Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019
Stichting Wolderwijs Dijkhuizen 28 7961 AK Ruinerwold Telefoon: Email: Internet:
0522-820000
[email protected] www.wolderwijs.nl
Versie 2.0
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
Inhoudsopgave Voorwoord
2
1.
3
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019
1.1 Toelichting begroting 2016; financieel
5
1.2 Toelichting begroting 2016; personeel
10
1.3 Toelichting meerjarenbegroting 2016 t/m 2019
14
1.4 Kwaliteitsinvesteringen meerjarenbegroting 2016 t/m 2019
19
2.
22
Risicoparagraaf
Nawoord
27
Lijst van afkortingen
28
1
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
Voorwoord Hierbij presenteren wij de begroting 2016 en de meerjarenbegroting van Stichting Wolderwijs over de periode 2016 tot en met 2019. De begroting is tot stand gekomen rekening houdend met alle relevante informatie zoals deze eind november 2015 bekend is. Met de meerjarenbegroting 2016 tot en met 2019 wordt inzicht verkregen in de ontwikkelingen op financieel vlak en wordt bepaald waar zich de komende jaren financiële risico’s voordoen, zodat hier tijdig op kan worden geanticipeerd. Daar waar nieuwe inzichten en gemaakte keuzes invloed hebben op de realisatie van de begroting van 2015, is de begroting 2015 niet aangepast. De gezamenlijke denkrichtingen vanuit de verschillende geledingen van de organisatie, die beschreven zijn in het strategisch beleidsplan 2015-2019, vormen de basis voor het opstellen van de meerjarenbegroting 2016 tot en met 2019 zoals deze hierbij voorligt. In het proces van totstandkoming van de begroting 2016 en de meerjarenbegroting 2016 tot en met 2019 zijn het bestuur, de algemeen directeur, de schooldirecteuren, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) en de beleidsmedewerkers van het stafbureau betrokken geweest. De GMR heeft een adviserende rol bij de totstandkoming van de begroting. Voor de meerjarenbegroting geldt dat het gaat om advisering met betrekking tot wijzigingen op hoofdlijnen in het financieel beleid. Over de begroting 2016 en de meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 heeft de GMR een positief advies uitgebracht in de vergadering van 19 november 2015. De begroting wordt gepresenteerd op organisatieniveau, conform de opzet van de jaarrekening zoals deze in de regels van de jaarverslaggeving zijn voorgeschreven. Dit maakt het tevens mogelijk om vergelijkende cijfers op te nemen op organisatieniveau; in dit geval de realisatie 2014 en de begroting 2015. Een deel van het eigen vermogen van Stichting Wolderwijs wordt de komende jaren aangewend voor het verbeteren van de kwaliteit op onze scholen (kwaliteitsinvesteringen). Het eigen vermogen zal hierdoor de komende jaren naar verwachting dalen naar een, nog steeds, verantwoord niveau. De solvabiliteit, het weerstandsvermogen en de kapitalisatiefactor zijn daarbij belangrijke kengetallen. Er is een risicoparagraaf opgenomen waarin de belangrijkste risico’s zijn beschreven die in de toekomst mogelijk consequenties hebben voor Stichting Wolderwijs. De begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 zijn vastgesteld door het bevoegd gezag op 23 november 2015. Ruinerwold, 23 november 2015, Stichting Wolderwijs
M.H. Mulder Algemeen directeur
2
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
1. Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019
3
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Telgegevens leerlingen
2014
Leerlingen 4 t/m 7 jaar Leerlingen 8 jaar en ouder (en onbekend) Totaal aantal leerlingen
2015 606 753
1.359
2016 595 698
1.293 2015
Gemiddelde geplande inzet over kalenderjaar in fte's Taakstellingen Totaal fte (incl. taakstellingen)
2017 571 671
1.242 2016 -2,30 92,23
7.755.374 7.348.872
Begroot 2015 7.626.763 7.147.452
Begroting 2016 7.439.066 7.003.394
3.1.2.2 Niet geoormerkte subsidies
293.118
151.632
3.1.3 Doorbetalingen rijksbijdrage SWV
113.383
327.679
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
82.039
3.2.1 Gemeentelijke bijdragen en subsidies
3.1 Rijksbijdragen 3.1.1.1 OCW
Realisatie 2014
1.234 2017
95,53
03 Baten
2018 576 658
2019 574 622
1.196 2018
-0,61 89,85 Begroting 2017
554 595 1.149 2019
-1,58 86,51 Begroting 2018
-3,10 84,05 Begroting 2019
7.286.542 6.833.852
7.200.687 6.718.391
7.063.885 6.580.572
110.672
137.690
177.296
188.313
325.000
315.000
305.000
295.000
5.500
18.630
18.630
5.700
5.700
58.924
0
5.700
5.700
5.700
5.700
23.115 118.704
5.500 16.790
12.930 24.453
12.930 24.643
0 24.833
0 25.023
3.5.1 Verhuur
14.465
14.790
24.353
24.543
24.733
24.923
3.5.6 Overige
104.239
2.000
100
100
100
100
7.956.117
7.649.053
7.482.149
7.329.815
7.231.220
7.094.608
Begroting 2016 6.282.044 573.905
3.2.2 Overige overheidsbijdragen 3.5 Overige baten
Totaal 03 Baten
04 Lasten
Realisatie 2014
4.1 Personeelslasten 4.1.1.1 Salariskosten directie
6.783.967 669.088
Begroot 2015 6.498.718 609.210
4.1.1.2 Salariskosten onderwijzend personeel 4.1.1.3 Salariskosten onderwijs ondersteunend personeel
5.836.690 241.201
5.358.424 351.442
4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst
10.000 140.790
4.1.2.3 Overige 4.1.2.4 Scholing en opleiding 4.1.3 Af: uitkeringen 4.2 Afschrijvingen
4.2.2.3 Overige materiële vaste activa 4.2.2.4 Leermiddelen 4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur 4.3.3 Onderhoud
Begroting 2018
Begroting 2019
6.099.070 574.724
5.835.783 575.316
5.634.383 575.907
5.177.690 411.853
5.075.368 400.521
4.930.042 326.682
4.806.281 288.143
10.000 157.508
10.000 133.760
10.000 80.000
10.000 40.000
10.000 5.000
153.964 136.992
186.112 137.582
194.717 119.955
174.423 113.287
169.222 112.526
164.835 112.528
-404.757 228.796
-311.560 212.223
-339.836 216.111
-329.254 212.031
-328.005 209.489
-328.311 204.871
4.2.2.1 Gebouwen 4.2.2.2 Inventaris en apparatuur
Begroting 2017
208
251
233
259
259
259
152.938
129.186
131.127
135.319
138.964
130.824
1.665
2.523
1.577
1.577
1.577
2.827
73.984
80.264
83.174
74.876
68.690
70.961
446.122 13.001
580.187 13.380
588.874 13.250
588.874 13.250
588.824 13.250
588.824 13.250
17.417
18.250
18.250
18.250
18.250
18.250
4.3.4 Energie en water
133.855
149.202
148.790
148.790
148.790
148.790
4.3.5 Schoonmaakkosten 4.3.6 Heffingen
167.769 8.462
155.785 7.890
154.654 8.570
154.654 8.570
154.604 8.570
154.604 8.570
4.3.7 Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen 4.3.8 Overige
100.000 5.618
230.000 5.680
240.000 5.360
240.000 5.360
240.000 5.360
240.000 5.360
4.4 Overige lasten
758.545
812.925
850.620
862.340
847.041
840.531
4.4.1 Administratie- en beheerslasten 4.4.2.1 Inventaris en apparatuur
325.810 9.342
313.245 6.550
304.715 7.000
300.215 7.000
295.715 7.000
291.215 7.000
4.4.2.2 Leermiddelen 4.4.4 Overige
204.010 219.383
159.251 333.879
179.782 359.123
179.085 376.040
166.286 378.040
166.276 376.040
7.937.649
7.762.315 Begroting
7.481.137 Begroting
7.268.608 Begroting
2016 58.000
2017 55.000
2018 52.000
2019 49.000
58.000
55.000 Begroting
52.000 Begroting
49.000 Begroting
Totaal 04 Lasten
05 Financiële baten en lasten 5.1 Rentebaten Totaal 05 Financiële baten en lasten
07 Resultaat
8.217.430 Realisatie 2014 63.263 63.263 Realisatie 2014
Totaal 07 Resultaat
-198.050
8.104.053 Begroot 2015 65.000 65.000 Begroot 2015 -390.000
Begroting
Begroting 2016 -397.500
2017
2018
2019
-377.500
-197.917
-125.000
NB: De reguliere resultaten bedragen jaarlijks structureel € 0. Door kwaliteitsinvesteringen, met een tijdelijk karakter, zijn de werkelijke resultaten negatief. De kwaliteitsinvesteringen worden op deze wijze ten laste gebracht van het eigen vermogen. Zie onderdeel 1.4 Kwaliteitsinvesteringen.
4
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
1.1 Toelichting begroting 2016; financieel Hieronder volgt een toelichting op de cijfers uit de begroting 2016. RESULTAAT BEGROTING 2016 € Totaal baten: Totaal lasten: Totaal rentebaten: Resultaat incl. kwaliteitsinvesteringen: Kwaliteitsinvesteringen: Regulier resultaat:
3.1 RIJKSBIJDRAGEN Onderdeel begroting 3.1.1.1
Specificatie Personele bekostiging Personele bekostiging Materiële bekostiging
OCW: 3.1.2.2
Prestatiebox
7.482.149 -7.937.649 58.000 -397.500 397.500 0
7.439.066
€ 5.552.436 370.070 1.080.888 7.003.394 110.672
Niet geoormerkte subsidies:
110.672
3.1.3
325.000
SWV (passend onderwijs)
Doorbetalingen rijksbijdrage SWV:
3.2 OVERIGE OVERHEIDSBIJDRAGEN
(zie onderdeel 1.4 Kwaliteitsinvesteringen meerjarenbegroting)
Toelichting Lumpsumbekostiging personeel en P&A. Lumpsumbekostiging n.a.v. samenvoeging/fusie scholen. Lumpsumbekostiging materieel.
Bekostiging ter bevordering van opbrengstgericht werken, professionalisering van directie en leraren én cultuureducatie.
Indirecte financiële middelen vanuit het Ministerie van OCW. Het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs (2203) verstrekt de gelden.
325.000
18.630
Onderdeel begroting
Specificatie
€
Toelichting
3.2.1
Subsidie gemeente
5.700
Compensatie vanuit Gemeente De Wolden m.b.t. het hoogteverschil in CAO-loon van bij de verzelfstandiging overgegaan personeel. Provinciale cultuursubsidie (tot en met schooljaar 2016/2017).
3.2.2 Overige subsidie Overige overheidsbijdragen:
12.930 18.630
5
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
3.5 OVERIGE BATEN Onderdeel begroting
Specificatie
3.5.1
Huurbaten
Verhuur: 3.5.6
Bonus Vervangingsfonds
4.1.1.3 4.1.3
Specificatie
Directie Onderwijzend personeel Loonkosten vervanging Onderw.onderst. pers. Uitkeringen VVF en UWV
Salariskosten incl. uitkeringen: Recapitulatie naar loonkostensoorten: Salariskosten regulier Kort buitengewoon verlof Collegiale consultatie Plusklassen Ouderschapsverlof BAPO/duurzame inzetbaarheid Medezeggenschap Onderwijs en innovatie Flankerend beleid
4.1.2.1
€
Toelichting
24.353
Op de meeste scholen wordt leegstaande onderwijsruimte verhuurd of in medegebruik gegeven. Het gaat om peuterspeelzalen, muziekscholen en een bibliotheek.
100
Verwachte afrekening op basis van het verzuimdeclaratieniveau bij het vervangingsfonds over schooljaar 2014/2015.
100
4.1 PERSONEELSLASTEN
4.1.1.1 4.1.1.2
24.453
24.353
Overige baten:
Onderdeel begroting
Vastgesteld 23 november 2015
Dotatie voorz. jubilea
Dotaties personele voorzieningen:
6.282.044
€
573.905 4.837.854 339.836 411.853 -339.836
Toelichting
Totale loonkosten, onderverdeeld naar de niveaus binnen de organisatie. Het budget loonkosten van onderwijzend personeel is verhoogd met een percentage van 6,7% in verband met verzuim (ziekteverzuim en overig verzuim). Deze vervangingssalariskosten worden vergoed door het Vervangingsfonds en UWV.
5.823.612
5.306.388 50.722 17.409 35.000 22.442 178.344 30.807 137.500 45.000 5.823.612 10.000
Reguliere salariskosten. Budget voor vervanging i.v.m. buitengewone omstandigheden. Budget voor competentiebevordering leraren. Salariskosten twee plusklassen. * Werkgeversbijdrage in ouderschapsverlof personeel. Ouderenregelingen. Vrijroostering medezeggenschap; vanuit GMR-werkplan. Onderwijskundige en innovatieve ondersteuning. * Stimuleringsgelden vrijwillige inkrimping personeelsbestand. *
Toevoeging aan de voorziening personeelsjubilea, ter egalisatie van de jaarlijkse kosten van jubilea o.b.v. het aantal dienstjaren.
10.000
* Kwaliteitsinvesteringen; kosten worden gedekt vanuit het eigen vermogen van Stichting Wolderwijs (zie onderdeel 1.4 Kwaliteitsinvesteringen meerjarenbegroting 2016 t/m 2019).
6
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Onderdeel begroting
Specificatie
4.1.2.2
OOP stafbureau Interim regulier OOP conciërges Participatiebudget Participatiebudget Personeel niet in loondienst: 4.1.2.3
Onkostenvergoedingen
€
Toelichting
35.000 50.460 3.300 40.000 5.000 133.760
Detacheringskosten werknemer stafbureau. Budget voor inzet interimdirectie op de scholen, binnen formatie. Bijdrage kosten van conciërge op één school (via bedrijf RRC). Participatiebudgetten van de scholen. * Vrijwilligersvergoedingen begeleiding NOAT-leerlingen.
47.617
Vergoedingen aan personeelsleden via het salaris; kosten woon-/werkverkeer, dienstreizen en telefoon. Verzuimbegeleiding MaetisArdyn en bedrijfshulpverlening. Begeleiding en coaching van personeelsleden. Schoolbegeleiding IJsselgroep en Robijns én kwaliteitszorg Cedin. Budget voor aantrekken nieuwe medewerkers. Gedifferentieerde beloning medewerkers; onderdeel IPB. Budget voor kerstpresentjes alle medewerkers. Afrekening uitkeringen ex-medewerkers (WW en WAO).
ARBO Begeleiding algemeen Schoolbegeleiding Werving en selectie Beloningsdifferentiatie Kerstpakketten Afrekeningen Ministerie Overige personeelslasten:
34.000 29.000 40.000 2.000 7.100 5.000 30.000 194.717
4.1.2.4
80.955 14.000 5.000 20.000 119.955
Scholen en stafbureau Professionalis. directie Bijeenkomsten Onderwijskundig Scholing/opleiding:
Vastgesteld 23 november 2015
Budget voor scholing onderwijskundig personeel. Budget voor professionalisering directieleden. Budget voor bovenschoolse Wolderwijsdag. Budget voor onderwijskundige scholing; vanuit prestatiebox.
* Kwaliteitsinvesteringen; kosten worden gedekt vanuit het eigen vermogen van Stichting Wolderwijs (zie onderdeel 1.4 Kwaliteitsinvesteringen meerjarenbegroting 2016 t/m 2019).
4.2 AFSCHRIJVINGEN Onderdeel begroting 4.2.2.1 Gebouwen:
Specificatie Gebouwen
4.2.2.2
Meubelen/inventaris ICT Inventaris en apparatuur: 4.2.2.3 Vervoermiddel Overige materiële vaste activa: 4.2.2.4 OLP Leermiddelen:
216.111
€
Toelichting 233 233
68.462 62.665 131.127 1.577 1.577 83.174 83.174
Kosten n.a.v. huurdersinvesteringen door stafbureau.
Kosten n.a.v. investeringen in inventaris. Kosten n.a.v. investeringen in ICT.
Kosten n.a.v. investering in vervoermiddel.
Kosten n.a.v. investering in onderwijsleerproducten.
7
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
4.3 HUISVESTINGSLASTEN Onderdeel begroting
Specificatie
Vastgesteld 23 november 2015
588.874
€
Toelichting
4.3.1 Huur:
Huur
13.250 13.250
Huurkosten bedrijfspand stafbureau.
4.3.3
Onderhoudsbeheer
18.250
Beheer uit te voeren onderhoudswerkzaamheden scholen; binnen- en buitenonderhoud.
Onderhoud:
18.250
4.3.4
Gas en elektra Water Energie en water:
145.530 3.260 148.790
Hoofdleverancier Nuon; contract vanuit Drents inkoopinitiatief. Leverancier WMD.
4.3.5
8.750 136.400 9.504 154.654
Leverancier Scheltinga. Schoolschoonmaak; leverancier Nivo-Noord. Leverancier Remondis (voorheen: Rova).
Sanitairproducten Schoonmaakbedrijf Afvalverwerking Schoonmaakkosten: 4.3.6
Publiekrechtelijke heff.
Heffingen: 4.3.7
Dotatie voorziening
Beveiliging
Overige huisvestingslasten:
4.4 OVERIGE LASTEN Onderdeel begroting 4.4.1
Rioolrechten, waterschapslasten en OZB (scholen zijn vrijgesteld van onroerende zaakbelasting).
8.570
Dotatie onderhoudsvoorziening: 4.3.8
8.570
Specificatie
Reproductie ICT-licenties ICT-onderhoud Diverse kantoorkosten Bestuur Advies Juridisch Accountant Administratiebureau Administratie- en beheerslasten:
240.000
Dotatie aan de onderhoudsvoorziening gebaseerd op de onderliggende meerjarenonderhoudsplannen van de scholen, voor zowel binnen- als buitenonderhoud.
240.000 5.360
Beveiliging van de gebouwen.
5.360
850.620
€ 62.650 26.350 40.200 19.015 19.000 5.000 5.000 12.500 115.000 304.715
Toelichting Leverancier Ricoh. Licenties ICT-software. Onderhoudscontracten ICT. Kosten kabelexploitant, porti, telefoon en overige kantoorkosten. Honoraria en onkostenvergoedingen bestuursleden. Budget voor bovenschools algemeen advies. Budget voor bovenschools juridisch advies. Controles accountantsorganisatie Deloitte. Leverancier Onderwijsbureau Meppel.
8
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Onderdeel begroting
Specificatie
4.4.2.1
Kleine aanschaf invent. Kleine aanschaf ICT Inventaris en apparatuur: 4.4.2.2
OLP algemeen OLP extra OLP ICT OLP overig OLP CITO Cultuur Cultuur
Leermiddelen: 4.4.4
Abonnementen Contributies Verzekeringen Medezeggenschap Projecten
€
Toelichting
2.675 4.325 7.000
Aanschaffingen inventaris lager dan € 500 per aanschaf. Aanschaffingen ICT lager dan € 500 per aanschaf.
102.500 14.894 21.750 5.350 9.000 13.358 12.930 179.782 6.700 18.000 8.000 11.065 10.000
Projecten
117.083
Projecten
140.000
Representatie Huishoudelijk Bankkosten Vervoermiddel Overig
12.475 8.850 350 2.600 24.000 359.123
Overige lasten:
Vastgesteld 23 november 2015
Onderwijsleerpakket; verbruiksmateriaal algemeen. Onderwijsleerpakket; verbruiksmateriaal passend onderwijs. Onderwijsleerpakket; verbruikskosten ICT. Onderwijsleerpakket; kosten internet. Onderwijsleerpakket; kosten CITO. Cultuureducatie; bedrag per leerling; vanuit prestatiebox. Cultuureducatie; bedrag per leerling; vanuit provinciale subsidie.
Diverse abonnementen. Bovenschoolse contributies. Bovenschoolse verzekeringen. Budget medezeggenschap; vanuit GMR-werkplan. Budget nieuw beleid; vanuit bekostiging prestatiebox, t.b.v. nieuwe professionaliseringsontwikkelingen. Budget nieuw beleid; vanuit reguliere bekostiging, t.b.v. inzet vakleerkrachten bewegingsonderwijs en conciërges. Budget nieuw beleid; vanuit algemene reserve, t.b.v. innovatie en groei (doelen vanuit het strategisch beleidsplan 2015-2019) * Diverse representatieve uitgaven. Diverse huishoudelijke uitgaven. Kosten betalingsverkeer bankrekening. Diverse vervoerskosten. O.a. schoonmaakinspectie en tevredenheidsonderzoek (om het jr).
* Kwaliteitsinvesteringen; kosten worden gedekt vanuit het eigen vermogen van Stichting Wolderwijs (zie onderdeel 1.4 Kwaliteitsinvesteringen meerjarenbegroting 2016 t/m 2019).
5.1 RENTEBATEN
58.000
Onderdeel begroting
Specificatie
5.1
Rente sparen
Rentebaten:
€ 58.000
Toelichting Gemiddeld 2% over een gemiddeld uitstaand bedrag van € 2.900.000, verdeeld over drie Rabobank-spaarrekeningvormen.
58.000
9
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
1.2 Toelichting begroting 2016; personeel De personele lasten maken het grootste deel uit van de totale kosten van Stichting Wolderwijs. Hierna wordt ingegaan op een aantal personeelsgegevens, die de basis vormen voor de hoogte van de personele lasten in de begroting 2016. Gevolgen daling leerlingaantal De huidige en toekomstige daling van het aantal leerlingen heeft tot gevolg dat er minder rijksontvangsten zullen zijn en dat er daardoor minder formatie beschikbaar is. De noodzakelijke toekomstige afname van het personeelsbestand kan slechts deels worden gerealiseerd door middel van natuurlijk verloop (hoofdzakelijk pensionering). RDDF: In tegenstelling tot voorgaande jaren zijn er per 1 augustus 2015 geen leerkrachten in het risicodragend deel van de formatie (RDDF) geplaatst. De (geprognotiseerde) daling in het leerlingaantal weegt op tegen de uitstroom aan personeelsleden in het afgelopen en komend jaar. Mobiliteit: Door de geleidelijke afname van het personeelsbestand in het afgelopen jaar heeft er met ingang van schooljaar 2015/2016 nagenoeg geen mobiliteit plaats hoeven te vinden. Flankerend beleid: Om gedwongen ontslagen, als gevolg van de afvloeiingsregeling op basis van dienstjaren, zoveel mogelijk te beperken is er flankerend beleid vastgesteld. Door het flankerend beleid wordt onder andere (gedeeltelijk) ontslag, onbetaald verlof en flexibele pensionering gestimuleerd door middel van daaraan gekoppelde financiële stimulansen. Tot en met 2017 is een budget van € 30.000 per jaar beschikbaar vanuit de algemene reserve. De uitkeringen vanuit het flankerend beleid zijn in de afgelopen jaren voornamelijk het gevolg geweest van (gedeeltelijke) ontslagname. Personeelsopbouw Op 1 oktober 2015 is het functiebouwwerk van Stichting Wolderwijs als volgt: Functie
Aantal
Directie: Algemene directie Schooldirectie Onderwijzend personeel: Onderwijzend personeel LA Onderwijzend personeel LB Onderwijsondersteunend personeel: Stafbureau Beleidsmedewerkers onderwijs en innovatie Onderwijsassistenten Schoonmaakpersoneel Totaal exclusief vervanging
Fte
Toelichting
1 7 8
1,00 5,90 6,90
Inclusief 1 persoon extern; 0,4 fte
82 40 122
54,18 30,12 84,30
5 2 4 2 13
3,55 1,67 2,30 0,42 7,94
143
99,14
Inclusief 1 persoon extern; 0,5 fte Kwaliteitsinvestering algemene reserve
Inclusief tijdelijk personeel
Stichting Wolderwijs kent de volgende LB-functies:
Intern begeleider Taalcoördinator
Rekencoördinator Locatiecoördinator
Bouwcoördinator Begaafdheidcoördinator
NB: Met ingang van schooljaar 2013/2014 begeleiden, gedurende één dagdeel per week, twee specialisten (hoog)begaafdheid twee plusklassen. De kosten hiervan worden als kwaliteitsinvestering gedekt vanuit de algemene reserve van Stichting Wolderwijs (zie onderdeel 1.4 Kwaliteitsinvesteringen meerjarenbegroting 2016 t/m 2019).
10
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
Personeel en kwaliteit Onderzoek en ook eigen bevindingen geven aan dat de kwaliteit en professionaliteit van het onderwijs op de scholen van Stichting Wolderwijs voornamelijk afhankelijk zijn van de kwaliteit van de leerkrachten en directieleden op de scholen. Daarom wordt er voortdurend geïnvesteerd in de kwaliteit van de medewerkers. LB-functies: In 2008 werd door het Ministerie van OCW en de sociale partners in het onderwijs het Convenant “De LeerKracht van Nederland” opgesteld. Dit Convenant bevat voor het primair onderwijs onder meer afspraken over meer loopbaanmogelijkheden voor de leraar (functiemix). In het primair onderwijs was taakdifferentiatie de regel. Alle leraren hadden lesgevende taken en de overig taken werden verdeeld tussen de collega’s. De functiemix biedt de scholen de keuze om een aantal van die taken samen te voegen tot een samenhangend nieuw takenpakket, waardoor de LB-functies zijn ontstaan. Door deze functiedifferentiatie ontstaat de mogelijkheid voor de leraar om te groeien in het vak. Elke leraar kan, in overleg met de werkgever, kiezen voor die functie die het beste overeenkomt met de ambities en competenties. De LB-functies betreffen lerarenfuncties met, naast de reguliere lesgevende taak, zwaardere taken en verantwoordelijkheden ten opzichte van de LA-functie. Bij functiemix gaat het om functiedifferentiatie en niet over beloningsdifferentiatie. Voor de LB-functie is een nieuwe functiebeschrijving voor de leraar basisonderwijs LB opgesteld. Op deze manier draagt de invoering van de LB-functies bij aan professionalisering en kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Voor de aanstelling zijn in de CAO PO de volgende eisen aan de LB-functie gesteld: Een werk en denkniveau HBO+, met bijbehorende afgeronde opleiding; (Mede)verantwoordelijkheid dragen voor het ontwikkelen van, het uitdragen van en verdedigen van onderwijskundig beleid; Het signaleren en analyseren van behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en het hiervoor aanleveren van concepten. Door Stichting Wolderwijs zijn aanvullend de volgende eisen aan de LB-functie opgesteld. De LB’er:
scoort op alle competenties van de leraar ten minste “meer sterk dan zwak”; werkt bewust aan zijn/haar ontwikkeling; is deskundig en flexibel: “is in ten minste vier groepen inzetbaar”; de LB’er heeft ten minste vier jaar onderwijservaring.
In het Bestuursakkoord voor de sector primair onderwijs wordt “Breed samengestelde schoolteams” ook genoemd als een van de vier thema’s die noodzakelijk zijn op weg naar de school van 2020. Het werken in teamverband wordt daarbij gezien als de kracht van het primair onderwijs. De teams nemen besluiten over nieuwe methodes, bespreken doorgaande leerlijnen en analyseren de onderwijsopbrengsten. Als de ‘collectieve kwaliteit’ van de teams toeneemt, komt dat de onderwijskwaliteit ten goede. Dat kan door meer diversiteit in de samenstelling van de teams te organiseren. Zo ligt er een verband met de functiedifferentiatie. Door middel van de invoering van de LB-functies heeft Stichting Wolderwijs de inhoudelijke diversiteit in de lerarenteams vertaald naar een diversiteit in taken en verantwoordelijkheden. Diversiteit leidt tot een verdeling van taken en als mensen beter zijn toegerust voor die specifieke taak, ook tot een kwaliteitsverbetering. Op deze manier ontwikkelen scholen zich tot leergemeenschappen en professionelere organisaties. De invoering van de functiemix heeft veel voordelen. De belangrijkste zijn: Door de functiemix ontstaan er loopbaanmogelijkheden binnen de functie van leraar; De leraar LB heeft zich ontwikkeld en gespecialiseerd; er ontstaat in de scholen een grotere deskundigheid op o.a. het gebied van rekenen, taal, zorg en achterstand; Waardevolle en complexe taken van een hoger niveau kunnen worden uitgevoerd door gespecialiseerde LB-leraren; Deskundigheid en taakspecialisatie heeft door de LB-functie een status, wordt gewaardeerd en wordt beloond; De directeur kan taken delegeren aan LB-leraren.
11
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
Investering kwaliteit personeel: Stichting Wolderwijs investeert in 2016 op de volgende manieren in de kwaliteit van de medewerkers: Er wordt per fte € 950 beschikbaar gesteld aan de scholen en het stafbureau voor na- en bijscholing. Voorafgaand aan het schooljaar worden de opleidingsplannen opgesteld, waarin rekening is gehouden met de wensen van de medewerkers afzonderlijk en de teams gezamenlijk. Vanuit de functioneringsgesprekken en de persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP’s) volgt eveneens scholing. De directieleden beschikken over een budget van € 2.000 per persoon voor hun professionalisering. Dit jaarlijkse budget mag, indien gewenst, maximaal drie jaren gespaard worden. Voorwaarde is dat men voldoet aan de eisen vanuit het schoolleidersregister PO, waar elke schooldirecteur ingeschreven moet zijn. Gezamenlijke studiedag (Wolderwijsdag) voor alle medewerkers. Op deze studiedag komen de meest actuele thema’s aan de orde. Naar aanleiding van het inventariseren van de competenties van alle leerkrachten in 2014 en 2015 vindt er jaarlijks gerichte scholing plaats van teams en individuele medewerkers. Deze aanvullende onderwijskundige scholing, de Wolderwijs Academie genoemd, wordt bekostigd vanuit de ontvangsten van de prestatiebox. Het budget bedraagt in 2016 € 20.000. Medewerkers kunnen, indien noodzakelijk én afgestemd met de algemeen directeur, coaching en/of begeleiding krijgen. Hiervoor is in 2016 een bedrag beschikbaar van € 29.000. Alle leerkrachten kunnen één maal in de twee jaar gebruik maken van collegiale consultatie. De leerkracht wordt in dit geval vervangen zodat hij/zij de mogelijkheid heeft bij een collega in de klas te kijken, om zichzelf op deze manier verder te ontwikkelen. Mobiliteit maakt het voor de leerkrachten mogelijk om op een andere school binnen Stichting Wolderwijs te gaan werken. Wisseling van werkomgeving heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van medewerkers. Medewerkers hebben de mogelijkheid om een lerarenbeurs aan te vragen. Deze beurs kan na aanvraag aan de bewuste medewerker verstrekt worden door het Ministerie van OCW en dient ter dekking van personele en materiële kosten. Stichting Wolderwijs stimuleert het volgen van langdurige studies, waaronder master-opleidingen. In de volgende paragraaf worden de verschillende soorten investeringen in personeel schematisch weergegeven voor 2016 en latere jaren. Meerjareninvesteringen kwaliteit personeel: In onderdeel 1.3 wordt een toelichting gegeven op de personele lasten in hoofdlijnen. Aansluitend op het voorgaande worden de directe investeringen in de kwaliteit van het personeel hieronder schematisch weergegeven voor de periode 2016 tot en met 2019, met een onderverdeling in reguliere dekking en dekking vanuit de prestatieboxontvangsten: 2016
2017
2018
2019
Investeringen kwaliteit personeel; Regulier Na- en bijscholing
70.955
69.287
68.526
68.528
Professionalisering directie
14.000
14.000
14.000
14.000
5.000
5.000
5.000
5.000
Begeleiding en coaching
19.000
18.000
17.000
16.000
Collegiale consultatie
17.409
17.409
17.409
17.409
126.364
123.696
121.935
120.937
Na- en bijscholing
10.000
10.000
10.000
10.000
Begeleiding en coaching
10.000
10.000
10.000
10.000
Onderwijskundige scholing
20.000
15.000
15.000
15.000
Totaal prestatiebox
40.000
35.000
35.000
35.000
166.364
158.696
156.935
155.937
Bijeenkomsten/studiedagen gezamenlijk
Totaal regulier Investeringen kwaliteit personeel; Prestatiebox
Totaal
12
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
Arbeidsomstandigheden Contract arbodienst: Ter ondersteuning van het arbeidsomstandigheden- en verzuimbeleid neemt Stichting Wolderwijs diensten af bij de gecertificeerde arbodienst MaetisArdyn, met als doel het voorkomen van uitval door ziekte. De arboarts vervult de rol van een onafhankelijke schakel tussen de werkgever en werknemer bij ziekte en re-integratie en geeft deskundig advies over arbeidsomstandigheden en verbetering daarvan. Een zieke medewerker ontvangt uiterlijk binnen drie weken een oproep voor het Arbospreekuur. Op advies van de arboarts kan doorverwijzing naar andere hulpverlening zoals psychologische hulp, bedrijfsmaatschappelijk werk, coaching of andere vormen van begeleiding plaatsvinden. Dit gebeurt in nauw overleg met de betreffende schooldirecteur en de personeelsconsulent van Stichting Wolderwijs. Verzuim: Verzuim beïnvloedt de onderwijskwaliteit. Er zijn meerdere redenen waarom medewerkers verzuimen; ziekteverzuim, zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof, buitengewoon verlof, etc. Bij een te hoog ziektepercentage volgt er een financiële afrekening van het Vervangingsfonds, dat bij ziekte de vervangingskosten vergoedt. In de begroting 2016 wordt rekening gehouden met een verzuimpercentage van maximaal 6,7%. Jaarlijks wordt er een positieve of negatieve afrekening ontvangen van het Vervangingsfonds, afhankelijk van de hoogte van het declaratieniveau ten opzichte van de afgedragen premie. Stichting Wolderwijs voert gericht beleid om het ziekteverzuimpercentage lager dan het landelijk gemiddelde te krijgen. Periodiek wordt het verzuim geanalyseerd, zowel op school- als op bovenschools niveau. De schooldirecteuren hebben hierbij als casemanager een essentiële rol. Risico Inventarisatie en evaluatie (RI&E): In 2014 is er op de scholen van Stichting Wolderwijs voor het laatst een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) opgesteld. De RI&E moet eens in de vier jaren plaatvinden. De RI&E heeft betrekking op aspecten van de organisatie die van invloed zijn op de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de medewerkers en heeft tot doel het maken van een sterkte/zwakteanalyse. Door middel van deze analyse kan verdere invulling worden gegeven aan het te voeren arbeidsomstandighedenbeleid en het optimaliseren van de bedrijfsvoering. Naar aanleiding van de RI&E is er per school een plan van aanpak opgesteld, aan de hand waarvan de risico’s de komende jaren worden verlaagd of weggenomen. Tevredenheidsonderzoeken: Eens per twee jaar wordt er op alle scholen van Stichting Wolderwijs een tevredenheidsonderzoek afgenomen onder het personeel, de leerlingen en de ouders. In 2014 heeft dit voor het laatst plaatsgevonden. Ondanks het feit dat de scores van de tevredenheidsonderzoeken positief zijn, zijn er verbeterpunten waarmee de scholen aan de slag gaan zijn komende jaren. Met name de ouderbetrokkenheid is een verbeterpunt. In 2016 zullen er nieuwe tevredenheidsonderzoeken plaatsvinden. Verlof voor eigen rekening De meest gebruikte soorten verlof, waarvan de (vervangings)kosten voor rekening van Stichting Wolderwijs komen, zijn: Ouderschapsverlof. Aan het begin van schooljaar 2015/2016 wordt in totaal voor ongeveer 0,65 fte aan ouderschapsverlof opgenomen. 55% van de verloftijd komt voor rekening van de werkgever. BAPO (overgangsregeling) en duurzame inzetbaarheid. In schooljaar 2015/2016 wordt in totaal voor ongeveer 3 fte aan verlof opgenomen. Het gaat hier om opname van opgebouwde rechten waarvan de kosten voor rekening komen van de werkgever. Kort buitengewoon verlof. Met ingang van 2015 wordt buitengewoon verlof niet meer vergoed door het Vervangingsfonds, maar komen de kosten van vervanging rechtstreeks voor rekening van Stichting Wolderwijs. Het gaat naar verwachting om ongeveer 0,85 fte per jaar. NB: De bovengenoemde verlofsoorten zijn begroot onder de personeelslasten (zie onderdeel 1.1 Toelichting begroting 2016; financieel).
13
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
1.3 Toelichting meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Bij het opstellen van de meerjarenbegroting is onder andere rekening gehouden met dalende leerlingaantallen en nieuwe bekostigingsontvangsten. Deze ontwikkelingen hebben directe consequenties voor de hoogte van zowel de toekomstige ontvangsten als de toekomstige uitgaven van Stichting Wolderwijs. In de meerjarenbegroting dalen de meeste kosten mee met de ontwikkeling van het leerlingaantal, waarbij de personeelskosten het belangrijkst zijn aangezien deze veruit het grootste deel van de totale kosten van Stichting Wolderwijs uitmaken. Daarentegen dalen bijvoorbeeld de huisvestingslasten niet mee met het leerlingaantal, omdat de verwachting is dat het aantal scholen in de periode van deze meerjarenbegroting hetzelfde blijft. Algemene uitgangspunten Het vertrekpunt bij het opstellen van de meerjarenbegroting is de vastgestelde begroting 2015 en de realisatie/jaarrekening 2014. Hieronder wordt een aantal algemene uitgangspunten toegelicht. Het grootste deel van de bekostiging vanuit het Ministerie van OCW vindt plaats per schooljaar, volgens de t-1 systematiek. De leerlingaantallen per 1 oktober van elk schooljaar en de gewogen gemiddelde leeftijd van het onderwijzend personeel zijn bepalend voor de hoogte van de bekostigingsontvangsten van het schooljaar erop volgend. Om de bedragen die per schooljaar worden ontvangen om te rekenen naar kalenderjaren wordt per schooljaar 5/12e deel (augustus tot en met december) van de bekostiging verantwoord in het ene kalenderjaar en 7/12e deel (januari tot en met juli) in het andere kalenderjaar. De belangrijkste basisgegevens voor het opstellen van de meerjarenbegroting zijn de jaarlijkse leerlingaantallen. Naast de leerlingtellingen van 1 oktober 2014 en 2015 zijn er actuele prognoses beschikbaar, per school, tot en met 2019. School: 't Echtenest De Klimtoren 't Oelebröd De Bosrand Het Veldboeket Het Groene Hart De Wezeboom De Dissel De Rozebottel De Horst Totaal
1-10-2014 1-10-2015 1-10-2016 1-10-2017 1-10-2018 1-10-2019 34 31 31 33 30 30 44 40 38 35 30 30 242 226 210 198 191 186 34 31 29 30 26 25 81 85 77 86 87 85 311 309 320 317 316 307 75 65 59 53 43 39 196 185 168 170 162 154 115 106 96 93 86 79 227 215 214 219 225 214 1.359 1.293 1.242 1.234 1.196 1.149
De gegevens zijn tot stand gekomen op basis van door Gemeente De Wolden aangeleverde prognoses. Deze prognoses zijn gecontroleerd en waar nodig bijgesteld door het stafbureau en de schooldirecteuren. In onderstaand schema wordt inzicht gegeven in de groepsgroottes van de vijf scholen met meer dan 100 leerlingen, zoals dit bekend is aan het begin van schooljaar 2015/2016 (exclusief instroomleerlingen gedurende het schooljaar):
Totaal leerlingen Aantal groepen Gemiddeld per groep
't Oelebröd
Het Groene Hart
De Rozebottel
226
309
185
106
215
1.041
9
13
8
5
8
43
25,1
23,8
23,1
21,2
26,9
24,2
De Dissel
De Horst
Totalen:
14
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
De bekostiging van een basisschool wordt beëindigd indien het aantal leerlingen van de school gedurende drie achtereenvolgende schooljaren lager is dan de opheffingsnorm van 36 leerlingen. Op deze regel is een uitzondering. Voor de scholen ’t Echtenest, De Klimtoren en De Bosrand kan hier een beroep op worden gedaan. Wanneer de gemiddelde schoolgrootte van alle scholen onder het bevoegd gezag minimaal 10/6e maal de opheffingsnorm bedraagt én het leerlingaantal van de school minimaal 23 is blijft de school in stand en komt in aanmerking voor bekostiging. De prognose laat zien dat enkele scholen over een aantal jaren de opheffingsnorm van 23 leerlingen naderen. Een vroegtijdige fusie met een andere school kan dan een reële optie zijn. Het fuseren van basisscholen houdt in dat één of meer scholen worden opgeheven. Het besluiten tot opheffing van openbare scholen is de wettelijke bevoegdheid van het schoolbestuur. Uiterlijk een jaar voorafgaand aan de sluiting moet dit besluit door het schoolbestuur worden medegedeeld aan de gemeenteraad van de gemeente De Wolden. De gemeenteraad kan, indien gewenst, besluiten de school in stand te houden. De exploitatie wordt in dit geval overgedragen aan de gemeente. In onderstaand schema is de gemiddelde schoolgrootte voor de komende jaren opgenomen. In alle jaren zit er een veilige marge tussen de gemiddelde schoolgrootte en 10/6e maal de opheffingsnorm. Gemiddelde schoolgrootte 01-10-2015
01-10-2016
01-10-2017
01-10-2018
01-10-2019
129,30
124,20
123,40
119,60
114,90
10/6e maal opheffingsnorm van 36 = 60,00 Hierna wordt per hoofdonderdeel van de meerjarenbegroting een toelichting op hoofdlijnen gegeven. Rijksbijdragen Door het dalende leerlingaantal de komende jaren dalen ook de totale reguliere rijksontvangsten. Met ingang van schooljaar 2015/2016 wordt er structureel extra bekostiging ontvangen van het Ministerie van OCW, naar aanleiding van de landelijke akkoorden in 2013 en 2014. Tegenover deze bekostigingsverhogingen van tezamen ongeveer € 150.000 staan (nieuwe) kosten; onder andere stimulering van bewegingsonderwijs, inzet van conciërges én overige projectkosten naar aanleiding van het strategisch beleidsplan 2015-2019. Voor al deze plannen moet beleid worden ontwikkeld in 2016. De bekostiging prestatiebox is in 2016 fors verlaagd, maar zal vervolgens fors toenemen de komende jaren, zoals afgesproken in de landelijke akkoorden. Met ingang van het schooljaar 2014/2015 worden alle gelden met betrekking tot passend onderwijs ontvangen van het nieuwe Samenwerkingsverband Passend Onderwijs 2203. De gelden worden ingezet voor specifieke leerlingzorg op de scholen, hoofdzakelijk in de vorm van zorgformatie en arrangementen (oude LGF-gelden). Overige overheidsbijdragen en -subsidies Er wordt jaarlijks een loonkostenbijdrage ontvangen vanuit Gemeente De Wolden in verband met de overgang van enkele personeelsleden ten tijde van de verzelfstandiging van het onderwijs. In de schooljaren 2015/2016 en 2016/2017 wordt er provinciale subsidie ontvangen om cultuuractiviteiten te ontwikkelen op de scholen. Overige baten Een vijftal scholen van Stichting Wolderwijs verhuurt of geeft onderwijsruimte in medegebruik aan peuterspeelzalen, muziekscholen en een bibliotheek.
15
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
Personeelslasten De personeelskosten betreffen ongeveer 80% van de totale kosten van Stichting Wolderwijs. Binnen de totale personeelskosten zijn de salariskosten van de medewerkers de hoogste kostenpost. De personeelsinzet op de scholen daalt mee met de neerwaartse ontwikkeling van de ontvangsten. Met het huidige aantal directieleden is de kwaliteit op de scholen gewaarborgd. Naar verwachting zal de hoeveelheid schooldirecteursfuncties (ongeveer 6 fte) niet verder dalen de komende vier jaren. Alle schooldirecteuren zijn werkzaam bij één of meer scholen. In het geval van een meerscholendirecteur is er sprake van een onderwijsteam, waarbij de scholen nauw samenwerken op het gebied van onderwijs en de investeringen daarin. De inzet van het onderwijsondersteunend personeel is minder direct afhankelijk van het leerlingaantal. De werkzaamheden op het bovenschools stafbureau worden niet wezenlijk anders met de huidige prognose van het aantal leerlingen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen regulier onderwijsondersteunend personeel én onderwijsondersteunend personeel waarvan de kosten ten laste komen van de algemene reserve van Stichting Wolderwijs (zie onderdeel 1.4 Kwaliteitsinvesteringen meerjarenbegroting 2016 t/m 2019). De personeelsinzet ten laste van de algemene reserve is eindig, wat de daling van de kosten verklaart in de komende jaren. In onderstaande tabel is per categorie personeel de verwachte uitstroom in fte voor de komende jaren weergegeven, uitgaande van uitstroom op de AOW-gerechtigde leeftijd of eerder (indien overeengekomen). De verwachte noodzakelijke personele krimp is de komende jaren niet alleen met natuurlijk verloop te realiseren. Elk jaar zal moeten worden beschouwd of er personeel in het risico dragend deel van de formatie (RDDF) wordt geplaatst. Het is tevens mogelijk dat personeel anders dan op basis van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd uitstroomt. Onder andere door de toepassing van het flankerend beleid dat verlengd is tot en met 2017. 2016
2017
2018
2019
Totaal
Directie
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Onderwijzend personeel (OP)
0,78
1,11
0,00
1,00
2,89
Onderwijsondersteunend personeel (OOP)
0,00
0,00
1,00
0,00
1,00
Totaal verwachte uitstroom (natuurlijk verloop)
0,78
1,11
1,00
1,00
3,89
Benodigde uitstroom Taakstelling uitstroom personeel (cumulatief)
6,99 2,30
0,61
1,58
3,10
3,10
De salariskosten van het onderwijzend personeel zijn verhoogd met een verwacht percentage van 6,7% voor verzuim (ziekte en overig verzuim). In het geval van verzuim van onderwijzend personeel moeten er vervangingskosten worden gemaakt. Deze vervangingskosten worden vergoed door het Vervangingsfonds (ziekte) en het UWV (met name zwangerschapsverlof). De verwachte ontvangsten van het Vervangingsfonds en het UWV zijn zowel aan de ontvangsten- als aan de uitgavenkant begroot, waardoor per saldo het verzuim geen invloed heeft op de hoogte van de personeelslasten. Het restant aan (overige) personeelslasten is minder afhankelijk van de daling van het leerlingaantal, maar ook hierin is een daling noodzakelijk. De betreffende budgetten zijn taakstellend opgenomen voor de komende jaren. Voor een goed inzicht in de overige personeelslasten, waaronder begeleidingskosten, scholingskosten, arbokosten, etc. wordt verwezen naar onderdelen 1.1 (financieel) en 1.2 (personeel en kwaliteit).
16
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
Afschrijvingen De afschrijvingen dalen van 2014 tot en met 2019 met ongeveer 10%, wat minder is dan de daling in het leerlingaantal in deze periode. Het grootste deel van de toekomstige afschrijvingen is reeds bepaald door de gedane investeringen in het verleden. Investeringen vinden pas plaats indien deze noodzakelijk zijn voor het behoud van de kwaliteit op de scholen én de materiële vaste activa niet bij andere scholen binnen Stichting Wolderwijs te verkrijgen zijn. De meeste scholen hebben, door de dalende leerlingaantallen, overtollige voorraden leermaterialen, meubilair, etc. Huisvestingslasten Met ingang van 2015 is Stichting Wolderwijs, naast het binnenonderhoud, ook verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen. De materiële bekostigingsontvangsten vanuit het Ministerie van OCW zijn hierop aangepast. Eind 2014 is er een nieuw onderhoudsplan vastgesteld voor zowel het binnen- als het buitenonderhoud van de scholen van Stichting Wolderwijs. Daarnaast wordt de hoogte van de onderhoudsvoorziening ultimo 2015 geactualiseerd. Naar aanleiding hiervan is de verwachte toekomstige jaarlijkse dotatie aan de onderhoudsvoorziening € 240.000. De hoogte van de huisvestingslasten blijft de komende jaren stabiel. De hoogte hangt samen met de hoeveelheid schoolgebouwen. In de periode 2016 tot en met 2019 worden vooralsnog tien schoolgebouwen onderhouden. Er is sprake van leegstand van lokalen op enkele scholen (zes lokalen in schooljaar 2014/2015). Er zijn regelmatig gesprekken met medewerkers van Gemeente De Wolden over de leegstand en de mogelijkheden hiervan in de toekomst. Het is te allen tijde mogelijk de lokalen te onttrekken aan onderwijsdoeleinden, echter deze handeling is onomkeerbaar. Het onderhoudsbeheer is extern uitgezet bij een deskundig bedrijf. De kosten hiervan zijn begroot onder “onderhoud” (4.3.3). De dotatie aan de onderhoudsvoorziening is begroot onder “dotatie onderhoudsvoorziening” (4.3.7). Overige lasten Onder deze kosten vallen de kosten voor administratie en beheer, inventaris en apparatuur, leermiddelen en overige kosten. Deze kostensoorten dalen zo veel mogelijk mee met het leerlingaantal, maar zullen in de toekomst relatief gezien een groter deel gaan uitmaken van de totale lasten van Stichting Wolderwijs. Onder de overige lasten (4.4.4) zijn projectkosten begroot waarvoor nog nieuw beleid moet worden ontwikkeld in 2016 en latere jaren. Deze projecten zijn ontleend aan het vastgestelde strategisch beleidsplan 2015-2019. Het gaat om jaarlijkse bedragen van gemiddeld € 285.000. Hiervan wordt jaarlijks € 140.000 gedekt vanuit de algemene reserve van Stichting Wolderwijs (zie ook onder deel 1.4 Kwaliteitsinvesteringen meerjarenbegroting 2016 t/m 2019). Het restant betreft projecten ten laste van reguliere (nieuwe) bekostiging vanuit het Ministerie van OCW. Deze nieuwe projecten betreffen hoofdzakelijk het stimuleren van bewegingsonderwijs en de inzet van conciërges door gebruikmaking van de regels vanuit de Participatiewet. Rentebaten De liquide middelen, die nodig zijn op de lange termijn, zijn in hun geheel belegd bij de Rabobank op een drietal spaarrekeningen met elk specifieke voorwaarden. De rentebaten in de komende jaren zijn gebaseerd op een gemiddeld verwacht rentepercentage van 2%. De spaargelden staan grotendeels vast voor een bepaalde periode maar zijn, indien nodig, te allen tijde opvraagbaar. Door de begrote kwaliteitsinvesteringen vanuit de algemene reserve zal er jaarlijks ingeteerd worden op de spaargelden. Om deze reden nemen ook de rentebaten de komende jaren af. Resultaten De resultaten in de meerjarenbegroting zijn voor alle jaren negatief. Dat wordt veroorzaakt door kosten naar aanleiding van de kwaliteitsinvesteringen. Dit zijn doelbewuste extra bestedingen, waarvan de kosten ten laste worden gebracht van het eigen vermogen (de algemene reserve) van Stichting Wolderwijs. De kwaliteitsinvesteringen worden nader toegelicht in onderdeel 1.4 Kwaliteitsinvesteringen meerjarenbegroting 2016 t/m 2019.
17
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
De reguliere meerjarenbegroting is sluitend, zoals hieronder samengevat is weergegeven: Begroting Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018 2019 -397.500 -377.500 -197.917 -125.000 397.500 377.500 197.917 125.000
Resultaat inclusief kwaliteitsinvesteringen Waarvan kwaliteitsinvesteringen Regulier resultaat (exclusief kwaliteitsinvesteringen)
0
0
0
0
Het resultaat, het eigen vermogen en de meest relevante kengetallen zijn de komende jaren als volgt:
Resultaat Eigen vermogen per 31-12
Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 -198.050 -390.000 -397.500 -377.500 -197.917 -125.000 3.532.097 3.142.097 2.744.597 2.367.097 2.169.180 2.044.180
Solvabiliteit
67%
65%
61%
58%
56%
54%
Weerstandsvermogen
33%
29%
23%
19%
17%
15%
Kapitalisatiefactor
66%
64%
60%
56%
54%
53%
Grafische weergave kengetallen 80% 70% 60% 50% Solvabiliteit
40%
Weerstandsvermogen Kapitalisatiefactor
30%
Bovengrens kapitalisatiefactor
20% 10% 0% 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Bij solvabiliteit gaat het erom in hoeverre Stichting Wolderwijs op de lange termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Dit blijkt uit de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen. Een minimale solvabiliteit van 25% is wenselijk. Het weerstandsvermogen geeft een indicatie in hoeverre Stichting Wolderwijs zich een tekort kan permitteren in relatie tot de opgebouwde reserves. De landelijke normen geven aan dat het weerstandsvermogen tussen de 10% en 40% moet zijn. De werkelijke norm verschilt per schoolbestuur en is afhankelijk van het risicoprofiel van de organisatie. Bij Stichting Wolderwijs wordt 15% als ondergrens aangemerkt. De kapitalisatiefactor is bedoeld om te signaleren of onderwijsinstellingen een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. Voor de berekening van de kapitalisatiefactor wordt het totaal vermogen gedeeld door de totale baten. De signalerings(boven)grens voor Stichting Wolderwijs is 60%. Om een juist oordeel te geven over de toekomstige hoogte van de kapitalisatiefactor is het noodzakelijk het meerjarenperspectief in ogenschouw te nemen. Het is de verwachting dat het totale vermogen de komende jaren zal gaan dalen, hoofdzakelijk door de geplande kwaliteitsinvesteringen ten laste van het eigen vermogen.
18
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
1.4 Kwaliteitsinvesteringen meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 De kwaliteitsinvesteringen van Stichting Wolderwijs zijn extra (tijdelijke) bestedingen, waarvan de kosten ten laste worden gebracht van de reguliere begroting óf het eigen vermogen. Met ingang van 2016 wordt daarnaast structureel extra personeel ingezet vanuit extra ontvangen bekostiging naar aanleiding van de onderwijsakkoorden in de afgelopen jaren. Dit betreft een structurele kwaliteitsinvestering binnen de reguliere begroting. Het gaat om extra inzet van vakleerkrachten bewegingsonderwijs en conciërges voor een bedrag van ongeveer € 135.000 per jaar. Kwaliteitsinvesteringen binnen de reguliere begroting De kosten van deze kwaliteitsinvesteringen worden ten laste gebracht van de reguliere begroting. Tegenover deze kosten staan baten. In de meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 is de bekostiging prestatiebox verwerkt met als doel de bevordering van opbrengstgericht werken, professionalisering van directie en leraren én cultuureducatie. Het betreft een nietgeoormerkte subsidie waarvan de looptijd afhangt van de plannen van het Ministerie van OCW. Hieronder zijn de jaarlijkse ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de prestatiebox schematisch weergegeven:
Ontvangsten prestatiebox
Begroting Begroting Begroting Begroting 2016 2017 2018 2019 110.672 137.690 177.296 188.313
Scholing regulier Scholing onderwijskundig Begeleiding en coaching Culturele vorming Projecten Totaal kosten (direct te beïnvloeden)
10.000 20.000 10.000 13.358 10.000 63.358
10.000 15.000 10.000 13.071 10.000 58.071
10.000 15.000 10.000 12.802 10.000 57.802
10.000 15.000 10.000 12.792 10.000 57.792
Restant t.b.v. formatie (niet direct te beïnvloeden; LB-functies)
47.314
79.619
119.494
130.521
Kwaliteitsinvesteringen ten laste van het eigen vermogen De kosten van deze kwaliteitsinvesteringen worden ten laste gebracht van het eigen vermogen/de algemene reserve. De kwaliteitsinvesteringen voor de komende jaren hebben een tijdelijk karakter en maken geen deel uit van de reguliere begroting. De reguliere meerjarenbegroting is sluitend. Slechts deze kwaliteitsinvesteringen zorgen ervoor dat de totale begrotingsresultaten jaarlijks negatief zijn, en daarmee ten laste worden gebracht van het eigen vermogen.
Resultaat inclusief kwaliteitsinvesteringen Kwaliteitsinvesteringen Flankerend beleid Plusklassen Participatiebudget scholen Onderwijs Innovatie en groei Totaal kwaliteitsinvesteringen Regulier resultaat (exclusief kwaliteitsinvesteringen)
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
-397.500
-377.500
-197.917
-125.000
45.000 35.000 40.000 90.000 187.500 397.500
30.000 35.000 40.000 90.000 182.500 377.500
0 20.417 0 52.500 125.000 197.917
0 0 0 0 125.000 125.000
0
0
0
0
* Dit betreft een nagekomen afrekening die eenmalig ten laste komt van de algemene reserve, waar de algemene reserve vorig jaar voor hetzelfde bedrag is toegenomen.
19
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
Hierna volgt een gedetailleerde toelichting op de individuele kwaliteitsinvesteringen.
Flankerend beleid Bij een teruglopend leerlingaantal en het hanteren van een afvloeiingsregeling op basis van dienstjaren is het gevolg dat bij gedwongen ontslagen jonge medewerkers met het minste aantal dienstjaren het eerst afvloeien uit de organisatie. Om deze ontwikkeling tegen te gaan is het flankerend beleid vastgesteld voor de periode 2011 tot en met 2017. Met het flankerend beleid worden middelen ingezet om gedwongen ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen en jonge personeelsleden te behouden voor het onderwijs. Door het flankerend beleid wordt onder andere (gedeeltelijk) ontslag, onbetaald verlof en flexibele pensionering gestimuleerd. Tijdsduur: 2011 tot en met 2017
Plusklassen Stichting Wolderwijs heeft twee plusklassen van elk één dag per week. Daarnaast wordt er binnen de zeven onderwijsteams, door de hoogbegaafdheidsspecialisten, gewerkt aan de aanpassing van het reguliere lesprogramma zodat dit aansluit bij de behoeftes van hoog- en meerbegaafde leerlingen. Tijdsduur: 1 januari 2013 tot en met 31 juli 2018.
Participatiebudget scholen Op de scholen is er behoefte om enkele (administratieve) basiswerkzaamheden uit te besteden, waarbij gebruik wordt gemaakt van burgerparticipatie vanuit de verschillende dorpen binnen de gemeente De Wolden. Elke school heeft een budget beschikbaar voor de inzet van mensen uit de eigen omgeving. De schooldirecteuren worden hiermee deels ontlast van basiswerkzaamheden zodat er meer tijd beschikbaar is voor onderwijskundige zaken. Tijdsduur: 1 januari 2013 tot en met 31 december 2017.
Onderwijs De afgelopen jaren is de kwaliteit van het onderwijs op de scholen van Stichting Wolderwijs verbeterd. Sinds 2013 zijn er geen zwakke scholen meer en zijn alle scholen opgenomen in het basisarrangement van de Onderwijsinspectie. De ambitie van Stichting Wolderwijs is dat alle scholen een ruim voldoende oordeel krijgen van de Onderwijsinspectie. Om dit te realiseren moet de kwaliteit van het onderwijs op de scholen verder worden verbeterd. Naast onderwijskundige bij- en nascholing van medewerkers, bekostigd vanuit de prestatieboxgelden, wordt er vanuit de algemene reserve onderwijskundige ondersteuning ingezet in de vorm van een beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit. Het gaat om ondersteuning voor de totale organisatie, gericht op de verbetering van het onderwijskwaliteitsniveau. Tijdsduur: 1 april 2014 tot en met 31 juli 2018.
Innovatie en groei Met ingang van schooljaar 2015/2016 is het strategisch beleidsplan 2015-2019 vastgesteld. In dit plan zijn alle doelen van Stichting Wolderwijs voor de komende jaren vastgelegd. Een aantal van deze doelen vereist nieuw te ontwikkelen beleid. Dit beleid wordt de komende periode ontwikkeld en omgezet in plannen. Een deel van deze plannen wordt gedekt van de algemene reserve omdat het gaat om extra (kwaliteits)investeringen die geen onderdeel uitmaken van de reguliere begroting. In de komende paar jaren wordt het bovenschools ICT-plan verder uitgewerkt, wordt het bestuurs- en toezichtsmodel geactualiseerd en wordt de IKC-ontwikkeling op de scholen verder vorm gegeven. Jaarlijks is er een halve fte aan formatieruimte beschikbaar voor mogelijke knelpunten zoals een benodigde extra instroomgroep of het ontstaan van te grote klassen.
20
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
De komende jaren zal de instroom van asielzoekers in het onderwijs naar verwachting fors toenemen. Om deze leerlingen bij te staan in hun Nederlandstalige ontwikkeling wordt er jaarlijks een halve fte aan formatieruimte beschikbaar gesteld. Naast bovengenoemde grotere ontwikkelingen zal er een aantal kleine ontwikkelingen plaatsvinden. Waar nodig worden methodes versneld vervangen en worden nieuwe ontwikkelingen vorm gegeven, waaronder “vierslagleren”; startende leraren vinden een baan en behalen een masterdiploma en tegelijkertijd behalen ook zittende leraren een master. Samen werken ze aan de schoolontwikkeling en leren van elkaar. Tijdsduur: Nader te bepalen in 2016.
21
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
2. Risicoparagraaf
22
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
In deze risicoparagraaf zijn de belangrijkste risico’s beschreven die in de toekomst mogelijk grote financiële gevolgen hebben voor Stichting Wolderwijs. Omdat de onzekerheid over het zich voordoen van deze risico’s groot is, zijn de financiële gevolgen veelal niet in de meerjarenbegroting meegenomen. Interne risico’s Personeel In de meerjarenbegroting daalt de omvang van de personeelsformatie mee met de ontwikkeling van het leerlingaantal. Slechts een deel van de afname van het personeelbestand kan worden gerealiseerd door middel van natuurlijk verloop. Elk jaar wordt bepaald of een aantal vaste medewerkers, die aan het begin van het betreffende schooljaar in het risico dragend deel van de formatie (RDDF) zijn geplaatst, gedwongen moet worden ontslagen aan het eind van dat schooljaar. Bij ontslag moet de instroomtoets van het Participatiefonds worden doorlopen waarmee wordt verzocht de uitkeringskosten voor haar rekening te laten nemen. Bij onvoldoende ontslagruimte is de consequentie dat Stichting Wolderwijs de uitkeringskosten zelf voor haar rekening zal moeten nemen. Een goede formatieplanning met actuele leerlingprognoses en een goede planning en beheersing van de organisatie vereisten. Risico: Toekomstige werkloosheidsuitkeringen komen voor rekening van Stichting Wolderwijs. Inschatting financieel risico: Gemiddeld. Inschatting impact: Gemiddeld. Inschatting risicobedrag per jaar: € 15.000 (opgenomen in de meerjarenbegroting). Het ziekteverzuim binnen Stichting Wolderwijs fluctueert de afgelopen jaren; in schooljaar 2013/2014 5,82% en in schooljaar 2014/2015 8,06%. Verzuim heeft naast discontinuïteit in het onderwijs ook financiële gevolgen. De kosten voor ziektevervanging worden gedeclareerd bij het Vervangingsfonds. Na afloop van elk schooljaar vindt er een naverrekening plaats. Wanneer er in een schooljaar meer gedeclareerd wordt dan er aan premie wordt betaald volgt er een afrekening (malus) in de vorm van een percentage van de loonsom van dat jaar. Het is vanuit zowel organisatorisch als financieel oogpunt noodzakelijk zo veel mogelijk grip te krijgen op het verzuim en dit zo laag mogelijk te krijgen. Risico: Te hoog verzuim en daardoor een naverrekening van het Vervangingsfonds. Inschatting financieel risico: Gemiddeld. Inschatting impact: Gemiddeld. Inschatting maximaal risicobedrag per jaar: € 25.000. Ten aanzien van de onderwijskwaliteit wil Stichting Wolderwijs minimaal voldoende scoren voor alle scholen. De verantwoordingseisen zijn de afgelopen jaren aangescherpt door de Onderwijsinspectie. Er ligt meer nadruk op opbrengstgericht werken. De nieuwe manier van onderwijzen vraagt andere competenties, meer professionaliteit, van het onderwijzend personeel en de schooldirecteuren. Een risico is dat niet iedereen mee kan gaan met deze nieuwe ontwikkelingen. Risico: Verslechtering van de onderwijskwaliteit en daardoor terugloop van het leerlingaantal. Inschatting financieel risico: Laag. Inschatting impact: Hoog. Inschatting maximaal risicobedrag per jaar: € 50.000.
23
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
Door de invoering van de Wet Modernisering Ziektewet is de jaarlijkse hoogte van de ZW-premies afhankelijk geworden van instroom van zowel vast als tijdelijke personeel in de ziektewet. Hoe hoger de instroom en hoe langer het verblijf in de ziektewet, des te hoger de premie die Stichting Wolderwijs jaarlijks moet betalen. De ZW-premie heeft een hoogte van 0,40% met een opslagpercentage gebaseerd op de hoogte van de betaalde ZW-uitkeringen. Het ZW-percentage wordt berekend over de loonsom in een bepaald jaar. De instroom van twee jaar geleden bepaalt het premiepercentage voor het huidige jaar. Daarnaast zijn werkgevers voor maximaal tien jaar verantwoordelijk voor de WGA-uitkeringen van ziek uitgestroomde tijdelijke en vaste werknemers. Het is van belang de groep uitdienstgetreden zieke medewerkers met zowel een vast als een tijdelijk dienstverband nauwlettend te volgen. Risico: Uitstroom van zieke medewerkers veroorzaakt premieverhogingen. Inschatting financieel risico: Laag. Inschatting impact: Gemiddeld. Inschatting maximaal risicobedrag per jaar: € 20.000. Accommodaties en faciliteiten Door de verwachte daling van het leerlingaantal dalen ook de materiële baten. Met name de huisvestingskosten dalen niet mee met deze dalende baten, waardoor de materiële tekorten in de toekomst oplopen. Leegstaande lokalen kunnen in het uiterste geval worden onttrokken aan onderwijsdoeleinden. Deze delen van de schoolgebouwen, met bijbehorende kosten komen dan voor rekening van Gemeente De Wolden. Stichting Wolderwijs heeft periodiek contact hierover met de gemeente, waarbij informatie over actuele en dreigende leegstand wordt besproken en waarvoor mogelijke oplossingen worden aangedragen, bijvoorbeeld het verhuren of het in medegebruik geven van onderwijsruimte. Voor leegstand wordt per lokaal een globale kostennorm per jaar aangehouden van ongeveer € 6.500 (100 m2; lokaal met bijbehorende ruimtes). Risico: Leegstand van lokalen leidt tot materiële tekorten. Inschatting financieel risico: Gemiddeld. Inschatting impact: Gemiddeld. Inschatting maximaal risicobedrag per jaar: € 40.000. Financiën De hoogte van de kapitalisatiefactor is een risico voor Stichting Wolderwijs, echter alleen wanneer er een (zeer) zwakke school is. De kapitalisatiefactor als kengetal wordt gebruikt om te signaleren of onderwijsinstellingen hun kapitaal/vermogen al dan niet efficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. De signaleringsbovengrens ligt op 60%. Door het dalende leerlingaantal en de daaruit voortvloeiende daling van de bekostiging zal de kapitalisatiefactor automatisch oplopen, tenzij het eigen vermogen van de stichting wordt aangesproken. In de meerjarenbegroting zijn de komende jaren kwaliteitsinvesteringen verwerkt waarvan de kosten ten laste worden gebracht van het eigen vermogen. De beschreven daling van het eigen vermogen is voldoende om het kengetal binnen afzienbare tijd onder de bovengrens van 60% uit te laten komen. Risico: De hoogte van de kapitalisatiefactor kan aanleiding zijn voor een onderzoek door het Ministerie van OCW, mits er (zeer) zwakke scholen zijn. Inschatting financieel risico: Laag. Inschatting impact: Laag. Inschatting maximaal risicobedrag per jaar: n.v.t.
24
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
Externe risico’s Demografische ontwikkelingen Volgens de laatst bekende gegevens van de provincie Drenthe daalt het aantal leerlingen in de gemeente De Wolden in de periode 2010 tot 2020 met 29%. De daling van het aantal leerlingen betekent dat de (rijks)ontvangsten ook dalen. De bedrijfsvoering van Stichting Wolderwijs moet voldoende flexibel zijn om de totale kosten mee te laten dalen, zodat er geen structurele reguliere tekorten ontstaan. Risico: Door de dalende leerlingaantallen ontstaan er structurele (begrotings)tekorten. Inschatting financieel risico: Laag. Inschatting impact: Hoog. Inschatting maximaal risicobedrag per jaar: € 100.000. Door de leerlingdaling worden er in de toekomst mogelijk scholen opgeheven. Het is noodzakelijk hier vroegtijdig op te anticiperen, niet alleen qua communicatie met de ouders van de kinderen maar ook qua financiën. Onder andere de kleine scholentoeslag vanuit het Ministerie van OCW zal ná sluiting verdwijnen, wat als gevolg heeft dat het aantal personeelsleden van Stichting Wolderwijs verder af zal moeten nemen. Het vroegtijdig fuseren van scholen kan dan een reële optie zijn. In dit geval wordt er voor een periode van zes jaren aanvullende (personele) samenvoegingsbekostiging ontvangen. De hoogte van de samenvoegingsbekostiging blijft in deze periode gelijk; 100% voor alle jaren. De financiële consequenties van het opheffen van scholen, en de voorafgaande mogelijkheden daarin, zijn niet verwerkt in de huidige versie van de meerjarenbegroting. Risico: Door de dalende leerlingaantallen zullen in de toekomst scholen mogelijk worden opgeheven, waardoor de bekostigingsontvangsten op lange termijn teruglopen. Inschatting financieel risico: Laag. Inschatting impact: Laag. Inschatting maximaal risicobedrag per jaar: n.v.t. voor de periode van deze meerjarenbegroting. Naast het kwantitatieve aspect is er het kwalitatieve aspect. Wanneer scholen kleiner worden door het afnemende leerlingaantal, moet steeds meer worden gewerkt met combinatiegroepen. Ook is de kwaliteit van het onderwijs, en daarmee ook de opbrengsten, afhankelijk van de kwaliteit van de leerkrachten. De kwaliteit op de kleine scholen moet goed in de gaten worden gehouden, om zo de kwetsbaarheid te verkleinen. Risico: De kwetsbaarheid van de onderwijskwaliteit van kleiner wordende scholen. Inschatting financieel risico: Gemiddeld. Inschatting impact: Hoog. Inschatting maximaal risicobedrag per jaar: € 30.000. Concurrentiepositie Het marktaandeel van Stichting Wolderwijs binnen het primair onderwijs in de gemeente De Wolden bedraagt per 1 oktober 2015 73,3% (2014: 73,2%). Er wordt gestreefd naar een toekomstig marktaandeel van 75%. Stichting Wolderwijs denkt zich voldoende te kunnen profileren en voldoende onderwijskwaliteit te kunnen leveren om het huidige marktaandeel minstens te kunnen handhaven. Risico: Het verliezen van marktaandeel ten opzichte van het bijzonder onderwijs. Inschatting financieel risico: Laag. Inschatting impact: Laag. Inschatting maximaal risicobedrag per jaar: € 50.000.
25
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
Politieke ontwikkelingen Hieronder worden de meest recente relevante politieke ontwikkelingen beknopt beschreven. Verhoging bekostiging prestatiebox: Conform de afgesloten landelijke akkoorden in 2013 en 2014 zal de bekostiging prestatiebox de komende jaren fors moeten toenemen, van ongeveer € 110.000 in 2016 naar ongeveer € 188.000 in 2019. Deze gelden worden besteed aan verschillende professionaliseringsonderdelen. De verwachte ophoging van de bekostiging in de komende jaren blijft jaarlijks afhankelijk van de ontwikkelingen binnen de OCW-begroting. Risico: De toekomstige ontvangsten vanuit de prestatiebox vallen lager uit dan wat afgesproken is in de landelijke akkoorden. Inschatting financieel risico: Gemiddeld. Inschatting impact: Gemiddeld. Inschatting maximaal risicobedrag per jaar: € 25.000. Vaststelling nieuwe CAO PO: De CAO PO is een overeenkomst tussen de PO-Raad als werkgeversorganisatie en de vakbonden (AVS, AOB, Abvakabo FNV, CNV Onderwijs en Federatie van Onderwijsvakorganisaties). De CAO moet momenteel wederom vastgesteld worden. Er zijn veel ontwikkelingen gaande die nog niet definitief kunnen worden gemaakt omdat er nog geen nieuwe CAO is. Er is reeds een aantal salarisverhogingen aangekondigd voor de jaren 2015 en 2016, in de vorm van een loonruimte-overeenkomst publieke sector 2015/2016. Deze verhogingen zijn nog niet doorgevoerd ten tijde van het opstellen van deze begroting. Ook worden de regels rondom de Wet werk en zekerheid (WWZ) aangescherpt. Vooralsnog is de verwachting dat er voldoende en tijdige compensatie tegenover staat vanuit het Ministerie van OCW. Risico: De nieuwe CAO PO valt financieel ongunstig uit in de toekomst. Inschatting financieel risico: Gemiddeld. Inschatting impact: Gemiddeld. Inschatting maximaal risicobedrag per jaar: € 40.000. Indexering Ministerie van OCW: Het is een risico dat als het Ministerie van OCW de bekostiging niet of onvoldoende indexeert en de kosten van de stichting wel stijgen, er jaarlijks financiële tekorten ontstaan. In de afgelopen jaren is dit nog nooit voorgekomen. Risico: Het Ministerie van OCW indexeert niet of in onvoldoende mate. Inschatting financieel risico: Laag. Inschatting impact: Laag. Inschatting maximaal risicobedrag per jaar: € 40.000.
26
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
Nawoord Om de meerjarenbegroting te kunnen realiseren is er voor de komende jaren een taakstelling. Het personeelsbestand daalt beperkt mee met de ontwikkeling van het aantal leerlingen, wat betekent dat er de komende jaren beleid gevoerd moet blijven worden om (gedeeltelijke) uitstroom van medewerkers te bevorderen. In het uiterste geval worden medewerkers in het RDDF geplaatst die mogelijk een jaar later ontslagen worden. Een actuele leerlingprognose, een formatieplanning en een nauwkeurige planning en beheersing van de organisatie zijn van groot belang. Materieel gezien staat de begroting ook onder druk in de toekomst. Op alle niveaus van de stichting moeten er keuzes gemaakt worden. In de toekomst doet zich de mogelijkheid opnieuw voor dat kleine scholen gaan fuseren omdat het leerlingaantal de opheffingsnorm zal naderen. Het is noodzakelijk hier vroegtijdig op te anticiperen. De communicatie met de ouders van de kinderen is hierbij van groot belang. Hetzelfde geldt voor het tijdig informeren van Gemeente De Wolden. Er zijn veel ontwikkelingen gaande. In een aantal gevallen zijn de financiële gevolgen op dit moment nog niet duidelijk en is het wachten op de officiële bekendmaking ervan door het Ministerie van OCW (bekostigingsaanpassingen) en de PO-Raad (nieuwe CAO). Het Integraal Kind Centrum en de ontwikkeling hiervan krijgt veel landelijke en regionale aandacht. Deze ontwikkelingen worden nauwlettend in de gaten gehouden. In 2016 zal er steeds meer duidelijkheid komen op dit gebied. Mogelijke juridische en financiële consequenties worden dan beschouwd en doorgevoerd. In de meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met mogelijke toekomstige indexeringen van de bedragen aan zowel de baten- als de lastenkant. Dit maakt zuivere vergelijking van de diverse onderdelen van de meerjarenbegroting over de jaren mogelijk. Situatie ná 2019 Vooralsnog is de verwachting dat de daling van het leerlingaantal zich na 2019 voortzet, echter gematigder dan de afgelopen jaren het geval was. Dit betekent dat er ook in de verdere toekomst mogelijk scholen opgeheven worden en zullen fuseren met andere scholen binnen Stichting Wolderwijs. Het Ministerie van OCW handhaaft voorlopig de kleine scholentoeslag. Stichting Wolderwijs zal binnen de regio moeten komen tot afstemming over eventuele samenwerking. Hoe deze samenwerking vorm zal krijgen is op dit moment nog onduidelijk. Naar verwachting zal het bekostigingsstelsel vernieuwd worden in de jaren na 2020. Jaarlijks zal beschouwd worden in hoeverre de doelstellingen van Stichting Wolderwijs zijn gerealiseerd en in hoeverre er nog aan deze doelstellingen moet worden voldaan. De financiële vertaalslag van deze bevindingen zal vorm krijgen in een jaarlijks geactualiseerde meerjarenbegroting, onderdeel uitmakend van de jaarlijkse begroting. Uiteraard zijn de doelstellingen ontleend aan het strategisch beleidsplan 2015-2019. Ook ná 2019 zullen er, afhankelijk van de toekomstige ontwikkelingen en behoeften, de nodige kwaliteitsinvesteringen gedaan worden ten laste van het eigen vermogen van Stichting Wolderwijs. De kwaliteit van het onderwijs moet ten minste voldoende zijn en blijven.
27
Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016 t/m 2019 Stichting Wolderwijs
Vastgesteld 23 november 2015
Lijst van afkortingen ARBO BAPO CAO IPB LGF NOA NOAT OLP OOP OP OZB PO POP P&A RDDF RI&E SV SWV UWV VO VVF WGA WIA WWZ ZW
Arbeidsomstandigheden Bevordering arbeidsparticipatie ouderen Collectieve arbeidsovereenkomst Integraal personeelsbeleid Leerlinggebonden financiering Nationaal Onderwijs Akkoord Nederlands onderwijs aan anderstaligen Onderwijsleerproducten Onderwijsondersteunend personeel Onderwijzend personeel Onroerende zaakbelasting Primair onderwijs Persoonlijk ontwikkelingsplan Personeels- en arbeidsmarktbeleid Risicodragend deel van de formatie Risico-inventarisatie en -evaluatie Sociale verzekeringen Samenwerkingsverband Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen Voortgezet onderwijs Vervangingsfonds Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsongeschikten (regeling) Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen Wet werk en zekerheid Ziektewet
28