maartensmagazine lente 2015
Muziek op de OK Amputatie was de beste keuze
IN BEELD Theodora van Dijk-
Majoor
Een tweede operatie zag ik niet zitten Ik had al jaren schouderklachten. Rechts had ik veel pijn, terwijl mijn linkerschouder vooral erg versleten was. Het ophangen van de was ging bijvoorbeeld niet, ik kreeg mijn armen niet meer zo hoog. Maar toen dokter Ostendorf in Woerden besloot mij te opere ren, had ik toch wel even mijn bedenkingen. Ik was tenslotte al 84 jaar. Eind april 2014 heb ik mijn eerste ‘omge keerde schouderprothese’ gekregen, aan de rechterkant. Meteen na de operatie besloot ik de linkerschouder niet meer te doen. Ik zag die voorbereiding en zo’n operatie niet nog een keer zitten. Maar ik merkte rechts wel heel snel resultaat, het ging heel goed. En in november lag ik toch weer in het ziekenhuis voor de tweede schouder. Ik heb nu geen pijn meer. Ik kan weer pijnvrij slapen, puzzelen, stoffen en de plantjes doen. Dat is de grootste winst! Mijn linker arm kan ik nog steeds niet zo hoog optillen. Maar ik krijg nu twee keer per week fysiothe rapie en ik oefen thuis ook met een katrol letje. Ik merk daardoor zeker vooruitgang. Jarenlang heb ik met die klachten rond gelopen. Ik had dit gewoon veel eerder moeten doen, maar ik wist niet dat er ook schouderprotheses bestonden. Ik kende dat alleen van de heup en de knie. Mijn wens is dat ik weer mijn eigen haar kan opsteken. Door de beperkte mobiliteit links gaat dat nu nog niet, maar dankzij de fysiotherapie gaat me dat uiteindelijk zeker lukken. En tot die tijd wil mijn dochter het wel doen.”
INHOUD 8
14
Muziek op de OK Tijdens operaties staat heel vaak muziek aan. De rol van muziek op de operatiekamer (OK) valt niet te onderschatten. Hoe komt dat? En welke muziek wordt er dan gedraaid?
10
7
Artrosepatiënten krijgen vaak het advies om gezonder te leven en meer te bewegen. Wij onderzoeken in onze groepsbehandeling een app die daarbij wellicht kan helpen.
Atletiekcarrière met een ‘blade’ Levi Vloet werd geboren zonder rechtervoet. Sinds zijn onderbeen werd geamputeerd in 2013, is hij hard op weg om paralympisch atleet te worden.
8
App voor gezonde leefstijl bij artrose
20
Tien vragen over heupdysplasie Misschien kent u het wel: baby’s bij wie de beentjes worden gespreid door een speciaal broekje of gips. Deze baby’s hebben heup dysplasie. Wat is dat en hoe worden zij behandeld?
14
10 24
Colofon
Het MaartensMagazine verschijnt vier keer per jaar en wordt verspreid onder patiënten, medewerkers, oudmedewerkers en externe relaties van de Sint Maartenskliniek. In het MaartensMagazine vindt u nieuws en actuele ontwikkelingen binnen de Sint Maartenskliniek. De Sint Maartenskliniek is een gespecialiseerd ziekenhuis voor orthopedie, reumatologie en revalidatiegeneeskunde. Voor reacties, suggesties of het doorgeven van adreswijzigingen kunt u contact opnemen met de afdeling Communicatie, Postbus 9011, 6500 GM Nijmegen, telefoon: (024) 365 91 76, of mail:
[email protected]. Voor het aanvragen van een gratis abonnement op het MaartensMagazine bezoekt u www.maartenskliniek.nl/mm.
COLUMN raad van bestuur
20 Gericht op mensen
Verder… 7 Uit de oude doos 12 Zorgnetwerken 13 Dokter! Dokter! 16 In beeld: Echografie bij reuma 22 Review Bechterew app 23 FCE-test 24 Patiëntervaring 26 Activiteitentherapie 27 Meetafspraak 28 Dagboek 30 Opening SMC Nijmegen-Noord 31 Contactinformatie
Redactie Aart-Jan de Looff, Marije van Vooren, Tjerk Romkema, Wouter van der Meer, Rian Grutters Fotografie Dennis Vloedmans (cover, 2, 7, 8, 10, 12, 23, 27, 30), Inge Hondebrink (16), Bart van Dieken (25, 26), afdeling Commercie, Marketing & Communicatie Vormgeving Wunderbar Visuele Communicatie, Nijmegen Druk Van Eck & Oosterink communicatieregisseurs, Dodewaard
Bezoek onze website: www.maartenskliniek.nl
Elke editie van het MaartensMagazine nemen we de lezers mee in de ontwikkelingen die er in de Sint Maartenskliniek spelen. Een houvast voor alles wat wij in het ziekenhuis doen, zijn onze kernwaarden: innovatief, ondernemend, excellent en mensgericht. Soms veranderen we kleine details in deze kernwaarden, want ‘patiëntgericht’ is nu ‘mensgericht’ geworden. Een kleine tekstuele veran dering, de zorg wordt ook niet anders, maar hiermee willen we nog meer benadrukken dat wij naar al onze patiënten kijken als mensen die deel uitmaken van de samenleving. Mensen bij wie ons ziekenhuis slechts een onderdeel is van hun hele leven. Daar moeten wij ons bewust van zijn. Wij zorgen er samen met die mensen voor dat zij beter kunnen bewegen, functioneren en participeren in hun dagelijks leven. Dat doen we onder andere door bij te dragen aan het verbeteren van behande lingen, maar ook aan het beter kunnen leven met bepaalde aandoeningen, zoals reumatische aandoe ningen. In dit MaartensMagazine staan een aantal voorbeelden. Zo vertellen twee Bechterew-patiënten over een door ons ontwikkelde app, waarmee ze veel meer zelf kunnen oefenen (gewoon thuis) om hun klachten te verminderen. Met zorgnetwerken voor patiëntengroepen proberen we mensen te helpen om ondanks hun klachten zo goed mogelijk in de samen leving te participeren. En met wetenschappelijk onderzoek dragen we niet alleen bij aan de verbete ring van behandelingen, maar ook aan beperking van de maatschappelijke kosten van aandoeningen: twee promotieonderzoeken werden onlangs afgerond en de kersverse ‘doctors’ kregen landelijk veel aandacht. Dit alles om de patiënt als mens te kunnen laten leven. Gert van Enk, raad van bestuur
6
mm lente 2015
KORT NIEUWS
Voor veel reumapatiënten kan goede behandeling aanzienlijk goedkoper Veel patiënten met reumatoïde artritis (RA) blijken net zo goed behandeld te kunnen worden met lagere doseringen van dure biologische medicijnen, of zelfs te kunnen stoppen. Dat blijkt uit het onderzoek van reumatoloog in opleiding Noortje van Herwaarden van de Sint Maartenskliniek. Zij promoveerde op 27 januari aan het UMC Utrecht. Van Herwaarden en collega’s vergeleken twee groepen reumapatiënten met weinig klachten, die behandeld werden met biologische medicijnen (TNF-remmers adalimumab of etanercept). In één groep verlengden de artsen elke drie maanden de tijd tussen de injecties. Van bijvoorbeeld twee weken naar drie weken en vervolgens naar vier weken. Als de patiënt geen toename van klachten kreeg, werd ten slotte het middel gestopt. Als de ziekte opspeelde, kregen de patiënten natuurlijk meteen de best werkende dosering terug. In de andere groep ging de reguliere behandeling door. Het onderzoek duurde anderhalf jaar.
Resultaten Na afloop bleek een vijfde van de patiën ten in de afbouwgroep helemaal zonder de medicijnen te kunnen. 43 procent van de patiënten bleek met een lagere dosis toe te kunnen. Bij de resterende 37 procent moest de dosis gelijk blijven. De ziekteactiviteit,
Het proefschrift van het afbouwonderzoek
het functioneren en de kwaliteit van leven bleef tussen de groepen gelijk. Dit is goed nieuws voor patiënten. Dankzij een lagere dosering hoeven ze minder prikken te krijgen en op termijn krijgen ze mogelijk minder last van bijwerkingen. Het afbouwen van de dure medicijnen scheelt daarnaast veel geld. De behandeling van patiënten in de afbouwgroep was gemiddeld 9.000 euro goedkoper dan in de gewone groep. “Zo’n afbouwonderzoek is op deze manier nog niet eerder gedaan. De volgende uitda ging is om deze resultaten ook te behalen in de routinezorg. Uit een al afgerond pilotonderzoek blijkt dat met betrekkelijk weinig moeite de resultaten ook gehaald worden in een reguliere reumapraktijk. Op basis van de resultaten tot nu toe, denk ik dat een dergelijke landelijke aanpak bij de behandeling van RA-patiënten een bespa ring zou kunnen opleveren van bijvoorbeeld 50 tot 100 miljoen euro”, aldus reumatoloogepidemioloog dr. Alfons den Broeder van de Sint Maartenskliniek, die het onderzoek leidde.
Europese Dag van de Beroerte op 12 mei Dinsdag 12 mei vindt de Europese Dag van de Beroerte 2015 plaats. Meerdere zorginstellingen in verschillende landen brengen dan (de risico’s en gevolgen van) CVA onder de aandacht. Vorig jaar sprak Bertjo Renzenbrink, medisch manager van ons Revalidatiecentrum, zijn wens uit om deze dag voortaan met de collegaziekenhuizen uit Nijmegen te organise ren. En dat gaat nu ook gebeuren. Vanaf dit jaar organiseren we samen met het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) en het Radboudumc een ‘open dag’ voor iedereen die meer wil weten over het krijgen, voorkomen en/of leven met de gevolgen van een beroerte. Dit jaar
vindt deze gezamenlijke open dag plaats in de Sint Maartenskliniek. Patiënten, bezoekers en andere geïnteres seerden kunnen op 12 mei tussen 11.00 en 17.00 uur binnenlopen bij de Europese Dag van de Beroerte op de Nijmeegse locatie van de Sint Maartenskliniek. Zij vinden daar onder andere een informatiemarkt met kraampjes van verschillende organi saties die betrokken zijn bij de zorg voor CVA-patiënten. Er is ook een health check waarbij mensen hun risico op een beroerte kunnen meten en een testruimte waar ze de gevolgen van een CVA kunnen ervaren en hulpmiddelen kunnen testen.
mm lente 2015
UIT DE OUDE DOOS
7
Getuigenissen uit verschillende instellingen
“Onze ervaringen hebben ons kritisch en strijdbaar gemaakt” Jan Troost woonde tussen 1971 en 1977 in de Sint Maartenskliniek. Het leven in de kliniek in die tijd bleek een hele verandering ten opzichte van thuis… “Thuis kwam ik misschien niet ver met mijn rolstoel, maar ik had een behoorlijke vrijheid opgebouwd”, vertelt Jan. “Als ik iets niet kon, dan regelde ik wel een vriendje dat even hielp. In de kliniek, die letterlijk buiten de maatschappij stond, gold een streng regime dat bepaalde wat het beste was voor de gehandicapten. Ik vond dat dat anders moest. Mensen met een handicap moeten emanciperen en volledig integreren in de maatschappij.” Vanuit die gedrevenheid is Jan altijd actief geweest in de belangenbehartiging, zowel lokaal als landelijk, en heeft hij ook voorlichtingstrajecten opgezet om de zelfstandigheid van mensen met een handicap in de maatschappij te bevorderen. De geschiedenis verdwijnt Nadat hij meewerkte aan de documentaire voor het 75-jarig bestaan van de Sint Maartenskliniek, ontstond het
idee om een film te maken die specifiek terugkijkt op de belevenissen van mensen die vanwege hun handicap in de verschillende instellingen hebben gewoond. Jan: “Ik merkte dat steeds meer van deze geschiedenis aan het verdwijnen was. De oude instellingen bestaan niet meer en de meeste klasgenoten uit mijn tijd op de berg zijn ook overleden. Dat laatste gebeurde overigens vroeger al; jongens van dertien of vijftien jaar die overleden door spierdystrofie of complicaties.” Door het vastleggen van de getuigenissen hoopt Jan dat ze beschikbaar blijven voor toekomstige generaties. Intieme en heftige ervaringen Na enkele jaren planning, research en het werven van budget, startte het project in 2014. Jan: “We begonnen met een aantal mensen die ik kende uit mijn netwerk vanuit de Sint Maartenskliniek. Maar nu verzamelen we
ook de verhalen van bewoners uit andere instellingen. We nemen per persoon ongeveer vier uur op, zodat iedereen zijn persoonlijke verhaal zo zorgvuldig mogelijk kan vertellen. Het gaat namelijk vaak om intieme en heftige ervaringen. We hadden in die tijd bijvoorbeeld nauwelijks contact met onze ouders, ook omdat men dacht dat dit beter was voor ons. Sommige mensen hebben vervelende ervaringen gehad, zoals straffen of behandelingen die niet goed gingen. Maar onze ervaringen hebben ons ook kritisch en strijdbaar gemaakt. Ik vind het dan ook belangrijk dat de jonge mensen van nu met een handicap altijd kritisch blijven nadenken en alle mogelijkheden pakken om hun leven optimaal in te richten. Hopelijk kunnen deze portretten daar een steentje aan bijdragen.”
•
De ervaringsverhalen zijn gepubliceerd op de website www.aparticipatie.nl. Mensen die willen meewerken aan het project kunnen via deze website ook contact opnemen met Jan Troost.
8
mm lente 2015
ACHTERGROND Muziek op de OK
“De patiënt begon mee te
Wist u dat er heel vaak muziek aan staat tijdens operaties? Waarschijnlijk is dat niet iets wat een patiënt bezighoudt vlak voor een chirurgische ingreep. Toch valt de rol van muziek op de operatie kamer (OK) niet te onderschatten. “Ik krijg er energie van en het helpt mij ook om te concen treren”, zegt orthopedisch chirurg Koen Defoort.
Eind vorig jaar publiceerden drie chirurgen van een ziekenhuis in Wales het artikel ‘Making music in the operating theatre’ in The BMJ. Zij stellen dat de combinatie tussen muziek en medische ingrepen al heel lang bestaat: ‘Apollon was voor de Grieken niet voor niks de god van zowel het genezen als van de muziek’. De drie auteurs van het artikel omarmen muziek op de OK, ‘als de situatie het toelaat’ en ‘als
mm lente 2015
9
zingen tijdens de operatie” de muziek niet te hard wordt gezet’. Volgens hen wegen de voordelen bovendien zwaarder dan de eventuele nadelen die soms worden genoemd, zoals afleiding en het hinderen van de communicatie binnen het OK-team. Het Foute Uur op de OK Vier medewerkers van de Sint Maartenskliniek in Nijmegen leggen uit wat muziek op de OK voor hen betekent: Koen Defoort (orthopedisch chirurg), Bram Nijsse (AIOS Orthopedie), Reni Bekers (OKassistente) en Michel Derks (anesthesiemedewerker). Ook geven zij een inkijkje in welke muziek er zoal wordt gedraaid op onze OK. In Groot-Brittannië is dat met name klassiek, hier is vooral ‘het Foute Uur’ van Q-music erg populair… Under pressure “Er is bijna altijd wel muziek op de OK”, zegt Bram. “Dat was ook zo in de andere ziekenhuizen waar ik heb gewerkt.” Michel beaamt dat: “Alleen bij sommige rugoperaties of als er een spannende ingreep moet plaatsvinden, dan gaat de muziek uit.” Reni geeft aan dat bij sommige orthopedisch chirurgen muziek zelfs bovenaan hun OK-checklist staat. “Ze kunnen pas de eerste incisie zetten als de muziek aan staat”, zegt ze lachend. Wellicht had ze hierbij Koen op haar netvlies. Die vindt muziek op de OK namelijk heel belangrijk. Koen: “Muziek bevordert de sfeer tijdens een OK-dag. Je werkt de hele dag met vier of vijf mensen samen op een hoog spanningsniveau. Muziek helpt dan om het team in dezelfde ‘stand’ te krijgen, en om goed te kunnen omgaan met die spanning.” Verzoeknummers Als een patiënt in slaap wordt gebracht, is het doodstil. Slaapt de patiënt, dan gaat de muziek aan. Maar hoe zit het met patiënten die wakker blijven tijdens de operatie? Michel: “Dan vragen we altijd of de patiënt het goed vindt dat wij muziek draaien. Bijna alle patiënten vinden dat oké. We zetten het volume dan overigens wel wat lager.” Heel soms geven patiënten aan dat ze bepaalde muziek willen horen tijdens de operatie. Het stelt ze op hun gemak en maakt ze minder zenuwachtig. Koen: “Laatst zong een patiënt zelfs mee met de muziek tijdens de operatie. Dat had ik nog niet vaak meegemaakt!”
The sound of silence Worden de operateurs dan niet afgeleid door de muziek? Koen en Bram geven allebei aan dat ze de muziek niet eens horen als ze heel geconcentreerd bezig zijn. “Het is een beetje als het bliepje voor de anesthesioloog”, zegt Koen. “Het valt pas op als het er niet meer is. Muziek hoort er voor mij gewoon bij en helpt mij om te concentreren.” Ook voor Bram is muziek beter dan stilte. Het maakt hem ontspannen. Alleen bij nummers waar hij bijzondere herinneringen aan heeft, is de kans iets groter dat hij licht wordt afgeleid. Bach of Beyoncé? “Meestal staat de radio aan op de OK”, zegt Reni. “Maar dan wel een zender zonder te veel geklets. Dat leidt namelijk af.” Welke zenders zijn geschikt? Bram: “Sky Radio, Radio 538, Veronica en Q-music staan vaak aan. Radiozenders met veel verschillende muziek.” En klassieke muziek? “Dat staat eigenlijk nooit op. Ik draai het zelf wel graag thuis of in de auto, maar voor veel mensen is dat het verkeerde genre voor op de OK”, verklaart Michel. Koen is ongeveer de enige orthopedisch chirurg die regelmatig zijn eigen muziek meeneemt. “Dan zet ik mijn iPod op shuffle. Daar staat veel verschillende muziek op, vooral pop en rock. Van mij mag het wel stevig zijn, met gitaren”, zegt hij. Reni: “Meestal beslist de operateur welke muziek er gedraaid wordt, maar als je het echt niks vindt of als je er genoeg van hebt, dan kun je dat zeker zeggen.” Koen zegt diplomatiek dat hij niet in zijn eentje bepaalt wat er gedraaid moet worden. “Ik sta altijd open voor suggesties, ik laat me graag verrassen.”
•
TOP 3 OK-LIEDJES BR AM: 1 2 3
Aloe Blacc The man MC Hammer U Can’t Touch This Stromae Formidable
TOP 3 OK-LIEDJES KOEN: 1 The Script Breakeven 2 Stromae Ta fête 3 Pearl Jam Alive
TOP 3 OK-LIEDJE S RENI: 1 Dotan Home 2 Boude wijn de Gro ot Avond 3 Anouk alle lie djes
TOP 3 OK-RADIOZENDERS MICHEL : 1 Q-music 2 Veronica / Sky Radio 3 Classic FM
10
mm lente 2015
PATIËNTERVARING Atletiekcarrière met een ‘blade’
“Amputatie was de beste keuze” Levi Vloet uit Linden werd ongeveer negentien jaar geleden geboren zonder rechtervoet. Zijn onderbeen eindigde in een stompje. Hij liep zeventien jaar met een siliconen nepvoet, totdat in 2013 zijn onderbeen werd geamputeerd. Inmiddels is hij hard op weg om paralympisch atleet te worden.
mm lente 2015
“Tijdens de zwangerschap is mijn tweelingbroer overleden”, vertelt Levi. “Daardoor is er een bloedprop verkeerd geschoten en werd de groei van mijn rechterbeen geremd. Ik ben geboren zonder rechtervoet. Ik heb daar zelf nooit moeite mee gehad.” Nog voordat hij één jaar was, kwam hij al bij de Sint Maartens kliniek. In 2007 kreeg hij een beenverlenging-operatie. Levi: “Ik heb daar een aantal centimeters mee gewonnen. Mijn rechterbeen groeide namelijk veel minder hard dan mijn linkerbeen. Na verloop van tijd was het verschil tussen de benen echter weer te groot.” Een tweede beenverlenging was toen aan de orde. Maar die operatie heeft nooit plaatsgevonden… Heftige beslissing Zeventien jaar liep Levi met een siliconen nepvoet. Totdat hij veel last kreeg van een ontsteking onder aan de stomp. “Ik had veel pijn”, zegt hij. “En die pijn ging niet weg. Na veel overleg met mijn ouders, de orthopedisch chirurg en de revalidatiearts besloten we tot een onderbeen amputatie. Dat ik graag aan atletiek
“Na een paar trainingen op de blade deed ik al mee aan het open Nederlands Kampioenschap”
wilde doen, speelde daarbij ook een rol. Het was uiteraard een heftige beslissing, maar het was wel de beste keuze. Ik ben er ook nog steeds blij mee, want ik had zo veel last van die stomp.” Onzichtbaar bot In juli 2013 vond de amputatie plaats. Na enkele dagen op de verpleeg afdeling begon het revalidatietraject. Levi: “Maar ik kreeg helaas veel pijn aan de ‘nieuwe’ stomp. De verwachting was dat het over zou gaan, maar dat gebeurde niet. En op de röntgenfoto’s was niks te zien. Dat was een slechte periode voor mij.” Uiteindelijk volgde een tweede operatie, op 9 december 2013. De orthopedisch chirurg zag meteen het probleem: er stak een botpunt uit. En omdat het bot niet was verkalkt, was het ook niet te zien op de foto’s. “Na die operatie kwamen de klachten gelukkig niet meer terug en kon ik echt beginnen met de revalidatie.” Grote motivatie “Tot april 2014 had ik drie keer per week dagbehandeling”, legt Levi uit. “Ik leerde bijvoorbeeld lopen met de nieuwe onderbeenprothese. Ook kreeg ik fysiotherapie om mijn spieren sterker te maken. Ze hadden de oefeningen speciaal voor mij afgestemd op mijn wensen voor de atletiek. Sommige oefeningen kwamen zelfs later weer terug bij mijn atletiektrainingen.” Meteen na de revalidatie begon hij met atletiektraining in Eindhoven. Daar hebben ze een speciale amputatiegroep. Levi: “Heel snel kreeg ik al
11
sponsoring voor mijn sportkoker en ‘blade’. Daarmee deed ik op 31 mei mee met het open Nederlands Kam pioenschap, terwijl ik nog maar een paar keer had getraind. En… ik werd meteen tweede! Dat was natuurlijk een grote motivatie om verder te gaan.” Dromen Inmiddels is Levi opgenomen in het paralympisch talententeam, waarmee hij één keer per week traint in Papendal. Ook is hij – naast de amputatiegroep in Eindhoven – nog actief bij Nijmegen Atletiek, waar hij meedoet met valide sporters. Levi: “Ik loop de 100 en 200 meter, en verspringen doe ik ook. Sinds mijn eerste training in april 2014 heb ik al veel vooruitgang geboekt. Mijn beste tijd op de 100 meter is 13.99 seconden, maar die tijd is al best lang geleden gemeten. Mijn trainers zeggen dat ik nu veel sneller ben.” Uiteraard droomt hij van de Paralympische Spelen. Die van 2020, want die van 2016 komen waarschijnlijk net te vroeg. “Eerst maar eens die limiet voor het Europees Kampioenschap halen binnenkort”, zegt hij. Toekomst Onlangs begon Levi aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), maar dat was niet te combineren met de sport. Half december stapte hij daarom over naar het Johan Cruyff College in Nijmegen, dat speciaal is ingericht voor topsporters. Levi: “Daar wil ik mijn studie ‘Marketing & Communicatie en Evenementenorganisatie’ afronden. Maar eigenlijk hoop ik natuurlijk topsporter te worden.”
•
12
mm lente 2015
DIGITAAL Zorgnetwerken werken
Goede zorg in uw eigen buurt Het delen van kennis en praktijkervaring over reumatische aandoeningen met behandelaars bij u in de buurt. Dat is wat de Sint Maartenskliniek wil bereiken met de zorgnetwerken ArtritisZorgnet, ArtroseZorgnet en FibroZorgnet. Inmiddels zijn er 175 behandelaars bij deze zorgnetwerken aangesloten. Mensen kunnen de zorgnetwerken raadplegen voor informatie, maar ook een behandelaar in hun eigen postcodegebied opzoeken.
“FibroZorgnet bestaat sinds eind 2011. Het is opgericht om patiënten op de juiste plaats en met de juiste kennis te behandelen. En om de samen werking tussen de specialisten én de huisartsen en fysiotherapeuten te verbeteren. Inmiddels zijn daar ArtroseZorgnet en ArtritisZorgnet aan toegevoegd. Op deze manier kan de Sint Maartenskliniek kennis en ervaring overdragen aan de eerste lijn”, vertelt Annemieke Vedder, zorgpadcoördinator fibromyalgie, die betrokken is bij de zorgnetwerken van de Sint Maartenskliniek. Gezocht: een praktijk in de buurt Tina van den Ing (25 jaar) is vierdejaars HRMstudent van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Ze heeft al enkele jaren last van ernstige klachten, zoals spierpijn door haar hele lijf, hoofdpijn, darmklachten, ernstige vermoeidheid en con centratieproblemen. Een jaar geleden stelde een reumatoloog van de Sint Maartenskliniek de diagnose fibromyalgie. “Het advies was om te starten met groepstherapie, maar dan moest ik acht weken lang tweemaal per week een halve dag naar de kliniek komen. Dat kon ik niet com bineren met mijn studie”, vertelt Tina. De reuma toloog adviseerde haar vervolgens om via www.fibrozorgnet.nl een fysiotherapeut te zoeken bij haar in de buurt. Daar vond ze Esther Goossens.
Zorgwijzer Fibromyalgie Om de behandeling van mensen met fibromyalgie verder te ondersteunen, heeft de Sint Maartenskliniek de Zorgwijzer Fibromyalgie ontwikkeld. De zorgwijzer geeft informatie voor patiënten en zorgverleners over de aandoening en (wetenschappelijk onderbouwde) behandelmogelijkheden, alsmede praktische handvatten voor het leren omgaan met deze aandoening. Vanaf maart 2015 is de zorgwijzer te bestellen via www.fibrozorgnet.nl.
Tina van den Ing en fysiotherapeut Esther Goossens
Band met specialisten Esther is psychosomatisch fysiotherapeut bij het Fysiotherapeutisch Instituut Nijmegen. “Mensen met fibromyalgie zijn vaak harde werkers met een groot hart”, zegt ze. “Het lijf is uitgeput geraakt en mensen weten geen maat meer te houden. Ik probeer ze het vertrouwen in hun lijf terug te geven en geleidelijk kracht en conditie op te bouwen.” Esther is aangesloten bij FibroZorgnet omdat ze veel affiniteit heeft met deze patiëntengroep. Ze heeft ook een aantal netwerkbijeen komsten bijgewoond: “De zorgnetwerken zijn een mooi initiatief. Door de bijeenkomsten is een goede band ontstaan met de specialisten van de Sint Maartenskliniek. Je pakt sneller de telefoon om te overleggen en dat komt de kwaliteit van zorg zeker ten goede!”
•
Dit artikel is ontleend aan een artikel uit Reumamagazine 2 (www.reumamagazine.nl).
mm lente 2015
VRAAG EN ANTWOORD De artsen van de Sint Maartenskliniek krijgen dagelijks vele vragen van patiënten. Vragen over gezond bewegen, over opbouwen na een operatie, over toekomstverwachtingen, over leefstijl en over pijnbestrijding. In Dokter! Dokter! beantwoorden onze specialisten de meestgestelde vragen.
Dokter! Dokter! Kan ik weer paardrijden na een heupoperatie? Op zich is er geen bezwaar om met een heupprothese weer te gaan paardrijden. Wel moet u rekening houden met een paar dingen. Een van de nadelen van een heupprothese is dat deze uit de kom kan schieten. Bij het zitten op het paard is die kans klein, het risico zit vooral in het op- en afstappen. Het is verstandig om bijvoorbeeld het geopereerde been niet als eerste in de stijgbeugel te zetten. Verder is er natuurlijk het risico op een val van het paard. Mocht daarbij het bot rondom de prothese breken, dan is dat vaak iets lastiger te herstellen dan een bovenbeen waar geen prothese in zit. Tot slot kan veel en intensief paard rijden (galop) mogelijk enige nadelige invloed hebben op de levensduur van uw prothese, maar ik denk dat die invloed beperkt is. Al met al dus geen reden om niet weer (voorzichtig) op uw paard te stappen met uw nieuwe heup. Jesse Berger, orthopedisch chirurg
Mijn reuma maakt me somber. Is daar iets aan te doen? Hoe goed een reumatische aandoening ook te behan delen is, vaak is er toch sprake van veranderingen op meerdere levensgebieden zoals werk, vrije tijd, gezin en relaties. Veranderingen waar je niet om gevraagd hebt. Dat heeft vaak weer gevolgen voor hoe je naar jezelf kijkt. Je bent niet meer helemaal zoals je zou willen zijn. En dan is het eigenlijk niet zo gek dat je je somber gaat voelen. Het kan je dan goed doen om aan
anderen te laten merken hoe je je voelt. Je staat er dan in ieder geval niet alleen voor. En na verloop van tijd ga je je meestal zo aanpassen aan de veranderde situatie dat het leven weer beter aanvoelt. Als je het gevoel hebt dat je somber blijft, kan het de moeite waard zijn om een behandeling te zoeken die gericht is op hoe je weer met meer voldoening kunt leven. Toon van Helmond, GZ-psycholoog
Klopt het dat ik één week na een zenuwwortelblokkade nog niks merk? Dat kan kloppen. De blokkade van een zenuwwortel gebeurt in overleg met een pijnspecialist voor pijn klachten met uitstraling naar een arm of been. In principe verrichten we eerst een proefblokkade, waarbij we kortdurend de zenuwwortel verdoven om te kijken of de pijnklachten dan verdwijnen. Bij een positieve proefblokkade kunnen we een definitieve behandeling voorstellen. Hierbij wordt de zenuwwortel gedurende acht minuten met elektrische pulsjes gestimuleerd, in de hoop de pijnprikkel te onderbreken. Na de behandeling kan er forse napijn optreden (tot enkele weken na de behandeling), waardoor de oorspronkelijke pijnklachten zelfs versterken. Pas na acht weken evalueren we het effect van de behandeling. Er kan wel al eerder effect van de behandeling optreden. Filip Bogaert, anesthesioloog
Heeft u een medische vraag aan de dokter? Mail deze naar
[email protected] en wie weet staat uw vraag er volgende keer tussen.
13
14
mm lente 2015
ONDERZOEK Onderzoek naar HealthSnackers bij groepsbehandeling artrose
App voor gezonde leefstijl artrosepatiënten HealthSnackers, het klinkt als een gezond tussen doortje, maar het is een app die artrosepatiënten wellicht helpt bij het aanpassen van hun leefstijl. Gezonder leven en meer bewegen is een advies dat zij vaak krijgen. Makkelijker gezegd dan gedaan. De Sint Maartenskliniek startte daarom een pilot-onderzoek naar de toegevoegde waarde van de HealthSnackers-app in haar groepsbehandeling voor artrosepatiënten. Christie Hendriks heeft zelf artrose en gebruikt de app sinds kort. Samen met fysiotherapeut Clarinda Kersten legt zij uit hoe dat gaat. Ruim 1,1 miljoen mensen in Nederland hebben artrose. In de volksmond wordt artrose ook wel gewrichtsslijtage genoemd. Het ontstaat doordat er meer gewrichtskraakbeen verloren gaat dan er door het lichaam geproduceerd kan worden. Helaas is artrose nog niet te genezen. Maar door aanpassingen van je dagelijkse activiteiten (zodat je binnen je grenzen blijft bewegen en weet hoe je de gewrichten het beste kunt belasten) kun je met de artrose leren omgaan. Benieuwd naar ervaringen In de Sint Maartenskliniek volgen jaarlijks vele artrosepatiënten een groepsbehandeling. Tijdens
zes groepssessies geven, fysio- en ergotherapeuten, verpleegkundigen en een diëtiste praktische leefstijlen beweegadviezen aan patiënten om ze op weg te helpen. “Via de HealthSnackers-app gaat de ondersteuning van de coach, maar ook van lotgenoten, thuis gewoon door. We zijn zeer benieuwd naar de eerste ervaringen van patiënten en behandelaars. Of die positief zijn, moet het onderzoek uitwijzen”, aldus Clarinda. Kleine stapjes van Maastricht naar Rotterdam “Samen met vrienden en vriendinnen van Maastricht naar Rotterdam het Maaspad lopen of fietsen, dat is mijn grote doel”, legt Christie uit. “Nu lijkt het nog onmogelijk, want meer dan vijf kilometer lopen zit er gewoon niet in. Ik heb echter bij anderen gezien dat het kan en dat wil ik ook. Dus train ik en begin ik gewoon. Met de app kan ik nu goed zien hoeveel ik op een dag beweeg: 9000 stappen, dat klinkt toch als heel wat.”
“De app geeft aan wanneer ik moet rusten. Zelf zou ik het anders vergeten” App geeft opdrachten De app HealthSnackers bestaat uit drie onderdelen: ‘Moves’, ‘Mijn plan’ en ‘Uitdagingen’. Moves houdt bij hoeveel je per dag loopt, fietst of hardloopt. Mijn plan is een snelle vragenlijst die inzicht geeft in je leefstijl. Daarnaast kun je in het deel Uitdagingen kleine doelen stellen op het gebied van gezonder eten, meer bewegen, beter slapen, minder roken, dagelijkse activiteiten of energieverdeling. De app herinnert je dan op gezette tijden aan deze doelen, door je korte opdrachten te geven. “Ik wil bijvoorbeeld meer rust nemen en meer water drinken”, geeft Christie aan. “De app geeft me dan een seintje
mm lente 2015
wanneer ik even vijftien minuten moet rusten of een glas water moet gaan drinken. Zelf zou ik het anders vergeten.” Coaches en buddy’s Het is niet enkel de app die de patiënt op basis van een algoritme coacht. Deelnemers worden ook gecoacht door een fysiotherapeut van de Sint Maartenskliniek. Die ziet via een online dashboard hoe het gaat met alle deelnemers en kan ze coachen via een ‘chatservice’. In de app kun je ook andere deelnemers uitnodigen. Zij worden dan jouw buddy. Dat houdt in dat je van elkaar kunt zien welke opdrachten je hebt uitgevoerd en welke niet. Je kunt elkaar aanmoedigen of zelfs een award geven, als je vindt dat de ander dat verdiend heeft. Vrijwillig Tijdens de pilotperiode krijgen de deelnemers van vier groepen de mogelijkheid om de app te gebruiken, uiteraard op vrijwillige basis. De gebruiks gegevens van de app en de ervaringen van de deelnemers worden daarna geëvalueerd. “We weten dat artrosepatiënten veel baat kunnen hebben bij leef-
stijlveranderingen. Er is echter nog geen onderzoek gedaan naar het effect van de inzet van een app in het behandelprogramma. Dat proberen we met dit onderzoek te achterhalen”, verklaart Clarinda. Vaste plek in de behandeling? Het is nog te vroeg voor conclusies. Christie Hendriks: “Maar ik denk echt dat de app een waardevolle toevoeging kan zijn. Ik heb wel alvast een aantal suggesties. 9000 stappen klinkt als veel, maar ik kan nu nog niet zien of ik over een langere periode vooruitgang boek. Dat zou een mooie aanvulling zijn voor een volgende versie. Daarnaast zou ik graag meer uitleg hebben gehad over de mogelijkheden en het gebruik. “Ik weet namelijk niet of ik nu alle mogelijkheden wel benut.” Deze suggesties worden meegenomen in de evaluatie om te kijken of de app een vaste plek in de artrosebehandeling kan krijgen.
•
De eerste officiële uitkomsten van het onderzoek worden aan het einde van de zomer of in het najaar van 2015 verwacht.
15
16
mm lente 2015
IN BEELD
Echografie bij reumapatiënten
mm lente 2015
17
Ontsteking beter in beeld De zorgverlener op de foto is geen radioloog, maar reumatoloog Corine van Vliet. Zij maakt een echo van de voet van een patiënt. Echografie is namelijk een beproefde en succesvolle methode binnen de reumatologie. De reumatoloog kan hiermee meteen beoordelen of er een ontsteking zit in de gewrichten of pezen, en kan ook de plek van de ontsteking nauwkeurig vaststellen. Als dat nodig is, kan er bovendien – onder echobegeleiding – vocht worden gepuncteerd. Dit kan op kweek worden gezet of onder de microscoop worden beoordeeld op kristallen. Hierdoor kan de reumatoloog snel een diagnose stellen en een geschikte behandeling voor de patiënt bepalen. Van Vliet, reumatoloog van de Sint Maartenskliniek in Woerden: “Groot voordeel van het inzetten van echografie is dat we snel weten wat er met de patiënt aan de hand is. Ook kunnen we echografie inzetten bij behandeling, om nauwkeurig te kunnen vaststellen waar we medicatie zoals corticosteroïden moeten injecteren. Patiënten kunnen op indicatie bij het speciale echospreekuur terecht.”
•
18
mm lente 2015
KORT NIEUWS
Echo zinvol bij onderzoek naar beloop en prognose van knie-artrose Knie-artrose is een veelvoorkomende gewrichtsaandoening. Het gebruik van echo-onderzoek bij patiënten met knieartrose lijkt zinvol om het beloop en met name de prognose van de aandoening in beeld te kunnen brengen. Echografie lijkt echter niet geschikt om specifiek onder zoek te doen naar pijn bij knie-artrose. Dat zijn de belangrijkste conclusies van het onderzoek van reumatoloog Karen Bevers van de Sint Maartenskliniek in Nijmegen. Zij promoveerde op 27 januari aan het UMC Utrecht. Er bestaat momenteel geen therapie die de ontwikkeling van de gewrichtsslijtage daadwerkelijk kan stoppen of herstellen. Dat komt voornamelijk omdat er nog relatief weinig bekend is over het ziekte proces. De zogenoemde weke delen van
een gewricht spelen een belangrijke rol in het verloop van de ziekte. Echografie kan deze weke delen in beeld brengen. Bevers heeft een bruikbare methode voor echografie ontwikkeld, waarbij specifiek onderzoek kan worden gedaan naar het kniegewricht bij artrose. Daarnaast heeft ze ook gekeken of dit echo-onderzoek nuttig kan zijn om pijnklachten van de patiënt te verklaren. Dit bleek niet het geval. Echografie bleek wel van waarde te zijn in het onderzoek naar het beloop en de prognose van artrose. Daarbij werd bevestigd dat ontsteking een belangrijke rol in het ziekteproces lijkt te spelen. Bevers: “Als deze resultaten kunnen wor den bevestigd door meer onderzoek, dan biedt echografie een mogelijkheid om de
groep artrosepatiënten die het snelst achteruit gaat eenvoudig te identificeren. De vervolgstap zou dan zijn om bij deze patiënten bijvoorbeeld nieuwe medicatie of therapieën te onderzoeken. Dit kan ons helpen om het ziekteproces van artrose verder te ontrafelen.”
Nieuwe stichting voor aangepast paardrijden Vanaf 1 januari 2015 zijn de M aartenshoeve en manege De Winckelsteegh samen verder gegaan. Zij bundelen nu hun krachten als Stichting CAP (Centra voor Aangepast Paardrijden). Beide maneges hebben hierdoor hun aanbod uitgebreid. Door de maneges samen te brengen onder één overkoepelende stichting is bovendien het eerste regio nale expertisecentrum voor aangepast paardrijden in Gelderland ontstaan. Manege De Winckelsteegh is de manege van Pluryn en de Maartenshoeve is de manege van de Sint Maartenskliniek en St. Maartenschool. Al jaren is er veel vraag naar aangepast paardrijden voor mensen met alle soorten beperkingen. De Maartenshoeve richt zich op mensen met een lichamelijke of zeer complexe beperking en manege De Winckelsteegh richt zich op mensen met een verstande lijke beperking. De namen ‘Maartens hoeve’ en ‘manege De Winckelsteegh’ blijven als locatienamen bestaan.
Stichting CAP ontvangt géén subsidie. Sponsors en donateurs zijn daarom erg nodig en welkom. Bezoek voor meer informatie de website (www.stichtingcap.nl) of stuur een e-mail (
[email protected]).
mm lente 2015
Mooi rapportcijfer van patiënten
19
COLUMN Over pillen enzo
Patiënten van de Sint Maartenskliniek zijn dik tevreden. Dat is de conclusie van de bijna 1.100 waarderingen die wij via ZorgkaartNederland ontvingen in 2014. De patiënten gaven ons ziekenhuis en onze artsen gemiddeld een 8,8 als rapportcijfer. Naast het hoge rapportcijfer, geeft 97% van de patiënten aan dat zij de Sint Maartenskliniek zouden aanbevelen bij familie en vrienden. Voor de locatie Woerden geldt zelfs dat álle 354 patiënten die een waardering uitbrachten de zorg daar zouden aanbevelen bij hun bekenden. Een 8,8 is een mooi cijfer, maar er is natuurlijk altijd aandacht voor het verder verbeteren van de zorg. Gert van Enk is als lid van de raad van bestuur nauw betrokken bij het thema patiënttevredenheid: “We zijn ontzettend blij met de mooie waarderingen, maar we nemen ook altijd contact op met patiënten die een kritische noot achterlaten. Want juist daar kunnen we wat van leren. Eén van de punten die naar voren kwam is de informatievoorziening rondom wachttijden. Inmiddels hebben we dit aangepast waardoor patiën ten beter weten waar ze aan toe zijn.” ZorgkaartNederland, een initiatief van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF), biedt een onaf hankelijk online overzicht van het zorgaanbod in Nederland. Op www.zorgkaartnederland.nl kunnen patiënten hun ziekenhuis en behandelend arts beoordelen op een aantal thema’s zoals: de behandeling, luisteren, afspraken en informatieverstrekking. De website heeft inmiddels 750.000 bezoekers per maand, die hun ervaringen delen en de ervaringen van andere patiënten lezen. De NPCF nomineerde de Sint Maartenskliniek in 2014 als meest patiëntvriendelijke ziekenhuis in Nederland.
WINNAAR Oog voor detail winter 2014/2015 De afbeelding is een detail van een schanskorf gevuld met glasbrokken (dat moesten wij even opzoeken…). Deze schanskorven dienen als muur/ afrastering bij de in- en uitgang van de parkeer garage en in de tuin rondom de hoofdingang. Blijkbaar niet zo’n lastige opgave, want we kregen best veel goede antwoorden binnen. Waaronder van mevrouw Thijssen uit Oldeberkoop. Dat ligt in Friesland (ook dat moesten we even opzoeken). Gefeliciteerd! We sturen de prijs spoedig op.
Glaasje op… In Nijmegen is op het moment dat ik deze column schrijf het carnaval losgebarsten. In deze periode krijgen we in de apotheek regelmatig de vraag of je geneesmiddelen wel met alcohol mag combineren. Een terechte vraag. Want geneesmiddelen kunnen het effect van alcohol versterken. Hierdoor word je extra suf, kun je meer last van je maag krijgen, kan je bloeddruk extra dalen en wordt je lever extra belast. Andersom kan alcohol er ook voor zorgen dat het geneesmiddel langzamer of sneller wordt afgebro ken. Natuurlijk kun je dan heel makkelijk zeggen dat je geen alcohol bij geneesmiddelen moet gebruiken. Maar dat is meestal overdreven en, zeker voor veel mensen die langdurig geneesmiddelen moeten gebruiken, ook wel een hele opgave. Extra voorzichtigheid is wel belangrijk. Allereerst zijn er een paar geneesmiddelen die absoluut niet met alcohol gecombineerd mogen worden, zoals roni dazol en enkele middelen speciaal tegen overmatig alcoholgebruik. Wanneer u deze middelen toch zou gebruiken in combinatie met alcohol kunt u heel erg ziek worden. Daarnaast zijn er een aantal geneesmiddelen waarbij u extra voorzichtig moet zijn. Voorbeelden zijn methotrexaat, bloeddrukverlagers, antidepressiva, slaap- en kalmeringsmiddelen en geneesmiddelen bij suikerziekte. Houd er rekening mee dat alcohol de maagklachten en de versuffende effecten kan ver sterken. Overleg bij deze geneesmiddelen met uw arts en/of apotheker wat wel en niet mogelijk is. Sowieso geldt: geniet maar drink met mate! Bart van den Bemt, apotheker
20
mm lente 2015
KENNIS Problemen met de kop en de kom
Tien vragen over
heupdysplasie Misschien kent u het wel: baby’s bij wie de beentjes worden gespreid door een speciaal broekje of gips. Bij deze baby’s is het heupgewricht niet helemaal goed ontwikkeld. Dit noemen we ‘heupdysplasie’. Door het spreiden van de beentjes kan alsnog een goede ontwikkeling op gang komen. Orthopedisch chirurg Arno ten Ham behandelt baby’s en kinderen met heupdysplasie in de Sint Maartenskliniek. Hij beantwoordt tien vragen over dit onderwerp.
Wat is heupdysplasie? Ten Ham: “Een ontwikkelingsstoornis van de heup die vermoedelijk ontstaat in de baarmoeder of vlak na de geboorte. Het heupgewricht bestaat uit een heupkop die draait in de heupkom. Bij heup dysplasie is de heupkom niet diep genoeg, waardoor de heupkop niet voldoende overdekt wordt door de heupkom. Hierdoor werkt het heupgewricht niet goed en kan er gemakkelijk een zogeheten heup luxatie ontstaan. Daarbij staat de heupkop buiten de heupkom.”
Hoe wordt de diagnose gesteld? Ten Ham: “Het is belangrijk dat heupdysplasie vroeg wordt ontdekt. Elke baby wordt direct na de geboorte en tijdens het bezoek aan het consultatiebureau onderzocht. De arts controleert dan of de beentjes goed gespreid kunnen worden en of er een verschil in lengte van de beentjes is. Ook kijkt de arts of er een extra bilplooi aanwezig is. Bij één van deze symptomen of als het kind behoort tot de risicogroep, dan volgt een verwijzing naar een orthopeed. Die onderzoekt het kindje, laat een röntgenfoto of echo maken en beoordeelt of er wel of niet sprake is van een dysplasie. Een röntgenfoto geeft pas na de tweede levensmaand voldoende informatie.”
Hoe vaak komt heupdysplasie voor?
Orthopedisch chirurg Arno ten Ham
Ten Ham: “Heupdysplasie treedt in Europa op bij twee tot vier procent van de geboortes. Er zijn echter grote regionale verschillen. Het komt vaker bij meisjes voor dan bij jongens en vaker bij het eerste
Ernstige dysplasie links (voor de lezer rechts op de afbeelding) bij een kindje van drie maanden. De heupkopjes en heupkommetjes zijn met rood aangegeven.
kind. Ook komt het vaker voor bij de linkerheup dan bij de rechter.”
Wat is de oorzaak? Ten Ham: “Het is niet precies bekend wat de oorzaak is van deze aangeboren heupafwijking. Wel is bekend dat de kans op heupdysplasie groter is als een kind in stuitligging heeft gelegen of als er in de familie aangeboren heupafwijkingen voorkomen. Ook als een kind een andere aangeboren afwijking heeft aan bijvoorbeeld voet of rug, is de kans op heupdysplasie groter.”
Moet heupdysplasie behandeld worden? Ten Ham: “Als een heupdysplasie niet of onvoldoende wordt behandeld, kan een kind op jongvolwassen leeftijd al klachten krijgen van pijn en vroegtijdige slijtage van de heup. Zodra de diagnose heup dysplasie is vastgesteld, begint de behandeling. Bij voorkeur vindt die plaats in het eerste levensjaar, in Nederland meestal vanaf de derde maand.
mm lente 2015
De behandeling duurt gemiddeld zo’n zes tot zestien weken en is gericht op het spreiden van de benen, waardoor de heupkop optimaal in de heupkom wordt gepositioneerd.”
Hoe ziet die behandeling eruit? Ten Ham: “Eerst wordt een spreidbroekje aangemeten dat ervoor zorgt dat de beentjes in spreidstand blijven. Hierdoor wordt de heupkop in het centrum van de heupkom gebracht, wat het gewricht sti muleert om zich op de juiste wijze te ontwikkelen. Als behandeling met spreidbroekje onvoldoende werkt en de heupkop uit de kom is (luxatie), bekijkt de orthopeed of tractiebehandeling een goede optie is. Het doel hiervan is om de verkorte spieren en gewrichtsbanden voorzichtig op te rekken. Hierdoor komt de – ontwrichte – heupkop weer op zijn plaats in de heupkom. Vervolgens krijgt het kindje een gipsbroek om de heup stevig op zijn plaats te houden waardoor de kop niet meer uit de kom kan gaan. Als de tractiebehandeling niet voldoende helpt óf bij kinderen op oudere leeftijd, kan gekozen worden voor een operatie; dit komt niet vaak voor. De heup wordt dan goed in de heupkom geplaatst. Na de operatie volgt ook een periode met een gipsbroek.”
Wat zijn de gevolgen voor de ontwikkeling van een kind?
Baby met een spreidbroekje
Zijn er na behandeling klachten mogelijk op latere leeftijd?
Ten Ham: “De ontwikkeling verloopt op een andere manier en soms in een andere volgorde. Tijdens de behandeling met het spreidbroekje kan het kind meestal gewoon leren zitten, kruipen, draaien, staan en zelfs lopen. Een opgelopen achterstand halen kinderen vaak snel weer in na de behandelperiode.”
Ten Ham: “Na een succesvolle behandeling is controle door een orthopeed tot de volwassen leeftijd van belang. Is de heup op vierjarige leeftijd goed ontwikkeld, dan is de kans op latere problemen klein. Er blijft wel altijd een verhoogde kans op slijtage, die we met een vroegtijdige behandeling zoveel mogelijk proberen uit te stellen.”
Is heupdysplasie en de behandeling daarvan pijnlijk?
Kan heupdysplasie ook voorkomen bij volwassenen?
Ten Ham: “Bij kleine kinderen is heupdysplasie over het algemeen niet pijnlijk. Als de dysplasie niet wordt behandeld, kan er op latere leeftijd vroegtijdige artrose ontstaan en dat veroorzaakt pijnklachten. Op de behandeling reageren de kin deren zeer wisselend. Bij een operatie krijgt het kind narcose en ook na de operatie wordt voor een goede pijnstilling gezorgd.”
Ten Ham: “Het kan zijn dat heupdysplasie pas aan het einde van de puberteit of aan het begin van de volwassenheid ontdekt wordt. Soms is dan een operatie nodig, waarbij de stand van de heupkom wordt verbeterd. De kop van de heup krijgt daardoor meer steun in de heupkom. Het doel is om verdere achteruitgang van het heupgewricht te voorkomen.”
•
21
22
mm lente 2015
DIGITAAL Patiënten over de app ‘Bewegen met Bechterew’
“Dankzij de app oefen ik meer” fysiotherapie die zij krijgen. “Als de app er niet was, zou ik thuis minder hebben geoefend, omdat ik de oefeningen snel vergat. Nu heb ik een soort spiekbriefje”, vertelt Bert (54 jaar).
Mensen met de ziekte van Bechterew die onder behandeling zijn bij de Sint Maartenskliniek kunnen sinds een aantal maanden gebruikmaken van de app ‘Bewegen met Bechterew Sint Maartenskliniek’. Patiënten kunnen hiermee de juiste oefeningen doen om hun klachten te verminderen. Bechterewpatiënt Bert van Kelegom: “Ik heb wisselende klachten, dus voor mij is het heel fijn dat ik zelf kan kiezen waar en wanneer ik bepaalde oefeningen doe.” De ziekte van Bechterew is een chronische ontsteking van het heiligbeen of SI-gewricht in het bekken en van de wervelkolom. Deze ontsteking zorgt voor een geleidelijke verstijving van het SI-gewricht en de wervelkolom. De patiënt merkt dit doordat hij/zij steeds stijver wordt in de rug en/of nek. Voor Bechterew-patiënten is het belangrijk om dagelijks oefeningen te doen die de wervelkolom soepel houden en de spierkracht en conditie verbeteren. Met de app kunnen patiënten hun oefeningen eenvoudig en op de juiste manier uitvoeren, naast de
Eerst overleg met fysiotherapeut Voordat de app gebruikt kan worden, is er een uitgebreid overleg met de fysiotherapeut om te kijken welke oefeningen geschikt zijn. Bert: “Dat vind ik echt een meerwaarde. Zo weet ik precies welke oefeningen voor mij geschikt zijn en hoe ik ze moet uitvoeren.” Linda de Bruin (48 jaar) vindt dat de app goed aansluit bij de patiëntengroep. “Juist voor de Bechterew-patiënt die angst heeft om te bewegen, is de app een uitkomst”, zegt ze. “Ik voer de oefeningen vaak uit in warmtecabines, bij een sportschool. Door de warmte kan ik lekker bewegen en heb ik achteraf weinig last van spierpijn. Af en toe heb ik nog wel spierpijn, maar de angst om te bewegen is afgenomen.” Wisselende klachten, wisselende oefeningen “Omdat ik last heb van wisselende klachten, heb ik veel baat bij de app”, meent Bert. “Door de diver siteit aan oefeningen gebruik ik de app vaak. Soms heb ik meer behoefte aan oefeningen voor de rug, soms voor de heiligbeengewrichten.” Linda sluit zich daarbij aan en zegt dat ze het bovendien fijn vindt dat de app zo laagdrempelig is. “Je kunt de oefeningen doen wanneer je zelf wilt.”
•
Speciaal voor patiënten die onder behandeling zijn bij de Sint Maartenskliniek is de app beschikbaar. De toegangscode is verkrijgbaar via de behandelend reumatoloog.
mm lente 2015
23
Vergelijking van een praktijksituatie en een testsituatie. Praktijk (rechts): Anne tilt een zware draadmand uit de vaatwasser van de afdeling Horeca. Test (links): Anne tilt in de testsituatie een zware kist, waarbij wordt gemeten tot hoeveel kilo ze kan tillen over een traject van een aantal meters.
UITGELICHT FCE-test voor jongeren met een lichamelijke beperking
Geschikt / ongeschikt werk Ruim drie jaar geleden ontwikkelde de Sint Maartenskliniek (samen met ergotherapiestudenten van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen) de FCE-test voor jongeren van Werkenrode School. Het gaat om jongeren met een lichamelijke beperking, bij wie het onduidelijk is of ze bepaald werk kunnen doen. De test helpt hen bij het bepalen van de beroepskeuze. “FCE staat voor Fysieke Capaciteiten Evaluatie”, legt revalidatiearts Margriet Poelma uit. “Met de test kun je de fysieke belastbaarheid van iemand met een beperking beoordelen. Daarmee kun je kijken welk werk geschikt is voor hem of haar.” Die test bestond alleen voor volwassenen. Voor jongeren was er nog niks, die werden alleen getest op cognitie. “Terwijl zij juist de keuze voor toekomstig werk gaan maken”, zegt ergotherapeut Gineke Bosch. “Met verschillende therapeuten hebben we de training gevolgd om de FCE-test te kunnen afnemen. Vervolgens hebben we de test aangepast op onze doelgroep, de jongeren.” Tillen en bukken Er is gekeken naar wat de doelgroep moet doen en kunnen in de praktijkvakken van Werkenrode School, zoals Metaalbewerking, Horeca en Zorg & welzijn. Margriet: “Op basis daarvan hebben we specifieke normen en tabellen gemaakt. We testen alleen wat ze fysiek aankunnen, het is een activiteitentest.” De jongeren moeten bijvoorbeeld tillen, van licht naar zwaar. Er wordt dan gemeten hoeveel ze kunnen tillen. “Ook testen we onder andere
hoe lang ze kunnen staan en of ze gebukt kunnen werken”, aldus Gineke. Spierpijn gegarandeerd “We testen zo zwaar mogelijk”, verklaart Margriet. “Zo kunnen we bepalen wat de maximale belasting is. Spierpijn na de test hoort erbij.” De test – die in het derde of vierde schooljaar wordt gedaan – levert uiteindelijk een uitgebreid en bruikbaar advies op over de mogelijkheden, en eventuele hulpmiddelen en trainingen. Gineke: “Uit de praktijk blijkt dat het advies de jongeren helpt bij het maken van een keuze voor een beroep. En dat was ook ons doel.”
•
Ook jongeren die op een andere school voor speciaal onderwijs zitten of jongeren in het reguliere onderwijs kunnen in aanmerking komen voor de FCE-test. Daarvoor is een verwijzing nodig naar de revalidatiearts.
Sint Maartenskliniek en Werkenrode School Jongeren van Werkenrode School die revalidatiedag behandeling nodig hebben, krijgen – tijdens de schooldag – therapie op hun eigen leslocatie van behandelaars van de Sint Maartenskliniek. Revalidatiearts Margriet Poelma van de Sint Maartenskliniek is ook verbonden aan Pluryn/ Werkenrode School. Zij stelt de indicatie en is betrokken bij het verdere verloop van de behandeling. Voorafgaand aan de FCE-test is er ook een consult bij Poelma om contra-indicaties uit te sluiten.
24
mm lente 2015
PATIËNTERVARING Enkelproblemen na auto-ongeluk
“Ik wilde van de pijn af en weer kunnen lopen!” In de zomer van 2012 raakte Emilia de Freitas betrokken bij een auto-ongeluk. In het ziekenhuis bleek dat haar enkel gebroken was. Emilia: “Het zag er niet heel slecht uit, ik hoefde gelukkig niet geopereerd te worden. Dacht ik…” Later bleken meerdere operaties en langdurige revalidatietrajecten noodzakelijk. Tweeënhalf jaar, drie ziekenhuizen, vier operaties en twee fysiotherapeuten later vertelt de 26-jarige Emilia haar verhaal. Emilia herinnert zich niets meer van het ongeluk. Ze had verwondingen en haar enkel bleek gebroken, maar het leek mee te vallen. Niet veel later werd duidelijk dat ze toch geopereerd moest worden; er werd een schroef in haar kuitbeen gezet. “Toen ik wakker werd na de operatie stond mijn voet scheef, in een spitsstand”, vertelt Emilia. “Omdat ik pijn en een spitsvoet bleef houden, werd besloten dat een tweede operatie noodzakelijk was.” In een rolstoel Tijdens de tweede operatie werd aan de andere kant van het been, in het scheenbeen, een schroef geplaatst. “Ook na deze operatie bleef ik pijn houden en bleef mijn voet scheef staan. Daarom kreeg ik fysiotherapie, maar dat hielp niet echt. Ik kon wel lopen, maar niet in de juiste houding”, aldus Emilia. Haar fysiotherapeut kon het niet verklaren en dacht dat er een zenuw was uitgevallen. Emilia koos voor een second opinion in een ander ziekenhuis. Daar beoordeelden ze de foto’s en de operatieverslagen. Emilia: “Er kwam niets uit. Uiteindelijk ben ik teruggegaan naar het eerste ziekenhuis, daar had ik mijn laatste hoop op gevestigd. Ik wilde graag van de pijn af en weer normaal kunnen lopen.” In die periode zat ze vanwege haar spitsvoet in een rolstoel. “Voor mijn opleiding moest ik stage lopen, maar ik werd overal afgewezen omdat ik in een rolstoel zat. Daarnaast had ik ook een kindje, dus al met al was het een zware periode”, vertelt Emilia.
Operaties drie en vier Ze onderging haar derde operatie. De schroef die tijdens de tweede operatie was geplaatst, werd verwijderd. Emilia: “Dat hielp helaas weer niet, ik bleef dezelfde klachten houden. Daarom werd een nieuwe operatie voorgesteld om de schroef van de eerste operatie te verwijderen. Ik wist niet of ik de artsen nog kon vertrouwen. Het was al meerdere keren misgegaan en operaties hadden niets opgeleverd.” Omdat ze twijfelde, vroeg Emilia advies in het ziekenhuis waar ze eerder een second opinion had gehad. “De arts daar vond een operatie ook nood zakelijk en hoopte dat daarmee de pijn zou afnemen. Daarom besloot ik toch maar voor de operatie te gaan. Helaas leverde deze operatie weer niets op. Ik had nog steeds pijn en een spitsvoet. En het ergste vond ik dat ik nog steeds niet kon lopen”, aldus Emilia.
“Ik wist niet of ik de artsen nog kon vertrouwen. Eerdere operaties hadden niets opgeleverd” Confronterende oefeningen “Na de vierde operatie kon de arts niets meer voor mij doen, behalve mij doorverwijzen naar de Sint Maartenskliniek”, verklaart Emilia. “Daar constateerde orthopedisch chirurg Witteveen dat mijn enkel vastzat. Gelukkig zei ze dat ik niet meer geopereerd hoefde te worden en ze verwees me door naar sportarts Van den Eede van de Sint Maartenskliniek. Die liet mij oefeningen doen. Dat was wel confronterend, want ik merkte dat ik sommige oefeningen niet kon.” Ook de sportarts concludeerde dat de enkel vastzat. Ze stuurde Emilia door naar sportfysiotherapeut Sander van Dijk van het Sport Medisch Centrum van de Sint Maartenskliniek, voor een fysiotherapeutische behandeling. Emilia: “Ik ben de sportarts nog steeds heel dankbaar voor die verwijzing.”
mm lente 2015
Terug naar de basis Een aantal dagen later bezocht Emilia de sportfysiotherapeut. “Hij wist niet of ik ooit nog goed zou kunnen lopen, maar we gingen ervoor”, zegt Emilia. “Tijdens de tweede behandeling kon ik mijn voeten voor het eerst sinds lange tijd weer plat en recht neerzetten, dankzij mobilisatietechnieken van Sander. Ik vloog hem om de nek, ik was zo blij dat dit na al die tijd weer kon!” Sportfysiotherapeut Sander verklaart dat de behandeling van Emilia was gericht op het teruggaan naar de basis. “Eerst moest de
mobiliteit goed zijn, daarna kon ik pas met haar gaan trainen.” Nieuw doel “Ik heb zeker anderhalf jaar een spitsvoet gehad. Elke week gaat het weer een beetje beter met me. Ik kan nu steeds langer op m’n benen staan. Ook heb ik een nieuw doel: langere stukken wandelen. Ik houd van wandelen en ik dacht dat ik het nooit meer kon, maar nu lijkt dat weer haalbaar. Nu ik elke week vooruitgang zie, ben ik weer positief ingesteld en dat doet me goed”, besluit Emilia.
•
25
26
mm lente 2015
ACHTERGROND Revalidanten schilderen allebei hun dochter na
De ‘heilzame werking’ van activiteitentherapie
Arnold van den Heurik
Revalidanten Ben Waltmann uit Nijmegen en Arnold van den Heurik uit Amersfoort schilderden tegelijkertijd hun dochter na bij de activiteitentherapie van de Sint Maartenskliniek.
niet meer. Deze therapie geeft me het gevoel dat ik wel dingen kan, zelfs nieuwe dingen. Die ontdekkingen geven me een prettig gevoel. Het is fijner dan de hele tijd proberen terug te krijgen wat je had.”
“Ik moest revalideren van het GuillainBarré syndroom”, vertelt Ben (51 jaar). “De zenuwen in mijn gezicht, armen, handen en voeten waren ineens uitgevallen. Gelukkig gaat het nu weer de goede kant op. Bij mijn dagbehandeling zat activiteiten therapie. Daar ben je even helemaal ergens anders mee bezig. Dat is heilzaam; je bent even niet aan het piekeren.”
Meer verzoekjes Beide heren hadden op de middelbare school voor het laatst geschilderd. Toch besloten ze – onafhankelijk van elkaar – een foto van hun dochter na te schilderen. Ben: “Josica is nu zes jaar, maar op de foto was ze drie. Ik vond de foto gewoon erg mooi. Ik ben tevreden met het resultaat, alleen de neus had iets groter mogen zijn. Ik heb thuis niet verteld dat ik haar heb nageschilderd; het is nog een verrassing.” Dat is bij Arnold anders. Zijn gezin heeft het schilderij van zijn jongste dochter wél gezien. “Renske heeft de jurk van haar eindbal aan. Daar kon ik helaas niet bij zijn door de revalidatie. Ze vonden het schilderij zo mooi, dat mijn drie andere kinderen nu ook een portret willen”, zegt hij trots.
Nieuwe ontdekkingen Ook Arnold (48 jaar) kwam bij de Sint Maartenskliniek om te revalideren. Door tumoren had hij een dwarslaesie gekregen. “Toen ik hier werd opgenomen, begon ik al snel met de activiteitentherapie”, zegt hij. “Met een dwarslaesie kun je ineens veel
De kracht van het creëren
Ben Waltmann
Activiteitentherapie is een vast onderdeel in de revalidatie na onder andere een dwarslaesie of CVA. De revalidant kiest een activiteit (zoals schilderen, mozaïeken of boetseren) die past bij de revalidatiedoelstelling en de persoonlijke hulpvraag. Als hij/zij bijvoorbeeld de kracht in de handen moet trainen, is boetseren een goede activiteit. Bovendien biedt het creëren mogelijkheid tot verwerking. Het draagt bij aan een betere kwaliteit van leven.
Elkaar steunen “De behandelaars van de activiteitentherapie geven je de ruimte, maar dagen je ook uit om dingen beter te doen”, meent Arnold. “Ik merk ook dat het schilderen steeds beter gaat.” Hij gaat er thuis waarschijnlijk wel mee door. Net als Ben, die ook nog het belang van het sociale aspect van de activiteitentherapie benadrukt. Arnold beaamt dat: “Het praten met elkaar helpt bij de verwerking. We hebben veel belangstelling voor elkaars werk. En we steunen elkaar als iemand erdoorheen zit.”
•
mm lente 2015
27
ACHTERGROND Meetafspraak reumatologie
Betere behandeling én meer tijd voor de patiënt In 2009 startte de Sint Maartenskliniek met de meetafspraak voor patiënten met reumatoïde artritis (RA). Hiermee hebben we de zorg voor de patiënten aantoonbaar kunnen verbeteren. Inmiddels is de meetafspraak uitgebreid met de aandoeningen artritis psoriatica en de ziekte van Bechterew. De meetafspraak vindt plaats vóór het bezoek aan de behandelaar. Tijdens de meetafspraak verzamelt een reumaverpleegkundige medische gegevens die nodig zijn voor de afspraak van de patiënt bij de reumatoloog. Reumaverpleegkundige Henny Doesburg: “Wij brengen alles wat speelt rondom het ziektebeeld in kaart, zoals medicatie, eventuele bijwerkingen, klachten en de mate van gewrichtsontsteking.” De reumatoloog kan hierdoor in één oogopslag zien hoe de afgelopen periode is verlopen. Ook wordt bloed geprikt. “De bloeduitslagen en de gewrichtsscores vormen samen de zogeheten DASscore”, legt reumatoloog Henk Martens uit. “Op basis van die score kan ik de medicatie eventueel aanpassen.” Minder administratie “De reumaverpleegkundige heeft een deel van het werk van de arts overgenomen en zet alles in het medisch dossier”, zegt Henny. “Dat gebeurt allemaal gestandaardiseerd.” Hierdoor is de reumatoloog nu veel minder tijd kwijt aan administratie. Henk: “Daardoor heb ik meer tijd voor vragen van de
patiënt. Ik kan ze sneller en gerichter helpen, want we kunnen meteen de relevante zaken bespreken.” Oude gegevens Voordat de meetafspraak was ingevoerd, werd het bloed van de patiënt pas na de afspraak bij de reumatoloog gemeten. Henk: “Daardoor konden we pas een consult later sturen op de gegevens. We behandelden dus op gegevens van drie maanden eerder. Alleen bij ernstige afwijkingen werden patiënten gebeld en moesten ze weer terugkomen. Nu liggen de belangrijkste knelpunten van de patiënt al op tafel, de scores zijn bekend. We sturen op de actuele DAS-score, dat geeft – bewezen – betere resultaten op lange termijn.” Het telefoontje Patiënten moeten voor de meetafspraak één uur vóór het consult met de reumatoloog aanwezig zijn. Henny: “Extra wachten is niet fijn, maar de meeste patiënten begrijpen dat wel.” RA-patiënt Rutger Ravenshorst (57 jaar) uit Rijssen beaamt dat. Hij is al sinds de jaren negentig onder behandeling bij de Sint Maartenskliniek. “Ik moet toch al een eind rijden, dus ik vind het niet heel erg om hier eerder en langer aanwezig te zijn. Ik lees dan gewoon een krantje”, zegt hij. “Bovendien vind ik het een fijn gevoel dat ik nu meteen weet hoe het zit met de ziekteactiviteit. En ik hoef niet meer te vrezen voor het mogelijke telefoontje dat er iets mis is.”
•
28
mm lente 2015
DAGBOEK Dennis Vloedmans
“Het gevoel van een totaal verdoofde arm is heel bizar” Fotograaf Dennis Vloedmans (39 jaar) kreeg steeds meer last van zijn rechterschouder. De orthopeed van de Sint Maartenskliniek besloot een kijkoperatie uit te voeren, die 10 november 2014 plaatsvond. Inmiddels kan Dennis weer al zijn opdrachten uitvoeren. Gelukkig maar, want hij is ook de vaste fotograaf van het MaartensMagazine…
Zondag Tijdens het fotograferen heb ik niet zozeer klachten van mijn schouder. Wel als ik wat ‘boven mijn macht’ moet doen. Bij die bewegingen krijg ik steeds vaker last van mijn rechterschouder. Zo kon ik op vakantie bijvoorbeeld niet goed zwemmen, omdat je dan je arm een heel eind strekt. En met statieven sjouwen en opzetten krijg ik ook wel steeds vaker pijn. Met fysiotherapie krijgen we het probleem niet verholpen. Röntgenfoto’s en een MRI-scan tonen aan dat de schouder instabiel is, en dat er sprake is van wat kleine slijtage. Morgen vindt een kijkoperatie plaats.
Lachen naar het vogeltje
Maandag Voor de ingreep moet ik me al vroeg melden op de verpleegafdeling. Daar mag ik meteen een vragenlijst invullen met een verpleegkun dige. En voordat ik er eigenlijk erg in heb (dankzij wat medicatie) lig ik al op de voorbereiding van het operatiecomplex. Eenmaal wakker geworden uit de narcose word ik alweer snel teruggebracht naar de afdeling. Op aanraden van de anesthesioloog heb ik gekozen voor een blokverdoving én algehele narcose. Het gevoel van een totaal verdoofde arm is heel bizar. Je arm is loodzwaar en is een slap gewor den ledemaat dat in de sling (mitella) op je borst ligt. Mijn orthopeed Ludo Penning doet verslag van de operatie. Aan de slijtage hoefde niets verholpen te worden. Wel bleek dat het kapsel van mijn schou der was gescheurd, waarschijnlijk door een flinke klap. Ik herinner me alleen een val met snowboarden als mogelijke oorzaak, maar dat is al lang geleden. Maar goed; hij heeft het ter plekke gerepareerd door het kapsel met ankertjes weer vast te maken aan het bot. Een zogeheten ‘capsular shift’.
ing
verpleegafdel Melden op de
mm lente 2015
29
Dinsdag Tijdens het gesprek met de orthopeed vertelde hij dat het verstandig is een nacht te blijven op de verpleeg afdeling. De pijn die door het boren in het gewricht opkomt na het uitwerken van de blokverdoving kon weleens pittig zijn… En dat was het ook! Sinds de verdoving was uitgewerkt, voelde ik een diepe pijn in de schouder. En dat werd er niet minder op. Van de verpleging kreeg ik de nodige morfine toegediend. Maar dat bleek niet de – door mij – gewenste uitwer king te hebben. Na een slapeloze nacht kreeg ik vanochtend toch een hogere dosis. Nu kan ik pijnvrij naar huis.
en! rd drukk Niet te ha
Donderdag (twee maanden later) Door alle fysiotherapie kan ik de arm voor zo’n tachtig procent alweer goed gebruiken. Fotograferen lukt ook prima. De eerste weken deed ik nog wat voorzichtig, maar nu kan ik weer al mijn opdrachten uitvoeren. Een beetje oppassen is het nog wel met zware tassen en statieven. Helemaal pijnvrij ben ik niet, maar dat schijnt ook nog wel een tijdje te kunnen duren.
Uitleg van de fysiotherap eut
Dinsdag (een week later) Van mijn fysiotherapeute Mirjam Jacobs kreeg ik al aan mijn bed na de operatie informatie over mijn fysiobehandeling. Zo mocht ik de dagen na de ingreep thuis al voorzichtig wat – draaiende – bewegingen maken met de arm. Dat doe ik staand voorovergebogen, terwijl ik met mijn goede arm de elleboog van mijn geopereerde arm ondersteun. Op deze manier maak ik het gewricht, de spieren en het weefsel al een beetje soepel. De komende weken kan ik dit steeds verder uitbouwen met gerichte oefeningen, om het kapsel weer sterker te maken.
Fotografere
n lukt wee r prima
30
mm lente 2015
Het SMC is gevestigd in deze sporthal in Nijmegen-Noord
Sportfysiotherapeut Mike Kattenbelt
LOCATIES Nieuwe dependance Sport Medisch Centrum
Specialistische zorg voor sporters in Nijmegen-Noord De Sint Maartenskliniek opent in maart een nieuwe depen dance van het Sport Medisch Centrum (SMC), in NijmegenNoord. Bij het SMC kunnen amateursporters, topsporters en mensen die revalideren na een operatie terecht voor blessure- en/of beweegadvies door gespecialiseerde sport fysiotherapeuten. Deze expertise wordt nu – na het succes van de dependance in Beuningen – dus ook beter toegankelijk voor clubs en individuele sporters ten noorden van Nijmegen. Preventie en behandeling van blessures bij sporters vraagt om specifieke kennis. De Sint Maartenskliniek heeft veel specialistische kennis en ervaring in huis op het gebied van houding en beweging, maar ook van sportgerelateerde aandoeningen. “Onze sportartsen en fysiotherapeuten begeleiden al meer dan tien jaar met succes sporters; jeugd én volwassenen”, aldus sportfysiotherapeut Mike Kattenbelt. De nieuwe locatie van het SMC is gevestigd in een sporthal (aan de Griftdijk Noord) op een centrale locatie, tussen de bruggen over de Waal. Dat maakt het centrum goed bereikbaar vanuit NijmegenNoord en de omliggende regio. Mike: “In die regio hebben we al intensief contact met een aantal clubs. Met deze nieuwe locatie hopen we dat dat zich nog verder ontvouwt.” Topsportkeurmerk ook voor amateurs Door de nauwe samenwerking met de Sint Maartenskliniek heeft het SMC Maartenskliniek
toegang tot hoogwaardige expertise op het gebied van orthopedie, reumatologie en revalidatiegeneeskunde. Verder bezit het SMC als één van de weinige instellingen in Nederland het officiële keurmerk Topsport Medisch Samenwerkingsverband (TMS). Deze certificering betekent dat de sportzorg in het SMC van de hoogste kwaliteit is. “Hoewel we wel topsporters behandelen, is het keurmerk ook van toepassing op alle amateursporters en andere mensen met vragen over hun bewegingsklachten en sport. Zij krijgen dezelfde aanpak en behandeling als topsporters”, legt Mike uit. Niet alleen voor sporters Naast sporters begeleidt het SMC ook mensen die revalideren na een operatie of die moeten leren bewegen met een chronische aandoening, zoals reuma. Wil een patiënt na een orthopedische operatie aan bijvoorbeeld heup, knie, schouder of elleboog snel terugkeren naar sport, werk of andere bezigheden? Dan is op de patiënt afgestemd trainingsadvies of fysiotherapie op maat essentieel. Voor mensen met reuma is het door de pijn en angst vaak lastig om voldoende te bewegen. De beweegprogramma’s die het SMC aanbiedt, helpen reumapatiënten om hun grenzen te verkennen in een veilige omgeving, onder behandeling van een specialist. Ook hiervoor kunnen mensen vanaf de opening terecht in Nijmegen-Noord.
•
mm lente 2015
CONTACTINFORMATIE
De Sint Maartenskliniek is als enige ziekenhuis in Nederland volledig gespecialiseerd in houding en beweging. Patiënten kunnen bij ons ziekenhuis terecht voor behandeling van eenvoudige tot zeer complexe aandoeningen op het gebied van orthopedie, reumatologie en revalidatiegeneeskunde.
Reumatologie Polikliniek Nijmegen
Verwijzing Afgezien van het sportmedisch centrum Maartenskliniek geldt voor elke aanvraag voor een afspraak, dat u een verwijzing nodig heeft van uw huisarts of specialist.
Telefoon (024) 365 94 09 (ma - vrij, 08.30 -16.30 uur)
Polikliniek Woerden Telefoon (0348) 42 78 00
Polikliniek Leidsche Rijn
Orthopedie Voor het aanvragen van een afspraak op de locaties in Nijmegen en Woerden kunt u ook het formulier op onze website invullen: www.maartenskliniek.nl praktische info afspraak aanvragen
Polikliniek Nijmegen Telefoon (024) 365 96 59
Polikliniek Woerden
Telefoon (0348) 42 78 00 www.maartenskliniek.nl praktische info afspraak aanvragen second opinion orthopedie
Polikliniek Mijdrecht Telefoon (0348) 42 78 00
Polikliniek Boxmeer Acute zorgpoli Met acute letsels (kneuzingen, verstuikingen, snijwonden en botbreuken, uitgezonderd breuken aan het hoofd) kunt u 24 uur per dag terecht bij de Acute zorgpoli. Telefoonnummer (024) 365 93 91
Telefoon (0485) 84 53 82
Polikliniek Panningen Telefoon (024) 365 94 09
Revalidatiegeneeskunde
Telefoon (0348) 42 78 00
Polikliniek Boxmeer Telefoon (0485) 84 53 50
Second opinion orthopedie Voor een aanvraag moeten zowel patiënt als verwijzer het registratieformulier invullen via onze website:
Pijnbehandelcentrum Nijmegen
Polikliniek Nijmegen
Telefoon (024) 365 96 59 (ma - vrij, 08.30 - 17.00 uur). Website: www.maartenskliniek.nl behandelingen pijnbehandelingen
Telefoon (024) 365 94 00 (ma - vrij, 08.00 - 16.30 uur)
Polikliniek Boxmeer Telefoon (0485) 84 52 55
RealHealth Telefoon (024) 684 16 40 Website: www.realhealth.nl
Polikliniek CWZ Telefoon (024) 365 87 68
Polikliniek Tiel
Sportmedisch centrum Maartenskliniek
Telefoon (0344) 67 38 80
ZOOM-IN Patiënten kunnen met en zonder verwijzing terecht bij de sportarts voor een consult, keuring of inspanningstest. Afhankelijk van het verzekerde pakket worden de kosten hiervoor al dan niet vergoed. Voor het aan vragen van een afspraak kunt u ook het formulier op onze website invullen: www.smcmaartenskliniek.nl afspraak maken
Volg de Maartenskliniek op twitter : www.twitter.com/maartenskliniek
Locatie Nijmegen Telefoon (024) 365 99 91 (ma - vrij, 09.00 - 16.30 uur) Website: www.smcmaartenskliniek.nl
Telefoon (024) 327 27 17 Website: zoom-in.maartenskliniek.nl
Patiëntenadviesraad
Locatie Beuningen Telefoon (024) 365 99 91 (ma - vrij, 09.00 - 16.30 uur) Website: www.smcmaartenskliniek.nl
Volg de Maartenskliniek op facebook: www.facebook.com/maartenskliniek
E-mail PAR Nijmegen:
[email protected] E-mail PAR Woerden:
[email protected]
31
OOG
VOOR DETAIL Een hallucinerend beeld dit. Heeft dat mannetje nou een hele rij oren? Gelukkig heeft hij wel maar één neus. Toch? Weet u misschien om welk detail het gaat en waar het zich bevindt? Mail dan uw antwoord naar
[email protected] o.v.v. uw naam en adres. Onder de juiste inzendingen verloten we een prijs.