WAT DOET DE PSYCHOLOOG OP SCHOOL? De schoolpsycholoog is in eerste instantie een kinder- en jeugdpsycholoog die zich richt op het functioneren van kinderen binnen een schoolse context. Daarbij richt hij zich op het stimuleren van de normale ontwikkeling zowel als op onderkenning van en (advisering van) hulpverlening bij ontwikkelings-, leer- en opvoedingsproblemen en problematische interacties tussen kinderen en voor hen belangrijke volwassenen (zoals bijv. leerkrachten). (zie ook deskundigheidsomschrijving kinder- en jeugdpsycholoog). De schoolpsycholoog is daarnaast een generalist, die behalve de invalshoek van de kinder- en jeugdpsychologie twee belangrijke deskundigheidsdomeinen beheerst: onderwijs- en leerspychologie, zodat het onderwijsaanbod beoordeeld en geoptimaliseerd kan worden; begeleiding en counseling van volwassenen, zodat leerkrachten en ouders begeleid/behandeld kunnen worden bij specifieke schoolproblemen. In europees verband zijn de werkzaamheden van de schoolpsycholoog beschreven in een matrix. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende doelstellingen (zie Task Force on Psychologists in the Educational System in Europe, 2001) Preventie en optimaliseren van ontwikkeling Evaluatie van methoden, kennissystemen en sociale systemen Interventies ten behoeve van verbetering van probleemsituaties De professionele activiteiten van de schoolpsycholoog worden op vier verschillende niveau’s beschreven: de maatschappij, het schoolsysteem, de klas de individuele leerling In overzicht van taken van de schoolpsycholoog in Nederland wordt die Europese indeling aangehouden. De (lege matris wordt weergegeven in figuur 1. In het vervolg wordt een poging gedaan om in de Nederlandse situatie te analyseren welke professionele activiteiten inderdaad het domein vormen van de schoolpsycholoog.
Preventie Evaluatie Interventies
1.1
Maatschappij 1.1 2.1 3.1
Schoolsysteem 1.2 2.2 3.2
Klas 1.3 2.3 3.3
Leerling 1.4 2.4 3.4
Preventie – maatschappij
Activiteiten Factoren die een rol spelen bij een optimale ontwikkeling van kinderen en jeugdigen op school onder de aandacht brengen van beleidsmakers en gebruikers van werkers in het onderwijs Politieke beslissingen tav school en onderwijssysteem belichten vanuit die kennis
Inschatting: De positie van de schoolpsycholoog is relatief gering naast die van financiers, vakdeskundigen en schoolorganisatiedekundigen. Schoolpsychologen functioneren niet structureel op dit terrein
1.2
Preventie – schoolsysteem
Activiteiten Preventieprojecten opstarten Structurele veranderingen in organisatiesysteem en pedagogische aanpak ondersteunen Voorwaarden scheppen voor goede contacten met ouders Systematische gelegenheid scheppen voor counseling door personeel en ouders Inschatting Preventieprojecten opstarten en structurele veranderingen op schoolniveau ondersteunen zijn activiteiten die in Nederland aangestuurd door OBD - systeembegeleiders , de landelijke pedagogische centra en pedologisch instituten. Anders dan in bijvoorbeeld de Amerikaanse situatie ligt in Nederland voor deze functie het accent niet bij schoolpsychologen, maar bij pedagogen/onderwijskundigen. Met betrekking tot invoering van preventie programma’s op sociaal-emotioneel gebied is de rol van psychologen wat nadrukkelijker. Keuze en implementatie op schoolniveau wordt over het algemeen wel als een medeverantwoordelijkheid van de schoolpsyholoog gezien. De manier waarop vorm gegeven wordt aan structurele contacten met ouders en deskundigheidsbevordering bij het personeel in het omgaan met (moeilijke) ouders kan ook als een taak van de schoolpsycholoog gezien worden. Dit zal met name plaatsvinden binnen het speciaal onderwijs waar de schoolpsycholoog aan een eigen school gekoppeld is. De reguliere scholen zullen hierin veel meer incidenteel en op curatieve basis geholpen worden. Counseling voor personeel en ouders is in Nederland een functie die hoort bij GGZ. Schoolmaatschappelijk werk vervult mogelijk ook deze functie. Het zou wenselijk zijn dat een schoolpsycholoog wel systematisch als een soort 1e lijnsfunctionaris bereikbaar is. Dit geldt ook voor de begeleiding van leerkrachten bij persoonlijke problematiek, die sterk gerelateerd is aan de uitoefening van het werk. Dit geldt ook voor begeleiding van ouders bij preventie en vroegtijdige signalering van emotionele problemen van het kind.
1.3
Preventie – klas
Activiteiten Werkbegeleiding bij leerkrachten Consultaties over functioneren klas als groep Groepsonderwijs over sociaal emotionele onderwerpen Inschatting Werkbegeleiding van leerkrachten is in Nederland niet structureel geregeld. De invulling zal de verantwoordelijkheid zijn van directeur van de school. Gerichte supervisietrajecten bestaan niet, uitgezonderd op enkele scholen die mee verbonden zijn aan een kinderpsychiatrische kliniek. Wanneer de theoretische aanname, dat gedragsproblemen ook altijd interactieproblemen zijn, serieus genomen wordt, is voor deze activiteit meer tijd en inzet noodzakelijk. De toegenomen aandacht voor chool- en leraarfactoren binnen de HGD
onderstreept dit. Video interactie training is een mooie methodiek voor werkbegeleiding van leerkrachten, maar is in Nederland vaak de taak van een IB-er. De schoolpsycholoog zou hierin een veel duidelijker rol kunnen opeisen. Consultatie over groepsfunctioneren en planmatig beinvloeden van groepsprocessen gebeurt alleen bij gesignaleerde problemen, niet preventief Wanneer een school gebruik maakt van bij voorbeeld PAD, wordt dit niet ondersteund door een schoolpsycholoog, maar door de IB-er of een onderwijskundige vanuit de verkopende instelling.
1.4
Preventie individueel
Activiteiten Counseling voor individuele leerlingen of leerkrachten over kinderen Observeren van kinderen, wegen van risicofactoren Inschatting Counseling voor individuele leerkrachten of leerlingen is alleen mogelijk in het kader van geconstateerde handelingsverlegenheid. Het is voorstelbaar dat ondersteuning, bijvoorbeeld na het optreden van life events, een preventieve rol zou kunnen spelen ten aanzien van emotionele en/of gedragsproblemen. Hiervoor zijn geen faciliteiten beschikbaar. Het preventief observeren van kinderen en wegen van risicofactoren gebeurt binnen het reguliere onderwijs niet. In het speciaal onderwijs kan hiervoor misschien ruimte gemaakt worden in het kader van andere evaluerende activiteiten.
2.1
Evaluatie – maatschappij
Activiteiten Dataverzameling op groeps-, school, regionaal en nationaal niveau ten behoeve van beleid Beoordelen welke psychologische kennis en vaardigheden geschikt zijn voor adequate evaluaties op groeps- en individueel niveau Beleidsbeslissingen beoordelen op consequenties voor groepen van (probleem) leerlingen Inschatting Dataverzameling en beoordeling van psychologische testmethodieken worden in Nederland gezien als vaardigheid van onderwijsonderzoekers, niet van onderwijspsychologen. Voor het beoordelen van beleidsbeslissingen op consequetneis voor groepenv an (probleem) leerlingen, geldt vooral dat psychologen zich op persoonlijke titel in dat soort discussie mengen. Het NIP probeert een meer structurele rol hierin te vervullen door psychologen af te vaardigen naar protocolcommissie en beleidsorganen. Het gegeven dat er geen duidelijk algemeen schoolpsychologen aanspreekpunt is op dit niveau (wel op het veel praktischer niveau van de sectie), wreekt zich. Nu is het niet vanzelfsprekend dat een schoolpsycholoog zitting heeft in een protocolcommissie over ADHD.
2.2
Evaluatie – schoolsysteem
Activiteiten Wetenschappelijke kennis en resultaten effectstudies vertalen naar schoolorganisatorische beslissingen Ontwikkeling en implementatie van LVS op maat van de school Ontwikkeling en implementatie van leerlingbesprekingssystemen Inschatting Deze activiteiten zijn in Nederland vaak de verantwoordelijkheid van de directeur van de school en de IB-er. In zijn algemeenheid levert bijvoorbeeld de projectgroep wegbereiders materiaal voor deze activiteiten. Binnen het speciaal onderwijs speelt de schoolpsycholoog vaak een hele inhoudelijke en centrale rol bij de implementatie en uitvoering.
2.3
Evaluatie – klas
Activiteiten Screening van risicoleerlingen via vragenlijsten, leerlingbesprekingen, LVS Inschatting van leerkrachtfactoren bij hoog percentage probleemleerlingen Inschatting Het screenen van risicoleerlingen is vaak de taak van de IB-er. Structureel overleg tussen psycholoog en IB-er zou uit moeten filteren waar extra inzet en beoordeling van psycholoog noodzakelijk is. Verwijsing naar de GGZ en inschatting van de noodzaak daartoe lijkt een specifieke deskundigheid van de schoolpsycholoog. De schoolpsycholoog moet dus terug te vinden zijn in circuit van overleg rondom signaleren en LVS. Met name binnen het zorgplatform ontstaat zich op mogelijke risicoleerkrachten. Hier wreekt zich dat psychologen binnen het regulier onderwijs alleen incidenteel en curatief worden ingezet. Schoolpsychologen zouden een duidelijke eerstelijnsfucntie kunnen vervullen bij signaleren en in een vroeg stadium aanpakken van werkproblemen die ook van invloed zijn op het functioneren van individuele leerlingen. Binnen het speciaal onderwijs, waar de psycholoog wel een structureel eigen gezicht heeft zou de psycholoog ook structureel bij het beoordelen van de pedagogische aanpak en interactievaardigehden van leerkrachten betrokken kunnen worden.
2.4
Evaluatie – individu
Activiteiten Psychologisch onderzoek Observaties van interactiepatronen Inschatting invloed ouder-kind relaties Inschatting van ernst en noodzaak verwijzing Inschatting Dit wordt in Nederland als de kerntaak van een schoolpsycholoog ervaren.Binnen structurele samenwerkingsrelaties bestaan afspraken over delegatie van onderdelen naar IB-er / RT-er / LK of andere professionals uit multidisciplinair team (met name binnen SO).
3.1
Interventie – maatschappij
Activiteiten Invloed op beleid tav onderwijssysteem en uitvallers Toegankelijkheid van speciale voorzieningen verzekeren Competentie van behandelend psycholoog definiëren Faciliteiten op scholen voor psychologenwerk verbeteren Inschatting De schoolpsycholoog is geen structurele gesprekspartner bij de overheid De regelgeving mbt toegankelijkheid van speciaal onderwijs is met WSNS en WEC aangescherpt, en de komende tijd zal blijken wat hiervan de consequenties zijn De verwachting is dat de toegankelijkheid tot speciale onderwijszorg bemoeilijkt zal worden. Faciliteiten voor schoolpsychologen zijn beperkt – wisselt nogal per school . Is zeker niet van overheidswege gegarandeerd. NIP J heeft wel goed werk geleverd in de vorm van bijvoorbeeld laatste notitie over wat wel en niet mag.
3.2
Interventie – school
Activiteiten Professionalisering van schoolpersoneel tav groepen probleemleerlingen Werkbegeleiding toegespitst op werken met behandelprogramma’s voor groepen probleemleerlingen Ontwikkeling en implementatie van adaptief onderwijs voor groepen van probleemleerlingen Structurele samenwerking met GGZ opbouwen Behandeldeskundigheid toegespitst op schoolse context ontwikkelen In facilitering en denken ruimte maken voor de schoolpsycholoog als behandelaar Inschatting De professionalisering van schoolpersoneel is meestal de verantwoordelijkheid van nascholingsinstellingen / OBDs / REC / GGZ samenwerking. Landelijke netwerken gaan toenemend een rol spelen. Bij de werkbegeleiding voor speciale behandelprogramma’s en ontwikkeling en implementatie van adaptief onderwijs voor groepen van probleemleerlingen is vaak sprake van liefde werk - oud papier. Structureel worden geen geld en faciliteiten ingeruimd voor deze functie van de schoolpsycholoog. Samenwerking met de GGZ vindt meestal ad hoc plats in het kader van individuele hulpverlening. Structureel worden geen geld en faciliteiten ingeruimd voor deze functie van de schoolpsycholoog. Door beperking van de budgetten kunnen scholen slechts beperkt een beroep doen op psychologische ondersteuning bij behandeling van leerlingen. Tegelijkertijd wordt wel gesignaleerd dat toespitsing van behandelmethodieken op en therapieën op de schoolse context noodzakelijk is. Ook is men het er over eens dat groepen van probleemleerlingen, die zich onttrekken aan het netwerk van de GGZ hulpverlening wel bereikbaar zouden zijn via de school. Daarmee is er zeker geen sprake van laagdrempelige toegang of toegankelijkheid voor
iedereen. Hier en daar wordt uitgeweken/verwezen naar Jeugdzorg, maar veel ouders moeten ook terugvallen op prive-hulpverlening. 3.3
Interventie – klas
Activiteiten Interventieprogramma’s toepassen in de klas in samenwerking met de leerkracht Protocollaire behandelgroepen leiden Materialen ontwikkelen en aanpassen voor gebruik in de klas Inschatting De beperkte inzetbaarheid van de schoolpsycholoog speelt bij deze activiteiten parten. (zie 3.2). Wanneer hiervoor tijd wordt gezocht komt het vaak neer op inzetten van stageraires of liefdewerk - oud papier. Ontwikkelen en aanpassen van materialen vindt veelal plats via (onderwijskundigen) van OBD/pedologisch instituten/pedagogische centra. Binnen speciaal onderwijs speelt psycholoog hierbij soms wel een (aansturende, consultatieve dan wel actief ontwikkelende) rol. Met betrekking tot het leiden van interventiegroepen kan de psycholoog ook een rol spelen (actief danwel consultatief./superviserend), al dan niet in samenwerking met andere professional (leerkracht, logopedist)
3.4
Interventie – individu
Activiteiten Indicatiestelling / zorgtoewijzing Individuele therapie / counseling Behandelingsplanning in samenwerking met leerkracht Crisisinterventie / achterwacht Ouderbegeleiding Inschatting Indicatiestelling en zorgtoewijzing binnen het onderwijs wordt als een kerntaak vande schoolpsycholoog ervaren. Voor individuele therapie en counseling is geen structurele plek ingeruimd (zie 3.2). Behandeling behoort in principe niet tot de taak van een schoolpsycholoog. Uitzondering vormen de pedologisch instituten, waar deze zorg veelal vanuit zorgbudgetten/AWBZ wordt gefinancierd. School ondersteuning vanuit GGZ en jeugdzorg is beperkt – wel neemt het aantal onderwijs/zorgsamenwerkingsinitiatieven toe (Hierbij speelt het Landelijk Centrum Onderwijs en Jeugdzorg, LCOJ een aansturende en initiërende rol) Rol schoolpsycholoog ligt vooral in behandelingsplanning, veelal op groepsniveau. Crisisinterventie is met name binnen het REC onderwijs een specifieke deskundigheid van de schoolpsycholoog en vaak een gedeelde verantwoordelijkheid met de directeur en de IB-er. Structureel worden geen geld en faciliteiten ingeruimd voor deze functie van de schoolpsycholoog. Specifieke nascholing op dit deskunigheidsdomein ontbreekt veelal. Kennis op dit terrein wordt nog veel te weinig verspreid en voor collega’s toegankelijk gemaakt.
Noodzakelijke competenties Om bovenstaande activiteiten te kunnen verrichten dient een psycholoog in het onderwijs te beschikken over de competenties van een kinder- en jeugdpsycholoog (zie NIP: deskundigheidsomeschrijving Kinder- en Jeugdpsycholoog), Daarnaast dient de psycholoog te beschikken over specifieke competenties (kennis en vaardigheden) op het gebied van onderwijs en leren en van begeleiding bij volwassenen. Een schoolpsycholoog moet over de volgende competenties beschikken: (dit moet nog worden aangevuld..onvolledig) 1. Hij moet kennis hebben van ontwikkelingspsychologie/normale ontwikkeling en ontwikkelingspsychopathologie om preventie en interventieprogramma;s te kunnen ontwikkelen en implementeren voor leerlingen met verschillende onderwijs (ped.did) behoeften en problemen (preventie, (crisis) interventie op alle nivo's) 2. Hij moet op de hoogte zijn van actuele literatuur/onderzoeken op het gebied van ontwikkeling(spsychologie) en onderwijs (onderzoek en programma evaluatie) 3. Hij moet resultaten uit (wetenschappelijk) onderzoek kunnen vertalen naar de praktijk (onderzoek- en programma-evaluatie) 4. Hij moet onderzoeksopzetten en statistiek voldoende beheersen om zelf onderzoek te kunnen doen op relevante gebieden (onderzoek en programma-evaluatie) 5. Hij moet zich bewust zijn van en kunnen omgaan met individuele verschillen, zowel op het gebied van cultuur, ethnische achtergrond, taal en ervaring 6. Hij moet zich bewust zijn van de invloed en betekenis van deze verschillen (5) op ontwikkelen en leren, en omgekeerd (preventie, evaluatie en interventie op alle nivo's) 7. Hij moet in staat zijn klachten te vertalen naar problemen/problemen en behoeften te definieren (van individu, groep of systeem) door diagnostiek en de effecten van op basis hiervan genomen maatregelen kunnen meten/evalueren (evaluatie op alle nivo's) 8. Hij moet in staat zijn een systematisch diagnostisch besluitvormingsproces te doorlopen, gericht op het vinden van handelingsgerichte oplossingen bij gesignaleerde problemen 9. Hij moet op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen met betrekking tot (effectiviteit van) behandeling/hulpverlening/interventies voor zowel leer- als gedrags/sociaal-emotionele problemen, waardoor hij in staat is tot het stellen van indicaties voor hulpverlening, zowel binnen als buiten de schoolse context 10. Hij moet in staat zijn tot het formuleren van leer, ontwikkelings- en opvoedingsdoelen, het geven van informatie/voorlichting over de wijze waarop leerlingen deze doelen kunnen bereiken en de ontwikkelingen op dit gebied kunnen volgen en waar nodig bijstellen (volgende nog invoegen en checken met voorafgaande en tekst NASP) 11. Specifieke kennis over het onderwijs,methoden in het onderwijs, (ortho) didactiek, hgd 0ntwikkelingspsychopathologie/ontwikkelingsstoornissen/leerproblemen, onderwijsleerprocessen /instructie/leerpsychologie, klassenmanagement. 12. Vaardigheden: begeleidingsvaardigheden coaching, plannen kunnen opstellen en evalueren (consultatieve leerlingbegeleiding, hgd, werkbegeleiding leerkrachten)
Literatuur
Bijlage 1. Domains of School Psychology Leadership and Function in the Schools (NASP, 1997) 2. Matrix The main Functions of Psychologists in three areas: prevention, evaluation and intervention (TF Psychologists in the Educational System in Europe, 2001)