UITGAVE VAN HEAD, VAN EN VOOR ZORGFINANCIALS | NUMMER 130, DECEMBER 2012 | WWW.HEADONLINE.NL
Interview met Ron Graumans op de VVT-sectordag:
“Maak mensen medeplichtig” Arnold Moerkamp:
Welke richting kiest u?
De belastingeffecten van
‘Gerechtvaardigd vertrouwen’ als nieuw adagium kostenbeheersing
Toekomst van het verzogingshuis
Scheiden wonen en zorg
Verkiezing:
Zorgonderneming van het jaar 2013
Meld u nu aan! Tot 1 februari aanstaande kunt u innovatieve zorgprojecten of ondernemingen aanmelden. De onderneming waar u werkt, maar ook projecten van anderen waarvan u vindt dat ze de titel zorgonderneming van het jaar 2013 verdienen. Aanmelden kan heel eenvoudig op
www.zorgondernemingvanhetjaar.net Zorgmarkt is een initiatief van
Column
Meerwaarde stijgt met de dag
E Gerard Born, voorzitter vereniging HEAD, directeur Financiën en Informatievoorziening Sherpa
en mijlpaal: onlangs mochten we het 900ste lid begroeten. Dat ligt wel heel dicht bij het oude record in het jaar 2000 toen we net na de fusie van de vereniging HEAD en de VEA 937 leden hadden. We zien nu voor het derde jaar op rij het aantal leden stijgen. De ambitie ligt op duizend leden. Die omvang komt binnen handbereik. Meer leden is mooi. Een aantoonbare meerwaarde van het lidmaatschap is nog mooier. Gezien de recente en nog komende activiteiten staat die meerwaarde buiten kijf. En wie daar nog aan twijfelt, moet vooral in deze column verder lezen. In lijn met de strategienota richt het bestuur zich op dit moment onder meer op de HEAD Academy. Onze Academy is ieders aandacht meer dan waard. Met name voor de collega’s die willen weten hoe de gezondheidszorg financieel in elkaar steekt, zijn de e-learning modules ideaal. De modules zijn door onze eigen leden geschreven, dus effectiever kun je zo’n e-learning module niet krijgen. We staan nog maar aan het begin van deze nieuwe kennis-tool. De vereniging is druk doende de HEAD Academy met nieuwe partners uit te breiden. Uiteenlopende partijen hebben belangstelling getoond. Grote kans dus dat de Academy in 2013 wordt verrijkt met nieuwe onderwijsmogelijkheden. Voor wie het nog niet wist: HEAD profileert zich ook als een trendwatcher en sector-expert. De vereniging signaleert technische complicaties in het financiële macrosysteem en maakt deze bespreekbaar. Wij hebben hierover intensief contact met de brancheorganisaties en stellen steeds meer zaken pro-actief aan de orde. Die rol van trendwatcher en expert wordt binnen en buiten de vereniging zeer gewaardeerd, temeer nu er grote veranderingen aanstaande zijn. Het nieuwe regeerakkoord kondigt ingrijpende wijzigingen aan. De ggz gaat helemaal naar de zorgverzekeraars, de VVT en GZ blijven weliswaar in de romp-AWBZ, maar gaan voor een groot deel naar de Wmo en ziektekostenverzekering. Dus niet één contracteersysteem maar drie! Er gaat meer spelen. In de ziekenhuizen wordt de specialist straks geheel via het ziekenhuis betaald en mag hij ook aandeelhouder worden van het ziekenhuis. Kortom, de relatie tussen de sectorbesturen en de branche-organisaties zal er alleen maar sterker door worden. Over meerwaarde gesproken… Ik voorzie dat de score van duizend HEAD-leden niet lang op zich zal laten wachten.
december 2012
3
Inhoud
6
Verras je klanten
16
19
Toekomst van het verzorgingshuis
4
december 2012
Knappe koppen
DECEMBER 2012
‘Gerechtvaardigd vertrouwen’ als nieuw adagium kostenbeheersing
11
03
Meerwaarde stijgt met de dag Gerard Born
06
Verras je klanten Ron Graumans
11
‘Gerechtvaardigd vertrouwen’ als nieuw adagium kostenbeheersing Arnold Moerkamp
16
Toekomst van het verzorgingshuis Welke richting kiest u?
19
Hoofdpunt Knappe koppen
20
Fiscaal Nieuws Scheiden wonen en zorg: … en hoe zit het met de belastingeffecten?
24
Nieuws van het Waarborgfonds Besmet product
27
Duopinie Eigen bijdrage remt zorgconsumptie af
28
Ad Verbum De 9+ organisatie
30
Colofon
20
Scheiden wonen en zorg: ... en hoe zit het met de belastingeffecten
december 2012
5
Foto’s: Fototeam KenM
Marketing
Ron Graumans
Ron Graumans
‘VERRAS JE KLANTEN’ “Wat moeten controllers nou met mijn verhaal?” Ron Graumans vroeg zich dat af toen hij werd uitgenodigd om voor financials zijn visie op marketing uiteen te zetten. Na afloop van de landelijke sectordag VVT op 15 november wist hij dat financials niet alleen cijferaars zijn, maar ook professionals die steeds vaker meedenken over de strategie van de zorgorganisatie. 6
december 2012
Van sokken naar taximeters Ron Graumans, ooit als 12-jarig jochie begonnen als sokkenverkoper op de weekmarkt van Breda-Noord, wist tot voor kort weinig van de zorg. Is dat een beletsel? Niet echt, eerder een voordeel. Want hij ontdekte dat de factoren die het succes van een verpleeghuis bepalen in de kern niet afwijken van de manier waarop een bedrijf in telecomproducten en -diensten successen boekt. Maar daarover straks meer. Eerst in hoofdlijnen wat Ron Graumans zo’n bijzonder man maakt. Na zijn sokkenperiode, startte hij in Raamsdonksveer de onderneming Finntax, specialist in taximeters. Achteraf niet echt een handige zet, geeft hij toe. “We wilden die meters aan taxichaffeurs verkopen. Maar welke chauffeur wil nu dat z’n eigen inkomsten controleerbaar zijn”. Graumans stapte - nog steeds onder de naam Finntax over naar de wereld van de telecommunicatie: telefooncentrales, fax-apparaten, autotelefoons en de allereerste handheld mobieltjes. “Maar niemand kende Finntax. In 1996 hadden we twee ton verlies”.
De voetbal-GSM
R
on Graumans was één van de vier sprekers die over marketing en dus ook over ondernemen spraken. ‘Ondernemen is gewoon doen wat je concurrent niet durft’, stond er in de uitnodiging voor deze dag. Daarmee was de organisatie van dit HEAD-evenement bij marketeer Ron Graumans precies aan het juiste adres. Marcel Melenhorst ging na afloop van Rons spraakmakende betoog nader met hem in op de vraag hoe de zorg bij klanten beter kan presteren. Marcel is lid van het algemeen bestuur van de Vereniging HEAD en secretaris van de Sector VVT
Daarna deed deze Brabander een paar zetten die Finntax wel degelijk op de kaart zette. “Ik introduceerde de eerste voetbal-GSM. Elke NAC-speler moest bereikbaar zijn en kreeg z’n eigen NAC-mobieltje”. Finntax liet met dit idee in z’n achterhoofd aan NAC weten de club te willen sponsoren. En Graumans vroeg Ericsson weer om hém te sponsoren. Het werd een ongekend media-succes. Reclameborden van Finntax langs het veld tussen die van Oranjeboom en van Peter Stuyvesant deden de rest: Finntax stond op de kaart en iedereen sprak er over. Stap twee was dat hij een onderscheidend bedrijfspand liet neerzetten. “Dat mensen denken, dit is een mooi bedrijf, hier moet het dus wel goed zijn. Het is allemaal beeldvorming en beleving mensen. Houd daar altijd rekening mee. En denk eraan, als je voor jezelf geen podium creëert, word je niet gezien”.
december 2012
13Toelichting_ART
7
Marketing
Laat de werkvloer vertellen hoe het beter kan
Verwen en verras je klanten Mooi verhaal, maar heeft de zorg er ook wat aan? Zijn aftrap is niet erg des zorgs: “Ondernemen is net zo simpel als een goed huwelijk. Ook klanten hebben liefde nodig”. Die eerste zinnen klinken als gratuite oneliners uit een Succes-agenda. Maar Ron Graumans houdt dit principe vast en graaft dieper. De financials toesprekend, stelt hij: “Denk eens wat vaker bij jezelf: wat zou ik doen als ik ondernemer was bij deze toko?” Hij is zich zeer bewust dat een zichzelf respecterende zorgorganisatie zich geen ‘toko’ noemt. “Maar dat is ‘t ‘m juist. Er werken dan wel goed opgeleide dokters en verpleegkundigen en verzorgenden, maar ook hier geldt - net als in een winkel - als je je klanten niet genoeg aandacht geeft en niet verwent en verrast, dan gaan ze vroeg of laat naar een ander toe”. Spijker op de kop. Graumans prikt graag ballonnen door. “De zorg heeft het dan wel over marktwerking, maar zijn we wel in staat om op die markt onze weg te vinden? Zijn we niet nog teveel ingekapseld in regels en protocollen die vooral vertellen wat we níet moeten doen. Hallo, er staan klanten voor de deur!”
Het principe van andersom denken “In de zorg is de laatste vijf jaar veel veranderd. Klanten zijn veeleisender geworden en zijn minder loyaal. Als jouw zorgorganisatie niet bevalt, gaan ze naar een ander. Weet u wat het is, de zorg heeft nooit zelf de centjes hoeven te verdienen. Ik zie een zekere parallel met bijvoorbeeld de waterleidingbedrijven. Als de kosten binnen die bedrijven omhoog gaan, gaan ook meteen de tarieven voor de klanten omhoog. Dat je ook je organisa-
tie zou kunnen aanpassen, komt niet eens bij ze op”. “Het zou veel meer – ook in de zorg - een kwestie van andersom denken moeten zijn. Niet denken: dat kunnen we niet of dat past niet in onze procedures. Maar wel: wat wíl deze klant en hoe kan ik daar op inspelen?”
Etaleren doet verkopen “Etaleren doet verkopen. Dat is zo als je in de sokkenhandel zit, maar dat is ook zo als je een zorginstelling aantrekkelijk wil maken. Het is het visualiseren van kwaliteit”. Over visualiseren gesproken, Ron Graumans brak 15 november een lans voor het effectief inzetten van website en social media. “Niet om je zelf als organisatie zo interessant mogelijk te presenteren. Geen dure woorden, maar laat op je website nu eens zien wat je écht voor cliënten kunt betekenen. En visualiseer dit met een filmpje. Maar pas op voor de bekende valkuil: hou je site bij zodat er geen verouderde info op blijft staan, zoals in de praktijk maar al te vaak gebeurt”.
Tegenwind doet een vlieger opstijgen De tips en marketingprincipes van Ron Graumans snijden hout. Maar kun je er ook wat mee in deze tijd van economische crisis? Ron Graumans vindt van wel: “Tegenwind doet een vlieger opstijgen. Juist nu heb je een megakans om onderscheidend te zijn”. Sprekend tot de zaal: “Als u vandaag de dag ondernemer bent, wat zou u dan morgen anders doen?” Dat persoonlijke appèl was geen trucje om het publiek scherp te houden, maar een illustratie van zijn vaste overtuiging dat juist bij de uitvoerders in de zorg ondernemingszin is te vinden. Ook in deze tijd van crisis. Alleen moet je dat talent vaak wel aanboren.
‘Gewoon alle contracten opzeggen’
RON GRAUMANS... is een rasechte ondernemer met een neus voor marketing. Op zijn 12e begon Ron als marktkoopman en is inmiddels directeur van zijn tweede bedrijf. Na al vanaf zijn prille jeugd waardevolle “straatervaring” op te hebben gedaan als verkoper van kousen en sokken en verkoper van encyclopedieën maakte hij in 1987 kennis met de B&B markt. Zijn lijfspreuk: “ondernemen is…verrassen en onderscheiden!”
8
december 2012
Graumans: “De werkvloer weet heel goed wat er in de organisatie anders of beter kan. Laat hun vertellen hoe het beter kan. Waarom stellen we geen jaarlijkse prijs in voor de beste verzorgende van Nederland? Ze zijn het meer dan waard. De werkvloer – en ook financials zijn op hun terrein een soort werkvloer – moet veel meer gestimuleerd worden om mee te denken over verbeteringen. En er ís veel te verbeteren. Ik heb bijvoorbeeld op het gebied van zorginkoop hier en daar mijn licht eens opgestoken. Twee voorbeelden: vijf luierleveranciers op één locatie en in een andere zorgorganisatie 50.000 inkoopfacturen per jaar. Dat moet slimmer kunnen”. Ron Graumans is van de radicale oplossingen. In dit verband heeft hij voor zorginkopers nog een tip om veel geld te besparen:
“Gewoon alles in één keer opzeggen. Juist nu, tijdens de crisis. Heb ik zelf ook een keer gedaan. Je zult zien, op dag 2 gaan alle leveranciers je bellen. Resultaat: 20 procent voordeel op je inkoop”.
Regels leiden de aandacht af Marcel Melenhorst had toch nog wat twijfels: “Weet je zeker dat al de principes die je nu uiteenzet ook toepasbaar zijn op de verpleeg- en verzorgsector?” Ron Graumans: “Kijk naar Ruud Klarenbeek van de JP van den Bentstichting. Zijn organisatie levert diensten aan mensen met een beperking. Ruud Klarenbeek houdt niet van regels en controlesystemen. Liever heeft hij dat mensen het signaleren als er ergens iets niet lekker loopt of beter kan. Regels en controles leiden de aandacht alleen maar af van waar het echt om gaat: klanttevredenheid. Zijn organisatie loopt top. Het kan dus, als je het maar wilt”.
Maak mensen medeplichtig Hij heeft nog een voorbeeld van een zorgorganisatie waarvan hij liever de naam niet noemt. “Ik werd gevraagd om daar de ICT-afdeling slimmer en klantgerichter op poten te gaan zetten. Dat is dus een heel complexe klus als je daar een consultant of een bureau op zet. Ik heb het
anders gedaan. Ik ben niet met managers of de directie gaan praten, maar met de ICT-uitvoerders zelf. Die wisten allang hoe het beter georganiseerd moest worden, maar het was ze niet eerder gevraagd. Met een paar dagdelen waren we eruit. Ik heb een factuur voor 16 uur gestuurd. Moet toch kunnen, dacht ik zo”. “Wat bij deze zorgorganisaties gebeurt, is dat je de uitvoerders in je organisatie medeplichtig maakt. Jongens en meisjes, mannen en vrouwen die elke dag met klanten omgaan: geef ze verantwoordelijkheid, laat ze meedenken en rapporteren. Leg ze niet onnodig vast met regels en protocollen. Zul je eens zien wat er gebeurt”.
Verantwoordelijkheidsgevoel geven Marcel Melenhorst: “Is er nog een rol weggelegd voor de managers in de zorg?” Ron Graumans: “Er zijn veel te veel managers. En iedere manager verdedigt z’n winkel alsof het zijn eigen fort is. Als je het echt anders wil doen, moet je de doeners in je organisatie ruimte geven”. Marcel: “Durven loslaten dus?” Ron Graumans: “Ja, en maak klantgevoel en beleving onderdeel van je zorgorganisatie. Geef je mensen echte verantwoordelijkheid en spreek ze aan op prestatie. Positief en negatief, je zult eens zien hoe dit stimuleert en motiveert”.
Samenwerken aan duurzame oplossingen Strategisch vastgoedadvies Projectmanagement Bouwbegeleiding Onderhoudsbegeleiding Gebouwbeheer
www.bobadvies.nl
december 2012
9
Per 1 oktober 2012 ook in Assen (Zwedenlaan 22)
Verstegen accountants en adviseurs is een full-service accountantskantoor dat zich richt op zowel het bedrijfsleven als organisaties zonder winstoogmerk. Uniek voor accountantskantoren is onze specialisatie in de zorgsector. Wij verrichten de accountantscontrole voor ruim 100 zorginstellingen verspreid over heel Nederland. Zowel de grotere gefuseerde zorgconcerns worden door ons bediend als de kleinere, nog zelfstandig opererende zorginstellingen. Wij hebben veel ervaring met instellingen die zelf woningcomplexen hebben gerealiseerd en deze exploiteren. Maar ook instellingen in de ambulancezorg en eerstelijnszorg, waaronder maatschappen van medisch specialisten en huisartsen(posten)
mogen wij tot onze klantenkring rekenen. In ZORGVISIE van maart 2012 staat een artikel over betrokkenheid van accountants, de waardering van de dienstverlening en accountantskosten (fee). Verstegen wordt daarin genoemd vanwege praktisch toepasbare expertise, continuïteit van de teams en een no-nonsense benadering, in combinatie met een aantrekkelijke fee. Verstegen scoort bovendien een klantentevredenheid van 8,2, wat ongeveer 1 punt hoger ligt dan gemiddeld in de sector. Wij zien dit als een compliment voor onze prijs/prestatieverhouding en daarmee een bevestiging dat onze klanten een prima keuze hebben gedaan.
Postbus 574 s 3300 AN Dordrecht Telefoon 078 - 648 15 55 s Fax 078 - 648 15 59
[email protected]
Foto’s: Nout Steenkamp
Arnold Moerkamp
Arnold Moerkamp over het snijvlak van CVZ en Zorginstituut Nederland
‘GERECHTVAARDIGD VERTROUWEN’ ALS NIEUW ADAGIUM KOSTENBEHEERSING december 2012
11
CVZ
Pas als het publiek belang een gerechtvaardigd vertrouwen kan hebben dat in de relatie cliënt en professional de juiste keuzes worden gemaakt, kan de zorg goedkoper worden zonder dat dit als verschraling wordt ervaren.
D
it credo is volgens Arnold Moerkamp de basis van het nieuwe Kwaliteitsinstituut. Niet een nieuwe systematiek, andere protocollen, of opgelegde bezuinigingen, maar gerechtvaardigd vertrouwen leidt tot gepast gebruik van behandelingen en medicijnen. Arnold Moerkamp is sinds 1 november 2011 voorzitter van het College voor zorgverzekeringen (CVZ). De advies- en uitvoeringsorganisatie voor de wettelijke ziektekostenverzekeringen ondergaat een metamorfose. In 2013 wordt de naam ‘Zorginstituut Nederland’ en heeft de organisatie vijf taakgebieden: ä Het uitvoeren van regelingen voor specifieke groepen verzekerden. ä Het beheren van de Zvw en AWNZ-fondsen. ä Het adviseren over de inhoud van de wettelijke verzekerde zorg. ä Bevorderen van vernieuwing en verbetering van zorgberoepen en opleidingen. ä Het stimuleren van permanente verbetering van kwaliteit van zorg. Deze taak is ondergebracht in Het Kwaliteitsinstituut en bundelt de kennis en ervaring van zes organisaties: CVZ, Zichtbare Zorg, KiesBeter, Regieraad Kwaliteit van Zorg, Centrum Klantervaring Zorg en Coördinatieplatform Zorgstandaarden. Bart van den Dolder en Bernard de Vries Robles vroegen Arnold Moerkamp hoe het CVZ nu en Zorginstituut Nederland straks bij kan dragen aan een zorgpakket dat betaalbaar blijft, maar dat ook draagvlak houdt bij de partijen in de zorg.
Nieuwe visie op pakketbeheer Een sleutelwoord in de beheersing van de kosten is ‘gepast gebruik’. Het is wat de CVZ-topman betreft een precisie-instrument waarmee je pakketbeheer effectiever en efficiënter kunt maken. Arnold Moerkamp: “Het CVZ geeft aan wat wel en wat niet in het verzekeringspakket zit. Bij nieuwe middelen
12
december 2012
beoordelen commissies van het CVZ of ze uit het pakket kunnen worden vergoed. Daaruit volgt een advies aan de minister. In het algemeen volgt de minister onze adviezen. Goed systeem, maar daarmee heb je geen grip op de mate van gebruik als een middel eenmaal in het pakket zit. Dat ligt heel genuanceerd. Bij de ene indicatie is toepassing van een middel relevanter dan bij de andere behandeling. Neem nu de plaatsingen van stents. Dat is verzekerde geneeskundige zorg. Maar hoe voor de hand ligt de plaatsing van een stent? Het is bekend dat bij stabiele Angina pectoris het effect van medicatie gelijk is aan dat van het plaatsen van een stent. Medicatie is stukken goedkoper. Toch worden in Nederland nog veel stents geplaatst bij stabiele Angina pectoris. En dat leidt tot onnodige kosten. Moet je dan het plaatsen van stents verbieden? Nee natuurlijk. Wat we wel willen, is dat medisch specialisten bereid zijn gepast gebruik te maken van middelen zoals stents”.
Vrijblijvendheid veldpartijen moet er af ‘Gepast gebruik’ is ook één van de uitgangspunten van het komende Kwaliteitsinstituut. Maar er is uiteraard meer. Arnold Moerkamp: “Het instituut houdt zich bezig met nieuwe en verbeterde professionele standaarden voor aandoeningen. Ook richtlijnen, kwaliteitsindicatoren, de beschrijving van zorgpaden: het zit er allemaal in. De professionele standaard is een containerbegrip. Het gaat uit van een gestandaardiseerde eenheid van taal als we het over kwaliteit en de meting daarvan hebben, overigens zonder dat alles in beton is gegoten”. Bart van den Dolder: “Hoe effectief is het beschrijven van zorgpaden voor een sector? Ik werk als financial in de ggz en weet dat standaardisering van zorgpaden in één organisatie al een bijna onmogelijke taak is. Laat staan in groter verband”. Arnold Moerkamp: “Onmogelijk bestaat niet. Ik heb bij VWS leiding gegeven aan de totstandkoming van de
De vrijblijvendheid van zinnige en zuinige zorg vanuit cliëntperspectief moet er bij veldpartijen af
Wmo. Destijds zeiden ze hetzelfde: ‘een onmogelijke taak’. Je moet er gewoon aan durven beginnen, ook al is het allemaal buitengewoon ingewikkeld. Kern van de zaak is dat de vrijblijvendheid van zinnige en zuinige zorg vanuit cliëntperspectief er bij veldpartijen af moet”. “Vertaal je de kwestie naar de casus van de stentplaatsing, dan zijn er twee wegen: zelfregulering en verbieden. Je kunt zeggen: we gaan met de sector in gesprek, we vragen duidelijke richtlijnen op te stellen, monitoren de toepassing daarvan en maken de resultaten openbaar. Je zult dan uiteindelijk op een goed vergelijkbare manier zien dat het ene ziekenhuis stents vaker plaatst dan het andere ziekenhuis. De verzekeraar kan hiermee rekening houden in zijn inkoopbeleid en de inspectie kijkt mee. Noem het zelfregulering met een stok achter de deur. Je kunt het plaatsen van de stents in de genoemde indicatie interventie combinatie ook bij beleidsregel uitsluiten van het verzekerde pakket. Als de meerwaarde van stents vanuit medisch gezichtspunt niet categorisch is uit te sluiten, heeft de eerste optie de voorkeur”.
Strategisch registreren Bernard de Vries Robles: “Leidt deze benadering er niet toe dat we nóg meer moeten gaan vastleggen dan we al doen?” Arnold Moerkamp: “In ziekenhuizen zijn het de medisch specialisten zelf die aan alle kanten registraties opzetten. Ik vind dat ook volstrekt logisch. Hoe kun je een bedrijf runnen en kwaliteit leveren als je niet weet welke knoppen tot welke output leiden?” Bart van den Dolder: “Veel medisch specialisten merken veranderingen direct in hun portemonnee. Bij behandelaars in loondienst – ik denk bijvoorbeeld aan de ggz - ligt dat anders”. Arnold Moerkamp: “Goed dat je dit aanroert. Juist in de ggz wordt voortdurend de legitimiteit van behandelingen en zorgpaden betwist. Maar hoe kun je nu een goede strategie in je bedrijf voeren als wat je doet iedere keer maatschappelijk en politiek betwist wordt en je je koers weer aan moet passen? Je kunt als ggz beter een kleiner onbetwist terrein hebben en daar dan mee gaan werken. Dat is beter dan dat alles elke keer weer ter discussie staat”.
DBC’s en DOT’s loslaten Bernard de Vries Robles ziet raakvlakken met de sector van de VG-zorg waar hij als financial actief is: “Punt is dat we op behandelingen worden gefinancierd, terwijl het om outcome gaat. We moeten veel meer op outcome-basis data gaan verzamelen”. Arnold Moerkamp kopt deze bal graag verder het doel in: “De outcome-benadering staat nog maar in de kinderschoenen. Je ziet dat we aan de voorkant steeds meer loslaten. Dat is gebeurd met het vastgoed en met
december 2012
13
CVZ
De registratie die je voor transparantie nodig hebt is een voorwaarde om aan de voorkant dingen los te laten
een groot deel van de prijzen. Maar die ontwikkeling reikt verder. Ik verwacht dat we op termijn ook de definities van de prestaties los kunnen laten. Is allemaal input-benadering. Over – zeg – tien jaar kunnen we de DBC’s en DOT’s loslaten. Wat je straks overhoudt, is de transparantie van de outcome en de kwaliteit daarvan die je levert. De registratie die je voor de transparantie nodig hebt, kun je lastig als administratieve last kwalificeren. Het is een voorwaarde om aan de voorkant dingen los te kunnen laten”.
Kosteneffectiviteit van Pompe en Fabry Bij ‘gepast gebruik’ hoort ook inzicht in de kosteneffectiviteit. In het licht van die effectiviteit deed het CVZ onlangs van zich spreken bij het advies om de dure medicatie voor de Ziekte van Pompe en van Fabry niet meer te vergoeden. Arnold Moerkamp: “Het is voor het eerst dat de kosteneffectiviteit zo enorm afweek van het spectrum waar we normaal in zitten. Vooral bij Pompe is de gemiddelde kosteneffectiviteit buitengewoon gering. Het kostte 15 miljoen euro om gemiddeld iemand dertig meter verder te laten lopen en anderhalf jaar langer te laten leven dan normaal. Dan ga je je wel afvragen of je met die 15 miljoen bij anderen wellicht een veel grotere gezondheidswinst kunt realiseren”. Het standpunt van CVZ over Fabry en Pompe leidde in Nederland tot grote emoties. “Het raakt mij ook persoonlijk”, aldus de CVZ-bestuurder. Ondanks alle emoties wordt het principe van kosteneffectiviteit volgens het nieuwe regeerakkoord een wettelijke toetssteen. “Tot nu toe was het niet helder of kosteneffectiviteit mee gewogen mocht worden in pakketbeslissingen. Straks wel”.
Niet-noodzakelijke zorg en verspilling Bernard de Vries Robles: “Wat brengt de toekomst? Meer wachtlijsten bij gelijkblijvende aanspraken of selectievere aanspraken door een beperking van het pakket?”
14
december 2012
Arnold Moerkamp: “We gaan het pakket in ieder geval behoorlijk doorlichten. Dat staat ook in het regeerakkoord. Toch zit de kern van de oplossing niet in een beperking in het pakket, maar in het gebruik er van, zeg maar de zinnigheid en zuinigheid van behandelingen”. Er is in het kader van gepast gebruik nog zoveel te doen. Om een voorbeeld te geven: amandelen knippen is in een flink deel van de gevallen onzin. Toch zie je dat er in regio’s waar veel specialisten zitten die deze ingreep doen, ook veel amandelen worden geknipt. Hernia-operaties is ook zo’n voorbeeld. Vaak niet nodig. Op dit soort zaken moeten we sturen. Iedereen weet dat er miljarden aan niet–noodzakelijke zorg en verspilling is aan te wijzen. De kunst is, hoe haal je het eruit?” Een goede bedrijfsvoering kan veel helpen, stelt Arnold Moerkamp. “Hoe kan het dat het ziekenhuis in Lelystad op z’n gat ligt en dat Loek Winter er vervolgens binnen een paar jaar – alleen al door het inkoopbeleid te veranderen – er miljoenen uithaalt? Ik weet ook wel dat de situatie per instelling verschilt, maar dat er veel mogelijk is, staat buiten kijf”.
Afdwingen werkt niet Loek Winter dwingt veranderingen af. Voor de zorg in het algemeen werkt afdwingen niet, weet de CVZ-man. “Macro-ingrepen, budgetteren, snijden in het pakket, een verhoging van de eigen bijdrage: het leidt allemaal tot verschraling van de zorg. Als mensen niet overtuigd zijn van de noodzaak tot veranderen, werkt het niet. Er is dus maar één weg: gerechtvaardigd vertrouwen in de relatie van professional en cliënt. Daar gaan we met het nieuwe Kwaliteitsinstituut aan werken. Pas als die relatie écht transparant is, is er bij zorgvragers en aanbieders draagvlak om behandelingen zinnig en zuinig in te zetten”.
Blijf marktwerking de baas met integrale informatievoorziening Zorgorganisaties nemen op basis van steeds meer informatie, meer en sneller beslissingen. De marktwerking in de zorg vereist dit. Dat vraagt om een ander gebruik van IT-systemen: van registratief naar sturend. Hoe meer gegevens zijn te delen en te ontsluiten via internetportalen en mobiele toepassingen, des te beter. Zonder daarbij de beveiliging uit het oog te verliezen. Daarom leidt alleen een integrale ICT tot optimale afstemming van processen en hogere efficiency. UNIT4 Cura ondersteunt hierbij volledig.
Kijk op www.unit4cura.nl en blijf marktwerking de baas dankzij een integrale informatievoorziening. Of scan de QR-code.
UNIT4. SOFTWARE VOORUITGEDACHT
VVT Welke richting kiest u?
TOEKOMST VAN HET VERZORGINGSHUIS Het regeerakkoord is er. Wat in lijn der verwachtingen lag, is uitgekomen. Ook ZZP4 gaat in 2016 uit de AWBZ. Het gevolg is een langere wachtlijst voor zwaardere zorg, terwijl er leegstand ontstaat bij intramurale verzorgingshuisplaatsen. Zorgorganisaties gaan het komende jaar op zoek naar oplossingen. En welke richting u daarin ook kiest, er is minder financiële zekerheid.
I
n het regeerakkoord staat: “De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt omgevormd tot een nieuwe landelijke voorziening waarin de intramurale ouderen- en gehandicaptenzorg (vanaf ZZP 5) landelijk wordt georganiseerd met een budgetgrens middels de contracteerruimte.” Daarmee wordt ZZP4 niet letterlijk genoemd, maar het wordt wel duidelijk dat deze ZZP in de toekomst niet meer onder de AWBZ valt. Op zich een logische stap: alleen de zorg die
wordt geleverd in een besloten omgeving blijft intramuraal, zorg in een beschutte omgeving wordt extramuraal.
Logische keuze Zorgorganisaties gaan het aankomende jaar op zoek naar de beste optie voor hun vastgoed. Enerzijds zijn er de wachtlijsten voor zwaardere zorg en anderzijds de lege verzorgingshuisplaatsen en het ‘Scheiden van wonen en zorg’. Voor veel zorgorganisaties is het een logische keu-
WOONZORGCENTRUM HUMANITAS IN DEVENTER Mevrouw Gea Sijpkes is directeur van Woonzorgcentrum Humanitas
en badkamer die tegen een lage prijs
in Deventer. Zij heeft vorig jaar een traject ingezet om in te spelen op
verhuurd worden, passend bij de
het scheiden van wonen en zorg. De organisatie heeft het motto
doelgroep. Voor de nieuwe cliënten
“Welzijn ontzorgt!”. Leuke activiteiten, goede sfeer, warmte en aan-
met ZZP1, 2 en 3 is er ook de moge-
dacht zijn belangrijk voor de kwaliteit van het leven. Daarom kiest
lijkheid om bij Humanitas te wonen.
men ook om bij Humanitas te wonen. Het woonzorgcentrum is een
De zorg wordt geleverd in de vorm van
verouderd gebouw met een lage boekwaarde. Er is voor gekozen om
een soort thuiszorg. Tegen een rede-
daar geen state-of-art-appartementen van te maken. De huidige ka-
lijke vergoeding maken zij dan ge-
mers zijn prima. Het zijn eenkamerappartementen met kitchenette
bruik van alle faciliteiten, maaltijden en activiteiten die Humanitas biedt. De financiële uitgangspunten zijn in de grafiek weergegeven. In jaar x wordt gestart met de verhuur van de individuele appartementen op basis van het puntensysteem. Deze huurinkomsten dekken de kapitaallasten op dat moment nog onvoldoende (B). De boekwaarde wordt lineair afgeschreven en daalt, terwijl de huuropbrengsten van de individuele appartementen door indexatie juist toenemen. Het verlies in de eerste fase (B) wordt omgezet in een positief resultaat(C). Momenteel vindt de verdere uitwerking van het concept plaats. Humanitas is er van overtuigd dat men een haalbare oplossing heeft voor het scheiden van wonen en zorg.
16
december 2012
Duidelijkheid overheid Naast het voordeel van het door-exploiteren van het gebouw, kan er ook vrij snel worden ingespeeld op de groeiende vraag naar zware zorg. Nieuwbouw kost veel meer tijd en geld. Maar ondanks dat de demografische ontwikkelingen aangeven dat de behoefte aan zware intramurale capaciteit toe gaat nemen, heeft de overheid nog geen duidelijkheid gegeven over de groeimogelijkheden. Zorgkantoren werken momenteel alleen in incidentele gevallen mee aan uitbreiding van de zware capaciteit. Zorgorganisaties moeten dus een richting gaan kiezen in een onzekere tijd met minder financiële zekerheid.
Risico’s beperken ze om zich te gaan richten op extramuralisering. Maar hiermee gaan kansen verloren om in te spelen op de groeiende behoefte aan de zware intramurale zorg.
Eenvoudig ombouwen Verzorgingshuizen zijn eenvoudiger om te bouwen voor de zwaardere zorg dan wordt gedacht en dan vooral voor psychogeriatrische zorg. Een somatische doelgroep is lastiger vanwege de toegankelijkheid en grootte van de sanitaire voorzieningen. De belangrijkste aanpassingen voor de psychogeriatrische zorg zijn het realiseren van huiskamers en het afsluitbaar maken van de gangen. Met meerdere huiskamers op een afgesloten verdieping is dit een aantrekkelijk concept. Door een dergelijke verbouwing kan het zorgvastgoed tot het einde van de afschrijvingstermijn geëxploiteerd worden.
Hoe kunt u toch de risico’s beperken? Dat kan door het bepalen van de beste ontwikkelrichting van het gebouw en dit verwerken in een goed businessplan. Alleen dan kunt u een weloverwogen keuze maken. Voor het zorgvastgoed zijn er in hoofdzaak drie keuzes: het gebouw door-exploiteren en zo snel mogelijk afstoten, geschikt maken voor zwaardere zorg of geschikt maken voor het scheiden van wonen en zorg. Bij deze keuze is een aantal aspecten belangrijk voor een gezonde exploitatie. De bouwkundige structuur, installaties, ligging, uitstraling en functionaliteit. Maar ook de uitbreidingsmogelijkheden op het terrein of het optoppen mogen niet worden vergeten. De ontstane verbouwscenario’s moeten wel realistisch zijn, dit komt tot uiting in de inschatting van de verbouwkosten. De verbouwingskosten mogen niet hoger zijn dan 60% van de nieuwbouwkosten. Komen de verbouwkosten hoger uit dan is de business case meestal niet haalbaar.
Tjeu Smets, huisvestingsadviseur bij AAG en specialist in het herbestemmen van zorgvastgoed
WOONZORGCENTRUM PENNEMES ZAANDAM In Zaandam ligt woonzorgcentrum Pennemes. Dit woonzorgcentrum
financieren vanuit de
is op tijd begonnen met de omzetting van de capaciteit naar zware
huurcontracten, de
zorg. Enkele jaren geleden is de verdieping afgesloten en zijn er drie
opbrengsten uit de
kleinschalige woongroepen gerealiseerd. Recentelijk is de tweede
NHC en de overgangs-
verbouwing afgerond en zijn er nu ook op de begane grond drie
regeling tot 2018.
kleinschalige woongroepen. Het was mogelijk de verbouwingen te
De financiële uitgangspunten zijn in de grafiek weergegeven. In jaar A wordt de huur verhoogd. Dit ter dekking van de investering. De boekwaarde wordt lineair afgeschreven waardoor kapitaallasten jaarlijks dalen. De huur die Pennemes betaalt houdt hier gelijke tred mee. De opbrengsten uit de NHC hebben echter een ander verloop (jaarlijks geïndexeerd). Het overgangsregime tot 1-1-2018 biedt oplossing om het exploitatietekort voor de komende paar jaar af te dekken. Daarna is de huurprijs ver genoeg gedaald om deze met NHC-opbrengsten af te dekken. Met deze oplossing zijn de financiële risico’s afgedekt en heeft directeur Gerja Pellegrom een goede basis gelegd voor de toekomst.
december 2012
17
CONNECT
professionals verbindt mens en organisatie
Connect zorgt ervoor Connect Professionals bemiddelt specialisten op openstaande posities (interim en vast). Onze expertise is het vakgebied Finance en tot onze kernactiviteiten behoren Accounting, Planning & Control en Compliance & Risk Management.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met 7ILCOÖ+OSTERSÖOFÖ$ANIELÖ'RIFÙOEN E
[email protected] T 06 3494 3693 EÖÖDGRIFÙOEN CONNECTPROFESSIONALSNL T 06 8195 3794
Melkpad 41 | 1217 KB | Hilversum | 035 62 10 258 | www.connectprofessionals.nl
Hoofdpunt
Knappe koppen Naast het grote financiële geweld van gedoog-, lente- en regeerakkoord hebben we de subtiliteit van de prijsindex. Een laatste zekerheid in onzekere tijden.
B
ij de NZa moet je zijn voor de indexcijfers in de zorg. Op de website van de NZa worden er maar liefst drie genoemd: een prijsindex voor de personele kosten, voor de materiële kosten en een prijsindex voor de DBC’s. Er is ook nog een indexcijfer voor ZZP’s en voor de NHC, maar die vindt u niet bij de “knop” indexcijfers. De DBC-index bestaat voor twee derde uit loonkosten en voor een derde uit materiële kosten. Kent u de indexcijfers voor 2013? De personele kostenindex voor 2013 wordt gesteld op 0,75%, de materiële kosten index eveneens 0,75%. Drie keer raden wat de samengestelde DBC-index is voor 2013. Natuurlijk ook 0,75%. Maar neen, helemaal geen 0,75%. Het is maar liefst 1,93%! Knappe jongens bij de NZa. Op de site meldt de NZa keurig hoe het enkelvoudige indexcijfer wordt vastgesteld. Het ramingscijfer van het CPB wordt als input gebruikt, maar… VWS stelt het beleidsmatig vast. Voor wie het dan nog niet duidelijk genoeg is, wordt subtiel vervolgd met de opmerking dat “de ervaring uit de laatste jaren is dat VWS ervoor kiest om het voorlopige prijsindexcijfer niet gelijk te stellen aan het ramingscijfer van het CPB”. Het zal u niet verbazen dat het bewust lager wordt vastgesteld.
Gert Kwakernaak, manager Financiën en Informatievoorziening Stichting Gemiva
Maar met een index bewust laag vaststellen laat de sector zich natuurlijk niet afschepen. De waarheid achterhaalt het wel! Het CBS zal uiteindelijk recht doen. Dus de index voor 2013 is niet alleen wat VWS beleidsmatig vaststelt. Daar krijgen we bij wat er het vorige jaar te weinig is toegevoegd. En dan kun je van 0,75% toch op 1,93% komen. Een laatste nacalculatie die door de NZa over het hoofd is gezien. De accountants hebben dit circus aanschouwd en weten er een heus controlevraagstuk van te maken. Zij oordeelden scherp dat de inhaalindex een jaar te laat wordt toegepast, dus die moet je aan het vorige jaar toerekenen. Ja maar, als ik het volgende jaar minder prestaties lever, krijg ik die inhaalindex niet. Daar zit wat in. Dat was reden genoeg voor de preciezen om er een gewichtig Coziek-advies over te laten opstellen. Compleet met overgangsregime. Voor de jaarrekening 2012 moet de cure de inhaalindex in het tarief 2013 toerekenen aan 2012. De care mag kiezen voor de jaarrekening 2012. Er moet tenslotte verschil zijn. Ja, knappe jongens bij Coziek. En nog zijn we er niet. Want als we de inhaalindex een jaar te laat krijgen, hebben we natuurlijk ook nog rente te verrekenen. Bijvoorbeeld 1,8% over een nabetaling van 1,18% (1,93 – 0,75%). Je zou het niet geloven. Boze tongen beweren dat dit is voorgelegd aan het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Nog bozere tongen beweren dat er zelfs een uitspraak over is gedaan. Kan dit eenvoudiger? Ja natuurlijk. Gewoon direct de definitieve index vaststellen met een jaar vertraging. Maar dan missen we een jaar en reken maar eens uit wat 1,93% van uw budget is. Toch moet dat op te lossen zijn. Knappe jongens genoeg.
december 2012
19
Fiscaal nieuws
Scheiden wonen en zorg: … en hoe zit het met de belastingeffecten? Als gevolg van het Lenteakkoord en het Begrotingsakkoord 2013 zien vele zorginstellingen zich vanaf 1 januari 2013 geconfronteerd met een drastische wijziging van de financiering van huisvesting en het zorgaanbod. Kort gezegd: een deel van de intramurale zorg wordt geëxtramuraliseerd. Met andere woorden, waar zorginstellingen verzorging en onderdak nu nog als één pakket aanbieden, is vanaf 1 januari 2013 sprake van het verlenen van twee pakketten, namelijk: 1) verzorging en 2) het aanbieden van een woning: er is verzekeringsrechtelijk sprake van een scheiding van wonen en zorg (SVZ).
D
eze maatregel heeft voor de praktijk een enorme impact. Niet alleen de ‘handen aan het bed’ moeten hun werk anders gaan doen. Zij komen immers als gevolg van het scheiden van wonen en zorg ineens bij de mensen thuis. Ook de ‘administratieve handen’ worden getroffen door deze maatregel.
Grote financiële en administratieve gevolgen Het scheiden van wonen en zorg heeft onder andere de volgende financiële en administratieve gevolgen: ä De kapitaalslasten met betrekking tot de onroerende zaken die worden gebruikt voor extramurale zorg moeten voortaan worden gedekt uit te ontvangen huurinkomsten. Dit in tegenstelling tot bij de intramurale zorg, waar de bekostiging van de kapitaalslasten met betrekking tot de onroerende
20
december 2012
zaken plaatsvindt doordat in de AWBZ-vergoeding een Normatieve Huisvestingscomponent (NHC) ‘versleuteld’ zit. ä Per bewoner/zorgbehoevende moet een huurovereenkomst worden opgesteld en afgesloten. Zo ook een overeenkomst voor de zorgactiviteiten. ä De toekomstprognoses moeten worden bijgesteld, aangezien de onroerende zaken in het bezit van de zorginstelling die extramuraal gebruikt worden, moeten worden bekostigd uit huuropbrengsten. Deze opbrengsten kunnen/zullen afwijken van de opbrengsten uit de NHC. ä Huurders kunnen hun eigen wensen en eisenpakket omtrent onderhouds- en verbeteringswerkzaamheden opstellen.
Maar er zijn ook fiscale gevolgen! In de publiciteit valt op dat het SWZ-dossier terecht veel financiële aandacht krijgt. In deze bijdrage willen we aandacht besteden aan een ons inziens relatief onderbelicht onderdeel van dit dossier, namelijk de mogelijke belastingeffecten. We vestigen de aandacht op de volgende fiscale aandachtsgebieden: ä de vennootschapsbelasting (Vpb); ä de verhuurdersheffing (VHH) die vanaf 1 januari 2013 wordt ingevoerd; ä de onroerendezaakbelasting (OZB); ä de omzetbelasting (btw).
De vennootschapsbelasting Voorop moet worden gesteld dat stichtingen en verenigingen (hierna beperken wij ons tot stichtingen) Vpb-plichtig zijn indien en voor zover zij een onderneming drijven. Het in concurrentie treden met belastingplichtige ondernemers leidt ook tot de conclusie dat sprake is van een onderneming. In beginsel moet per activiteit worden getoetst of sprake is van een onderneming. Dat kan leiden tot de conclusie dat een stichting meerdere activiteiten ontplooit (bijvoorbeeld: het verlenen van zorg en het verschaffen van woonruimte) waarbij slechts één van de activiteiten leidt tot het drijven van een onderneming. Echter, indien deze activiteiten sterk met elkaar zijn verweven, dan moeten ze worden beoordeeld als ware het één activiteit. Wij kunnen ons voorstellen dat deze discussie bij veel zorginstellingen van toepassing is. In de praktijk is gebleken dat het succesvol verdedigen tegenover de belastingdienst van belastingplichtige ondernemingsactiviteiten en niet belastingplichtige beleggingsactiviteiten (de verhuur van onroerende zaken) in één entiteit zeer moeilijk is. Veelal is de conclusie dat de activiteiten dusdanig met elkaar zijn verweven dat alle activiteiten als een geheel moeten worden bezien. Dus als de hoofdactiviteit wordt gekwalificeerd als onderneming, dan wordt de nevenactiviteit daarin in meegetrokken. Indien het hiervoor omschreven ‘ondernemingspoortje’ is gepasseerd kan, indien aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan, sprake zijn van een vrijstelling van heffing van Vpb. Tot en met 31 december 2011 waren zorginstellingen vrijgesteld van heffing van Vpb indien 90% of meer van de activiteiten bestonden uit ‘de genezing of verpleging van zieken, kraamvrouwen of gebrekkigen’. De vrijstelling was dus van toepassing voor de ‘handen aan het bed’. Naast deze vrijstelling bestond ook een separate vrijstelling voor ‘het verschaffen van een onderkomen aan bejaarden, gebrekkigen of wezen’. Om toegang te hebben tot de zorgvrijstelling was het niet noodzakelijk dat wonen en zorg gezamenlijk (door dezelfde entiteit) werden aangeboden. Per 1 januari 2012 is de zorgvrijstelling in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969
gewijzigd. Sindsdien is het verschaffen van onderkomen aan de doelgroep enkel vrijgesteld als ook de handen aan het bed aanwezig zijn. Hierin zit de crux met betrekking tot de discussie over de vennootschapsbelasting. In onze praktijk lopen we in dit kader nu onder andere aan tegen de volgende vragen. Moeten wonen en zorg als twee verschillende activiteiten worden beoordeeld (zie in dit kader onze eerdere opmerking over de ondernemingsdiscussie bij stichtingen)? Hoe wordt deze vraag beantwoord indien zorgbehoevenden wel hun huurcontract behouden maar de zorg elders inkopen? Indien sprake is van twee verschillende activiteiten, kunnen de activiteiten gericht op het verschaffen van onderkomen aan de zorgvrijstelling in de weg staan? Wordt deze vraag anders beantwoord indien met de verhuur van woningen/onderkomen geen onderneming wordt gedreven? Hoe moet de activiteitentoets worden ingestoken? Wordt deze beoordeeld aan de hand van de omzet, het aantal relevante fte, of een ander criterium? Aan het antwoord op deze vragen wordt op dit moment druk gewerkt. Daarbij wordt ook over herstructureringen nagedacht. Bijvoorbeeld of de onroerende zaken strategisch kunnen worden ondergebracht in fiscale beleggingsinstellingen. Mogelijk kunnen deze maatregelen helpen de zorgvrijstelling te borgen indien deze in gevaar komt als gevolg van scheiden van wonen en zorg.
Verhuurdersheffing Vanaf 1 januari 2013 wordt zeer waarschijnlijk de verhuurdersheffing ingevoerd. Ook deze maatregel komt uit het Lenteakkoord en is opgenomen in het Begrotingsakkoord/Belastingplan 2013. De verhuurdersheffing is ingevoerd ter budgettaire compensatie van enkele stimulerende maatregelen op de gereguleerde huurmarkt. Op grond van andere maatregelen van het kabinet hebben aanbieders op de gereguleerde huurmarkt de ruimte gekregen om de huurprijzen ruimer dan normaal omhoog bij te stellen in gevallen van scheefhuur. De verhuurdersheffing heeft als grosso mode tot gevolg dat deze extra huurinkomsten worden afgeroomd. De voorgestelde verhuurdersheffing treft (rechts)personen die meer dan tien woningen verhuren onder de huurtoeslaggrens (sprake is van een eigenaren-belasting). Ondanks dat het huidige tekstvoorstel van de wet nog de nodige vragen opwekt, wordt verwacht dat als gevolg van het scheiden van wonen en zorg, ook zorginstellingen worden geraakt door deze heffing. De verwachting is dat veel woningen in het bezit van zorginstellingen kwalificeren als huurwoning onder de huurtoeslaggrens. Uitgaande van het regeerakkoord brengt de verhuurdersheffing in 2013 45 miljoen euro op voor het Rijk, de raming voor 2017 is dat een bedrag van 1.190 miljoen euro wordt geheven.
december 2012
Joop Kluft en Timon Jagers van PwC
21
Fiscaal nieuws
Wat de exacte impact van deze regeling is moet per stichting worden beoordeeld. Omdat voor de verhuurdersheffing in beginsel wordt aangesloten bij WOZobjecten lijkt het er nu op dat met name aanleunwoningen worden geraakt door de verhuurdersheffing. Verwacht wordt dat in de toekomst zorgappartementen/kamers als gevolg van het scheiden van wonen en zorg eerder als zelfstandig WOZ-object worden gezien en dus worden getroffen door de verhuurdersheffing. Niet alleen worden zorginstellingen direct door de verhuurdersheffing geraakt. Indirect kunnen zorginstellingen ook te maken krijgen met de nadelige gevolgen van de verhuurdersheffing. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de heffing die woningcorporaties opgelegd krijgen over bezit dat is verhuurd aan zorginstellingen. Het is niet ondenkbaar dat de opgelegde verhuurdersheffing wordt doorberekend aan de zorginstelling/huurder.
OZB De impact van de scheiding tussen wonen en zorg op de WOZ-waarde heeft meerdere gevolgen. In de eerste plaats kan het extramuraliseren van de lichtere verzorgingcategorieën al op korte termijnen resulteren in een overaanbod en een leegstand. Dit komt in de WOZwaarde tot uiting door een hogere correctie voor (dis) functionaliteit. Voor intramurale zorg worden zorginstellingen (opgebouwd tot 2018) bekostigd vanuit de NHC. De WOZ-waarde zal dus neerwaarts moeten worden bijgesteld als de NHC de kapitaalslasten niet kan compenseren (effect op de korte termijn). Ook voor de extramurale zorg (op de korte termijn de lage ZZP’s en in de toekomst ook de hoge ZZP’s) geldt, naar wij menen, dat de WOZ-waarde moet worden verlaagt als de huurinkomsten de kapitaalslasten niet compenseren. In de tweede plaats zal de noodzaak om te komen tot een kostprijsdekkende huur tot gevolg hebben dat in de praktijk wordt gezocht naar manieren om een hogere huur te kunnen vragen. Een denkbare stap daarin is het ombouwen van onzelfstandige naar zelfstandige woonruimte. Deze indeling wordt ook in de WOZ-objectafbakening gevolgd. Een zelfstandig WOZ-object kan onbedoeld in aanmerking komen voor de hiervoor besproken verhuurdersheffing. Enige toegevoegde waarde kan dan ongewenst wegvloeien. Daarnaast zal een wijziging ook invloed kunnen hebben op de verschuldigde lokale heffingen. Hierbij valt te denken aan de het tarief van de aanslagen onroerendezaak-belastingen (woning of nietwoning) en de vraag of een gebruikersbelasting is verschuldigd, maar ook de afvalstoffenheffing, rioolbelasting en de watersysteemheffing moeten in het totaalplaatje worden meegewogen.
22
december 2012
Btw Ook voor de btw kan het scheiden van wonen en zorg diverse vragen oproepen. Het is met name van belang om te kijken naar de aard van de activiteiten die door zorginstellingen worden aangeboden. Zo komt de vraag op of de huidige btw-vrijstelling voor de verzorging en verpleging van in een inrichting opgenomen personen door de scheiding van wonen en zorg straks nog in alle gevallen passend is. Bovendien zullen zorginstellingen, naast de btw-vrijstelling voor zorg, bij het aanbieden van woonruimte te maken krijgen met de btw-vrijstelling voor de verhuur van onroerende zaken. Omdat het niet in alle gevallen duidelijk zal zijn of de activiteiten van een zorg-instelling vrijgesteld zijn van btw op basis van een btw-vrijstelling voor zorg of verhuur, is het van belang om tijdig de btw-positie van uw zorginstelling tegen het licht te houden. Als gevolg van de wijzigingen kan zich de situatie voordoen dat zorginstellingen (meer) btw-belaste activiteiten gaan ontplooien. De kwalificatie van de hoofdactiviteiten is niet alleen van belang voor de verschuldigdheid van btw, maar ook voor de mate van aftrek van btw op directe en algemene kosten (pro rata teruggaaf). Uiteraard moet daarbij ook worden stilgestaan bij de btw-gevolgen van ver- en nieuwbouwactiviteiten. Een zorginstelling kan als gevolg hiervan immers te maken krijgen met btwheffing over de totale voortbrengingskosten van de nieuwbouw, inclusief de waarde van de ondergrond (de zogenoemde ‘btw-integratieheffing’). Dit is mede van belang in verband met het aflopen van de overgangs/ regeling op basis waarvan zorginstellingen kunnen afzien van deze integratieheffing. Op het moment dat uw zorginstelling voornemens is om te gaan bouwen of verbouwen is het zinvol om de btw- en overdrachtsbelastinggevolgen hiervan tijdig in kaart te brengen.
Wat moet u nu doen? Dit artikel kan niet een uitputtende samenvatting van de fiscale gevolgen geven. Wij hebben geprobeerd om enkele belangrijke fiscale gevolgen te schetsen. Naast de door ons gesignaleerde risico’s zijn diverse communicerende vaten tussen de diverse belastingsoorten te onderkennen. Zo is de verhuurderheffing aftrekbaar in de vennootschapsbelasting. Ook de in OZB en de Verhuurdersheffing kunnen we communicerende vaten onderkennen. Dit maakt het bijzonder lastig om een volledig beeld van de gevolgen van het scheiden van wonen en zorg (en de overige kabinetsplannen) te krijgen. Wel is zeker dat het scheiden van wonen en zorg financiële gevolgen heeft voor zorginstellingen met onroerende zaken in hun bezit. Wij raden dan ook aan om met uw belastingadviseur het brede gesprek aan te gaan. Breng gezamenlijk alle risico’s voor uw organisatie in kaart. Zowel kwalitatief als kwantitatief.
Nieuws van het waarborgfonds
BESMET PRODUCT Om maar meteen met de deur in huis te vallen: deze column gaat niet over de ‘smoked salmon’(ella) van visfabriek Foppen, maar over derivaten. Overeenkomst is wel dat beide tegenwoordig zwaar op de maag liggen. Twee HEADlines geleden merkte ik in deze column op: “Hoe het ook zij, ‘Vestia’ is een calamiteit van zodanige ernst en omvang, dat deze voor veel partijen - binnen en buiten de financiële sector - aanleiding zal vormen voor reflectie”. Of wat er daarna allemaal is gezegd en geschreven over derivaten nog valt onder het kopje ‘reflectie’ weet ik niet, maar dat het rond dit thema niet stil is geweest, heeft u ook zelf kunnen constateren. De berichten over financiële schade en al dan niet vermeende speculatie met exotische financiële producten buitelden over elkaar heen. Te veel om hier allemaal op te noemen, maar de volgende berichten deel ik graag met u.
D
Herman Bellers, directeur WFZ
24
e Volkskrant presenteerde medio juli onder de kop ‘Derivatendrama’ een reconstructie van de problemen bij nutsbedrijf Slibverwerking Noord-Brabant (SNB). Deze organisatie ging met een bank een ingewikkeld financieel arrangement aan. Eén van de elementen hiervan was dat SNB zich opwierp als verzekeraar voor 270 miljoen schulden van internationale bedrijven aan de bank. Lijdt de bank meer dan een bepaald bedrag verlies op deze kredietportefeuille, dan moet SNB uitkeren aan de bank. In ruil voor dit verzekeraarsrisico (credit default swap) ontvangt SNB jaarlijks 2,3 miljoen van de bank. Maar: “….de kans dat zoiets gebeurt, is volgens de bancaire modellen erg klein”. Kortom: gratis geld verdienen op je deal met de bank, kan het nog mooier? De reden dat dit bericht mij bezig houdt, is niet zozeer dat het sprookje niet uitkwam, maar vanwege de vraag hoe het mogelijk is geweest dat kennelijk in het hele proces geen van de verantwoordelijken een principieel probleem heeft gehad met dit evidente staaltje branchevervaging. Nota bene: een regionaal nutsbedrijf dat zich opwerpt als kredietschadeverzekeraar voor een internationaal financieel conglomeraat. ‘Moet kunnen?’, ‘Hebben we nooit geweten?’ Wat zegt dit over de bestuurders en toezichthouders? Over de betrokken bank? Over de gerenommeerde financiële adviesbureaus en advocatenkantoren die SNB hebben bijgestaan? En de gewetensvraag voor de lezer: denkt u dat dit binnen uw zorginstelling had kunnen gebeuren? Ook de Groningse haven verslikt zich in rentederivaten, zo bericht het FD op 20 oktober. In verband met voorgenomen investeringen leek het een goed idee om de renterisico’s over een bedrag van 210 miljoen euro
december 2012
alvast af te dekken. Met behulp van een gerenommeerd financieel adviesbureau viel de keuze hierbij op renteswaps. Maar: de investeringen bleken uiteindelijk veel lager uit te vallen. Bovendien was door een onverwachte verkoop een grote hoeveelheid geld binnen gekomen. Mooi toch? Hierdoor hoefde er veel minder te worden geleend. Maar de feestvreugde was van korte duur, want een afgesloten swapcontract blijft natuurlijk staan, los van de vraag of er ook daadwerkelijk een lening wordt aangetrokken. Kortom: ook over het onbenutte deel van de renteswaps moet worden betaald. Een kostenpost van fikse omvang, mede door de sterk gedaalde variabele rente. Bovendien was een swap met een bijstortverplichting gekozen, want die had een lagere prijs. Kortom: wederom ‘prijs’ voor Groningen Seaports. Dit bericht is mij vooral bijgebleven omdat deze situatie duidelijk maakt dat goede intenties slechte gevolgen kunnen hebben, als te weinig rekening wordt gehouden met mogelijk veranderende omstandigheden. De zorgsector is bij uitstek een sector in beweging, waar de beelden van vandaag morgen onderuit zijn gehaald. Flexibiliteit is in een veranderende, onzekere omgeving de beste risicomaatregel. Ontneem jezelf daarom niet te veel aanpassingsvermogen door grote, onomkeerbare verplichtingen aan te gaan voor lange termijn. Toegespitst op het thema van deze column is de moraal van het verhaal: ga geen renteswaps aan vooruitlopend op leningen die nog niet zijn gecontracteerd, voor investeringen die nog niet zijn aanbesteed. Een andere interessante publicatie was medio augustus afkomstig van het Centraal Fonds Volkshuisvesting, die een inventarisatie had verricht van de derivatenposities
Ga geen renteswaps aan vooruitlopend op leningen die nog niet zijn gecontracteerd, voor investeringen die nog niet zijn aanbesteed.
van corporaties. De diversiteit aan financiële producten bleek aanzienlijk, maar daar keek waarschijnlijk niemand meer echt van op na het Vestia-debacle. Producten als receiverswaps (je betaalt als corporatie variabele rente en ontvangt een vaste) duiden er bovendien op dat niet in alle gevallen sprake is geweest van een defensief financieel beleid, gericht op het indekken tegen renterisico. Dit is kennelijk ook het Ministerie van Binnenlandse Zaken niet ontgaan, gelet op de beleidsregels die de minister aansluitend publiceerde. De kern hiervan is: het aantrekken van rente-instrumenten moet zijn gericht op het beperken van opwaartse renterisico’s op variabele leningen en de rest is verboden. En o ja, woningcorporaties moeten voortaan worden aangemerkt als ‘niet-professionele partij’ door een bank, en dus worden bejegend met de daarbij behorende zorgplicht, anders mogen er helemaal geen zaken meer worden gedaan. Was getekend, de Minister. Ik denk persoonlijk dat als het begrip ‘motie van wantrouwen’ ooit illustratie behoeft, deze beleidsregels hoge ogen gooien. Wellicht dat ze in dit opzicht alleen nog worden overtroffen door het persbericht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten die publiekelijk een zetel in de raad van commissarissen opeiste voor de achtervangers (Rijk en gemeenten) bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, omdat men vraagtekens stelt bij de risico-afwegingen die daar worden gemaakt. Organisaties waarvoor ‘corporate image’ en de maatschappelijke ‘license to operate’ cruciale begrippen zijn (zoals zorginstellingen), kunnen volgens mij waardevolle lessen leren van de corporatiesector. De bevindingen van KPMG over derivaten bij zorginstellingen kregen ook veel media-aandacht. Persoonlijk vond ik niet zozeer de aard en omvang van de derivaten opmerkelijk, als wel de publiekelijke erkenning door KPMG dat accountants met betrekking tot de jaarverslaggeving over derivaten tekortschieten. Ook in meer algemene zin mag worden vastgesteld dat de accountants er in de derivatenpubliciteit niet zo best van af komen. Het thema ‘derivaten’ zal bij accountants de komende tijd dan ook hoger op de agenda staat. (Als lezer van HEADline kunt u zich vast voorbereiden op de discussie rond het jaarverslag van volgend jaar…). Derivaten zie ik persoonlijk als elk ander gereedschap: er kunnen heel nuttige dingen mee worden gedaan, maar in verkeerde handen en bij verkeerde toepassing kan er veel schade mee worden aangericht. Het laatste
aspect heeft in alle publiciteit centraal gestaan, waarbij het eerste dreigt onder te sneeuwen. In dit verband vielen mij ook de diverse Kamervragen op over derivaten, die aan de Minister van VWS zijn gesteld. De nadruk lag hierin sterk op de risico’s voor zorginstellingen en de regels, richtlijnen en toezicht die al dan niet aanwezig zijn met betrekking tot derivaten. Ik lees hier tussen de regels door dat niet op voorhand mag worden uitgesloten dat ook de zorgsector, in het kielzog van de corporatiesector, met extra regulering te maken krijgt. Over regelgeving gesproken: ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM) gaat zich indringender met derivaten bemoeien. Vanaf 1 januari 2013 gelden nieuwe regels voor derivaten, die van toepassing zijn op iedere partij die een tegenpartij is in een derivatentransactie. Dit betreft zowel financiële als niet-financiële instellingen. Veel van deze partijen vallen nu niet onder het toezicht van de AFM of de Nederlandsche Bank. Een van de maatregelen is dat er een centraal meldpunt komt. Wat deze regels precies gaan betekenen voor zorginstellingen is mij nog niet duidelijk. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
december 2012
25
Upload uw kennis
DAT SMAAKT NAAR MEER! Nu een Nespressomachine GRATIS bij Kluwer Opleidingen*
Vakopleidingen voorjaar 2013 voor de financiële professional Maak uw keuze en schrijf u snel in. 8 maart 14 maart 15 maart of 24 mei 15 maart of 7 juni 18 maart, 8 april of 27 mei 22 maart of 16 mei 28 maart 4 april 5 april of 6 juni 9 april 9, 16 en 23 april 11 april 12 april of 13 juni 23 april 14 mei 14 en 21 mei 17 mei 22 en 29 mei
Haal meer uit Excel Slim gebruikmaken van Excel niveau 1 versie 2007/2010 niveau 2 versie 2007/2010 niveau 3 versie 2007/2010 Rapporteren met Excel dashboards Bouw je eigen dashboard Masterclass Excel Financieel modelleren met Excel NIEUW
21 maart 28 maart 4 april 5 april of 23 mei en/of 12 april of 30 mei 11 en 18 april 6 juni
Btw Werken met btw Btw in binnen- en buitenland Btw audit van uw boekhouding Btw in de gezondheidszorg Btw bij non-profit organisaties
14 en 21 maart 26 maart en/of 9 april 27 maart 7 mei 14 mei
Verplichte training Beroepsethiek voor NIEUW Accountants in Business
vanaf 14 maart
Met 10% korting voor abonnees
Met PE-punten
30 mei 30 en 31 mei 4 juni 4, 11, 18 en 25 juni 6 juni 11 juni 13 juni
* zie actievoorwaarden www.kluwer.nl/koffie
POWERcontroller POWERmanager Omgaan met verandering NIEUW iPOWER NIEUW Actualiteitenmiddag Werkkostenregeling WKR Business Model for You 2 NIEUW Cashflow modellen maken Essentials in projectmanagement NIEUW POWERadministrateur Transfer pricing Administratieve Organisatie Basiscursus IFRS POWERcontroller 2 NIEUW Managementinformatie: wat heeft het management écht nodig! Financieel gezonde projecten NIEUW Versterk uw performance NIEUW POWERmanager 2 NIEUW Werken met de A3 methodiek: maak een jaarplan dat werkt! IFRS Essentials: kapitaalbelangen en consolidatie Transfer pricing - Do it yourself Verbeteren en beheersen met procesmanagement Douane van A tot Z IFRS Essentials: financiële instrumenten en pensioenen Sturen met prestatie-indicatoren Nationale Controllersdag 2013
Inschrijven? Ga naar: www.KluwerFinancieelManagement.nl/opleidingen
Duopinie
EIGEN BIJDRAGE
Frans van Rijn, lid Raad van Bestuur Stichting Brentano te Amstelveen
Er blijft ER
Inkomensafhankelijke remgelden
Er blijft eigen risico binnen de zorgverzekeringswet wat mij betreft. Verzekeringen sluit je af om niet in financiële problemen te komen bij te grote uitgaven. Kleine uitgaven kan iedereen betalen. Ik kom hier later op terug. Hier komt bij dat het niet slim is als de handelingskosten van een verzekeraar niet in verband staan met de hoogte van de schade. De handelingskosten worden namelijk verrekend in de premie. Om deze reden zou het eigen risico per kostenmakende case moeten gelden. Dit heeft weer het voordeel dat mensen nadenken voordat ze naar een huisarts gaan, medicatie vragen, een doorverwijzing vragen, een tweede diagnose ter bevestiging vragen. Het bezoek aan de huisarts is vaak te voorbarig. Het gebruik van medicijnen is vaak enkel ter geruststelling. De tweede diagnose is enkel omdat je altijd hoop hebt dat de geconstateerde afwijking niet waar is. Kortom het (aangepaste) eigen risico is de katalysator van de verlaging van de ziektekosten. Wat betreft ‘kleine uitgaven kan iedereen betalen’. Natuurlijk is eigen bijdrage per 2013 van € 350,- voor de laagste inkomens veel geld. Voor € 7,- per week zijn deze groepen een dag minder per week afhankelijk van de voedselbank. Daarom ben ik voorstander ook de eigen bijdrage inkomensafhankelijk te maken. Er wordt hierbij gedacht aan bedragen van € 180,- tot € 595,- per jaar. Ik zou uitgaan van € 30,- tot € 100,- per kostenmakende case met een maximum per jaar van de genoemde bedragen.
Het veelkoppige monster dat regeldruk heet, heeft er een nieuwe kop bij (zie boven). In veel landen wordt al jaren geëxperimenteerd met eigen bijdragen en eigen risicobetalingen. Met wisselende invulling en wisselend succes. In Nederland hebben we relatief de laagste eigen bijdragen ter wereld. En we willen dat de Nederlandse consumenten de kosten van onze gezondheidszorg beter leren kennen. Vanuit die optiek kan ik me nog best iets voorstellen bij de uitbreiding van genoemd instrumentarium. Maar de plannen om dit inkomensafhankelijk te doen en te beboeten als niet vooraf een verwijzer is geraadpleegd, maken het onzalige ideeën. Als we in Nederland vinden dat de verschillen tussen hoge en lage inkomens te groot zijn en er moet worden genivelleerd, hebben we een uitstekend systeem voor handen: de belastingen. Iedereen levert door de gedifferentieerde belastingschijven al naar zijn of haar vermogen een bijdrage aan de (sociale) infrastructuur in Nederland. Vinden we dat het nog te scheef is, dan doen we er aan de onderkant een procentje af of vragen we aan de bovenkant een procentje extra. Inkomensafhankelijke zorgpremies maken het systeem nodeloos ingewikkeld: wie gaat de inkomenstoets uitvoeren, wat is de definitie van inkomen en telt vermogen dan ook mee? Zo zijn er veel vragen. Ten eerste onuitvoerbaar, draagt het ook maar beperkt bij aan de doelstelling. Namelijk dat de consument zelf een betere afweging maakt of ie wel of niet medische hulp zoekt. Ook de boetes voor mensen die rechtstreeks naar de spoedeisende hulp gaan zijn bedoeld als remgeld. Maar ook daar geldt dat het middel erger is dan de kwaal (in de gezondheidszorg des te kwalijker…). Wat een administratieve rompslomp! Ik heb een veel beter idee: waarom maken we de verkoopprijzen van de diensten van zorginstellingen niet inkomensafhankelijk? Zorginstellingen zijn wel gewend aan administratief gedoe en sturen met geblindeerde voorruit…
december 2012
Foto: De Beeldredaktie
Foto: De Beeldredaktie
REMT ZORGCONSUMPTIE AF
Paul van der Wijk, lid Raad van Bestuur Martini Ziekenhuis te Groningen
27
Ad verbum
De 9+ organisatie Van marketshare naar mindshare
E
lke zorgaanbieder worstelt op dit moment met het daadwerkelijk centraal stellen van de wensen en mogelijkheden van de cliënt. Daarbij is de economische realiteit dat dit ook gepaard moet gaan met een beperking van de kosten per eenheid of met een verhoging van de efficiency en effectiviteit. ‘De 9+ organisatie’ geeft invulling van waar het werkelijk om gaat bij de klant, met een invalshoek vanuit de marketing. De klant moet een 9+ ervaring opdoen over de hele procesgang van acquisitie (Intake), dienstverlening/service (Zorgverlening) en productontwikkeling (Innovatie).
ten van customer excellence. De customer journey analyseert de klantbeleving op basis van bestaande organisatieprocessen. En daarmee kunnen we achterhalen op welke momenten we als organisatie het verschil kunnen maken in onze relatie met de klant. De customer journey mobiliseert bij de medewerkers de mogelijkheden om procesverbeteringen te bedenken en in te voeren. Medewerkers zijn zo actief bezig met de leefwereld van de klant. Voor collega’s die zich willen verdiepen in de onbenutte mogelijkheden tot (proces)innovatie is dit boek een eenvoudige inleiding in het denken over klantbeleving.
Kern van de gedachtegang is dat het bij de ‘klantverleiding’ steeds gaat om de, binnen de marketing welbekende, AIDA-cyclus: Attention, Interest, Desire en Action. Voor een 9+ beleving van de klant is het nodig om een start te maken met de invulling van de derde stap, Desire. Dat betekent dat er veel meer aandacht moet worden geschonken aan de behoeften en onbewuste voorkeuren van de klant. Vandaar de ondertitel ‘Van marketshare naar mindshare’. Volgens gangbare wetenschappelijke inzichten is slechts 10% van ons gedrag tot stand gekomen op basis van bewuste (rationele) keuzeprocessen. Minimaal 90% van wat mensen drijft, bevindt zich in het onderbewuste. En zeker bij complexe keuzes speelt het onderbewuste een veel grotere rol dan vaak wordt verondersteld.
Bernard de Vries Robles en Reinald van der Meer
28
Kunnen we de performance van onze organisaties dan niet sterk verbeteren door verder door te dringen in de onbewuste drijfveren van onze klant? In het laatste deel van het boek beschrijven de auteurs met welke methoden we de onbewuste behoeften van klanten kunnen achterhalen. In de zorg is het concept van de customer journey goed bruikbaar om tot procesverbeteringen te komen op basis van de uitgangspun-
december 2012
UITGEVERIJ VAN DUUREN MEDIA ISBN 9089650407 TAAL NEDERLANDS DRUK 1 PRIJS € 27,95 VERSCHIJNINGSDATUM APRIL 2010 SCHRIJVERS BERRY VELDHOEN & STEPHAN VAN SLOOTEN
ZZP 2013: HANDBOEK VOOR ZELFSTANDIGEN De nieuwe editie van het standaardwerk voor ZZP’ers is geheel geactualiseerd. Nieuw zijn onder andere: tBGUSFLQPTUFOFOCFMBTUJOH tarieven 2013 tBBOTQSBLFMJKLIFJEWBO opdrachtgevers tWFSBOEFSJOHFOJOEFCUX tCBOLTQBSFOFOIZQPUIFFL En natuurlijk biedt dit handboek alle praktische informatie over: De flexibele economie - Marketing, promotie en tarieven - Netwerken en klanten binden - Offertes en contracten - Begroting, boekhouding en belastingaangifte - Risico’s en verzekeringen - Rechtsvormen UITGEVERIJ NIEUWEZIJDS ISBN 9789057123771 TAAL NEDERLANDS DRUK 1 PRIJS € 25,00 VERSCHIJNINGSDATUM EIND JANUARI 2013 SCHRIJVERS TIJS VAN DEN BOOMEN
DUURZAAMHEID STAP VOOR STAP IN DE PRAKTIJK Duurzaamheid, ook wel Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) genoemd, gaat eigenlijk over gewoon fatsoenlijk zaken doen. Fatsoenlijk in de zin van respect hebben. Dit betekent rekening houden met de mens, de aarde en een gezonde winstgevendheid die innovatiemogelijkheden en continuïteit biedt. U overweegt uw organisatie te verduurzamen? U oriënteert zich op manieren om dit te doen? U ziet door de bomen het bos niet meer en weet niet waar te beginnen? Kortom, u zoekt een startpunt. Dan is dit boek voor u geschreven! UITGEVERIJ VAN GORCUM BV ISBN 9789023250609 TAAL NEDERLANDS DRUK 1 PRIJS € 19,95 VERSCHIJNINGSDATUM SEPTEMBER 2012 SCHRIJVERS MARGUERITE STEENWIJK
HET GROOT VERBETERBOEK TOOLS VOOR PROCESVERBETERAARS EN VERANDERMANAGERS De meeste boeken, trainingen en seminars over ‘verbeteren’, gaan doorgaans óf over de bedrijfsmatige kant, óf over de veranderkundige kant van verbeteren. ‘Het Groot Verbeterboek’ bevat niet alleen tools op beide terreinen, maar legt ook de verbinding tussen beide kanten. Daarmee ondersteunt het verbeteraars in de volle breedte van hun vak. ‘Het Groot Verbeterboek’ geeft een overzicht en rangschikking van de meest gebruikte instrumenten die continue verbetering tot doel hebben. Maar liefst 121 tools en concepten die bijdragen aan het verbeteren van processen binnen organisaties passeren de revue. Dat gaat van bekende tools als vijf maal waarom en de oorzaak-gevolgmatrix tot minder bekende als de terugbliktool en de CTQ-flowdown. Waar veel boeken over deze tools voornamelijk vertellen wat u kunt doen om de bedrijfsprocessen te verbeteren, legt ‘Het Groot Verbeterboek’ ook uit hóe u dat moet doen. Per instrument geeft het boek achtergronden over de wijze van toepassing: in welke situatie en op welk moment, bij welke persoon, op welke manieren en uiteraard met welk resultaat. In het boek richten de auteurs zich niet alleen op het bedrijfskundige aspect (de bovenstroom), maar ook op de veranderkundige kant (de onderstroom). Daarmee is dit boek een praktisch toepasbaar overzichtswerk voor elke (verander)manager! UITGEVERIJ ACADEMIC SERVICE ISBN 9052619220 TAAL NEDERLANDS DRUK 1 PRIJS € 49,95 VERSCHIJNINGSDATUM OKTOBER 2012 SCHRIJVERS NEIL WEBERS, LUCAS VAN ENGELEN, THOM LUIJBEN, E.A.
december 2012
29
COLOFON Communicatiecommissie Bart van den Dolder (voorzitter), interim financial Van den Dolder Financiën en Management John Bierings, internal audit, treasury, tax-control Koraalgroep Thea ten Broek, hoofd planning & control Bronovo Ziekenhuis Pim Diepstraten, adviseur Finance Ideas Ernstjan Enserink, programmamanager verantwoorde bedrijfsvoering Rijnland Zorggroep Reinald van der Meer, senior adviseur beleid & ontwikkeling GGZ Noord-Holland Noord Gerrit Poortman, manager verkoop SDB Groep Bernard de Vries Robles, interim financial De Vries Robles Management Consultancy
Aanleveren artikel of reageren op een geplaatst artikel:
[email protected] Vormgeving COLORSCAN BV, Voorhout, www.colorscan.nl Druk Williams Lea
advertentie
december 2012
Adverteren Camilla van Kampen 06-54948754
[email protected] Erik Kloppers 0570-648978
[email protected] Verenigingsbureau HEAD Zoom 18d 9405 PS Assen 0592-35 35 87
[email protected] Hoofdsponsors Aon PwC Unit4
(Eind)redactie en bladmanagement Mirjam Flantua en Petra de Lange Verenigingsbureau HEAD
30
Uitgeverij Kluwer
Subsponsors AAG Finance Ideas Finance 4 Care High Select SDB Groep PGGM Q-Consult
“Het is AAG gelukt de ontwikkelingen van morgen bij ons op de agenda te zetten. Wij gaan aan de slag!” Rob Derks +RRIG¿QDQFLHHOHFRQRPLVFKH]DNHQ $UQKHPV5DGLRWKHUDSHXWLVFK,QVWLWXXW$57,
AAG is hét advies- en servicebureau voor zorg, welzijn, kinderopvang, volkshuisvesting en overheden. Wij zijn breed vertegenwoordigd in deze sectoren, met opdrachtgevers in heel Nederland. De klant en de samenwerking staan bij AAG
Samen succesvol
altijd centraal. Samen zijn wij succesvol. De professionals van AAG bieden innovatieve oplossingen met zowel kant-en-klare producten als maatwerk. Onze klanten kunnen daardoor de meest optimale keuzes voor de bedrijfsvoering maken.
Financial Services | Organisatie & Vastgoed | Payroll & HRM Services | Opleidingen Het Wielsem 10
postbus 90161
5200 MP 's-Hertogenbosch
T 073 - 640 97 77
[email protected]
www.aag.nl