maart 2008

Brief aan de leden T.a.v. het college

informatiecentrum tel.

uw kenmerk

(070) 373 8021 betreft

bijlage(n)

18 ons kenmerk

Wijziging salarisbedragen, ECCVA/U200800195 eindejaarsuitkering en levensloop Lbr. 08/31 CvA/LOGA 08/08

datum

17 maart 2008

Samenvatting

Met deze brief informeren wij u over de wijzigingen van de gemeentelijke salarisbedragen en de verhoging van de eindejaarsuitkering. Tevens informeren wij u over de gevolgen van het voorschot dat in december 2007 is uitbetaald en de wijziging van het uitbetalingsmoment van de levensloopbijdrage. Bovengenoemde wijzigingen vloeien voort uit de CAO sector Gemeenten 2007-2009.

Postbus 30435 2500GK Den Haag Koningin Marialaan 15-17 2595 GA Den Haag Tel 070 373 8530 Fax 070 3617989 www.vng.nl E-mail: [email protected]

Aan de leden

informatiecentrum tel.

uw kenmerk

(070) 373 8021

bijlage(n)

18

betreft

ons kenmerk

datum

Wijziging salarisbedragen, eindejaarsuitkering en levensloop

ECCVA/U200800195 Lbr. 08/31 CvA/LOGA 08/08

17 maart 2008

Geacht College, 1 Inleiding Met deze brief informeren wij u over de wijzigingen van de gemeentelijke salarisbedragen per 1 juni 2007 en 1 juni 2008. Deze wijzigingen zijn het gevolg van de CAO sector Gemeenten 20072009. Daarin is een generieke salarismutatie overeengekomen van 2,2% per 1 juni 2007 en 2,2% per 1 juni 2008 en een verhoging van de eindejaarsuitkering (zie paragraaf 2 en 3). Tevens informeren wij u met deze brief over de gevolgen van het voorschot dat in december 2007 is uitbetaald (zie paragraaf 4), de wijziging van het uitbetalingsmoment van de levensloopbijdrage (zie paragraaf 5), de datum van inwerkingtreding (zie paragraaf 6) en de rechtskracht van de wijzigingen van de CAR-UWO (zie paragraaf 7). 2 Salarissen De looptijd van de CAO sector Gemeenten 2007-2009 is van 1 juni 2007 tot 1 juni 2009. De salarismutatie werkt door naar de reeds ingegane uitkeringen op grond van hoofdstuk 7, 9, 9a, 9b, 9c, 10, 10a, 11 en 11a van de CAR. De salarismutatie voor de sector gemeenten leidt ertoe dat de in bijlage 3 tot en met 10 opgenomen salaris- en vergoedingstabellen per 1 juni 2007 met terugwerkende kracht voor het gemeentepersoneel gelden. Uitgangspunt voor de gemeentelijke salarisbedragen per 1 juni 2007 zijn de bedragen die gelden vanaf 1 februari 2007 (zie LOGA-brief van 1 februari 2006,

MARZ/CvA/200600151). De salarismutatie voor de sector gemeenten leidt er vervolgens toe dat de in bijlage 11 tot en met 18 opgenomen salaris- en vergoedingstabellen per 1 juni 2008 voor het gemeentepersoneel gelden. Gemeenten zijn gebonden aan de in de tabellen opgenomen bedragen. 2.1 Verhoging eindejaarsuitkering 2007 In de CAO sector Gemeenten 2007-2009 is een structurele verhoging van de eindejaarsuitkering overeengekomen. In 2007 wordt de eindejaarsuitkering structureel verhoogd met 0,5 procentpunt. Dit resulteert in een eindejaarsuitkering van 3,5%. De bodem van de eindejaarsuitkering wordt niet verhoogd en blijft € 836. 2.2 Verhoging eindejaarsuitkering 2008 In 2008 wordt de eindejaarsuitkering structureel verhoogd met 1,5 procentpunt. Dit resulteert in een eindejaarsuitkering van 5%. De bodem van de eindejaarsuitkering wordt niet verhoogd en blijft € 836. 2.3 Minimum vakantie-uitkering In verband met de salarismutatie voor gemeentepersoneel wordt het minimumbedrag van de vakantie-uitkering per 1 juni 2007 verhoogd met 2,2% tot € 142,78 per maand. Per 1 juni 2008 wordt het minimumbedrag van de vakantie-uitkering wederom verhoogd met 2,2% tot € 145,92 per maand. 2.4 Kunstzinnige vorming Voor gemeenten die bijlage IV van de CAR van toepassing hebben verklaard, worden de bedragen van de salaristabel van de uitvoeringsregeling salariëring kunstzinnige vorming (bijlage IVa1 van de Uitwerkingsovereenkomst (UWO) ook verhoogd met 2,2% per 1 juni 2007 en 2,2% per 1 juni 2008. In bijlage 6 en 14 vindt u de tabel voor de uitvoeringsregeling salariëring kunstzinnige vorming per 1 juni 2007 respectievelijk 1 juni 2008. 2.5 Vrijwillige brandweer De vergoedingen van de vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer worden eveneens per 1 juni 2007 en 1 juni 2008 aangepast (respectievelijk bijlage 7/8 en 15/16). De salaristabellen in bijlage 7 en 15 vormen een onderdeel van de vergoedingsregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer (bijlage VI van de UWO). In bijlagen 8 en 16 zijn de tabellen opgenomen die uitsluitend gelden voor de zeer beperkte categorie vrijwilligers bij de brandweer voor wie de vergoedingen tot het inkomen in de zin van het Pensioenreglement worden gerekend. Het gaat hierbij om personen die vóór 1 januari 1980 een aanstelling hadden als vrijwilliger bij de gemeentelijke brandweer. Onder bepaalde voorwaarden vielen zij onder de werking van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet (ABP-wet). Op 1 januari 1980 is de regeling op dit punt gewijzigd en zijn vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer

Betreft

Wijziging salarisbedragen, eindejaarsuitkering en levensloop Datum 17 maart 2008

02/07

uitgesloten van het ambtenaarschap in de zin van de ABP. Bij de wijziging in 1980 is een overgangsmaatregel getroffen. Deze hield in dat vrijwilligers die op 31 december 1979 al ambtenaar waren, het ambtenaarschap behielden zolang zij in dezelfde dienstverhouding werkzaam bleven. Op grond van deze overgangsbepaling zijn er nu nog vrijwilligers bij de brandweer die overheidswerknemer zijn en pensioen opbouwen bij het ABP. Degenen die na 1 januari 1980 zijn aangesteld, zijn per definitie geen ABP-deelnemer. Voor hen zijn de bijlagen 8 en 16 niet van belang, maar gelden bijlagen 7 en 15. 2.6 Ambulancepersoneel De toelage onregelmatige dienst en de vergoedingen voor bereikbaarheidsdiensten voor ambulancepersoneel worden eveneens per 1 juni 2007 en 1 juni 2008 aangepast. De tabel voor de toelage onregelmatige dienst in bijlagen 9 en 17 en de vergoedingentabel voor bereikbaarheidsdiensten in bijlage 10 en 18 vormen een onderdeel van de rechtspositie voor ambulancepersoneel (respectievelijk bijlage VIIa en bijlage VIIb van de CAR-UWO). 2.7 Bijzondere personeelscategorieën De CAO sector Gemeenten 2007-2009 heeft geen directe invloed op de uitkeringen van personen die een VUT- of FPU-uitkering genieten. De VUT- en FPU-regeling kennen namelijk een indexatiesystematiek die erop neerkomt dat de uitkeringen elk jaar op 1 januari geïndexeerd worden overeenkomstig de gemiddelde salarismutatie bij de overheid. Ook invaliditeits- en ouderdomspensioenen volgen deze systematiek. De salarisontwikkelingen van politieke ambtsdragers in de gemeenten volgen de afspraken die worden gemaakt voor de medewerkers in de sector Rijk. Voor de burgemeesters en de wethouders is dat laatstelijk de circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 juni 2007, kenmerk 2007-0000181639. De jaarlijkse circulaire ‘Ambtstoelage burgemeesters, (onkosten)vergoedingen wethouders, raadsleden en commissieleden’ van 6 november 2007, kenmerk 2007-0000397075, bevat de door de minister vastgestelde daarin genoemde vergoedingen. 3 Berekeningssystematiek salarisbedragen Om te komen tot nieuwe bedragen in de salaristabellen worden de geldende salarisbedragen verhoogd met het door het LOGA afgesproken percentage. Er wordt hierbij uitgegaan van de onafgeronde bedragen en niet van de afgeronde bedragen uit de salaristabellen. 4 Voorschot Om gemeenteambtenaren enigszins tegemoet te komen voor het uitblijven van een CAO is in december 2007 een voorschot gegeven. Dit voorschot was gelijk aan de salarisstijging van 1 juni 2007 tot en met 31 december 2007 en de verhoging van de eindejaarsuitkering met

Betreft


03/07

0,5 procentpunt. Het voorschot werkte door in de salarisafhankelijke toelagen en vergoedingen.1 Zie voor meer informatie over het voorschot onze ledenbrief van 13 november 2007, CVA/U200701820, lbr. 07/123). Door de uitbetaling van het voorschot en de doorwerking naar de salarisafhankelijke toelagen en vergoedingen hoeft de gemeentelijke werkgever over 2007 geen nabetalingen meer te verrichten aan gemeenteambtenaren in actieve dienst.2 Er dient wel een nabetaling plaats te vinden aan gemeenteambtenaren met een reeds ingegane uitkering op grond van hoofdstuk 7, 9, 9a, 9b, 9c, 10, 10a, 11 en 11a van de CAR. Deze ambtenaren hebben immers in december 2007 geen voorschot ontvangen. 5 Uitbetaling levensloopbijdrage De levensloopbijdrage van artikel 6a:7 CAR wordt voortaan uitbetaald in december in plaats van in juli. Hierdoor valt de uitbetaling van de levensloopbijdrage gelijk met de uitbetaling van de eindejaarsuitkering. De wijziging van het uitbetalingsmoment van de levensloopbijdrage betekent dat de gemeenteambtenaar in juli 2008 geen levensloopbijdrage ontvangt. Deze levensloopbijdrage wordt in december 2008 uitgekeerd. De hoogte van de levensloopbijdrage in december 2008 bedraagt 1,5%3 * het salaris over de maanden augustus 2007 tot en met december 2008. De levensloopbijdrage wordt gebaseerd op het salaris over die maanden, inclusief onderhavige salarismutaties. De bijdrage over de maanden augustus 2007 tot en met december 2008 bedraagt bij een volledige betrekking minimaal € 567 (€ 400 : 12 maanden*17 maanden). Bij een deeltijdbetrekking wordt dit bedrag naar rato vastgesteld. Vanaf 2009 geldt weer het minimumbedrag van € 400. Aan ambtenaren die na 1 augustus 2007 in dienst zijn getreden wordt een levensloopbijdrage betaald over dat gedeelte van de periode van augustus 2007 tot en met december 2008 dat zij in dienstverband werkzaam zijn geweest. 6 Inwerkingtreding De gewijzigde CAR-artikelen met betrekking tot: a. de salarismutatie per 1 juni 2007; b. de verhoging van de eindejaarsuitkering met 0,5 procentpunt; en

1 2

Zoals bijvoorbeeld de levensloopbijdrage en een onregelmatigheidstoeslag. Met uitzondering van een nabetaling door de verhoging van de tegemoetkoming ziektekosten over 2007 (zie hiervoor

onze ledenbrief met kenmerk U200800181). 3

Met uitzondering van de ambtenaar die in 2005 55 jaar is geworden en die in deeltijd met FPU is gegaan.

Betreft


04/07

c. de vaststelling van de minimumvakantietoelage, treden in werking met ingang van 1 juni 2007 (zie bijlage 1). De gewijzigde CAR-artikelen met betrekking tot: d. de salarismutatie per 1 juni 2008; e. de verhoging van de eindejaarsuitkering met 1,5 procentpunt; f. de vaststelling van de minimumvakantietoelage; en g. de wijziging van het uitbetalingsmoment van de levensloopbijdrage, treden in werking met ingang van 1 juni 2008 (zie bijlage 2). 7 Rechtskracht van een wijzigingen van de CAR-UWO Wijzigingen in de CAR, respectievelijk de CAR-UWO die in het LOGA worden overeengekomen en u via een ledenbrief worden toegezonden, krijgen binnen de gemeente pas rechtskracht wanneer ze door het college zijn vastgesteld. Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur is krachtens artikel 160 van de Gemeentewet het college bevoegd de arbeidsvoorwaardenregelingen voor het gemeentepersoneel vast te stellen. Op grond van de statuten van de VNG en het reglement van het CvA zijn de gemeenten gebonden aan de in het LOGA overeenkomen CAR-bepalingen en de wijzigingen daarin. Voor gemeenten die bij de UWO zijn aangesloten, geldt dat eveneens voor de zogenoemde UWOartikelen. De CAR en de UWO hebben echter niet de status van een CAO omdat het LOGA geen verordenende bevoegdheid heeft in gemeenten. Deze wijzigingen werken dan ook niet rechtstreeks door in de gemeenten. Lokale vaststelling van (wijzigingen in) de CAR-UWO is dan ook noodzakelijk. Hoogachtend, Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden

drs. mr. C.M. Sjerps, Secretaris

Deze ledenbrief staat ook op www.vng.nl onder brieven.

Betreft


05/07

Bijlage 1 Bij VNG-brief CvA/U200800195

CAR-tekst met toelichting per 1 juni 2007 A.

In artikel 3:6, eerste lid, wordt het percentage “3%” vervangen door: 3,5%.

B.

Aan de toelichting op artikel 6:3 wordt een nieuw derde lid toegevoegd: Lid 3 De minimum vakantietoelage bedraagt € 142,78 per maand.

C.

Bijlage 1, Salarisverhoging, wordt als volgt aangevuld: Met ingang van 1 juni 2007 worden de schaalbedragen verhoogd met 2,2%.

Betreft


06/07

Bijlage 2 Bij VNG-brief CvA/U200800195

CAR-tekst met toelichting per 1 juni 2008 A.

In artikel 3:6, eerste lid, wordt het percentage ”3,5%” vervangen door: 5%.

B.

De toelichting op artikel 6:3, lid 3, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden: De minimum vakantietoelage bedraagt € 145,92 per maand.

C.

In artikel 6a:7, vierde lid, wordt het woord “juli” vervangen door: december.

D.

Na artikel 6a:7 wordt, inclusief koptekst, een nieuw artikel 6a:7a toegevoegd: Uitbetaling levensloopbijdrage 2008 Artikel 6a:7a De levensloopbijdrage, bedoeld in artikel 6a:7, wordt voor het kalenderjaar 2008 als gevolg van de wijziging van het uitbetalingsmoment van juli naar december berekend over de maanden augustus 2007 tot en met december 2008. De bijdrage bedraagt bij een volledige betrekking minimaal € 567. Bij een deeltijdbetrekking wordt dit bedrag naar rato vastgesteld.

E.

Bijlage 1, Salarisverhoging, wordt als volgt aangevuld: Met ingang van 1 juni 2008 worden de schaalbedragen verhoogd met 2,2%.

Betreft


07/07

maart 2008

Recommend Documents