2015.04.04 Pasen
De toelichting werd gehouden door G. Thys.
PASEN‘
Waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen.’
Dat is een uitspraak van de filosoof Ludwig Wittgenstein.
Maar gelukkig voor ons konden de vrouwen en de apostelen er niet over zwijgen, ook al hadden ze er geen woorden voor.
We worden er op ’t eerste zicht dan ook niet veel wijzer van, van die verrijzenisverhalen.
De vier versies komen niet overeen met mekaar.
Bij alle vier de evangelisten zijn het de vrouwen die als eerste bij het graf komen, maar het is niet duidelijk wie dat precies waren. (Bij Johannes is dat enkel Maria-Magdalena, bij Mattheus gaat het om Maria-Magdalena en de andere Maria, bij Marcus is er ook sprake van een zekere Salomé, en bij Lucas zijn het de vrouwen tout-court.) ( of : Dat is in elk verhaal anders.)
En de steen : bij Mattheus daalt er een engel uit de hemel neer die de steen wegrolt. Bij de andere drie evangelisten is de steen al weggerold als de vrouwen aankomen.
1/7
2015.04.04 Pasen
Ook de verschijningen zijn bij alle vier verschillend. (Bij Mattheuus en Marcus gaat het om één engel, bij Lucas zijn het er twee. Bij Johannes verschijnt Jezus zelf aan Maria-Magdalena – die dacht dat het de tuinman was – en bij Mattheus verschijnen zowel een engel als Jezus.)
We hebben hier dus te maken met vier variaties op één thema.
Maar wat is er nu echt gebeurd ?
Die vraag houdt mensen nog steeds bezig, tot op de dag van vandaag.
En achter deze vraag zit nog een tweede vraag : is er eigenlijk wel iets gebeurd ?
Misschien moeten we eerst een andere vraag stellen : wat is ‘echt’ ?
Is ‘echt’ datgene wat waarneembaar is, wat kan gezien en gehoord worden ? Dan is er in ‘t echt misschien wel niets gebeurd.
Of is ‘echt’ datgene wat zo diep inwerkt in een mens dat hij er ten gronde door verandert ?
Dan is er in ’t echt wel degelijk iets gebeurd want de vrouwen en de apostelen zijn er andere, nieuwe mensen door geworden.
Blijft de vraag : wàt is daar aan hen gebeurd ?
2/7
2015.04.04 Pasen
De verschillende verrijzenisverhalen vertonen ook een aantal overeenkomsten. Het loont de moeite om ook die eens beter te bekijken.
Het zijn er vijf: de verschijningen, de belangrijke rol van de vrouwen, de steen, het lege graf, en Galilea.
Om te beginnen : de verschijningen.
In elk van de vier verhalen is er sprake van een verschijning, ofwel van een engel, ofwel van Jezus, ofwel van allebei.
Een engel zien, dat heeft in de bijbel altijd met God te maken. Dat is zoiets als God voelen bewegen in jezelf, zoals een zwangere vrouw haar kind voelt bewegen.
Een engel zien, dat doen we niet met onze ogen maar met ons hart. En wat die engel zegt, vernemen we niet met onze oren, dat vernemen we in een geraakt zijn in ons hele bestaan.
Een engel zien, dat is een nieuw begin in het innerlijk van een mens, dat is het begin van nieuw leven. Terwijl ze daar staan bij dat lege graf, gebroken, kapot van verdriet, roert er zich iets in hen, begint er iets nieuws te leven, heel voorzichtig, heel klein, maar onstuitbaar. Ze worden zwanger van een nieuwe hoop, dat niet de dood het einde is.
Voor de vrouwen en de apostelen begint hier een nieuw leven.
Ten tweede : de belangrijke rol van de vrouwen.
3/7
2015.04.04 Pasen
Bij alle vier de evangelisten zijn de vrouwen de eersten aan wie dit gebeurt.
De nadrukkelijke aanwezigheid van de vrouwen in deze verhalen en hun nagenoeg volledige afwezigheid elders in de evangelieën, dat zegt iets over de grote rol die zij hebben gehad in het tot stand komen van het verrijzenisgeloof. Het verrijzenisgeloof is begonnen bij de vrouwen, misschien zelfs bij Maria-Magdalena.
En dan die steen !
Zo’n graf in die tijd werd afgesloten met een grote sluitsteen, die rol je niet zomaar even opzij, en zeker niet als vrouw. Ze vragen zich dan ook terecht af hoe ze dat gaan aanpakken.
Maar in alle vier de verhalen heeft dat probleem zich vanzelf opgelost: hij is al weggerold, of een engel komt dat even doen voor hen. Wat een onoverkomelijk obstakel leek, zwaar, niet om aan te beginnen, blijkt aan andere, nieuwe wetten te gehoorzamen.
Het vierde element dat in elke versie voorkomt is het lege graf.
Ze staan daar, met hun welriekende kruiden, en komen tot het inzicht dat ze daar niets kunnen komen doen, dat diegene die ze liefhadden daar niet te vinden is, niet bij de doden.
Het graf is leeg, het heeft hen niets te bieden. In plaats van een dood lichaam verschijnen er engelen, wezens waarop de dood geen vat heeft. In plaats van de stilte is er hun levende boodschap : ‘Zoek hem bij de doden niet.’
Waar ze hem dan wél moeten zoeken, ook daarover is er eensgezindheid in de verschillende versies :
4/7
2015.04.04 Pasen
In Galilea .
In drie van de vier paasverhalen is er sprake van Galilea. Bij Mattheüs en Marcus worden de vrouwen aangemaand naar Galilea te gaan met de belofte dat ze hem daar zullen zien. Bij Lucas worden ze herinnerd aan zijn optreden in Galilea en aan de woorden die hij er gesproken heeft.
Galilea, dat is de streek waar Jezus een groot deel van zijn openbaar leven heeft doorgebracht.
Dààr heeft hij geleefd. Dààr moeten ze naartoe.
Ga naar Galilea, zegt de engel. Daar zult ge hem zien
Ze moeten weggaan van het geopende en lege graf, en teruggaan naar zijn leven, naar wat hij gezegd heeft en gedaan. Dààr zullen ze Jezus zien, dààr is hij te vinden.
Om Jezus te zien moet ge u onderdompelen in zijn leven, in wat hij gezegd heeft en gedaan.
Als ge u daarin begeeft zult ge hem zien.
Aan een beroemde Joodse rabbi werd eens de vraag gesteld : ‘Wanneer is een verhaal een goed verhaal ?’ En de rabbi antwoordde : ‘Een verhaal is een goed verhaal als het over mij gaat’.
5/7
2015.04.04 Pasen
Dat is ook zo voor het verrijzenisverhaal! Ook dat komt pas echt tot leven als we er onszelf in herkennen.
Wat leert dit verhaal ons als we het op ons eigen leven leggen ?
Ik doe een poging, aan de hand van dezelfde vijf punten van overeenkomst tussen de verschillende verhalen. En ik nodig iedereen uit om het voor zichzelf verder in te vullen.
De vrouwen : zij blijken bevoorrechte getuigen te zijn, en ik hoor daarin een pleidooi voor ontvankelijkheid, ontvankelijkheid voor wat zich nieuw aandient in je leven.
De steen : de obstakels die ons weghouden van nieuwe perspectieven kunnen vanalles zijn, en hebben vaak te maken met angst, angst voor het onbekende, voor de onzekerheid, voor verandering. We stapelen steen op steen, en sluiten zo de opening af naar nieuwe toekomst.
Het lege graf : als de steen is weggerold - op één of andere manier – blijkt het graf leeg. We dachten ‘dood’ te vinden, maar vinden ‘leegte’: leegte die is als ‘stilte’, die ruimte geeft aan het nieuwe dat zich aandient.
De verschijningen : In die leegte verschijnen wegwijzers, boodschappers, die allerlei gedaanten kunnen aannemen : een vriend, of een kind, een toevallige voorbijganger of een onverwachte gast, een boom of een regenbui, een foto of een lied…
Ze wijzen allemaal naar Galilea : naar de plaats waar het leven zich afspeelt. Dat is niet in je plannen, niet in je dromen, niet in je verleden, maar hier, nu, in je leven van elke dag. Enkel daar kan iets nieuws ontstaan.
6/7
2015.04.04 Pasen
Dan is het Pasen !!
7/7