal hij aan hen de namen van de leden van de maatschap bekend maken en hen erop wijzen dat de namen van de leden van de maatschap ook kunnen worden opgevraagd bij het SFM (Sociaal Fonds voor de Maatschapsvisserij) dan wel ten kantore van de plaatselijke afdeling van het SFM. C. De maatschapsleden zijn voor de verbintenissen van de maatschap aansprakelijk naar evenredigheid van hun maatschapsdeel. Indien niet anders aangegeven beloopt het aandeel in de maatschap voor contractant sub 1 een percentage van 60% en voor contractanten sub 2 een percentage van 40% ieder voor een gelijk deel.
Artikel C - Inbreng eigenaar De eigenaar stelt het vissersvaartuig ter beschikking van de maatschap, alsmede de zeedagen en de hierna omschreven vangstrechten. Vissoort
Kilogram (per jaar)
Tong Schol Kabeljauw Wijting Haringrechten De hierboven omschreven vangstrechten zijn de vangstrechten voor het schip zoals vastgesteld voor het jaar waarvoor de maatschap is aangegaan (waarvan een kopie aan deze overeenkomst is toegevoegd). De vergoeding van de eigenaar voor de inbreng van de vangstrechten is inbegrepen in zijn aandeel in het resultaat zoals bedoeld in artikel G. Indien de maatschap besluit vangstrechten bij te huren, komt deze huur ten laste van de maatschap. De maatschap kan besluiten de vangstrechten te ruilen tegen vangstrechten van een andere soort.
Artikel D - Inbreng opvarenden De opvarenden brengen hun arbeid, kennis en vlijt in.
Artikel E - Duur Deze overeenkomst wordt aangegaan voor de duur van één jaar of voor een kortere periode van ............. tot ............. . Indien de overeenkomst wordt verlengd, dienen eventuele wijzigingen met betrekking tot de vangstrechten/zeedagen (zoals vermeld in artikel C) en de kosten (zoals vermeld in artikel H) schriftelijk te worden vastgelegd. Indien deze wijzigingen niet schriftelijk worden vastgelegd, wordt aangenomen dat geen wijzigingen zijn opgetreden in de ter beschikking gestelde vangstrechten/zeedagen en de kosten.
Artikel F - Opzegging (zie art. 9 en 10 UMV) Te allen tijde kan de maatschapsovereenkomst schriftelijk (voortijdig) worden opgezegd met inachtname van een termijn van vier weken plus één week extra voor ieder vol kalenderjaar dat de opgezegde partij opvolgend een maatschapsverband met de eigenaar heeft gehad, tot een maximum van vier weken extra. Deze opzegtermijn geldt niet bij opzegging om dringende redenen, mits die redenen onverwijld en schriftelijk aan de opgezegde partij worden medegedeeld.
Artikel G - Aandeel in het resultaat (zie art. 11 UMV) De aandelen in de netto besomming der maatschap zijn de delen in het resultaat, welke hierna in percentages achter de handtekeningen zijn ingevuld.
Artikel H - Berekening nettobesomming (zie art. 13 UMV) De nettobesomming wordt gevormd door hetgeen resteert van de brutobesomming, nadat daarvan de kosten zijn afgetrokken. Hierna wordt aangegeven wat de maximale hoogte van de kosten zal zijn.
Kosten
kosten van huur van visrechten echter uitsluitend voor zoveel die visrechten door de maatschap voor het uitoefenen van de visserij door de maatschap zelf worden gebezigd compensatie voor diploma’s zoals bedoeld in artikel I kosten van (smeer)oliën, gas en vetten kosten van bewaring van vangst, zoals voor koeling huurpenningen voor navigatie- en opsporingsapparatuur, te weten radar, zender, ontvanger en dergelijke haven- en sluisgelden kosten van voeding aan boord kosten van zoet water kosten voor vangstsorteerderij netto vrachtkosten (minus de vergoedingen) reiskosten van de woonplaats van de opvarenden naar het schip, voorzover het collectief geregeld vervoer betreft straf-, administratief- of privaatrechtelijke boetes in verband met uitoefening van de visserij afslagkosten losgeld factorij en aanverwante kosten boetgelden voor aan wal gerepareerde netten heffingen van overheidswege over de vangst, daaronder begrepen heffingen van publiek- en privaatrechtelijke organisaties op visserijgebied administratiekosten voor de berekening van het aandeel in het resultaat per visreis per opvarende
Inbegrepen in deel eigenaar
Vaste kosten visreis
Kosten te verantwoorden per factuur
ja / nee
€ ………
ja / nee
Kosten
Inbegrepen in deel eigenaar
Vaste kosten visreis
Kosten te verantwoorden per factuur
ja / nee
€ ………
ja / nee
verschuldigde verzekeringspremies zoals bedoeld in de artikelen 15, lid 2, en 17, lid 2 van de UMV
Kolom 1
Indien contractanten besluiten de kosten voor rekening te laten komen van de eigenaar, komen deze kosten ten laste van het aandeel in het resultaat van de eigenaar en dient in kolom 1 "ja" te worden ingevuld.
Kolom 2
Indien contractanten besluiten de kosten voor een vast bedrag per visreis ten laste van de maatschap te laten komen, dient in kolom 2 het bedrag te worden ingevuld.
Kolom 3
Indien contractanten besluiten dat de kosten voor de hoogte van het factuurbedrag ten laste van de maatschap komt, dient in kolom 3 "ja" te worden ingevuld.
Artikel I - Compensatie voor diploma's (zie art. 12 UMV) Als compensatie voor het diploma ............................................................................ ontvangt opvarende ............................................................................................ een bedrag van € ..................... (ineens/per visreis).1) Indien niet ingevuld, is de compensatie verrekend in het overeengekomen percentage van het aandeel in het resultaat. 1) doorhalen wat niet van toepassing is
Artikel J - Betaling en verantwoording aandeel in resultaat (zie art. 18 en 19 UMV) De eigenaar is gemachtigd de besomming der maatschap te ontvangen en verplicht zich binnen veertien dagen na afloop van een visreis de, aan de opvarenden toekomende, aandelen in het resultaat op hun rekening bij te doen schrijven. Binnen vier weken na afloop van een visreis dient de eigenaar aan de opvarenden aan boord inzage te geven in de berekening van de nettobesomming en ieders aandeel daarin.
Artikel K - Arbeidsongeschiktheid, medische zorg aan boord en in het buitenland De opvarenden zijn verplicht zich te verzekeren voor de duur van de maatschapsovereenkomst bij het Sociaal Fonds voor de Maatschapvisserij tegen arbeidsongeschiktheid. Indien een opvarende tijdens een visreis te maken krijgt met ziekte of een ongeval, dan neemt de eigenaar het risico als bedoeld in hoofdstuk 3 van de zorgverzekeringswet, zolang de opvarende niet is teruggekeerd of heeft kunnen terugkeren naar het land waar hij thuis hoort, in belangrijke mate voor zijn rekening. Dit betreft de feitelijke kosten van medische zorg aan boord en in het buitenland. Artikel L - Leiding der werkzaamheden en monsterrol De leiding aan boord ligt bij de schipper, die verplicht is de monsterrol/bemanningslijst bij te houden.
Artikel M - Geschillenregeling Alle geschillen welke mochten ontstaan uit deze overeenkomst, zullen uitsluitend worden beslecht door arbitrage, overeenkomstig het Arbitragereglement van de Stichting Nederlandse Visserij van toepassing op leden van de Nederlandse Vissersbond. Vorderingen dienen aanhangig te worden gemaakt binnen zes weken na het ontstaan van de oorzaak van het geschil. Bij niet-inachtneming van deze termijn vervalt de bevoegdheid om het geschil aanhangig te maken.
Artikel N - Overig
In aanvulling/afwijking van deze Uniforme Maatschapsovereenkomst, zijn de contractanten nog het volgende overeengekomen:
Ondertekend door:
Handtekening:
Deel:
1.
Eigenaar / Contractant
%
2.
Opvarende / Contractant a
%
Opvarende / Contractant b
%
Opvarende / Contractant c
%
Opvarende / Contractant d
%
Opvarende / Contractant e
%
Opvarende / Contractant f
%
Opvarende / Contractant g
%
Opvarende / Contractant h
%
Opvarende / Contractant i
%
Indien de opvarenden rouleren, wordt na elke visreis het aandeel in het resultaat van de opvarende welke niet is meegereisd, naar verhouding van de delen verdeeld over de opvarenden welke wel zijn meegereisd. Plaats Datum
Eén kopie van deze overeenkomst wordt door de eigenaar verstrekt aan: het Sociaal Fonds voor de Maatschapvisserij (SFM); ieder der opvarenden.
UNIFORME MAATSCHAPSVOORWAARDEN van de Stichting van de Nederlandse Visserij (in samenwerking met het Sociaal Fonds voor de Maatschapvisserij) (van toepassing op leden van de Nederlandse Vissersbond)
Artikel 1 - Toepasselijkheid Deze voorwaarden (hierna de "UMV") regelen de rechten en plichten tussen de contractanten en zijn van toepassing op maatschapsovereenkomsten als bedoeld in artikel 452q en volgende van het Wetboek van Koophandel (hierna "W.v.K."), welke schriftelijk zijn aangegaan en deze voorwaarden van toepassing verklaren.
Artikel 2 - Eigenaar en opvarenden Contractant 1 is de eigenaar van een vissersvaartuig (hierna "de eigenaar") en contractanten 2 zijn de opvarenden van dat vaartuig (hierna "de opvarenden", waaronder ook de eigenaar van het vissersvaartuig indien deze opvarende is).
Artikel 3 - Inbreng 3.1. De eigenaar stelt het vissersvaartuig, met alle door de Nederlandse overheid daarbij verleende vangstrechten, (waarvan een kopie volgens artikel B van de uniforme maatschapsovereenkomst, hierna "UMO", is toegevoegd) en zeedagen vaarklaar en geschikt tot uitoefening van het visserijbedrijf aan de maatschap ter beschikking en houdt dit vaartuig daartoe in werkwaardige staat met in achtneming van artikel 5 en 6 van deze voorwaarden. Indien de maatschap besluit vangstrechten bij te huren "ongeacht of de vangstrechten van de eigenaar al of niet zijn opgevist", komt deze huur ten laste van de maatschap. Indien de maatschap niet in staat is de ingebrachte vangstrechten volledig te benutten worden deze terug ter vrije beschikking gesteld van de eigenaar. Indien de maatschap niet in staat is de gehuurde vangstrechten volledig te benutten worden deze wanneer mogelijk verhuurd ten gunste van de maatschap. 3.2. De opvarenden brengen hun arbeid, kennis en vlijt in.
Artikel 4 - Risico voor vaartuig 4.1. De eigenaar draagt het risico voor het vaartuig met toebehoren. Hij is niet verplicht te voorzien in enige compensatie, indien het vaartuig door onvoorziene omstandigheden niet vaarklaar en geschikt is voor de visserij. 4.2. Indien de eigenaar toch aan de opvarenden een compensatie verstrekt, mag de eigenaar die compensatie in mindering brengen op de aandelen in het resultaat.
Artikel 5 - Onderhoud 5.1. De eigenaar dient voor het groot onderhoud van het vaartuig te zorgen. Het dagelijks onderhoud, inclusief de kleine reparaties en het schilderwerk, kan - op aanwijzing van de schipper - worden opgedragen aan de opvarenden. 5.2. De eigenaar betaalt voor materialen voor het onderhoud.
Artikel 6 - Vervanging van het vaartuig Vervanging van het aan de maatschap ter beschikking gestelde vaartuig staat ter beoordeling van de eigenaar en komt te zijnen laste.
Artikel 7 - Opstapper 7.1. Met toestemming van de meerderheid van de contractanten kan iedere opvarende een gelijkwaardige opstapper aanwijzen en zich door deze voor een periode laten vervangen (bijvoorbeeld wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden). De eigenaar tekent voor de maatschap de opstapperskaart voor akkoord. Indien de meerderheid niet akkoord is, dient zij dit schriftelijk aan de eigenaar mede te delen. De eigenaar kan vervolgens een tweede vervangende opstapper voorstellen. Over beide vervangende opstappers wordt vervolgens gestemd door alle contractanten. De vervangende opstapper die de meeste stemmen behaalt, wordt aangenomen. 7.2. Indien de te vervangen opvarende geen opstapper heeft aangewezen, kunnen de overige contractanten zelf opstappers
voordragen. Over de voorgedragen vervangende opstappers wordt vervolgens gestemd door alle contractanten. De vervangende opstapper die de meeste stemmen behaalt, wordt aangenomen. 7.3. De opstapper zal voor de periode van vervanging in de rechtspositie treden van de vervangen opvarende en hij zal in financieel opzicht geheel in de plaats treden van de vervangen opvarende, tenzij de gezamenlijke contractanten een tijdelijk gewijzigde verdeling der nettobesomming overeenkomen.
Artikel 8 - Leiding der werkzaamheden: de kapitein (= schipper) 8.1. De contractanten dragen de kapiteinswerkzaamheden van de maatschap op aan contractant 2a. Is de kapitein niet in staat zijn werkzaamheden te verrichten, dan wijst de eigenaar een plaatsvervangend kapitein aan. 8.2. De contractanten bepalen gezamenlijk waar en wanneer gevist en gemijnd wordt. Indien de contractanten hierover niets beslissen, bepaalt de kapitein dit.
Artikel 9 - Beëindiging maatschapsovereenkomst 9.1. Iedere contractant kan de maatschapsovereenkomst schriftelijk beëindigen met een opzegtermijn van vier weken plus één week extra voor ieder vol kalenderjaar dat de opgezegde partij opvolgend een maatschapsverband met de eigenaar heeft gehad, tot een maximum van vier weken extra. 9.2. Van de opzegtermijn kan worden afgeweken indien contractanten schriftelijk overeenstemmen tot een kortere termijn of ingeval van dringende redenen, genoemd in de artikelen 436 en 437 van het W.v.K. De volgende begrippen vermeld in de artikelen 436 en 437 W.v.K. hebben de navolgende betekenis: -"zeewerkgever": de opvarende welke de leiding voert, zoals bedoeld in artikel 8 hiervoor -"schepeling": opvarende -"dienstbetrekking": maatschapsverhouding -"dienst te doen": werkzaamheden te doen -"hem orders geeft": besluiten neemt -"arbeidsovereenkomst": maatschapsovereenkomst.
Artikel 10 - Schadevergoeding bij niet inachtnemen opzegtermijn 10.1. Indien de opzegtermijn door de eigenaar niet in acht wordt genomen, zal de maatschap niettemin rechtsgeldig zijn ontbonden. De eigenaar zal echter gehouden zijn aan iedere opvarende, met wie hij niet terstond daarna een nieuwe maatschap met een gelijk doel als de beëindigde sluit, op eerste vordering te voldoen een bedrag van € 907,56 per week voor de tijd dat hij op bedoelde opzegtermijn inbreuk maakt, welk bedrag door opvarenden wordt geaccepteerd als overeengekomen gefixeerde finale schadevergoeding. 10.2. Indien de hierboven genoemde opzegtermijn door één van de opvarenden niet in acht wordt genomen, zal niettemin de opzegging rechtsgeldig zijn en de maatschap zijn ontbonden. De opzeggende opvarende zal echter gehouden zijn aan de overige contractanten gezamenlijk te voldoen een bedrag van € 907,56 per week voor de tijd dat hij op bedoelde opzegtermijn inbreuk maakt, welk bedrag door de overige contractanten wordt geaccepteerd als overeengekomen gefixeerde finale schadevergoeding. De schadevergoeding kan verhaald worden op het aandeel in het resultaat van de opzeggende opvarende.
Artikel 11 - Het aandeel in het resultaat 11.1. Van de nettobesomming zal een aandeel aan de eigenaar worden uitgekeerd als vergoeding voor hun inbreng als bedoeld in artikel 3.1. Aan de opvarenden zal een aandeel van de nettobesomming beschikbaar worden gesteld als vergoeding voor hun inbreng als bedoeld in artikel 3.2. 11.2. De aandelen zowel voor de eigenaar als ook voor de opvarenden worden aangegeven in procenten en zijn aandelen in het resultaat der maatschap. 11.3. Indien geen baten doch slechts verliezen voortvloeien uit de maatschap, zullen deze verliezen gedragen worden door de contractanten in dezelfde verhouding als waarin de positieve resultaten worden verdeeld.
Artikel 12 - Compensatie voor diploma's
Bij maatschapsovereenkomst kan een compensatie worden overeengekomen voor opvarenden die bepaalde zeevisserij diploma's bezitten, welke compensatie ten laste komt van de brutobesomming.
Artikel 13 - De berekening nettobesomming De nettobesomming in artikel 11 genoemd wordt, gevormd door hetgeen resteert van de brutobesomming, nadat daarvan zijn afgetrokken de volgende kosten (waarvan de maximale hoogte is aangegeven in artikel G van de UMO): - kosten van huur van visrechten echter uitsluitend voor zoveel die visrechten door de maatschap voor het uitoefenen van de visserij door de maatschap zelf worden gebezigd; - compensatie voor diploma's zoals bedoeld in artikel 12; - kosten van (smeer)oliën, gas en vetten; - kosten van bewaring van vangst, zoals voor koeling; - huurpenningen voor navigatie- en opsporingsapparatuur, te weten radar, zender, ontvanger en dergelijke; - haven- en sluisgelden; - kosten van voeding aan boord; - kosten van zoet water; - kosten voor vangstsorteerderij; - netto vrachtkosten (minus de vergoedingen); - reiskosten van de woonplaats van de opvarenden naar het schip, voor zover het collectief geregeld vervoer betreft; - straf-, administratief- of privaatrechtelijke boetes in verband met de uitoefening van de visserij; - afslagkosten; - losgeld; - factorij en aanverwante kosten; - boetgelden voor aan wal gerepareerde netten; - heffingen van overheidswege over de vangst, daaronder begrepen heffingen van publiek- en privaatrechtelijke organisaties op visserijgebied; - administratiekosten voor de berekening van het aandeel in het resultaat per visreis per opvarende; - verschuldigde verzekeringspremies zoals bedoeld in de artikelen 15, lid 2 en 17, lid 2; - overige kosten zoals aangegeven in artikel G van de UMO.
Artikel 14 - Aandeel in het resultaat bij ziekte of verhindering De opvarenden hebben geen recht op een aandeel indien zij verhinderd zijn hun arbeid, kennis en vlijt in te brengen, maar bij verhindering aan boord tijdens een visreis behouden zij hun aandeel in de besomming van die visreis.
Artikel 15 - Verzekering tegen arbeidsongeschiktheid bij SFM 15.1. De opvarenden verbinden zich om voor de duur van de maatschapsovereenkomst (collectief) tegen arbeidsongeschiktheid verzekerd te zijn bij het Sociaal Fonds voor de Maatschapvisserij ( hierna "SFM"). 15.2. De eigenaar heeft het recht de verschuldigde verzekeringspremies af te houden van ieders aandeel in het resultaat en is verplicht tot onmiddellijke afdracht van de premies het SFM. 15.3. Indien de eigenaar, ten behoeve van een verzekerde, gelden ontvangt van het SFM, dient hij deze onmiddellijk aan de verzekerde af te dragen.
Artikel 16 - Arbitrage SFM De eigenaar en opvarenden onderwerpen zich, ingeval van enig geschil met het SFM, aan de beslissingen van de commissie van scheidslieden als genoemd en bedoeld in de statuten van het SFM.
Artikel 17 - Verzekering tegen ziektekosten 17.1. De opvarenden verbinden zich om voor de duur van de maatschapsovereenkomst (collectief of individueel) tegen ziektekosten verzekerd te zijn, met name tegen alle kosten van ziekenhuisverpleging, specialistenhulp en sanatoriumverpleging. 17.2. Indien en voor zover de opvarenden collectief verzekerd zijn tegen ziektekosten, heeft de eigenaar het recht de verschuldigde verzekeringspremies af te houden van ieders aandeel in het resultaat en is verplicht tot onmiddellijke afdracht van de premies aan de verzekeraar.
17.3. Indien de vereniging waarbij de eigenaar is aangesloten een collectieve verzekering verplicht stelt voor de opvarenden, zijn de opvarenden verplicht zich collectief te verzekeren tegen ziektekosten.
Artikel 18 - Betaling aandeel in resultaat 18.1. Het aandeel in het resultaat van een visreis, zal na afloop van de visreis, zodra de besomming bekend is binnen veertien dagen door de eigenaar zijn gestort op de rekening van de opvarende. 18.2. Indien door contractanten verliezen gedragen dienen te worden, dan zullen de daaruit resulterende verplichtingen zoveel mogelijk in de eerstvolgende visreis of visreizen worden verrekend met de aandelen in het resultaat.
Artikel 19 - Boekhouding De eigenaar is gehouden van de brutobesomming en berekening van de nettobesomming (brutobesomming minus de in artikel 13 genoemde kosten) behoorlijk boek te houden en dit binnen vier weken na afloop van de visreis aan boord ter inzage te geven aan de opvarenden.
Artikel 20 - Geschillenregeling Alle geschillen welke mochten ontstaan naar aanleiding van deze overeenkomst dan wel van nadere overeenkomsten die daarvan het gevolg mochten zijn, zullen met uitsluiting van de gewone rechter worden beslecht door arbitrage overeenkomstig het Arbitrage-Reglement van de Stichting Nederlandse Visserij. Vorderingen dienen aanhangig te worden gemaakt binnen zes weken na het ontstaan van de oorzaak van het geschil. Bij niet-inachtneming van deze termijn vervalt de bevoegdheid om het geschil aanhangig te maken.
ARBITRAGEREGLEMENT van de Stichting van de Nederlandse Visserij (van toepassing op leden van de Nederlandse Vissersbond)
HOOFDSTUK 1 - INLEIDING
Artikel 1 - Definities 1.1.
In dit reglement hebben de volgende woorden en uitdrukkingen de volgende betekenis; (a) "het Arbitragereglement" : Het Arbitragereglement van de Stichting Nederlandse Visserij; (b) "de Vissersbond" : De Nederlandse Vissersbond, gevestigd te 's-Gravenhage; (c) "de Geschillencommissie" : De Commissie welke geschillen in eersten instantie beslecht; (d) "de Stichting Arbitrage" : De Stichting Arbitrage Visserij gevestigd te Rijswijk. Het secretariaat van de Stichting Arbitrage is: T.a.v. mevrouw A. Bais-Rienstra Postbus 116 1780 AC DEN HELDER Het Nieuwe Werk 115 1781 AK DEN HELDER Tel.: 0223 - 670 670 Fax: 0223 - 631 133
Artikel 2 - Toepassingsgebied 2.1.
Dit Reglement is van toepassing indien partijen bij maatschapsovereenkomst naar het Arbitragereglement hebben verwezen.
Artikel 3 - Algemeen 3.1. 3.2.
3.3.
Indien de eigenaar lid is van een vereniging welke is aangesloten bij de Nederlandse Vissersbond, worden in eerste instantie geschillen beslecht door de Geschillencommissie. Hoger beroep van een beslissing van de Geschillencommissie is mogelijk bij de Stichting Arbitrage overeenkomstig het arbitragereglement van de Stichting. Dit arbitragereglement is verkrijgbaar bij het secretariaat van de Stichting Arbitrage. Indien de eigenaar geen lid is van een vereniging welke is aangesloten bij de Nederlandse Vissersbond, worden geschillen in eerste en laatste instantie beslecht door de Stichting Arbitrage.
HOOFDSTUK II – ARBITRAGE IN EERSTE AANLEG
Artikel 4 - Geschillencommissie 4.1.
4.2.
Het bestuur van de Nederlandse Vissersbond benoemt een Geschillencommissie en een secretaris, alsmede een plaatsvervangend secretaris. Per afdeling van de Nederlandse Vissersbond kan een Geschillencommissie worden benoemd. Iedere Geschillencommissie bestaat uit drie leden en drie plaatsvervangend leden. Eén lid en zijn plaatsvervanger hebben de hoedanigheid van (gewezen) opvarenden. Eén lid en zijn plaatsvervanger hebben de hoedanigheid van (gewezen) (mede-)eigenaren van een visserijbedrijf. De voorzitter en zijn plaatsvervanger hebben geen van beide hoedanigheden.
Artikel 5 - Arbitrageaanvraag 5.1. 5.2.
Een arbitrage wordt aanhangig gemaakt door het indienen van een schriftelijk verzoek gericht tot de secretaris van de Geschillencommissie van de vereniging waarvan de eigenaar lid is. Het schriftelijk verzoek bevat de volgende gegevens: (a) naam, adres en woonplaats van de eiser en de gedaagde;
5.3.
5.4.
(b) een korte omschrijving van het geschil; (c) een duidelijke omschrijving van de vordering; (d) een kopie van de maatschapsovereenkomst. Indien het schriftelijk verzoek niet voldoet aan alle vereisten zoals vermeld in lid 2, stelt de secretaris zich in verbinding met de eiser, teneinde de nodige aanvulling of verbetering te verkrijgen. De secretaris is bevoegd de behandeling van het schriftelijk verzoek op te schorten zolang deze niet voldoet aan de voornoemde vereisten. De secretaris bevestigt schriftelijk aan de eiser de ontvangst van het schriftelijk verzoek.
Artikel 6 - Antwoord gedaagde 6.1. 6.2.
Na ontvangst van betaling van het bedrag genoemd in artikel 10, zendt de secretaris een afschrift van het verzoek per aangetekende brief aan de gedaagde met het verzoek om binnen vier weken schriftelijk te antwoorden. Na ontvangst van het schriftelijk antwoord van gedaagde, zendt de secretaris een afschrift van het schriftelijk antwoord aan de eiser.
Artikel 7 - Aanvaarding opdracht door Geschillencommissie 7.1.
7.2.
Zo spoedig mogelijk na ontvangst van de arbitrageaanvraag zendt de secretaris aan ieder lid van de Geschillencommissie een schriftelijke uitnodiging tot aanvaarding van de opdracht. Een arbiter aanvaardt zijn opdracht schriftelijk. Daartoe is voldoende de ondertekening en terugzending van een afschrift van de schriftelijke uitnodiging van de secretaris. De leden van de Geschillencommissie behoren onpartijdig en onafhankelijk te zijn. Zij mogen geen persoonlijke of zakelijke band met één der partijen hebben welke hun onpartijdigheid zou kunnen beïnvloeden. Zij behoren geen rechtstreeks persoonlijk of zakelijk belang te hebben bij de afloop van het geding.
Artikel 8 - Procedure voor de Geschillencommissie 8.1. 8.2. 8.3.
8.4.
Partijen zenden hun mededelingen en andere geschriften rechtstreeks aan de secretaris van de Geschillencommissie. Gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke uitnodiging bedoeld in artikel 7.1, doet de secretaris het arbitragedossier aan de Geschillencommissie toekomen. De Geschillencommissie bepaalt de tijd en plaats van de zitting. De zitting vindt plaats na het schriftelijk antwoord van gedaagde of na het verstrijken van de termijn als genoemd in artikel 6.1. De voorzitter van de Geschillencommissie bepaalt de orde ter zitting. De secretaris houdt aantekeningen bij van hetgeen ter behandeling voorkomt, van hetgeen er wordt gezegd en van de stukken welke worden overgelegd.
Artikel 9 - Beslissing 9.1. 9.2. 9.3. 9.4.
9.5.
9.6.
De Geschillencommissie beslist als goede mannen naar billijkheid en houdt bij het vonnis rekening met de gebruiken in de visserij. Na sluiting van de mondelinge behandeling beslist de Geschillencommissie binnen een termijn van zes weken. De Geschillencommissie beslist met meerderheid van stemmen. Het vonnis van de Geschillencommissie wordt in viervoud op schrift gesteld en bevat in elk geval: (a) de namen en woonplaatsen van de leden van de Geschillencommissie; (b) de namen en woonplaatsen van de partijen; (c) de gronden van het genomen vonnis; (d) het vonnis; (e) de datum van het vonnis; (f) de plaats van het vonnis; (g) een beslissing over de kosten, zoals vermeld in artikel 10.2 en 11. Het vonnis dient door alle leden van de Geschillencommissie te worden ondertekend. Indien een minderheid van de leden weigert om te ondertekenen of niet in staat is te ondertekenen, dan dient dit op het vonnis te worden aangetekend en deze melding dient door de overige leden te worden ondertekend. Zo spoedig mogelijk na ondertekening van het vonnis worden de vier exemplaren naar de secretaris verzonden. Na ontvangst van het vonnis, draagt de secretaris er zorg voor dat namens de Geschillencommissie onverwijld: (a) aan iedere partij bij aangetekende brief een exemplaar van het vonnis wordt verzonden, vergezeld met een beschrijving van de wijze waarop en binnen welke termijn in beroep kan worden gegaan tegen het vonnis;
9.7.
(b) het vonnis wordt neergelegd ter griffie van de rechtbank van het arrondissement waarin de plaats van arbitrage is gelegen. De secretaris stelt zo spoedig mogelijk partijen en de Geschillencommissie schriftelijk van de datum van neerlegging genoemd in het vorige lid (b) in kennis.
Artikel 10 - Arbitragekosten 10.1. De arbitragekosten bedragen voor de eiser € 90,76, welke verschuldigd zijn aan de vereniging welke is aangegeven in artikel 1 van de maatschapsovereenkomst. De secretaris zendt een uitnodiging tot betaling aan de eiser. Het verzoek tot arbitrage wordt geacht te zijn ingetrokken bij niet-betaling binnen drie weken na de uitnodiging tot betaling. 10.2. Indien de eiser bij het vonnis volledig in het gelijk wordt gesteld, veroordeelt de Geschillencommissie bij haar vonnis de gedaagde in de betaling van een bedrag van € 90,76 aan eiser. Indien de bij het geschil betrokken partijen noch geheel in het gelijk noch geheel in het ongelijk worden gesteld, beslist de Geschillencommissie in welke mate gedaagde heeft bij te dragen aan het bedrag van € 90,76 door betaling aan de eiser.
Artikel 11 - Vergoeding voor de Geschillencommissie 11.1.
De leden van de Geschillencommissie ontvangen noch in natura noch in geld enige beloning voor hun werkzaamheden, behoudens dat zij de in het ongelijk gestelde partij kunnen veroordelen in de kosten welke zij hebben gemaakt, waaronder reis- en verblijfskosten, kosten van vergaderruimten voor de zittingen en beraadslagingen. Indien de Geschillencommissie geen der partijen in deze kosten veroordeeld, dient de vereniging waartoe de Geschillencommissie behoort, deze kosten te dragen.
HOOFDSTUK III – HOGER BEROEP
Artikel 12 - Termijn 12.1. Hoger beroep tegen een beslissing van de Geschillencommissie dient binnen vier weken, nadat de beslissing in eerste instantie schriftelijk is ontvangen door partijen, bij het secretariaat van de Stichting Arbitrage ingediend te worden.
Artikel 13 - Arbitrage in hoger beroep 13.1. De benoeming van het scheidsgerecht geschiedt overeenkomstig het arbitragereglement van de Stichting Arbitrage. Het scheidsgerecht is bevoegd kennis te nemen van alle beroepen van vonnissen van een Geschillencommissie. 13.2. De procedure wordt gevoerd overeenkomstig het arbitragereglement van de Stichting Arbitrage.
Artikel 14 - Bindend vonnis 14.1.
Het vonnis gegeven door het scheidsgerecht zal partijen binden en is niet vatbaar voor hoger beroep of andere voorzieningen.
HOOFDSTUK IV – OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 15 - Aanvullende bepaling 15.1. Al hetgeen niet in het bovenstaande is geregeld, zal naar goede justitie, overeenkomstig de geest van dit reglement en met inachtneming van de toepasselijke wettelijke bepalingen, worden geregeld door de voorzitter van de Geschillencommissie, dan wel door de voorzitter van het scheidsgerecht van de Stichting Arbitrage indien een zaak voor hem aanhangig is.