MAAK JE AFDELING ALOM BE- KEND!

P Informatie Promotie

P1

MAAK JE AFDELING ALOM BEKEND! Het succes van je club Het succes van je club wordt voornamelijk bepaald door de manier waarop anderen over je denken. Daarom is het goed ervoor te zorgen, dat je als afdeling een positieve uitstraling hebt. • Als Casper op school laaiend enthousiast vertelt over dat toffe spel, dat hij bij Jong Nederland deed, willen zijn vriendjes ook wel op die leuke club zitten. • Ontvangt de gemeente een goede begroting, dan zien ze dat Jong Nederland zijn zaakjes goed op orde heeft. • Schrijft de krant een lovend artikeltje over jullie spelmiddag voor alle kinderen in het dorp, dan herinneren ouders zich dat als ze een vrijetijdsbesteding voor hun kind zoeken. Om te zorgen, dat het beeld van jullie club positief is moet je werken aan je pr. Wie wil je bereiken? Omdat het bij pr erom gaat anderen doelbewust iets te vertellen over jouw club, is het belangrijk om te weten wie je wilt bereiken. Als Jong Nederland-afdeling heb je namelijk met veel contacten te maken (C1 t/m C5). Voordat je verder gaat op het promotiepad, is het goed om: • te bepalen welke contacten jullie afdeling al heeft • te bedenken welke contacten nog meer nuttig voor jullie zijn • vast te stellen op welke manier je wie wilt bereiken Het maken van een contactschema is hiervoor een handig hulpmiddel.

P1.1

EEN CONTACTSCHEMA MAKEN

Omdat niet iedere relatie hetzelfde hoeft te weten, hoeft niet iedereen dezelfde boodschap te ontvangen. Je kunt mensen gericht benaderen. Voor de een is persoonlijk contact het meest effectief, voor een ander is een bericht in het wijkkrantje voldoende. Voor de gemeente en sponsors zijn je beleidsplan en je financiële jaaroverzicht interessant, ouders en leden lezen liever je afdelingsblad. Niet iedere afdeling maakt gebruik van dezelfde mogelijkheden. In het voorbeeld contactschema geven we een aantal mogelijkheden. Gebruiken jullie andere, vul ze dan in in het schema. Zijn jullie over een manier minder tevreden, probeer dan eens een suggestie uit de tabel. Inventariseren In het schema op de volgende pagina kun je aangeven met wie jullie afdeling een relatie heeft en op welke manier die onderhouden wordt. In hetzelfde schema kun je, met een andere kleur, aangeven welke nieuwe relaties voor jullie belangrijk zijn en op welke manier jullie ze willen bereiken.

Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend

P Mogelijkheden

Contacten INTERN Jeugdleden Kaderleden Oud-jeugd- en oud-kaderleden Ouders Redactie Idee Andere afdelingen District Landelijk Bestuur Infocentrum Jong Nederland Landelijk bureau EXTERN Gemeente (a) Verhuurder accommodatie Medegebruikers accommodatie Buurtbewoners Bewoners in dorp of wijk Scholen in de omgeving Kruisorganisatie, kleuterbureau Huisartsen Bibliotheek Kerkbestuur Middenstandsvereniging/ winkeliers Subsidiegevers/ fondsen (anders dan gemeente) Potentiële sponsors Plaatselijke pers: (b) politie/brandweer


P Toelichting op het schema (1) = informatieboekje aan het begin van het seizoen (2) = welkomstfolder nieuwe leiding (3) = welkomstfolder nieuwe leden (4) = acties: kerststukjes verkoop, cakeactie, flessenactie, activiteiten voor het hele dorp of voor alle jeugd, andere mogelijkheden (a) = gemeente (ambtenaren, politici, B&W, dorpsraad) (b) = plaatselijke pers: krant, huis-aan-huisbladen, radio, TV, teletekstpagina’s Andere mogelijke externe contacten: • andere jeugdorganisaties in dorp/wijk, bijvoorbeeld de speeltuinvereniging • groepen, die activiteiten in dorp/wijk organiseren, bijvoorbeeld de Oranjevereniging, Sinterklaascommissie Het schema geeft een goed overzicht van: • instellingen en personen met wie je nu contact hebt (heden) • instellingen en personen met wie je nu geen contact hebt, maar met wie het wel belangrijk is een relatie op te bouwen (toekomst) • de mogelijkheden, die je nu gebruikt om je contacten te onderhouden (heden) • en de mogelijkheden, waarvan je denkt dat ze beter werken om een contact op te bouwen of in stand te houden (toekomst) Alle leiding erbij betrekken • Bespreek het schema op de afdelingsvergadering met alle leiding: − probeer eerst duidelijk te maken waarom het onderhouden van contacten zo belangrijk is voor je afdeling − kijk dan of alle huidige en nog gewenste contacten in het schema staan − vindt iedereen het onderhouden van deze contacten belangrijk? Door het schema met alle leiding te bespreken wordt iedereen 'medeplichtig' gemaakt aan de uitvoering ervan. Samen moet je dezelfde boodschap uitdragen!

P1.2

CONTACT ONDERHOUDEN

Daarna wordt afgesproken wie welk contact onderhoudt of welke mogelijkheid verzorgt. Dit hoeft niet alleen door het bestuur te gebeuren. Er kunnen werkgroepen of contactpersonen ontstaan: werkgroep fondsen, contactpersoon buurtcontacten. Zij regelen met hun contact de zaken, die in de afdelingsvergadering worden afgesproken. Houd rekening met het moment waarop wie wat moet ontvangen. Juist regelmaat versterkt de actie. • Veel tegelijk? Word niet gelezen! • Een ouderavond op een belangrijke voetbalavond? Vergeet het maar! • De Jong Nederland-dag een week na de opening van je blokhut? Reken er maar niet op, dat pers en politici tweemaal opdraven. Vul op het schema in wanneer iets wordt gepland of toegestuurd. Zo krijg je zelf een goed overzicht en kun je je planning zo gespreid mogelijk maken. Dat heeft meer effect. Binnen de modulereeks Bestuurswerk van Scouting Nederland is een brochure uitgegeven 'pr en voorlichting'. Ook Jong Nederlanders kunnen deze bestellen: 033 4960260.


P P2

JONG NEDERLAND UIT DUIZENDEN HERKENBAAR P2.1

EEN HUISSTIJL

Over alles wat je doet of maakt vormen anderen zich een oordeel. Ook over je Jong Nederland-afdeling. Of 'je bent een fantastische club', of' daar moet je niet bijhoren'! Natuurlijk wil je het eerste. Daarom moet je, in alles wat je doet of maakt je goed presenteren. Straal je daarbij iets eigens uit, dan herkent iedereen je als Jong Nederland. Daarom heeft Jong Nederland een eigen huisstijl. De Jong Nederland-huisstijl Jong Nederland heeft een eigen huisstijl: een speciale vormgeving, die de Jong Nederland-uitgaven een herkenbare Jong Nederland-uitstraling geeft. Het zijn de zichtbare kenmerken van onze club. Denk bijvoorbeeld aan het logo, aan Kleppie, aan de vormgeving van drukwerk, de tekeningen in Idee en de spelmappen. Huisstijl zegt echter nog meer: de Jong Nederland-huisstijl straalt vrolijkheid, speels-heid, uitdaging en omgaan met anderen uit. De slogan van Jong Nederland 'speels, vrolijk en uitdagend' is in de huisstijl te herkennen. Ook de landelijke uitgaven van Jong Nederland passen binnen deze huisstijl. Door een consequent gebruik ervan weet de ontvanger meteen wat hij krijgt en van wie. Daarom is het van belang als organisatie één herkenbaar beeld uit te stralen. Afdelingen en de huisstijl Afdelingen, die de Jong Nederland-huisstijl gebruiken hebben het grote voordeel, dat zij het landelijke uitgegeven materiaal direct kunnen gebruiken als herkenbaar product voor hun eigen promotie. Het Jong Nederland-spandoek, Jong Nederland-briefpapier, het Jong Nederland-naambord, de Jong Nederland-folders zijn hier voorbeelden van.

P2.2 B I J A F D E L I N G S N A A M H O O R T J O N G N E D E R L A N D Combineer jullie afdelingsnaam met 'Jong Nederland', bijvoorbeeld Jong Nederland Halfweg of Jong Nederland Don Bosco. Gebruik je alleen de naam 'Don Bosco', dan wordt een landelijke Jong Nederland-folder, waarin alleen over 'Jong Nederland' gesproken wordt niet met jullie club geassocieerd. Gebruik je daarentegen 'Jong Nederland Don Bosco', dan is duidelijk dat die algemene Jong Nederland-folder ook over Jong Nederland Don Bosco gaat. De algemene promotieartikelen en informatiematerialen werken bij gebruik van de naam Jong Nederland het sterkst.


P P2.3

JONG NEDERLAND-LOGO

Het meest herkenbare van de huisstijl is het logo van Jong Nederland, dat je consequent op alle uitgaven ziet, of het nu om een vlag of een briefje gaat. Daarom vind je eerst informatie over dit logo alvorens je de richtlijnen en tips over de Jong Nederland-huisstijl vindt. Het logo van Jong Nederland bestaat uit acht keer de lettercombinatie J(ong) N(ederland). Die acht JN'en vormen samen een cirkel. Onder deze cirkel staat de naam Jong Nederland voluit. De cirkel verwijst naar het samenspel binnen Jong Nederland. De afdeling vormt een eenheid, waarin de speel- en leeftijdsgroepen: Minioren, Maxioren, Junioren, Senioren, 16+ers en leiding samenkomen en samenspelen. Hoe groot of hoe klein het aantal mensen ook is, telkens kunnen we spreken van een kring waarin zij bezig zijn. De acht JN'en hebben niet allemaal dezelfde kleur. Vier zijn er groen, vier zijn er blauw. Deze kleuren passen bij elkaar als een groene zomerwei onder een hemelsblauwe lucht. In de Jong Nederland-vlag vind je het logo ook terug in de groene baan onder, de blauwe boven. Het getal acht heeft ook een diepere zin. Het duidt erop, dat alles verder gaat. Bij Jong Nederland betekent dit dat we met elkaar op weg blijven, dat we samen verder gaan.

P2.4

MASCOTTE EN SLOGAN

Jong Nederland heeft, behalve een logo, sinds 1994 een mascotte: Kleppie. Kleppie is een fantasiefiguurtje, dat de slogan van Jong Nederland verbeeldt: een grappig wezentje, dat speels, vrolijk en uitdagend door het leven gaat. Kleppie houdt van avontuur en actie. Daarom kom je hem in allerlei houdingen tegen. Bij het Infocentrum (C2.15) is een diskette verkrijgbaar waarop Kleppie in vele varianten staat en het Jong Nederland-logo. Ook is er het boekje 'illustraties kopieermodellen' waarin vele Kleppies staan geschikt om te kopiëren. Ideaal om in je afdelingsblad, op uitnodigingen of andere uitgaven te gebruiken. Deze afbeeldingen zijn bovendien te vinden op Internet www.jongnederland.nl. Je kunt ze daar van af halen voor eigen gebruik.


P P2.5

HET GEBRUIK VAN DE JONG NEDERLANDHUISSTIJL

• De naam Jong Nederland wordt altijd voluit geschreven. Gebruik dus niet de afkorting. De naam Jong Nederland wordt uitgevoerd in 'american typewriter bold condensed', in de kleur 'pantone reflex blue'. • Waar mogelijk gebruikt Jong Nederland lettertype univers 10pnt. • Het logo wordt uitgevoerd in de kleuren 'pantone reflex blue' (blauw) en 'pantone nummer 347' (groen). Bestaan in de gekozen techniek, bijvoorbeeld stof bedrukken, deze kleuren niet op dit nummer? Vraag dan een kleur die de Jong Nederlandkleuren zo dicht mogelijk benaderd. Bij de uitvoering in zwart-wit is het van belang, dat het embleem duidelijk wordt afgedrukt. Geschikt om te kopiëren zijn de groene en blauwe Jong Nederlandstickers. Het logo is digitaal op floppy verkrijgbaar bij het Infocentrum (C2.15). Op Internet vind je het op de eigen Jong Nederlandsite: www.jongnederland.nl. • Bij de Jong Nederland Winkel zijn briefpapier en enveloppen te koop in de huisstijl van Jong Nederland. Tevens verkopen ze er een stempel van het logo.

P2.6

GEBRUIK VAN HUISSTIJL BEWAKEN

Waar veel mensen enthousiast bezig zijn met het schrijven van briefjes, het maken van affiches en folders bestaat het risico, dat het gebruik van de huisstijl verwatert. De pr'er van de afdeling kan dit voorkomen, door bijvoorbeeld: • zelf alles te maken • een handwijzer te maken hoe jullie in de afdeling de huisstijl gebruiken • op diverse computers macro's te installeren • het logo en Kleppie op computers te installeren of op flop beschikbaar te stellen. • door datgene wat de deur uit gaat na te kijken Het klinkt wellicht betuttelend. Bedenk, dat de kracht van je publicaties juist zit in de huisstijl. Haar uitstraling bevordert de herkenbaarheid van je afdeling.


P P3

EEN EIGEN BLAD VOOR JE AFDELING Veel Jong Nederland-afdelingen hebben een eigen afdelingsblad. Dit afdelingsblad is een prima pr-middel voor je interne contacten. Wie het contactschema bij P1.1 invulde, heeft zeker opgemerkt dat het afdelingsblad naar veel interne contacten gezonden kan worden of wordt. Ook voor je externe relaties kan een afdelingsblad uitstekend gebruikt worden. Door het regelmatig toesturen van het blad geef je regelmatig je visitekaartje af en zijn externe contacten op de hoogte van de activiteiten van de groep.

P3.1

EEN AFDELINGSBLAD OPZETTEN Wanneer je voor het eerst een afdelingsblad gaat maken, is het handig om te inventariseren welke schriftelijke materialen binnen de afdeling al verstuurd worden naar je leden en hun ouders: briefjes, programmaoverzichten, uitnodigingen. Stel je nu eens de vraag: kunnen deze losse briefjes ook allemaal opgenomen worden in het afdelingsblad. Wat zijn daarvan de voordelen en de nadelen.

Voordelen: • voor de ontvanger duidelijk: alle informatie in één • iedereen heeft dezelfde informatie op hetzelfde moment • alle informatie staat erin, inhoud is interessant en belangrijk • kostentechnisch kan het gunstiger zijn dan allerlei los verstuurde briefjes, of meegegeven kopietjes, die thuis niet afgegeven worden of kwijt raken. Nadelen: • discipline van schrijvers om op tijd informatie aan te leveren • leiding moet tijdig activiteiten plannen • uitkomen blad afstemmen op activiteiten in de afdeling • blad moet op de afgesproken datum uitkomen • niet iedereen zal je blad lezen Deze inventarisatie kan gemaakt worden tijdens een afdelingsvergadering. Jullie pr'er neemt hierin het voortouw. met

Laat na deze inventarisatie de volgende 11 punten stapsgewijs aan de orde komen: − Voor wie maak je het afdelingsblad? (P3.2) − Welke informatie is interessant en noodzakelijk? (P3.3) − Wie gaan het afdelingsblad maken? (P3.4) − Wie leveren de informatie? (P3.5) − Hoe vaak verschijnt het blad? (P3.6) − Hoe bepaal je de oplage? (P3.7) − Hoe ziet het blad eruit? (P3.8) − Hoe ga je om met ingeleverde kopie? (P3.9) − Hoe 'druk' je het blad? (P3.10) − Hoe verspreid je het blad? (P3.11) − Wat kost het blad en hoe financier je het? (P3.12)


P Het is goed om regelmatig kritisch te kijken hoe je met je afdelingsblad omgaat als mogelijkheid om je afdeling te promoten. De redactie kan dit doen met het bestuur, of op de afdelingsvergadering of met jullie pr'er in de club. Laat de punten op de vorige bladzijde dan aan de orde komen.

P3.2

VOOR WIE MAAK JE HET AFDELINGSBLAD?

In de eerste plaats maak je een afdelingsblad voor jeugdleden, kaderleden en ouders. In de tweede plaats kan je er voor kiezen, dat het blad ook voor jullie andere contacten bestemd is, bijvoorbeeld voor gemeenteraadsleden, andere jeugdclubs in de buurt, de andere Jong Nederland-afdelingen in jullie district, de bibliotheek, maatschappelijke organisaties en de pers (P1.1). Stuur het ook naar de 'Clubbladenmeneer' van het landelijk Jong Nederlandmagazine Idee. Hij vertelt in ieder Ideenummer iets over de ontvangen bladen en ruimt een speciaal plekje in voor het 'Clubblad van de maand'. Op deze wijze versterkt hij de band tussen de Jong Nederland-afdelingen onderling. Dus stuur je blad naar het Infocentrum (C2.15) t.a.v. de Clubbladenmeneer.

P3.3

WELKE INFORMATIE IS INTERESSANT EN NOODZAKELIJK?

Voor leden, leiding en ouders moet het blad: • onderhoudend zijn: verslag van activiteiten van jeugdleden, speltips in sfeer van speelplannen. • informatief zijn: wijziging van clubtijden, ontvangen giften, goedgekeurde bouwvergunning. • de band tussen leden vergroten: lijstje met verjaardagen en welkom aan nieuwe leden. • voor ouders telt daarbij dat het de vertrouwensrelatie onderhoudt en versterkt: verslag van de introductiecursus, die een leider volgde. Wat niet thuishoort in een afdelingsblad zijn bijvoorbeeld vergadernotulen, tenzij het gaat om interessante informatie voor de ontvanger van het blad. Als op de vergadering besloten wordt, dat binnen iedere leeftijdsgroep minimaal één leidinggevende het EHBO-diploma moet hebben, is dit informatie, die bijvoorbeeld voor ouders relevant is. Voor externe contacten is het blad een 'vergeet-mij-nietje'. Je hoeft voor hen geen specifieke informatie te schrijven. Wel moet het blad er perfect uitzien: goed verzorgd, leuk, maar niet te 'ouwe jongens, krentenbrood' geschreven, geen fouten en herkenbaar als Jong Nederland-blad. Beantwoordt jullie blad hieraan? Dan werkt het als een positieve reclame voor jullie afdeling!


P P3.4

WIE GAAN HET AFDELINGSBLAD MAKEN?

Het maken van het afdelingsblad is niet specifiek een taak voor het afdelingsbestuur. Hiervoor kun je een apart groepje samenstellen: de redactie. Een van hen is de hoofdof eindredacteur. Samen met het bestuur of de afdelingsvergadering bepaalt de redactie hoe het blad er uit komt te zien en wat er in komt te staan. In de praktijk is het ook zo, dat de redactie de productie tot haar taak rekent, en vaak ook nog de advertentiewerving. Op de redactievergadering komen altijd drie agendapunten aan de orde: • kopie: welke onderwerpen komen in het te verschijnen nummer aan de orde, wie schrijft de artikelen, wat ligt er al voor kopie? • planning: wat zijn de planning en deadline voor het nieuwe nummer? • evaluatie: hoe zag het vorige nummer eruit, welke reacties zijn daarop ontvangen? Neem ongeveer een week voor de sluitingsdatum van de kopie contact met je correspondenten op. Zelfs als je het nog zo goed georganiseerd hebt, zal je zelden zonder moeite alle kopie ontvangen.

P3.5

WIE LEVEREN DE INFORMATIE?

Het is niet de bedoeling, dat een redactie alle artikelen zelf schrijft. Het is het mooiste wanneer je per groep een eigen correspondent hebt. Bij de Minioren en Maxioren zal dit iemand van de leiding zijn, in de oudere leeftijdsgroepen, Junioren, Senioren en 16+ers, een jeugdlid. Ook het bestuur, de verschillende werkgroepen: materiaalcommissie, activiteitencommissie hebben een correspondent. In het clubhuis hangt natuurlijk duidelijk zichtbaar een kopiebus. Het redactieadres en de sluitingsdata voor de kopie zijn bekend. Bij Jong Nederland Keldonk houden de leden van elke groep wekelijks een logboek bij. Verslagen hieruit worden gepubliceerd in het blad. Zo ben je verzekerd van kopie van leden, zonder dat je er eindeloos om hoeft te bedelen.

P3.6

HOE VAAK VERSCHIJNT HET BLAD?

Ideaal is het als een blad tien keer per jaar verschijnt: iedere maand, maar met een zomerstop. De informatie over activiteiten in de groepen kan dan het best doorgespeeld worden. Afhankelijk van de bezetting van de redactie, de aanlevering van kopie en de wijze waarop het blad geproduceerd wordt zal dit voor de ene redactie haalbaar zijn en voor de ander een zware klus zijn. In overleg met het bestuur en/of de afdelingsvergadering is het goed samen te zoeken naar hetgeen voor jullie te realiseren is, rekening houdend met: de redactie, een actuele informatieverspreiding, je lezers en de kosten. Laat het blad steeds op hetzelfde tijdstip uitkomen: bijvoorbeeld aan het begin van de nieuwe maand. Je lezers, maar ook degenen die kopie inleveren, gaan daar dan op rekenen.


P P3.7

HOE BEPAAL JE DE OPLAGE?

De oplage stel je vast door te bepalen wie jullie het blad willen geven. Het contactschema bij P1.1 is hiervoor een handig hulp-middel. Laat daarboven altijd een aantal extra bladen maken. Deze geef je aan nieuwe leden en leiding, aan mensen, die informatie over jullie afdeling vragen of je deelt ze uit op de braderie of de opendag.

P3.8

HOE ZIET HET BLAD ERUIT?

Aan het blad moeten ontvangers direct kunnen zien dat het jullie blad is. • Het meest praktische formaat is A5 (148x210 mm). Je maakt het blad dan landscape op A4-papier. Op ieder vel komen vier pagina's van je blad. Het totaal aantal pagina's moet dan ook deelbaar zijn door vier. Na het drukken worden de vellen papier verzameld, gevouwen en geniet. • Houd een vaste stijl aan. Bepaal de witruimte boven, onder, links en rechts. Kies of je met kolommen werkt en met welke lettertypes en regelafstand. • Het gemak van het werken met een tekstverwerker is dat je deze gegevens kunt opslaan. • Gebruik je de Jong Nederland-huisstijl: lettertype, logo en Kleppie (zie P2.1, P2.3, P2.4 en P2.5), dan is het blad helemaal goed herkenbaar. • Je blad moet er altijd goed uitzien: aantrekkelijk, lekker leesbaar en verzorgd. • Kies voor een indeling, waarbij rubrieken een vaste plaats krijgen en maak ze herkenbaar door een vaste kop of illustratie. Het is handig om vooraf een dummy te vouwen. Dit is een leeg nummer met op iedere bladzijde het paginanummer en het onderwerp, dat op die bladzijde komt. Je krijgt dan een overzicht welke pagina's naast elkaar getypt moeten worden.

P3.9 H O E G A J E O M M E T I N G E L E V E R D E K O P I E ? Bepaal vooraf hoe je omgaat met de aangeleverde kopie. Laat je visie hierop weten aan degenen die je kopie (kunnen) leveren. • Verander je taal/spellingfouten, kromme zinnen, de inhoud? Maak je verschil tussen door jeugdleden geschreven stukjes en door volwassenen geschreven teksten? Bij het bepalen hiervan moet je heel duidelijk voor ogen hebben wie je lezers zijn. Van taal- en spellingfouten houdt niemand, maar in een stukje van een Maxior kan het juist leuk zijn. Laat dan in de lay-out en lettertype uitkomen dat dit een 'kindertekstje' is. Het oorspronkelijke tekstje inscannen of kopiëren werkt daarbij goed.


P • Teksten moeten nooit moeilijk zijn, maar een artikeltje over de nieuwe bouwplannen mag zakelijker zijn dan een verslag van het zwemfestijn.

P3.10

HOE 'DRUK' JE HET BLAD?

Het moedervel, dat je gebruikt voor het vermenigvuldigen moet perfect zijn. Gebruik hiervoor een inkjet- of laserprinter. Als je oplage kleiner is dan 200 exemplaren kan je meestal het voordeligst terecht bij een kopieerwinkel. Ook is het wellicht mogelijk een deal te maken met een buurthuis, jongerencentrum of een school.

P3.11

HOE VERSPREID JE HET BLAD?

De voordeligste verspreiding is natuurlijk om het gewoon zelf te doen. Deel de bladen aan het eind van een bijeenkomst uit. Schrijf op ieder blad de naam, zodat je steeds weet wie het blad nog niet gehad heeft. Andere mogelijkheden zijn: • per stadspost • met PTT-post. Vanaf vijftig exemplaren is het partijenstreekposttarief voordelig en scheelt postzegels plakken. Informatie hierover kun je aanvragen bij PTT Post Klantenservice 0800 - 0417 (gratis) • een paar vrijwilligers hiervoor charteren • jullie Senioren of 16+ers een kleine bijdrage voor hun kamp laten verdienen met rondbrengen Het grote voordeel van deze mogelijkheden is, dat je zeker weet, dat iedereen zijn blad thuis heeft ontvangen.

P3.12

WAT KOST HET BLAD EN HOE FINANCIER JE HET?

De grootste kostenposten van een afdelingsblad zijn het kopiëren en frankeren. Neem de hiervoor benodigde bedragen op in de begroting (B3.4, B3.5). Moet je het kopieerwerk bij een drukkerij of kopieerwinkel laten doen, maak dan van te voren afspraken over het BTW-tarief. Wanneer jullie blad meer dan vier keer per jaar verschijnt is het een periodiek. Je hoeft dan slechts 6% BTW in plaats van 19% te betalen. Advertenties werven Het is mogelijk een deel van de kosten terug te verdienen door advertenties te verkopen. Je blad moet er dan wel goed uitzien, anders zullen bedrijven of winkeliers hun naam niet aan jullie blad willen verbinden. Kies je hiervoor, praat er in de afdelingsvergadering over wie je wel en niet wilt laten adverteren. Overweging daarbij is: wat vinden jullie goed voor de leden: sterke dranken, rookwaren?


P De prijs, die je voor een advertentie vraagt hangt van zoveel factoren af, dat daar geen algemene regels voor te geven zijn. • Hoe vaak verschijnt je blad? • Hoe groot is de oplage? • Wordt het alleen onder leden verspreid of ook buiten de afdeling? • Hoe groot wordt de advertentie? • Wordt de advertentie voor een jaar gekocht of moet je iedere uitgave ronselen? De prijs kan tussen de f25.- en f100.- per advertentie per nummer liggen. Sponsoring Ook kun je zoeken naar mogelijkheden tot sponsoring in natura. Via iemand van de leiding of een ouder wil een bedrijf wellicht het kopieerwerk voor haar rekening nemen (F3.17).


P P4

BIJZONDERE ACTIVITEITEN BEKEND MAKEN Aandacht in de pers Wanneer jullie afdeling een bijzondere of grote activiteit organiseert, kun je er publiciteit mee maken. Zo vergroot je de bekendheid van je afdeling. Je kunt proberen aandacht te krijgen in de krant, op de radio of de televisie. De regionale pers zal geïnteresseerd zijn. Er zijn twee mogelijkheden: • een redactioneel artikel (P4.1) • een persbericht (P4.2)

P4.1

REDACTIONEEL ARTIKEL

Een redactioneel artikel is een stuk, dat een journalist over je afdeling of activiteit schrijft. Dit kan in de vorm van een verslag, maar kan ook een interview zijn. Zo'n artikel heeft een grote nieuwswaarde nodig. Je kunt hierbij denken aan: Jong Nederland zet een spelmiddag op in het asielzoekerscentrum, de burgemeester opent het nieuwe clubhuis. Je nodigt een journalist uit om deze activiteit bij te wonen. Als je een relatie opgebouwd hebt met de regionale pers kan je dit nu van pas komen. Onder C4.1 vind je handige tips, die je van pas kunnen komen. Het belangrijkst is: • weet wat je wilt vertellen • vertel het heel duidelijk.

P4.2

PERSBERICHTEN

Een persbericht schrijf je zelf. Je stuurt het naar de krant of regionale omroep, met het verzoek aan dit bericht aandacht te willen besteden. Meestal wordt een persbericht, al dan niet gewijzigd, geplaatst. Soms zoekt een journalist contact om er wellicht een redactioneel artikel van te maken. Een persbericht schrijven Wie een persbericht maakt moet zorgen dat zijn boodschap goed overkomt. In iedere boodschap: folder, uitnodiging, advertentie, dus ook in een persbericht, zijn de vijf W's belangrijk: Wie: voor wie is het en door wie wordt het gedaan? Wat: wat is het? Waar: waar vindt het plaats? Wanneer: wanneer is het? Waarom: waarom gebeurt het?


P • Zorg ervoor dat deze vijf W's in de eerste twee alinea's van je bericht beantwoord kunnen worden. • Het belangrijkste komt in de eerste zin. Daarin moet je nieuwsgierigheid opwekken. • Daarna kun je per alinea de W's toelichten. Doe dit in volgorde van belangrijkheid. • De laatste alinea kun je gebruiken om extra informatie te geven bijvoorbeeld: wie bellen voor meer informatie, waar aanmelden. • Geef je bericht een pakkende titel. Bedenk dat een redactie vaak in persberichten knipt. De eerste, tweede en laatste alinea worden als regel gehandhaafd. In de tussenliggende tekst schrapt hij, te beginnen bij de een na laatste alinea. Houd hiermee bij het maken van het persbericht rekening. Dan is de kans het grootst dat er een duidelijk en compleet artikel in de krant verschijnt. Inhoud van een persbericht

De kop prikkelt tot lezen e 2 alinea

Jong Nederland flest jong en oud

1e alinea

Wanneer Door Wie

Naast het Winkelcentrum verschijnt in hoog tempo het nieuwe Jong Nederland-clubhuis. Jong Nederland heeft volop plannen voor de inrichting. Met uw lege statiegeldflessen kan zij haar ideeën realiseren.

Waarom en opwekken nieuwsgierigheid

Op zaterdag 8 mei houdt Jong Nederland van 11.00 uur tot 16.00 uur de flessenactiviteit 'Laat je flessen' in het Winkelcentrum. Kinderen en volwassenen kunnen aan allerlei activiteiten deelnemen. Deelname aan een activiteit kost een lege statiegeldfles.

Wanneer Wat

Waar

Voor Wie

(vanaf deze alinea is de kans het grootst dat de redacteur begint te schrappen. Hij begint dan bij de vijfde alinea en werkt naar boven toe) 3e alinea: 4e alinea: e

6e alinea

5 alinea:

Hierin geef je informatie over de verschillende activiteiten die er zijn: het spookhol, de koffieshop, het rad van avontuur, poppenkast in het Tuinhuis, levende juxe-box, spijkerpoepen, flessenorgel spelen. (Wat uitwerken) Je vertelt, dat je met het statiegeld van 200 grote anderhalfliter flessen een deur kan kopen, dat met 2 kratten pilsflesjes de gordijnen in het maxiorenlokaal te betalen zijn. (Waarom uitwerken) Dat een maquette, die tijdens de activiteit aangekleed wordt, laat zien welke onderdelen door de flessenactiviteit al te bekostigen zijn. (Wat uitwerken) extra informatie

Kunt u niet komen, Maar heeft u wel lege flessen? Geen nood! Zaterdag 15 mei halen de leden van

Jong Nederland tussen 10.00 en 12.00 uur de flessen bij u thuis op.

Jong Nederland Harmelen houdt al jarenlang een succesvolle statiegeld-flessenactie. Lees hierover in Idee december 1997. Heb je dit nummer niet (meer)? Bel dan het Infocentrum (C2.15) en vraag het telefoonnummer van Harmelen. Harmelen geeft graag informatie!


P Schrijfstijl • Een persbericht moet leesbaar zijn voor veel mensen. Houd daarom de zinnen kort. Probeer het eens met tien woorden per zin. Maak van één lange zin meerdere korte. • Wees concreet, geef feiten. Dat betekent dat bijvoeglijke naamwoorden als geweldige, leuke er niet in thuishoren. • Gebruik de nieuwe spelling. • Gebruik geen afkortingen. • Gebruik geen moeilijke woorden: buitenlandse woorden, vaktaal of typisch Jong Nederland-woorden. Een persbericht inleveren • Lever het bericht getypt zonder fouten in. • Zet bovenaan de brief, in een ander lettertype, of groter, dan je tekst, het woord 'persbericht'. • Gebruik Jong Nederland-briefpapier. • Stuur, als het enigszins kan, een leuke, speelse zwart-witfoto mee en/of het Jong Nederland-logo. • Schrijf een begeleidend briefje, waarin je verzoekt om plaatsing. Vermeld daarin ook wat je naast het persbericht hebt meegestuurd; bijlagen: 1 zwart-witfoto en 1 Jong Nederland-logo en een adres van iemand die gebeld kan worden voor meer informatie. • Stuur het bericht, waar mogelijk, ter attentie van een bij naam bekende journalist (C4).

P4.3

POSTERS VRAGEN AANDACHT

Om activiteiten aan te kondigen zijn posters goede blikvangers. Voordelen van posters zijn: • ze zijn vrij makkelijk zelf te maken bijvoorbeeld kopiëren op A3-formaat • het vervaardigen is niet zo kostbaar • ze zijn makkelijk te verspreiden: bij leden voor de ramen, in etalages, op scholen. Waaraan voldoet een goede poster? • opvallend: kleur, vormgeving, tekst • herkenbaar als zijnde van Jong Nederland: Kleppie, logo (P2.1, P2.3, P2.4, P2.5) • heldere informatie: kort maar krachtig, voor wie, wat, waar en waarom, kosten • foutloos: geen taal- of spellingsfouten • netjes en verzorgd er uit zien Jong Nederland heeft standaardposters met Kleppie erop en de naam Jong Nederland. De poster heeft middenin een groot wit vlak waar je je eigen tekst in kan schrijven. De poster is te koop in de Jong Nederland Winkel (C2.15).


P P4.4

FOLDERS HEBBEN EEN GROOT BEREIK

Evenals posters zijn folders vrij makkelijk en goedkoop zelf te maken. Folders gebruik je: • als je mensen 'persoonlijk' wilt bereiken • als je informatie kwijt wilt Omdat je folders gericht verspreid is het belangrijk om van te voren vast te stellen aan wie je de informatie kwijt wilt. Heel simpel betekent dat: • wil je Maxioren bereiken, dan zet je geen plaatje van een abseilende Senior in je folder, maar van kinderen die een goocheltruc uitvoeren • nodig je Junioren uit voor een vriendjesmiddag in het clubhuis, dan zet je geen illustraties van tenten in bossen in de folder Waaraan voldoet een goede folder? Een folder moet aan dezelfde eisen voldoen als een poster (P4.3). De landelijke organisatie Jong Nederland gebruikt een standaardlay-out voor haar folders. Op de volgende bladzijde vind je de basislay-out hiervan. Je kunt deze kopiëren en gebruiken voor je eigen informatie. Heb je de deze basislay-out liever op flop? Een telefoontje naar het Infocentrum (C2.15) is voldoende om je dat te leveren.


MAAK JE AFDELING ALOM BE- KEND!

Recommend Documents