Schoolplan 2007-2008 t/m 2010-2011 van SBO De Fontein 1. Inleiding In dit schoolplan legitimeren we ons als school, leggen we verantwoording af over het geven van goed onderwijs aan de basisscholen in het samenwerkingsverband, de ouders, het bevoegd gezag van zowel de Stichting Prisma en van SWV 51-05 en aan de inspectie. Dit schoolplan beschrijft het meerjaren strategisch beleid van SBO De Fontein. Bij het ontwikkelen van dit schoolplan hebben we ons o.a. laten leiden door het inspectierapport en het op dit rapport gebaseerde plan van aanpak. Verder op de uitkomsten uit het overleg van de werkgroep “Toekomst SBO-school” over de ontwikkeling van SBO De Fontein in de komende vier jaren. In deze werkgroep waren vertegenwoordigd: • • • • • •
De algemeen directeur van de Stichting Prisma. De voorzitter van het federatiebestuur SWV 51-05. De directeur van SBO De Fontein. De onderwijskundig directeur van SWV 51-05 De Intern begeleider van SBO De Fontein. Twee leerkrachten van SBO De Fontein
De ontwikkeling van SBO De Fontein richt zich in schooljaar 2007-2008 op de ontwikkeling van het kwaliteitsbeleid. SBO De Fontein is een kleiner wordende school. (Zie interne ontwikkeling.) In verband met capaciteitsvergroting zal SBO De Fontein haar partnerschap vergroten met basisschool De Liaan, die momenteel al het gebouw deelt met SBO De Fontein. In schooljaar 2007-2008 gaat het om de groepen 5, 5/6 en 6. In deze samenwerkingsconstructie zal brede schoolvorming zich richten op passend onderwijs voor alle kinderen, ook waar dit specialismen vraagt. De jaren 2008-2009 t/m 2010-2011 daarna worden successievelijk gekenmerkt door: 1. Aandacht voor het integratieproces tussen basisschool “De Liaan en SBO De Fontein” . 2. Aandacht voor de organisatorische afstemming tussen basisschool De Liaan en SBO De Fontein. 3. Overdracht naar de nieuwe schoolleiding. Bovenstaande betekent dat de samenwerking tussen de twee scholen in schooljaar 2007-2008 gestart moet worden om de ontwikkeling in schooljaar 2008-2009 voor te bereiden.
-1-
Bij het tot stand komen van dit schoolplan zijn verder betrokken: • • • • • • • • •
Team SBO De Fontein Werkgroep Toekomst Algemeen Directeur Stichting Prisma Stafmedewerker/Projectleider kwaliteit en innovatie van Stichting Prisma De ouderraad van SBO De Fontein De cliëntenraad De ouders Medewerkers van SSONML Medewerkers van BCO
Dit schoolplan moet binnen de termijn van vier jaar leiden tot een zodanige kwaliteitsverbetering, dat de beoordeling “zeer zwakke school” niet langer van toepassing is.
-2-
2. Beleid en andere relevante documenten Relevante documenten: 1. Documenten van het Samenwerkingsverband: • Zorgplan 2006-2007 en 2007-2008. 2. Documenten van de Stichting Prisma: • Onderwijsplan (Vademecum 2003-2008) • Ontwikkelingsdocument: Jong Leren in de Regio. • Strategisch beleidsplan Stichting Prisma 2007-2010: Koersen op kwaliteit voor kinderen. • Meerjaren beleidsplan Stichting Prisma 2007-2010 • Kadernotitie I.P.B. • Kadernotitie Taakbeleid. • Visie Cultuureducatie Stichting Prisma 3. Documenten van SBO De Fontein: • Inspectierapport, vastgesteld op 6 december 2006. • Visitatie I.P.B. SBO De Fontein op 13 oktober 2005 • Evaluatierapport Ouder tevredenheidspeiling Basisonderwijs 2006-2007. • Plan van aanpak: bijlage 1.* • Voortgangsrapportage: bijlage 2.* *Bij de beleidsvoornemens die we beschrijven in het schoolplan verwijzen we naar “Het plan van aanpak” en “De voortgangsrapportage”. Externe ontwikkeling: Ontwikkelingen binnen SWV 5105: Samenwerkingsverband 5105 bestaat uit 3 besturen die samen verantwoordelijk zijn voor 14 basisscholen en 1 school voor speciaal basisonderwijs. Onder de S.K.B.M. Meijel resorteert één, onder Stichting Fundare resorteert eveneens één en onder Stichting Prisma resorteren 11 katholieke basisscholen, één openbare basisschool en één school voor speciaal basisonderwijs. Deze 15 scholen zijn samen verantwoordelijk voor het onderwijs aan kinderen van 4 tot 12 jaar. (SBO tot 13/14 jaar) zoals omschreven in Onderwijsplan 2003 -2008. Vanaf schooljaar 2006-2007 is de gezamenlijke verantwoordelijkheid beschreven in de zorgplannen 2006-2007 en 2007-2008. Deze zorgplannen zijn beleidsarm, zij voldoen aan de minimale wettelijke verplichtingen. Stichting Prisma houdt vast aan het hier boven genoemde Onderwijsplan. De statuten voor dit samenwerkingsverband lopen af per 1 augustus 2008; van het samenwerkingsverband zijn 2 besturen voornemens om per 1 augustus 2008 zelfstandig verder te gaan (Fundare, Stichting Prisma); het 3e bestuur (SKB Meijel) -3-
overweegt zich aan te sluiten bij een van de twee partners, of mogelijk een nieuwe partner. Stichting Prisma is bestuurder van de (nu nog gezamenlijk benutte SBO De Fontein). Vanaf 1 augustus 2008 zal SBO De Fontein inhoudelijk alleen nog te maken hebben met Stichting Prisma en mogelijk met SKB Meijel. Deze veranderingen in SWV 5105 hebben consequenties voor de SBO-school. Behalve de verandering van het voedingsgebied zal SBO De Fontein zich inhoudelijk aansluiten bij het Onderwijsplan en het beleid van Stichting Prisma. Het federatiebestuur heeft op 20 maart 2007 het besluit genomen om de SBO de financiële middelen (2%) geheel ter beschikking te stellen. Extra is dus het verschil tussen die 2% en de financiering op basis van het daadwerkelijke aantal leerlingen (2006-2007: 1,4% - 2007-2008: 1.15% ) Het federatiebestuur ziet deze extra’s als een financiële impuls voor de kwaliteitsverbetering van de SBO-school. De basisscholen in het SWV zijn bezig met het schrijven van hun schoolplan. De scholen van Stichting Prisma beschrijven behalve hun concept ook een plusconcept. Hiermee zal SBO De Fontein rekening moeten houden. Bij de uitwerking van de concepten zullen grenzen van de (huidige) mogelijkheden/onmogelijkheden om te kunnen voldoen aan de onderwijsbehoeften van kinderen, duidelijk moeten worden aangegeven. Stichting Prisma heeft als missie o.a.: passend onderwijs dat kinderen een optimale start geeft om uiteindelijk als volwaardige democratische burger in onze samenleving te kunnen functioneren. In de uitwerking staat het volgende: “De basisscholen van Stichting Prisma streven naar passend onderwijs voor kinderen. In dat licht neemt het bestuur van stichting Prisma de bestuurlijke zorgplicht, die in de nabije toekomst van kracht wordt, uiterst serieus.” Dit toekomstige beleid vanuit de zorgplicht sluit nauw aan bij het beleid in het hier boven genoemde onderwijsplan. Hierin wordt aangegeven dat de Stichting Prisma blijft streven naar passend onderwijs vanuit het paradigma “afstemming”. Het is van belang voor SBO De Fontein te weten waar de grenzen van de basisscholen liggen zodat ze hierop kan anticiperen. De SBO-school zal, uitgaande van haar eigen concept, kinderen met specifieke onderwijsbehoeften waaraan basisscholen (nog) niet kunnen voldoen, wel die instructie en ondersteuning moeten kunnen geven. Hierin kan (moet) de SBO-school zich onderscheiden van de reguliere basisscholen en daardoor een duidelijke meerwaarde hebben. De leerkrachten van SBO De Fontein kunnen ook worden ingezet voor de ondersteuning van collega’s op de basisscholen vanuit het Steunpunt Passend Onderwijs van Stichting Prisma. Leerlingen worden toegelaten tot SBO De Fontein als de PCL hiervoor een beschikking afgeeft. Er is momenteel een Prisma-ZATteam in ontwikkeling, dat in de komende jaren de PCL gaat vervangen. ( Na 01.08.07 )
-4-
Interne ontwikkeling: SBO De Fontein wordt geconfronteerd met een aantal ontwikkelingen: •
Verdichting van de problematiek van de schoolbevolking. ( zie: 4. onze leerlingpopulatie ) Ook de SBO-school heeft haar grenzen. Als uit het H.G.P.D.-formulier, de daaruit voortvloeiende prognoselijn en het handelingsplan blijkt dat de SBO school niet kan voldoen aan de onderwijsbehoeften van het kind, is verwijzing naar het S.O. noodzakelijk. In schooljaar 2006-2007 is overleg gestart tussen SBO De Fontein en medewerkers van het Speciaal Onderwijs. Na evaluatie in juni 2007 zijn afspraken gemaakt over samenwerking in de komende jaren met als doel: Vaststellen van de grenzen van de SBO-school. Professionalisering van het team van SBO De Fontein.
•
Terugloop van het aantal leerlingen. 01.10.2001 01.10.2002 01.10.2003 01.10.2004 01.10.2005 01.10.2006 01.08.2007
105 102 89 73 53 42 + 40
De kleinschaligheid brengt problemen met zich mee. Het Bestuur van Stichting Prisma speelt hier beleidsmatig op in. Er zal toegewerkt worden naar integratie met basisschool De Liaan. •
Vertrek van enkele leerkrachten (verlies aan expertise). Door onduidelijkheden in de financiering en daardoor in de mogelijkheden (perspectief van leerkrachten) hebben enkelen voor ander werk gekozen. Hiermee houden we in het personeelsbeleid bij eventuele benoemingen rekening. Het bestuur van Stichting Prisma is van mening dat alleen competente leerkrachten op SBO De Fontein moeten werken.
•
Inspectierapport, vastgesteld op 06.12.07. Het team werkte vanaf januari 2006 vanuit een nieuw concept. De inspectie bezocht de school op 25 en 26 april en 4 en 5 september 2006. De beoordeling pakte niet goed uit. De school kreeg het predikaat “Zeer zwakke school”. We verwijzen hiervoor naar het inspectierapport, het daaruit voortvloeiende “plan van aanpak” en de “voortgangsrapportage”.
-5-
3. Korte typering van de school Zie ook de leerlingenpopulatie. SBO De Fontein is een kleine (SBO)school binnen SWV 5105. Op deze school zijn werkzaam een directeur, 10 leerkrachten, een klassenassistente, een intern begeleidster, een logopediste. Uit de expertisemiddelen is een orthopedagoog van het BCO op school werkzaam. Verder bezoekt de fysiotherapeute de school wekelijks voor de behandeling van kinderen met motorische problemen. Door de sterk veranderende leerlingenpopulatie heeft het team in overleg met basisscholen, ouders, bovenschools management en bestuur gekozen voor een ontwikkeling naar een voorziening met speciale leerarrangementen. We vertrekken vanuit het model van de leerwerkplaats. We streven naar zin- en betekenisvol onderwijs vanuit de leerling en de leerkracht. Door de beoordeling van de inspectie leggen we nu de nadruk op het zinvolle. Als we voldaan hebben aan de standaarden van de inspectie, bouwen we verder aan betekenisvol onderwijs voor de kinderen. Echter wel met een goede onderbouwing.
4. Onze leerlingenpopulatie SBO De Fontein is een school met kinderen die zeer intensieve onderwijsbehoeften hebben: kinderen met een stoornis in het autistisch spectrum, kinderen met aan autisme verwante stoornissen, moeilijk- en zeer moeilijk lerende kinderen, kinderen met leerproblemen, kinderen met hechtingsstoornissen, kinderen met gedragsproblemen, kinderen met A.D.H.D., O.D.D. Ongeveer 20% van de kinderen maakt gebruik van de leerlinggebonden financiering. Voor een overzicht verwijzen we naar de documentenklapper.
5. Profilering en Plusconcept Missie:“ Samen staan we sterk” : We sluiten aan bij de missie van Stichting Prisma: “ Stichting Prisma wil met alle direct betrokkenen in de leef- en leeromgeving van kinderen (ouders, medewerkers, externe professionals op het gebied van onderwijs en opvoeding ) krachten bundelen ten behoeve en ten dienste van maximale ontwikkelingskansen voor kinderen”. Het team van SBO De Fontein wil samen met alle betrokkenen werken aan het realiseren van speciale leerarrangementen om kinderen met zeer specifieke onderwijsbehoeften maximale ontwikkelingskansen te geven.
-6-
Uitgangspunten: • • • • • • •
Betekenisvolheid Zinvolheid Praktijkgericht Autonomie van het kind (zelfsturing) Kindvolgend (aansluiten bij anticiperend op) Competentie (vertrouwen hebben in kinderen) Brede ontwikkelingsdoelen
Schoolconcept: We hanteren het concept van de leer-werkplaats.
Bete kenis volle activi teite n in een cont ext
Kind
Dialoog
Leraar
leere ssenti es
Stimulerende activiteiten
Hierboven staat het schema van uitnodigen en kiezen in procesvorm. Met dit model wordt vorm gegeven aan de zelfsturing van leerlingen én de rol van leerkracht. De dialoog tussen kinderen en leerkracht speelt hierbij een belangrijke rol. SBO De Fontein is een school voor speciaal basisonderwijs die een duidelijke meerwaarde biedt in het kunnen voldoen aan de onderwijsbehoeften van kinderen van 4 tot 13 jaar in het SWV. We moeten als SBO-school een toegevoegde waarde hebben in het SWV. Het onderwijs op de SBO-school mag niet méér van hetzelfde zijn. De onderwijsbehoeften van de leerlingen op SBO De Fontein zijn zo specifiek, dat ervoor gekozen is om vanuit het concept de leer-werkplaats hele speciale leerarrangementen te ontwikkelen om hieraan tegemoet te komen. Die arrangementen, beschreven in handelingsplannen op basis van de H.G.P.D., zullen op individueel niveau ontwikkeld worden. Het verschil tussen de leerlingen -7-
is zo groot, dat het moeilijk, zo niet onmogelijk, is om groepsplannen te ontwikkelen. Dit heeft gevolgen voor de onderwijs - en schoolorganisatie. Samenwerking met Speciaal Onderwijs: Om duidelijk te krijgen wat er nodig is om te kunnen voldoen aan de onderwijsbehoeften van de kinderen, werken we samen met het Speciaal Onderwijs. Multidisciplinair overleg moet de onderwijsbehoeften in kaart brengen en duidelijk maken wat er nodig is om te kunnen voldoen aan deze onderwijsbehoeften. Op basis van deze gegevens, kan de SBO-school zich verder ontwikkelen naar een speciale voorziening. Samenwerking met Bao: Als leerlingen aangewezen zijn op SBO De Fontein, maar bij bepaalde vak/vormingsgebieden zouden kunnen profiteren van het aanbod op een basisschool, is samenwerking met een basisschool nodig. De intentie is aanwezig om tot zo’n vorm van samenwerking over te gaan. Plusconcept: Steunpunt Passend Onderwijs: SBO De Fontein heeft als prioriteit om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Vervolgens kunnen leerkrachten ingezet worden voor ambulante begeleiding op de basisscholen. Mogelijke taken van het Steunpunt Passend Onderwijs. 1. Ondersteunen van scholen en leerkrachten bij het realiseren van adaptief onderwijs voor alle leerlingen van de basisschool. 2. Resourcecentrum met informatie, werkwijzen, methodieken, methoden en hulpmiddelen voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. 3. Opvang van leerlingen die voor korte tijd een aparte voorziening nodig hebben voor een time-out, specifieke training of intensieve ondersteuning. 4. Onderwijsvoorziening voor leerlingen voor wie plaatsing in een gespecialiseerde omgeving noodzakelijk is.
6. Kwaliteitsbeleid SBO De Fontein heeft momenteel geen kwaliteitsplan. In het inspectieverslag wordt hiernaar verwezen middels standaarden 1 en 2. We verwijzen hiervoor ook naar het plan van aanpak, pag. 12, doel van de verandering, wat willen we bereiken? En pag.14, doel van de verandering, wat willen we bereiken? Zoals we in de inleiding aangeven zal in schooljaar 2007-2008 het kwaliteitsplan ontwikkeld worden (vóór 1 januari 2008). We sluiten aan bij het beleid kwaliteit en innovatie van Stichting Prisma:
-8-
“Op de centrale domeinen: Onderwijs, Personeel, Organisatie/communicatie/relatie, Materieel/Gebouwelijk, Financieel willen we kwaliteit. Onze zorg voor kwaliteit is een belangrijk aandachtspunt voor de komende jaren. Daar gaan we dan ook stevig op inzetten”. ( Jong Leren in de Regio, visie op ontwikkeling Stichting Prisma, 2007-2010, pag.15 ). SBO De Fontein wordt voor de uitwerking op schoolniveau ondersteund door de stafmedewerker/Projectleider kwaliteit en innovatie van de Stichting Prisma. In het plan van aanpak, pag.13, “Periode waarin veranderingsonderwerp wordt aangepakt/wanneer vindt afronding plaats”, wordt aangegeven wat we de komende jaren aanpakken. We zullen deze onderwerpen opnemen in het kwaliteitsplan. Inmiddels worden alle beschikbare gegevens geordend aan de hand van de 9 velden van het I.N.K.-model: • • • • • • • • •
Leiderschap Management van medewerkers Strategie en beleid Management van middelen en kennis Management van processen Leerlingen en ouders Medewerkers Maatschappelijke omgeving Bestuurlijke doelstellingen
Via het 10e veld (verbeteren en vernieuwen) vindt vanuit de resultaten verbetering en vernieuwing plaats naar de organisatie. Bij de kwaliteitsverbetering van het onderwijs maken we gebruik van de ontwikkelingscyclus. De Cyclus van de school als Lerende Organisatie: 3. Uitvoeren en reflecteren
2. Wat moeten we daarvoor doen?
4. Nagaan of het gelukt is.
1. Wat willen we? 5. Rapporteren en bijstellen
Aan de hand van deze cyclus (plan van aanpak en voortgangsrapportage) gaan we na wat al gelukt is om dit vervolgens te beschrijven. Vaak heeft beschrijving plaatsgevonden in de notulen van de teamvergadering. We verzamelen deze gegevens en nemen dit op in de documentenklappers geordend aan de hand van het I.N.K.- model. -9-
Meerjarenplanning schoolontwikkeling: Zoals in de inleiding staat aangegeven staan kwaliteitsverbetering de volgende punten centraal:
in
het
kader
van
de
2007-2008: Kwaliteitszorg. 2008-2009: Integratie van SBO De Fontein met basisschool De Liaan. De SBO blijft wel als speciale voorziening bestaan. 2009-2010: Organisatorische afstemming tussen beide scholen. 2010-2011: Overdracht naar een nieuwe directie. Daarbij gaat de in gang gezette kwaliteitsverbetering van SBO De Fontein door. Omdat we de ontwikkeling vanaf 2008-2009 nog niet overzien, willen we de voornemens voor de schooljaren 2008-2009 t/m 2010-2011 in het schoolplan uitwerken in jaarplannen: Jaarplan 2008-2009 moet klaar zijn in juni 2008. Jaarplan 2009-2010 moet klaar zijn in juni 2009. Jaarplan 2010-2011 moet klaar zijn in juni 2010. De jaarplannen baseren we op de voornemens en op de voortgangsrapportages waarin de evaluatie wordt meegenomen. Schooljaar 2007-2008 Schooljaar 2007-2008 staat in het teken van de kwaliteitszorg: de ontwikkeling van een kwaliteitsplan en het systematisch op gang brengen van de kwaliteitsverbetering m.b.v. Ontwikkeling van het kwaliteitsplan. Zie: plan van aanpak en voortgangsrapportage. Ordenen van de documentenklappers volgens het I.N.K.-model. Zie: plan van aanpak en voortgangsrapportage. Verzamelen, evalueren, bijstellen en/of borgen van afspraken ten aanzien van hoe we met de kinderen op de sbo-school omgaan en hoe we met gedragsproblemen omgaan. Zie: plan van aanpak en voortgangsrapportage. Implementatie van de methode “Stip” voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Zie: plan van aanpak en voortgangsrapportage. Kiezen van een methode voor begrijpend lezen. Zie: plan van aanpak en voortgangsrapportage. Ontwikkelen veiligheidsbeleid. (plan van aanpak, doel van de verandering, wat willen we bereiken ). Zie: plan van aanpak en voortgangsrapportage. Verdere afstemming van de verantwoordelijkheid van de leerling in het onderwijsleerproces. (plan van aanpak, pag.24, doel van de verandering, wat willen we bereiken, ijkpunten) Zie: plan van aanpak en voortgangsrapportage. Ontwikkeling uitwerking schoolconcept (plan van aanpak pag. 34, doel van de veranderingen, wat willen we bereiken?) -10-
Zie: plan van aanpak en voortgangsrapportage. Aandacht voor het toetsen van de kinderen. (plan van aanpak, pag. 30, werkwijze, punt c ) Zie: plan van aanpak en voortgangsrapportage. Ontwikkelen van een taalbeleidsplan. Zie: plan van aanpak en voortgangsrapportage. Arbobeleid. Op basis van de verslagen van dhr. Seerden (Stafmedewerker/Projectleider kwaliteit en innovatie) en de inspectie n.a.v. het overleg op woensdag 27 juni 2007 zal het plan van aanpak worden bijgesteld. Schooljaar 2008-2009 Integratie van basisschool De Liaan en SBO De Fontein. Schooljaar 2009-2010 Organisatorische afstemming tussen basisschool De Liaan en SBO De Fontein. Schooljaar 2010-2011 Overdracht naar de nieuwe directie. Kwaliteitsverbeterplan SBO De Fontein / Toevoeging Bestuurlijk kader, bestuurlijke taakstelling (zie ook bijlage 7): a) We zetten op alle in het verbeterplan geformuleerde doelen een traject in dat binnen uiterlijk 2 jaar moet leiden tot een significante verbetering van de schoolontwikkeling c.q. onderwijspraktijk. b) Wij willen met dit verbetertraject in aanmerking komen voor een INKverbetercertificaat. c) Mede met dat oogpunt wordt het verbeterplan vanaf dit moment ingezet, uitgevoerd en bestuurlijk van nabij gevolgd. d) Als extern oog bij het proces en ter toeleiding naar het INK-verbetercertificaat wordt gebruik gemaakt van de diensten van Stevens Consultancy, mede vanuit samenwerking in/ met het Q*Primairtraject BALANS. Onderdelen van het traject naar het INK-verbetercertificaat zijn: I. Het proces inzetten volgens het voorgestelde en aangevulde schoolverbeterplan; II. Ons in dat proces van kritische reflecties laten voorzien door Stevens Consultancy; III. In december 2008 een brede, op bereikte resultaten gerichte evaluatie organiseren met alle betrokkenen; IV. In januari 2009 inzetten van het traject (processtappen) verbetercertificaat INK; -11-
V. In februari 2009 schrijven van een zelfevaluatie en het formuleren van een uitdagend, doelgesteld referentiekader voor de periode 2009 – 2010; VI. In maart 2009 gevolgd door een professionele audit ten aanzien van gestelde verbeterdoelen en voortgang; VII. In april 2009: het gewenste INK verbetercertificaat behalen! e) Bestuurlijke procesvolging: Algemeen directeur M. Rutten, samen met een interne ontwikkelgroep (collega-directeuren en leraren). f) Kwalitatieve procesvolging: Stafmedewerker Kwaliteit en Innovatie M. Seerden. g) Externe procesvolging: Ronald Stevens (Stevens Consultancy).
7. Het onderwijskundige beleid Inleiding: Zoals we in paragraaf 6 hebben aangegeven, werken we in schooljaar 2007-2008 aan de ontwikkeling van het kwaliteitsplan. Onze voornemens zijn terug te vinden in het plan van aanpak, de voortgangsrapportage, verslag inspectiebezoek en van dhr. Seerden d.d. 27.06.2007 en in paragraaf 6 van dit schoolplan, voornemens schooljaar 2007-2008. Het onderwijs van SBO De Fontein zal zich kenmerken door het methodisch werken bij het cursorisch onderwijs met de daarvoor aanwezige methodieken (in de ochtenden) en het thematisch werken binnen de wereldoriënterende en creatieve vakken. Hierbij blijven de ateliers een rol spelen binnen de stamgroepen. Alleen voor het atelier “ restaurant” gaan de leerlingen naar een ander lokaal. De Dobbelsteen De Wereld Willie Wortel Kunst en Vliegwerk Het Restaurant
: spel, drama, muziek, cultuureducatie* en sova : biologie, aardrijkskunde en geschiedenis : techniek, proefjes (scheikunde / natuurkunde) : tekenen,handvaardigheid en textiele werkvormen : afwegen, recepten lezen, verdubbelen, samenwerken etc. (toepassing van kennis en vaardigheden)
Bovenstaande zal gebeuren vanuit het concept van de leer-werkplaats. De ontwikkeling van het pedagogisch-didactisch handelen richt zich de komende vier jaren op de uitwerking van het schoolconcept. Vanuit dit concept realiseren we speciale leerarrangementen die aansluiten bij de specifieke onderwijsbehoeften van kinderen. * Zie: “Overige Onderwerpen” Voornemens: •
School voor speciale leerarrangementen: het pedagogisch handelen/ pedagogische huisstijl.
In de pedagogische huisstijl van SBO De Fontein geven we aan: -12-
1. hoe we omgaan met de kinderen op onze school, 2. de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen, 3. hoe we gedragsproblemen aanpakken. Voor de pedagogische huisstijl heeft borging van afspraken en aanpak onvoldoende plaatsgevonden. Ad 1 en Ad 3. We zullen in 2007-2008 de in de afgelopen jaren gemaakte afspraken verzamelen, evalueren, bijstellen en borgen. Hierbij zullen we rekening houden met de diversiteit van de doelgroepen. Het gaat niet alleen om de vraag welke inhoudelijke afspraken we met de leerlingen willen maken, maar ook over hoe we die regels het beste kunnen overbrengen, hoe we die regels kunnen aanleren. Dit geldt ook voor de aanpak van gedragsproblemen. Ad 2. Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling implementeren we in schooljaar 2007-2008 de methode “Stip” . (Zie verder: plan van aanpak en voortgangsrapportage.) •
School voor speciale leerarrangementen: het didactisch handelen.
Een belangrijk motief om te gaan werken met ateliers was het creëren van betekenisvolle situaties. We hebben ons herbezonnen op het concept en het werken flink bijgesteld. Dit betekent niet, dat we het streven naar betekenisvolle situaties aan de kant zetten. We zullen deze ontwikkeling geleidelijker laten verlopen en zorgen dat we ons handelen op een verantwoorde manier onderbouwen. Wat betekent bovenstaande voor de leerkracht? Van de leerkracht wordt gevraagd: -
-
om met de kinderen in gesprek te gaan met betrekking tot hun leervragen, om de leerbehoeftes van kinderen te onderzoeken; om kinderen uit te dagen / te prikkelen / voorstellen te doen; om kinderen te begeleiden bij het kiezen van activiteiten die voor hen op dat moment betekenisvol zijn; om samen met kinderen plannen te maken en vast te leggen in hun portfolio; om de leeromgeving in te richten samen met de kinderen. Dit zodat de betrokkenheid van kinderen vergroot wordt. De leeromgeving wordt zodanig ingericht dat kinderen er activiteiten kunnen kiezen en steeds geprikkeld worden nieuwe leeractiviteiten uit te proberen; om ervoor zorg te dragen dat het aanbod behalve betekenisvol ook zinvol is voor de kinderen. Leerkrachten gaan in op keuzes maar kunnen ook kinderen door gerichte activiteiten uitnodigen om bepaalde leeractiviteiten te ondernemen.
-13-
(Zie verder: plan van aanpak en voortgangsrapportage.) De onderwijsorganisatie: De groepsindeling De onderwijsorganisatie moet een bijdrage leveren om het werken met speciale leerarrangementen mogelijk te maken. De leerlingen worden hiervoor verdeeld in stamgroepen. Binnen die stamgroepen werken we in de ochtenduren ( ma – di – do – vrij ) bij het cursorisch onderwijs met instructiegroepen. In de middaguren wordt bij de wereldoriënterende en creatieve vakken in stamgroepen gewerkt. Hierbij zijn we afhankelijk van het aantal leerkrachten die werkzaam zijn op SBO De Fontein. Samenwerking met basisschool De Liaan moet leiden tot meer mogelijkheden. Interne communicatie: •
Informatievoorziening
De informatievoorziening verloopt via de postbakjes, de teamvergaderingen en de e-mail op school. •
Stafoverleg
Iedere maandag is er stafoverleg. Hierbij zijn aanwezig de directeur en de IB er. Met ingang van schooljaar 2007-2008 is ook de orthopedagoog minimaal één keer per maand aanwezig. •
Teamoverleg
Elke twee weken is er teamoverleg. We verwijzen hiervoor naar het vergaderrooster. Zie documentenklapper. •
Overleg met de ouderraad
Volgens rooster. •
Overleg met de M.R.
De M.R. krijgt alle documenten toegestuurd. Elke 2 maanden is er overleg. •
Overleg met bestuur Stichting Prisma
Elke twee weken aan de hand van de voortgangsrapportage.
-14-
Externe communicatie: Inspectie in het kader van de beoordeling “ Zeer zwakke school” DOSO : Directieoverleg speciaal onderwijs Samenwerking en overleg met de ambulant begeleiders en coördinatoren van Rec 2,3 en 4 IB Speciaal Basisonderwijs IB SWV 5105 BJZ Vorkmeer BCO Fysiotherapeut Samenwerking ouders en school: Stichting Prisma ziet ouders als educatieve partner van de school. Dit partnerschap wordt als volgt geformuleerd: “ Een vertegenwoordiging van de ouders van de school, die jou als school, directeur, team van leraren duidelijk maakt wat er verwacht wordt van de “klant” (zijnde kinderen en ouders en WAT er volgens de ouders voor deze schoolbevolking (kinderen en ouders) van belang is om in een professioneel HOE vertaald te worden.” Centraal staat dat er diepgaande, respectvolle communicatie op gang komt tussen ouders en school, als actieve bijdrage voor een kwaliteitsrijke ontwikkeling van kinderen. SBO De Fontein heeft bij een aantal ouders geen goede naam. Ouders hebben het vertrouwen in de afgelopen jaren verloren. Het is een belangrijke taak om het vertrouwen weer te herstellen. Om het beleid op stichtingsniveau voor SBO De Fontein te realiseren, zullen we de ouders veel nauwer bij het schoolgebeuren (het WAT), de schoolontwikkeling moeten betrekken. Het verstrekken van informatie speelt daarbij ook een rol. Informatie over onze school krijgen de ouders via: • • • • • • • • • • •
schoolgids, info – krantje (praktische informatie), rapportavonden (2 maal per jaar), portfolio van de leerlingen, informatieavonden, jaarlijkse thema-avond, georganiseerd door de ouderraad, de ouderraad, oudercontactschriften (in speciale gevallen), kijkdagen voor ouders van nieuwe leerlingen, tussentijdse inloopmogelijkheden, participeren van ouders in schoolcommissies/werkgroepen.
Op de ouderavonden moet er interactief met elkaar overleg plaatsvinden over het WAT van de school. Vanaf schooljaar 2007-2008 worden ouders elke week in de gelegenheid gesteld gebruik te maken van een spreekuur met de directeur.
-15-
Verder stimuleren wij: • dat kinderen aan ouders uitleggen wat ze doen en gemaakt hebben; • het deelnemen aan kijkdagen; • het bijwonen van vieringen. We zullen de ouders duidelijk aangeven wat de school kan bieden voor hun kind. Wezenlijk vinden wij ook dat ouders en school van elkaar weten wat ze van elkaar kunnen verwachten en welke gezamenlijke inspanningen er verricht moeten worden in het belang van het kind. Gezamenlijk gemaakte afspraken zullen schriftelijk worden vastgelegd. Ouders hebben recht op voorlichting t.a.v. de reële verwachtingen van de ontwikkeling van hun kind. Hierbij maken we gebruik van het leerlingvolgsysteem waarin objectieve toetsen zijn opgenomen. Ouders zullen blijvend geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind.
8. De leerlingenzorg De leerlingenzorg is een belangrijk aspect van het onderwijs op SBO De Fontein. We hebben de nodige aanpassingen aangebracht. Daarom beschrijven we in dit hoofdstuk de gehele leerlingenzorg. Vanaf het moment dat het bekend is dat een leerling op school komt tot aan het moment dat een leerling uitstroomt, doorlopen we een aantal fasen. Afhankelijk van de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van een leerling zullen er een aantal keuzes en overwegingen plaatsvinden in het te doorlopen traject. Al deze trajecten worden achtereenvolgens besproken. Tenslotte zal er nog een beschrijving plaatsvinden van aanvullende trajecten die voor sommige leerlingen gelden. Gedurende de schoolloopbaan worden er voor elke leerling speciale leerarrangementen ontwikkeld. Er zullen verwijzingen plaatsvinden naar specifieke protocollen, procedures en beschrijvingen/verantwoordingen. Deze zijn opgeslagen in de documentenklappers bij ons op school. Als leerlingen bij ons op school komen, hebben de meeste leerlingen een beschikking van de PCL. Uitzondering hierop zijn crisisplaatsingen. Deze leerlingen krijgen later (mogelijk) een beschikking van de PCL. De Fontein krijgt bij komst van de leerling een door de orthopedagoge van de PCL ingevulde HGPD. Op school wordt de leerling middels interne besprekingen geplaatst in een groep. De orthopedagoog verbonden aan onze school stelt een prognoselijn op waar we ons leerarrangement op baseren. Dit gebeurt in de instroombespreking waarin leerkracht (en), orthopedagoog en intern begeleider vertegenwoordigd zijn.
-16-
Tijdens de instroombespreking wordt ook de HGPD aangevuld. In de HGPD staan alle belemmerende en compenserende factoren van de leerling in. Ook logopedie en fysiotherapie zijn hierin opgenomen. De doelen op lange en korte termijn worden beschreven met daarbij de handelingsvoorstellen. Voor een voorbeeld van een HGPD verwijzen we naar de documentenklapper. Vanuit de HGPD wordt er door de leerkracht(en) een handelingsplan geschreven voor de cursorische vakken en het gedrag. Dit kunnen groepshandelingsplannen zijn of individuele handelingsplannen. Afhankelijk van de scores van een leerling ten opzichte van zijn eigen prognoselijn wordt er gesproken over begeleiding of zorg (zie bijlage prognoselijn in documentenklapper). In het handelingsplan wordt “smart” aangegeven aan welke doelen / tussendoelen er gewerkt wordt op korte en lange termijn, met welke inhoud, door wie en wanneer. Tenslotte wordt aangegeven wanneer en hoe evaluatie plaats vindt. Deze handelingsplannen worden 5 x per jaar geëvalueerd en doorgeschreven. Tussentijdse evaluatie of bijstelling is altijd mogelijk. Na de eerste periode waarin een leerling op onze school zit, vindt er een evaluatie plaats met de ouders/verzorgers. Hierin stellen we elkaar op de hoogte van de huidige stand van zaken. Hier wordt een verslag van gemaakt en eventuele aanpassingen of aanvullingen worden opgenomen in diverse formulieren. We werken op SBO De Fontein aan de hand van een zorgdriehoek. Deze ziet er voor onze school als volgt uit:
N.1 Lkr.
Niv. 2 Leerkracht/IB-er
Niveau 3: Leerkracht/IB-er/Orthopedagoog
Niveau 4: MDO overleg
Niveau 5: Verwijzing naar een andere school.
-17-
Zorgniveau 1: Wanneer een doel niet behaald is in de 1ste periode, zijn er verschillende mogelijkheden: - Het doel blijft staan, maar de activiteiten veranderen (we bieden het op een andere manier aan). - Het doel wordt verkleind. - Het doel vervalt (tijdelijk) en er komt een ander doel voor in de plaats. Dit alles gebeurt door de leerkracht. Zorgniveau 2: Wanneer het doel niet behaald is in de 2de periode, zijn er verschillende mogelijkheden: - Het doel blijft staan, maar de activiteiten veranderen (we bieden het op een andere manier aan). - Het doel wordt verkleind. - Het doel vervalt (tijdelijk) en er komt een ander doel voor in de plaats. Let op! Dit alles gebeurt door de leerkracht in overleg met de IB-er. Zorgniveau 3: Wanneer het doel na zorgniveau 2 nog niet is behaald, komt er een uitgebreider overleg. Hierbij zijn zowel leerkracht, IB-er als orthopedagoog betrokken. In dit niveau is er sprake van complexere problematiek, d.w.z. op meer dan één (vak)gebied. De mogelijkheden zijn dan zeer uiteenlopend, passend bij de behoeften van de leerling. De ouders worden op de hoogte gesteld. Zorgniveau 4: Wanneer we in zorgniveau 3 het gewenste resultaat niet bereiken, gaan we met meerdere partijen in gesprek. Te denken valt aan school - thuismaatschappelijkwerk, Bureau Jeugdzorg, I.D.T., in de toekomst het ZAT- team. Uiteraard zijn hierbij ouders, leerkracht(en), IB-er en orthopedagoog betrokken. Er is in dit niveau sprake van een complexe problematiek. U kunt hier ook denken aan de aanvraag voor een rugzak. Zorgniveau 5: Kunnen we na alle inspanningen de leerling niet bieden wat hij/zij nodig heeft, dan wordt er in overleg met ouders gezocht naar een passende school. Te denken valt aan speciaal onderwijs of basisonderwijs. Belangrijk om te weten bij de zorgdriehoek: - Een leerling kan met verschillende vakgebieden in verschillende zorgniveaus zitten. - Vanaf zorgniveau 3 is er sprake van complexere problematiek. - Dit is geen keurslijf, er kunnen zorgniveaus overgeslagen worden. - Ouders hebben altijd inzage in de handelingsplannen. - Een leerling kan bv. in zorgniveau 2 terecht komen en na het behalen van het doel weer terugkeren naar zorgniveau 1. Dit is dus flexibel.
-18-
Onze leerlingenpopulatie is op dit moment zodanig dat er bij het werken aan de hand van de zorgdriehoek een aanvulling is gekomen. Door verandering in de samenstelling van de groepen of door verandering van de leerling of in de omgeving van de leerling wordt er vaker van de leerkracht gevraagd om een aanpassing te doen in het aanbod van de groep of aan de individuele leerling. Het leerarrangement wordt aangepast. Dit zal ook vaker gebeuren in overleg met de orthopedagoog. Een leerling hoeft dan dus niet in zorgniveau 3 te zitten. Op school worden de leerlingen 2x per jaar getoetst middels methode onafhankelijke toetsen (zie toetskalender in documentenklapper). De resultaten van deze toetsen worden opgenomen in het LVS (leerlingvolgsysteem). Door middel van dit LVS kunnen we zien of en hoe een leerling zich ontwikkelt als we de toetsresultaten afzetten tegen de prognoselijn. Het kan dus zijn dat er een aanpassing gedaan moet worden in het aanbod van die leerling vanaf dat moment. Dit is dan terug te vinden in de handelingsplannen. Tussentijds worden er ook methode afhankelijke toetsen afgenomen. Deze zijn terug te vinden in de LVS klappers, net als de methode onafhankelijke toetsen. Als de toetsperiode geweest is volgen er leerlingbesprekingen om de vorderingen van de leerling te bespreken. Hiervoor gebruiken we het LVS, observatiegegevens, methodegebonden toetsen, gespreksverslagen e.d. Tijdens deze bespreking wordt de HGPD aangevuld. Na de toetsperiode wordt er ook voor elke leerling een rapport geschreven. Dit is een beschrijvend verslag en geeft de ontwikkeling aan van het afgelopen half jaar. Ouders krijgen dit verslag voor de kerstvakantie en in juni mee naar huis. Als ouders hierover vragen hebben, kunnen ze die in een oudergesprek ter sprake brengen. Als ouders geen gebruik willen maken van de oudergesprekken, maar de school van mening is dat dit wel zinvol/noodzakelijk is, wordt er alsnog een uitnodiging gestuurd naar de ouders met het dringende verzoek voor overleg. Voor de schoolverlaters geldt ook nog dat er na de toetsperiode van november een schoolverlatersonderzoek plaats vindt. Dit onderzoek wordt gedaan om zicht te krijgen in de mogelijkheden van de leerling om er dan in onderling overleg een advies aan te koppelen. Dit gebeurt eerst intern en daarna wordt dit advies besproken met de ouders. Hiervoor wordt ook het onderwijskundig rapport ingevuld door de leerkrachten en de weging van de leerling wordt gemaakt door de orthopedagoog. Voor het schoolverlaterstraject verwijzen we naar het protocol in de documentenklapper. Gedurende de schoolloopbaan van een leerling vinden er naast de instroom- en leerlingbesprekingen nog andere overlegvormen plaats. Te denken valt hierbij aan: •
overdrachtsbesprekingen Deze vinden plaats aan het einde van een schooljaar waarin de gegevens van een leerling doorgesproken worden met de nieuwe leerkracht van het -19-
volgende schooljaar. Leerkrachten leggen middels overdrachtsbesprekingsformulier vast wat er is afgesproken.
een
•
besprekingen in de loop van een schooljaar op vraag van ouders, leerkracht(en) of IB-er Verslaglegging gebeurt door de leerkracht of door de IB-er.
•
besprekingen met ouders naar aanleiding van een onderzoek Deze worden door de orthopedagoog geleid en door hem verwerkt in een verslag.
Sommige leerlingen op onze school hebben zodanige specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften dat wij als school hier niet aan kunnen voldoen. We maken dan gebruik van de mogelijkheid om samen met de ouders extra ondersteuning aan te vragen (Lgf – rugzak). Doel van deze aanvraag is om extra ondersteuning te kunnen krijgen vanuit de speciale scholen om een kind op onze school verder te helpen. Hiervoor wordt dan geld beschikbaar gesteld om extra begeleiding te geven aan het kind, de leerkracht professioneler te maken en om extra middelen aan te schaffen voor het kind. Er zijn 4 soorten speciaal onderwijs. REC 1 : school voor blinde en slechtziende kinderen REC 2 : school voor kinderen met ernstige spraak/taal moeilijkheden en/of gehoorproblemen REC 3 : school voor zeer moeilijk lerende kinderen en voor kinderen met een enkelvoudige of meervoudige lichamelijke handicap REC 4 : school voor kinderen met gedragsstoornissen. Als een kind een positieve beschikking krijgt (een rugzak wordt toegewezen), kunnen de ouders kiezen of ze de rugzak willen invullen op onze school of overgaan tot plaatsing op de speciale school. De procedure om tot een aanvraag over te gaan staat beschreven in de documentenklapper. Ook maken we hier gebruik van het boek: “Condities en instrumentarium indicatiestelling speciaal onderwijs en leerlinggebonden financiering.” Als er eenmaal een rugzak is toegekend en wij als school denken dat we hiermee vooruit kunnen, hanteren we het protocol voor rugzakleerlingen (zie bijlage in documentenklapper). Het kan zijn dat de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van een leerling zich zo ontwikkelen dat een leerling meer gebaat is bij het onderwijsaanbod van een reguliere basisschool. We kunnen dan samen met de ouders besluiten om over te gaan tot terugplaatsing. Er wordt door ons contact opgenomen met de basisschool en in onderling overleg wordt gekeken of de basisschool tegemoet kan komen aan de onderwijsbehoeften van de betreffende leerling. Er wordt vervolgens een traject uitgezet om een soepele overgang mogelijk te maken met ondersteuning vanuit de SBO. -20-
9. Personeelsbeleid en organisatieontwikkeling IPB van Stichting Prisma: Er bestaat binnen scholen behoefte aan andere competenties dan voorheen. Competenties die iemand in staat stellen zelf regie te voeren en goed te kunnen samenwerken in netwerken, nemen tegenwoordig een belangrijke plaats in. Het gaat verder meer dan voorheen om bereidheid tot samenwerking en uitwisseling binnen en buiten de school. Om systematische afstemming van de competenties van het personeel en de visie en doelstelling van de school. Om durf ten aanzien van het anders organiseren en het mede inzetten van een ander type personeel dan leraren. Dit alles met de belangen van het kind voor ogen als centraal ijkpunt. Een gestructureerde wijze van het afstemmen tussen de aanwezige en gewenste competenties van het personeel en de koers die Prisma vaart, is uitgewerkt in het Integraal Personeelsbeleid(IPB). Hierin is bijzondere aandacht voor het Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP). Of een Persoonlijk EffectiviteitsPlan (PEP), beiden in relatie tot het SchoolOntwikkelingsplan (SOP). Onderwijskundig leiderschap (visie Stichting Prisma): Speciale aandacht is nodig voor het versterken van het management. De functie van schoolleider verandert van inhoud nu de school nog meer mogelijkheden krijgt om zich te profileren en zelf te werken aan kwaliteit, innovatie en personeelsbeleid. Dit betekent dat een lid van de schoolleiding andere competenties nodig heeft dan voorheen. IPB van SBO De Fontein: De ontwikkeling van het huidige schoolconcept en het werken vanuit dit schoolconcept heeft consequenties voor de competenties van het personeel van SBO De Fontein. Directie, o.p. en o.o.p. zullen zich moeten professionaliseren om realisering van het onderwijs volgens het gekozen concept mogelijk te maken. Hierbij speelt het integraal personeelsbeleid een belangrijke rol. In de komende 4 jaar worden de volgende aspecten van het integraal personeelsbeleid op SBO De Fontein nader uitgewerkt: 1. Onderwijscultuur. We verwijzen hiervoor naar het plan van aanpak. 2. Professionalisering van het team. Stichting Prisma bevordert de kwaliteit en de professionaliteit van het onderwijspersoneel. Om onderwijs op maat te kunnen bieden, is het nodig dat allen die betrokken zijn bij dit onderwijs, beschikken over voldoende competenties. Stichting Prisma wil een Lerende Organisatie zijn. Professionalisering moet daarbij breder opgevat worden dan alleen traditionele scholing. -21-
Naast affiniteit met de doelgroep van SBO De Fontein moeten de leerkrachten beschikken over het competentieprofiel dat het mogelijk maakt om vanuit onze uitgangspunten het werken met specifieke arrangementen te realiseren. We maken hierbij gebruik van het competentieprofiel “Speciaal en bekwaam” en “Profiel leraar Stichting Prisma” (zie de bijlagen 3, 5 en 6). Voor de ontwikkeling van de competenties waarnaar hierboven verwezen wordt, is permanente professionalisering nodig (zelfreflectie, leren van andere collega’s en leren van externe deskundigen). Voor de nascholing / professionalisering verwijzen we naar het nascholingsplan. Om tijd voor zelfreflectie en leren van collega’s in te ruimen, wordt er maar één keer in de twee weken vergaderd. Voor het leren van externe deskundigen zullen we de samenwerking met het speciaal onderwijs optimaliseren. We zullen beter gebruik maken van de expertise van de ambulant begeleiders van clusters 2, 3 en 4. Er wordt veel aandacht besteed aan het persoonlijk ontwikkelingsplan. 3. Samenstelling team. Hoewel het gaat om competente leerkrachten (zie 2), zou het goed zijn enkele mannelijke leerkrachten in ons team te hebben Zoals we al hebben aangegeven zal in de komende jaren integratie plaatsvinden met basisschool “De Liaan” en dit maakt organisatorische afstemming noodzakelijk. De consequenties voor het personeel zullen in de jaarplannen 2008-2009 en 2009-2010 worden weergegeven. Onderwijskundig leiderschap SBO De Fontein: In de schooljaren 2007-2008 t/m 2009-2010 werkt een (interim) directeur op SBO De Fontein. De doelen die hij moet bereiken worden vastgesteld in overleg met het bestuur van Stichting Prisma. Uitgangpunt in zijn functioneren is het Profiel Directeur Stichting Prisma. Hij bespreekt zijn stijl van leiding geven in de komende jaren met het team. De gesprekscyclus: Het werken aan de schoolcultuur en de professionalisering komen terug in de gesprekscyclus. Hieronder wordt de cyclus weergegeven. Reflectie- en doelstellingsgesprek Coaching (continue) Voortgangsgesprek (jaarlijks) Functioneringsgesprek (jaarlijks) Functioneringsgesprek met klassenassistent(jaarlijks) Beoordelingsgesprek
-22-
directeur intern begeleider en directeur directeur directeur leerkracht directeur
De komende jaren: 2007-2008
Voortgangsgesprekken over het persoonlijk ontwikkelingsplan waarbij de aandacht vooral uitgaat naar leerpunten n.a.v. klassenbezoek. Coachingsgesprekken Functioneringsgesprekken Voortgangsgesprekken Coachingsgesprekken Functioneringsgesprekken Voortgangsgesprekken Coachingsgesprekken Beoordelingsgesprekken Nieuwe schoolleiding
2008-2009 2009-2010 2010-2011 Coaching en begeleiding:
Leerkrachten worden begeleid/gecoacht door de intern begeleider en de directeur. Intervisie en collegiale consultatie: Op de SBO-school maken we veelvuldig gebruik van intervisie en collegiale consultatie. Om hier optimaler gebruik van te kunnen maken, vergaderen we om de twee weken. De tijd die vrij komt kan voor intervisie en collegiale consultatie gebruikt worden. Taaktoedeling: Bij het werken aan een aspect van de schoolcultuur, de professionele discipline, bleek dat de taaktoedeling niet optimaal was. Inventarisatie taken op schoolniveau: We hebben een overzicht gemaakt van de taken die zich op de SBO-school voordoen. Er zijn afspraken gemaakt over de tijd die aan iedere taak mag worden besteed. Dit overzicht wordt jaarlijks in mei bijgesteld met het oog op het nieuwe schooljaar. Momenteel laten we ons hierbij sterk leiden door de omvang van het team. Om te voorkomen dat het kleine aantal mensen overbelast wordt, wordt gekeken welke taken noodzakelijk zijn. Het primaire proces mag niet lijden onder de hoeveelheid taken op schoolniveau.
-23-
Taaktoedeling op basis van expertise en affiniteit: Taken worden in goed overleg aan de directie, interne begeleider, de individuele leerkrachten en o.o.p toebedeeld. Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke competenties van de medewerkers en de affiniteit met taken. Integratie met basisschool De Liaan moet de taakbelasting verminderen. Het Arbobeleid: In schooljaar 2007-2008 zal het Arbobeleid worden bijgesteld en verder worden uitgewerkt met de medebewoners, basisschool De Liaan en Peuterspeelzaal “ ’t Dörpelke” .
-24-
10. Informatie - en communicatietechnologie De komende vier jaren zullen we bij de ontwikkeling van de informatie - en communicatietechnologie werken aan: 1) Het onderbrengen van alle computers (voor leerlingen) in de groepslokalen. Werken zonder toezicht is niet verantwoord. 2) Verdere professionalisering van het team in het gebruik van de nu aanwezige software. 3) Beveiliging van het internet om te voorkomen dat leerlingen verkeerde sites bezoeken. 4) Optimalisering van het digitale leerlingvolgsysteem. 5) Het digitaal afnemen van CITO - toetsen. 6) Aanschaf van nieuwe kwalitatief goede software (waarvan uit onderzoek is gebleken dat de programma’s effectief zijn) Hierbij heeft software die ingezet kan worden voor kinderen met dyslexie de prioriteit.
-25-
11. Huisvestiging, inrichting en financiën Visie onderhoud Stichting Prisma Inleiding: Uitgangspunt is het strategisch huisvestingsplan van de Stichting Prisma. Dit plan is gemaakt op basis van gegevens van Prisma. Voor dit plan zijn de dertien schoolgebouwen van Prisma in de gemeenten Helden en Kessel bekeken en beoordeeld. Het onderhoudsbeleid van Prisma: Prisma is een stichting die is opgericht in het kader van de fusie van 13 basisscholen. De stichting wil zich met name richten op haar kerntaak, “Het geven van onderwijs”. Het onderhouden van schoolgebouwen vindt zij een nevenactiviteit die voorwaardenscheppend is. Prisma wil dit gedeeltelijk uitbesteden en gedeeltelijk zelf uitvoeren. Om dit goed te kunnen plannen, moet duidelijk zijn wat de strategie is voor de schoolgebouwen in de komende jaren. Dit geeft namelijk sturing aan het onderhoud. Vandaar dat Prisma een strategisch huisvestingsplan heeft laten ontwikkelen. Voor het uitvoeren van onderhoud is ook belangrijk dat duidelijk is wie waar verantwoordelijk voor is. Er zijn wat dat betreft twee partijen, de stichting Prisma en de individuele basisschool met haar directeur. De stichting Prisma wil de taken als volgt verdelen: Prisma is verantwoordelijk voor het casco-onderhoud, het onderhoud aan de schil van het gebouw. De school is verantwoordelijk voor het onderhoud aan de binnenkant van het schoolgebouw. Prisma kan daar uiteraard wel faciliterend voor zijn. Het onderhoud van schoolgebouwen wordt gekenmerkt door een drietal zaken: • een onduidelijke eigendomsstructuur • een ingewikkelde beslissingsstructuur • een beperkte geldstroom. De schoolgebouwen zijn eigendom van de gemeente. Het is echter de stichting Prisma die het onderhoud moet verzorgen. Zij krijgt hiervoor geld van het Rijk, voor sommige onderhoudsactiviteiten moet zij ook geld vragen aan de gemeente. Daarnaast is de hoeveelheid geld die beschikbaar is voor het onderhoud stelselmatig te weinig ten opzichte van het geplande onderhoud. Als gevolg hiervan wordt continue bezuinigd op de activiteiten en wordt een groot deel in eigen beheer uitgevoerd. Wil je het onderhoud van de schoolgebouwen professionaliseren, dan is het belangrijk dat de taken en bevoegdheden van de verschillende partijen duidelijk worden en dat er bewust gekozen wordt hoe met de geldstroom wordt omgegaan. Het voornemen van het Rijk om de geldstromen door te decentraliseren aan de gemeente is wat dat betreft een stap in de goede richting. Het vaststellen van een strategisch huisvestingsplan waarbij wordt aangegeven waar de prioriteit - wat onderhoud betreft- komt te liggen, kan er voor zorgen dat de gelden -26-
efficiënter worden besteed. Niet meer elke school krijgt zijn deel, maar het geld gaat daar naar toe, waar het het hardste nodig is. Samenvatting strategisch huisvestingsplan Prisma: Prisma beheert een dertiental scholen, waarvan elf in de gemeente Helden en twee in de gemeente Kessel. Voor alle schoolgebouwen is een strategisch beheerplan gemaakt, geldend voor de lange termijn. De scholen variëren in leeftijd van 54 tot 5 jaar, gemiddelde is 35 jaar. School De Springplank Panningen-Noord De Kemp De Liaan De Fontein Panningen-Zuid De Pas St. Joseph De Wissel De Horizon De Regenboog Dr. Poels De Merwijck
Strategie Afweging renovatie met brede school of sloop Nieuwbouw in Ringovenpark Doorexploiteren Na renovatie doorexploiteren (groeischool) Doorexploiteren en medegebruik stimuleren Afhankelijk van toekomst rond De Wietel Doorexploiteren Mogelijkheden bekijken voor brede school Doorexploiteren Doorexploiteren Doorexploiteren en medegebruik stimuleren Doorexploiteren en omvormen tot brede school Doorexploiteren
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bouwjaren van de scholen. bouwjaar aantal scholen
51-' 55
56-' 60 1
61-' 65 3
66-' 70 2
71-' 75 0
76-' 80 2
81-' 85 2
86-' 90 0
91-' 95 2
96-' 00 0
01-' 05 0
1
Bij een groot aantal scholen is sinds de bouw niet alleen onderhoud uitgevoerd, maar zijn ook wijzigingen gerealiseerd. Het betreft veelal tijdelijke klaslokalen en/of een gewijzigde indeling. Daarnaast moet een schoolgebouw zich aanpassen aan de gewijzigde visie over het geven van onderwijs en aanvullende taken. Per schoolgebouw is aangegeven welke nieuwe ontwikkelingen worden verwacht en hoe het onderhoud, maar ook wijzigen van het gebouw daar invulling aan kunnen geven. Over het geheel blijkt dat er de komende jaren een daling van het aantal schoolgaande kinderen wordt verwacht. Dat betekent dat er op basis van die gegevens in bijna alle schoolgebouwen een capaciteitsoverschot wordt verwacht. Aan de andere kant vraagt de gewijzigde onderwijsvisie, waar meer in kleine groepjes en individueel onderwijs wordt gegeven, een grotere en andere ruimtebehoefte. Verder speelt ook de maatschappelijke visie dat scholen meer kunnen betekenen. De zogenaamde brede school waarbij de school naast het basisonderwijs ook een rol speelt bij de kinderopvang voor nog niet schoolgaande kinderen, maar ook bij buitenschoolse opvang. Bovengenoemde ontwikkelingen zijn vertaald naar de dertien schoolgebouwen van Prisma. Per school zijn de volgende strategische keuzes gemaakt. -27-
Uit het overzicht blijken 4 vragen, welke op termijn beantwoord dienen te worden: • Op welke wijze kan Panningen-Zuid worden ingepast in de ontwikkelingen in het gebied rond De Wietel? • Bij welke basisschool in de dubbelkern Helden-Panningen wordt de brede school gerealiseerd? • Hoe wordt het feit dat de huidige school in Koningslust niet meer aansluit bij de vraag opgelost? Door renovatie van het schoolgebouw of door sloop en vervangende nieuwbouw? • Komt de kinderopvang in Beringe bij basisschool Sint Joseph? Tot die tijd moet het onderhoud aan de basisscholen Panningen-Noord, Panningen-Zuid en De Springplank geminimaliseerd worden. De andere scholen kunnen normaal worden onderhouden. Meerjarenonderhoudsplannen (MJOP): Voor elk schoolgebouw is een meerjarenplanning opgezet voor de lange termijn. Recentelijk is dit plan door Prisma geactualiseerd in een overzicht voor de komende 10 jaren. Onderstaand treft u een overzicht aan omtrent de benodigde financiële middelen welke voor uitvoering nodig zijn in de komende 4 jaren (schoolplanperiode). Onderhoud totaal 2007 tm 2010 2009
2010
totaal
voor rek. Gemeente
2007
St. Joseph
208183
17297
30981
3797
260258
129735
130523
5823
15836
111297
27596
160552
47447
113105
De Kemp
2008
voor rek. Prisma
SCHOOL
De Springplank
2866
13723
39918
108219
164726
38400
126326
De Horizon
5812
30754
3452
59248
99266
68054
31212
Dr. Poels
10238
2393
2827
15679
31137
29279
1858
De Pas
17315
2848
7967
4560
32690
22683
10007
De Liaan
2424
2788
2521
8072
15805
15805
0
Panningen Noord
3438
2516
2565
0
8519
8519
0 12708
De Wissel Panningen Zuid De Merwijck De Regenboog De Fontein totalen
6429
2895
24549
50016
83889
71181
29005
4500
35549
12814
81868
76771
5097
4970
4924
7507
5119
22520
20738
1782
24677
3464
7900
73002
109043
44952
64091
3266
3618
5859
11930
24673
21932
2741
324446
107556
282892
380052
1094946
595496
499450
Jaarprogramma onderhoud per school: Vanuit de meerjarenonderhoudsplannen zijn voor elke school de gegevens omgezet naar een overzicht voor de komende 10 jaren (periode 2007-2016). Dit is gebeurd om overzicht te houden op de situatie van de eerstkomende jaren. Het gehele MJOP bestrijkt een periode van 50 jaren, waarbij het prijspeil van 2003 werd aangehouden. In het 10-jarenplan zijn de cijfers aangepast met de huidige gemiddelde indexcijfers van 2% per jaar. Het overzicht is overgenomen uit het 10-jarenplan, zodat dit parallel loopt met de schoolplanperiode.
-28-
Jaarlijks wordt een werkplan gemaakt voor 1 kalenderjaar en toegespitst op iedere school apart. Daartoe wordt een onderhoudsinspectie uitgevoerd door de facilitaire dienst. De gegevens uit de inspectie samen met het onderhoudsplan vormen het werkplan voor het betreffende kalenderjaar. Voor zover mogelijk wordt het onderhoud uit dit plan uitgevoerd door de eigen onderhoudsdienst. Eigen ruimte voor school: Het gebouw waarin SBO De Fontein is gehuisvest (voorheen basisschool Onderse Veld/De Liaan) is gebouwd in 1965. Het is een langgerekt gebouw waarin 9 klaslokalen zijn opgenomen. In 1985 is de school uitgebreid met een speellokaal en in 1998 met één tijdelijk lokaal. De onderhoudskwaliteit van het gebouw is goed. Eind 2002 ruilde basisschool De Liaan van locatie met SBO De Fontein. De ruimtebehoefte van de basisschool nam toe en die van het speciaal onderwijs af. Door van gebouwen te wisselen kon dit beter worden opgevangen. In schooljaar 2007-2008 beschikken we over 5 groepslokalen, een speelzaal, een directiekamer, een kamer voor de intern begeleidster en de orthopedagoog, een kamer voor de logopediste, een personeelskamer en een ontmoetingsruimte. We beschikken over een grote speelplaats die echter (nog) niet uitnodigt tot spelen. Medebewoners: In het gebouw zijn ook twee groepen gehuisvest van basisschool De Liaan en twee groepen van peuterspeelzaal “ ’t Dörpelke” . De peuterspeelzaal gebruikt twee extra ruimtes voor personeel en leiding. Inrichten van het gebouw: Het aantal leerlingen is weliswaar klein, maar omdat we veel individuele ondersteuning moeten geven of begeleiding in kleine groepjes, is een ander gebruik van ruimtes nodig. Ook de komende ontwikkelingen zullen hierbij een rol spelen (integratie met een basisschool). De doelgroep waarmee we werken vraagt ook verdere aanpassingen. De computers die nu nog in de ontmoetingsruimte staan, gaan de groepen in. Kinderen kunnen niet zonder toezicht werken. De risico’s zijn te groot. Financiën: Op de teldatum 01.10.06 zaten er 43 kinderen op SBO De Fontein. Dat is 1.15% van het aantal kinderen in het samenwerkingsverband. Het federatiebestuur heeft de SBO-school de middelen gegeven gebaseerd op 2%. Het verschil tussen die 1.15% en 2% ziet het federatiebestuur als een extra investering in de kwaliteit van de SBO – school. Vanaf 01.08.08 valt het SWV uiteen en zal SBO De Fontein alleen nog maar te maken hebben met Stichting Prisma. -29-
De kleinschaligheid heeft ook financiële gevolgen m.b.t. de materiële instandhouding. Voor leermiddelen en vaste lasten (gas, water en elektriciteit) komt steeds minder aan inkomsten binnen. Een reden die integratie met een grotere organisatie noodzakelijk maakt. Het gevolg van de beperkte financiële middelen is dat we sterk prioriteiten moeten stellen bij de aanschaf van leermiddelen / methodieken.
-30-
12. Overige onderwerpen CULTUUREDUCATIE STICHTING
PRISMA
Algemeen: Cultuureducatie is geen vak, maar kan gezien worden als een vorm van leren en middel om te leren. Cultuureducatie is dan een voertuig voor nieuw denken, een vorm van leren. We stappen hiermee af van de gedachte dat cultuur ‘moet’. Dit betekent dat het cultuureducatieve aanbod moet passen binnen het leerplan van een school, aansluit bij het schoolbeleid en de inhoud van het onderwijs c.q. de lessen. Cultuureducatie heeft meer potentie als zij beter wordt ingebed in het ontwikkelingsproces van kinderen en jongeren. In processen van totstandkoming van brede scholen en het organiseren van de verlengde schooldag neemt cultuureducatie ook een belangrijke plaats in. Leerprocessen die zich oriënteren op het nieuwe leren, levensecht leren of andere vormen van innovatie in leerprocessen verbreden de blik van de school naar de mogelijkheden van de omgeving van de school, met inbegrip van kunst en cultuur. We willen daarom cultuureducatie een structurele plek geven in het basisonderwijs. Niet alleen als integraal onderdeel van ons domein ‘onderwijs’, maar ook binnen de domeinen ‘vrije tijd’ en ‘thuis’, waarbij we dus uitdrukkelijk aansluiten bij het taakveld ‘jeugd’ van de WMO. Wat wordt onder cultuureducatie verstaan? Onder cultuureducatie verstaan we alle educatieve activiteiten en vormen waarbij cultuur als doel of middel wordt ingezet. Vormen van educatie die beogen de leerlingen in contact te brengen met kunst, cultuur, erfgoed en media in actieve, receptieve dan wel reflectieve vorm. Activiteiten gericht op vergroting van deskundigheid van leraren of het onderwijsteam vallen ook onder het begrip cultuureducatie. De zorg voor het inrichten van een krachtige leer- en leefomgeving dient een gezamenlijke verantwoordelijkheid te zijn van onderwijs, cultuursector en overheid. Elk van deze partijen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid, maar alleen een gezamenlijke inspanning leidt ertoe dat cultuureducatie tot bloei komt. Het gaat daarbij niet alleen om tijd en geld, maar ook om kennisuitwisseling, onderling overleg en samenwerking. Voor de uitvoering van onze cultuureducatieve missie en visie werken we samen met culturele instellingen en initiatieven in de omgeving, de regio, provincie en landelijk. Om de samenwerking met het veld te stroomlijnen en coördineren hebben we een bovenschools coördinator aangesteld binnen het samenwerkingsverband cultuurPAD. Plaats van cultuureducatie binnen Prisma: Binnen Prisma zijn de volgende onderdelen met betrekking tot visie op cultuureducatie van toepassing: •
cultuureducatie als visie op leren Leren lukt alleen als het zinvol is. Zinvol leren gaat uit van betekenisvol en inzichtelijk leren in een sociale context, waarbij verbanden worden gelegd -31-
tussen de leefwereld en ervaring van de leerlingen en de kennis van een bepaald vakgebied. Cultuureducatie is van belang omdat het leerlingen leert hoe interessant leren kan zijn. •
cultuureducatie als bijdrage aan het leerklimaat - Cultuureducatie biedt gelegenheid om scheppend bezig te zijn; - Stimuleert mengvormen van individueel en gemeenschappelijk leren; - Doet een beroep op meerdere intelligenties; - Biedt ruimte voor eigen initiatief en reikt inspiratie aan uit vele culturen; - Kan behulpzaam zijn bij het bereiken van de kerndoelen bij andere leergebieden.
•
cultuureducatie binnen de leergebieden - Kunst en cultuur zijn belangrijke onderdelen voor jonge mensen om in de toekomst adequaat te kunnen participeren in de samenleving; - Er vindt een overdracht plaats van culturele verworvenheden; - Er is ruimte voor individuele ontwikkeling door het opdoen van persoonlijk, vormende ervaringen.
•
cultuureducatie als visie op vorming - Cultuureducatie is een uitwerking van het ideaal, dat de school een veel bredere taak heeft, die met vorming en opvoeding aangeduid kan worden.
Schooldoelstellingen gerelateerd aan algemene missie en visie: Cultuureducatie op SBO De Fontein:
“ERVAREN DOOR DOEN!”
Algemeen Cultuureducatie is geen vak, maar een middel om te leren. Op stichtingsniveau is sprake van een missie op het terrein van cultuureducatie om te komen tot communicatieve zelfsturing; op weg naar ‘leren en ervaren’. Niet alleen op het terrein van cultuureducatie, maar op meerdere terreinen. Elke individuele school sluit in haar visie op cultuureducatie aan op die missie, maar passend binnen het profiel en onderwijsprogramma van de eigen school. Hieronder de visie van SBO De Fontein. Wat is cultuureducatie? Cultuureducatie is kennismaking met alle vormen van kunst, cultuur en erfgoed op een toegankelijke manier. Binnen die kennismaking speelt het actief en praktisch bezig zijn van de leerlingen een belangrijke rol. Leerlingen ontdekken en ervaren kunst, cultuur en erfgoed door ‘te doen’. Daarom heeft SBO De Fontein het volgende speerpunt voor cultuureducatie geformuleerd: ERVAREN DOOR DOEN. Dit speerpunt past bij onze manier van werken in de ateliers op school en hier leggen we dan ook de verbinding tussen het onderwijs op onze school en cultuureducatie.
-32-
Wat is de plaats en functie van cultuureducatie in het onderwijsprogramma van De Fontein? Cultuureducatie neemt sinds een aantal jaren al een plaats in binnen het onderwijs op SBO De Fontein. Vooral in de kennismakende sfeer van het kunstmenu, maar ook in actieve zin tijdens de expressievakken. Door de ervaring met het kunstmenu hebben we geleerd dat onze leerlingen ‘ervaren door doen’. Het actief bezig zijn is heel belangrijk. Daarnaast werken we op school in ateliers, waarvan cultuureducatie een onderdeel kan zijn. Daarom kiezen we met ingang van schooljaar 2007-2008 voor een eigen activiteitenprogramma voor cultuureducatie. We streven naar kleinschalige activiteiten, dicht bij de leerlingen en de school. Leerlingen maken op deze manier kennis met kunst, cultuur en erfgoed van dichtbij; van kleine ontdekkingen als ‘waarom ziet een theelepeltje er zo uit?’ tot architectuur van de gebouwen in de buurt. Het ontdekken gebeurt door te doen, te voelen, te proeven en te ruiken aan cultuur. Hierdoor ervaren leerlingen dat wat je leert, je wat doet, je raakt. Cultuureducatie werkt als het wordt verankerd in het schoolprogramma. Daarom leggen we een relatie met het werken binnen de ateliers op school en de thema’s die we behandelen. De vorm waarin leerlingen kennismaken met kunst en cultuur is belangrijker dan de inhoud. De keuze voor ontmoeting, confrontatie of beleving mag dan ook afwisselend van aard zijn. In de samenstelling van ons activiteitenprogramma gaan we daarom uit van een mix van kennismaking, confrontatie en beleving. Met andere woorden: ook bijzondere, onbekende of aansprekende vormen van kunst en cultuur kunnen aan bod komen. We zijn als school niet alleen afnemer van cultuureducatie, maar leggen vooraf de kaders vast waarmee CultuurPAD aan het werk kan om deze kaders voor ons inhoudelijk in te vullen. Incidenteel zoeken we ook zelf naar activiteiten.
-33-
13. Bijlagen Bijlage 1.
Plan van aanpak
-34-
Bijlage 2.
Voortgangsrapportage
-35-
Bijlage 3.
Competentieprofiel “Speciaal en Bekwaam”
-36-
Bijlage 4.
Functiebeschrijving klassenassistent
-37-
Bijlage 5.
Profiel leraar Stichting Prisma
-38-
Bijlage 6.
Profiel directeur Stichting Prisma
-39-
Bijlage 7.
Passend Onderwijs Stichting Prisma
-40-
Bijlage 8.
Verslag inspectiebezoek (27.06.2007) van dhr. M. (stafmedewerker en projectleider kwaliteit en innovatie)
-41-
Seerden
Bijlage 9.
Voortgangsoverleg Henk B – Mart ten aanzien van Schoolverbetering SBO De Fontein.
-42-
1. Instemming medezeggenschapsraad en vaststelling bevoegd gezag. De Medezeggenschapsraad van SBO De Fontein heeft haar instemming verleend aan het schoolplan. Voorzitter:
Secretaris:
Naam:
Naam:
Helden, 01.07.2007 Het bevoegd gezag van de school heeft het schoolplan vastgesteld. Namens het bestuur van de Stichting Prisma, Dhr. M.A.E. Rutten, algemeen directeur Panningen, 01.07.2007 Handtekening:
-43-
-44-