M200608
‘Vooral anders’ De kwaliteit van het personeel van de toekomst
Frans Pleijster Zoetermeer, september 2006
De Werknemer van de toekomst Van alle ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf verwacht meer dan 75% (!) dat het in de komende drie jaren nieuw personeel zal aantrekken. Hierbij gaat het vooral om – in vergelijking tot nu – duidelijk hoger opgeleid personeel met een zwaar accent op actuele en vooral technische vakkennis. Het MKB zet echter vraagtekens bij de mogelijkheid om het juiste personeel ook aan te trekken. Niet minder dan 42% van het totale MKB geeft immers aan nú al problemen te hebben met het vinden van nieuw personeel. Voor een kwart van alle MKB bedrijven waren deze problemen dermate sterk, dat de groei van het bedrijf daardoor vertraagt. Om hierin verbetering te krijgen, is volgens het MKB een duidelijke upgrading in kennis en opleiding van het in de toekomst instromende personeel gewenst. Een belangrijke taak is hierin weggelegd voor de opleidingsinstituten, in het bijzonder het middelbaar en hoger beroepsonderwijs. Maar toch verwacht meer dan de helft van het gehele MKB dat zij toch vooral zelf, door ‘training on the job’ de kwaliteit van het personeel op het gewenste peil moeten brengen.
De arbeidsmarkt trekt nadrukkelijk aan Het afgelopen halfjaar is steeds duidelijker geworden dat de economie fors aantrekt. Zowel op nationaal niveau als op EU-niveau worden de verwachtingen maand na maand naar boven bijgesteld. Volgens de jongste berekening wordt voor 2007 een groei van het BNP verwacht van 3% en daalt de werkloosheid tot 5% van de beroepsbevolking. Dit niveau is niet ver meer verwijderd van het niveau van 2001 toen 3% van de beroepsbevolking werkloos was. De spanning op de arbeidsmarkt lijkt weer terug te keren, met alle gevolgen van dien voor bedrijven die op zoek zijn naar werknemers. Opnieuw zal men zich moeten bewijzen op de arbeidsmarkt om in voldoende mate het juiste personeel uit de krimpende pool aan werkzoekenden te kunnen halen. Van belang is dan wel om te weten aan welk personeel in groeiende mate behoefte is en of het te verwachten aanbod ook zal kunnen voldoen aan die behoefte. Om een beeld te vormen over de toekomstige behoefte aan personeel voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) heeft EIM medio 2006 een verkennend onderzoek uitgevoerd onder de 1 deelnemers aan het MKB-beleidspanel. De resultaten van dit onderzoek zijn hierna opgenomen.
1
Het MKB-Beleidspanel loopt sinds 1999 en wordt drie keer per jaar telefonisch onder ongeveer 2.000 ondernemers in het MKB afgenomen. Een veelheid aan onderwerpen is in de 22 metingen aan de orde gekomen. Het panel wordt gefinancierd door het Ministerie van EZ.
2
De huidige zoektocht naar personeel Goed personeel is moeilijk te vinden; de zoektocht vertraagt de groei Iets meer dan 70% van alle ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf heeft - ondanks de nog in 2004 en 2005 voortdurende economische malaise – in de afgelopen twee jaren personeel gezocht. Het sterkst deed zich dit voor in de sector verhuur en zakelijke dienstverlening. Hoewel er in die jaren en ook nu nog sprake was (en is) van een omvangrijke pool aan werkzoekenden, geeft toch bijna 60% van de bedrijven die personeel hebben gezocht aan, dat zij duidelijke problemen hebben ervaren bij hun zoektocht naar personeel. Voor 40% van de bedrijven die personeel zochten, was de zoektocht dermate zwaar, dat zij daardoor ook daadwerkelijk vertraging hebben ondervonden in de groei van het bedrijf. Sectoren waarin deze problemen zich vooral voordeden, zijn: de bouwnijverheid, de verhuur en zakelijke dienstverlening en de financiële instel1 lingen (zie figuur 1). figuur 1
Personeelswerving, problemen en bedrijfsgroei
90% 80% 70% 60% 50%
personeel gezocht moeite goed personeel te vinden groei belemmerd
40% 30% 20% 10%
M ta al To
Ve rh uu
re
n
O
ve rig
e
di en
KB
g st ve rle ni n
ge n di en st ve rle ni ng
za ke lijk e
nc ie
le
in st
el lin
m un ic at ie Fi na
en
co m
m aa lti jd en en op sl ag
en ar tik
el en
Ve rv oe r,
Lo gi es
H
an de
le n
re p
ar at
ie
co
ns um
Bo
en t
uw
In du
st rie
ni jv er he id
0%
Bron: EIM, MKB Beleidspanel 2006.
Als gekeken wordt naar het type personeel dat moeilijk te vinden was, dan gaat het niet zo zeer om leidinggevend of personeel met de betere communicatieve vaardigheden. Neen, en dat is zeker kenmerkend voor het MKB, het gaat vooral om personeel met de actuele vakkennis! Uiteraard heeft het MKB behoefte aan meer en beter commercieel en/of bedrijfeconomische geschoold personeel, maar zij ondervindt momenteel toch de grootste problemen als het gaat om gewoon goed vaktechnisch geschoold per1
In figuur 1 zijn de verhoudingen steeds uitgedrukt in procenten van het totale MKB, dus ongeacht of men daadwerkelijk ook personeel heeft gezocht. De percentages genoemd in de toelichtende tekst hebben betrekking op dat deel van het MKB dat ook daadwerkelijk personeel heeft gezocht.
3
soneel. Het directe personeel op de werkvloer, daar gaat het om bij het MKB! ( Zie figuur 2.)
figuur 2
Moeilijk vindbaar personeel voor het MKB nu
wat voor personeel is moeilijk te vinden? 0%
20%
met actuele vakkennis
80%
19%
technisch opgeleid
39%
commercieel opgeleid
voor internationale activiteiten
60%
59%
met leidinggevende capaciteiten
economisch opgeleid
40%
22% 7% 5%
anders
16%
Bron: EIM, MKB Beleidspanel 2006.
Het oordeel over de huidige bezetting Sterk is vakkennis en klantgerichtheid; zwak is marktinzicht Over het geheel genomen is de ondernemer in het MKB redelijk tevreden tot zeer tevreden over het opleidingsniveau van het huidige personeel. Driekwart van de ondernemers is daarover goed te spreken. Dat wil niet zeggen dat er ook niets te verbeteren valt. Als gekeken wordt naar de sterke en zwakke kanten van het huidige personeel, dan valt op dat de ondernemer in het MKB zijn personeel vooral sterk vindt op de gebieden vakkennis en klantgerichtheid, maar zwak in marktgerichtheid. Ook hier valt weer op dat het MKB de kracht van het personeel vooral ziet in de directe uitvoerende activiteiten en de directe dienstverlening aan de klant. Wat te verbeteren valt, is vooral het marktinzicht: wat verwachten de potentiële klanten eigenlijk en hoe moeten die benaderd worden? Verbeteringen voor het huidige personeel moeten dan ook vooral gevonden worden in versterking van marktinzicht en proactieve kwaliteiten. Om dit te bereiken, vertrouwt de ondernemer in het MKB nog sterk op praktijkervaring en ‘training on the job’ (50% van het aantal ondernemers). Maar ook maakt eenderde van alle ondernemingen in het MKB gebruik van bijscholingscursussen en biedt een op de tien MKB-ondernemingen beroepsbegeleidende leerweg (BBL-traject) aan.
Het personeel van de toekomst Het personeel van de toekomst is vakbekwamer Ook in de komende drie jaar is het MKB duidelijk actief op de arbeidsmarkt. Meer dan 75% geeft aan nieuw personeel te willen aantrekken. De aandacht gaat daarbij met name uit naar direct inzetbaar personeel dat beschikt over de juiste actuele vakkennis. 70% van de bedrijven die op zoek gaan naar personeel, zoekt versterking in deze categorie. Maar ook leidinggevend personeel, technisch goed opgeleid personeel en perso-
4
neel met de juiste commerciële en economische opleiding, staan in de belangstelling van het midden- en kleinbedrijf. De verschillen in behoefte aan personeel tussen de afzonderlijke sectoren van het MKB zijn aanmerkelijk (zie figuur 3). De verschillen zijn allemaal direct terug te voeren tot de aard van de core-business van elke sector. Het bevreemdt bijvoorbeeld niet dat in de handel en in de financiële instellingen de aandacht vooral uit gaat naar commercieel personeel en in de industrie en bouw vooral naar technisch geschoold personeel. Maar bovenal staat de eis ‘vakbekwaam’! Deze vakbekwaamheid moet vooral blijken uit de actuele vakkennis waarover de nieuwe medewerker moet beschikken.
figuur 3
Het gewenste type personeel in de komende jaren in het MKB
100% 90% 80% 70% met actuele vakkennis met leidinggevende capaciteiten technisch opgeleid commercieel opgeleid economisch opgeleid voor internationale activiteiten anders
60% 50% 40% 30% 20% 10%
M KB al
di en st ve
st ve
Ve rh uu
re
n
O ve rig
e
di en ijk e za ke l
to ta
rle ni
ni n rle
llin te in s le nc ië
ng
g
n ge
ie ic at m un m
Ve
rv oe r
,o
ps
Lo
la g
gi
en
es
co
en
le an
de
Bo u
H
Fi na
n
m
re p
aa lti j
ar at
de n
ie
id ni jv er he w
In du
st rie
0%
Bron: EIM, MKB Beleidspanel 2006.
….en hoger opgeleid Ook al overheerst vakbekwaamheid, daarmee is niet gezegd dat in de komende jaren ook volstaan wordt met het zelfde niveau van opleiding waarover het personeel nu beschikt. Integendeel, welke sector ook in ogenschouw wordt genomen (met uitzondering van logies en horeca), er is in de toekomst duidelijk meer behoefte aan personeel met een hogere opleiding. Gemiddeld ligt de behoefte aan hoger (HBO) en universitair opgeleid personeel zelfs 20% hoger dan waarover men nu beschikt. Over het geheel genomen ligt de behoefte aan lager en middelbaar opgeleid personeel op een wat lager niveau dan nu aanwezig (zie figuur 4). Hiermee tekent zich een verschuiving voor, ook binnen het MKB, van functies met een lagere en middelbare opleiding naar functies met een hogere opleiding. Opvallend is dat met name in het industriële MKB er duidelijk meer vraag is naar hoger geschoold personeel. Dit kan een weerslag zijn van de ontwikkeling die zich breed voordoet binnen de industrie: van ‘maakindustrie naar ontwikkelindustrie’ en van ‘uitvoerende industrie naar kennisindustrie’. Dat in de sector ‘logies en maaltijden’ de behoefte naar hoger geschoold personeel niet sterk groeit, is te verklaren vanuit de om-
5
standigheid dat in deze sector technologische en strategisch commerciële kennis onder het uitvoerend personeel geen noodzakelijke kernkwaliteit is.
figuur 4
Het gewenste opleidingsniveau van het toekomstig personeel in vergelij-
ni ng rl e ve ve st
KB
en e
M
di
n re
O
To
ve
ta
al
rig
uu rh Ve
na Fi
ng r le
e l ijk ke za
st in le ie nc
oe rv Ve
ni
di
n el l in
en g s la op r,
en es gi Lo
Ha
ge
co
n l ti j de aa m
re en el nd
uw Bo
en
m m
ns co ti e ra pa
d ei rh jv e ni
r ie st du In
st
un
um
en
i ca
te
tie
na
r ti
ke
le
n
king tot het nu aanwezige personeel
40%
23%
21%
21%
20%
18%
16% 11%
11% 5%
9%
11%
3% 4%
1%
0% -4% -7%
-1%
-2%
-5% -4% -9%
-2%
-4%
-6%
-7% -10%
-11% -14%
-20%
VMBO
MBO/HAVO/VWO
HBO/univ
Bron: EIM, MKB Beledispanel 2006.
…en breder inzetbaar en sociaal vaardiger Naast vakbekwaamheid en opleidingsniveau zijn uiteraard ook andere kwaliteiten van medewerkers van belang als het gaat om de personeelswens binnen het MKB. In het onderzoek is daarbij door middel van stellingen gevraagd aan welke kwaliteiten duidelijk nog meer behoefte is. In figuur 5 is dit weergegeven voor het MKB als geheel. Wanneer gekeken wordt naar de afzonderlijke sectoren, dan is er nauwelijks verschil waarneembaar tussen de sectoren. De voorkeur die uit de beantwoording van de stellingen blijkt, geldt MKB-breed. Hierbij wordt duidelijk dat het toekomstige personeel met name breder inzetbaar en communicatief en sociaal vaardiger zal moeten zijn dan nu het geval is. Daarnaast geeft ook een groot deel van het MKB aan dat het toekomstig personeel meer specialistisch en vakmatiger zal moeten zijn opgeleid.
6
figuur 5
Bijzondere kwaliteiten van het toekomstig personeel
De medewerker van de toekomst is communicatief en sociaal vaardiger
De medewerker van de toekomst is vakmatiger opgeleid oneens neutraal eens
De medewerker van de toekomst is specialistischer georiënteerd
De medewerker van de toekomst is breder inzetbaar
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Bron: EIM, MKB Beleidspanel 2006.
De kans van slagen Er zijn veel twijfels over de mate waarin het aanbod zal voldoen Voor de komende jaren is een zeer groot deel van het MKB voornemens om goed personeel aan te trekken. Of men hierin ook daadwerkelijk zal slagen, wordt evenwel door het MKB betwijfeld. Zo geeft niet minder dan 60% van alle kleine en middelgrote ondernemingen aan te verwachten dat in de komende jaren het aanbod onvoldoende zal zijn. In het bijzonder in de bouwnijverheid verwacht men problemen. De zware eisen die verbonden zijn aan het werken in de bouw laten mogelijk ook hun sporen na in de vraag naar een arbeidsplaats in de bouw. De verschillen tussen de sectoren zijn weergegeven in figuur 6. Training on the job blijft absoluut noodzakelijk De kans van slagen wordt uiteraard hoger naarmate het personeel qua opleiding voldoet aan de eisen die gesteld worden aan het beroep. Middelbare beroepsopleidingen, hogere opleidingen en universitaire opleidingen zullen uiteindelijk moeten zorgen voor een goed gekwalificeerde instroom. Of zij hierin zullen slagen, wordt door een groot deel van het MKB betwijfeld, zo blijkt uit de reactie van het MKB op een drietal stellingen. Niet minder dan 60% van het MKB geeft aan dat het onderwijs niet goed aansluit bij datgene wat het bedrijf nodig heeft en meer dan 50% is van mening dat de ROC’s niet zorgen voor voldoende aanbod aan goed personeel. Slechts 40% van het MKB is de mening toegedaan dat universiteiten en hogescholen wel (kunnen) zorgen voor een voldoende goed aanbod (zie figuur 7). Vanuit deze beleving is het dan ook niet vreemd te moeten constateren, dat veel kleine en middelgrote ondernemingen uiteindelijk zullen blijven bouwen op en investeren in training on the job.
7
figuur 6
Het deel van het MKB dat een onvoldoend aanbod aan goed personeel voorziet, naar sector
Totaal MKB
Overige dienstverlening
Verhuur en zakelijke dienstverlening
Financiele instellingen
Vervoer, opslag en communicatie
Logies en maaltijden
Handel en reparatie consumentenartikelen
Bouwnijverheid
Industrie
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
Bron: EIM, MKB Beleidspanel 2006.
figuur 7
vertrouwen in het onderwijs door het MKB
Wat het onderwijs leerlingen bijbrengt sluit minder goed aan op wat mijn bedrijf nodig heeft
oneens neutraal eens
Hogescholen en universiteiten zorgen voor voldoende aanbod van goed opgeleid personeel
ROC's zorgen voor onvoldoende aanbod van goed opgeleid personeel
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Bron: EIM, MKB Beleidspanel 2006.
8
Slotsom Ook voor de komende jaren is het midden- en kleinbedrijf een zeer actieve partij op de arbeidsmarkt. Vier op de vijf bedrijven vanuit het MKB zullen zich nadrukkelijk bewegen op de markt. Daarbij stellen zij wel duidelijk hogere opleidingseisen en zwaardere eisen ten aanzien van de inzetbaarheid van nieuw personeel. De werknemer van de toekomst is hoger opgeleid, sociaal vaardiger, flexibeler en breder inzetbaar. Of het MKB er in zal slagen het juiste personeel al direct vanaf de opleidingen aan te trekken, moet worden betwijfeld, uitgaande van het beperkte vertrouwen dat het MKB heeft in de huidige ‘output’ van de opleidingen. Voor de beroepsopleidingen, hogescholen en universiteiten ligt er de uitdaging om hun opleidingen, nog meer dan dat men nu al doet, af te stemmen op de behoeften uit het bedrijfsleven, ook als het gaat om behoeften vanuit het midden- en kleinbedrijf. In het geheel blijkt uit het onderzoek dat het MKB de komende jaren op zoek gaat naar nieuw personeel, maar dan niet ‘meer van hetzelfde’, maar juist ‘vooral anders’
9