maart 2013
02
PrIMAIr onDerWijS kunstonderwijs in het gedrang
Colofon
reDaCtioneel
aan Deze kUnStzone Werken De VolgenDe VakVerenigingen mee bDD Beroepsvereniging Docenten Theater en Drama // www.docentendrama.nl nbDk nederlandse Beroepsvereniging van Danskunstenaars // www.nbdk.nl Vllt Sectie nederlands van Vereniging leraren levende Talen // www.levendetalen.nl > talensecties > nederlands VlS* Vereniging leraren Schoolmuziek // www.vls-cmhf.nl VonkC* Vereniging Onderwijs kunst & Cultuur // www.vonkc.nl *Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november.
Colofon kUnStzone Tijdschrift voor kunst en cultuur in het onderwijs nummer 2, maart 2013 kunstzone wordt uitgegeven door Stichting kunstzone hoofD - en einDreDaCtie
ruud van der meer
jan verschaeren
hoofdredactie
Eindredactie
ruud van der Meer //
[email protected] Jan Verschaeren //
[email protected] reDaCtie
jan van gemert
olga de kort
henk saskia van langenhuijsen der linden
Drama
Muziek
literatuur
hoofdredacteur inhoud/structuur
paul rooYackers
thea vuik
janneke van Wijk
liesbeth kleuver
Dans
Beeldend
Beeldend/AV PO Mediawijsheid
Wilt u contact met de redactie? Zie onze website voor de emailadressen. VormgeVing en DrUk Jenny kan (Art Direction & Design) // www.jenniness.com Veldhuis Media raalte // www.veldhuismedia.nl hoi-Man hau // fotografie Verkoop aDVertentieS Jan Verschaeren kluppelshuizenweg 32 7608 rl Almelo Tel: 0546 -491745
[email protected] StiChting kUnStzone Jan Verschaeren kluppelshuizenweg 32 7608 rl Almelo Tel: 0546 -491745
[email protected]
inhoUD
In dit nummer
Redac tioneel Ruud van der Meer hoofdredacteur
06
18
22
30
46
52
Primair onderWijs Met het verdwijnen van Cultuurplein Magazine is het PO een belangrijke informatiebron kwijt. Dat is oprecht jammer. Onze Cultuurplein-collega’s hebben zich jarenlang voortreffelijk ingezet en konden rekenen op een trouwe schare lezers. Dit is een triest gemis. Bezuinigingen en internet trekken overal hun wissel op wat uitgevers kunnen uitbrengen. Bladen voorzien nog steeds in een constante behoefte aan informatie. Waar een blad verdwijnt, valt een gat. De informatie van dat blad vindt niet makkelijk de weg naar het internet. Zeker niet in eenzelfde handige, overzichtelijke vorm. De lezers van Cultuurplein Magazine staan noodgedwongen in de kou. Kunstzone trekt zich dat aan. Hoewel onze verantwoordelijkheid breder ligt dan alleen het primair onderwijs, zijn we vast van plan deze tak van sport een vaste en grotere plaats te bieden binnen ons blad. Om een goede start te maken heeft dit nummer daarom het primair onderwijs als centraal thema. Ruim dertig pagina’s met allerlei zaken rond kunst- en cultuuronderwijs in het PO. Van bezuinigingen via de huidige stand van zaken tot de financiering van vandaag. Wat mag, kan en wat je zou wensen? We bedanken uitdrukkelijk onze gastredacteuren van Cultuurnetwerk voor hun bijdragen. Ook dit instituut is opgehouden te bestaan. Het gaat - gefuseerd met het eveneens bekende Kunstfactor - verder als Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA, www. lkca.nl). Wij hopen met het nieuwe LKCA een net zo prettige relatie te hebben als met hun voorganger. Om de aandacht voor PO in Kunstzone te borgen, is er aparte redacteur PO aangetrokken. Redacteur Liesbeth Kleuver, werkzaam in het PO, gaat ervoor zorgen dat deze groep blijvend de nodige aandacht krijgt. U zult echter weinig praktische uitwerkingen van een opdracht aantreffen. Daar zijn we voorzichtig mee. Het alleen vermelden van een ‘kraker’ is verleidelijk. Maar met een les zonder visie of inzicht in de didactiek van het vak, trek je toch het fundament onder het huis vandaan. Leuk, maar het leidt nergens toe. Daarmee devalueren de kunstvakken tot een leuk kunstje om aan ouders te tonen of een aardige manier om de tijd door te komen wanneer er niets ‘nuttigs’ gedaan hoeft te worden. Kunstvakken zijn meer dat dan. Door hiermee bezig te zijn leren kinderen ook erg veel, op allerlei terreinen. Zeker meer dan voor een niet-specialist duidelijk is. Daarom proberen we altijd, wanneer we praktijklessen een plekje geven in het blad, toch een verantwoording en didactische onderbouwing erbij te geven. Een soort reisbeschrijving van waar en waarom je met een groep ergens naartoe gaat. Waarschijnlijk gesneden koek voor de kunstprofessional die op een aantal basisscholen als vakleerkracht of cultuurcoördinator werkzaam is, maar misschien een eye-opener voor de allround leerkracht. Kijk, dat mag u nu van Kunstzone verwachten: informeren maar ook een poging doen u een treetje hoger of wat verder te laten kijken. Dat verder kijken geldt overigens ook voor de specialisten die in het VO en het HBO/WO werkzaam zijn. Op de hoogte zijn, een keertje in de keuken van dat onderschatte PO kijken, kan beslist geen kwaad. Ga er maar aanstaan, les geven aan zeer heterogene groepen, vaak bestaande uit aandoenlijke pingpongballen. Dat is beslist andere koek dan 6-VWO!
thema: primair onDerWijS
en VerDer
06 OnTWIkkElIngEn In hET BASISOnDErWIJS
04 04 04 05 09 13 15 31 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56 58 59 60 62 64 65 66
Ontwikkelingen in het PO bij cultuuronderwijs
09 MET UITSTErVEn BEDrEIgD?
Leerlingsubsidie bevordertt kwaliteit cultuuronderwijs PO
12 PrESTATIEBOx Leerlingsubsidie bevordertt kwaliteit cultuuronderwijs
14 VEEl lIEFDEWErk OUD PAPIEr Interview met ICC’er Simone Rodenburg
16 EEn ElFJArIgE FIlMMAkEr Filmen door basisschoolleerlingen
18 Ah, WAT lIEF!
Ontdekkingstocht in een tentoonstelling
20 kUnST VOOr knUTSElAArS Project Kunststructeur wil belangstelling voor techniek vergroten
22 knAllEn MET kUnST Cultuur op een Brede School
24 EEn IllUSTrATOr kIJkT, EEn SChrIJVEr DEnkT Illustraties in de boeken van Koos Meinderts
helpdesk Arbeidsvoorwaarden VlS/VOnkC knAW Onderwijsprijs gaat digitaal kunstzone Strip De Starter kunstzone Cartoon krassen Digizone @Web: Je bord leegeten De Vuurvogel Film is overal hoor de stilte Best of Both Worlds Interview met Paul FOAM treedt naar buiten Besprekingen CSE’s kunstvakken 2013 Meesterlijke momenten Makkelijk Overzicht kinderboekenschrijfster wil inspireren Profielwerkstuk inspireert producers Improvisatieorkest swingt Ontmoetingsdag Studie Samenwerken in onderzoek rijk onderwijs voor alle kinderen Boeksignalementen recensies Actief met CkV
26 MEEBEWEgEn OP DE BElEIDSgOlVEn Beleid en advies richtinggevend voor PABO’s
30 CADEAU VOOr nEDErlAnD Lessen ter ere van het 200-jarig bestaan ons koninkrijk
32 BrUggErS WETEn VAn TOETEn nOCh BlAZEn Muziekonderwijs op de basisscholen anno 2013
34 MUZIEk TElT! En hOOrT In DE klAS
legenDa
Slotmanifestatie van het project Muziek telt! PO
VO
Algemeen
MBO
Beeldend
hBO
Muziek
Dans
Drama
literatuur
thema & CoVer
abonnement Binnenland: € 49,75 // Buitenland: € 72,50 het abonnementsjaar loopt van 1 januari t/m 31 december. Opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november. ISSn: 1570-7989
2
kunstzone.nl
MAART 2013
PRIMAIR ONDERWIJS kunstonderwijs in het gedrang
Stichting kunstzone. niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
maart 2013
CkV
03
themaCoÖrDinatie: ruud van der Meer CoVer: Marie, kofi en Bhodi. foto: FOAM zie: ‘FOAM treedt naar buiten’
Ruud
Media
3
helpDeSk&meer
De Starter
helpDeSk arbeiDSVoorWaarDen Voor VlS- en VonkC-leDen
knaW onDerWijSprijS gaat Digitaal
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) reikt in 2013 voor de vijfde maal de KNAW Onderwijsprijs uit aan de twaalf beste VWOprofielwerkstukken van nederland. Met deze prijs wil de knAW wetenschappelijke topprestaties in het nederlandse voortgezet onderwijs benadrukken en stimuleren. In alle vier profielen worden prijzen uitgereikt, drie prijzen per profiel.
De VONKC- en VLS-helpdesks voor belangenbehartiging en arbeidsvoorwaarden worden bemand door remko littooij. De spreekuren zijn geconcentreerd op een ochtend en een avond. Voor algemene en specifieke vragen kunt u op genoemde tijden bij de helpdesk terecht: hoe zit het met mijn FPU?, Is mijn taakinvulling wel juist? Ik heb nog steeds geen benoemingsakte, wat nu? Enzovoort. handiger is om een e-mail te sturen met de uitleg van uw probleem. Zo kan de helpdesk een duidelijk antwoord formuleren dat u naar wens telefonisch of via e-mail terugontvangt. arbeidsvoorwaarden VlS/VonkC t.a.v. remko littooij kluppelshuizenweg 32 7608 rl almelo (06) 16500695 E-mail VOnkC:
[email protected] E-mail VlS:
[email protected] telefoniSChe bereikbaarheiD helpDeSk
maandagochtend van 9 tot 10 uur woensdagavond van 17 tot 19 uur
Als de helpdesk onbemand is of in gesprek, kunt u een bericht achterlaten. Dan wordt u zo spoedig mogelijk teruggebeld.
Wat Valt er te Winnen?
• • •
leerlingen winnen een studiebeurs ter waarde van € 1500. Deze prijs is bestemd voor het eerste studiejaar aan een nederlandse universiteit of hogeschool. Docenten winnen een gezamenlijke culturele weekendreis naar een Europese stad. Scholen ontvangen een plaquette van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
Scholen kunnen de komende tijd weer hun VWO-profielwerkstukken inzenden. het inzenden verloopt dit jaar digitaal via de website www.knawonderwijsprijs.nl > inzendingen. De inzendtermijn loopt nog tot en met 14 maart 2013. kijk voor meer informatie over de prijs en meedoen op www.knawonderwijsprijs.nl.
Strip
DESTarter MARIEKEVAnalfen
Voor het eerst voor de klas, voor het eerst in de docentenkamer, die eerste indrukken: iedereen heeft het ooit ervaren, maar weet u nog hoe het was? reDaCtie en SamenStelling: janneke Van Wijk
D
e dorpsschool in de Betuwe waar ik op zat was klein. Er waren drie leerkrachten inclusief de directeur. Ik was een echt juffenkind, het leek me geweldig al die schriften na te moeten kijken! Mijn broertje en zusje moesten het dan ook vaak ontgelden en schooltje met me spelen. In de groepen 6, 7 en 8 kregen we de hele vrijdagmiddag handenarbeid van een aantal moeders. Wat ik me vooral herinner, is dat alle werkjes er altijd hetzelfde uitzagen. Voor mij was het een bron van frustratie, want ik was niet goed in borduren en figuurzagen.
De Hilversumse Schoolvereniging gaat uit van talentontwikkeling. We hebben vakleerkrachten voor muziek en handvaardigheid, een groot goed! Wat ik het meest speciaal vind, zijn de gezamenlijke muzikale openingen en afsluitingen bij de kinderboekenweek, Sinterklaas en kerstmis. Verder zijn er de musicals waarbij de leerlingen zelf de decors maken. Onze cultuurcoördinator heeft afgelopen jaar een cultuurbeleidsplan geschreven. Dit jaar zijn we bezig met de invoering ervan, zodat we als school een visie op cultuur kunnen ontwikkelen en zodat we verschillende subsidies kunnen aanvragen. Voor mijn groep 4 heb ik een uur per week ingericht voor
WAT Ik hET MEEST SPECIAAl VInD, ZIJn DE gEZAMEnlIJkE MUZIkAlE OPEnIngEn En AFSlUITIngEn BIJ DE kInDErBOEkEnWEEk, SInTErklAAS En kErSTMIS. tekenen, afgewisseld met drama. Op de PABO waren de lessen drama, muziek en beeldende vorming voor mij erg inspirerend. De leerkrachten daar hebben me aangemoedigd tijdens mijn stages de kunstvakken op te pakken en dit deed ik met veel plezier. helaas heb ik niet alle lesideeën bewaard en opgeslagen. Daarnaast zijn de kunstvakken niet mijn sterkste kant qua eigen bekwaamheid. Ik vind het altijd weer spannend om tekenen en drama te geven. Ik haal mijn lessen vaak uit de methode Moet je doen. Ik merk dat het me, ook organisatorisch gezien, steeds
4
kunstzone.nl
maart 2013
beter afgaat en dat ervaring veel leert. In het tweede deel van groep 4 begin ik met de lessen drama. De kinderen vinden het geweldig! In kleine stappen wordt gewerkt naar het spelen van een rollenspel. De taalmethode bevat ook lessen die uitgewerkt kunnen worden als dramales. Elk jaar werkt de Hilversumse Schoolvereniging aan een schoolbreed cultuurproject. De vakdocenten passen hun programma aan, er zijn excursies die aansluiten bij het thema en er is een gezamenlijke afsluiting met een tentoonstelling. Ik vind het geweldig om thematisch te werken. Voor de belevingswereld van de kinderen is het fijn en ik heb gemerkt dat de kinderen enthousiast raken van het feit dat we met de hele school met hetzelfde thema bezig zijn. Vorig jaar mocht ik de opleiding tot taalcoördinator volgen. het was een heftig jaar, omdat ik voor het eerst fulltime mijn eigen groep kreeg. Taal is een breed en belangrijk vakgebied. Als eindproduct heb ik een taalbeleidsplan geschreven dat we dit jaar teambreed oppakken en invoeren. Wat ik jammer vind, is dat we veel bezig zijn met de administratieve kanten van het vak. Ik ben ervan overtuigd dat ik meer uit de lessen en kinderen zou kunnen halen als ik meer tijd zou hebben om de lessen voor te bereiden en rustig met leerlingen te werken en te praten. De groepen worden steeds groter. In mijn eerste jaar had ik 25 kinderen, vorig jaar 29 en dit jaar 32. Voor een klassenassistent is geen geld. hoewel ik ontzettend mijn best doe om zoveel mogelijk iedereen te spreken en te zien op een dag, is er voor veel dingen te weinig ruimte. Bij de lessen tekenen zou de begeleiding beter kunnen als er minder kinderen in de klas zouden zitten. gelukkig zijn het 32 schatten. v
cv marieke geboortedatum: Woonplaats: opleiding: beroep: Werkplek: favoriete tv/film: favoriete muziek: favoriet boek: favoriet gerecht: passies/hobbies: onmisbaar ding:
19 mei 1987 hooglanderveen PABO en Post-hBO Taalcoördinator leerkracht basisonderwijs De hilversumse Schoolvereniging MBO Cibap vakschool Zwolle (werk en stage) I am Sam James Morrison, Jack Johnson, Blöf, Trijntje Oosterhuis Chocolat lasagne en risotto lezen, dansen, paardrijden digibord, een geweldige uitvinding
5
Po: kunstonderwijs in het gedrang dossier
dossier Po: kunstonderwijs in het gedrang
Brede School Kloosterveen Assen - Foto: LKCA
4
kerndoelen binnen het leergebied kunstzinnige oriëntatie. cultuureducatie. 3. Het stimuleren van leraren om hun bekwaamheden op het
basisonderwijs
gebied van cultuureducatie te onderhouden en te verdiepen. 4. Het bevorderen dat culturele instellingen komen tot een op
Er gaat voor cultuureducatie in het basisonderwijs veel veranderen. Lag de afgelopen jaren het accent vooral op het aantal actieve scholen en op culturele activiteiten, de komende jaren gaat het om de kwaliteit van cultuureducatie. De regie moet weer naar de school. Die is zelf verantwoordelijk voor cultuureducatie binnen de prestatiebox. De kwaliteit wordt bevorderd door beter uitgewerkte kerndoelen en leerlijnen. Kan cultuureducatie de strijd aan met taal en rekenen? AUTEUR: EEKE WERVERS
6
3
2. Het stimuleren van het werken met een doorgaande leerlijn
ontwikkelingen in het
Of cultuureducatie de strijd aan kan met taal en rekenen, hangt sterk af van de school. Wanneer je als school een duidelijke visie op en een beleidsplan voor cultuureducatie hebt, sta je sterk ten opzichte van andere vakken. Een voorbeeld van zo’n school is een basisschool in Breda. Cultuurcoördinator Jolanda werkt er twaalf jaar, waarvan de laatste vijf jaar als ICC’er (interne cultuurcoördinator). De ICC-cursus heeft haar veel gebracht. Tot die tijd was ze coördinator voor de kunstactiviteiten. Dat draaide eigenlijk vooral om het kunstmenu. Als ICC’er is ze verantwoordelijk voor het schrijven van het cultuureducatie beleidsplan en de jaarplannen die daaruit voortvloeien. Verder coördineert ze het kunstmenu. Ze bespreekt met alle collega’s wat de wensen zijn, en welke activiteiten daar het beste bij passen. Ze verzorgt de deskundigheidsbevordering op haar school en ze neemt zelf deel aan nascholing en ICCnetwerken. In haar beleidsplan staat de visie op cultuureducatie die aansluit bij de visie van de school. De school vindt talentontwikkeling belangrijk. Dus vanuit cultuureducatie wordt daarop aangesloten. Bijna honderd procent van de leerlingen op de school heeft allochtone ouders. De helft daarvan heeft als opleiding alleen basisschool. Taal en rekenen zijn belangrijk,
2
1. Brede School Almere - Foto: LKCA 2. De Krim - Foto: LKCA 3. De Krim - Foto: LKCA 4. Brede School Kloosterveen Assen - Foto: LKCA
Wat betekent het voor de praktijk?
De praktijk
1
maar de school wil wel balans: ook aandacht voor de andere vakken. Daarom is ervoor gekozen om ’s morgens te werken aan taal en rekenen, en de middag te besteden aan wereldoriëntatie en kunstzinnige oriëntatie. Programma OCW
Moet deze school veel doen binnen de nieuwe plannen van OCW? Voor de komende vier jaar heeft het ministerie van OCW het Programma Cultuureducatie met kwaliteit ontwikkeld. Doel van dit programma is om kwalitatief goede cultuureducatie een vaste plek te geven in het primair onderwijs. De afgelopen jaren is er veel aan de randvoorwaarden gedaan, onder meer door de € 10,90 per leerling per jaar voor cultuureducatie, de ICC-cursus, het schrijven van een cultuurbeleidsplan en een activiteitenplan voor school. Leerlingen gingen naar theater of museum, kunstenaars kwamen in de klas. Nu is het tijd voor de kwaliteit van de kunstzinnige oriëntatie. Veel kunstactiviteiten werden ‘uitbesteed’, nu moeten cultuurcoördinatoren en leerkrachten meer zelf aan de bak. Het Programma Cultuureducatie met kwaliteit, in 2011 ontwikkeld onder staatsecretaris Zijlstra, kent vier speerpunten: 1. Het bevorderen van de beoordeling van het behalen van de
kunstzone.nl
de kerndoelen afgestemd aanbod voor scholen in het primair onderwijs. De regie op cultuureducatie komt weer bij de school, bij de directeur, bij de ICC’er en bij de leerkracht. Voor de school in Breda is dit niet onbekend, zeker niet. Voor veel andere scholen wel, zoals blijkt uit het onderzoek hieronder van TNS NIPO. Situatie op scholen
Staatsecretaris Zijlstra gaf opdracht aan de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur om een advies over bovenstaande speerpunten. De raden lieten eerst een onderzoek uitvoeren door TNS NIPO naar de situatie van cultuureducatie in het basisonderwijs. Een belangrijke uitkomst is dat bijna twee van de vijf scholen veel belang hechten aan cultuureducatie, en dat het merendeel van de scholen cultuureducatie ‘gewoon’ belangrijk vindt. Verder zegt een op de drie scholen heel bewust bezig te zijn met cultuureducatie. Als beoordeling van de tevredenheid over cultuureducatie op school geeft men net geen zeven. Een ruime meerderheid van de scholen is tevreden over de hoeveelheid tijd die wordt besteedt aan cultuureducatie, een kwart vindt dat hun school onvoldoende tijd besteedt aan cultuureducatie. Als belangrijkste belemmeringen voor goede cultuureducatie noemen ze gebrek aan tijd en geld. De scholen willen graag een voorbeeld-leerplan. Een groot deel wil bij cultuureducatie ondersteuning van culturele of cultuureducatieve instellingen. Bij bijna alle scholen is er samenwerking met culturele instellingen. Als reden voor samenwerking noemen de meeste scholen dat culturele instellingen iets kunnen bieden dat leraren niet kunnen. Toch vindt het merendeel van de scholen ook dat met eigen leerkrachten goede cultuureducatie gegeven kan worden. Evaluatie van de doelen is lastig, omdat op slechts twee van de vijf scholen doelen voor cultuureducatie gedefinieerd zijn. Een krappe meerderheid van de scholen werkt met een
maart 2013
Hoe veranderingen te financieren?
Veranderingen in het onderwijs vragen inzet van uren, en daarmee geld. Is er geld beschikbaar voor deze ontwikkelingen? Het budget uit de Regeling Versterking cultuureducatie primair onderwijs uit 2004 blijft beschikbaar. Via het Programma Cultuureducatie met Kwaliteit ontvangen schoolbesturen vanaf schooljaar 2012-2013 tot en met 2015-2016 een subsidie van € 10,90 per leerling per jaar voor cultuureducatie. Sinds schooljaar 2012–2013 maakt dit budget deel uit van de prestatiebox en komt bovenop de lumpsum die scholen ontvangen vanuit OCW. Het doel van dit budget is om de samenhang en de kwaliteit te versterken van het onderwijs gericht op het bereiken van de kerndoelen in het leergebied Kunstzinnige oriëntatie. Schoolbesturen zijn verplicht informatie te verstrekken over de doelen en resultaten van deze middelen. Verder is er 10 miljoen euro beschikbaar vanuit het Programma Cultuureducatie met Kwaliteit voor een matchingregeling. Verschillende partijen (gemeente, provincie en culturele instelling) maken samen plannen voor projecten gericht op speerpunten van het programma (beoordelen kerndoelen, leerlijnen en deskundigheidsbevordering). Het Fonds voor Cultuurparticipatie is uitvoerder van de regeling van in totaal (maximaal) 20 miljoen euro. Verder is er ruim 3 miljoen euro voor aanvullende projecten (flankerend beleid) beschikbaar voor het Programma Cultuureducatie met Kwaliteit. Samen met de 18 miljoen euro voor cultuureducatie in de prestatiebox maakt dat ruim 31 miljoen euro. Het ministerie van OCW vindt cultuureducatie van groot belang voor de ontwikkeling van kinderen en zet de komende jaren vooral in op het primair onderwijs. Er is budget voor de ontwikkeling van leerlijnen, een referentiekader en voor deskundigheidsbevordering. En wat vinden de scholen en wat is hun betrokkenheid? De toekomst zal het leren.
7
Po: kunstonderwijs in het gedrang dossier
dossier Po: kunstonderwijs in het gedrang
Kwaliteitsverbeteringen door een referentiekader De Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur verwachten dat een referentiekader helpt bij het verbeteren van de kwaliteit van cultuureducatie. Het is waar dat de huidige kerndoelen zeer globaal zijn. Ze waren slecht bekend bij leerkrachten en boden weinig houvast. In de ontwikkeling naar meer autonomie voor scholen zijn de kerndoelen in 2004 herzien, zodat scholen meer eigen keuzes kunnen maken. Er zijn specifiek omschreven kerndoelen voor Nederlands en rekenen/wiskunde en een ruimere omschrijving voor het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld en het leergebied Kunstzinnige oriëntatie. Sinds juni 2009 is daar de historische canon bijgekomen ‘als uitgangspunt ter illustratie bij de tien tijdvakken’.
Binnen het leergebied Kunstzinnige Oriëntatie maken kinderen kennis met kunstzinnige en culturele aspecten in hun leefwereld. Daarnaast komen cultureel erfgoed en hedendaagse kunstzinnige en culturele diversiteit aan bod. Waar mogelijk wordt dit leergebied in samenhang met andere leergebieden vormgegeven. Dat is ook wat beide raden willen: het referentiekader maakt duidelijk dat cultuureducatie onlosmakelijk verbonden is met andere leergebieden en toont mogelijkheden voor verdiepend onderwijs. Tussendoelen en leerlijnen Het referentiekader cultuureducatie is een doorgaande lijn met betrekking tot de kennis, vaardigheden en attituden die alle leerlingen nodig hebben voor een culturele loopbaan. Een voorbeeld van zo’n doorgaande lijn is de uitwerking van de kerndoelen in tussendoelen en leerlijnen (TULE), ontwikkeld door SLO. Hierin zijn voor alle leergebieden de inhouden (kennis en vaardigheden) en activiteiten (van kinderen en leraren) uitgewerkt voor groep 1 tot en met 8 voor alle kunstdisciplines en erfgoed. De uitwerkingen van TULE geven inzicht en inspiratie, maar ze zijn niet verplicht, zodat een school ook andere keuzes kan maken. Naast TULE zijn er op veel plaatsen leerlijnen ontwikkeld, vooral door cultuureducatieve instellingen die veel samenwerken met het onderwijs. Voorbeelden zijn leerlijnen van de Brabantse grote steden, Rotterdam en Amsterdam. In het meerjarig onderzoek Cultuur in Spiegel heeft de Rijksuniversiteit Groningen samen met SLO een leerplankader ontwikkeld voor een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs gericht op leerlingen van 4 tot 18 jaar. Uitgangspunt van de theorie is het belang van het ontwikkelen van cultureel bewustzijn. Cultureel bewustzijn heeft te maken met hoe wij de wereld, elkaar en onszelf waarnemen, met wat we doen, met hoe we de wereld betekenis geven en welke waarde we aan dingen hechten. De theorie gaat uit van vier basisvaardigheden in de manier waarop we omgaan met onze omgeving die worden vormgegeven met verschillende media. De inhoud van cultuuronderwijs is altijd gebaseerd op een combinatie van onderwerp, vaardigheid en medium. Combinaties zijn op alle mogelijke manieren te maken, waarmee de keuzemogelijkheden voor de inhoud van cultuuronderwijs groot zijn. In aansluiting op de belevingswereld van de leerlingen en de thema’s die leven, kan elke school zo zijn eigen leerlijn cultuuronderwijs samenstellen. Het leerplankader verschijnt in het najaar van 2013. Een volg- en beoordelingsinstrumentarium waarmee leraren de ontwikkeling van leerlingen bij cultuureducatie beter inzichtelijk kunnen maken, volgen en beoordelen moet nog ontwikkeld worden.
8
Brede School Kloosterveen Assen Foto: LKCA
doorlopende leerlijn voor cultuureducatie, meestal omdat men vindt dat dit verdieping geeft aan het onderwijs. Tot zover het onderzoek van TNS NIPO.
als zittende leraren noodzakelijk. Iedere school zou een cultuurexpert moeten hebben, maar ook moeten alle leerkrachten deskundiger worden. Lerarenopleidingen kunnen trajecten ontwikkelen voor leraren, kunstvakdocenten en medewerkers van culturele instellingen. 3. Stel de culturele infrastructuur in dienst van de school. De raden vinden dat cultuureducatie teveel buiten de school is georganiseerd en vinden dat culturele instellingen hun aanbod (meer) in samenspraak met het onderwijs moeten ontwikkelen. Meer vraaggericht dan aanbodgericht werken, meer samenwerken met elkaar en met het onderwijs. Het advies van beide raden over cultuureducatie heeft veel losgemaakt. Grote partijen als de PO-Raad en de koepel AVS (Algemene Vereniging Schoolleiders) reageren positief. De regie bij de school spreekt iedereen aan, maar een cultuurexpert vinden ze te hoog gegrepen. Er is bezorgdheid over werkdruk en benodigde financiën (zie vervolgartikel). Opvallend is dat ze vooral mogelijkheden zien bij brede scholen en integrale kindcentra, en blijkbaar niet bij de gewone scholen. Maar zoals uit het voorbeeld van de school in Breda blijkt, het gaat vooral om visie en beleid. Ook een school met kinderen met een taalachterstand kan veel aan cultuur doen. v
Kerndoelen leergebied Kunstzinnige oriëntatie
54 55 56 Kerndoel 54
De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en bewegingen te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om ermee te communiceren.
Kerndoel 55
De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. Bij het werk van anderen kan het gaan om het werk van kinderen en van professionele kunstenaars.
Kerndoel 56
De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
info
Eeke Wervers is senior projectleider cultuureducatie met de aandachtsgebieden cultuureducatie in het basisonderwijs, de brede school en de PABO bij het LCKA Landelijk Kenniscentrum Cultuureducatie en Amateurkunst.
Cultuureducatie: leren, creëren, inspireren!
Op basis van eigen onderzoek en het onderzoek van TNS NIPO hebben de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur een advies Cultuureducatie: leren, creëren, inspireren! geformuleerd voor de staatssecretaris. Het uitgangspunt is dat op de basisschool een fundament wordt gelegd voor de culturele ontwikkeling, van een kennismaking met kunst en cultuur tot het ontwikkelen van de eigen talenten. Cultuureducatie levert een bijdrage aan de ontwikkeling van leergebiedoverstijgende vaardigheden zoals analyseren, evalueren en creëren, aldus de raden. Onderwijs in kunst en cultuur is steeds meer weggeorganiseerd van de scholen en leraren naar culturele instellingen. De raden doen daarom de volgende aanbevelingen: 1. Geef scholen meer grip op de inhoud. Laat een referentiekader cultuureducatie ontwikkelen (zie vervolgartikel), een doorgaande lijn met betrekking tot de kennis, vaardigheden en attituden die alle leerlingen nodig hebben voor een culturele loopbaan. Het referentiekader maakt duidelijk dat cultuureducatie onlosmakelijk verbonden is met andere leergebieden en toont mogelijkheden voor verdiepend onderwijs. Er is een volg- en beoordelingsinstrumentarium nodig waarmee leraren de ontwikkeling van leerlingen bij cultuureducatie beter inzichtelijk kunnen maken, volgen en beoordelen. 2. Bevorder de deskundigheid in de school. Leraren moeten hun leerlingen een brede basis aan kennis en vaardigheden op het gebied van cultuureducatie kunnen bijbrengen. Om cultuureducatie inhoudelijk en in samenhang vorm te geven is deskundigheidsbevordering van zowel aankomende
Wet op het Primair Onderwijs (WPO) In de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) wordt het belang van creativiteit en sociaal-emotionele vaardigheden benadrukt. Uit de wet: ‘Basisonderwijs bevordert brede vorming van kinderen. Het onderwijs richt zich op de emotionele en verstandelijke ontwikkeling, op de ontwikkeling van de creativiteit en het verwerven van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Door een gestructureerd en interactief onderwijsaanbod, vormen van ontdekkend onderwijs, interessante thema’s en activiteiten worden kinderen uitgedaagd in hun ontwikkeling. Voor alle doelen geldt dat scholen de verschillende inhouden en doelen zoveel mogelijk op elkaar af dienen te stemmen, in samenhang aan te bieden en te verbinden met de belevingswereld van kinderen.
kunstzone.nl
maart 2013
9
Po: kunstonderwijs in het gedrang met uitsterven bedreigd? // PO
Insect door leerling van Joop Westerweelschool.
met uitsterven bedreigd? Po: kunstonderwijs in het gedrang
Resultaten uit multiculureel project op de Hilversumse Schoolvereniging.
Medusa door leerling van Joop Westerweelschool.
metuitsterven bedreigd?
“Kinderen komen altijd blij en verwachtingsvol het vaklokaal binnen.“
Vakleerkrachten in het PO zijn schaars aan het worden. Minder dan 19% van de basisscholen heeft nog een vakleerkracht beeldende vorming. Daarbij worden ingehuurde vakmensen uit kunstinstellingen meegeteld. Niet omdat groepsleerkrachten de kunstvakken beter zelf kunnen geven, maar er is op de meeste scholen gewoon geen geld voor vakleerkrachten. Waar vind ik, vakleerkracht beeldende vorming op een niet helemaal witte basisschool, een collega in een vergelijkbare beroepspraktijk? Op een niet helemaal zwarte school! auteur: liesbeth kleuver
D
e Joop Westerweelschool uit Amsterdam en de Hilversumse Schoolvereniging (HSV) uit Hilversum hebben tenminste één ding gemeen: op beide scholen werkt nog een vakleerkracht beeldende vorming. De één wordt gefinancierd uit overheidsgeld, de ander uit een hoge ouderbijdrage. Wat levert het op?
Joop Westerweelschool
‘Op onze school zitten zo’n 35 nationaliteiten,’ vertelt Karin Bakker van de Joop Westerweelschool, ‘maar vooral kinderen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond. Veel van deze kinderen krijgen van huis uit weinig mee op het gebied van kunst. In sommige gezinnen zijn er te weinig middelen voor. En voor de Moslimcultuur gelden natuurlijk ook beperkingen met betrekking tot het verbeelden. De groepsleerkrachten hebben hun handen vol: hoofdvakken op verschillende niveaus, omgaan met achterstanden en het aanpakken van gedragsproblemen. Voor het voorbereiden van goede lessen beeldende vorming hebben zij weinig tijd. Hoewel het budget voor onze school door de veranderde wegingsfactor minder is geworden, is het gelukkig nog steeds mogelijk om vakleerkrachten voor beeldende vorming en gymnastiek in dienst te houden. Dat is echt nodig, net als de naschoolse culturele en sportieve activiteiten die via school worden aangeboden.’ Hilversumse Schoolvereniging
Op de Hilversumse Schoolverening (HSV), waar ikzelf werk,
10
Hutje van hout door leerling van de Hilversumse Schoolvereniging.
zitten weliswaar ook kinderen met verschillende nationale achtergronden (uit zo’n 10 landen), maar de ouders zijn over het algemeen hoog opgeleid. Hier krijgen de kinderen juist op cultureel gebied veel mee van thuis. Ze gaan naar voorstellingen, concerten en musea en veel kinderen volgen na schooltijd cursussen op gebied van muziek, dans en beeldende vorming. Dat ouders de kunstvakken belangrijk vinden, blijkt uit de bereidheid om een hoge ouderbijdrage te betalen waaruit vakleerkrachten voor beeldende vorming, muziek en bewegingsonderwijs worden gefinancierd. Zonder vakleerkrachten zou ook het kunstonderwijs op de HSV op een lager pitje staan. Groepsleerkrachten zijn nu eenmaal geen duizendpoten. Gebrek aan tijd, maar ook aan vakspecialistische kennis maakt het lastig om deze vakken goed te geven, terwijl de verwachtingen van ouders en kinderen hier hoog zijn. Bezuinigingen
Beide scholen beschikken voor beeldende vorming over een vaklokaal. Je moet materialen en gereedschappen onder handbereik hebben en een geschikte plek om werkstukken te bewaren en te drogen, vinden beide vakleerkrachten. Maar de ‘luxe’ van vakuren en een eigen werkplek is beperkt. Op beide scholen wordt door bezuinigingen steeds meer geworsteld met gebrek aan ruimte en tijd. Op de Joop Westerweelschool is het leerlingenaantal per groep toegenomen tot 24. Dat lijkt in landelijk opzicht niet veel, maar de kinderen hebben intensieve begeleiding nodig. Daarom werkt Karin Bakker samen met de
kunstzone.nl
groepsleerkracht: de ene keer gezamenlijk in het vaklokaal, qua ruimte wel wat krap, de andere keer verdelen zij de groep. Dan werkt de groepsleerkracht aan dezelfde opdracht in het eigen lokaal. De laatste jaren is de lestijd voor beeldende vorming per groep teruggebracht van anderhalf uur naar een uur. Dat er op cultuur bezuinigd wordt, is ook merkbaar als het gaat om excursies. De gemeente Amsterdam heeft ervoor gekozen om te investeren in muziekonderwijs. Dat lijkt heel mooi, maar hierdoor is het budget voor theater- en museumbezoek wel kleiner geworden. Op de HSV duren de lessen beeldende vorming 45 minuten. Vijf jaar geleden kregen alle kinderen beeldende vorming in halve groepen van maximaal 16 kinderen. De groepsleerkracht was met de andere helft in eigen lokaal gewoon aan het werk en kon kinderen in een kleine groep bijvoorbeeld met taal of rekenen extra ondersteunen. Omdat er meer klassen in hetzelfde aantal vakuren les moeten krijgen, komen enkele groepen nu in zijn geheel. De groepsleerkracht die dan geen klas heeft, geeft remedial teaching aan kinderen uit een andere klas. Zo blijft het mes aan twee kanten snijden. Meer kinderen in het vaklokaal betekent helaas wel minder aandacht en minder werkruimte per kind. Ook op de HSV is het excursiebudget minder geworden. De CEPO-gelden lijken geoormerkt voor cultuur, maar sinds ze in de Prestatiebox zitten, kan een schoolbestuur andere keuzes maken. Leren met plezier
Ondanks alles blijft beeldende vorming een fijn vak om te geven. Kinderen komen altijd blij en verwachtingsvol het vaklokaal binnen. Dat groepsleerkrachten beter zelf de kunstvakken zouden kunnen geven, zodat er meer aansluiting is bij de andere vakken, is onzin. ‘Ik kan niet bij alle thema’s aansluiten,’ zegt Karin Bakker, ‘daarvoor is er te weinig lestijd per week. Maar zeker bij de jongere kinderen volg ik vaak de feesten en seizoenen. Omdat ik uit diverse methodes en een groot eigen repertoire kan
maart 2013
putten, maken de kinderen geen thematische knutsels, zoals op veel scholen wel het geval is, maar echt beeldend werk. Verhalen en voorbeelden uit de kunst gebruik ik ook als inspiratiebron. Het is mooi om in het werk van de kinderen de multiculturele achtergrond terug te zien. Jaarlijks wordt er ook aan schoolbrede thema’s gewerkt, zodat er zeker samenhang is tussen de vakken.’ Ook op de HSV wordt over en door kunst geleerd. Naast thema’s uit de kunst kunnen onderwerpen uit aardrijkskunde, biologie en geschiedenis aan bod komen. Tijdens beeldende vorming ben je ook altijd met taal bezig, want bij ons vak hoort een ‘eigen’ vocabulaire. In de hogere klassen wordt soms gewerkt op schaal en zijn kinderen ongemerkt aan het meten en rekenen. Voor de jaarlijkse cultuurprojectweken wordt het onderwerp (bij voorkeur multicultureel) vakoverstijgend gekozen. Als vakleerkracht kun je bij zo’n onderwerp makkelijk eigen lessen maken, juist omdat je beeldaspecten, materialen en technieken goed beheerst. Andere scholen moeten expertise tijdens projectweken vaak inhuren. Kwaliteit
Vakdocenten die op projectbasis in huis gehaald worden, kennen de kinderen niet. Nu er steeds meer leerlingen met rugzakje in het regulier onderwijs zitten, is continuïteit juist zo belangrijk. Als vakleerkracht volg je de kinderen goed, weet je wat ze nodig hebben en waar hun interesse ligt. Op de Joop Westerweelschool is het maken van een eigen kamertje in een schoenendoos een gewilde opdracht. Kennelijk maakt het niet uit of je groot of klein behuisd bent, veel of weinig spullen hebt. Op de HSV zijn de kinderen ook dol op het maken van ‘speelgoed’: de hut gemaakt met houten stokjes is favoriet. Wat kinderen willen leren, lijkt niet erg te verschillen. Wat scholen kunnen aanbieden, verschilt wel. Vakleerkrachten kunnen een doorgaande leerlijn bieden zonder star een methode te hoeven volgen. Ze verminderen de werkdruk van groepsleerkrachten. Een goede basis voor cultuureducatie met kwaliteit! v
11
krassen
Po: kunstonderwijs in het gedrang prestatiebox // po
Kra ssen
cultuureducatie bij alle culturele instellingen, landelijk en lokaal. Scholen worden daarom vanuit de prestatiebox ondersteund bij het bereiken van de kerndoelen binnen het leergebied Kunstzinnige oriëntatie.
Scholen kunnen de middelen uit de prestatiebox naar eigen inzicht besteden. Wel zijn scholen verplicht om verslag te leggen van hun ambities en doelstellingen, resultaten en daarvoor ingezette middelen. BUDGet
Foto: Hoi Man Hau
Prestatiebox moet kwaliteit cultuureducatie bevorderen Met ingang van dit schooljaar ontvangen basisscholen via de Regeling Prestatiebox Primair Onderwijs jaarlijks € 10,90 subsidie per leerling voor cultuureducatie. Wat houdt deze regeling precies in? AUTEUR: MICHIEL DE WIt
V
anaf het schooljaar 2012-2013 tot en met 20152016 worden de middelen van de eerdere Regeling Versterking Cultuureducatie opgenomen in de Regeling Prestatiebox primair onderwijs. Het budget van € 10,90 per leerling is bestemd voor onderwijs waarmee de kerndoelen binnen het leergebied Kunstzinnige oriëntatie in het primair onderwijs worden gerealiseerd. Het geld moet worden besteed aan het versterken van de samenhang binnen en de kwaliteit van cultuureducatie. Naast cultuureducatie zijn in de Regeling Prestatiebox ook middelen opgenomen voor opbrengstgericht werken om prestaties op het terrein van taal en rekenen te verbeteren € 15,58 per leerling - en professionalisering van leraren en schoolleiders. Het budget in de prestatiebox is onderverdeeld in een bedrag per leerling en een bedrag per school.
12
Voor opbrengstgericht werken, het professionaliseren van leraren en cultuureducatie wordt een bedrag per leerling verstrekt. Daarbovenop is er per school een bedrag voor het professionaliseren van schoolleiders. Voor dit schooljaar hebben schoolbesturen het bedrag via de prestatiebox in één keer ontvangen.
Voor de middelen uit de prestatiebox is jaarlijks in totaal 18 miljoen beschikbaar. De regeling heeft een looptijd van vier jaar, met uitzondering van de middelen voor cultuureducatie. Op basis van een in 2013 uit te voeren evaluatie zal worden besloten of de regeling ongewijzigd blijft voor de schooljaren 2013–2014 en 2014–2015 of dat de beschikbaar gestelde middelen niet, niet geheel, of onder striktere voorwaarden worden verstrekt. Naast de Prestatiebox krijgen gemeenten en provincies circa 10 miljoen euro per jaar om culturele instellingen op lokaal niveau te ondersteunen vanuit het Programma Cultuureducatie met kwaliteit. Dit is de zogenaamde matchingsregeling waarbij verschillende partijen (gemeente, provincie en culturele instelling) samen plannen maken voor projecten gericht op speerpunten van het programma (beoordelen kerndoelen, leerlijnen en deskundigheidsbevordering). Daarnaast is er ruim 3 miljoen voor aanvullende projecten (flankerend beleid) beschikbaar voor Cultuureducatie met kwaliteit. Verslaglegging
Scholen kunnen de middelen uit de Prestatiebox naar eigen inzicht besteden. Wel zijn scholen verplicht om verslag te leggen van hun ambities en doelstellingen, resultaten en daarvoor ingezette middelen. Dit verslag wordt als bijlage bij het jaarverslag ingediend. Daarnaast wordt verwacht dat scholen ook vanuit de lumpsum investeren in de realisatie van de ambities. Het geld uit de Prestatiebox is bedoeld om die investeringen te versterken, te verdiepen en te versnellen.
Mirjam van Tilburg
‘To be a teacher is my greatest work of art.’ naar citaat van Joseph Beuys
Hun adem vulde de ruimtes en weerklonk tussen de hoge statige zuilen. De zolen van de schoenen piepten op de vloer en gaven ritme door de doffe stappen. In 2008 liet Martin Creed atleten om de 30 seconden door Tate Britain rennen. De performance - Work No 850 - vond plaats tijdens de openingsuren van het museum. De renners waren klein in vergelijking met de statige ruimte. Tegelijkertijd gaven zij door hun sprint van 86 meter het formaat van de ruimte aan. Met hun stappen maten ze de ruimte. De ruimte werd onderverdeeld in gelijke stukken, overzichtelijk omlijst door het loopschema van Martin Creed. Als ik hardloop, heb ik geen kunstenaar die me betaalt en de opdracht geeft. Daarom gebruik ik een hardloop-app die me vriendelijk maar streng toespreekt. Ze - het is een vrouwenstem - zorgt voor discipline en een gezonde houding. Ze maakt hiervoor gebruik van ‘systemen’, zoals Michel Foucault het omschrijft: ze verdeelt de tijdsduur in gelijke stukken, ze zorgt dat ik volgens een schema loop dat aansluit bij mijn niveau. Deze bestaat uit elementen die zo eenvoudig mogelijk zijn. Zo hoef ik zelf niet meer na te denken en kan ik me concentreren op het rennen. Die discipline is mooi. Een getraind lichaam dat rent, is prachtig om naar te kijken: de controle over de beweging, de regelmaat, het kunnen van een menselijk lichaam. Soms verlang ik naar een rondje rennen door Tate Britain, met in mijn oren een strenge vrouwenstem. Wat zou ze zeggen? Hoe zou ze me gedisciplineerd door een museum laten gaan? Allereerst moet ze mijn niveau meten. Daarna zal ze een schema ontwerpen dat hierop aansluit. De tijdsduur dat ik in het museum ben, zal verdeeld worden over gelijke stukken en de elementen van mijn bezoek zijn zo eenvoudig mogelijk. Zo zal ik een gecontroleerd en geregeld bezoek aan het museum hebben. Hoe vriendelijk die vrouwenstem ook is, ik beperk onze relatie maar tot het hardlopen, ze is een slechte museumeducator. Ze zal ervoor zorgen dat ik zelf niet hoef na te denken.
Voor meer informatie over de Regeling prestatiebox primair onderwijs (2012-2016) ga naar www.cultuurplein.nl of naar www.duo.nl (toelichting, vraag en antwoord, tabellen). v
Mirjam Waarvoor is de prestatiebox bedoeld?
Stevig fundament
Voor de komende periode is in het onderwijsbeleid van de overheid de belangrijkste ambitie om de kwaliteit van het primair onderwijs te verbeteren. Daarvoor moeten de prestaties van de leerlingen over de hele linie omhoog. Het nieuwe beleid, zoals reeds vastgesteld door het vorige kabinet, wil kinderen en jongeren ook op het gebied van cultuur een stevig fundament bieden. Voorwaarden daarvoor zijn een goede verankering van cultuureducatie in het onderwijs en aandacht voor
kunstzone.nl
De Prestatiebox is een bedrag voor basisscholen, naast de reguliere lumpsumbekostiging, en bestemd voor: • opbrengstgericht werken; • professionalisering van leraren en schoolleiders; • versterking van cultuureducatie (€10,90 per leerling).
maart 2013
Mirjam van Tilburg is hogeschooldocent en coördinator bij Willem de Kooning Academie / Opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving.
13
digizone
Po: kunstonderwijs in het gedrang veel liefdewerk // po
De laatste ontwikkelingen vanuit Digischool.
Keurmerkgroepen Digischool Wil je samen met een groep enthousiaste collega’s een bijdrage leveren aan de beschikbaarheid van geschikt digitaal leermateriaal voor jouw vakgebied? Meld je dan aan als lid van een Digischool-keurmerkgroep. Foto’s: LKCA
Leden Digischool-keurmerkgroep
veelOud liefdewerk Papier ‘Kunst en cultuur een vaste plek op school geven is mijn missie’ Simone Rodenburg (43) is cultuurcoördinator en parttime groepsleerkracht in de groepen 1-2 en 5-6 van Openbare Basisschool Apollo 11 in De Meern. Na de kunstacademie - waar ze advies kreeg voor de richting ‘autonoom’ - ging ze aanvankelijk als kledingontwerper in de modebranche werken. ‘Want er moest brood op de plank komen.’ Die modewereld vond ze echter maar snel en oppervlakkig. Vervolgens is ze de avondopleiding van de PABO gaan doen en inmiddels zit ze alweer twaalf jaar in het onderwijs. AUTEUR: MICHIEL DE WIT
A
pollo 11, een Daltonschool, heeft net een nieuw pand betrokken, en is nu een brede school met ook ruimte voor een kinderdagverblijf en BSO. Daltononderwijs wordt gekenmerkt door (keuze) vrijheid in gebondenheid, samenwerking en zelfstandigheid. Voor het culturele programma van de school, dat alle leerjaren bestrijkt, is Apollo 11 onder aanvoering van Simone Rodenburg een samenwerking aangegaan met FOTODOK en De Dansers. Eerder gebeurde dat in het kader van het Utrechtse cultuureducatieconcept Creatief Partnerschap. Recent is de aanvraag voor een vierjarige subsidie binnen het Programma Cultuureducatie met kwaliteit in het primair onderwijs gehonoreerd. In het plan is de Dalton-visie gecombineerd met de theorie van meervoudige intelligentie, beeldend denken en opbrengstgericht werken. Aan het begin van het gesprek legt Simone tientallen boeken op tafel neer, heeft een stapel losse blaadjes met aantekeningen voor zich liggen en een paar A4-tjes met geprinte citaten die haar inspireren. Daar citeert ze ook gretig uit. En hoewel ze een vrouw van de praktijk is, lepelt ze met groot gemak ook nog allerlei andere citaten, namen, titels, theorieën en visies op. Met dit alles schetst ze een caleidoscopisch beeld van ‘wie zij
14
is’. Want haar loopbaan in kunst en cultuur omschrijft ze als een zoektocht naar jezelf, naar wie je bent en wat je wil. Anders dan anderen
‘Logica brengt je van A naar B, verbeelding brengt je overal,’ is haar lijfspreuk. ‘Dat had ik vroeger al op de wc hangen. Op school was ik anders dan andere kinderen, chaotisch, beeldend en niet zo'n lezer. Ik vond mezelf niet zo slim en keek anders naar de wereld dan andere kinderen.’ Simone verzamelt van alles: boeken, tekstjes, uitspraken. De ideeën van Howard Gardner over meervoudige intelligentie vormen een leidraad bij haar werk. Ze geven haar meer inzicht in hoe zij zelf functioneert en hoe dat bij haar leerlingen werkt. Ze is kritisch over het heersende onderwijssysteem dat naar haar idee te weinig adaptief is, te weinig de verschillen tussen mensen onderkent en te zeer dingen van bovenaf oplegt, zoals opbrengstgericht werken en toetsing. ‘Ik begrijp de noodzaak van opbrengsten, maar ben toch bang dat je dan gaat leren voor de toets. We zitten in het onderwijs in een spagaat tussen adaptief en opbrengstgericht onderwijs.’
anders dan uit een boekje, verbindt binnen en buiten en daagt kinderen uit tot ontdekken, onderzoeken en experimenteren. Vastgeroeste denkbeelden staan ter discussie en je formuleert nieuwe vragen. Kinderen worden zo geïnspireerd om hun ontdekkingen en ideeën vorm te geven en kijkend en luisterend de eigen identiteit, zelfstandigheid en creatieve vaardigheden te ontwikkelen.’ Dat kinderen hierbij volgens hun eigen leerstijl 'zelf ontdekkend' kunnen leren en zo onderwijs op maat krijgen, spreekt Simone enorm aan. Veel liefdewerk
Jaarlijks stelt Simone een jaarplan op in samenwerking met het Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK). Daarna kijken ze wat daaruit ook werkelijk haalbaar is. Ze maken gebruik van lespakketten en gaan met Museum voor de klas naar het museum. ‘Mijn missie is kunst en cultuur hier op school een vaste plek te geven. Maar als cultuurcoördinator heb ik op jaarbasis 25 uur. Dat heb ik alleen al nodig voor het maken van de verschillende plannen en aanvragen. Het is veel liefdewerk oud papier.’ Ze organiseren een breed scala aan activiteiten in de loop van het jaar en door alle leerjaren heen. Er zijn drie blokken van vier à vijf creamiddagen per jaar, met steeds wisselend thema, met zelfbedachte creatieve opdrachten. Daarnaast is er driemaal per jaar een schoolreisje, waarvan één op het terrein van cultuur. Ook zijn er per jaar drie projecten, waaronder in samenwerking met UCK de Kinderboekenweek. Twee projecten vullen ze zelf in. Dit jaar hadden ze bijvoorbeeld een heel programma over film en boek. En er is een vast leesprogramma, De leeskring. Tot haar grootste successen rekent ze projecten waarbij ze als team projecten uitvoeren. Zoals onlangs bij de opening van de nieuwbouw. ‘Dan zijn we in een stroom met elkaar, ouders helpen en alles lukt dan ook!’ Maar er zijn ook kleine succesjes, bijvoorbeeld in de klas als haar leerlingen mogen kiezen: zelf een boekje lezen of meeluisteren als zij in een kring voorleest. ‘Dat laatste is dan een gemotiveerd groepje. Pas geleden gaven de toehoorders aan het eind van het verhaal spontaan applaus!’ v
Digischool zoekt docenten die als lid van een keurmerkgroep binnen een vakcommunity voor het primair of voortgezet onderwijs actief willen zijn. Deze specialisten beoordelen en metadateren leermateriaal in Wikiwijs. ‘Goed’ materiaal krijgt het Digischool-keurmerk. Ook kijken zij voor welke thema’s geen of onvoldoende digitaal leermateriaal beschikbaar is. Het gaat om docenten die zich aan een thema binnen hun vakgebied willen verbinden en daarvoor de collectie digitale leermiddelen willen verbeteren. Samenwerking
De leden van de keurmerkgroepen werken samen met de leermiddelenspecialisten die, na groot animo uit eerdere oproepen, inmiddels voor nagenoeg alle vakken in het PO en VO zijn aangesteld. Zij zien toe op de gehele collectie leermaterialen over alle thema’s voor een vak. Opgave
Via www.wikiwijs.nl/task/startpaginas.psml kun je je opgeven. Community sites vernieuwd
Nieuw voor community CKV: https://ckv.pleio.nl. Nieuw voor community KUA: https://ckv2kua.pleio.nl. Nieuw voor beeldonderwijs: https://beeldonderwijs.pleio.nl. De inlog-functie werkt nog niet.
Harry
De pedagogische visie van Reggio Emilia vindt Simone ook enorm inspirerend. ‘Licht en ruimte staan centraal. Je leert
kunstzone.nl
maart 2013
15
een elfjarige filmmaker Po: kunstonderwijs in het gedrang
Po: kunstonderwijs in het gedrang een elfjarige filmmaker // po/vo
een
11
jarige
filmmaker
Zelf vormgeven aan onderwijs vanuit innerlijke motivatie Elf jaar is Robin. Hij houdt van de natuur en maakt films. Niet per se natuurfilms trouwens. Samen met anderen verzint hij een verhaal en filmt dat. Of hij maakt een film in opdracht: over een bezoek van de school aan een bank bijvoorbeeld. Robin van der Slikke is hoogbegaafd en zit op De Vrije Ruimte (www.devrijeruimte.org), een school voor natuurlijk leren in Den Haag. AUTEUR: CLAARTJE VAN DER GRINTEN
D
e Vrije Ruimte is een particuliere school voor natuurlijk leren voor leerlingen van 4 tot 18 jaar. Vijf jaar geleden is deze school opgericht met het idee dat onderwijs beter werkt als kinderen daar zelf vorm aan kunnen geven vanuit hun eigen, innerlijke motivatie. Leerlingen kunnen zich inschrijven voor vakken die op het rooster staan, maar ze kunnen ook zelf met ideeën komen. Begeleiding en lesgeven gebeurt door vaste begeleiders en ingehuurde vakdocenten die zich voor een of meer periodes aan De Vrije Ruimte verbinden.
9 jaar, keek en luisterde en wilde meedoen. Dat kon, hij mocht de camera bedienen: ‘Daarvoor had ik nog nooit iets met film gedaan. Ik wist niet eens dat het zo werkte, dat je beelden een voor een kon opnemen en later kon monteren. Ik bedacht met Olivier wat ik kon doen en toen zijn we gaan filmen. Ik ging gewoon opnemen wat zij deden. Later ging ik ook bedenken wat ik wilde opnemen en waar het moest zijn. Ik heb geholpen met monteren. Aan de aftiteling heb ik heel veel met Olivier gewerkt: muziek uitgezocht, achtergrond uitgezocht en wie er allemaal hebben meegedaan.’
Van filmrol tot filmproject
Hoe begeleid je een slimme leerling?
Vier jaar geleden kwam Cem Er, toen 15 jaar, naar De Vrije Ruimte. Hij wilde acteur worden en had behoefte aan professionele begeleiding bij het verbeteren van zijn acteerprestaties. Wij vonden Olivier Huisman. Olivier is leerkracht, maakt (animatie)films, begeleidt acteurs, componeert en musiceert. Cem en Olivier oefenden filmrollen, tot ze het idee kregen om een schoollied met clip over De Vrije Ruimte te maken: Free Space (www.devrijeruimte.org > klik onder Het schoollied: Free space! op de button Film!). Drie oudere leerlingen werkten hieraan, maar andere kinderen vonden het ook interessant: wat gebeurt daar toch iedere vrijdagochtend? Van Olivier mochten ze komen kijken. Robin, op dat moment
Het jaar daarop wilde een groepje leerlingen, onder wie Robin, zelf een film maken. De kinderen hadden veel ideeën en Olivier hielp hen deze te structureren en uit te werken. Olivier: ‘We hebben alle onderdelen van het film maken benoemd en ieder koos zijn eigen rol, voor of achter de camera. Film is heel breed. Het gevaar daarbij is dat je de grip verliest als begeleider, dat leerlingen geen zicht meer hebben op het geheel. Daarom is reflectie belangrijk: waar beginnen we en wat is het eindpunt? Deze film (eigenlijk een trailer van het verhaal) geeft aan: er is meer. Robin vond het onderwerp zo gaaf, was intrinsiek zo gemotiveerd dat ik hem al snel de touwtjes in handen kon geven. Apparatuur is heel belangrijk, we hadden een goed programma
16
kunstzone.nl
Olivier, Robin en Mees overleggen. - Foto: Myriam Mousset
Robin en Mees filmen. - Foto: Myriam Mousset
om te monteren, iMovie, dat gemakkelijk uit te leggen was. Het is intuïtief, je mag er lekker mee rommelen en het effect zie je meteen.’
en net zo slim. Soms is het lastig om er samen uit te komen: ‘Mees en ik waren het niet met elkaar eens. We hadden allebei iets anders in ons hoofd, dat werkte niet.’ Ook misten ze de professionele apparatuur en de regie-aanwijzingen van Olivier. ‘Van het filmen met Olivier heb ik het meest geleerd: iets doen met iemand die er ook werkelijk wat van weet.’ Robin filmt ook een onderzoek naar de kaak, een onderdeel van de Lego League-wedstrijd waar De Vrije Ruimte aan meedoet (en een prijs mee wint, dankzij het filmpje van Robin (www.youtube.com/wa tch?v=fGtgfZoRC9U&feature=plcp). Hij filmt wat er gebeurt: het onderzoek op school, een bezoek aan de kaakchirurg en de tandarts, het verhaal van Jan die een stuk van zijn kaak mist. ‘Met Myriam (begeleider op De Vrije Ruimte) heb ik het gemonteerd. We bedachten samen welke beelden erin moesten en ik voerde het uit.’ Zijn nieuwste film heeft hij dit jaar gemaakt, in het kader van Real Life Learning, een project van de Haagse Hogeschool in samenwerking met een aantal basisscholen. De Vrije Ruimte deed mee en besprak hoe de film eruit zou kunnen gaan zien. Toevallig zat Robin erbij en zei: ‘Ik wil wel filmen.’ Een bezoek aan een bank moest gefilmd worden. Lastig hierbij was, dat Robin dit zo interessant vond (er werd onder andere uitgelegd hoe geld bewaard wordt) dat hij het moeilijk vond om intussen te filmen.
Daarom is reflectie belangrijk: waar beginnen we en wat is het eindpunt? Tijdens het filmen gingen scènes vaak opnieuw, omdat iemand plots zag hoe het nog mooier en beter kan. Olivier gaf wel aan wanneer iets echt niet kon. Dan bedachten ze alternatieven. Robin over het maken van deze film: ‘Ik heb van het begin tot het eind meegedaan. Cem en ik bedachten scènes, waar die zich moesten afspelen en hoe ze eruit moesten zien. Het merendeel kon ik filmen zoals ik het in mijn hoofd had, omdat ik van te voren had bedacht wat wel en niet kon. Olivier gaf aanwijzingen, hielp om het op gang te brengen. Hij wist er heel veel van. Hij nam altijd weer heel goede apparatuur mee en vertelde hoe je daarmee moest werken. Met monteren liet Olivier ons oefenen, we plakten effectjes ertussen. Ik zat zelf aan de knoppen en Olivier legde steeds iets erbij uit. Dan wordt het steeds gemakkelijker.’ Samen met Cem monteerde hij, dagenlang, uren achter elkaar. Want dat kan op De Vrije Ruimte, als je kiest voor iets en je wil daar veel tijd aan besteden, is het mogelijk om andere zaken even opzij te zetten. En daar leer je van: intensief langere tijd achter elkaar aan iets werken, fouten mogen maken, tips en adviezen krijgen van iemand ‘die er echt wat van weet’, zoals Robin zegt. De film moest af, want ze wilden die insturen naar het NFFS, het Nederlands Filmfestival voor Scholieren. Dat lukte, de film won in 2010 de eerste prijs op het NFFS en is te zien op www.hetnffs.nl/home/winnaars-2010 > ga naar Live action onderbouw - 1ste - Mystery of the Medallion. Robin mocht naar het Internationaal Filmfestival voor Scholieren in Griekenland.
‘Er komt wel weer wat voorbij…’
Momenteel heeft Robin niets in zijn hoofd om te filmen. ‘Er komt wel weer wat voorbij, of niet… Het kost heel veel energie. Van te voren denk je dat er drie stappen zijn: bedenken, opnemen, monteren, klaar. Maar zo werkt het niet. Ondertussen bedenk je nieuwe dingen om op te nemen en dan wordt het monteren weer langer. Dat maakt het moeilijk.’ En juist bij dit proces, het overzicht over het geheel, het bewaken van de tijd, het inschatten van wat kan en niet kan, het structureren van ideeën, is het heel fijn als er professionele begeleiding is. v Claartje van der Grinten is oprichter en begeleider van De Vrije Ruimte. De Vrije Ruimte bestaat dit jaar vijf jaar, daarover is een boek verschenen: Vijf jaar De Vrije Ruimte, 2007-2012. Het is te bestellen door te mailen naar
[email protected].
Lego League-wedstrijd
Cem is inmiddels van school en volgt een acteeropleiding in Den Haag. Nu filmt en monteert Robin met Mees, een jaar ouder
maart 2013
17
Ah WAT lIEF po: kUnStonDerWijS in het geDrang
po: kUnStonDerWijS in het geDrang Ah WAT lIEF! // PO
In ‘Ah, wat lief!’ gaan kinderen met hun ouders of begeleiders op ontdekking in de tentoonstelling. Een verkenningskaart met vragen over de kunstwerken helpt bij het ontdekken van de kunstwerken.
Tussen kinderen onderling kunnen ook interessante discussies ontstaan. Wat voor een wedstrijd hebben deze honden?
Wat zou hier gebeurd zijn?
Cheesy german Sheepdog heet dit werk van Stefan gross. De jongen kan er om lachen. En de hond?
naast schilderijen, foto’s en films zijn er ook veel beelden te zien.
Op het eerste gezicht is dit beeld van Annerose natuurlijk vooral schattig, maar hoe komt de aap aan het ijsje?
Bij de uitgang van de tentoonstelling staat een ticketshop van Birgit Verwer. Waarvoor kun je hier een ticket kopen??
TInkEBEll maakte voor Villa Zebra de kunstinstallatie SAVE ThE SnAIlS.
na een rondleiding kunnen kinderen in een creatieve workshop hun ervaring tot uiting brengen in een eigen kunstwerk.
In overleg kan een verdiepende opdracht op school onderdeel zijn van het programma.
ah, Wat lieF!
kinderen - letterlijk - in aanraking met beeldende kunst! In Villa Zebra komen kinderen in aanraking met beeldende kunst. De tentoonstelling Ah, wat lief! gaat over onze relatie met dieren en is speciaal ontwikkeld voor kinderen in de leeftijd van zeven t/m twaalf jaar. De reportage op deze pagina’s geeft een indruk van een bezoek van kinderen aan de tentoonstelling. De foto’s zijn van Hester Blankestijn, Paul van der Blom en Amy van Wetten. aUteUr: Villa zebra
nieUWSgierig geWorDen?
kijk op www.villazebra.nl of mail naar
[email protected].
18
kunstzone.nl
maart 2013
19
kkunst voor knutselaars Po: kunstonderwijs in het gedrang
Po: kunstonderwijs in het gedrang kunst voor knutselaars // po
1
3
2
4
“Ook is het mooi om te zien hoe de kinderen vol ontzag naar werkstukken van elkaar kijken.” Afbeeldingen1, 3,4 : Clara van Wijnen. Afbeelding 2: Jan Jansen. Foto: Henk Langenhuijsen
Foto’s: Clara van Wijnen.
kunst voor Knutselaars Kunststructeur wil interesse voor techniek vergroten ‘Alle basisscholen moeten wetenschap en techniek gaan onderwijzen,’ kopte de Volkskrant een tijdje terug. Na de extra aandacht voor taal en rekenen vonden de regeringspartijen VVD en PvdA het nodig met een eigen onderwijsvisie voor de dag te komen. In het regeerakkoord is om die reden een extra reservering van 100 miljoen euro opgenomen voor bèta-leraren in het voortgezet onderwijs, maar enkele politici vonden dat dit geld beter aan de basisschool besteed kan worden. AUTEUR: HENK LANGENHUIJSEN
‘A
ardig plan, maar niet nodig,’ stelt Jan Jansen, die betrokken is bij het kunst- en techniekproject Kunststructeur. ‘Techniek is gewoon een van de kerndoelen van het basisonderwijs en scholen moeten er dus al aandacht aan besteden. Door een verbinding aan te gaan met kunstenaars en kunstinstellingen bereiken wij kinderen én leraren. Kunst blijkt een uitstekend vervoermiddel om handige knutselaars en slimme uitvinders voor techniek te interesseren.’ Nieuw of uniek is dit niet. Op de website van Cultuurplein, voor onderwijs en cultuureducatie, staat mooi beschreven wat kunst en techniek verbindt: ‘Kunstenaars en technici gebruiken hun creativiteit voor het maken van een product, maar op verschillende manieren. Bij een technisch product staat de functionaliteit centraal, terwijl het bij een kunstproduct gaat om de originaliteit, om het prikkelen van zintuigen en geest. Je kunt creativiteit ook zien als de schakel tussen kunst en techniek.’ De reden om de twee met elkaar te verbinden is voor de initiatiefnemers van Kunststructeur en de politici hetzelfde: de
20
interesse voor techniek vergroten, omdat die nu dramatisch laag is, met alle gevolgen van dien voor de arbeidsmarkt en de economie. Jansen: ‘De provincie Noord-Brabant en de gemeente ’s-Hertogenbosch financieren dit project en daarmee onderstrepen zij dat belang. Ook de Rabobank stelde zich als sponsor op, evenals het ROC Koning Willem I College in Den Bosch, dat veel waarde hecht aan de ontwikkeling van doorlopende leerlijnen. Kunststructeur is een onderdeel van TechXperience, een Brabants platform dat zich richt op het verbeteren van het imago van techniek door leerlingen te laten ervaren dat techniek leuk is en perspectief biedt. Bedrijfsleven en overheden hebben elkaar hier gevonden. Het gaat hierbij om beleving, verbeelding en verwondering. Het project maakt zich momenteel op voor de vijfde editie.’ Belangrijke samenwerkingspartner
‘Het SM’s is een belangrijke samenwerkingspartner,’ stelt Jansen. ‘Het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch was vanaf het begin enthousiast en stelt volop ruimte beschikbaar voor de
kunstzone.nl
slottentoonstelling en brengt ons ook in contact met kunstenaars die vervolgens naar de basisscholen gaan. Zo heeft in het verleden kunstenaar Stan Wannet een workshop Robot bouwen aan kinderen gegeven. Je begrijpt dat die lessen veel robots opleverden. Soms was dat niet meer dan een knutselwerk, maar vergeet niet dat het om creativiteit gaat en dat beweging alles met techniek te maken heeft.’ Het onlangs afgeronde project, dat van september tot eind november 2012 liep, heette Transformeters. Jansen: ‘Een Transformeter kon van alles zijn. Het ging over meten en onderzoeken, maar vooral om iets te maken wat een verandering teweeg brengt. Het kon een installatie of instrument zijn om zon in de schaduw te laten schijnen of de groei van een plant te registreren, geluid te laten zien of licht te laten horen. Tijdens het project waren er verschillende fases die bij een (creatief) maak- en ontwerpproces horen. Van ideevorming, experimenteren en ontwerpen tot presenteren. Vanwege verhuisperikelen van het SM’s vonden de workshops en tentoonstelling plaats in een oude loods die was omgetoverd tot ‘werklab’: de Transformeterhal. Hier waren kunstwerken te zien van kunstenaars waarin onderzoek en experiment bepalend zijn. Tussen de kunstwerken bevonden zich ‘werkstations’ waarmee de leerlingen aan de slag gingen met een grote hoeveelheid materialen zoals buizen, slangetjes, kabels, lichtjes, lampjes, enzovoort. In de eerste week van het project kregen leerlingen een workshop van een kunstenaar, museumdocent of techniekexpert in de hal of op school. De kunstenaars die dit jaar hun medewerking verleenden, waren: Denise Collignon, Anne Geene, Menno Hiele, Joost Mellink en Guus Voermans. Door de combinatie van techniek, kunst en natuur ontstonden er spannende uitvindingen en kunstwerken, waardoor je de wereld op een nieuwe manier bekijkt. Bij de workshop van ‘uitvinder’ Voermans vielen de monden open van verbazing.’ Apetrots
Volgens projectleider Katherine Rosmalen van het SM’s vonden de meeste kinderen het geweldig. ‘Sommigen vinden het in het begin moeilijk om een goed idee te vinden, maar als ze eenmaal op gang komen, gaan ze er helemaal in op. Ik heb eens een groepje jongens meegemaakt dat een iets te gevaarlijk ontwerp
maart 2013
had bedacht. Er kwam een blender aan te pas, veel water en een stopcontact. De leraar wilde het bijna verbieden. Maar die jongens gingen er helemaal voor. Met behulp van een handige vader hebben ze het toch voor elkaar gekregen. Apetrots waren ze. Ook is het mooi om te zien hoe de kinderen vol ontzag naar werkstukken van elkaar kijken. Leerlingen hebben met plezier gewerkt aan een ‘vet cool’ kunstwerk en ontdekt dat ze door samen te werken en eigen en elkaars talenten te gebruiken een bijzonder resultaat kunnen bereiken, waarin ze voor hen nieuwe technieken en materialen hebben toegepast.’ Jansen: ‘Natuurlijk is het lastig om een meetbaar resultaat op de lange termijn te geven, omdat je nooit weet of wij daadwerkelijk een bijdrage hebben geleverd aan de toestroom van techniekleerlingen of aan verbetering van het imago. Maar dat basisscholen in Den Bosch en omgeving staan te springen om mee te doen (afgelopen jaar hebben twintig scholen meegedaan) en ook dat de meesters, maar vooral de juffen, enthousiast zijn over deze ‘technieklessen’ zegt veel. Kunstructeur is een blijver, maar voor de komende tijd staat ook Zorg & Techniek als cross-over centraal. Hoe reageren leerlingen bijvoorbeeld op de vergrijzing? Hoe kunnen techniek en kunst het leven van ouderen verlichten en veraangenamen? Ik ben benieuwd wat dat opbrengt.’ v
Nieuwsgierig geworden?
• • • • • • • • •
www.techxperience.nl www.techniektalent.nu www.kunstructeur.nl www.sm-s.nl www.youtube.com/watch?v=wez4-b-s www.girlsday.nl www.solarkids.nl www.firstlegoleague.nl www.madscience.org
21
knallen met kunst Po: kunstonderwijs in het gedrang
Po: kunstonderwijs in het gedrang knallen met kunst // po
Kindcentrum De Ontdekking Oosterhout.
Kindcentrum De Ontdekking Oosterhout.
Ontwikkelingsgericht
knallen met
kunst
Brede school als cultureel centrum in de wijk Kindcentrum De Ontdekking biedt leerlingen een sterk en uitgebreid cultuureducatief programma. Niet alleen leerlingen profiteren daar overigens van. Ook voor ouders en andere kinderen uit de buurt is er veel te doen. De brede school in het Brabantse dorpje Oosterhout heeft de afgelopen jaren hard gewerkt aan versterking van cultuur in het onderwijsprogramma. En het resultaat mag er wezen. AUTEUR: FINN MINKE
K
indcentrum De Ontdekking doet de naam eer aan, er is hier van alles te ontdekken. Overal in en om het gebouw straalt de creativiteit je tegemoet: in de gangen, in de lokalen, in de buitenruimtes. Cultuurcoördinator Olga van Miert geeft me een rondleiding. Elke kunstdiscipline heeft een eigen plek in het gebouw. Er is een lees/schrijfatelier met een kinderpersbureau, een filmstudio, een dansruimte, een muziek- en geluidstudio, een werkplaats voor beeldende kunst en, niet te vergeten, een professioneel ingericht theater. Dat wordt naschools ook verhuurd aan culturele partners en zorgt op die manier voor extra inkomsten. Bij de kunstwerkplaats hoort een museum waar echte kunstenaars hun werk exposeren, ook in de buitenruimte staan inspirerende kunstwerken. Op het voorplein staat - naast bloemen en planten, paadjes en holletjes, plekken om hutten te bouwen, te klauteren en te sporten - een tweede theaterpodium waar in de zomer allerlei optredens worden georganiseerd. Kunstknaller
De verschillende plekken in de school, zoals het schrijfatelier en het theater, zijn elk geadopteerd door een groep leerlingen. Zij zijn, onder centrale regie van een volwassene, verantwoordelijk
22
voor het reilen en zeilen op de betreffende plek. Het is belangrijk dat de betrokken leerkracht affiniteit heeft met de specifieke activiteiten. Zo heeft het persbureau een leescoach en valt de dansruimte onder de combinatiefunctionaris, omdat het aanbod daar vooral naschools is. Van Miert hoort bij de kunstwerkplaats, die samen met het museum en een museumwinkeltje De Kunstknaller vormt. In het museum worden jaarlijks twee á drie tentoonstellingen georganiseerd met werk van kunstenaars uit de lokale omgeving. Veel activiteiten in de werkplaats starten in het museum: kinderen komen eerst op verhaal bij de kunstwerken en gaan vervolgens geïnspireerd zelf aan de slag. Bij het activiteitenaanbod worden kunstenaars en andere culturele partners, (PABO-)studenten en wijkbewoners betrokken. De Kunstknaller is ontwikkeld en gestart in schooljaar 2010-2011. Om deze bijzondere plek in het kindcentrum helemaal volgens de plannen te kunnen realiseren, deed Olga van Miert samen met haar directeur Nicole Hanegraaf een subsidie-aanvraag. De nodige extra financiële steun werd gevonden in het OCWproject Brede scholen en cultuureducatie 2009–2012, uitgevoerd door het toenmalige Cultuurnetwerk Nederland dat met ingang van 2013 onderdeel is van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA).
kunstzone.nl
Kindcentrum De Ontdekking werkt met ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO). Daarbij is een brede ontwikkeling van kinderen belangrijk en worden verschillende aspecten van het onderwijs aan elkaar verbonden. Cultuureducatie is als geïntegreerd onderdeel opgenomen in het onderwijsprogramma. Een goede afstemming van binnen-, buiten- en naschoolse activiteiten en samenwerking met allerlei partners is hierbij belangrijk. In de kunstwerkplaats kunnen leerlingen na schooltijd hun binnenschoolse activiteiten verder uitdiepen. Ook zijn er keuzeactiviteiten waarvoor kinderen van de in totaal drie basisscholen in de wijk zich inschrijven. De naschoolse activiteiten worden georganiseerd in samenwerking met de cultuurmarktplaats en geleid door kunstenaars, ouders en natuurlijk door Olga van Miert, hoewel zij zich steeds meer op de grote lijnen van het cultuurbeleid op De Ontdekking richt. Haar ICC-uren gaan hard. Grijnzend vertelt ze: ‘Ik probeer erop te letten, maar ik doe het vanuit liefde en het is inmiddels ook een hobby geworden. Dan doe je wel eens wat extra.’ Het onderwijs op De Ontdekking is sterk gericht op cultuuroverdracht. Kinderen leren de leerstof in de context van de maatschappij te plaatsen. Er wordt enerzijds geprobeerd om de samenleving (in het klein) binnen de muren van de school te halen; anderzijds treedt het kindcentrum de maatschappij zo veel mogelijke tegemoet. Zo is er één dag per week in de werkplaats een kunstenaar aanwezig, met een ‘inloopspreekuur’ waar leerlingen terecht kunnen met onderzoeksvragen op beeldend gebied. Bij het opzetten van de museumwinkel gingen leerlingen te rade bij lokale ondernemers, om te ontdekken wat er nodig is voor een echte winkel en welke rollen er zijn. Loek Oomen is bovenschools directeur van de stichting waaronder ook De Ontdekking valt. Het kindcentrum is volgens hem geen gewone brede school: ‘Scholen die zich brede school noemen, zijn vaak niet anders dan gebouwen waarin verschillende organisaties onder een dak huizen. Hier werken de partners écht samen vanuit een gedeelde visie! Ik ben erg trots.’ Ondernemers in de dop
Het museumwinkeltje wordt gerund door groep vijf. Er worden onder meer ansichtkaarten, beschilderde tassen en zelfgemaakte armbanden verkocht. De winkel is open tijdens de openingstijden van de tentoonstelling. Ik loop het museum
maart 2013
binnen en vrijwel meteen trekt een kleine man me aan mijn arm: ‘Dag mevrouw, heeft u al een rondleiding in onze museumwinkel gehad?’ Dat heb ik niet, dus ik loop gretig met hem mee. De jongen heet Almedin. Hij leidt me langs de stellingkastjes met door de kinderen gemaakte kunstvoorwerpen en blijkt ontegenzeggelijk over een verkooptalent te beschikken. Uitnodigend slaat hij een tijdschrift open en laat me her en der wat pagina’s zien. Artikelen, tekeningen, foto’s, allemaal door kinderen gemaakt. Ik grinnik om een stripje en wil de bladzijde omslaan, maar Almedin zegt bijdehand: ‘Mevrouw, ik wil niet vervelend doen hoor, maar als u hem helemaal wilt lezen…’ Er volgt een veelbetekenende stilte waarin hij quasi onverschillig het prijskaartje rechtzet. ‘En we zijn nog niet klaar met de rondleiding.’ De boodschap is duidelijk: of ik het tijdschrift maar even wil kopen. ‘Kost slechts drie euro mevrouw. En helemaal zelfgemaakt door groep zeven!’ Als besluit van de rondleiding laat Olga van Miert me ook haar eigen lokaal zien. Bij binnenkomst ruimt ze snel wat dingen op en verontschuldigt zich voor de ‘rommel’, die op mij een gezellige indruk maakt. Hier wordt aan allerlei dingen tegelijk gewerkt en dat zie je. Lekker toch? Er is onder meer een ‘natte hoek’, een tentoonstellingsplek en er staat een berkje in de klas. Leuk is dat. Ergens helemaal achterin het lokaal, verstopt in een hoekje tussen kasten, berkentakken en alle spullen van en voor kinderen, ontwaar ik een grote-mensen-stoel aan een bureautje met een computer erop. Van Miert’s plek. ‘Daar zit ik niet zo vaak’, legt ze uit, ‘ik ben meer met de kinderen bezig.’ v Finn Minke is projectmedewerker cultuureducatie bij het LKCA en begeleidde Kindcentrum De Ontdekking tijdens het project Brede scholen en cultuureducatie.
nieUWSGIERIG? • • •
Inspirerende eindrapportage van de totstandkoming van de Kunstknaller: www.cultuurplein.nl/sites/default/files/ eindrapportage_olga_van_miert.pdf. Een filmpje en meer informatie over het project Brede scholen en cultuureducatie: www.cultuurplein.nl/samen-werken-aan-kunsten-cultuur. Kindcentrum De Ontdekking: www.ontdekking.net.
23
een illustrator kijkt Po: kunstonderwijs in het gedrang
Po: kunstonderwijs in het gedrang een illustrator kijkt// po
A
1
nnette studeerde grafische kunsten aan de Kunstacademie in Utrecht en verdiende daarnaast geld met illustreren voor diverse tijdschriften. Boeken had ze nog niet geïllustreerd, op Sjakie en Paul vangen een draak na (eigen beheer, 1982/1983), een zelfgeschreven en handgedrukt prentenboek, met drie zwart-wit litho’s in een oplage van vijf exemplaren. Haar officiële debuut maakte ze met Spin in de morgen (Ploegsma 1986), mijn derde en ons eerste gezamenlijke boek, met rietpentekeningen in zwart-wit. Hoewel sinds die tijd Annette mijn vaste illustrator is, houdt dit niet in dat zij automatisch al mijn boeken illustreert, of dat zij uitsluitend míjn boeken illustreert. Regelmatig maken we beiden uitstapjes naar collega-schrijvers of -illustratoren. Zo heeft de Zuid-Afrikaanse illustrator Piet Grobler Ballade van de Dood (Lemniscaat 2010) geïllustreerd en heeft Annette meerdere non-fictie boeken van illustraties voorzien, zoals Het grote vlinderboek (Cyclone 2006) van Piet Duizer en Jeugdflora (Cyclone 2011), waarvoor zij zelf de tekst heeft geschreven. Helemaal afhankelijk van elkaar zijn wij dus niet, hoewel ik het een zegen vind om zo nauw met een illustrator samen te werken.
2
Koffie drinken 3
4
5
6
1. Dit is het bos. Uit: Het regent zonlicht (Lemniscaat, 2010) - 2. Al die huizen. Uit: Het regent zonlicht (Lemniscaat, 2010) - 3. Het regent zonlicht. Uit: Het regent zonlicht (Lemniscaat, 2010) 4. Een, twee, driekwartsmaat. Uit: Het regent zonlicht (Lemniscaat, 2010) - 5. Maite Maria. Uit: Het regent zonlicht (Lemniscaat, 2010) - 6. Koos Meinderts en Annette Fienig. Foto: Thijs Meinderts
Bijzondere samenwerking met unieke resultaten
Een illustrator kijkt,
een schrijver denkt
Dit jaar ben ik op de kop af dertig jaar schrijver. Mooi Meegenomen (Ploegsma 1983) was de titel van mijn debuut, een verhaal over Paul, een dromerige jongen en zijn zieke oma. Ik heb hem als schrijver een stem gegeven, de illustrator René Pullens gaf hem een gezicht. Uitgeverij Ploegsma vond zijn realistische manier van illustreren goed bij mijn verhaal passen. Ik vond het goed, ik was nieuw in de kinderboekenwereld en wist helemaal niets van illustraties. Daar kwam verandering in toen ik drie jaar later mijn vrouw Annette Fienieg leerde kennen. AUTEUR: KOOS MEINDERTS
24
kunstzone.nl
Een strikte scheiding tussen privé en werk kennen wij niet, beiden lopen in elkaar over. We beginnen onze werkdag met koffie drinken, de krant lezen, becommentariëren en praten, heel veel praten, meestal over ons werk. We praten over waar we op dat moment mee bezig zijn, maar het liefst over nieuwe nog te maken boeken, het een nog fraaier dan het ander. Dat koffiedrinken doen we in de loop van de dag ook graag in de stad, op ons favoriete terrasje aan het Janskerkhof. Daar op die plek kwam Annette met het idee om de volgorde van werken een keer om te draaien. Meestal werkt zij achter mij aan, nu wilde zij eens beginnen. Ze wilde weer eens ervaren hoe het was toen ze een kind was en gewoon tekende wat er in haar opkwam. Het resultaat lag een aantal weken later op mijn werktafel, een stapel schitterende tekeningen. Mijn vingers jeukten om er teksten bij te maken. Soms ging me dat snel af, op andere momenten schoot mij niets te binnen. In dat laatste geval riep ik soms de hulp in van Annette en vroeg ik waar de tekening over ging, welk verhaal ze wilde vertellen, waaraan ze had gedacht. En dan antwoordde ze elke keer weer: ‘Geen idee, ik keek naar de tekening die onder mijn handen aan het ontstaan was en voegde iets toe of haalde iets weg, een kleur of een vorm, wat de tekening nodig had. De tekening gaat over zichzelf, zou je kunnen zeggen.’ Door dat antwoord begreep ik weer het grote verschil tussen Annette en mij, een illustrator kijkt en een schrijver denkt. Uiteindelijk slaagde ik erin bij alle tekeningen teksten te maken en heeft deze manier van werken geresulteerd in een van onze mooiste boeken: Het regent zonlicht (Lemniscaat 2010). Workshops
Op basis van deze twee manieren van werken geven we zo nu en dan ook workshops op scholen. Annette leest de klas een aantal gedichten voor uit Verdriet is drie sokken (Lemniscaat 2008) en vertelt er telkens bij waarom ze heeft getekend wat ze heeft getekend. Vervolgens krijgen de kinderen een tekst waarbij zij een tekening moeten maken. Ik ga met de ‘schrijvers’ aan de slag. Ik laat hen een aantal illustraties zien uit Het regent zonlicht en ik lees voor welk gedicht ik erbij heb gemaakt. Ik vertel wat in de tekening mij op het idee heeft gebracht om juist dat gedicht te schrijven. Na een aantal voorbeelden zijn de kinderen aan de beurt. Zij krijgen een tekening van Annette te zien, waarbij zij een korte tekst moeten maken. Dat kan een verhaal zijn, maar ook een gedicht. De werkwijze die we hebben toegepast bij Het regent zonlicht was een geslaagd experiment en in zekere zin is ons jongste prentenboek Bij ons in de straat (Lemniscaat
maart 2013
2012) ook op deze manier ontstaan. Annette en ik delen een werkruimte in Utrecht waar we ook ons eigen werk verkopen: prenten en illustraties van Annette en boeken van ons beiden. We verkopen er ook handbedrukte T-shirts met afbeeldingen van Annette, het ideale kraamcadeautje bleek al snel. Klanten kunnen kiezen tussen een cowboy of een matroos, een prinses of een koningin, maar ze heeft ook T-shirts bedrukt met dierenfiguren: een hond, een beer, een krokodil, en noem maar op. T-shirts
Tijdens een atelierbezoek kreeg Monique Postma van - op dat moment nog - uitgeverij Lemniscaat de T-shirtjes te zien en zij zag er meteen een prentenboek in. We moesten er maar eens serieus over nadenken hoe we de afbeeldingen op de T-shirts konden laten figureren in een prentenboek voor de allerkleinsten. En dat deden we, tijdens het koffiedrinken, en we bedachten dat al die vreemde vrolijke figuren bij elkaar in één straat woonden, onze straat. Ik ging korte vierregelige versjes schrijven bij de cowboy, de koningin en de matroos en Annette tekende het huis waarin ze woonden, een saloon, een kasteel en een gestrande boot. Aanvankelijk wilden we ook dieren in de straat laten wonen in hun eigen huis, maar om de een of andere reden vonden we een krokodil of een beer er niet tussen passen. Onzin blijkt ook zijn eigen logica te hebben en we hebben ons beperkt tot uitsluitend mensen. Wie wel een plaatsje kregen waren wijzelf: Op nummer 11 Daar woon ik zelf Samen met Annette Ik maakte de gedichten En Annette de portretten De dieren die we bij ons in de straat geen plek gunden, hebben we hen beloofd, krijgen hun eigen boek. Bij ons in het circus gaat het heten, waarin de circusdirecteur, een pandabeer, zijn artiesten voorstelt: Bij ons in het circus, hier in de piste Werken uitsluitend wereldartiesten Nog enkele kaartjes komt u snel binnen Hoor de muziek, de show gaat beginnen In februari ligt het boek in de winkel en wat we daarna gaan maken? Nog geen idee. In ieder geval gaan we niet krampachtig op zoek naar een derde of vierde deel in de serie. We verzinnen liever iets nieuws. v
Informatie Koos Meinderts (Den Haag 1953) maakt in 1983 met Mooi meegenomen zijn debuut als schrijver voor kinderen. Inmiddels heeft hij ruim vijftig titels op zijn naam staan, waarvan een aanzienlijk aantal is vertaald, met name in het Duits. De meeste boeken worden geïllustreerd door zijn vrouw Annette Fienieg. Naast kinderboeken schrijft Koos Meinderts ook voor volwassenen, alleen of in samenwerking met zanger/cabaretier Harrie Jekkers, met wie hij ook liedjes schrijft, zowel voor kinderen als voor volwassenen. Vanaf 2005 dateert zijn samenwerking met Thijs Borsten, de man achter de ‘oudervriendelijke kindermuziek’ van muziektheater Trapperdetrap. Koos Meinderts schrijft ook voor theater, met name musicals voor Hofplein Rotterdam, voorheen Jeugdtheater Hofplein. Koos Meinderts won met het lied Maite Maria de Willem Wilminkprijs voor het beste kinderlied van 2012. Koos Meinderts heeft op zijn website de rubriek Schrijfblok (www. koosmeinderts.nl > Schrijfblok). Momenteel kun je daar Het verhaal achter... lezen.In deze serie schrijft hij over alle boeken die hij de afgelopen dertig jaar schreef.
25
meebewegen op beleidsgolven Po: kunstonderwijs in het gedrang
Po: kunstonderwijs in het gedrang meebewegen op beleidsgolven // hbo
PABO van NHL Hogeschool. - Foto: LKCA
PABO van NHL Hogeschool. - Foto: LKCA
meebewegen op de
beleidsgolven
Het onderwijs, dus ook de PABO’s, bewegen mee met de ontwikkelingen bij het Ministerie van OCW. Waar beleid en advies richtinggevend zijn voor de PABO’s, is te lezen in onderstaand artikel. De student als cultuurdrager en cultuuroverdrager, heeft hij nog de kansen om zich op die manier te ontwikkelen? AUTEUR: EEKE WERVERS
I
n 1997 start de projectgroep Cultuur en School van het Ministerie van OCW. Doel is het leggen en onderhouden van duurzame relaties tussen scholen en culturele instellingen en de versterken van de aandacht voor cultuur in het onderwijsprogramma. Als eerste activiteit voor de PABO’s start in 2001 de pilot Cultuur en School PABO met vijf PABO’s, waarbij studenten moeten leren relaties te leggen tussen basisschool en culturele omgeving (kunst- of erfgoededucatie). Tweede doel is de verankering van cultuur in het curriculum van de PABO. In 2002 sluiten zich dertien nieuwe PABO’s aan om te werken aan dezelfde doelstellingen. Het project resulteert in de publicatie Cultuur aan de basis. In 2004 verschijnt bij OCW de notitie Koersen op meesterschap. Competentiegericht en zelfregulerend leren en samen opleiden in partnerschappen tussen basisscholen en PABO’s moeten een kwaliteitsslag geven aan lerarenopleiding basisonderwijs. In het verlengde hiervan loopt van 2004 tot 2006 het vervolg op de eerdere pilots met twee belangrijke doelstellingen: de overdracht van de ervaringen uit de pilot naar andere lerarenopleidingen basisonderwijs en het stimuleren van onderzoek naar de rol die PABO’s kunnen spelen in regionale netwerken primair onderwijs. Deelnemende PABO’s verstevigen de samenwerking met culturele partners en het primair onderwijs in de eigen regio, nemen cultuureducatie structureel op in hun curriculum en delen hun ervaringen met andere opleidingen tijdens expertmeetings en netwerkdagen. Steeds meer PABO’s verbinden kunst- en erfgoededucatie in cultuureducatie. In de publicatie Een rugzak gevuld met cultuur zijn de ervaringen van de pilot tot en met 2006 beschreven.
26
Advies onderwijsraad en raad voor cultuur
In 2006 schrijven de Onderwijsraad en Raad voor Cultuur in een gezamenlijk advies: ‘Cruciaal voor de ontwikkeling van cultuureducatie in het onderwijs is het opleiden van deskundige leraren. Studenten op de PABO’s moeten zich kunnen ontwikkelen tot leraren met ruim voldoende culturele bagage. Het curriculum van de PABO’s dient daarom structureel aandacht te besteden aan kunst- en erfgoededucatie, omgevingsonderwijs, media-educatie, literatuureducatie.’ Opnieuw financiert OCW een project dat tegemoet moet komen aan het advies. Docenten van twaalf PABO’s ontwikkelen in de periode 2006-2009, onder begeleiding van Cultuurnetwerk Nederland, de volgende producten: - Een basisinhoud voor cultuureducatie op basis van de SBL-competenties, waar alle studenten na afronding van de majorfase aan moeten voldoen; - Een verdiepingsinhoud voor studenten die zich tijdens een minor willen verdiepen in cultuureducatie; - De handreiking voor toepassing van de cursus interne cultuurcoördinator in minoren van PABO’s, zodat studenten al op de PABO ICC’er kunnen worden; - Een evaluatie-instrument voor PABO’s en basisscholen waarmee zij zicht kunnen krijgen op cultuureducatie binnen hun opleiding/school, bestaande uit meerdere vragenlijsten. De student als cultuurdrager en cultuuroverdrager staat steeds centraal. Cultuurdrager ben je, je hebt je eigen achtergrond, je eigen bagage. Wat is je bagage en hoe breid je die bagage uit? En nog belangrijker, hoe word je cultuuroverdrager? Hoe draag je aan kinderen over wat je eigen kennis en ervaring is met cultuur? Hoe draag je je passie over? Hoe zet je je talenten
kunstzone.nl
PABO van Hanzehogeschool. - Foto: LKCA
PABO van Hanzehogeschool. - Foto: LKCA
in? Hoe ontwikkelen kinderen hun talenten? Alle resultaten zijn gedeeld en bediscussieerd in netwerkbijeenkomsten, ook tijdens zes uitwisselingsdagen met lerarenopleidingen basisonderwijs uit Vlaanderen. De resultaten van het project zijn gebundeld in het Handboek cultuureducatie in de PABO en de digitale vragenlijst Cultuurmonitor PABO/PO. Door een aantal auteurs wordt de zogeheten Implementatiecursus Handboek cultuureducatie in de PABO en Cultuurmonitor ontwikkeld en gegeven op in totaal 20 PABO’s aan 58 docenten, die met de ontwikkelde instrumenten willen leren werken.
Cultuurwerkplaatsen
Kennisbasis
Van 2008 tot 2010 worden Kennisbases voor de verschillende vakken van de PABO ontwikkeld, waaronder dans & drama, muziek, beeldend onderwijs en cultuureducatie. Vanaf 2009 start de invoering van rekenen en Nederlandse taal. De eerste versie van de kennisbases is dermate uitgebreid, dat ze worden herzien. De Commissie Kennisbasis PABO schrijft op verzoek van de HBO-raad het rapport Een goede basis, dat in januari 2012 wordt aangeboden. De commissie herschrijft de kennisbases, waarbij wordt gekozen voor een kerndeel en een profieldeel. Het kerndeel is voor alle studenten en alle vakken. Daarna kiezen ze in de specialisatie- of minorfase voor een aantal vakken in het profieldeel. Daarnaast doet de commissie suggesties voor vijf maatregelen: - Hogere instroomeisen: een minimum voor taal en rekenen, toelatingseisen voor Engels, aardrijkskunde, geschiedenis, natuur & techniek. PABO’s gaan geen kennis bijspijkeren bij wie de basis ontbreekt. - Een brede basis: een kerncurriculum met de essenties voor een startende leraar. Voor elf vakken is deze basis concreet beschreven. - Landelijke toetsing: gemeenschappelijke diagnostische toetsen over de hele breedte van het vakkenpakket en landelijke toetsen voor zes vakken die certificerend gaan werken. - Lokaal maatwerk in profilering: laat elke PABO hiervoor zelf een aantal mogelijkheden bieden, die kloppen met de eigen omgeving en organisatie. - Aanvullende scholing na de opleiding: gebruik de eerste praktijkjaren voor het verder professionaliseren. Dat ontlast ook de PABO’s. Voor de kunstdisciplines worden voor het kerndeel en het profieldeel nieuwe kennisbases ontwikkeld. Eind 2012 ontbreekt het deel voor cultuureducatie nog, maar waarschijnlijk wordt dat in de loop van 2013 nog wel ontwikkeld.
maart 2013
Van 2009 tot en met 2012 werken de PABO’s in zogeheten cultuurwerkplaatsen aan een praktijkonderzoek. In deze cultuurwerkplaats staat een kwestie of probleem op de PABO of in het basisonderwijs centraal. In deze periode hebben PABO’s voorstellen ingediend om te werken aan een probleem uit de praktijk van cultuureducatie op PABO of basisschool. In totaal veertien PABO’s werken aan negentien praktijkonderzoeken. Docenten en studenten, soms ook leerkrachten en medewerkers van cultuurinstellingen, hebben samengewerkt aan oplossingen voor vragen uit de praktijk. Van hun onderzoek doen ze verslag tijdens netwerkbijeenkomsten en in publicaties. Alle opbrengsten zijn gepubliceerd op www.cultuurplein.nl. Onderwerpen variëren van een nieuw curriculum tot visieontwikkeling, en van samenwerken met het basisonderwijs of culturele instellingen tot vakoverstijgend werken. Ter afsluiting zijn alle onderwerpen van de cultuurwerkplaatsen zoveel mogelijk thematisch gegroepeerd en in een eindpublicatie gepubliceerd. Cultuureducatie met kwaliteit
In 2012 start het programma Cultuureducatie met Kwaliteit van staatssecretaris Zijlstra met de nadruk op de versterking van de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs. Voor PABO’s ligt er een taak voor deskundigheidsbevordering. Veel PABO’s zijn echter nog bezig met het ontwikkelen van een curriculum op basis van de kennisbases. Omdat de kennisbasis voor cultuureducatie er nog niet is, kan die niet worden meegenomen. Dat is voor veel PABO’s een terugslag in een ontwikkeling die al een aantal jaren aan de gang is. In navolging van OCW ligt ook op veel PABO’s de nadruk op taal en rekenen en op opbrengstgericht werken. En hoezeer de Onderwijsraad ook roept over het belang van een brede vorming, op veel PABO’s wordt 50% van de tijd besteed aan taal en rekenen, de overige 50% is voor alle andere vakken en leergebieden. Daarbij liggen de kunstvakken behoorlijk onder vuur. Denk daarbij aan actuele ontwikkelingen zoals de brede school, het integraal kindcentrum en de 21st century skills. Als Nederland zich echt als kenniseconomie wil profileren, moeten kinderen echt breder worden opgeleid dan alleen met al die aandacht voor de basisvaardigheden. Cultuureducatie kan daarbij een belangrijke rol spelen. v Eeke Wervers is senior projectleider cultuureducatie met de aandachtsgebieden cultuureducatie in het basisonderwijs, de brede school en de PABO bij het Landelijk Kenniscentrum Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA).
27
cadeau voor nederland Po: kunstonderwijs in het gedrang
Po: kunstonderwijs in het gedrang cadeau voor nederland
Kunst om van te smullen. Foto: Rick Keus
OBS De Vlieger Schoonhoven.
‘Ik ben continu op zoek naar de balans van ‘het moet ergens over gaan’ en een bepaalde luchtigheid die uitnodigend werkt voor het onderwijs.’ Elly Enis werkt bij Kunstgebouw en bedenkt kunsteducatieve lespakketten voor het basisonderwijs. Op dit moment werkt Enis aan Cadeau voor Nederland, een lespakket dat aanhaakt bij de viering van het tweehonderdjarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden. ‘De leerkracht moet zin in het project krijgen als hij de handleiding leest.’ AUTEUR: ANNEMARIE HOGERVORST
I
eder jaar bedenkt Elly Enis, naast het reguliere aanbod van Kunstgebouw, een kunsteducatief lespakket dat aanhaakt bij een actualiteit. Vorig jaar waren dat de Olympische Spelen en het jaar daarvoor was het de honderdste geboortedag van Annie M.G. Schmidt. ‘Samen met mijn collega’s van de afdeling Innovatie bekijk ik wat er het komende jaar speelt. Als een thema genoeg oproept, ga ik aan de slag.’ Om de viering van het tweehonderdjarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden te vertalen naar een kunstproject voor kinderen vindt Enis een behoorlijke uitdaging. ‘Ik wil er geen ingewikkeld project van maken. Het is een feest. Tegelijkertijd wil ik duidelijk maken dat ons koninkrijk niet zomaar tot stand gekomen is en dat wat we nu hebben niet vanzelf is gegaan.’
Kunsteducatief lespakket om tweehonderdjarig bestaan van het koninkrijk der nederlanden te vieren
‘Wat hebben we eigenlijk te vieren?’ vroeg Enis zich af. Ze kwam uit bij een aantal unieke verworvenheden die hun basis in het begin van de negentiende eeuw hebben en waarvan we tot op de dag van vandaag nog steeds de vruchten plukken, zoals eenheid in diversiteit, goed burgerschap, recht op onderwijs en democratie. Voor elke bouw worden vier lessen gemaakt. Tijdens de eerste en tweede les vragen de leerlingen zich af ‘Wat is Nederland?’. Eén van de invalshoeken is daarbij bijvoorbeeld hoe onze eetgewoontes zijn en de diversiteit daarin. De derde les gaat over Mijn Nederland. Dan wordt gekeken naar één van de verworvenheden, zoals het recht op onderwijs. Wie jarig is, krijgt een cadeau. Dus tijdens de laatste les wordt een origineel cadeau bedacht. De leerlingen denken goed na over wat ze Nederland toewensen. Wat wil je het jarige Nederland geven? Wat kan Nederland goed gebruiken? Waar maak je Nederland blij mee? Ter afsluiting is er Het Grote Cadeaulied. Het lied heeft
cadeau voor nederland 28
kunstzone.nl
maart 2013
voor alle groepen hetzelfde refrein en voor iedere bouw een couplet dat slaat op het thema waar ze mee bezig zijn geweest. Per kunstdiscipline gaan collega’s aan de slag om het concept verder uit te werken. Vervolgens maakt Enis er één geheel van. ‘Bij de les over eetgewoonten voor groep 5 en 6 hebben we de dialoog Lekker geschreven. De leerlingen spelen dezelfde dialoog in diverse eetsituaties die ze zelf hebben bedacht. Bij het onderwerp Recht op onderwijs, ook voor groep 5 en 6, maken we gebruik van klassenfoto’s van vroeger en nu. De leerlingen gaan uiteindelijk een klassenfoto van de toekomst maken. De serie Classroom Portraits van de fotograaf Julian Germain vormt hierbij een inspiratiebron. De leerlingen van groep 1 en 2 stellen zich allerlei manieren van verplaatsen voor. Wat komen zij tegen vanaf het moment dat zij hun huis verlaten? Zij lopen trappen op en af, gaan met de lift omhoog en omlaag, slingeren over tuinpaden, springen ritmische patronen op de stoeptegels,
een nieuw land ‘Op zijn kamer pakt Stefan een vel papier en een viltstift. Boven in de hoek schrijft hij het woord Groenland. Hij streept het woord door. Witland. Weer streept hij het woord door. Tanakezi, streep. Moembas, streep. Stefanland, streep. Stefanië. Stefan schrijft het laatste woord nog een keer op met grote letters: STEFANIË. Op de lege achterkant van het tekenvel schrijft hij met grote krulletters de naam van zijn nieuwe land. Daaronder tekent hij met een kronkelige lijn een grote vorm op het papier, een eiland. Dit is de voorlopige kaart van zijn land.’ (fragment uit het verhaal Een Nieuw Land voor groep 7 en 8)
29
@web
Po: kunstonderwijs in het gedrang cadeau voor nederland // po
@WEB Jebordjeleegeten AUTEUR: THEA VUIK
Je kunt wel stellen dat de hele digiboardrevolutie in het primair onderwijs is begonnen. Er zijn ook geruchten dat het uit het bedrijfsleven overgenomen is vanwege de enorme hoeveelheden PowerPoint-presentaties die er met de beamer vertoond werden. Momenteel winnen de digiboards ook terrein binnen het voortgezet onderwijs.
H
et blijft echter een lastige klus om geschikte software te vinden voor het effectief gebruik van zo’n geval. Want, wees eerlijk, zo goed als mogelijk gebruiken we ons digiboard nog niet. Het kost veel tijd om op maat gesneden materiaal te vinden en die tijd krijgen we meestal niet. In eerste instantie dacht ik goed te doen door software te zoeken voor het digiboard. Ik kwam al gauw uit op Slimboard (te downloaden van http://support.stichtingproo.nl > Downloads), een volledig gratis pakket dat een prima alternatief vormt voor de software die meestal bij de aanschaf van zo’n digiboard geleverd wordt. Want als docent die alleen met een whiteboard en beamer werkt, kun je aardig in de buurt komen van een echt digiboard door Slimboard te installeren. Weliswaar heb ik dan niet de beschikking over een touchscreen, maar dat wil niet zeggen dat ik ook op een whiteboard al niet heel veel kan doen. Vanaf mijn computer of met mijn tablet. En met behulp van gratis digiboardsoftware zoals Slimboard.
Links: Kijkkunst Rijnsburg. - Foto: Rick Keus. Rechts: Elly Enis - Foto: Asta Biezeman
“Vervolgens belandde ik bij mijn zoektocht letterlijk en figuurlijk in de wolken. ”
zwemmen door de sloot, rollebollen door het gras, fietsen aandachtig en maken korte en lange treinen. Tot slot maken zij een denkbeeldige tocht met een zweefvliegtuig en bewonderen het landschap onder hen.’ Bij het onderwerp Democratie is een verhaal het startpunt voor groep 7 en 8. Een Nieuw Land gaat over een jongen die een nieuw land verzint. De leerlingen denken naar aanleiding van dit verhaal na over hoe zij hun stem kunnen laten horen en gaan dit theatraal vormgeven. ‘Sommige dingen proberen we uit in de klas. Bovendien evalueren we ieder project met leerkrachten.’ Zelf heeft Enis zowel de dansacademie als de kunstacademie gedaan en werkte ze jaren lang met groepen, zowel binnen als buitenschools. ‘Ik zie meteen voor me hoe de les in de klas uitgevoerd kan worden.’ Bij Cadeau voor Nederland had Enis veel aan het werk van de kunstenaar Martijn Engelbregt. Zijn boek Dit is Nederland is een verslag van zijn ludieke onderzoek naar de relatie tussen kunst en democratie.’ Wat verwacht Enis van de leerkrachten? ‘Ik hoop dat ze de lessen van tevoren goed doorlezen en zich erin verplaatsen. Ook hoop ik dat ze verder kijken dan hun eigen klas en het echt met de hele school aanpakken. Dat het schoolteam en de leerlingen elkaar inspireren. Dat de klassen hun werk aan elkaar en aan de ouders laten zien.’ v
30
informatie Deze lessen van Kunstgebouw voldoen aan de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie. Elke les heeft lesdoelen die aansluiten bij de Tussendoelen Leerlijnen van de SLO en heeft een inleiding, kern en afsluiting. Kunstgebouw maakt bij het lespakket gebruik van theoretische kaders zoals de ontwikkelingsstadia van Parsons, de leerstijlen van Kolb, de verschillende intelligenties van Gardner en Cultuur in de Spiegel van Van Heusden.
Goed lespakket Waarom is het een goed lespakket? - Het is haalbaar voor de leerkracht (zowel qua lengte als qua inhoud). - Het heeft een originele invalshoek. - Het heeft een sterk vertrekpunt. - Het bestaat uit zoveel mogelijk kunstdisciplines. - Het overtuigt de leerkracht om er enthousiast mee aan de slag te gaan.
Reserveren Het lespakket Cadeau voor Nederland verschijnt naar verwachting na de zomer van 2013. U kunt het nu al reserveren via www.kunstgebouw.nl/ cadeauvoornederland. Het lespakket kost € 30,--.
kunstzone.nl
Een Webdoc voorbeeld.
Vervolgens belandde ik bij mijn zoektocht letterlijk en figuurlijk in de wolken. Ik ontdekte de voordelen van het werken met digiboardsoftware in the cloud. Ik log in: thuis of op school en mijn digiboard staat klaar op de plek die ik wil. Zeker als je noodgedwongen niet je eigen lokaal - en dus eigen computer - hebt, hoeft dat geen probleem meer te zijn. Zelfs een andere school is geen probleem meer. Wat je zegt: zelfs het fenomeen gastlessen is nu voor digiboardaanhangers toegankelijk terrein geworden. Mijn lessen bereid ik gewoon thuis voor, of waar ik maar wil en ik gebruik het ook waar ik maar wil. Met een computer met een beamer of digiboard aangesloten op het internet kan ik aan de slag. Het lijkt dan op een soort van PowerPoint-presentatie, maar je kunt het wat interactiever maken door bijvoorbeeld iets simpels als een pijl te tekenen, terwijl je aan het uitleggen bent. Het wordt wat persoonlijker daardoor in plaats van die - plots uit het niets verschijnende - superstrakke pijltjes in een PowerPoint-presentatie. Daar verbindt de stem het praatje met het plaatje, terwijl er met behulp van deze zogenaamde annotatiesoftware meer interactie kan plaatsvinden. Het hoeft natuurlijk niet, maar het kan wel.
een groot assortiment aan lessen (vooral voor het basisonderwijs) overzichtelijk bij elkaar. Iedere week wordt daar in samenspraak met leerkrachten uit het basisonderwijs een nieuwe tool aan toegevoegd. Het is niet gratis, maar zeker de moeite waard om eens dertig dagen te proberen. Zie www.gynzy.com. Voor het voortgezet onderwijs is het meer van belang om gebruik te maken van verschillende websites, tekeningen, video’s, enzovoort. Die zet je als voorbereiding bij elkaar in één document en zo maak je er een soort van les van. Een webbased programma om zoiets te maken is Webdoc. Eerst even inloggen en dan kun je kun je direct aan de slag om in het document tekstvakken, afbeeldingen, geluiden en video’s bij elkaar zetten. Je kunt een witte achtergrond aanhouden, maar je kunt ook een kleurtje of een patroon gebruiken. En je voorziet het van een tekstvak of een tekstbubbel, waarin je bijvoorbeeld uitlegt wat het is. Je kunt ook gebruik maken van een behoorlijk aantal apps. Je klikt ze aan en je stelt in hoe ze vormgegeven moeten worden in jouw document. Zo is er bijvoorbeeld een app om een diashow te embedden of om te stemmen. Zie www.webdoc.com.
‘Met Gynzy haal je het maximale uit je digibord!’ luidt de slogan van Gynzy, een jong bedrijf uit Eindhoven dat niet alleen een webbased digiboardprogramma aanbiedt, maar zeker inhoudelijk het een en ander in petto heeft. Op hun website staat
Voorlopig weer even genoeg te verteren, nietwaar? v
maart 2013
31
toeten noch blazen Po: kunstonderwijs in het gedrang
Po: kunstonderwijs in het gedrang toeten noch blazen // po
Foto’s: Arjaan Verheule
Bruggers weten vaN
toeten noch blazen Basisscholen falen op muziekonderwijs
De meeste mensen komen in Nederland pas op twaalfjarige leeftijd in aanraking met muziekonderwijs. Dat is het moment dat ze bijvoorbeeld bij mij op het Dalton Voorburg komen. Een school waar muziek een regulier vak is, dat op het rooster staat en dat wordt gedoceerd, net als alle andere vakken door een vakdocent en niet, zoals op de basisschool door de meester of juf die ook taal, rekenen en natuur geeft. Jammer, want muziek is een belangrijk vak, waar kinderen vroeg mee zouden moeten beginnen. auteur: Arjaan Verheule
T
ijdens de eerste les van de brugklas vraag ik elk jaar wie er een instrument speelt. Ik heb nogal wat leerlingen, dus ik krijg het niet gelijk in het systeem, maar ik schrijf het altijd op. Dan kan ik later, als mensen instrumentalisten zoeken voor een bandje nog eens nakijken of ik mensen weet. Helaas blijkt, na de vraag hoe lang iemand op een instrument speelt, vaak dat het alweer verleden tijd is. De nieuwe trend is dat kinderen wel een paar jaar les op een instrument hebben gehad, maar ermee gestopt zijn. De leraar was niet leuk, het werd saai, ik ben gaan voetballen… De kinderen moeten het meestal even proberen en slechts een enkeling houdt het langer vol dan een paar jaar. Als ze in de les een hernieuwde kennismaking hebben met hun instrument, komt de liefde voor muziek vaak wel weer op en zeker het moment dat klasgenoten bewonderend kijken naar hun muzikale prestaties geeft weer hoop.
Weinig muziek op basisschool
Maar het wordt pas echt treurig als je vraagt wie er muziekles heeft genoten op de basisschool. De muzieklessen bestaan, als ze al gegeven werden, uit op trommeltjes slaan in de eerste klas. Soms bewegen we wat op muziek. We lopen rondjes in de
32
gymzaal. We zingen mee met de liedjes van de liedmachine of, zoals bij mijn zoontje in de klas, met YouTube. En ja, iedereen heeft wel meegedaan aan de schoolmusical die altijd van één en hetzelfde bedrijf gekocht wordt. Het zijn slappe verhaaltjes over een bos dat gered moet worden of een fabriek die vuil stort. Er is altijd wel een burgemeester, een schooljuf en een dokter. Veel rollen zijn bijrollen met twee zinnen, de meeste liedjes obligaat en voor de hele klas. Slechts één of twee kinderen mogen een solo zingen. De musical geeft ruimte voor een dansje en de stoere achtste groeper mag even breakdancen. We tekenen een snor op het meest bijdehande jongetje en de politieagent is klaar om op te treden. Het grootste probleem van de docent is dat de kinderen binnensmonds murmelen en we dus de zorgvuldig ingestudeerde tekst niet kunnen verstaan. Hij zit achter in de zaal en roept om de andere zin: HARDER!!! In de gymzaal heeft de conciërge een podium gemaakt van bankjes en mdf. Met oude bezemstelen heeft hij coulissen in elkaar geflanst, zoals hij dat al jaren doet. En de muziek wordt door een gettoblaster de zaal in geworpen. Niet echt een goede voedingsbodem voor muzikaal talent dus. Het grootste probleem is dat de
kunstzone.nl
basisschoolleerkrachten geen behoorlijk muziekonderwijs krijgen op de opleiding. Als er al muziek wordt onderwezen, is het mondjesmaat.
overbrengen aan de leerlingen? En dat terwijl het leren omgaan met muziek op jonge leeftijd zeer belangrijk is. Complexe situatie
“Een ander punt is dat muziek geven een zeer persoonlijk en breekbaar gebeuren is. “
Andere vaardigheden
De lessen beperken zich tot het gebruik van een methode. Het is nu eenmaal een feit dat er andere vaardigheden vereist zijn bij het geven van muziekonderwijs dan bij andere vakken. Het bespelen van een instrument en het toon kunnen houden zijn daarvan de meest basale. Maar muziekonderwijs vergt kennis van een eigen taal en een eigen schrift. Het notenschrift wordt door veel amateurmusici al als vrij ingewikkeld ervaren, laat staan dat het een bruikbaar schrift is voor niet-musici. En als je het niet kunt lezen, kun je het ook niet toepassen en anderen aanleren. Bovenstaande zaken zijn in theorie nog aan te leren op een opleiding, mits de lessen regelmatig en langdurig voorkomen in het lesschema. Het behoorlijk kunnen lezen van het notenschrift komt alleen als het een ingesleten automatisme is, waarbij de praktijk, bijvoorbeeld het spelen van de noten op een instrument, de enige manier is om het goed onder de knie te krijgen. Een ander punt is dat muziek geven een zeer persoonlijk en breekbaar gebeuren is. Ik heb ooit een aantal lessen gegeven aan docenten van een basisschool. Vooral de gêne als het gaat om het spelen op een trommel, laat staan op het zingen voor een klas met kinderen, speelt de docent vaak parten. Dat is niet vreemd als je bedenkt dat ze iets moeten doen waarvan ze geen kaas hebben gegeten. Alsof ik les geef aan jonge pubers: er wordt heftig geprotesteerd als ik een liedje wil zingen met de leraren. En als leraren zelf het al niet willen of kunnen, hoe kunnen we dan verwachten dat ze het vak enthousiast
maart 2013
Bij het maken van muziek bevindt men zich in een complexe situatie. Om je heen klinkt een hoop omgevingsgeluid en meerdere mensen moeten niet alleen hun eigen geluid eruit filteren, maar ook er een samenhangend geheel van maken. Daarvoor is het nodig om afspraken te maken. Hoe lang duurt een maat van 4 tellen? Wie telt af en tot hoeveel moet je aftellen? Wie speelt welke partij? Samenwerken en elkaar helpen zijn daarbij twee belangrijke voorwaarden. De kinderen leren motorische vaardigheden, zowel fijn als grof motorisch. En bovenal bestaat er bijna geen mooiere succeservaring dan wanneer je met vier andere kinderen een muziekstukje van acht maten echt mooi en samenhangend kunt spelen. Een oplossing voor het probleem is het inhuren van een muziekleraar. Helaas is er, zeker tegenwoordig met de versobering van het budget voor kunstonderwijs, geen geld voor. Vaak wordt er voor gymnastiek een externe leraar aangetrokken, maar dan is de financiële koek wel op. Een andere uitkomst zou een actieve samenwerking met één der conservatoriums zijn, zodat er met regelmaat stagiaires muzieklessen kunnen komen verzorgen. Op die manier snijdt het mes aan twee kanten. Studenten leren het vak en de kinderen krijgen muziekonderwijs. Maar het is te gemakkelijk om de schuld te geven aan de huidige regering. Het gebrek aan muziekonderwijs op de basisschool was toen ik op de basisschool zat, al minimaal. Het probleem zit, zoals ik hierboven al geprobeerd heb te verklaren, verscholen in het feit dat één docent alle lessen geeft. Een onmogelijke taak, lijkt me. Gelukkig zijn er nog steeds scholen in het voortgezet onderwijs waar muziek als belangrijk wordt gezien. Zo kunnen kinderen toch nog muzieklessen krijgen. En als ik dan kinderen nu al, halverwege het brugjaar, in een Dalton-uur bij me zie komen om extra gitaar, keyboard of drums te spelen, zie ik toch weer een lichtje aan het eind van de tunnel. v
33
muziek telt Po: kunstonderwijs in het gedrang
Po: kunstonderwijs in het gedrang muziek telt // po
Openingstoespraak Marleen Barth. Foto’s: Olga de Kort-Koulikova
Koor Zeister Vrije School.
D-orkest van Harmonie Orkest Vleuten.
muziek telt!
docenten zich op de opdrachten en al doende verwerken ze de begeleidende informatie over het gehoor en maatgevoel.
En hoort in de klas Een blik in de toekomst
De toekomst begint vandaag. Dat is geen openbaring voor docenten die dagelijks hun bijdrage aan het opleiden en opvoeden van de toekomstige generaties leveren. Een presentatie van muziekprojecten in het basisonderwijs die de naam een Toekomstmanifestatie Muziek telt! draagt, roept doorgaans ook geen vragen op. Het muziekonderwijs op de basisschool heeft de toekomst, tenminste als het deze toekomst gegund wordt. Door de beleidsmakers, door de opleiders en door de leerkrachten zelf. auteur: Olga de Kort
A
an inspirerende, didactisch onderbouwde en methodisch verantwoorde projecten en programma’s is inmiddels geen gebrek. Ieder jaar ontstaan er nieuwe initiatieven om kinderen zowel actief (door zelf te experimenteren) en receptief (door kijken en luisteren) als reflectief (door praten en van gedachten te wisselen) bij muziek te betrekken. Spelenderwijs kunnen kinderen namelijk veel meer over ritme, melodie, tempo, timbre en dynamiek leren en diverse instrumentencombinaties ontdekken. Zo biedt het programma Ieder Kind een Instrument ‘de kans in aanraking te komen met muziek en een instrument te leren bespelen’, terwijl Stichting Leerorkest naast het plezier van samenspelen ook ‘de integratie van zowel kinderen als hun ouders uit andere culturen’ wil bevorderen. De landelijke campagne Muziek in ieder kind vraagt aandacht voor muziekeducatieve projecten en projecten op het gebied van reflectie, debat en promotie. Lokale en landelijke projecten van Muziek telt! dragen bij aan ‘de bewustwording rondom het onderwerp muziekeducatie’. Toekomst van projecten
De Toekomstmanifestatie Muziek telt! Ook in het onderwijs geeft een mogelijkheid om een blik te werpen op de toekomst van projecten vanuit de huidige situatie. En tegelijkertijd om afscheid te nemen van de huidige campagne. Na drie jaar geeft Muziek telt! het stokje door. Van de oorspronkelijke initiatiefnemers (Muziek Centrum Nederland (MCN), Kunstfactor en Fonds voor Cultuurparticipatie) bestaat één van de partners, MCN, per 1 januari niet meer en houdt de tweede partner, Kunstfactor, op te bestaan in zijn huidige structuur. Hoe gaat Muziek telt! verder en wie neemt het stokje over? Wat biedt de toekomst? Dat zijn de vragen die op 7 november 2012 in Amersfoort beantwoordt worden. De bezoekers krijgen geen rooskleurige beelden voorgeschoteld, maar naast zorgelijke noten klinken er geregeld gerust-
34
stellende en positieve geluiden. Zolang er enthousiaste en bevlogen docenten bestaan, worden er muzieklessen gegeven. Maar bij het enthousiasme hoort ook de nodige kennis. Niet toevallig merkt Marleen Barth, die naast voorzitter van de Eerste Kamerfractie van de PvdA ook voorzitter van de visitatiecommissie voor de muziekeducatieve pilotprojecten van Muziek telt! is, dat alles ‘begint en eindigt op de PABO’. Een goede PABO-opleiding kan leiden tot het vormen van ‘geïnteresseerde, geïnspireerde, gemotiveerde leergroepskrachten’, en andersom tot docenten met weinig kennis die snel in verlegenheid worden gebracht zodra het woord muziek valt. Geen typisch Nederlands probleem
Uit de bijdrage van de Britse overheidsadviseur Gareth Mills wordt duidelijk dat de zorgen over de muziekeducatie geen typisch Nederlands probleem is. ‘The world has become a much smaller place’. Dus de vragen ‘how we design education’ en welke ‘21st century skills’ we daarbij nodig hebben, staan in alle Europese landen hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. De ideeën van Mills over het onderwijscurriculum in de 21e eeuw en de gevolgen van de aanwezigheid (of juist het ontbreken) van de muziekvakken erin, zijn toekomstgericht. Twee Nederlandse wetenschappers Henkjan Honing en Erik Scherder slaan de brug naar de toekomstgerichte wetenschappelijke onderzoeken die praktisch toepasbaar zijn in het hedendaagse muziekonderwijs. De hoogleraar muziekcognitie en schrijver van het boek Iedereen is muzikaal Henkjan Honing heeft slechts 15 minuten tot zijn beschikking. Alle aanwezigen worden direct uitgenodigd om samen enkele ‘simpele’ luisteropdrachten te maken. Hij staat geen seconde stil. De voorbeelden volgen elkaar op, de vragen vliegen de zaal in: ‘Wat horen we?’ ‘Welke fragmenten klinken ritmisch gelijk?’ ‘Waar zitten de variaties in?’ Met veel enthousiasme storten
kunstzone.nl
De neuropsycholoog Erik Scherder krijgt net als Honing slechts 15 minuten om over de effecten van muziek op hersenactiviteiten van kinderen (en volwassenen) te vertellen. Al binnen enkele minuten is de zaal volledig in de ban van deze geestige voordracht. Iedereen is het ermee eens dat het bespelen van een instrument en het luisteren naar muziek voor extra verrijking en groei van de hersenen zorgt. Maar de toehoorders worden extra attent als blijkt dat de opgebouwde cognitieve reserve tegen ziektes en veroudering kan beschermen. Gezien de uitbundige reacties uit de zaal, komt de conclusie dat kinderen (en volwassenen) die aan een uitdaging bloot staan, uiteindelijk tot creatieve, initiatiefrijke en gemotiveerde mensen groeien, heel inspirerend over. Staande ovatie
Inspirerend zijn ook de muzikale bijdragen, verzorgd door deelnemers van diverse Muziek telt!-projecten. De 25 Zing’es scholen worden gepresenteerd door de leerlingen van de Zeister Vrije School. Het schoolkoor onder leiding van Matthijs Overmars wordt met een groot applaus ontvangen en krijgt na afloop van het mini-concert een staande ovatie. Het is inderdaad indrukwekkend om 132 kinderen op het toneel te zien klimmen. Maar deze schattige kinderen zingen ook nog zuiver, ritmisch en vrolijk. Met zichtbaar plezier voeren ze de stemmingsvolle Silent Gardens uit, klappen energiek bij een Fruitlied en wagen ze zelfs een poging om samen met de zangeres en ambassadeur van Muziek telt! Tanja Kross de hoogste noten in Edelweiss te bereiken. De feestelijke stemming is compleet als de kleine zangers met vingerknippen de storm en regen beginnen te imiteren. Ze doen het vol overgave en zo overtuigend dat de glazen op tafel voor de sprekers letterlijk van de tafel af beginnen te springen. Dat alles leidt tot enige verwarring bij de begeleiders, grote verbazing bij de kinderen zelf en nog grotere hilariteit in de zaal. Na de koorzang is het de beurt aan orkestprojecten. Het programma Kinderen Maken Muziek wordt vertegenwoordigd door het D-orkest van Harmonie Orkest Vleuten onder leiding van Christiaan van der Weij. Dit programma ontstond in 2011 op initiatief van Prinses Máxima en kreeg de ondersteuning van het Fonds voor Cultuurparticipatie en het Oranje Fonds. In het schooljaar 2011-2012 kon dit initiatief al op 31 deelnemende projecten rekenen. Het Klein Leerorkest, onder leiding van Michael Hesselink, maakt onderdeel uit van het programma Muziek in ieder kind van Muziek telt!. De Stichting Leerorkest is de winnaar van de Janusz Korczak Prijs 2012 en kan terecht trots zijn op het unieke concept van dit orkest. De initiatiefnemer van dit project, Marco de Suza, licht de uitgangspunten in het kort
maart 2013
Klein Leerorkest.
toe: ‘De basisschoolleerlingen krijgen de kans om vier jaar lang instrumentale les van professionele musici te krijgen en wekelijks te repeteren. De instrumenten worden uitgeleend door de Stichting Instrumentenfonds Leerorkest. De hele klas doet mee en zo ontstaan steeds nieuwe orkesten die de muzikale estafette overnemen.’ Stokje overdragen
Na het optreden van het Klein Leerorkest is voor Muziek telt! ook de tijd gekomen om zelf het estafettestokje aan Orkest in de Klas over te dragen. Orkest in de Klas is een samenwerkingsverband van Het Leerorkest, Ieder Kind een Instrument (SKVR) en Muziek in Ieder Kind. Met zeven jaar ervaring in het instrumentale muziekonderwijs is Orkest in de klas geen onbekende meer bij basisscholen in Amsterdam, Rotterdam en Gelderland. De opgebouwde kennis wordt nu voor iedereen beschikbaar gesteld. Alle geïnteresseerde muziekdocenten en leerkrachten kunnen met hun vragen bij de social media site c.q. kenniswebsite www.orkestindeklas.nl terecht, die is ontwikkeld vanuit de overtuiging dat instrumentale muziekeducatie ‘alleen verder kan komen als ieder zijn kennis en materialen deelt’. De uitwisseling van ervaringen en informatie met collega’s in levenden lijve gaat na afloop van de presentaties door. Terwijl de Muziek telt!-ambassadeur Phill Tilli en zijn jonge neef Niall de muzikale afsluiting van de manifestatie verzorgen, geven de bezoekers gehoor aan de oproep om een eigen goodie bag samen te stellen. De goodie tafel geeft een goed beeld van diverse projecten van de afgelopen jaren: Orkest in de klas, Het Leerorkest, Zangmakers, Het Levend Klavier, Watch That Sound, Ieder Kind een Instrument. De tassen worden snel met folders, boekjes en reclamegadgets gevuld en de netwerkende muziekdocenten, leerkrachten, studenten en beleidsmakers bespreken verder de toekomst van de muziekeducatie. Hier en daar hoor je de scherpe ruisende geluiden van de groene plastic maracas-shakers van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Zou het uitdelen van deze schuddende gadgets in de Tweede Kamer en op basisscholen de politiek en het onderwijs ook wakker kunnen schudden? v
Nieuwsgierig geworden? Ieder Kind een Instrument: www.iederkindeeninstrument.nl Stichting Leerorkest: www.leerorkest.nl Muziek telt!: www.muziektelt.nl Muziek in ieder kind: www.cultuurparticipatie.nl > 2009-2012 > Muziek in ieder kind
35
de vuurvogel // vo
de vuurvogel
van Igor Stravinsky Op 7 december 2012 verzamelden zich ruim tweehonderd brugklassers van het Montessori Lyceum Amsterdam, het Calandlyceum en de Christelijke Scholengemeenschap Buitenveldert in de Kleine Zaal van Het Concertgebouw voor een project rondom Igor Stravinsky. AUTEUR: MCO/OLGA DE KORT
N
a voorbereidende schoollessen, waarin het Parijs van 1910, programmatische muziek en de Ballets Russes werden behandeld, kregen de leerlingen de kans om zich verder te verdiepen in de klankwereld van de balletsuite De Vuurvogel. Ze ontmoetten diverse musici van het Radio Filharmonisch Orkest, gingen zelf actief met de muziekfragmenten aan de slag (een bodypercussie!) en bezochten een orkestrepetitie van De Vuurvogel onder leiding van de dirigent Serge Baudo. Aan de hand van filmscènes van regisseur Lucas van Woerkum maakten de brugklassers kennis met het genre Symphonic Cinema: muziekverhalen die vertaald zijn naar filmscenario’s. De visuele voorbeelden, geïnspireerd op de muziek van De Vuurvogel, hielpen de leerlingen om een voorstelling te maken bij de muziek van Stravinsky. Zie ook http://educatie.mco.nl > Nieuws > Symphonic Cinema: De Vuurvogel. v
36
maart 2013
37
film is overal
film is overal
Dit is het tweede artikel in de serie film is overal 1
To Rome with love
2
3
film is overal 3
Foto’s: Ad van Dam
Veel docenten KCV brengen met hun leerlingen een bezoek aan het klassieke Rome. Maar Rome is ook een stad waar veel filmklassiekers zijn opgenomen. Onlangs nam Woody Allen er zijn laatste film To Rome with Love op. Ad van Dam ging op zoek naar filmlocaties in Rome en bezocht de wereldberoemde filmstudio Cinecittà. auteur: Ad van Dam
W
ie aan Italië en aan film denkt, denkt meteen aan de bekendste regisseur Frederico Fellini (1920– 1993). Hij ontving in zijn laatste levensjaar een Oscar voor zijn hele oeuvre. De films die hij maakte en de verhalen die hij wilde vertellen zijn niet altijd even makkelijk te bekijken. Die verhalen zijn vaak erg associatief en voorzien van dromen, herinneringen, fantasieën en in zijn films doen vaak de meest uiteenlopende personages mee. Wie iets over Italië en de Italiaanse cultuur wil leren, kan het beste naar de films van Fellini kijken. Zijn films zijn verwant aan stromingen in de beeldende kunst: het Symbolisme, het Surrealisme en het Modernisme. Daarnaast vallen het gebruik van licht en esthetiek op. Fellini liet niets over aan het toeval. Zo liet hij voor La dolce Vita (1960) in de filmstudio’s de halve Via Veneto nabouwen. La dolce Vita werd natuurlijk ook erg beroemd door de scène met Anita Ekberg in de Trevi-fontein
38
en acteur Marcello Mastroianni. William Wyler filmde in Rome Vacanze Romane, beter bekend als Roman Holiday. Op de locatie waar de beroemde scooter-scène is opgenomen staat een groot en heel informatief bord met een foto met Audrey Hepburn en Gregory Peck. In Rome staan meer van dit soort borden. Zo ook bij de Spaanse Trappen naar aanleiding van de film Le ragazze di Piazza di Spagna van Luciano Emmer uit 1952. Op die manier kun je als toerist op een laagdrempelige manier veel te weten komen over films. Naast locatiewerk in Rome ‘woonde’ Fellini in Cinecittà, zoals hij zelf zei. Zijn ‘huis’ was Theater 5, de grootste studio van het gehele complex (80 meter lang, 36 meter breed en 15 meter hoog). Dit was zijn black box waarin hij zijn eigen dromen en fantasieën tot leven wekte en waar echt (bijna) alles mogelijk was.
1937 vatte de toenmalige Italiaanse leider Benito Mussolini het plan op om een grote filmstudio in Rome te laten bouwen. De filmindustrie in Amerika was een groot economisch succes en dat hoopte Mussolini te evenaren. Italië moest zijn eigen Hollywood krijgen met regisseurs en filmsterren uit eigen land. Cinecittà moest het grootste filmcomplex van Europa worden. En dat werd het ook. Hoewel het in de Tweede Wereldoorlog werd gebombardeerd, is ook het huidige Cinecittà een indrukwekkend dorp dat bestaat uit 27 grote en kleinere studio’s die als grote en nog grotere schoendozen strak in het gelid op een immens terrein zijn neergezet elk aangeduid met de letter T van Theater en een getal. De indeling is overzichtelijk: het 10 hectare grote terrein is goed beveiligd en omvat tevens een grote vijver. Ook het Italiaanse Big Brother-huis staat op dit terrein.
Cinecittà: 75 jaar
Dit jaar bestaan de beroemde studio’s precies vijfenzeventig jaar. Op 27 april
Klassiekers
In de jaren vijftig kwamen ook Ameri-
kunstzone.nl
“Italië moest zijn eigen Hollywood krijgen met regisseurs en filmsterren uit eigen land. “ kaanse regisseurs hun films hier opnemen. Een echte klassieker is de film Ben Hur (1958) met Charlton Heston van William Wyler. De minutenlange paardenrace sequentie is niet alleen heel spectaculair opgenomen, maar net zo spannend om naar te kijken. Digitale technieken en trucages waren toen nog niet aan de orde. Helaas is de locatie waar de paardenraces zijn gefilmd in Cinecittà alweer voor een ander decor ingewisseld. Ook de massascène in de film Cleopatra (1960) met Liz Taylor en Richard Burton is tot de klassieken gaan behoren. Honderden, zo niet duizenden Italianen vonden tijdelijk werk als figurant. De binnenkomst van koningin Cleopatra van Egypte in Rome
maart 2013
is nooit meer overtroffen. Liz Taylor zat op een troon in de vorm van een sfinx die negen meter hoog was en werd gedragen door 300 figuranten. De scène in de film met zittende olifanten en nog vele andere figuranten is nog steeds indrukwekkend om te zien. Maar ook hiervan is in Cinecittà niets meer over. Tour
Direct aan halte Cinecittà bij Via Tuscolana 1055 van Metrolijn A, is de toegangspoort van de filmstudio gelegen. Voor een rondleiding betaal je € 15,-- per persoon, maar dan kun je zowel het filmmuseum bezoeken als deelnemen aan de tour over het studiocomplex. En juist dat laatste is de moeite waard. Wel wordt deze rondleiding uitsluitend in het Italiaans gehouden en vindt op onregelmatige tijden plaats. Maar ook zonder kennis van het Italiaans is het al heel bijzonder om door de filmdecors te lopen en de studio’s van binnen te zien. Geen Hollywoodachtige settings, maar je wandelt met een klein groepje van de ene set naar de andere en er is altijd wel iemand die bereid is ook wat Engelse vertalingen te leveren. Ondertussen snuif je historische filmlucht op en loop je op heilige filmgrond. Zo loop je door de straten van
New York, die gebruikt zijn voor Gangs of New York met steracteur Leonardo Di Caprio van Martin Scorsese en even later door het oude Rome waar de tv-serie Rome opgenomen is. Het is fascinerend om door die kleine straatjes te lopen en over enorme pleinen met tempels met zuilen. Het ziet er allemaal enorm indrukwekkend en echt uit. Maar wanneer je dan op zo’n zuil klopt met je hand, blijkt alles van kunststof te zijn! Achter de schitterende, oude façades is niets of er groeien gewoon enorme bomen. Dat film een illusie en een droomfabriek is, is nergens beter te ervaren dan hier. Ook sta je plotseling in Theater 5, die enorme hal waarin Fellini al die bijzondere films heeft opgenomen met zijn wereldsterren. Tussendoor loop je langs trailers, belichtingsmannen met lampen, kleedsters met rekken vol kostuums en andere werknemers die gewoon aan het werk zijn. Na afloop kun je het kleine, maar interessante filmmuseum bezoeken. Daarin zijn authentieke kostuums, veel rekwisieten en andere filmvoorwerpen te zien. Ook zijn er luister-, kijk- en doeactiviteiten uit te voeren. Rome blijft een stad om van te houden. Ook als filmfan! v
39
hoor de stilte // po
hoor de stilte
Kinderen van groep 1 en 2 van OBS De Startbaan in Soesterberg. Foto’s: Marije Visser
Yoga en dans integreren in het onderwijs
hoordestilte Het loopt tegen het einde van het schooljaar. Juf Elisa IJspeert van OBS de Startbaan in Soesterberg heeft inmiddels het indrukwekkende aantal van 37 kleuters in haar groep 1/2. Vorige week is er nog een jongetje begonnen met wennen in de groep. Hij gaat lekker zijn eigen gangetje en heeft zich nog niet geconformeerd aan de regels. De rest van de kinderen luistert goed, maar het zijn wel kleuters: beweeglijk, levend in een eigen fantasiewereld en opgaand in hun spel, waarbij ze de wereld om zich heen vergeten. Drie dagen in de week is er een stagiair in de groep. Dat is het moment voor het project Hoor de stilte. De helft van de groep blijft in het lokaal bij de stagiair, de andere helft gaat met de juf mee naar de speelzaal voor een yoga-dansles. AUTEUR: MARIJE VISSER
H
oor de stilte is een yoga-dansproject voor groep 1 t/m 4 van het primair onderwijs. Het bestaat uit een lerarenhandleiding en een leskist met materialen en is ontwikkeld door Eva Smits van Kunst Centraal, de steunfunctie voor kunst- en cultuureducatie in de provincie Utrecht. Het project wordt aangeboden aan de leerkrachten die ook de yoga-danscursus Stilte in beweging volgden. Sociaal emotionele ontwikkeling
Eva Smits legt uit vanuit welk idee het project is ontstaan: ‘Hier bij Kunst Centraal signaleerden we een grotere vraag naar projecten waarin de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen centraal staat. Daarnaast zie je in de hele maatschappij een grote interesse in bewustwording en yoga. Hier spelen wij met dit project op in. Als een leerkracht zelf in de vrije tijd profijt heeft van yoga, zal die ook de mogelijkheden voor kinderen zien. Bovendien zijn kinderen al heel ‘yoga’ van zichzelf: ze kunnen enorm opgaan in het moment. In dit project worden dans en yoga geïntegreerd. Daarmee sluiten we aan bij de emotionele ontwikkeling van jonge kinderen. Alleen yogaoefeningen zou te gestructureerd zijn voor kinderen die nog zo jong zijn. Door het te combineren met dans kunnen ze er ook hun verbeelding en creativiteit in kwijt. Dans, beweging, kinderyoga en kindermeditatie worden als middel ingezet om kinderen te leren ontspannen en tot rust te laten komen. Zodat ze zich nog beter kunnen concentreren in hun spelen en leren. Hiermee wordt rust, vertrouwen en verbondenheid in de groep gecreëerd. De kinderen worden zich bewust van de rust die ze in zichzelf kunnen creëren. Daarnaast leren ze bij zichzelf te blijven, respect te hebben voor elkaar, samen stil te zijn, naar elkaar te luisteren en elkaar niet te storen in de oefeningen.’ Aansluiten bij het primair onderwijs
‘Leerkrachten die het project gedaan hebben, zijn heel
40
enthousiast,’ vertelt Eva Smits. ‘Het project sluit aan bij de behoefte van leerkrachten om kinderen te helpen zich te concentreren. Men ervaart in het onderwijs dat leerlingen hun aandacht tegenwoordig steeds moeilijker kunnen richten. Een leerkracht die de cursus Stilte in beweging heeft gevolgd en alle lessen van het project Hoor de stilte met de groep heeft gedaan, kan ook tussen de lessen door teruggrijpen naar de oefeningen om de energie in de groep te sturen.’ Elisa IJspeert beaamt dat het project aansluit bij een behoefte van haar om meer rust in de grote groep kleuters te krijgen. ‘Rust in de groep brengen kan op verschillende manieren, ook door bijvoorbeeld de kinderen buiten op het schoolplein te laten spelen of door spelletjes te doen in de speelzaal. Daar raken ze hun energie kwijt en dat levert ook rust op. Dit project spreekt me aan, omdat ik als kind ook yoga heb gedaan. Door de oefeningen steeds weer terug te laten komen, ook in de klas tussen verschillende activiteiten, ervaren kinderen hoe ze bij zichzelf kunnen blijven. Voor sommige kinderen is dat heel moeilijk. Andere kinderen kunnen dat wel, die zijn veel meer naar binnen gericht, of om in de terminologie van Howard Gardner te spreken: zelf-knap.’ De psycholoog Howard Gardner ontwikkelde een theorie over meervoudige intelligentie. Eén van de zeven intelligenties die hij onderscheidt is de intra-persoonlijke intelligentie: het begrijpen van jezelf, in Nederland voor kinderen vertaald naar zelf-knap. Zelf ervaren
Eva Smits licht het project nog verder toe: ‘Het is belangrijk dat de leerkracht alle oefeningen tenminste een keer zelf heeft ervaren en het effect ervan heeft gevoeld. Bijvoorbeeld om inzicht te krijgen in de ademhaling en wat ademhalingsoefeningen kunnen doen voor de geest. Door het zelf te ervaren en te herhalen maak je je de vaardigheden en de kennis erover eigen. Dan weet je wat belangrijk is voor kinderen bij de uitvoering van de oefeningen. Uiteindelijk is het een proces dat de leerkracht
samen met de leerlingen beleeft. Heel anders dan bij pure kennisoverdracht.’ Uitgangspunt van Kunst Centraal was daarom dat leerkrachten de cursus Stilte in beweging volgden voordat ze het project Hoor de stilte met de groep uitvoerden. Tijdens het schooljaar 2011-2012 maakte de cursus deel uit van het aanbod voor deskundigheidsbevordering voor leerkrachten van Kunst Centraal. Wegens bezuinigingen biedt Kunst Centraal geen deskundigheidsbevordering meer aan, maar leerkrachten kunnen wel direct terecht bij Eva Smits via de website van Kunst Centraal. Praatstokmaantje
Het project Hoor de stilte bestaat uit vier lessen met afwisselende oefeningen: opwarmingsoefeningen, visualisaties, ontspanningsoefeningen, ademhalingsoefeningen, dansoefeningen en yogahoudingen. In de lerarenhandleiding staan de lessen beschreven en worden de oefeningen duidelijk geïllustreerd. In de leskist zitten materialen die in de lessen gebruikt worden: een aantal kleine muziekinstrumenten, een klankschaal, een regenstok, muziek-CD’s en een praatstokmaantje. Dit praatstokmaantje krijgt een kind als hij iets mag vertellen bij het nabespreken van de les. Het is een hulpmiddel om de rust in de groep te houden, ook als er weer samen gepraat mag worden. Iedereen heeft zijn eigen plekje
Als de kinderen met juf Elisa in de speelzaal zijn, mogen ze allemaal een eigen plekje op een mat uitzoeken. Hier komen ze steeds weer terug. De les begint met een loopoefening: op de maat van de muziek huppelen de kinderen stil door de ruimte. Bij een slag op de trom bevriezen ze en krijgen ze een opdracht: ze spreiden hun armen en vliegen als vogels door de ruimte, ze maken zich klein als een rupsje op de grond of ze strekken hun armen en benen alle kanten op, alsof ze een zon met zonnestralen zijn. De kinderen doen hun best en gaan op in de oefeningen. Door de koppeling met dieren, kunnen ze zich goed inleven en zo hun creativiteit gebruiken. Twee meisjes blijven eerst zitten kijken wat de anderen doen. Die ruimte krijgen ze van de juf. Na een tijdje staan ze op en doen ze mee. Een volgende oefening is een vereenvoudigde versie van de yogaoefening de zonnegroet. Geconcentreerd houden de kinderen hun lichaam in evenwicht, dat is nog best lastig. In een andere oefening liggen ze afwisselend naar de muziek te luisteren op hun mat en worden ze als vogeltjes wakker om rond te gaan fladderen. Sommige kinderen vinden niet de rust om te blijven liggen en leiden elkaar af. Elisa besteedt er geen aandacht aan en gaat stoïcijns verder. Nu mogen kinderen zelf een mooie beweging van een dier voordoen. Een meisje dat de hele les geconcentreerd meedeed is een sierlijke zwaan. Een jongetje grijpt zijn kans om met veel wild vertoon een meeuw na te doen en de andere kinderen aan het lachen te maken. Elisa zegt later:
maart 2013
‘De behoefte van dit kind om gezien te worden krijgt zo ook een plekje in de les. Ik pas de oefeningen aan op de energie in de groep van dat moment en op de individuele behoeftes van leerlingen.’ Rust in de groep
‘Ik ben als eerste hier op school met yoga-dans begonnen,’ vertelt Elisa, ‘maar ik ga binnenkort een presentatie geven aan mijn collega’s, want ik denk dat het goed is om het door te trekken naar alle andere groepen in de school. In het kader van Kwaliteitsgericht coachen, waar wij mee bezig zijn, wil ik mijn collega’s daar graag bij ondersteunen.’ Kwaliteitsgericht coachen gaat uit van de kwaliteiten van kinderen, want kinderen die zich vanuit hun eigen kwaliteiten ontwikkelen, blijken sterker en weerbaarder. Elisa vervolgt haar betoog: ‘Daarnaast sluit yogadans, zoals ik al zei, goed aan bij de theorie van meervoudige intelligentie waarmee wij werken. Maar het is natuurlijk wel afhankelijk van de collega’s. Die moeten ervoor open staan.’ Momenteel staat bij veel scholen en OCW opbrengstgericht werken hoog op de agenda. De opbrengsten van het reken- en taalonderwijs worden in kaart gebracht en verhoogd. Soms gaat dit ten koste van andere vakken. Daarom aan Elisa de vraag, wat de opbrengsten zijn van de yoga-dansoefeningen op school. ‘Yoga-dans-oefeningen brengen rust en concentratie in de groep. Direct na een yoga-dans-les in de zaal is dat heel goed merkbaar, maar ook op de lange termijn. Vanuit rust komen kinderen beter tot leren. Dus het heeft ook effect op de leerresultaten. Daarbij komt het ten goede aan de sfeer op school.’v Marije Visser is projectmedewerker bij het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA).
informatie Het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) selecteert jaarlijks een aantal projecten die extra aandacht verdienen. Het zijn goede voorbeelden van projecten die culturele instellingen hebben ontwikkeld voor het onderwijs. Zie voor meer informatie www.projectloketcultuur.nl/onderwijs+.asp. Het project Hoor de stilte bestaat uit een leskist en een lerarenhandleiding met lesomschrijvingen voor lessen in groep 1 t/m 4. In verband met bezuinigingen wordt het project niet meer aangeboden. Ga voor meer informatie naar www.kunstcentraal.nl.
41
best of both worlds // vo
best of both worlds
DJ 1ste Lieutenant
Poster DJ 1ste Lieutenant
bestof Both Worlds
Muzikale whizzkids en de kracht van de combinatie Hartje Almere, iets voor negen uur ’s avonds. Het hoogtepunt van een drukke Sweet Sixteen Party nadert. De zaal is gevuld met WhatsAppende en dansende, stoergeklede jongens en meiden. Het nummer Boys van artieste Nicki Minaj staat luid op de speakers. De DJ bounced mee met zijn hoofd. Hij verplaatst zijn blauwe New York-baseballcap op zijn hoofd, zet zijn bril goed, drukt een Dr. Dre-headphone tegen zijn oor en focust diep voor de volgende mix. Plots start Call Me Maybe van Carly Rae Jespen, een grote hit in 2012. Iedereen danst en zingt mee! De DJ weet wat aanslaat. Hij leest het publiek… auteur: Martin van Engel
D
e DJ heet Jason Smit. Een vijftienjarige derdejaars VMBO-leerling uit Almere. ‘Muziek maken is het leukste wat er is! Eerst begon ik met de basgitaar van mijn oom. Maar die gaf ik snel weer terug. Het werd op een gegeven moment saai. Nu werk ik met Virtual DJ, een programma om muziek te mixen. Dat is veel leuker.’ Na zes maanden oefenen draaide Jason al op een verjaardag. Het liefst maakt hij de hele dag DJ-sets en -beats. Steeds meer tieners willen DJ worden. Dat dwingt middelbare scholen tot innovatie. De vraag is niet of maar wanneer de laptop een officieel instrument is. Muzikale whizzkids gaan liever voor hardware en software. Maar wat is echt goed voor ze? Jason hoort bij een nieuw soort muzikaal talent: de moderne muziekproducers. Zij groeien op met Playstation Mini’s, iPods, smartphones en tablets. Bezig zijn met Hyves, Facebook, WhatsApp, mobiele apps en ook multiscreening (gelijktijdig bezig zijn met meerdere beeldschermen) is voor hen vanzelfsprekend. Docenten, DJ’s en beatproducers zeggen het zelf: deze groep muzikale wizzkids groeit. In een kringetje triangel of tamboerijn spelen volstaat niet meer. Wat moet een school doen om dit talent te ontwikkelen?
42
Geen digitaal aanbod
DJ Jane Doe, de enige scratchende vrouwelijke DJ, draait al meer dan 10 jaar R&B en hip hop-muziek in binnen en buitenland. Zij ontwikkelde haar talent niet op school, maar echt in de praktijk. ‘Toen ik vijftien was, werkte ik in de Arnhemse bar Ritzy. Als de bar ‘s middags open ging, was het vrij rustig en ging ik gewoon draaien. Zo heb ik mijn talent echt ontwikkeld en uiteindelijk naam gemaakt.’ Ze vindt het jammer dat haar basisen middelbare school geen muziekaanbod had gericht op het digitale. Volgens haar is het echt een combinatie van factoren die een DJ succesvol maakt: ‘Een DJ moet echt liefde hebben voor muziek. Dat heb je of dat heb je niet. Daarnaast moet je ook het publiek kunnen lezen en moet je kunnen improviseren.’ Het onderwijs moet volgens haar de leerlingen al heel jong met uiteenlopende muziekgenres in aanraking brengen. Van hip hop tot salsa en van klassiek tot techno. Binnen- of buitenschools. Dat het leren van DJ-en en beats maken prima buitenschools kan, weet de 32-jarige Humphrey Themen, beter bekend als The Prince of Beatz, als geen ander. Sinds het afronden van zijn opleiding music engineering aan SAE Institute Amsterdam maakt hij beats voor hiphop-artiesten zoals Zanillya, winnares
van de Grote Prijs van Nederland 2011. Inmiddels geeft hij al zes jaar workshops DJ en music production in Club Jacco, een jongeren talentencentrum in Amsterdam-Oost. ‘Hier werken we vaak samen met basisscholen. Het is echt interessant om te zien hoe zes- tot twaalfjarigen nieuwe geluiden en ook nieuwe manieren van muziekproductie ontdekken. Ze komen echt proeven, kennismaken met het vak. Vanaf een jaar of veertien zie je dat bepaalde jongeren ambities hebben. Ze dromen om professioneel DJ of music producer te worden.’ Humphrey vindt het belangrijk dat jongeren ‘best of both worlds’ ervaren. ‘Natuurlijk is werken met software handig, maar noten lezen en akkoorden maken is nodig om muziek mooi te maken. Succes zit toch vaak in de combinatie van dingen!’ Een eigen geluid ontwikkelen
Lethanian Mijnals, een 17 jarige muziekproducent, leerde bij Club Jacco muziekproductie programma’s als Reason en Ableton kennen. Muziekles moet volgens hem in het teken staan van ‘een eigen geluid ontwikkelen’. Het beschikbaar maken van Virtual DJ op middelbare scholen is voor hem logisch. Dan gaan leerlingen vanzelf experimenteren. ‘Natuurlijk had ik eerder stappen gemaakt als ik op de middelbare school muziekles kreeg. YouTube-tutorials helpen je namelijk niet!’ Lethanian ziet voor docenten ook een bijzondere rol als talentscout en -coach weggelegd. ‘Als je merkt dat bepaalde leerlingen echt skills hebben, dan moet je ze stimuleren om een passende vervolgopleiding te doen. Vaak kiezen jongeren voor standaard opleidingen, omdat ze niet weten wat mogelijk is.’ Een muzikale whizzkid moet gewoon geluk hebben. Want als je überhaupt muziekles krijgt, dan is het nog de vraag of jouw docent daadwerkelijk beide werelden, de klassieke en de digitale, omarmt. ‘Het valt me op dat er nog steeds docenten zijn die op een traditionele manier lesgeven. Dat is niet leuk voor dit type leerling.’ Arnold Schellens geeft twee dagen muziekles op het Amsterdamse Sweelinck College. Hij vindt dat de traditionele manier van muziek maken belangrijk is en moet blijven. Zijn uitgangspunt is dat leerlingen wel moeite moeten doen. Moeite doen om zowel traditionele als digitale muziek te maken. Hij stimuleert een digitale whizzkid om te gitaar te spelen. Arnold gaat ook voor de combinatie. Hij merkt dat een toenemend aantal leerlingen steeds vaardiger wordt in het digitaal muziek
maart 2013
The Prince of Beatz werkt met scholen samen bij Club Jaco.
maken. Het Sweelinck College speelt daarop in door een eigen huisstudio te faciliteren. In Studio Sweelinck maken de leerlingen zelf muziekproducties. Hun nummers, van dance tot pop, zijn te te horen op de site van het Sweelinck College: www. sweelinckcollege.nl > Ons Onderwijs > Kunst en cultuur > Muziek. Kans om talent af te leveren
Hardware en software aanschaffen? Of samenwerken met talentencentra? Belangrijk is dat de behoefte van muzikale whizzkids, aandacht krijgt. Om ze betere en completere muzikanten te maken. Juist nu hebben middelbare scholen de kans om geweldige talenten af te leveren. Mark Otten, docent Music Production aan de Rock Academie (onderdeel van Fontys Hogeschool voor de Kunsten) geeft aan dat dit ook nodig is. ‘Onze filosofie is studenten zo breed mogelijk opleiden. Om ze uit hun comfortzone te halen. Dat ze andere dingen doen en flexibel worden. Dat maakt de kans op succes erg groot.’ Hij geeft een goed voorbeeld voor de ultieme klassieke en digitale combinatie: een zestienjarige DJ die optreedt in Ibiza, een supertalent. ‘Zijn geheim? Hij is gitarist. En nu dus een supergoede DJ.’ Mark ziet echter wel twee soorten whizzkids. Bij ons melden zich over het algemeen veel introverte types aan. Ze blonken vroeger uit in wiskunde en hebben gevoel voor techniek. De extraverte DJ-types kom je minder tegen.’ Klokslag twaalf uur. Het licht gaat aan. DJ Jason rondt zijn laatste mix af. Sweet Sixteen Party is voorbij! Zijn derde succesvolle optreden kan hij afvinken. ‘Wat ik later wil worden? De volgende Afrojack natuurlijk!’ En dat kan zeker. Misschien morgen die basgitaar terugvragen aan zijn oom? Gewoon voor de perfecte balans: Virtual DJ-en en gitaar spelen… v Martin van Engel is youth & culture marketeer en oprichter van branding studio Early Branding. Mail voor meer informatie naar
[email protected].
43
interview film is overal met paul
interview film is met overal paul
Dit is het eerste artikel in de serie interview met paul 1
2
Mini-jurkjes, stapelbare grijze kratten, socialistische vlaggen: toegepaste vormgeving volgens Van Eeden!
interviewmetpaul 3
Afbeeldingen: Dick van den Toorn in Hi Ha Heijermans. - Foto: Jacqueline van Eeden
Jacqueline van Eeden is toegepast vormgever, onder andere bij Firma Rieks Swarte, en ook als zelfstandig ondernemer. Haar creatieve werk spreidt zich systematisch via het theater over het Nederlandse polderlandschap uit en zet daarbij een geheel eigen handtekening op het decor, de aankleding, de rekwisieten, de kostuums, en daarmee eigenlijk op het totale spel! AUTEUR: PAUL ROOYACKERS
J
acqueline startte op de lerarenopleiding van de HKU: handvaardigheid. Als docente zag ze zich toch echter niet werken, wat overigens jammer is, want ik denk dat ze een hele goede zou zijn en op de scholen vele jongeren zou inspireren met haar heelal aan ideeën. Hierna volgde de Rietveld Academie te Amsterdam afdeling Theatervormgeving - en daar viel het kwartje. Ze volgde het werk van Rieks Swarte al een tijdje en wist zeker dat ze met hem wilde samenwerken. Ze stuurde werk in, werd op een gegeven moment uitgenodigd, werkte zich op van stagiaire via assistent tot vormgever van de theatervoorstellingen. Sinds een jaar is ze daarnaast ook zelfstandig vormgever. In de voorstelling Hi Ha Heijermans, een productie van Firma Rieks Swarte, is Jacqueline zelfstandig aan het werk gegaan met de vormgeving. Een school van mensen die werkzaam is voor de firma betekent, dat er mensen werken
44
als Jacqueline die zich de beeldtaal van de firma volledig eigen hebben gemaakt en er een eigen karakter aan kunnen toevoegen. Herman Heijermans was een gevierd toneelschrijver aan het begin van de twintigste eeuw. Zijn werk werd door velen gevolgd en gespeeld. Niet in het laatst was hij een man van het volk. Dick van den Toorn en Maureen Teeuwen spelen deze voorstelling op onnavolgbare wijze - ze brengen Heijermans tot leven - en eigenlijk gebeurt dat door de vele attributen, het decor en kostuums die door Van Eeden zijn gemaakt. Hoe breng je namelijk het leven van een dode - en toch ook eigenlijk een vergeten - auteur op het toneel, het leven van een auteur die nu nog hoofdzakelijk bij het amateurtoneel leeft in de vorm van Kniertje en het drama van de vissersbevolking in Op hoop van zegen? De vormgeefster zag eerst een archief voor zich waar het spel zich moest afspelen. Hoe breng je een schrijversleven dat zo vol was van werken, schrijven,
problemen in beeld? Van Eeden zocht via internet naar bruikbare kratten waarin objecten gestopt konden worden die als hulpstukken letterlijk uit de kratten konden worden gehaald en in het spel konden worden betrokken. Het moesten grijze kratten worden, de associatie met een magazijn diende zich direct aan. Natuurlijk werkt Van Eeden in dit geval met de regisseuse samen, zij kan allerlei spullen, objecten, kostuums invoegen, maar het moet absoluut werkbaar zijn. De vormgeefster zit als het ware bovenop het proces en monitort mee met de regisseuse en de spelers. Ze is continu in het werk- en speelproces erbij om te zien of er iets toegevoegd kan worden of veranderd. De regisseuse kan Van Eeden ook erbij roepen als er logistiek of beeldtechnisch iets niet klopt of als de spelers er niet uitkomen tijdens hun instudeerproces. Van Eeden componeert mee aan het verhaal, tekent maquettes uit, ziet het verhaal in beelden groeien
kunstzone.nl
“Van Eeden creëert een wereld waarin je als toeschouwer mag wegdromen, mag meedenken met Kniertje...” als een filmregisseur die in beelden zijn scenario tekent, beeld voor beeld. De twee spelers, die ook alle rollen vertolken, Dick van den Toorn en Maureen Teeuwen, de dikke en de dunne, of moet ik zeggen Buster Keaton en Charlie Chaplin, zijn aangekleed als schoonmakers, als archiefmedewerkers - in stofjassen, grijs natuurlijk, maar wel met een rode neus op of gewapend met een bezem, waarbij van den Toorn bijvoorbeeld in een te kleine jas is gestopt. Hun personages worden aangekleed door iemand die meeleeft en meevoelt: Van Eeden helpt de verbeelding door te gaan zoeken - in
maart 2013
de bibliotheek, op internet, in winkels naar bruikbare stoffen. Het is een enorm proces, maar vooral ook interessant om te zoeken en te vinden wat het beste past bij, in dit geval, de twee hoofdpersonages. Hoe kleedt je een Kniertje nu aan? Met een theedoek, een bh over het hoofd als kapje, het totaalbeeld wordt op de actrice Teeuwen gebeeldhouwd, gekleid als het ware. Kniertje wordt tot leven geroepen met alle mogelijke middelen totdat ze leeft en kan reageren als Kniertje. Is een dergelijke voorstelling geschikt voor jongeren? Zeker, echter veel educatieve (jeugd)voorstellingen zijn vaak betuttelend en te veel uitleggend van aard. Van Eeden creëert een wereld waarin je als toeschouwer mag wegdromen, mag meedenken met Kniertje, en mag voelen hoe Kniertje leeft, huilt, lacht, praat en voelt. Juist het op deze manier associërend aankleden werkt goed op het publiek en laat voor de kijker veel ruimte over om mee te gaan in dit dramatisch personage. Van Eeden ‘betovert met wat ze wil laten zien. Ik ben bezig met hoe ‘t eruit ziet’. Ze is beeldgericht, maakt het totaalbeeld toegankelijker.
De objecten, de decors, alles ligt zichtbaar klaar tijdens de voorstelling. Er is geen afstopping - er zijn geen coulissen - alles kan zo gepakt worden, een scène kan op deze manier direct gechangeerd worden. Het spel kan meteen door, zonder blackout of onnodige lichtverandering. Alles staat er, alles is aanwezig, en toch merkt het publiek het pas als het opgepakt wordt of als een van de spelers zich zichtbaar verkleedt door een te klein jurkje dat aan een rekje hangt, voor zich te houden, terwijl het karakter wordt aangeraakt. Firma Rieks Swarte heeft Van Eeden de kans gegeven zich te ontwikkelen, en nu is daar een zelfstandige, toegepaste vormgever uit naar voren gekomen die niet alleen maakt, maar ook speelt (zie de voorstelling In kaart) en een eigen bedrijf heeft opgezet in handgemaakte interieuraccessoires: www.ateliervaneeden.nl. Op de www.firmarieksswarte.nl zie je onder andere de film L’Enfant et les Sortilèges waarbij je kunt meekijken naar het proces van werken. Ook via www.youtube.com kun je meekijken naar het werk van Van Eeden en zo zijn er ook filmpjes van het werk van de firma. v
45
foam treedt naar buiten
foam treedt naar buiten // vo
Juist in een tijd waar er op kunstonderwijs bezuinigd wordt, is het van belang als kunstinstelling je specifieke kennis te delen met het onderwijsveld.
Links : Marie, Kofi en Bhodi. Foto’s: Foam
foam treedt naar buiten
Fotografiemuseum benut digitale middelen voor groter bereik Foam Fotografiemuseum Amsterdam wil zoveel mogelijk mensen laten genieten van fotografie. Niet alleen door tentoonstellingen te organiseren, maar ook door dagelijks workshops en rondleidingen aan te bieden. Maar wat doe je als museum wanneer het pand de bezoekersaantallen beperkt en je merkt dat er drempels zijn voor bepaalde doelgroepen om naar je toe te komen? Sinds 2010 is Foam gestart met het aanbieden van nieuw online lesmateriaal onder de titel Foam for you waarmee ze het enthousiasme en de kennis over fotografie kan delen met een groot publiek. De nadruk ligt hierbij op die doelgroepen die moeilijk naar het museum kunnen komen. AUTEUR: LISA KLEEVEN
A
l vanaf de oprichting van het museum in 2001 laat Foam fotografie ook zien buiten de muren van het museum. Dit gebeurt met tentoonstellingen in de openbare ruimte, pop-up winkels, een projectlocatie in Amsterdam Nieuw-West en workshops in de wijk. Naar buiten treden zit dus in het DNA van Foam. Een uitbreiding van fysiek publiek naar online publiek is daarom een logische stap. In 2010 werd de gehele website van het museum vernieuwd en de online mogelijkheden voor de educatie-afdeling werden vergroot. Naast informatie over de verschillende programma’s
46
werd er gericht gewerkt aan online inspiratie- en lesmateriaal. De keuze voor het maken van inspirerende video’s was snel gemaakt. Met video kun je theoretische uitleg goed visualiseren en het is online goed toegankelijk te maken. Daarnaast is het een medium dat, net als fotografie, populair is bij een jong publiek. Bij de start van Foam for you is gericht voor specifieke doelgroepen gekozen. Er zijn inspirerende video’s gemaakt voor het speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs, scholen
video over fotografie niet de beleving van een bezoek aan het prachtige Foam-pand aan de Keizergracht en het zien van echte werken. Het lesmateriaal kan uitstekend op zichzelf staand gebruikt worden doordat het focust op het medium fotografie en niet op een tentoonstelling of een specifieke kunstenaar. NADENKEN OVER BEZOEKERS
buiten Amsterdam en jonge amateurfotografen. Uit gesprekken met docenten van de specifieke doelgroepen bleek dat het lastig is om culturele instellingen te bezoeken. De drempel voor een bezoek aan het museum aan de Keizersgracht ligt om zowel financiële als organisatorische redenen hoog. Er is echter wel behoefte aan goed lesmateriaal dat in de klas gebruikt kan worden. Dus dit is waar Foam for you iets kan betekenen voor deze groepen.
Het online delen van kennis en het inspireren is voor Foam ook een aanzet om anders over bezoekers na te gaan denken. Bezoekersaantallen zijn helaas steeds belangrijker geworden in de legitimatie voor je bestaan als kunstinstelling, maar het is goed te realiseren dat een stijgende lijn van bezoekers ooit constant wordt of zelfs kan afnemen. Door kennis online te delen en je expertise uit te dragen is je succes niet langer een verhaal over harde bezoekcijfers, maar ook een van betrokkenheid. Door op andere manieren participatie te bevorderen en kennis over fotografie te delen wordt je succes ook bepaald door de mate waarin mensen je werk waarderen, zien, erover praten, delen en gebruiken. Zo kan het publiek Foam waarderen als een platform van kennis over fotografie, zonder ooit in het museum te zijn geweest.
Begeleidende video’s
Toekomst
De verschillende video’s komen in opzet overeen en hebben een bewust gekozen indeling: in de inspiratievideo’s komen de vier fotografische begrippen kader, standpunt, compositie en licht aan bod. Ieder fotografisch begrip wordt onderzocht door twee leerlingen die een professionele fotograaf bezoeken in zijn studio. Samen bekijken ze het werk van de fotograaf, assisteren hem of haar bij het fotograferen en gaan zelf aan de slag met het maken van een bijzondere foto. Tot slot leggen de leerlingen in eigen woorden uit waarom het bewust gebruiken van kader, standpunt, compositie of licht resulteert in een bijzondere foto. Voor docenten is een handleiding ontwikkeld met een uitgebreide beschrijving van verschillende manieren waarop deze video’s in de les ingezet kunnen worden. In de video’s gaan leerlingen dus zelf op onderzoek uit. Door hen persoonlijk aan het woord te laten, sluiten de video’s aan bij de belevingswereld van hun leeftijdgenoten én voelen de leerlingen zich serieus genomen door Foam. In plaats van de autoritaire stem van het museum voert de stem van de deelnemers de boventoon. Zelf is Foam erg trots op de video’s in Nederlandse Gebarentaal. Dove of slechthorende kinderen zijn een heel specifieke doelgroep waarmee relatief weinig aan kunsteducatie gedaan wordt. Zonde, want veel dove of slechthorende jongeren zijn juist erg visueel ingesteld. Fotografie is daarom bij uitstek een geschikt medium voor hen om mee te werken.
De online omgeving van de educatie-afdeling van Foam zal de komende jaren steeds verder uitgebreid worden. Door nieuwe projecten en doelgroepen bij de online omgeving te betrekken, zal dit op een organische manier gebeuren. Een eerste uitbreiding is al gedaan door maatschappelijke stagiairs die het afgelopen jaar bij Foam stage liepen. Zij maakten en bedachten zelf alternatieve opdrachtvideo’s. Een bijzonder leerzame manier om deze stagiairs over fotografie na te laten denken, te leren filmen én duurzaam materiaal voor het museum te laten maken. Foam hoopt dat deze omgeving in de komende vijf jaar dé plek wordt om naartoe te gaan voor in fotografie geïnteresseerde jongeren én docenten, voor inspiratie en lesmateriaal over fotografie. Een andere droom van Foam is internationale uitbereiding, bijvoorbeeld in de vorm van online fotografische uitwisselingen tussen scholen op verschillende continenten. Op deze manier zal Foam niet alleen buiten de muren van het museum, maar zelfs over de landsgrenzen heen een publiek enthousiast maken voor fotografie.
Voor de derde doelgroep, de jonge amateurfotografen, was er naast workshops in schoolverband nog weinig aanbod in het museum. Voor hen zijn er inspirerende mini-documentaires gemaakt met professionele fotografen die vrijer zijn in opzet en uitvoering. Deze video’s zijn vooral bedoeld ter inspiratie. Om de amateurfotografen te stimuleren zelf aan de slag te gaan zijn er afgelopen jaar drie fotografiewedstrijden uitgeschreven, gekoppeld aan de thema’s van de inspiratievideo’s. Deelnemers konden hun eigen foto’s posten op een speciale Flickr-pagina, waarna een winnaar werd gekozen. Deze wedstrijden waren een groot succes. Onafhankelijk van het museumbezoek
Foam heeft er bewust voor gekozen om het lesmateriaal toegankelijk te maken door het gratis en online aan te bieden. Juist in een tijd waar er op kunstonderwijs bezuinigd wordt, is het van belang als kunstinstelling je specifieke kennis te delen met het onderwijsveld. Foam is niet bang dat het gratis aanbieden van lesmateriaal concurreert met een eventueel museumbezoek, maar denkt juist dat het elkaar aanvult. Natuurlijk vervangt een
maart 2013
Nieuwsgierig geworden? Op www.foam.org/foamforyou is het lesmateriaal te bekijken. v
Educatie van Foam De afdeling Educatie van Foam ontwikkelt innovatieve educatieprogramma’s die er op gericht zijn zelf betekenis te geven aan fotografie. Leerlingen worden gestimuleerd om vanuit eigen interesse en achtergrond een relatie aan te gaan met uiteenlopende genres in de fotografie. Daarnaast zijn er verdiepende programma’s voor studenten en volwassenen die al meer basiskennis hebben. De educatieprogramma’s zijn niet alleen verbonden aan het museum. Je vindt Foam overal in de stad met de Foam Mobiel of op de projectlocatie van West Side Stories in Amsterdam Nieuw-West. Op deze manier kan een zo groot mogelijk publiek de kracht van fotografie ontdekken. In 2012 volgden zo’n 14.500 personen een educatief programma van Foam. Kijk voor meer informatie op www.foam.org/educatie.
47
examenbesprekingen // vo
vo // theatereducatie kunstenaars examenbesprekingen over educatie
Besprekingen CSE’s Kunstvakken 2013
O
ok dit jaar worden er weer bijeenkomsten georganiseerd om de examens te bespreken: • In Utrecht door VONKC; • In Amersfoort door de VLS en door de gezamenlijke kunstvakverenigingen; • In Groningen door Academie Minerva. Let op: Een en ander verloopt anders dan in voorgaande jaren! Voor deelname verzoeken wij u zich aan te melden onder vermelding van naam, adres, postcode/woonplaats, wel/niet lid via het betreffende emailadres of de betreffende website. Van niet-leden - dus ook van Kunstzoneabonnees - vragen wij € 25,-- voor een bijdrage in de onkosten. Deelname is gratis bij VMBO Dans en VMBO Drama en bij de besprekingen in Groningen. Bij alle overige examenbesprekingen is deelname gratis voor leden van BDD, NBDK, VLS en VONKC.
VMBO-GL en VMBO-TL Kunstvakken 2
HAVO en VWO Kunst algemeen
Kunstvakken HAVO en VWO (oude stijl)
VMBO Beeldend
HAVO Kunst algemeen
woensdag 22 mei 2013 Tijd: 17.30 uur (tot 20 uur) - met broodjes Locatie: Hogeschool Domstad Koningsbergerstraat 9 3531 AJ Utrecht (030) 2927700 Aanmelden: www.kunstzone.nl/ examenbesprekingen
Datum: dinsdag
21 mei 2013 Tijd: 15 uur (tot 17.30 uur) - met broodjes Locatie: Vathorst College Lovink 6 3825 MP Amersfoort (033) 4968240 Aanmelden: www.kunstzone.nl/ examenbesprekingen
HAVO Beeldend - Tehatex (oude stijl)
VMBO Dans
VWO Kunst algemeen
maandag 4 juni 2013 uur (tot 18 uur) Locatie: Kunstfactor, Harry Bannink zaal, Kromme Nieuwegracht 66 (ingang via Jeruzalemstraat) 3512 HL Utrecht, (030) 7115100 Aanmelden: Marjolijn Breuring - (06) 21255808
[email protected]
dinsdag 21 mei 2013 uur (tot 20.30 uur) - met broodjes Locatie: Vathorst College Lovink 6, 3825 MP Amersfoort (033) 4968240 Aanmelden: www.kunstzone.nl/ examenbesprekingen
Datum:
Datum:
Tijd: 15
VMBO Drama Datum: vrijdag
31 mei 2013 uur (tot 18 uur) Locatie: Utrechts Centrum voor de Kunsten, Domplein 4, 3512 JC Utrecht, (030) 2339933 Aanmelden: Bas Jacobs - (030) 2760099
[email protected]
Datum:
Tijd: 18
N.B. Wilt u beide besprekingen bijwonen? Dan ook twee keer aanmelden!
Datum: donderdag Tijd: 15.30
23 mei 2013 uur (tot 17.30 uur) - met
broodjes Hogeschool Domstad Koningsbergerstraat 9 3531 AJ Utrecht (030) 2927700 Aanmelden: www.kunstzone.nl/ examenbesprekingen Locatie:
VWO Beeldend - Tehatex (oude stijl) Datum: donderdag
23 mei 2013 Tijd: 18 uur (tot 20 uur) - met broodjes Locatie: Hogeschool Domstad Koningsbergerstraat 9 3531 AJ Utrecht (030) 2927700 Aanmelden: www.kunstzone.nl/ examenbesprekingen HAVO Muziek (oude stijl)
Tijd: 16
donderdag 30 mei 2013 Tijd: 12 uur (tot 14 uur) Locatie: Vathorst College Lovink 6 3825 MP Amersfoort (033) 4968240 Aanmelden: www.vls-cmhf.nl Datum:
VMBO Muziek
Besprekingen CSE’s in Groningen Academie Minerva organiseert besprekingen van een aantal examens in de kunstvakken om in de drukke examentijd de docenten uit Groningen (en omgeving) een lange reis naar Utrecht te besparen. Mail voor informatie naar Marieke van Stempvoort: a.h.m.van.
[email protected].
Voor alle Groningse besprekingen geldt: Locatie: Academie Minerva
(gebouw van Piet Blom) Gedempte Zuiderdiep 158 9711 HN Groningen (050) 5951221 Aanmelden: Ineke van der Leij
[email protected] VMBO Beeldend Datum: woensdag Tijd:
HAVO Beeldend - Tehatex (oude stijl) Datum: dinsdag Tijd: 18
21 mei 2013 uur (tot 20 uur)
VWO Beeldend - Tehatex (oude stijl) Datum: Tijd: 18
woensdag 22 mei 2013 uur (tot 20 uur)
Datum:
VWO Muziek (oude stijl)
Tijd: 13
Datum: donderdag
HAVO Kunst algemeen
Tijd: 14
Datum:
dinsdag 21 mei 2013 uur (tot 15 uur) Locatie: Vathorst College Lovink 6, 3825 MP Amersfoort (033) 4968240 Aanmelden: www.vls-cmhf.nl
30 mei 2013 uur (tot 16 uur) Locatie: Vathorst College Lovink 6, 3825 MP Amersfoort 033) 4968240 Aanmelden: www.vls-cmhf.nl
Tijd:
kunstzone.nl
maart 2013
woensdag 22 mei 2013 18 uur (tot 20 uur)
VWO Kunst algemeen Datum: dinsdag Tijd:
48
22 mei 2013 18 uur (tot 20 uur)
21 mei 2013 18 uur (tot 20 uur)
Karakter van alle bijeenkomsten Deze besprekingen zijn bedoeld als service aan de leden van de kunstvakverenigingen BDD, NBDK, VLS en VONKC. Ook niet-leden - dus ook Kunstzone-abonnees - zijn hierbij van harte welkom tegen betaling van € 25,-per bijeenkomst. De bijeenkomsten hebben de status van het delen van en het luisteren naar elkaars ervaringen met de voorbereidingen, de afname en de correctie van zowel het centraal schriftelijk examen (CSE) als het centraal praktisch examen (CPE) en de voorbereidingen (CPE) hierop. Deze opzet blijkt erg motiverend voor docenten, vooral voor de jongere generatie. De aanwezigen gebruiken de bijeenkomst als toetsmoment voor zichzelf: Hoe heb ik deze vraag gewaardeerd? Hoe hebben collega’s dat gedaan? Hoe moeten we het correctievoorschrift van het College voor Examens (CvE) interpreteren? Gezien het uitwisselingskarakter verschijnen er geen verslagen van deze bijeenkomsten. Dit om te voorkomen dat degenen die niet aanwezig waren, onjuiste conclusies trekken. De aantekeningen die we maken, zijn ten behoeve van het Cito. Het College voor Examens bepaalt achteraf of er voor de toekomst eventuele bijstellingen noodzakelijk zijn. Ook is het mogelijk dat tijdens een examenbespreking fouten in een opgave of correctievoorschrift geconstateerd worden. Dit zal dan gemeld worden aan de examenlijn van het College voor Examens en kan in sommige gevallen leiden tot een aanvulling op het correctievoorschrift. Meestal wordt de vergadering bijgewoond door een vertegenwoordiger van het College voor examens en/of Cito. Hun rol beperkt zich echter tot toehoorder of het beantwoorden van vragen die er leven. Tijdens de examenbesprekingen worden geen beslissingen genomen over aanpassingen van een correctievoorschrift. Van de besprekingen van de muziekexamens worden wel verslagen gemaakt.
49
meesterlijke momenten // vo/hbo
meesterlijke momenten
2
Still 0:06 uit C’est une Hek van Joost Conijn (1997).
Still 1:34 uit C’est une Hek van Joost Conijn (1997).
Verantwoordelijk subjectief handelen leidt tot meesterlijke inzichten
meesterlijke momenten
Kun je als beeldend vakdocent verkopen dat er een bepaalde mate van subjectiviteit zit in je beoordelingen en je begeleiding van studenten? Waarom is volgens jou de ene 8 de andere niet? Moet deze student niet gewoon wat langer aanmodderen in het creatieve proces? Past het creatieve proces wel in zes lesweken? Waarom krijg je die collega wiskunde niet uitgelegd dat toetsmatrijzen voor jou niet werken? Met deze vragen indachtig is dit artikel tot stand gekomen. AUTEURS: MARIEKE DE JONG, DICK KLEINGELD, SASKIA KORSTEN EN CLAARTJE VAN TONGEREN
Informatie Dit artikel ontstond naar aanleiding van een per september 2012 gestart eenjarig onderzoek naar craftsmanship binnen een mogelijk maestromodel voor het lectoraat Didactiek en Inhoud van de Kunstvakken van Hogeschool Windesheim onder leiding van lector Jeroen Lutters. De betrokken onderzoekers Marieke de Jong, Dick Kleingeld, Saskia Korsten en Claartje van Tongeren gaan uit van subjectwording, een van de functies van onderwijs volgens Gert Biesta, als bij uitstek een functie van kunstvakonderwijs. Dit onderzoek is erop gericht meesterlijke momenten in het kunstvakonderwijs te onderzoeken waar deze leiden tot subjectwording en specifiek de rol van de craftsman als kunstvakdocent hierin te expliceren. De interesse van de onderzoekers gaat met name uit naar de ontmoeting tussen kunstvakdocent en student. Het object van studie is de Bachelor of Fine Art and Design in Education van Hogeschool Windesheim. Het eindresultaat van het onderzoek zal een fenomenologisch portret van een meesterlijk moment zijn met een nadruk op de rol van de kunstvakdocent hierin.
50
V
erantwoordelijke subjectiviteit
Subjectief handelen in het kunstvakonderwijs is een heikel punt. Men verwacht eigenheid en beeldende visievorming bij studenten en onderbouwde reflectie op het beeldend werk en proces van studenten door docenten. De docent wordt geacht toetsmatrijzen te maken, beoordelingscriteria te beschrijven en de toelichting op de beoordeling van beeldend werk te verantwoorden. In de procesbegeleiding van studenten wordt maatwerk verricht waarin heel precies gekeken wordt naar de individuele ontwikkeling en het persoonseigen leertraject van de student. We durven te stellen dat er nog geen model is ontwikkeld waarin deze (soms tegengestelde) vormen van beoordeling en begeleiding sluitend worden voorgesteld. Niet dat er niks is waar je wat aan hebt, maar het is echter vaak zoeken naar wat werkt in elke individueel leertraject op die specifieke plaats in het curriculum op dat specifieke moment in de ontwikkeling van de student. Dit vraagt een groot inlevingsvermogen van de docent en tegelijkertijd het lef om een subjectief pad te kiezen in begeleiding en beoordeling. Subjectiviteit echter, wordt te vaak gezien als vrijblijvend; slechts een eigen mening waarop geen oordeel gebaseerd kan zijn. Toch zou subjectiviteit een van de competenties voor docenten in het kunstvakonderwijs kunnen zijn. Dit sluit nauw aan bij Gert Biesta’s concept van subjectwording (ook te lezen als persoonsvorming). Hij noemt subjectwording als een van de drie functies van goed onderwijs in Goed onderwijs en de cultuur van het meten; Ethiek, politiek en democratie (2012). Voor Biesta is de subjectwordingsfunctie van onderwijs cruciaal waar het gaat om het ontwikkelen van uniciteit in plaats van representativiteit; het worden van een oorspronkelijk denkend persoon met een unieke stem en niet slechts een ingevoegde burger. Bij deze eigenheid zoals Biesta die voorstelt hoort ook een grote verantwoordelijkheid. Zowel docent als de student moeten leren, om in die verantwoordelijkheid, de dialoog
Still 2:23 uit C’est une Hek van Joost Conijn (1997).
aan te gaan waarin hun uniciteit zichtbaar wordt. Zo’n dialoog kan dan een meesterlijk moment zijn waaruit een meesterlijk inzicht ontstaat. De docent en de student kunnen en dienen verantwoordelijk subjectief te handelen. Dit wordt door Emmanuel Levinas in Ethics and Infinity (1985, p. 95) verwoordt als een verantwoordelijkheid die de fundamentele structuur van subjectiviteit is. Bij een lezing door kunstenaar Joost Conijn (Conferentie Altermoderne Kunsteducatie, Amsterdam 2012) kwam zo’n meesterlijk moment in een dialoog aan het licht toen hij vertelde over zijn project C’est une Hek (1997). Hij had van oude autodeuren een automatisch openende toegangspoort gemaakt die nog een plek moest vinden waarmee de betekenis versterkt zou worden. Zijn docent stelde tijdens een atelierbezoek voor om deze poort in een parkeergarage (Q-park-achtige setting) te plaatsen. Conijn beeldde zich dit in en wist meteen: Dit moet het dus echt niet zijn. Het moest juist niets te maken hebben met parkeergarages en auto’s, het moest op een plek komen waar het totaal functieloos zou zijn: midden in de woestijn. Dit moment leert ons, dat wanneer twee mensen in hun oorspronkelijkheid de dialoog aangaan, zich inleven in elkaar en waarlijk luisteren, dit kan leiden tot een meesterlijk inzicht. Een aangedragen concrete oplossing hoeft niet de juiste te zijn, maar als deze ontstaat vanuit de verantwoordelijkheid die zowel de student en de docent nemen voor het doordenken van de consequenties van het beeldend handelen, leidt het toch tot het vinden van het juiste inzicht. Subjectwording
Gert Biesta probeert zijn vraag over goed onderwijs te beantwoorden aan de hand van de volgende functies: kwalificatie, socialisatie en subjectwording. De kwalificatie functie behelst het aanleren van kennis, vaardigheden en begrip. Het doel hiervan is de voorbereiding op de arbeidsmarkt en dus de bijdrage van onderwijs aan economische ontwikkeling en groei. De socialisatiefunctie heeft tot doel studenten deel te laten worden van bepaalde sociale, culturele en politieke ordes. De socialisatiefunctie speelt een belangrijke rol bij het in stand houden van cultuur en traditie. Onderwijs heeft altijd een socialiserende functie zoals aangetoond in onderzoek naar het verborgen leerplan. De subjectwordingsfunctie nu, is het tegenovergestelde van socialisatie. Het gaat hier juist niet om studenten deel te laten worden van sociale, culturele en politieke ordes, maar juist om studenten te begeleiden in het bereiken van individualiteit. Biesta heeft het over een andere manier van samenzijn waarin subjectwording tot stand kan komen (buiten de gangbare sociale ordes bijvoorbeeld).
maart 2013
Still 2:27 uit C’est une Hek van Joost Conijn (1997).
Wellicht is zo’n andere gemeenschap zoals Biesta het zelf noemt, wel het kunstvakonderwijs (2012, p. 31). Het valt te betwijfelen of al het onderwijs bijdraagt aan subjectwording. In het kunstvakonderwijs echter lijkt het niet alleen wenselijk maar ook noodzakelijk om aan subjectwording te werken. Volgens Biesta is een goede relatie tussen docent en leerling voorwaardelijk. Biesta heeft het over doceren als goede interventie wat hij uitlegt als een door de docent geboden mogelijkheid om te reageren door de student en via deze reactie iets te leren. Ook John Dewey, in Joop Berding’s John Dewey over opvoeding, onderwijs en burgerschap (2010) stelt dat de ervaring niet draait om bewustzijn maar om transacties tussen levende organismen en hun omgeving. Het gaat hem om de relatie tussen menselijke acties en de gevolgen daarvan. Hier staat dus ook de relatie tussen docenten en studenten centraal en doordat hij spreekt over acties en gevolgen kun je concluderen dat ook hij een zekere verantwoordelijkheid toekent aan deze relatie. Hij vergelijkt de docent met een persoon met wie je graag praat en dat dit iemand is ‘die, wanneer hij iets meedeelt, creatief omgaat met wat hij in zich heeft opgenomen; die iets van zichzelf laat zien, iets van zijn spontaniteit, van zijn eigen originaliteit, zodat de feiten die hij meedeelt iets daarvan uitstralen. (2011, p. 123)’ Meesterlijk Inzicht
Volgens Biesta gaat het in goed onderwijs niet om wat mogelijk is, maar over wat onderwijs pedagogisch gezien wenselijk is. In lijn hiermee stellen Masschelein en Simons in De schaduwzijde van onze welwillendheid (2004) dat leren geen fundamentele kracht is of geen fundamenteel proces. ‘Wat nodig is, is dat we ons bevrijden van het leren, dat wil zeggen, van de ervaring dat het leren een fundamenteel vermogen is dat noodzakelijk is voor onze vrijheid en voor het collectieve bewustzijn. (p. 189)’ Leren lijkt dus niet het antwoord te zijn op de vraag wat goed onderwijs is. Kan het antwoord gezocht worden in de rol van een meesterlijk moment tussen docent en student op weg naar subjectwording? Zou het voldoende kunnen zijn jezelf te laten zien in het kunstvakonderwijs omdat verantwoordelijk subjectief handelen zou kunnen leiden tot meesterlijke inzichten? We nodigen je graag uit verdere stappen in ons onderzoek te blijven volgen. v Saskia Korsten, Marieke de Jong, Dick Kleingeld en Claartje van Tongeren zijn onderdeel van de kenniskring van het lectoraat Didactiek en Inhoud van de Kunstvakken van Hogeschool Windesheim, onder leiding van lector Jeroen Lutters.
51
makkelijk overzicht // vo
makkelijk overzicht
Simone Rutten Foto: Jan van Gemert
Foto´s: Jan van Gemert
Wat zijn de belangrijkste functies van de ELO en hoe komt een beoordeling naar voren? ‘We werken met de ELO N@tschool die gekoppeld is aan Magister voor de gegevens van de leerlingen. In het portfolio komen alle materialen van CKV. Denk aan de verslagen van culturele activiteiten, de verplichte lesverslagen die leerlingen maken van de behandelde theorie, de deelopdrachten van de projecten en de resultaten van de praktische activiteiten. De belangrijkste functies zijn voor mij de studieroutes, de begeleiding en het portfolio. In de studieroutes plaats ik alle projecten met het lesmateriaal. Zo ben ik nu bezig met mode en kleding. Hier zie je een webquest met verschillende vragen om op internet naar antwoorden te zoeken. Het zijn opdrachten zoals bijvoorbeeld onderzoeken van verschillen tussen trends en tijdloosheid. Aan deze opdrachten koppel ik de theorie die ik ook in de studieroutes plaats. Uiteindelijk zet de leerling de uitgewerkte opdrachten in zijn portfoliomap. Via de module Begeleiding geef ik feedback op de opdrachten en als deze door de leerling verwerkt is, geef ik een beoordeling. De status van het werk is eenvoudig te zien door een van de rubrieken Nog niet nagekeken, Bezig, Nagekeken en Beoordeeld aan te vinken. Bij het nakijken zet ik er voor de leerling opmerkingen en tips bij. Ook kan met een emoticon er nog een vrolijk of minder vrolijk gezichtje bij gezet worden. De beoordeling bij het vak CKV is voldoende of goed. Ik heb ook een tijdje gewerkt met zelfbeoordeling door leerlingen met behulp van rubrics. Dit zou ik nog verder kunnen ontwikkelen.’
makkelijk overzicht :-)
Welke advies heb je voor docenten die met een ELO willen gaan werken? ‘Een goede structuur is het halve werk. Dus denk goed na over indeling in studieroutes en de bijbehorende opdrachten. En zorg voor technische ondersteuning bij het opzetten. We hebben een goede N@tschool-beheerder die ons helpt en ervaring heeft met andere vakken.’ Wat vind je van de wetsvoorstel om het vak CKV te schrappen? ‘Ik hoop dat de overheid het vak als belangrijk blijft zien. Leerlingen komen in aanraking met culturele uitingen. Het leukste van de lessen vind ik als een leerling na een bezoek aan een voorstelling zegt: ‘Ik had er niks van verwacht, maar vond het toch erg leuk.’ Leerlingen leren hun smaak ontwikkelen en hun blik ergens op richten.’ Zie ook de publicatie Digitaal Cultuurportfolio: www.cultuurprofielscholen.nl > Conferentie CLA V > Digitaal Cultuurportfolio (tweede regel onder foto). v
Wat zijn de voordelen van het werken met een ELO? ‘Ik heb een gemakkelijk overzicht over de 75 leerlingen uit drie klassen. Nu ben ik wel digitaal georiënteerd en dat is niet voor alle docenten zo. Het is best gecompliceerd om met een ELO te werken. Je moet je al doende het proces eigen maken van werken met de gebruikersfuncties. Soms zou ik wel willen dat het wat eenvoudiger was opgezet, net zo helder als bijvoorbeeld een iPhone werkt. Handig is de plagiaatcontrole die in de ELO zit ingebouwd. Je kunt als docent onmiddellijk zien voor hoeveel procent een tekst ergens anders voorkomt. De desbetreffende tekst zie je dan rood.’
Elektronisch beoordelen bij CKV
Simone Rutten geeft op het Heerbeeck College in Best de vakken CKV, beeldende vorming en informatiekunde. CKV bestaat uit projecten die aangeboden worden in een elektronische leeromgeving (ELO) met een digitaal kunstportfolio. Rutten werkt sinds acht jaar met deze digitale middelen, het laatste jaar bij CKV. auteur: Jan van Gemert
52
geen methode, maar we ontwikkelen zelf lesmateriaal dat in de ELO komt te staan. Zo ben je flexibel in het gebruik van beeldmateriaal en kun je ook gevarieerde lessen aanbieden. Leerlingen zijn niet allemaal meteen even handig met de ELO, heb ik gemerkt. Ze hebben wel les nodig in het gebruik van de ELO. Hebben ze eenmaal gezien hoe het werkt dan gaat het zonder problemen.’
En wat zijn de voordelen voor leerlingen? ‘De leerlingen kunnen niets meer kwijt raken. Er is geen rompslomp meer voor de leerlingen. Zij hoeven niet meer te printen, wat ook weer geld uitspaart. We gebruiken dus ook
kunstzone.nl
maart 2013
53
kinderboekenschrijfster wil inspireren // po/vo
kinderboekenschrijfster wil inspireren
Uit de les ‘Illustraties in kinderboeken’: Tekenen bij een fantasieverhaal. Foto: Rian Visser
Rian Visser tijdens een schoolbezoek. - Foto: Waldo Swart
‘H
oe máken ze nou eigenlijk een boek?’ ‘Hoe komt die kaft zo hard?’ en ‘Hoe kunnen we zelf een boek maken?’ zijn vragen die kinderen vaak aan een kinderboekschrijver stellen. In deze les Hoe wordt een prentenboek gemaakt? wordt stap voor stap getoond hoe een boek ontstaat: van idee tot drukwerk. Er staan foto’s in van drukvellen van een prentenboek. Op één groot vel worden zestien pagina’s gedrukt. Het lijkt alsof de helft op de kop zit, maar als je het vel vouwt, komt alles precies op zijn plek. De leerkracht bekijkt samen met de groep de les op het digibord of via een beamer. Er zit geen geluid bij de les. Dat heeft als voordeel dat de instructie op elk niveau gegeven kan worden: van groep 3 tot groep 8. Aan het einde van de les zit een voorbeeld hoe kinderen zelf een boekje kunnen vouwen.
Illustraties in kinderboeken
Kinderboekschrijvers werken vaak met meerdere illustratoren die elk hun eigen stijl hebben. Voor spannende boeken is de ene stijl beter geschikt en voor grappige boeken een andere. In de les Illustraties in kinderboeken wordt het werk van verschillende illustratoren getoond. Een illustrator hoeft niet altijd precies te tekenen wat de schrijver bedacht heeft. Hij mag ook zijn eigen fantasie gebruiken. Ik schreef het prentenboek Nippertje over een jongetje dat niet kan opschieten. De illustratrice Noëlle Smit had de vrijheid om van dit jongetje een dier maken. Ze koos ervoor Nippertje als egeltje te tekenen. Tekst en beeld vormen samen het verhaal. Vaak is de tekst van een kinderboek er eerst. Als de tekeningen klaar zijn, past de schrijver nog kleine dingen aan, zodat het boek één geheel wordt. Bij deze les hoort een fantasieverhaal. De leerkracht leest het verhaal voor en ondertussen tekenen de kinderen. De resultaten kunnen sterk van elkaar verschillen: van hele spannende tot hele lieve tekeningen.
Werken met digibordlessen voor de creatieve vakken
kinderboekenschrijfster
wil inspireren
Veel scholen nodigen een kinderboekenschrijver of illustrator uit om over zijn of haar werk te vertellen. Naast leesbevordering is zo’n bezoek ook een mooie manier om kinderen te stimuleren om zelf verhalen te bedenken en te illustreren. Helaas duurt zo’n bezoek vaak hooguit een uur en heeft de schrijver of illustrator geen tijd om met de kinderen aan de slag te gaan. Ik kwam daarom op het idee om lessen te maken die de scholen zelf kunnen geven. Dit kan als voorbereiding op het bezoek van een schrijver of illustrator, na afloop, maar ook in plaats van het bezoek. De lessen zijn korte, afgeronde workshops. AUTEUR: RIAN VISSER
54
kunstzone.nl
Vrijheid en durf
Creatief zijn betekent iets nieuws bedenken: iets wat er nog niet is en wat je zelf nog niet kent. Ik vind het belangrijk dat kinderen de ruimte krijgen om te experimenteren en te onderzoeken, zonder bang te zijn dat het niet goed is. De uitkomst van een creatief proces is altijd onzeker: creatieve dingen kunnen nu eenmaal mislukken. Elke schilder maakt wel eens een schilderij waar
maart 2013
Rian Visser tijdens een schoolbezoek. - Foto: Waldo Swart
hij niet zo tevreden over is, maar dankzij die pogingen ontstaan ook mooie kunstwerken. Ik was in een klas waar de leerkracht zelf meedeed door op het digibord te tekenen. Alle kinderen keken angstvallig naar de tekening van de juf, want zoals zij het deed hoorde het. Een andere leerkracht keurde een tekening van een kind af, omdat de staart van het monster los zat. Maar dat is nou juist de fantasie van de illustrator! Kinderboekenweek
Voor creatieve vakken is helaas vaak weinig tijd in het overvolle lesprogramma. De Kinderboekenweek is dan een uitgelezen moment voor scholen om hier tijd voor vrij te maken. Op veel scholen wordt van alles gedaan rondom het thema van de Kinderboekenweek, zoals toneelstukjes spelen, dansen, tekenen en verhalen schrijven. Ik maak elk jaar een aantal lessen om leerkrachten te helpen creatief met het thema te werken. In 2011 was dat de les Maak je eigen superheld en in 2012 Schrijf een reisverhaal. In deze lessen komen zowel creatief schrijven als tekenen aan bod. Ook na de Kinderboekenweek zijn deze lessen nog prima te gebruiken. v Rian Visser werkt als grafisch vormgever, kinderboekenschrijfster en maakt interactieve, digitale kinderboeken, zoals apps. Ze komt vaak op scholen om over haar werk te vertellen. Door middel van gratis digibordlessen biedt ze scholen de mogelijkheid om zelfstandig met haar lessen te werken. Zie voor meer informatie www.rianvisser.nl. Via www.books2download.nl zijn de lessen gratis te downloaden.
Portals voor digitale lessen Er is veel belangstelling voor de digibordlessen van Rian Visser. Sommige lessen zijn al 25.000 keer gedownload en rond de Kinderboekenweek wordt er ruim 20 gigabyte per dag gedownload. De lessen zijn behalve op Books2download - ook te vinden op portals zoals www. digibordopschool.nl, www.digischool.nl en www.klascement.nl waar leerkrachten lessen met elkaar delen.
55
profielwerkstuk inspireert // vo
profielwerkstuk inspireert
B
art van der Ven en David van Milligen zitten in 5-HAVO van VO-school GSR te Rotterdam. Al langere tijd maken ze samen housemuziek. Voor hun meesterproef willen ze een house-album maken. Dit album wil vernieuwend zijn in de electro house scene en een duidelijke signatuur hebben. Als eerste hebben Bart en David de muziekstijl house geanalyseerd en op papier gezet. Een gedeelte hieruit: ‘House is eigenlijk een te breed begrip om in één kantje te noemen. Onder house valt namelijk officieel ook hardstyle, hardcore en trance. Eigenlijk is het een overkoepelende term voor alle elektronische muziek. Zelfs wat we nu hip hop noemen, is een afstroming van housemuziek. Standaard housetracks, zoals we die nu kennen, hebben altijd een 4/4 maat en een tempo van rond de 120-130 beats per minuut (bpm). De substijlen die wij gaan producen, zijn dance, electro en progressive house.’ Hoofdvraag opstellen
profielwerkstuk
HAVO-leerlingen maken house-album als examenopdracht In de examenklassen van HAVO en VWO maken leerlingen een praktische opdracht die te maken heeft met het gekozen profiel. Dit zogenaamde profielwerkstuk telt mee in het combinatiecijfer van de examenuitslag. Voor leerlingen met een interesse in kunst is dit een uitgelezen kans om zich hierin te verdiepen, bijvoorbeeld in het produceren van house. AUTEUR: CAROLINE GRASMEIJER
56
kunstzone.nl
In gesprekken met de jongens verkenden we het onderwerp en probeerden we de hoofdvraag scherp te krijgen. Al snel bleek dat ze het album het liefst op de markt zouden willen brengen. Maar ja, hoe doe je dat? Als begeleider ben ik, naast muziekdocent, zzp’er in de koor-business (www.carolinegrasmeijer.nl). Kansen grijpen, risico’s managen, jezelf ontwikkelen en toegevoegde waarde passeerden de revue. Na enkele voorbeelden vanuit mijn eigen praktijk begon de ambitie bij Bart en David om zichzelf als producer-duo te gaan vestigen. Bart van der Ven: ‘House is al een hele lange tijd mijn favoriete muziekgenre. Ik houd van de energie die erin zit, maar ook de positieve sfeer die om de muziek heen hangt. Het pept je op, je kunt er echt van in een soort trance raken. Ik vind het bijna magisch om bij het publiek met elektronica een emotie of sfeer op te kunnen roepen. Als ik de tijd had, zou ik hele dagen achter mijn PC kunnen zitten om muziek te maken en te luisteren.’ Na desk research over ondernemen mochten de jongens Gerben ter Beek interviewen. Gerben is onder andere docent handel & verkoop, economie en zzp’er bij Onderweg in Onderwijs (www.onderweginonderwijs.nl). Een selectie uit de vragen die waren voorbereid: - Wat bracht u tot de keuze om uw huidige onderneming te starten? - Hoe kun je, volgens u, het best ontdekken waar je sterke en zwakke punten liggen? - Zijn er manieren om te zorgen voor meer vraag naar jouw product naast reclame en dergelijke? - Wat is het nut van netwerken? Hoe kun je het gebruiken om in de belangstelling te komen? - Hoe komt u zelf aan uw klussen? - Wij zijn twee jonge gasten die een muziekgenre aanbieden die
maart 2013
op het moment in een stijgende lijn zit qua populariteit. Op welke gebieden denkt u dat we moeten investeren, willen we een succesvolle onderneming worden? Gerben ter Beek beantwoordde alle vragen en merkte de bevlogenheid bij Bart en David: ‘Je merkt dat ze gemotiveerd zijn en graag willen werken. Over hun eigen toegevoegde waarde konden ze nog geen helder antwoord geven. Wat maakt hen speciaal, waarom moeten mensen hun product kopen en niet een CD van iemand anders? Ondernemen is die toegevoegde waarde zien en erin geloven!’ Verdieping in house
Naast de verdieping in het ondernemen, is er ook verdieping in house. Muzikant Shelton Telesford zal de jongens ontmoeten in een studio in Hilversum. Shelton Telesford: ‘House neemt steeds meer een plaats in de hedendaagse popmuziek. Ik wil het graag hebben over de structuur van housemuziek. Hoe je in plaats van alleen een beat een verhaal kunt vertellen met de technologie. Met de komst van eenvoudig te gebruiken software wordt de gemiddelde leeftijd voor het produceren van muziek steeds lager. Voor het echte talent is het ook goed om de juiste vervolgopleiding te kiezen om te leren produceren. Ik vind het belangrijk om kennis over te dragen. Muziek en het creëren daarvan is niet iets dat je voor jezelf moet houden.’ David van Milligen: ‘Ik kijk uit naar het eindresultaat en de meeting met Shelton Telesford. Ik ben erg benieuwd wat hij ons te vertellen heeft. Ik hoop ook stiekem op kansen voor later. Waarom niet? Ik ben dol op muziek en wat is nou mooier dan daar later je brood mee te verdienen? Maar zo ver zijn we natuurlijk nog lang niet.’ Een profielwerkstuk kan zo uitmonden in een ondernemingsplan en een album, waarmee twee jongens een basis leggen die ze later kunnen gebruiken en waaraan ze nu veel plezier beleven. Een profielwerkstuk kan leerlingen boven zichzelf laten uitstijgen en deuren openen waarvan ze het bestaan niet afwisten. Bart van der Ven: ‘Ik dacht eerst dat je maar wat vette muziek kon maken en dan maar wachten tot een platenlabel je opmerkt. Helaas, of misschien wel juist gelukkig, is dit niet zo. We hebben gemerkt dat je flink hard moet werken om echt op te vallen om je van de rest van de beginnende producers/DJ’s los te maken. We zullen nog veel technische en ondernemingskundige dingen moeten leren, maar de droom en de wil is er. Wie weet ziet u ons over een paar jaar op internet, Spotify, iTunes en televisie. Werk hard. Droom groots.’ v
57
improvisatieorkest swingt
ontmoetingsdag studiedag
vrijdag 5 april 2013
ontmoeting met de naam
Studiedag
Op vrijdag 5 april 2013 is er een nieuwe studiedag van de VLS. Een studiedag waar de verschillende elementen van muziekonderwijs elkaar zullen ontmoeten. Aan de opleidingen Docent Muziek wordt herhaaldelijk gevraagd om de beschikbare nieuwe kennis over te dragen aan de docenten die alweer enige tijd op de werkvloer bezig zijn. Wat zijn de actuele ontwikkelingen, waar houden studenten zich op dit moment mee bezig? Daarnaast maken docenten veel gebruik van het werk van de methodemakers. Zo’n studiedag is dus een goed moment om opleidingen, methodes en docenten bij elkaar te brengen. Foto: Cees Rot
IMPROVISATIEORKEST
swingt
Stichting SWING gaat ook zonder subsidie door met succesproject Op het Hermann Wesselink College in Amstelveen is dit schooljaar een heel bijzonder orkest gestart: het Improvisatieorkest. Dit ensemble bestaat uit zo’n 25 docenten en leerlingen van de school en staat onder leiding van de bekende bandleider Wouter Hakhoff. Op de dinsdagmiddagen na school wordt er geoefend. Grote mede-organisator is Stichting SWING, een landelijke organisatie ten behoeve van geïmproviseerde muziek die een groot aantal verschillende culturele workshops onder zijn hoede heeft. AUTEUR: CEES ROT
S
tichting SWING heeft dit jaar te horen gekregen dat ze, zoals zoveel culturele instellingen, niet meer gesubsidieerd wordt, maar de schoolworkshops gaan uiteraard met volle kracht door en ook het aanbod van evenementen als YouPlay zal waar mogelijk gecontinueerd worden. Dankzij een subsidie van de provincie Noord-Holland is er verder gewerkt aan een prachtige investering: - SWING heeft in samenwerking met trompettist Bart Noorman een website ontwikkeld waarop de orkestleden zich, onder meer met toegepaste instructies, kunnen bekwamen in de improvisatie. Oefeningen op de site komen terug tijdens de repetities. Bart is onder meer webmaster en ontwerper van de site www.virtualmusicschool.org, een buitengewoon interessante site voor docenten die muziek als keuzevak geven, maar dit terzijde. - De bekende bigband dirigent en arrangeur Sebastian Ohm heeft een aantal arrangementen gemaakt waarin mogelijkheden liggen voor individuele, maar ook groepsimprovisatie elementen. - Af en toe wordt een muzikant uitgenodigd om een speciale workshop te geven. Zo was Michael Abado er voor een workshop bodydrum (zie foto). - Spelers worden tijdens de repetities bewust getraind om niet alleen hun eigen nootjes te spelen, maar ze zijn echt onderdeel van het geheel. Zo leren ze juist ook alert te blijven op de momenten dat er niets voorgeschreven staat, want er kan voortdurend op allerlei manieren geïnterrumpeerd worden.
58
Waarom een Improvisatieorkest?
Het uiteindelijk doel is op school een standaard orkest samen te stellen met een gemêleerd gezelschap dat geïntegreerd kan worden in de lessen. Er zijn schitterende mogelijkheden op het gebied van taal. De school kijkt reikhalzend uit naar de uitvoeringen van al dan niet door leerlingen geschreven gedichten met muziekimprovisatie tijdens de declamaties, afgewisseld met rap op live muziek. Ook de mogelijkheden voor combinaties met de vakken drama, dans en beeldende vorming zijn legio en begin maart wordt dat voor de eerste keer uitgeprobeerd in Schouwburg Amstelveen. andere scholen
In de subsidieaanvraag is het hele plan dusdanig opgesteld dat het concept ook op andere scholen uitgevoerd zou kunnen worden. Stichting SWING is er met enthousiasme toe bereid om aan de hand van de ervaringen, opgedaan in deze pilot, vanaf volgend jaar andere scholen te ondersteunen in het opzetten van dit concept. De website en organisatie van gastdocenten kan via SWING aangevraagd worden. v
E
en dag die dus zowel ontmoeting als studie zal zijn. Een deel van het programma is samengesteld door de verschillende opleidingen. Zo zullen studenten van de opleidingen Docent Muziek van de conservatoria van Groningen, Zwolle, Utrecht, Maastricht, Rotterdam en Den Haag samen met hun docenten in de vorm van workshops, gesprekken en presentaties het mooiste en nieuwste van hun opleidingen presenteren. Een tweede element in de ontmoeting zal bestaan uit workshops waar de vier meest gebruikte methodes voor het voortgezet onderwijs in ons land meer laten weten over hun inhoud en achtergrond.
in een veel minder veilige omgeving. Een ervaring met de werkelijkheid van de 21e eeuw. Muziekbeleving vanuit de totale persoon: Het begint bij je oren, maar klinkt in je hele lijf. Auditieve technieken en improvisatie op speciaal ontwikkeld instrumentarium zoals docenten en studenten van Hogeschool Helicon die toepassen. Kodaly; een terechte revival?: Een auditieve benadering vanuit de stem. In de vraag naar lange leerlijnen en muzikale geletterdheid is ook de vraag naar een nieuwe toepassing van de methodieken uit het nabije verleden weer helemaal terug.
Een kleine vooruitblik
In een tweede onderdeel van het programma zal aandacht zijn voor de vier meest gebruikte methoden in het voortgezet onderwijs. Vrijwel alle docenten gebruiken een methode. Maar waarom? Wat zijn precies de gedachten achter Intro, Podium, Muziek op Maat en beatsNbits. Zij zullen er zijn om de deelnemers op een actieve manier te laten proeven aan wat deze methodemakers bezighoudt. Daarnaast horen ze graag van de docenten wat ontbreekt of wat voor verbetering vatbaar is. Een bijzondere gelegenheid om ze eens naast elkaar bezig te zien en te horen en voor u voor actieve bemoeienis met de inhoud.
Het voorwerpen orkest: Alles heeft klank, maar wanneer je zomaar wat doet, kun je niet van muziek spreken. Een professionele en educatieve toepassing van spelen op alles in je omgeving. Over creatieve leerprocessen: Leren door zelf te doen met de nadruk op het creatieve aspect van het musiceren. Werken met de groep staat centraal. Het verhaal in de muziek beleven door beweging: De deelnemers kruipen in de huid van het opgroeiende kind van heel jong tot de puberleeftijd. Het bewegen en de expressie daarbij gebeurt altijd met een reden. Horen, zien en spreken: Hoe begrijp je de samenleving? Heel actueel! CKV is nodig als gereedschap om de samenleving om je heen te kunnen begrijpen. Over horen, zien en spreken, maar vooral over verstaan. De muziekdocent internationaal: Een confrontatie met het muziekonderwijs in de landen om ons heen. Wat levert het op voor je eigen lessen in je vertrouwde omgeving. Praktische oefeningen in hoe het er over de grens aan toe gaat. Muziek van de straat: Muziekdocenten verlaten steeds vaker het traditionele leslokaal. Op de vakkundigheid van de docent wordt steeds vaker een beroep gedaan
Muziekmethodes in het VO
Informatie
De ontmoeting zal plaatsvinden in het Koorenhuis, Den Haag. Omdat we graag willen dat veel muziekdocenten en studenten meedoen, zijn de kosten voor deelnemers laag gehouden. Het volledige bedrag is € 90,--, voor VLS-leden € 25,-- en voor studenten € 10,--. Misschien een goede gelegenheid om lid te worden van de VLS? Meer informatie over het programma en een aanmeldingsformulier vindt u op www.vls-cmhf.nl.
Cees Rot is docent muziek, wiskunde en CKV aan het Hermann Wesselink College te Amstelveen.
kunstzone.nl
maart 2013
59
samenwerken in onderzoek // vo
samenwerken in onderzoek
daarvan aan de orde te laten komen. Om samenwerking optimaal te structureren is een eenvoudige en effectieve opzet mogelijk. De vorm die ik veel gebruik en aanbeveel, is gebaseerd op de principes van coöperatief leren. Hierbij staan samenwerking, eigen verantwoordelijkheid, gedeelde doelen, interactie en flow centraal. Op het schema in Afbeelding 1 zie je kort zo’n structuur. Individuele fases worden gekoppeld aan samenwerking in tweetallen en viertallen. Muziek en context
Afbeelding 2: Onderzoek naar de rol van muziek bij huiswerk maken.
Afbeelding 1: Opzet van optimaal gestructureerde samenwerking.
Kunst is altijd een aspect van context. Het is daarom goed dat de leerlingen cultuurhistorische inzichten en kennis rond een kunstwerk of muziekstuk en kunstenaar kunnen verzamelen, verwerken en toepassen. Bij vragen over waarden en meningen over kunst is het altijd goed om een evenwicht te vinden tussen opvattingen van derden, theorieën en de meningen en ervaringen van de leerlingen zelf. De activiteiten die ik hier kort schets, hebben betrekking op het gebruik van muziek. Maar deze activiteiten zijn ook geschikt voor verdieping in het werk van een kunstenaar of groep of ook stijl. Er zijn verschillende startmogelijkheden voor deze activiteit. Zo kan een muziekstuk, schilderij, een luisteractiviteit of een bepaald thema als vertrekpunt dienen. De activiteit in Afbeelding 2 is gericht op het verzamelen van gegevens over het gebruik van muziek en bepaalde functies van muziek. De uitkomsten geven inzicht in muzikale voorkeuren, het gebruik van muziek in het dagelijkse leven en muziek en identiteit. Bij de activiteit in Afbeelding 3 gaat het om muzikale voorkeuren van mensen. Wat is een voorkeur, hoe ontstaat die en wat betekent het? Muziek in culturele context
Afbeelding 3: Onderzoek naar muzikale voorkeuren van medeleerlingen.
Afbeelding 4: Verdieping in cultuurhistorische achtergronden van muziek.
samenwerken in
onderzoek
De activiteit in Afbeelding 4 is geschikt voor de bovenbouw van het VO. Het gaat hier om een werk in de culturele context te zien en te leren begrijpen. In principe kan dit over elk soort werk gaan. Dit wordt gedaan door middel van een serie vragen waarop de leerlingen antwoorden kunnen verzamelen. Binnen een team van vier verdelen ze de vragen en maken in een combinatie van individueel, werken in tweetallen en tot slot een viertal, een eindconclusie. Elk teamlid is verantwoordelijk voor zijn of haar deel. Het team is verantwoordelijk voor het geheel. Werkwijze 1. Nadat de docent kort een voorbeeld heeft gegeven over hoe
Coöperatieve werkvormen over muziek, cultuur en context
om te gaan met de vier groepen vragen en de bijbehorende subvragen, worden de leerlingen in teams van vier ingedeeld. 2. Elk team krijgt of kiest een muziekstuk, componist of stijl. Het
Je een mening over iets vormen is belangrijk en ook verrijkend. Maar hoe doe je dat? Neem je simpelweg over wat anderen zeggen, blijf je halsstarrig vasthouden wat je al vindt? Of is het mogelijk een frisse mening te vormen door nieuwe ervaringen, open onderzoek, beleving en dialoog? AUTEUR: FRITS EVELEIN
I
n deze bijdrage geef ik wat voorbeelden van werkvormen waarbij leerlingen - coöperatief samenwerkend - zich een mening kunnen vormen gebaseerd op eigen en andermans ervaring en onderzoek. Deze voorbeelden zijn eenvoudig te vertalen naar allerlei andere onderwerpen. In kunstonderwijs zelf actief met kunst bezig zijn en in het doen dit te ervaren, ligt voor mij de essentie van leren. Maar leerlingen moeten zich ook een mening vormen over kunst en dan is het leuk en nuttig om wat meer reflectie gerichte werkvormen te hebben waarbij leerlingen actief samenwerkend in teams tot verrassende ervaringen en inzichten kunnen komen.
60
Bijvoorbeeld: - dat kunst en kunstbeleving heel erg afhankelijk zijn van context, gewenning, conditionering, enzovoort. - dat persoonlijke smaak en ideeën vaak helemaal niet zo persoonlijk zijn, maar simpelweg overgenomen worden. - dat gebruik en veelvuldige blootstelling aan kunst leidt tot conditionering en voorkeuren. - dat sociale groepen vaak invloed hebben op de smaakontwikkeling van personen. Zo is het mogelijk om de eigenheid van de leerling, een kunstwerk, een kunstenaar, ideeën over kwaliteit en betekenis van een werk of een culturele uitingsvorm en het gebruik
kunstzone.nl
is mogelijk dat klassikaal eenzelfde stuk wordt gebruikt. Echter, het is ook mogelijk om elk team een ander stuk uit eenzelfde of juist een andere periode te geven. Bij het stuk worden enige aanwijzingen gegeven, zoals de tijd waarin het stuk is gemaakt en de kunstenaar. De leerlingen verkennen het stuk en nemen de vragen door die ze daarna onderling verdelen. 3. Als huiswerk (wanneer er voldoende naslag- en internet-
mogelijkheden zijn, dan kunnen de leerlingen op school tijdens de les werken) werken de leerlingen aan hun vragen. 4. Ze komen weer bij elkaar en wisselen de antwoorden uit bij
de vragen om er als groep een goed lopend geheel van te maken. Mocht een bepaalde serie vragen meer tijd en onderzoek vragen dan de andere vragen, dan verdelen de teamleden onderling de aanvullende taken.
maart 2013
Vragenseries A-B-C-D
A. Wat zijn houdingen ten opzichte van muziek en musici in deze tijd? 1. Hoe worden componisten in deze tijd beschouwd? 2. Hoe wordt er tegen musici en muziek aangekeken? 3. Hoe wordt er tegen muziek en dit muziekstuk aangekeken? B. Wat zijn in die tijd houdingen in relatie tot de volgende zaken, en in hoeverre weerspiegelt de muziek (of dit muziekstuk in het bijzonder) deze houdingen? 4. Hoe zijn de sociaal structurele verhoudingen? 5. Hoe wordt aangekeken naar het uitdrukken van ideeën en gevoelens door een kunstenaar? 6. Hoe worden sociale of politieke veranderingen in deze tijd ervaren? C. Voor welke uitvoeringsomstandigheden is het muziekstuk gemaakt? 7. Wat voor een soort plaats? 8. Voor wat voor soort publiek? 9. Wat voor een soort gelegenheid? D. Wat is karakteristiek voor de omstandigheden waarin dit muziekstuk oorspronkelijk werd uitgevoerd? 10. Wat was de relatie tussen uitvoerder en publiek? 11. Wat werd er verwacht in deze uitvoeringsomstandigheden? 12. Wat was de te verwachten rol en reactie van het publiek en uitvoerder(s)? Deze werkvormen zijn uit te breiden met allerlei variaties zoals: - Hoeveel geld gaat er om in de muziekindustrie? - Welke muziektijdschriften zijn er in Nederland of in het Engels en wie lezen die? - Welke amateurmuziek is er in onze streek? Wat voor muziek maakt men daar zoal? - Wat voor soort concerten zijn er en wat is het publiek? Wat beleven en zoeken de verschillende soorten publiek daar? - Bekijk handschriften van componisten en vergelijk dat met hoe popmusici hun muziek maken en opschrijven. - Maakt muziek slim? Er zijn allerlei theorieën die zeggen dat het spelen van muziek vanaf je jeugd een positieve invloed heeft op je ontwikkeling. Verricht een onderzoek op internet naar deze opvattingen. Een mening vormen over muziek kan het beste door goed te leren kijken, observeren en onderzoeken. Voor muziek geldt dat ieder mens een eigen ervaring en beleving heeft. Het in beeld brengen daarvan helpt je ook naar je eigen ervaringen te kijken. Het steunt je in bewust worden en leren verwoorden wat belangrijk is, wat dingen met je doen, waarom je voor iets kiest en wat de rol van kunst en muziek in je leven is. Het samenwerken in teams in dit soort kleine onderzoeken ondersteunt ook de dialoog en verdiept reflectie. Het kan eenvoudig opgezet worden door ieder verantwoordelijk te laten zijn voor een klein deel. Tezamen vormen ze een groot gebalanceerd geheel. Net zoals in een strijkkwartet of band de vier afzonderlijke partijen onmisbaar zijn en samen een prachtig geheel vormen. v Frits Evelein werkte jaren als opleider in muziek didactiek aan de Universiteit Utrecht en het Rotterdams Conservatorium. Hij componeert tegenwoordig Omnium Muziek, ontwikkelt nieuwe vormen van onderwijs en geeft lezingen en masterclasses in binnen en buitenland.
[email protected] en www. fritsevelein.nl.
61
rijk onderwijs // po
rijk onderwijs
H
et wordt vaak voor ingewikkeld gehouden: het reguliere basisonderwijs zo organiseren dat alle kinderen per vakgebied kunnen werken op het niveau dat bij hen past. Vernieuwingsscholen daargelaten, zijn er maar weinig basisscholen die het individuele kind als vertrekpunt nemen. Veruit de meeste scholen werken met een vorm van leeftijdsgebonden groepering. Het merendeel van de leerkrachten biedt binnen de klas een tot hooguit drie instructieniveaus. De meest gebruikte methodes gaan uit van gemiddelden, aangevuld met verrijkings- en herhalingsstof, voor wie sterk afwijkt van die gemiddelden. ‘Vooropgesteld: dat mag natuurlijk allemaal,’ zegt Desirée Houkema, die bij SLO verantwoordelijk is voor projecten op het gebied van talentontwikkeling, waaronder (hoog)begaafdheid. ‘Ik ben de laatste die zal zeggen dat alle scholen het vanaf nu heel anders moeten doen. Ik erken ook dat er praktische haken en ogen zitten aan het organiseren van onderwijs rondom de verschillen tussen kinderen. Maar er zijn scholen die bewijzen dat het kan. En met dat in het achterhoofd is het toch wel inspirerend om je af te vragen of het ook op jouw school anders kan.’ Houkema zegt dit vooral met het oog op de aanzienlijke uitval van getalenteerde leerlingen in het Nederlandse basisonderwijs. Die uitval kwam een jaar of zes geleden voor het eerst nadrukkelijk onder de aandacht van de politiek. Kort daarop bleek uit een rapport van de Onderwijsraad dat 10 procent van de leerlingen op de basisschool minder presteert dan te verwachten is en dat de mate van onderpresteren toeneemt naarmate het potentieel van de leerling groter is. Er ligt dus echt een probleem, vindt Houkema: ‘Alle kinderen moeten tot hun recht kunnen komen in het basisonderwijs, ook leerlingen met veel potentie.’ De oplossingen die sindsdien op grote schaal zijn geïntroduceerd - compacten & verrijken, verrijkingsonderwijs, plusklassen, Leonardoscholen, het programma Stimuleren excellentie basisonderwijs – pakken de achterliggende oorzaken niet aan. De uitval komt vooral doordat we zo gewend zijn te denken in gemiddelden, stelt Houkema: ‘Als je het gemiddelde als vertrekpunt neemt, moet je oplossingen verzinnen voor alle uitzonderingen. Maar als je uitgaat van verschillen, dan heb je al die kunstgrepen niet nodig. Je hoeft niet te gaan compacten & verrijken, je hoeft geen verrijkingsonderwijs aan te bieden. Je hele aanbod is rijk onderwijs.’
Afbeelding 1.
rijk onderwijs
Uitblinken
Desirée Houkema van SLO: ‘De laatste jaren is er veel energie gestoken in het diagnosticeren van hoogbegaafdheid bij kinderen: zit het IQ boven de 130 of niet? Maar eigenlijk gaat het veel meer om het vaststellen van onderwijsbehoeften. Er zijn heel veel kinderen met uitschieters op een of enkele domeinen. Waarom zou een project dat binnen een plusklas over ‘hun’ domein gemaakt is, ook voor hen niet interessant zijn? In een onderwijssysteem dat uitgaat van verschillen, kunnen ook
Uitgaan van verschillen stimuleert talentontwikkeling Bouwen we ons onderwijs rondom gemiddelden, of juist rondom verschillen? Desirée Houkema houdt een warm pleidooi voor het laatste. ‘In een rijke onderwijsomgeving kunnen alle kinderen tot hun recht komen. Ook de bijzonder talentvolle kinderen die in potentie uitzonderlijk kunnen presteren.’ AUTEUR: SUZANNE VISSER
62
kunstzone.nl
Verdeling van de IQ-scores
Ten opzichte van de gemiddelde IQ-score van 100 valt circa 68% van een gemiddelde schoolpopulatie binnen een normaal IQ-bereik van 85-115 (= maximaal 1 standaardafwijking vanaf het gemiddelde). Binnen de circa 16% die hierboven scoort, laat ongeveer 10% van de leerlingen - naast een hoge intelligentiescore ook specifieke kenmerken zien die duiden op (hoog) begaafdheid, onder andere creërend denkvermogen en een sterke intrinsieke motivatie. Zie ook Afbeelding 1.
Alle kinderen moeten tot hun recht kunnen komen in het basisonderwijs, ook leerlingen met veel potentie.’ partiële begaafdheden tot ontwikkeling komen. Een bijkomend voordeel is dat kinderen die breed getalenteerd zijn, minder snel in een uitzonderingspositie terechtkomen. Ook zij werken immers in leerstoflijnen op een bij hen passend niveau.’ Doorgaande ontwikkeling
In plaats van naar onmogelijkheden te kijken adviseert Houkema scholen liever na te gaan wat er vanuit hun situatie wel kan. ‘Er komen steeds meer zoeksystemen en andere hulpmiddelen waarmee het gemakkelijker wordt om onderwijsprogramma’s samen te stellen die voor individuele kinderen een doorgaande ontwikkeling mogelijk maken. Veel is te vinden bij het Informatiepunt Onderwijs, Hoogbegaafdheid en Excellentie (www.hoogbegaafdheid.slo.nl) en op Acadin (www.acadin.nl), een gezamenlijke website van SLO en Kennisnet. En leerkrachten staan er natuurlijk niet alleen voor. Iedere leerkracht heeft collega’s, een intern begeleider, soms een begeleider van een plusklas. Je kunt klein beginnen en dan verder bouwen. De kerndoelen bieden er meer dan voldoende ruimte voor. Ja, het is extra werk, maar het levert ook veel op. En niet alleen voor de kinderen die het betreft. Als zij beter in hun vel zitten, heeft dat een weerslag op de hele klas.’ v
acadin De digitale leeromgeving Acadin (www.acadin.nl) is een initiatief van Kennisnet en SLO. Scholen kunnen hier gratis een domein aanvragen waar talentvolle leerlingen een persoonlijk profiel kunnen aanmaken binnen hun eigen leeromgeving. Zo kunnen zij samen met hun begeleiders een passend aanbod samenstellen. De introductievideo op www.acadin.nl/dto geeft een indruk van de mogelijkheden. Nieuw is onder meer een online workshop over onderwijs aan talentvolle leerlingen en over het gebruik en de implementatie van Acadin. Deze workshop biedt een goed vertrekpunt voor wie zich op het onderwerp wil oriënteren.
boekSignalementen
reCenSieS
GESPOT
RECEnSieS
BOEKsignalementen
TONEELDAnSeXPositie&boeken
ontWikkelen Van CreatiViteit
poSitie Van kUnStVakken in het onDerWijS
hoe kunnen scholen en culturele instellingen bijdragen aan de creatieve ontwikkeling van ieder kind? Om die vraag te beantwoorden sprak Dirk Monsma met kinderen, kunstenaars, educatieve medewerkers, directeuren van kunstinstellingen en wetenschappers. De uitkomsten van deze gesprekken zijn gebundeld in inspirerende verhalen waarin de culturele levensloop centraal staat. Geef mij een potlood en ik ga tekenen: culturele levensloop in woord en beeld / D. Monsma. – Rotterdam: Lemniscaat, 2012. - 160 pag. ISBN 978-90-477-0520-8.
het doel van deze studie was inzicht te verkrijgen in de rol die een docent kan spelen bij het verbeteren van de positie van zijn eigen vakgebied, omdat de positie van de kunstvakken door beleidsmatige en maatschappelijke veranderingen onder vuur ligt. De hoofdvraag luidde: In welke mate en op welke manier kunnen docenten de positie van de beeldende vakken versterken in hun school? De rol van de docent ‘beeldend’ bij het versterken van de positie van zijn vakgebied in de school / M. Mein, J. Bakker (begeleider), J. . 2012. - 59 pag. - Masterscriptie Radboud Universiteit Nijmegen, Master Onderwijskunde.
Een concert woon je bij in een daarvoor bedoelde concertzaal, een kerk of een theaterzaal. Canto Ostinato van de componist Simeon ten Holt werd deze keer gespeeld op het strand in Bergen aan de Zee bij ondergaande zon. Meer dan drie uur hemelse klanken uit vier vleugels.
klokhUiS en De Canon
knUtSelen en ontDekkenD leren
aUteUr: paUl rooyaCkerS
DVD-box met 50 afleveringen van Klokhuis maakt geschiedenis geschiedenis, over de 50 vensters van de canon van nederland. De DVD-box, bestaande uit vier DVD’s, bevat ook een poster met een tijdlijn waarop de nederlandse geschiedeniscanon in beeld is gebracht. Alle afleveringen zijn ook te vinden op de website www.entoen.nu met de bijbehorende vensterlessen en interactieve vensterplaten. Klokhuis maakt geschiedenis (DVD) - Hilversum: NTR, 2012. - 4 DVD’s - In samenwerking met Nationaal Historisch Museum en Stichting entoen.nu.
Dit praktijkboek richt zich tot volwassenen die graag ‘iets creatiefs willen doen’ met kinderen, maar duidelijk weg willen van kleurplaten en uniforme knutselwerkjes. De auteurs bieden eenvoudig en uitdagend materiaal waarmee je zonder voorbeeld of thema direct met kinderen aan de slag kunt gaan. Met dit boek zetten de auteurs zich af tegen het traditionele themagerichte knutselen, waarbij een volwassene laat zien hoe het moet. het toont vooral de essentie van creëren: concentratie en zelfontdekkend leren. Begrijpen met je handen: een andere kijk op kind en creativiteit / A. Weterings, S. Plamper. - Amsterdam : Reed Business, 2012. - 142 p. ISBN 978-90-352-3524-3.
leeSgeDrag, effeCten Van De opVoeDing
onDerWijSmethoDe DanS
De opvoeding van ouders werkt door in het gedrag van kinderen, en dat het hele leven lang. geldt dat ook voor hoe er in gezinnen met boeken wordt omgegaan? Welke impact heeft het, als ouders zelf lezen, hun kinderen voorlezen en met hen over boeken praten? En hoe verhoudt dat zich tot het voorbeeld en de begeleiding die ze geven met andere media, zoals de televisie en de computer? natascha notten heeft onderzoek gedaan naar de langetermijngevolgen van de ouderlijke lees- en media-opvoeding. Ze maakte gebruik van twee datasets, de Familie-enquête nederlandse Bevolking en het internationale onderwijsonderzoek PISA. Daarmee konden ook verschillen in opleidingsniveau en sociale status tussen gezinnen in kaart worden gebracht. notten keek niet alleen naar effecten op het latere leesgedrag, maar ook op de onderwijscarrière van kinderen. Ze hield daarbij rekening met andere mediagewoonten in het gezin, zoals tv-kijken en pc-aanbod. Over ouders en leesopvoeding / N. Notten. - Amsterdam: Stichting Lezen, 2012. - 80 pag. - In opdracht van Stichting Lezen. ISBN 978-90-5972-631-4 (Stichting Lezen reeks; 21).
In Dans, theorie en praktijk voor het VO wordt ingegaan op de verschillende aspecten van dans. Dans vervult verschillende functies in de maatschappij. De functie van dans is afhankelijk van de manier waarop men ermee in aanraking komt: als kijker of als danser. In deze methode komen beide aspecten uitgebreid aan bod. het leerboek bevat de theorie voor het schriftelijk examen en praktische opdrachten voor het praktijkexamen. In de docentenhandleiding zijn de antwoorden en suggesties bij de opdrachten in het leerlingenboek opgenomen en aanvullende opdrachten om de lessen te verrijken. Doelgroep: bovenbouw VMBO-T/hAVO/VWO. Dans, theorie en praktijk voor het voortgezet onderwijs / M. de MirandaTol. - Arnhem: Lambo, 2012. - 2 dl. (55, 42 pag.). Bevat leerlingenboek, docentenhandleiding en links naar videofragmenten op de website van Lambo (www.lambo.nl > Vakken > Dans, theorie en praktijk voor VO > Dansfragmenten > dansfragmenten.pdf), ISBN 978-94-6062-044-7; ISBN 978-94-6062-032-4.
Canto oStinato bij onDergaanDe zon
informatie
I
n de jaren zeventig schreef componist Simeon ten holt zijn Canto Ostinato, een muziekstuk waarbij hij geïnspireerd werd door de minimalistische muziek van Terry riley. Ten holt wilde een vrije compositie maken waarbij een aantal maten naar eigen idee door de muzikanten herhaald konden worden en waarop gevarieerd kon worden. Daarbij legde Ten holt niet de nadruk op het ritme, maar op de melodie en de klankkleur. Dit concert was nog niet eerder opgevoerd op het strand aan de vloedlijn. Alleen al het aanvoeren van de vier vleugels over zee en het per tractor over het strand verplaatsen was een ritueel op zich. De klanken waren uren lang te horen, terwijl de zon langzaam in de zee zakte en de lucht rood kleurde. Vier pianisten namen plechtig plaats achter de vier vleugels en speelden geconcentreerd, al kijkend en signalen gevend naar elkaar, bijna vier uur lang, onafgebroken, zodat de toeschouwers en luisteraars in trance raakten. Toeschouwers die hier op afkwamen, leken de hele dag al zichzelf voor te bereiden op een meditatieve trip. Toen het concert dan ook begon, kon je dicht bij de vleugels zittend en op het strand liggend merken dat eenieder dezelfde vibraties ervoer. De kracht van de muziek van Ten holt zweept je op, neemt je mee en is beslist hypnotiserend door de vele herhalingen. De pianisten spraken van een ‘werk in uitvoering’, een proces waarbij de pianisten door het stuk heen navigeerden om samen uit te komen bij het einde, de climax van het stuk. Zoals de pianisten aangaven: via natuurlijk oog- en oorcontact, via luisteren en kijken neemt iemand het initiatief om gemeenschappelijk door te gaan naar het volgende deel in de muziek. Simeon ten holt overleed in december 2012. hij hoopte in 2013 negentig jaar te worden en dat had in het land hoorbaar moeten worden in ettelijke concerten. Die concerten vinden wel doorgang. Zie daarvoor www.canto-ostinato.com.
Alle vermelde publicaties zijn opgenomen in de online bibliografie cultuureducatie en amateurkunst van het landelijk kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (lkCA). De bibliografie biedt een compleet en actueel overzicht van alle relevante literatuur over cultuureducatie en amateurkunst. Meer informatie: www.lkca.nl/ bibliografie, e-mail:
[email protected], (030) 7115100.
64
kunstzone.nl
maart 2013
Speel je WijS
In Speel je Wijs wordt drama gekozen om kinderen te ondersteunen in hun taalontwikkeling op de basisschool. Het taalniveau van kinderen stijgt aantoonbaar en ook de sfeer in de groep verbetert zienderogen. aUteUr: jan Van gemert
T
aal begrijp je pas echt als je deze beleeft. Irma Smegen schreef dan ook een lijvig boek voor leerkrachten, zodat zij drama kunnen inzetten om kinderen te ondersteunen in hun taalontwikkeling. het boek geeft allereerst inzicht in wat drama nu eigenlijk is en wat het doet voor de taalontwikkeling en wat er nodig is om een goede dramales te geven. Vervolgens is er een overzicht van spel- en werkvormen. Je leest verder hoe je het maken van een theatervoorstelling tot een succes maakt, compleet met voorbeeldscripts. het hart van het boek bestaat uit maar liefst 104 lessen, ofwel ruim 17 lessen per leerjaar voor groep drie tot en met acht. Aan het einde van elke les kennen de kinderen de woorden. Per les zijn de doelen onderverdeeld naar taal, sociale vaardigheden en drama. De beschrijvingen van de lessen zijn inzichtelijk en direct toepasbaar. Ook is er een website (www.speeljewijs.vangorcum.nl) gerelateerd aan het boek met veel extra materiaal zoals woordkaartjes en afbeeldingen. het boek is geschikt voor zowel leerkrachten - die weinig met drama werken - als voor ervaren dramadocenten. Deze laatsten kunnen de lessen makkelijker vertalen naar de groep. het is ook goed om te weten dat de lessen in de praktijk zijn uitgeprobeerd. het taalniveau verbetert en er is veel winst bij spreekbeurten. kinderen worden sociaal vaardiger en krijgen meer zelfvertrouwen. het bewijst maar weer eens hoe goed drama kan samengaan met andere disciplines. kortom, een boek dat op school niet zou mogen ontbreken.
Speel je Wijs Theater, drama en spel voor taalontwikkeling op de basisschool Irma Smegen Koninklijke Van Gorcum, Assen 2012 248 pagina’s ISBN 978 90 02325 008 1 Prijs: € 39,95
65
aCtief met CkV
aCtief met CkV
ACTIEFMETCkV 3 1
eDUCatie Digitaal
De goUDen eeUW, proeftuin van onze wereld is t/m 31 augustus te zien in het Amsterdam Museum. Samen met de gelijknamige tv-serie die te zien is bij de nTr/ VPrO, vertelt deze presentatie het fascinerende verhaal van de gouden Eeuw. Een eeuw van wereldhandel, de Verenigde Oost-Indische Compagnie, economische bloei, rijkdom, zilver, regenten, culturele en religieuze diversiteit, florerende wetenschap, hoogwaardige schilderkunst en de aanleg van de Amsterdamse grachtengordel. Maar het is ook een eeuw van slavernij en oorlog. In het museum wordt het verhaal van de nederlandse gouden Eeuw boeiend in beeld gebracht aan de hand van de nieuwste multimediatechnieken en een groot aantal historische topstukken van onder andere rembrandt, Pieter de hooch, Maerten de Vos, Dirck hals en Melchior d’hondecoeter. De tentoonstelling belicht de invloed die deze ontwikkelingen hadden op de politiek, religie, economie en cultuur en wat dit betekende voor het persoonlijk leven van een dienstmeid, schipper of koopman. Voor het onderwijs is een divers en breed aanbod ontwikkeld bij de tentoonstelling. leerlingen komen meer over de gouden Eeuw te weten door de Gouden Krant, een theatrale rondleiding, de Gouden bronnenkaarten en een speciale examenrondleiding. gratis digitaal lesmateriaal voor docenten van het PO en VO is te vinden op www.hart.amsterdammuseum.nl > thema’s > De gouden eeuw > educatie > Digitaal aanbod
leSplannen meDiaWijSheiD zijn gemaakt door Beeld en Geluid. Er zijn twee inspirerende lesplannen mediawijsheid ontwikkeld voor de onderbouw van het VO. Mediawijsheid staat centraal in de missie van Beeld en geluid. leerlingen onderzoeken op een leuke en creatieve manier hoe media werken en ze leren actief om kritisch na te denken. 1) (Un) real!? Beelden zijn overal. Op tv, in bushokjes, op internet ... Wat
1 JOhAnnES lIngElBACh - DE DAM MET STADhUIS In AAnBOUW (1656)
zie je? De werkelijkheid, of word je gemanipuleerd? (Un)rEAl?! is een ontdekkingstocht met de hele klas. De leerlingen onderzoeken de betekenis van de beelden die ze dagelijks zien, schrijven hier een visie over en maken een (kunst)object. 2) Lekker Beroemd. Dit project gaat over beroemd(er) worden door de media. De leerlingen letten op mediatechnieken en onderzoeken hoe sterren hun imago via sociale media vormgeven. Ze maken een filmpje waarin ze de resultaten van hun onderzoek presenteren. De lesplannen mediawijsheid van Beeld en geluid, alle benodigde informatie, lesmateriaal, docenteninstructies en een flinke dosis inspiratie kunt u gratis downloaden. www.beeldengeluid.nl/ mediawijsheid > online leSSen meDiaWijSheiD theatereDUCatie.nl, online platform voor theatereducatie in het onderwijs, informeert en inspireert docenten uit PO en VO over actuele theater- en danseducatieprogramma’s van professionele gezelschappen en theaters. Theater Instituut Nederland (TIN) en Van Engelenburg Theaterproducties bereikten overeenstemming over de overname van www.theatereducatie.nl per 1 januari 2013. De website kwam ter beschikking omdat TIn als gevolg van de cultuurbezuinigingen noodgedwongen de deuren moest sluiten en slechts enkele kernactiviteiten voortzet als Stichting TIn. De website biedt columns, achtergrondinformatie en een overzicht van, op dit moment, zo’n 150 educatieve programma’s die doorzoekbaar zijn op niveau, regio en genre. Ook de theaterencyclopedie, theaterjukebox en de portretserie eenlevenlangtheater worden voortgezet. www.theatereducatie.nl
2
theater harnaS (12+) wordt voor Danstheater AYA - na Ziel uit 2009 - de tweede voorstelling van een cyclus waarin het contrast centraal staat tussen de eenling en
2
de groep, tussen binnenkant en buitenkant, tussen kwetsbaarheid en onaantastbaarheid. Zeven mannelijke dansers tonen in Harnas de ontwikkeling van jongen tot man en de worstelingen die daarbij komen kijken. Voor jongens is de schooltijd niet makkelijk. Ze voelen zich geharnast en willen liever rennen en bewegen. In het eerste deel gaan de zeven dansers de strijd met elkaar aan en meten hun kracht en behendigheid, ondertussen hun onzekerheden verbergend om stoer en sterk over te komen. Ze onderzoeken hoe je je harnast tegen al die meisjes en de pikorde in de groep. Ze vechten om overeind te blijven tussen alle testosteron, waartegen vriendschap niet altijd bestand is. In het tweede deel zijn dezelfde dansers in kwetsbare solo’s te zien als een heel ander persoon, iemand die zich niet groot hoeft te houden. Deze solo’s worden voor elke danser op maat gemaakt op basis van zijn eigen persoonlijke verhaal. In Harnas maakt Wies Bloemen gebruik van moderne dans, hiphop, acrobatiek en popping. Voor jongens in de zaal zal Harnas veel herkenning bieden. Meisjes krijgen een verrassend inkijkje in de psyche van jongens. Bij alle voorstellingen van Danstheater AYA wordt lesmateriaal ontwikkeld. Dit materiaal bestaat uit een lesbrief met DVD en is kosteloos voor alle docenten die met leerlingen de voorstelling bezoeken. Daarnaast ontwikkelt Danstheater AYA workshops die aansluiten op de voorstelling. Deze kunnen voor of na het voorstellingsbezoek worden georganiseerd. Ervaring leert dat door gebruik van lesmateriaal leerlingen beter voorbereid naar de voorstelling gaan. Dit vergroot de toegankelijkheid van de voorstelling en stimuleert de betrokkenheid van de leerlingen. Bovendien biedt lesmateriaal een extra mogelijkheid om de voorstelling in te bedden in het lesprogramma. Voor vragen over het lesmateriaal of workshops, kunt u contact opnemen met Annemieke Bot (annemieke@aya. nl, (020) 3868574). Zij verzorgt de educatie bij AYA. Voor het boeken van voorstellingen of workshops kunt u contact opnemen met Frontaal Theaterbureau (mirjam@frontaal.
3
com, (020) 6929603). www.aya.nl
Volle maan van toneelgroep De Appel is t/m 12 mei de nieuwe theatermarathon, romantisch drieluik met diner. Bijzondere projecten zijn hét handelsmerk van toneelgroep De Appel waar theater meer wordt dan alleen kijken en luisteren. Totaaltheater waarin alle zintuigen worden geprikkeld. Ze dompelen het publiek onder in verhalen waarin kleine mensen het hoofd bieden aan grote vragen. Drie verhalen, drie auteurs, drie regisseurs en heel veel muziek. Drie stukken samen met een heerlijk diner zorgen voor een feestelijke avond in het Appeltheater. Volle Maan gaat over mensen met grote dromen in barre tijden. Mensen die dromen over liefde, vrijheid en geluk. Maar wat doe je als de wereld waarin je leeft je tegenwerkt? Dromen van een andere wereld? Vluchten? Op zoek gaan naar een betere wereld? rebelleren? Fantaseren? Bestaat die plek waar jij van droomt? Of is de zoektocht en het verlangen ernaar juist de bevrediging van een zinvol bestaan? Of blijf je waar het lot je bracht en durf je in opstand te komen? ga je koppig je eigen weg koste wat het kost? Of onderga je gedwee de gebeurtenissen? www.toneelgroepdeappel.nl > voorstellingen > introductie, appeltheater Den haag
4
WorkShopS CirCUS roUDa is t/m 25 april een theatervoorstelling en educatief project in een unieke samenwerking van WorldGranny en De Toneelmakerij. Bij de voorstelling hoort een uitgebreid educatief programma. Met het project willen De Toneelmakerij en WorldGranny het thema wereldwijde vergrijzing op de maatschappelijke agenda zetten. WorldGranny zet zich in voor ouderen en de mensen om hen heen. In 2050 zijn er voor het eerst in de geschiedenis meer ouderen dan kinderen en jongeren tot 14 jaar. Daarom worden ze in dit project samen aan het werk gezet. De kinderen gaan in gesprek met hun
5
4 VOllE MAAn - FOTO: lEO VAn VElZEn
grootouders over vroeger en nu, met een korte voorstelling als resultaat. Om dit bijzondere communityproject uit te voeren wordt in elke stad een week neergestreken en wordt er samengewerkt met scholen, ouderenvoorzieningen, de gemeente en het theater. De Toneelmakerij is kwalitatief één van de meest vooraanstaande jeugdtheatergezelschappen van nederland. het theater dat zij maakt, is voor alle leeftijden en speelt van klaslokaal tot grote zaal. www.toneelmakerij.nl eDUCatief programma het
mUziektheater bevat voor het PO een workshop, een excursie, een voorstelling en een rondleiding. Het Muziektheater Amsterdam stelt zijn schatkamer graag open voor PO-leerlingen, zodat ook zij de magie ervan kunnen ervaren en zo kunnen beleven hoe het is om meegesleept te worden in een prachtig verhaal of een mooie danservaring. 1) Rusalka: een operaworkshop voor groep 6 t/m 8. Projectdatum: in overleg. Duur: 2 uur. kosten: € 5,per leerling. groepsgrootte: 20 tot 25 leerlingen. De leerlingen maken een eigen versie van deze opera van Dvořák. het verhaal lijkt op het sprookje van de kleine zeemeermin van hans Christian Andersen dat veel kinderen kennen van de film van Walt Disney. Alle aspecten van opera komen aan bod. Ze acteren, zingen, regisseren en houden zich bezig met decor en kostuums. De workshop is spannend en verrassend, maar elk kind kan meedoen op zijn eigen manier. De workshop wordt gegeven door een workshopdocent en een pianiste die de workshop ondersteunt met muziekfragmenten uit beroemde opera’s. 2) Op je tenen in Het Muziektheater: een balletexcursie voor groep 6 t/m 8. Projectdatum: in overleg. Duur: 2,5 uur. kosten: € 5,- per leerling. groepsgrootte: 20 tot 25 leerlingen. hoe ziet een dag van een danser eruit? Wat is een barre? hoeveel spitzen gebruikt een danseres per jaar? hoe worden decors zo snel gewisseld? Wat is de overeenkomst tussen een danser en een voetballer? Tjdens een rondleiding komen
6
de leerlingen in de zaal en zien ze de dansers repeteren in een balletstudio. Ze brengen ook een bezoek aan het achtertoneel met alle technische faciliteiten. na een korte pauze krijgen de leerlingen een basisballetworkshop. Deze is aangepast aan het niveau van groep 6 t/m 8 en voor zowel jongens als meisjes. In deze workshop wordt gewerkt aan spierkracht, flexibiliteit, coördinatie en sprongen. Ook wordt er een kleine combinatie van passen gemaakt op klassieke muziek. De workshop vindt plaats in een balletstudio van Het Nationale Ballet met spiegels en een barre. 3) Dansvoorstelling op school Notenkraker & Muizenkoning 20122013. Een dansvoorstelling op school door uw leerlingen? Dat kan! Projectdatum: in overleg. kosten: van € 925,-- voor maximaal 120 leerlingen tot € 1200,-- voor maximaal 160 leerlingen. Dansdocenten studeren met uw leerlingen verschillende choreografieën in. De dansen zijn gebaseerd op de voorstelling Notenkraker & Muizenkoning van Het Nationale Ballet, maar aangepast aan het niveau van de leerlingen. ’s Ochtends beginnen de repetities en worden de kostuums gemaakt. ’s Middags om 15 uur vindt de presentatie voor ouders en belangstellenden plaats in de aula of gymzaal. De dansdag wordt gerealiseerd in samenwerking met Projects Unlimited. 4) Theatrale kinderrondleiding gericht op leerlingen uit de groepen 3 t/m 5 of 6 t/m 8. Duur: circa 1,5 uur. kosten: € 60,- per groep van 15 leerlingen en een begeleider. Wij nemen u mee op een spannende ontdekkingsreis langs de schatkamers van het theater. De groep wordt rondgeleid door een zanger(es) of danser(es) die hier en daar zelf kleine stukjes zal uitvoeren. Onderweg wordt ook een aantal korte videofragmenten getoond van plaatsen achter de schermen waar publiek normaal niet mag komen. Zo zal het gebouw voor de kinderen gaan leven als een gebouw van de verbeelding. www.het-muziektheater.nl > ontDek > onderwijs > projecten primair onderwijs, het muziektheater amsterdam
5 CIrCUS rOUDA - FOTO: ESThEr DE BOEr
6 TOOnTJE lAgEr FOTO: AnnA VAn kOOIJ
Varia
telefilmS 2013 worden vanaf 16 maart op zaterdagen om 20.25 uur op nederland 2 uitgezonden. Telefilms zijn speelfilms voor televisie die inspelen op maatschappelijke thema’s. 1) 16 maart - 20 LEUGENS, 4 OUDERS EN EEN SCHARRELEI: Dylan lijkt een doodnormale, lastige puber. hij heeft twee moeders, die na een vervelend incident blij zijn dat de biologische vader Sjors weer eens van zich laat horen. En zo wordt Dylan tijdelijk geparkeerd bij Sjors, die besluit zíjn vriend Bert niet direct te vertellen hoe de vork in de steel zit. Een film over een pittige puber, onvolwassen ouders en hun onvermogen. 2) 23 maart - EXIT: Vijf uitgeprocedeerde vreemdelingen besluiten zich te verzetten op de nacht van hun uitzetting. Voor de autoriteiten staat er te veel op het spel en ze zetten alles op alles om de vijf alsnog het land uit te krijgen. Dit waargebeurde incident leidt tot een lange nacht vol strijd en intrige. Een nacht die alleen maar verliezers kan opleveren. 3) 30 maart - MATTERHORN: In deze tragikomedie ontfermt de eenzame en gelovige weduwnaar Fred zich over een wonderlijke zwerver. hij geeft hem eten, drinken en onderdak. Fred heeft zijn vrouw en zoontje verloren. Als hij hoort dat de zwerver een vrouw en huis heeft, besluiten ze haar op te zoeken. het is het begin van een reis die eindigt op de top van de Matterhorn. 4) 6 april - LIEVE CÉLINE: Deze film - gebaseerd op het gelijknamige boek van hanna Bervoets - vertelt het verhaal van de achttienjarige Brooke heinke. na het plotseling overlijden van haar moeder, vindt het laagbegaafde meisje steun bij Céline Dion. Als het leven van Brooke wederom een dramatische wending neemt, wil Brooke nog maar één ding, haar grote idool ontmoeten. 5) 20 april - DE NIEUWE WERELD: Mirte, schoonmaakster in het aanmeldcentrum voor asielzoekers, is een weerbarstige vrouw die haar verleden probeert weg te drukken. Ook haar zoontje houdt ze ongewild op afstand. Door de
7
7 STIll UIT 20 lEUgEnS, 4 OUDErS En EEn SChArrElEI
ontmoetingen met de charismatische vluchteling luc lijkt ze weer grip te krijgen op haar leven. Een film over verlies, vluchten en liefde uit een onverwachte hoek. 6) 27 april - NOOIT TE OUD: De licht dementerende Marius koolman wordt opgenomen in zorgcentrum Voorstaete. hij is eigenzinnig en laat zich er niet zomaar betuttelen door het hoofd Zorg die het liefst heeft dat alle bewoners zich gedeisd houden. Onder invloed van Marius komen de bewoners in opstand en nemen ze hun leven weer in eigen hand. De Telefilms zijn na uitzending nog twee weken online te bekijken. www.telefilm.nl giDS CUltUUreDUCatie en amateUrkUnSt loodst de lezer op overzichtelijke wijze door het web van informatie, publicaties en instanties die actief zijn in de sector media-, erfgoed- en kunsteducatie en geeft de lezer in sneltreinvaart een idee van relevante begrippen, de stand van zaken in de politieke discussie, de belangrijkste spelers en vigerende regelingen en beleid. De gids tijd’ is te downloaden op o.a. de website van kunstfactor. www.kunstconnectie.nl > gids Cultuureducatie en amateurkunst
8
informatie De vermelde activiteiten vormen een selectie uit de overzichten van de cultuur- en kunstsite CKplus. nl, samengesteld door de beheerders Wil en hans Weikamp. CKplus geeft actuele overzichten van educatieve activiteiten, exposities en naslag sites van de culturele en kunstinstellingen. Deze informatie vindt u op www.Ckplus.nl, e-mail
[email protected].
8
(advertorial)
Rabo Kunstzone ‘leven in de kunst’
‘Kunstenaars stellen ons de kritische vragen die passen bij deze tijd.’
Images With Their Own Shadow (Filmstill), 2008, David Maljkovic Te zien in: Habita(n)t
Sipko Schat, lid Raad van Bestuur en voorzitter Kunstcommissie Rabobank Nederland
Sinds juni 2011 deelt de Rabobank haar kunstcollectie met medewerkers en publiek in de Rabo Kunstzone. In deze vrij toegankelijke ruimte in het hoofdkantoor te Utrecht is iedereen welkom om kunst te ervaren. Twee keer per jaar is er een nieuwe tentoonstelling. Er wordt afgewisseld tussen een selectie van de kunstcollectie en een tentoonstelling die een kunstenaar op uitnodiging samenstelt. Sipko Schat, lid Raad van Bestuur en voorzitter Kunstcommissie Rabobank Nederland, legt uit waarom de bank kunst zo belangrijk vindt.
‘In deze tijd staat kunst regelmatig ter discussie. Vaak omdat kunst gezien wordt als elitair, onbegrijpelijk en ontoegankelijk. Daarom ben ik trots dat we sinds ruim een jaar kunst toegankelijk maken in onze Rabo Kunstzone’. ‘Het is een plek, direct naast ons restaurant, waar medewerkers, relaties en passanten elkaar kunnen ontmoeten en waar ze onderweg naar een afspraak inspiratie opdoen. Want die kracht heeft kunst. Het verbindt, ontspant, wakkert de verbeelding aan, stelt vaste waarheden ter discussie en opent nieuwe wegen.
Paradigm, 2008, Studio Hans Op de Beeck Te zien in: Habita(n)t
Dat merk ik in gesprekken met medewerkers, maar ook bij mijn kinderen als we een museum bezoeken. Kunst is een barometer van de tijd, en vormt zo een venster op de wereld om ons heen...’
Nu in de Rabo Kunstzone
Vanaf 20 maart in de Rabo Kunstzone
24 september 2012 - 1 maart 2013
El sueño de la razón
Bergeijk, 2005, Koos Breukel
Anamnesis, 2003, Fernando Sánchez Castillo Fotografie: Peter Cox, Eindhoven
Habita(n)t
Rabo Kunstzone
Open op alle werkdagen
Croeselaan 18
van 8.30 – 18.00 uur
3521 CB Utrecht
www.rabobank.nl/kunst
Fernando Sánchez Castillo
Rabo Kunstzone Leven in de kunst