maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Met het oog op werkenden
1. Sociale elementen van MVO Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) behoort tot de kernactiviteiten van een onderneming. MVO behoort integraal deel uit te maken van de bedrijfsvoering. Waar sprake is van internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen met respect voor mens en milieu levert het Nederlandse bedrijfsleven een belangrijke bijdrage aan duurzame groei en volwaardige werkgelegenheid in ontwikkelingslanden. De Sociaal Economische Raad (SER) is hierover glashelder in haar adviezen ‘De Winst van Waarden’ (2000) en ‘Ontwikkeling door duurzaam ondernemen’ (2011). MVO is een proces waarmee een bedrijf verantwoordelijkheid neemt voor de consequenties van haar handelen op sociaal, ecologisch en economisch gebied in de hele keten. Het bedrijf legt daar verantwoording over af en gaat de dialoog aan met belanghebbenden (stakeholders). Het CNV richt zich vooral op de sociale aspecten van het ondernemen. Zijn de materialen die verwerkt of verhandeld worden op een sociaal verantwoorde manier geproduceerd? Hoe is het gesteld met de arbeidsverhoudingen binnen een bedrijf of sector? Zorgt een onderneming bij activiteiten in het buitenland voor goede arbeidsomstandigheden? Werkt het bedrijf aan verbetering waar er misstanden zijn? Diverse internationale verdragen, richtlijnen en instrumenten ondersteunen (internationaal) Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen: • Universele Verklaring van de Rechten van de Mens; artikel 23 (waarbij het recht op Fatsoenlijk Werk en vakbondsrechten centraal staan) • ILO-verdragen (arbeidsnormen vastgesteld door de VN-arbeidsorganisatie) • ILO tripartiete verklaring inzake multinationale ondernemingen • Richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor multinationale ondernemingen • UN Protect, Respect and Remedy Framework, ook wel de Ruggie Principes genoemd
2. MAATSCHAPPELIJK verantwoord ondernemen MVO omvat de zogenaamde drie P’s van People, Planet en Profit. Voor CNV draait het vooral om ‘People’, om sociaal verantwoord ondernemen op basis van de volgende normen: 1. Het beschermen van universele mensenrechten van werknemers en van de mensen in de gemeenschap waarbinnen het bedrijf werkt. 2. Vrijheid voor werknemers om zich te laten vertegenwoordigen en zich te organiseren in een vakbond. Daar waar vakbonden officieel niet erkend worden, faciliteert de werkgever andere vormen van onafhankelijke organisatie en vertegenwoordiging van werknemers. (ILO verdrag 87)
waarmee men in de basisbehoeften voor een gemiddeld gezin kan voorzien. (ILO verdragen 26 en 131) 8. Het waarborgen van veilige en gezonde werkomstandigheden voor werknemers. (ILO verdrag 155 en aanbeveling 164) 9. Het hanteren en waarborgen van een maximaal aantal werkuren, in principe niet meer dan 8 uur per dag, 48 uur per week. (ILO verdrag 1) 10. Het bieden van arbeidszekerheid. (ILO Tripartite Declaration of Principles Concering Multinational Enterprises art. 24-28) Belangrijke aanvullende werknemersrechten:
3. Het recht op collectieve onderhandelingen; vertegenwoordigers van werknemers moeten in staat worden gesteld om met besluitvormers te kunnen onderhandelen en te overleggen. (ILO verdrag 98, aangevuld met 135, OESO-richtlijnen IV, art. 8) 4. Werknemers moeten een vrije keuze hebben voor het werk; bijdragen aan het uitbannen van alle vormen van slavernij en gedwongen arbeid. (ILO verdragen 29 en 105) 5. Geen kinderarbeid. Niet aannemen van kinderen onder de leerplichtleeftijd (in ieder geval niet kinderen van 15 jaar of jonger, in sommige landen een uitzondering met 14 jaar) en participeren in en bijdragen aan trajecten om bestaande werkende kinderen uit de arbeidssituatie te halen en onderwijs te laten volgen. (ILO verdrag 138 en 182 en OESO-richtlijnen) 6. Niet discrimineren tussen werknemers. (ILO verdragen 100 en 111) 7. Het uitbetalen van een leefbaar loon. Dat wil zeggen een loon
• Het beschikbaar stellen aan werknemers van relevante training. (ILO Tripartite Declaration art. 29-32) • Het recht op indiening en behandeling van klachten, zonder het risico hiervoor gestraft of gediscrimineerd te worden. (ILO Tripartite Declaration art. 57 en 58) • Het recht op tijdige informatievoorziening bij o.a. reorganisaties, collectief ontslag en afvloeiingsregelingen. (OESO-richtlijnen IV, art. 6) • De werkgever mag niet dreigen met bijvoorbeeld verplaatsing van het bedrijf bij uitoefening van het recht op organisatie. (OESOrichtlijnen IV, art. 7) • Waar mogelijk moet lokaal personeel worden aangesteld en opgeleid en mogen geen minder gunstige lonen en arbeidsvoorwaarden worden gehanteerd als vergelijkbare werkgevers in het gastland. (OESO-richtlijnen IV, art. 4a en IV, art.5)
3. monitoring en verbetering Vastleggen van de normen en uitgangspunten is de belangrijkste eerste stap van een bedrijf. Een onderneming kan dit doen door de normen en principes te verankeren in de mission statement. Ook kunnen de normen worden vastgelegd in een gedragscode, een cao of een ander akkoord (bijvoorbeeld over processen van offshore outsourcing of aanbestedingsbeleid) of door het afsluiten van een ‘International Framework Agreement’. Vervolgens komt de vraag hoe te handelen. Belangrijk is dat het niet beperkt blijft tot een afvinklijstje, maar dat er serieus werk wordt gemaakt van een pro actief verbeteringsproces: voorkomen is immers beter dan genezen. Als wordt geconstateerd dat in de keten kinderarbeid voorkomt, start dan een proces waarmee kinderen uit het arbeidsproces worden gehaald en op school terecht komen. Dit heeft een duurzamer effect dan de betreffende producent uit de keten te halen, omdat deze niet voldoet aan de normen. Motto is verbetering, niet uitsluiting. De situatie kan zich verbeteren langs vier lijnen: Betrekken van stakeholders > Doe het niet alleen en betrek sociale partners en andere relevante maatschappelijke organisaties: vakbonden, andere werknemersvertegenwoordigingen (OR’en), werkgeversorganisaties, mensenrechtenorganisaties, bewonersorganisaties. Transparantie > Maak bekend wat bekend is. Geef aan welke inspanning geleverd wordt om wel of beter te voldoen aan de normen, gekoppeld aan een realistisch tijdpad. Wees transparant in wat er (nog) niet is gelukt. Communicatie/training > Draag eraan bij dat er wordt gecommuniceerd over de MVO normen en het ondernemingsbeleid. Niet
alleen naar de werknemers maar ook naar de leveranciers, klanten, aandeelhouders en commissarissen. Onafhankelijke verificatie > Alle direct betrokkenen, zoals werknemers, moeten in staat zijn het MVO-beleid te toetsen aan de praktijk. Dat kan alleen met onafhankelijke verificatie, uitgevoerd door een organisatie die niet aan het bedrijf verbonden is.
4. ketenverantwoordelijkheid MVO behelst niet alleen het eigen bedrijf maar ook de gehele keten, inclusief bijvoorbeeld toelevering en recycling. Onder verantwoord ketenbeheer verstaat het CNV, conform de formulering van de SER, het vrijwillige maar niet vrijblijvende commitment van bedrijven om positieve invloed uit te oefenen op het sociale en milieubeleid van hun toeleveranciers. Een bedrijf is wettelijk niet aansprakelijk voor zaken die zich bij haar internationale toeleveranciers afspelen, maar er bestaat wel degelijk de verantwoordelijkheid om de internationale arbeidsnormen en mensenrechten te respecteren. Het ligt voor de hand een grotere verplichting te verlangen naarmate de relaties met toeleveranciers frequenter en intensiever zijn en naarmate de situatie bij de toeleverancier meer bekend is. Het normatieve kader die de SER daarbij hanteert bestaat uit: • de ILO-verklaring inzake de fundamentele principes en rechten op het werk • de ILO tripartiete verklaring inzake multinationale ondernemingen • de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen • de aanbevelingen van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC) over het vormgeven van en de omgang met ketenbeheer door bedrijven
Kaderlid Als kaderlid heeft u de mogelijkheid om bij cao-onderhandelingen inbreng te geven of om onderwerpen aan te dragen bij de OR of de vertegenwoordiger van uw bond. Onderhandelaar Als onderhandelaar kunt u tijdens cao-onderhandelingen kwesties op de agenda plaatsen, maar denk vooral ook aan het periodieke overleg met een bedrijf om MVO aan de orde te stellen. OR-lid De OR heeft daarnaast ook periodiek overleg met de werkgever, waar dit onderwerp op de agenda geplaatst kan worden.
5. Richtlijnen en keurmerken Er bestaan verschillende richtlijnen, keurmerken en certificaten op dit gebied waarvan een aantal bekende: SA8000, GRI,het Global Compact en ISO26000. Om duidelijkheid te scheppen in de hoeveelheid is in dit document een lijst opgesteld van minimale sociale normen voor het CNV en kernelementen bij het proces. De lijst dient daarmee als handvat om de verschillende initiatieven te kunnen beoordelen. Een ander praktisch instrument is het MVO Referentiekader, van het MVO Platform, waar het CNV onderdeel van uitmaakt. 6. de sociale kant van MVO in úw werk Hoe is het gesteld in úw bedrijf, of in het bedrijf waar u onderhandelt? Werknemers brengen ook hun geweten mee naar hun werk, evenals leden en bestuurders hun CNV identiteit handen en voeten willen geven. Als onderhandelaar, kaderlid of OR-lid komt u in uw werk verschillende momenten tegen, waarop binnen een bedrijf keuzes gemaakt (zouden moeten) worden, om maatschappelijk en sociaal verantwoord te ondernemen.
Wanneer kunt u aandacht vragen voor de eerder genoemde minimale sociale normen en kernelementen bij het proces? Dat kan bijvoorbeeld bij: • het opstellen van een gedragscode (code of conduct). • het opstellen, beoordelen van (MVO-)rapportages, jaarverslag. • het zoeken naar nieuwe leveranciers over de grens of plannen voor investeringen in het buitenland. Hierbij is het van belang te bekijken om welke landen het gaat, hoe hier met de arbeidsnormen wordt omgegaan en om wat voor afspraken er vervolgens worden gemaakt over handhaving van sociale normen. • Buitenlandse handelsrelaties. Hierbij kunt u vragen stellen over de voorwaarden/vereisten waar leveranciers aan moeten voldoen en informatie over moeten verschaffen. • Buitenlandse missies van uw bond/bedrijf. Hoe zijn arbeidsverhoudingen en hoe gaat men met arbeidsnormen om in het betreffende land? Tevens kunt u vragen of de vakbeweging een gesprekspartner is.
• Plannen voor offshoring/outsourcing. Hierbij zijn verschillende momenten van belang: - Aan het begin van het proces een algemeen kader afspreken wat te doen bij offshoring/outsourcing. - Bij het selectieproces van bedrijven/landen: hoe staat het met de ratificatie van ILO-verdragen en de naleving ervan in het betreffende land? - Bij het due dilligence-proces: uitbreiden met sociale normen en naleving arbeidswetgeving. - Bij het opstellen van contract en service level agreement; hierbij moeten afspraken gemaakt worden over sociale normen en de rapportage hierover. - Bij onderhandelingen over sociale plannen in het kader van offshore outsourcing. • Vragen van derden over de ‘fairness’ van een product of dienst. • Participatie in een zogenaamd multi-stakeholderinitiatief ter verbetering van knelpunten in de productie en toeleveringsketen van producten/diensten. • (Formuleren van beleid rond) aanname van buitenlandse werknemers. • (Formuleren van beleid rond) inkopen/aanbesteden. NB: De rijksoverheid koopt sinds 2010 duurzaam in. • Formuleren van investeringsbeleid pensioenfonds; welke duurzaamheidsvereisten worden gesteld (zie hiervoor ook de herziene CNV beleggingscode). • Formuleren van investeringsbeleid van O + O fondsen. • Formuleren van investeringsbeleid van sectorfondsen. • Het opstellen van een International Framework Agreement.
In de CAO’s voor de bedrijfstak Metaal en Techniek zijn op voorstel van het CNV afspraken gemaakt op het gebied van MVO. Er komen specifieke opleidingen voor medewerkers waarin MVO een onderdeel wordt. 8. Wat te doen bij schending van sociale normen? U kunt verschillende stappen ondernemen als u vermoedt dat er normen niet worden nageleefd. Bespreek het met de OR, de CNVbond die voor uw sector actief is en met de relevante vertegenwoordigers van het bedrijf. CNV Internationaal kan u hierbij adviseren en met u het gesprek met de werkgever aangaan. Wellicht is het een optie een verbeteringstraject met andere bedrijven in een zogenaamd ‘multistakeholder keteninitiatief’, te gaan voeren.
Betreft het een schending van de OESO-richtlijnen door een Nederlands bedrijf in het buitenland, of een buitenlands bedrijf in Nederland, dan kan een klacht ingediend worden bij het Nationaal Contact Punt voor de OESO-richtlijnen. Betreft het een situatie waarbij ook gelden van de overheid zijn betrokken (bijvoorbeeld exportkredieten, subsidies) dan kan de betreffende ambassade of ministerie worden geïnformeerd, het naleven van de OESO richtlijnen is namelijk recentelijk als strikte voorwaarde gesteld voor de toekenning van subsidiegelden van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook de ILO kent een klachtenmechanisme. Afhankelijk van het land waar de schending voorkomt, kan een vakbond waar het CNV mee samenwerkt worden ingezet voor onderzoek of onderhandeling. In uiterste gevallen kan de publiciteit (‘naming and shaming’) benut worden om misstanden aan de kaak te stellen.
9. Vakbondsvrijheid niet overal gelijk Er is een aantal landen waar het buitengewoon moeilijk is voor de vakbeweging om te opereren. Bijvoorbeeld vanwege allerhande anti-vakbondspraktijken, zoals het ontslaan van mensen die zich verenigen, onderdelen uitbesteden aan kleinere eenheden (onder het aantal werknemers benodigd voor het vormen van een bond), onderhandelen met zogenaamde ‘gele bonden’ (sterk gelieerd of geïnitieerd door werkgevers). In dit soort gevallen gelden uiteraard wel de internationale fundamentele arbeidsnormen. Hoe beoordeel je of je van naleving kunt spreken? Daarbij is zorgvuldigheid gevraagd. Men kan kijken naar het aantal, of een percentage werknemers dat aangesloten is bij een bond, en het aantal dat valt onder een collectieve afspraak. Daarbij moet dan wel goed gekeken worden naar wie daar eventueel niet onder vallen en de reden daarvan.
Daarnaast is er een aantal landen waar het bij wet verboden is om een onafhankelijke vakbeweging op te richten, zoals in China en op Cuba. In die gevallen vragen we van de werkgever om niet te belemmeren dat er andere vormen van onafhankelijke vertegenwoordiging en onderhandeling worden ontwikkeld. Het gaat om het toestaan en als gesprekspartner zien van een vertegenwoordiging van werknemers.
10. Internationale betrokkenheid door IC CAO’s Een bedrijf of sector kan ook iets extra’s doen, door in een CAO of anderszins vast te leggen dat er een bedrag beschikbaar komt voor verbetering van leef- en werkomstandigheden van werknemers in ontwikkelingslanden, in het kader van Internationale Collegialiteit in CAO’s (IC CAO’s). CNV Internationaal bemiddelt bij dit traject door projectvoorstellen van partnervakbonden voor te leggen en deze te beheren. Deze voorstellen voldoen aan de criteria van CNV Internationaal.
11. Internationale contacten van uw bond en CNV Internationaal CNV Internationaal onderhoudt contact met vakbonden in zestien landen. Daarnaast bestaan er intensieve contacten tussen CNV-bonden met sectorale bonden in ontwikkelingslanden en Oost-Europa. CNV Internationaal en CNV-bonden kunnen u op weg helpen als u informatie nodig heeft over werknemers(organisaties) in die landen.
12. Samenwerkingsverbanden
Meer informatie
MVO Platform > CNV is lid van dit platform dat bestaat uit een coalitie van maatschappelijke organisaties. Het MVO Platform geeft o.a. het MVO-referentiekader uit.
Agentschap.NL
www.agentschapnl.nl
CNV Internationaal
www.cnvinternationaal.nl
Fairfood
www.fairfood.org
Fair Wear Foundation
www.fairwear.nl
ILO
www.ilo.org
Initiatief voor Duurzame Handel
www.idhsustainabletrade.com/nederlands
Internationale Kamer van Koophandel (ICC)
www.iccwbo.org
Fairfood > Fairfood zet zich in voor verduurzaming van supermarktproducten. Zij geeft informatie aan consumenten en controleert hoe eerlijk een product is. Partnervakbonden van CNV Internationaal zijn betrokken bij onderzoek naar arbeidsomstandigheden in de toeleveringsketen. Fair Wear Foundation > Fair Wear Foundation is een initiatief van vakbonden, ngo’s en branche-organisaties. Fair Wear is een multistakeholderinitiatief, voor verbeteringen in de textielketens. Verschillende textiel/modebedrijven zijn hierbij aangesloten. CNV Vakmensen en CNV Dienstenbond zijn vertegenwoordigd in het bestuur, terwijl CNV Internationaal een plaats in het College van Deskundigen inneemt. IDH > Het CNV was actief betrokken bij de start van het Initiatief voor Duurzame Handel (IDH) en is lid van de Raad van het IDH. In dit kader lopen multistakeholderinitiatieven voor verbeteringen in productie-toeleveringsketens voor soja, cacao, hout, natuursteen, toerisme en thee. Er zal worden uitgebreid naar meerdere sectoren.
Internationale vakbondskoepel ITUC www.ituc-csi.org MVO Nederland
www.mvonederland.nl, www.mvorisicochecker.nl
MVO Platform
www.mvo-platform.nl
OESO-richtlijnen/Nationaal Contact Punt
www.oesorichtlijnen.nl
Partos, VNO-NCW, CNV, FNV, etc
www.ondernemeninontwikkelingslanden.nl
VBDO
www.vbdo.nl
CNV staat voor werknemersrechten wereldwijd • Universele mensenrechten van werkenden
MVO Nederland > MVO Nederland is de nationale kennis- en netwerkorganisatie voor maatschappelijk verantwoord ondernemen; het startpunt voor ondernemers die hun bedrijfsvoering willen verduurzamen. VBDO > De Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) stelt zich ten doel om de kapitaalmarkt te verduurzamen. Een markt die naast financiële criteria ook rekening houdt met sociale en milieucriteria. De VBDO maakt multinationals en beleggers bewust van hun bijdrage aan een duurzame kapitaalmarkt.
• Vrijheid van organisatie • Recht op collectieve onderhandelingen • Vrije keus voor werk • Geen werkende kinderen jonger dan 15 jaar • Geen discriminatie • Een leefbaar loon • Veilige en gezonde werkomstandigheden • Max. 8 werkuren per dag, 48 uur per week • Arbeidszekerheid
Colofon CNV Internationaal Postbus 2475 3500 GL Utrecht Telefoon: 030 – 751 12 65 E-mail:
[email protected] Internet: www.cnvinternationaal.nl Foto’s: Bas de Meijer/CNV Internationaal Vormgeving: Marjoleine Reitsma Druk: Sauterelle, Cothen ©
Mei 2013
Giften zijn welkom op rekeningnummer 12 55 300 t.n.v. CNV Internationaal te Utrecht. CNV Internationaal is een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI): giften zijn aftrekbaar van de belasting.
Bij sociaal verantwoord ondernemen staat HET CNV voor de volgende uitgangspunten: • Betrekken van stakeholders, zoals vakbonden, werkgeversorganisaties, milieuorganisaties, mensenrechtenorganisaties • Toegankelijke informatievoorziening • Informeren/trainen van werknemers • Onafhankelijke verificatie • Inzetten van een proces gericht op verbetering naleven werknemersrechten