Maatschappelijke Kosten- en Baten Analyse: energie uit wind en zon
Maatschappelijke Kosten- en Baten Analyse: energie uit wind en zon. Inleiding
Het veenkoloniaal gebied in Drenthe is door het Rijk aangewezen voor het realiseren van honderdvijftig megawatt aan windenergie. Net over de provinciegrens is een gebied voorzien voor vijftig windmolens à drie megawatt, van elk tweehonderd meter hoog. De windmolens zijn zichtbaar van Bareveld tot Musselkanaal. Omdat de molens op Drents grondgebied komen, is de gemeente Stadskanaal geen formele partij in het beslissingsproces. De gemeenten Borger-Odoorn, Aa en Hunze en Stadskanaal hebben een draagvlakonderzoek laten uitvoeren onder in- en omwonenden van het gebied ‘De Drentse Monden en Oostermoer’. In dat gebied zou het windpark moeten komen. Het onderzoek is in november 2014 uitgevoerd door het onafhankelijke onderzoeks- en adviesbureau Enneüs. Gebleken is dat meer dan driekwart van de omwonenden (77,2%) (sterk) tegen de komst van het windpark is en 10,3% voor de komst van het windpark. Van de in- en omwonenden is 11,2% neutraal. De gemeenteraad van Stadskanaal heeft op 26 januari 2015 een motie aangenomen de alternatieve mogelijkheden om energie op te wekken te verkennen. Hoe kan op een andere wijze dan de realisatie van een groot windpark, met een enorme impact voor de bevolking van Stadskanaal, toch op duurzame wijze energie worden gewonnen in het gebied? De gemeente Stadskanaal en lokale ondernemers zijn van mening dat zonneenergie een prima alternatief is voor de windmolens. Zonnepanelen brengen geen overlast met zich mee voor de omwonenden. Ook al is Stadskanaal geen formele partij in het beslissingsproces, de gemeente heeft wel een oordeel over de windmolens en wil signalen afgeven, die hopelijk van betekenis kunnen zijn in het proces. Met een Maatschappelijke Kosten- en Baten Analyse wil de gemeente Stadskanaal een inhoudelijke bijdrage leveren aan de discussie, en daar waar mogelijk samen met de gemeenten BorgerOdoorn en Aa en Hunze aantonen dat er ook andere mogelijkheden en kansen zijn voor het winnen van duurzame energie.
Maatschappelijke Kosten- en Baten Analyse
Als bijdrage aan de beeldvorming en de discussie heeft de gemeente Stadskanaal samen met Borger-Odoorn en Aa en Hunze een Maatschappelijke Kostenen Baten Analyse (MKBA) laten uitvoeren. Een MKBA brengt de kosten en opbrengsten van diverse varianten van duurzame energie in beeld, met behulp van zogenoemde kentallen. Kentallen zijn cijfers – op basis van onderzoek – die een goed beeld geven van de kosten en opbrengsten van de varianten. De analyse is gemaakt met als varianten een park dat volledig bestaat uit zonnepanelen, een park volledig bestaande uit windmolens, en een combinatie van beide. Uitgangspunt Als vertrekpunt of nulpunt gaat de MKBA uit van de toekomstige plannen voor windenergie. De vijftig windmolens leveren een opbrengst van maximaal 330.000 megawattuur per jaar gedurende 15 jaar(de duur van de SDE-subsidie). Per jaar kunnen circa 82.000 huishoudens van energie worden voorzien. De vijftig molens beslaan een oppervlakte van zes hectare, verspreid over drie gebieden. Zes hectare staat gelijk aan ongeveer twaalf voetvalvelden. De twee alternatieven Op basis van het vertrekpunt of nulpunt – een park dat volledig bestaat uit windmolens en 330.000 megawattuur opbrengt – zijn twee alternatieven uitgewerkt. Het eerste alternatief is een park dat voor honderd procent bestaat uit zonnepanelen. Om 330.000 megawattuur op te wekken zijn 588.000 zonnepanelen nodig. Die nemen minimaal 400 hectare grond in beslag. Het tweede alternatief is een park dat voor zeventig procent bestaat uit windenergie (35 molens) en voor dertig procent zonne-energie. De vijfendertig windmolens leveren een opbrengst van 231.000 megawattuur. De zonnepanelen hebben dan een opbrengst van 99.000 megawattuur. In de MKBA is gekeken naar de effecten van de drie varianten in relatie tot verschillende onderwerpen. De drie varianten brengen elk hun eigen voor en tegens met zich mee. De MKBA zet ze op een rijtje.
De uitkomsten van de MKBA
Als we kijken naar de investeringskosten, dan liggen de investeringskosten voor een zonne-park 80% hoger. De investering voor de variant van honderd procent windenergie bedraagt € 181,9 miljoen. De investering voor de variant met honderd procent zonne-energie is € 330,5 miljoen. Voor de variant met zeventig procent windenergie en dertig procent zonne-energie is dat € 229,2 miljoen. investeringskosten in miljoenen 350 300 250 200 150 100 50 0
Windenergie
Zonne-energie
Combi-30/70
De exploitatiekosten van zonne-energie (gedurende 15 jaar) liggen t.o.v. honderd procent windenergie ongeveer vijftien procent lager. De exploitatiekosten voor het alternatief honderd procent windenergie bedragen € 63,3 miljoen. Op basis van de variant honderd procent zon zijn de exploitatiekosten € 53,3 miljoen. Bij de variant van zeventig procent wind en dertig procent zon gaat het om een bedrag van € 61,1 miljoen. exploitatiekosten in miljoenen 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Windenergie
Zonne-energie
Combi-30/70
De opbrengsten van de drie varianten zijn nagenoeg vergelijkbaar. De exploitatieopbrengsten; Windenergie € 114,8 miljoen. Zonne-energie € 114,3 miljoen. Combinatie wind- en zonne-energie € 116,5 miljoen. Bij de berekening is rekening gehouden met een zogenoemde onbalansfactor. Het aantal zonuren per jaar is goed te voorspellen. Voor wind gaat dat niet op. Per dag kan de kracht van de wind per uur verschillen. exploitatieopbrengsten in miljoenen 120 100 80 60 40 20 0
Windenergie
Zonne-energie
Combi-30/70
Subsidie De SDE-regeling (Stimulering Duurzame Energieproductie) van het Rijk speelt een voorname rol in het geheel. Voor windenergie bedraagt de subsidie € 112,4 miljoen. Voor zonne-energie is dat € 270,7 miljoen, voor de combinatie wind- en zonneenergie € 164,4 miljoen. SDE-subsidie in miljoenen 300 250 200 150 100 50 0
Windenergie
Zonne-energie
Combi-30/70
Ruimtelijke en landschappelijke inpasbaarheid Zonne-energie beslaat logischerwijs meer grondoppervlak. Om het opgewekte vermogen te compenseren is 400 tot 600 hectare grond nodig. De hoeveelheid benodigde grond is afhankelijk van de opstelling. Voor de regio gaat het om landbouwgrond dat een waarde heeft van circa € 55.000,- per hectare. Voor windenergie is een ruimtebeslag van zes hectare berekend met een waarde van € 330.000,-. Voor zonne-energie is minimaal 400 hectare nodig, met een waarde van € 22.000.000,-. De conclusie is dat hoe groter het aantal hectares dat aan de landbouw wordt onttrokken, hoe groter het negatieve financiële aspect. Windmolens en zonnepanelen worden gezien als horizonvervuiling en veroorzaken daarmee zogenoemde maatschappelijke kosten. Maar voor de berekening van die kosten bestaat geen algemeen geaccepteerde methode. De maatschappelijke kosten zijn dan ook niet in een bedrag uit te drukken. Woningwaarde Windenergie brengt geluid voor omwonenden met zich mee. Het effect van geluid zal te merken zijn in de daling van de woningwaarde. Ook uitzicht en beleving kunnen effect hebben op de woningwaarde. Een dergelijk effect is nog niet vastgesteld bij een grootschalig zonnepark; daarover bestaat geen wetenschappelijke literatuur. Die literatuur is er wel wanneer het gaat om windenergie. Binnen een straal van twee kilometer van de geplaatste windmolen is aangenomen dat de woningwaarde met gemiddeld 1,4 procent afneemt. In de Veenkoloniën gaat het in totaal dan om een aantal van circa 12.250 woningen, met een gemiddelde waarde van € 145.000-. Het nadelige economisch effect komt dan op een bedrag ruim boven de € 20 miljoen. Werkgelegenheid De windmolen- of zonnepanelenfabrikanten bevinden zich in het buitenland of buiten de regio. Er ontstaat nauwelijks aan de productie gerelateerde werkgelegenheid voor de regio. Productie en realisatie vindt immers plaats buiten de Veenkoloniën. Het onderhoud aan een windmolen of zonnepark biedt wel permanente werkgelegenheid. Uit berekeningen blijkt dat dat 0,13 fte is per megawatt geïnstalleerd vermogen. Dat betekent dat de variant van honderd procent windmolens de regio 19,5 fte aan indirecte werkgelegenheid biedt. Voor de variant van honderd procent zonne-energie is dat 48,8 fte.
Externe veiligheid Bij windenergie is een veiligheidsrisico aanwezig; wieken kunnen losraken. Maar het risico is beperkt, omdat bij het losraken van een wiek de afstand tot gebouwen buiten de marge van vijfhonderd meter ligt. Voor zonne-energie speelt de externe veiligheid geen rol.
Conclusies Wanneer naar de exploitatieopbrengsten wordt gekeken, dan ontlopen de drie varianten elkaar niet zo veel. De gevolgen van de thema’s geluid, uitzicht en beleving zullen bij windenergie daarentegen consequenties hebben voor de woningwaarde. Voor berekening van de aantasting van de leefbaarheid is er geen algemeen geaccepteerde methode, maar het sterke vermoeden bestaat dat die bij windmolens groter is. Daarnaast is weliswaar ten opzichte van honderd procent windenergie de investering bij zonne-energie hoger, maar haalt men ook aanmerkelijk hogere baten vanwege de te ontvangen subsidie. Batig saldo in miljoenen €, t.o.v. nul-alternatief (100%-wind), periode 15 jaar 30 25 20 15 10 5 0
Windenergie
Zonne-energie
Combi-30/70
In totaal laat de MKBA voor de regio een positief saldo zien voor de alternatieven. Zo hebben beide alternatieven ook een beduidend positiever effect op de directe en indirecte werkgelegenheid dan de variant van honderd procent windenergie.
114,8 112,4
Exploitatieopbrengsten
Subsidie SDE --
63,3
Exploitatiekosten
Saldo tov 100% wind
181,9
100% windenergie
Investeringskosten
Energievorm
25,5
270,7
114,3
53,3
330,5
100% zonne-energie
10,5
164,4
116,5
61,1
229,2
Combinatie wind en zonne-energie
Kosten-baten overzicht in € mln uitgezet in 15 jaar (maximale duur subsidie)