Rapportage Pilot Omtinkerij Leeuwarderadeel
dec. 2011 t/m mei 2012
1 INLEIDING Omdat in de praktijk de functie van de ouderenadviseur van Stichting Welzijn Middelsee en de Wmoadviseur grote overlap bleken te hebben, heeft de gemeenteraad van Leeuwarderadeel besloten per 1 december 2011 met de WMO-adviseur te stoppen. In antwoord op het stoppen met de inzet van de Wmo-adviseur is op 16 februari 2012 aan Stichting Welzijn Middelsee de opdracht gegeven een pilot op te zetten voor het invoeren van het Omtinkerij-model in de gemeente Leeuwarderadeel. De volgende resultaten zijn bij aanvang van deze pilot-periode beoogd: - draagvlak bij de betrokken organisaties te creëren voor het Omtinkerij model - een overzicht te maken van de netwerken van eerstelijns professionals - een organisatiemodel voor de Omtinkerij Leeuwarderadeel op te zetten - een plan van aanpak op te stellen om laagdrempelige toegankelijkheid te waarborgen - een plan van aanpak op te stellen voor de goede aansluiting tussen formele netwerken en informele netwerken 1.1 Doelstelling Omtinkerij Het tot stand brengen van Integrale dienstverlening m.b.t. wonen, welzijn en zorg, waarbij mensen en groepen van mensen ondersteund worden bij het oplossen van hun individuele en collectieve problemen/behoeften, vanuit de idee van gelijkwaardigheid van mensen en gemeenschappen, met als doel een optimaal fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden te waarborgen.
2 WERKWIJZE SWM heeft ervoor gekozen om de opdracht in een tweetal clusters uit te werken. Cluster één - draagvlak bij de betrokken organisaties te creëren voor het Omtinkerij model - een overzicht te maken van de netwerken van eerstelijns professionals - een organisatiemodel voor de Omtinkerij Leeuwarderadeel op te zetten Cluster twee - een plan van aanpak op te stellen om laagdrempelige toegankelijkheid te waarborgen - een plan van aanpak op te stellen voor de goede aansluiting tussen formele netwerken en informele netwerken Voor deze twee clusters is gekozen, omdat op deze manier optimaal gebruik gemaakt kon worden van de ervaring en expertise van de bij SWM werkzame gemeentelijke coördinator Omtinkerij Menameradiel, Lia Bakker, die zich voornamelijk gericht heeft op cluster één, en de ervaring en expertise van de ouderenadviseur, Ingrid Postma, die zich met name gericht heeft op cluster twee. In dit verslag wordt eerst per cluster op de bevindingen gerapporteerd, waarna vervolgens aan de hand van een casus inzichtelijk wordt gemaakt hoe de Omtinkerij in de praktijk voor de burger en professionals werkt. Lia Bakker zal binnen de gemeenteraadvergadering, waarin de pilot wordt behandeld, een korte toelichting geven over het Omtinkerij model.
1
3 DRAAGVLAK OMTINKERIJ MODEL 3.1 Werkwijze N.a.v. de inventarisatie van relevante eerstelijns professionals in Leeuwarderadeel (zie ook bijlage 1) zijn afzonderlijk de betreffende instellingen en professionals benaderd. Dit om zowel draagvlak te creëren op uitvoerders- als op beleids-/management niveau. 3.2 Draagvlak professionals Leeuwarderadeel kent een goed functionerend eerstelijns overleg in de vorm van de begeleidingscommissie. Deze begeleidingscommissie wordt voorgezeten door de ouderenadviseur Ingrid Postma. Lia Bakker (kwartiermaker Omtinkerij Leeuwarderadeel) heeft in het reguliere overleg van deze begeleidingscommissie een korte uitleg gegeven over het model van de Omtinkerij en aan de deelnemers gevraag hoe zij tegen dit model aan kijken. De professionals reageerden positief. Zij zien de voordelen van kortere lijnen. Ook ziet men, dat er binnen het Omtinkerij model meer kennisuitwisseling is op het gebied van zorg/hulpaanbod en dat daardoor een betere samenwerking en afstemming zal ontstaan. Aan de begeleidingscommisie nemen de volgende organisaties deel: Thuiszorg het Friese Land, Palet, Interzorg, Talant en Stichting Welzijn Middelsee. De professionals die (nog) niet in de begeleidingscommissie participeren zijn door Lia uitgenodigd voor een aparte bijeenkomst. Deze zal op 12 juni plaats vinden. Het gaat hierbij om de volgende organisaties: Welzijn Centraal, MEE-Friesland, Zorgkompas, Zorgkantoor Friesland en Woonfriesland. 3.3 Draagvlak instellingen Het netwerk van actieve eerstelijns instellingen in Leeuwarderadeel heeft een grote overlap met het netwerk in Menameradiel. De Omtinkerij in Menameradiel kent een regulier beleids- en managementoverleg, waarin de participerende instellingen zijn vertegenwoordigd. Binnen dit reguliere overleg is aan de instellingen die ook in Leeuwarderadeel werkzaam zijn, gevraagd hoe zij er tegenover staan om ook in Leeuwarderadeel met het Omtinkerij model te gaan werken. Zonder uitzondering reageerden alle betreffende instellingen hier enthousiast op. De instellingen in Leeuwarderadeel die niet vertegenwoordigd zijn in het bestaande management overleg van de Omtinkerij zijn afzonderlijk benaderd. Ook deze reacties waren positief. 3.4 Resultaat draagvlak Omtinkerij Zowel door de instellingen als door de professionals is een groot commitment uitgesproken om in Leeuwarderadeel van start te gaan met de Omtinkerij.
2
4 ORGANISATIE OMTINKERIJ 4.1 Werkwijze Bij de organisatieopzet voor de Omtinkerij Leeuwarderadeel is ervoor gekozen om zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande, goed functionerende netwerken, en van hieruit de Omtinkerij voor Leeuwarderadeel verder te ontwikkelen. Hierdoor wordt voorkomen dat er nieuwe overlegstructuren en netwerken worden opgezet, maar worden juist bestaande netwerken benut, uitgebouwd en met elkaar verbonden. De bestaande netwerken die binnen het voorgestelde model worden benut, bestaan uit de begeleidingscommissie Leeuwarderadeel; het bestaande managementoverleg Omtinkerij en het platform vrijwilligers. Aan dit platform nemen de volgende organisaties deel: • • • • • • • •
Bezoekendienst SWM; Protestantse Gemeente: mevr. G. van der Meer Zonnebloem; ouderenreisje SWM: mevr. R. Boersma Doopsgezinde Gemeente: mevr. J. de Vries en mevr. F. Kalma Rode Kruis; Stand-by; Humanitas: dhr. C. van Sluijs KBO: dhr. C. van Nus ANBO: de heren S. Kleiterp, G. Althuizes en G. de Jong SWM: Willy de Vries en Ingrid Postma PCOB: mevr. A. van der Ploeg
Daarnaast wordt getracht ook de kerken van alle buitendorpen; Vluchtelingen Werk ; SUG en de Voedselbank bij de Omtinkerij te betrekken. 4.2 Omtinkersteam Het voorstel is om de bestaande begeleidingscommissie om te vormen tot een Omtinkersteam, waarin zoveel mogelijk eerstelijns professionals binnen het domein van wonen, zorg en welzijn in Leeuwarderadeel zijn vertegenwoordigd. Binnen de netwerkbijeenkomsten van dit Omtinkersteam vindt casuïstiekbespreking plaats, worden trends, behoeften en knelpunten gesignaleerd en worden afspraken gemaakt over gezamenlijke interventies en eventueel casemanagement. Ook wordt er vanuit dit Omtinkersteam zorg gedragen voor een goede afstemming en verhouding van formele (professionals) en informele (vrijwilligers) zorg. 4.2.1 Breed Omtinkersteam Door participatie van genoemde organisaties zal er een breed Omtinkersteam ontstaan. 4.2.2. Werken met frontwerkers (bekende gezichten) Het voorstel is dan ook om in eerste instantie binnen het Omtinkersteam te gaan werken met twee schillen, waarin de frontwerkers (bekende gezichten) in de 1e schil zitten en de professionals, die op een wat verdere afstand tot de burger staan in de 2e schil. De gedachte hierachter is dat de noodzaak tot overleg bij professionals uit de 1e schil groter is dan bij professionals uit de 2e schil. 4.2.3. Vergaderfrequentie Omtinkersteam Bij de opzet vindt er eens per kwartaal een voortgangs- /casuïstiekoverleg plaats waarbij alle Omtinkers aanwezig zijn. Daarnaast vindt er, afhankelijk van de behoefte, een casuïstiekbespreking
3
plaats met de eerstelijns professionals uit de 1e schil waarbij professionals uit de 2e afhankelijk van de besproken casuïstiek zichzelf uitnodigen of uitgenodigd worden. 4.2.4 Nieuwe partners Eerstelijns professionals die nog niet binnen de bestaande netwerken participeren, maar wel een belangrijke rol in het domein van wonen, zorg en welzijn vervullen, zijn de praktijkondersteuners van huisartsen, de woonconsulent WoonFriesland, de consulent van de sociale dienst en de jongerenwerker. Deze professionals worden benaderd. Binnen het voorgestelde model ligt het voorzitterschap van het Omtinkerstersteam, samen met de voortgangsbewaking en doorontwikkeling van de Omtinkerij in Leeuwarderadeel, bij de projectleider Omtinkerij Leeuwarderadeel. 4.3 Inzet vrijwilligers Omdat de ouderenadviseur het platform vrijwillige organisaties voorzit, is het logisch om deze adviseur ook verantwoordelijk te maken voor de verbinding en afstemming van het professionele netwerk van instellingen met het netwerk van vrijwillige instellingen binnen het domein van wonen, zorg en welzijn. Naast deze verbinding tussen netwerken zal de ouderenadviseur binnen het model ook individuele hulpvragen van burgers toeleiden naar vrijwillige inzet middels het project buurthulp. Dit project wordt verderop in deze rapportage beschreven. 4.4 Instellingen overleg Gezien de grote overlap van eerstelijns instellingen in Leeuwarderadeel en Menameradiel binnen het domein van wonen, zorg en welzijn, is het voorstel om te komen tot één managersoverleg voor beide gemeenten. Gedurende de pilot heeft de beleidsambtenaar van Leeuwarderadeel, Jitske Bosch, al deel uitgemaakt van dit overleg.
4
5 LAAGDREMPELIGE TOEGANKELIJKHEID 5.1 Omtinker De Omtinkerij heeft als voordeel dat de individuele professionals alle hulpvragen binnen het domein van wonen, zorg en welzijn kunnen beantwoorden en niet alleen hulpvragen binnen de eigen discipline: hierdoor kan en moet de omtinker dus onafhankelijk handelen . Hierdoor krijgt de burger één aanspreekpunt en is elk contactmoment tussen burger en professional de toegangspoort tot het advies en ondersteuningsaanbod op het gehele domein van wonen, zorg en welzijn. Vanuit het Omtinkersteam heeft de professional een goed overzicht van het aanbod binnen de gemeenten en kunnen hulpvragen toegeleid worden naar ofwel vrijwilligers aanbod en/of naar collega Omtinkers met meer deskundigheid op deelgebieden van de hulpvraag. Binnen de voorgestelde aanpak worden de eerstelijns professionals ook geschoold en gecoacht in het functioneren als Omtinker. Hierin staan vraagverheldering, integraal denken, verbinden van formele en informele netwerken en de kanteling van ‘rechthebbend op voorzieningen’ naar een ‘ondersteuningsaanbod dat aansluit op de eigen mogelijkheden’ centraal. 5.2 Burgerinformatiepunt 5.2.1 Advies- en informatie behoefte burgers Vanuit verschillende kanten kwamen er signalen binnen, dat er bij burgers behoefte is aan advies en informatie. Deze signalen kwamen uit het project ‘zorg en welzijn in de buurt’ van de gemeente Leeuwarderadeel, Palet, WoonFriesland en SWM. In het kader van dit project zijn er een viertal panelgesprekken gehouden met zelfstandig wonende ouderen van 70 jaar en ouder. Eén van de uitkomsten van dit project was dat deelnemers aangaven niet goed op de hoogte te zijn van het bestaan van verschillende producten en diensten die zelfstandig wonen ondersteunen. Een van de conclusies van dit project is dan ook, dat er behoefte is aan informatie over de keuzemogelijkheden/indicatiestellingen in de breedste zin van het woord. Via het maatschappelijk werk kwam het signaal binnen dat de sociale dienst heeft aangegeven dat veel van haar cliënten moeite hebben met het invullen van formulieren en dat het een goede zaak zou zijn als hiervoor een voorziening komt. De ouderenadviseur signaleert dat mensen die informatie willen hebben over WMO voorzieningen, niet meer terecht kunnen bij een fysiek loket, maar moeten bellen naar Franeker. Dit is voor hen vaak een (te) grote drempel. 5.2.2. Uitbreiding informatie- en advies functie naar alle kwetsbare burgers Binnen het domein van wonen, zorg en welzijn zijn de ouderenadviseur en de vrijwilligers van het ouderenadvieswerk altijd een belangrijke vraagbaak geweest voor de doelgroep ouderen. SWM heeft besloten om in het kader van welzijn nieuwe stijl en de pilot van de Omtinkerij de doelgroep van het ouderenadvieswerk uit te breiden naar burgers van alle leeftijden en om de term ouderenadviseur te vervangen door sociaal maatschappelijk adviseur. Vanuit deze verbreding van de functie en bovengenoemde signalen is het idee ontstaan van een Informatiepunt Wonen, Zorg en Welzijn.
5
5.2.3. Inrichting burgerinformatiepunt Het burgerinformatiepunt is naast een digitaal, ook een fysiek advies- en informatiepunt dat bemenst wordt door geschoolde vrijwilligers. Burgers kunnen hier langs gaan of bellen voor een afspraak aan huis. De vrijwilligers zijn zo geschoold dat zij aan vraagverheldering kunnen doen, minder gecompliceerde hulpvragen kunnen beantwoorden en meer gecompliceerde vragen kunnen toe leiden naar het Omtinkersteam. 5.2.4. Multifunctioneel gebruik van de werkruimte van het burgerinformatiepunt Vanuit toenemende armoede sluiten de volgende ontwikkelingen ook aan op dit burgerinformatiepunt: > SWM is in gesprek met de voedselbank om te onderzoeken of het verdeelpunt van de voedselpakketten in gebouw De Skalm een plek kan krijgen. Tevens is de vraag of de vrijwillige coördinator van de voedselbank een werkplek kan krijgen in De Skalm, waar ook de intakes voor klanten van de voedselbank kunnen plaatsvinden. Door het fysieke burgerinformatiepunt zo in te richten dat de coördinator voedselbank hier kan werken op de momenten dat het burgerinformatiepunt gesloten is, wordt niet alleen de ruimte optimaal gebruikt, maar komen er in De Skalm ook burgers in een kwetsbare situatie, die wezenlijk ook tot de doelgroep van het burgerinformatiepunt behoren (zeker gezien het feit dat de voedselbank bezig is om, naast haar primaire taak, haar advies-, informatie- en verwijsfunctie verder te ontwikkelen). Dat betekent dat burgerinformatiepunt en voedselbank elkaar goed kunnen aanvullen ter versterking van beider dienstverlening aan de mensen in hun doelgroepen. Vanuit deze gezamenlijke doelstellingen zouden er in de toekomst ook gezamenlijk activiteiten ontwikkeld kunnen worden voor de burgers die een beroep doen op of afhankelijk zijn van de voedselbank. >Vrij recent is bij SWM vanuit het SUG (Steunpunt Uitkeringsgerechtigden) de vraag binnen gekomen of zij binnen gebouw De Skalm de beschikking kunnen krijgen over een ruimte van waaruit zij het spreekuur kunnen organiseren. Ook dit spreekuur zou, mede gezien de doelstelling en de doelgroep van het SUG, heel goed in dit burgerinformatiepunt gehouden kunnen worden.
6
6 GOEDE AANSLUITING TUSSEN FORMELE EN INFORMELE NETWERKEN Zoals eerder beschreven, wordt in de voorgestelde aanpak de verbinding tussen formele en informele zorg en welzijn versterkt door: - De verbinding die gelegd wordt tussen Omtinkersteam en informele zorg- en welzijnsaanbieders - Het bevorderen van een kanteling in denken en handelen van eerstelijns professionals binnen het Omtinkersteam - Versterking van het netwerk informele zorg- en welzijnsaanbieders: o.a. middels het voorzitten en faciliteren van het platform vrijwillige organisaties; en vanuit geboden ondersteuning, advies en bemiddelingsaanbod vanuit de vrijwilligerscentrale voor vrijwilligersorganisaties - Opzetten van een door vrijwilligers uitgevoerd burgerinformatiepunt wonen, zorg en welzijn en het bieden van een intake- werkplek aan de coördinator van de voedselbank, en door het faciliteren van het spreekuur van de SUG. - Matchen via de vrijwillige vacaturebank tussen vrijwilligers en vrijwilligersvacatures bij zorgen welzijnsinstellingen. 6.1 Buurthulp Naast bovengenoemde initiatieven is SWM in het kader van de pilot voor Leeuwarderadeel ook gestart met buurthulp. Binnen buurthulp worden hulpvragen van individuele burgers gekoppeld aan vrijwilligers. Deze hulpvragen kunnen zowel via de burgers zelf, familie of eerstelijns professionals binnen komen. Kenmerken Buurthulp -
Laagdrempelige informele hulp en dienstverlening Door en voor bewoners met en zonder beperking. Soms als vrager, dan weer als aanbieder. Men opereert vanuit onderlinge betrokkenheid en op basis van zelf organiserend vermogen. Met professionele bemiddeling tussen vraag en aanbod.
SWM denkt dat buurthulp een goed en laagdrempelig instrument is om de hulpvragen van een brede groep kwetsbare burgers in beeld te krijgen en deze op een praktische manier te kunnen oplossen. Daarnaast is buurthulp een uitstekende manier om informele hulp te organiseren en formele en informele netwerken te verbinden. Naast deze voordelen is de verwachting dat met de overheveling van de begeleiding en dagbesteding van de AWBZ naar de WMO er een nog grotere behoefte ontstaat aan vrijwillige inzet binnen zorg en welzijnshulpvragen. Ook hierin kan buurthulp een belangrijke rol spelen.
7
7 OMTINKERIJ IN DE PRAKTIJK Om inzichtelijk te maken hoe de Omtinkerij in de praktijk werkt, willen wij hieronder graag een casus uit de dagelijkse praktijk van de pilot Omtinkerij Leeuwarderadeel beschrijven: ________________________________________________________________________________________________________________
Casus mevrouw Van W. Mevrouw Van W. (78 jaar) verhuist na het overlijden van haar man van een grote woning in de stad naar een kleinere woning in Stiens. Direct na de verhuizing voelt mevrouw zich niet lekker; er wordt kanker geconstateerd. Hiervoor moet ze worden geopereerd. Na de operatie revalideert mevrouw in een verzorgingshuis in Menaam. Na deze periode komt mevrouw weer terug in haar nieuwe woonplaats. Ze is nog niet geheel hersteld en kan nog niet met de bus naar het ziekenhuis voor controle, niet haar huishouden doen en geen boodschappen halen. Ze kent geen mens in Stiens en haar enige zoon woont in Amsterdam. Wel heeft mevrouw via het ziekenhuis persoonlijke verzorging van de thuiszorg geregeld. Mevrouw is eerder benaderd voor een Preventief Huisbezoek door (een geschoolde vrijwilliger van) de ouderenadviseur, maar door de ziekte heeft dit bezoek nog niet plaats gevonden. Wel heeft mevrouw de informatiefolder bewaard. Hierdoor weet de zoon de sociaal maatschappelijke adviseur (voorheen ouderenadviseur) te vinden en vraagt om hulp. Gezien de urgentie vult de sociaal maatschappelijke adviseur samen met mevrouw de aanvraag in voor huishoudelijke hulp en collectief taxivervoer en neemt zij contact op met het WMO loket. De wettelijke wachttijd voor WMO voorzieningen is 6 tot 8 weken. De huishoudelijke hulp wordt na aandringen van de sociaal maatschappelijk adviseur met spoed vanuit de WMO ingezet, de taxi echter niet. Hierop kan mevrouw niet wachten. De sociaal maatschappelijke adviseur regelt vervoer via Buurthulp. De vrijwilliger is gauw gevonden en er ontstaat zelfs een goede band. Mevrouw vergoedt zelf de reiskosten. Een vrijwilliger om boodschappen te doen is op dat moment niet meteen beschikbaar. De huishoudelijke hulp van de thuiszorg is bereid tijdelijk, tegen betaling door mevrouw, ook de boodschappen te doen. Na verloop van tijd gaat het weer slechter met mevrouw Van W. De sociaal maatschappelijke adviseur brengt deze kwestie in bij de begeleidingscommissie (wordt Omtinkersteam). De verpleegkundige van de thuiszorg die al bij mevrouw komt, bespreekt de kwestie in haar team. Mevrouw is weer terug bij af: er is terminale kanker geconstateerd. De thuiszorg verleent extra thuiszorg voor de nacht en schakelt de vrijwillige palliatieve thuiszorg in. De sociaal maatschappelijke adviseur heeft voor de dood van mevrouw nog regelmatig contact met haar waarbij ze vertelt dat ze zich heel erg gesteund heeft gevoeld door alle hulp. Samenvattend: via de gerichte inzet vanuit de sociaal maatschappelijke adviseur vanuit de professionele netwerken waarin zij participeert (straks nog versterkt in de Omtinkerij) en vrijwilligers die zij direct kan bereiken, is het snel en effectief mogelijk een ‘mantel’ om mevrouw Van W. heen te slaan, die haar in alle aspecten van haar zo kwetsbare situatie ondersteunt: praktische hulp, vervoer, professionele zorg en menselijke aandacht in een omgeving waar zij nog niemand kent. Via de ‘systeem’ inrichting van het WMO-loket is dit maar ten dele mogelijk en niet op tijd en maat. Ad *: palliatief: de betekenis van het woord palliatief is: verzachtend, bemantelend (niet: genezend). In relatie tot de zorg betekent het het verzachten en verminderen van lijden, waar genezen niet mogelijk is, en trachten de kwaliteit van leven zo hoog mogelijk te houden. In het dagelijkse gebruik heeft palliatieve zorg de betekenis gekregen van aandacht en zorg die op deze manier geboden wordt aan mensen die stervende zijn.
8
8. BEGROTING 1 SEPTEMBER 2012 T/M 31 DECEMBER 2013 Vanuit de bovenstaande opzet komen wij tot een ureninzet van 8 uur per week. Bij deze inzet speelt mee dat ook de gemeente Menameradiel besloten heeft om de uitvoering van de taken van de gemeentelijke coördinator Omtinkerij bij SWM neer te leggen, waardoor er efficiënter gewerkt kan worden. Ons voorstel is om de Omtinkerij voor Leeuwarderadeel in eerste instantie voor een project periode van 15 maanden van start te laten gaan. Dit om de aan de ene kant de Omtinkerij de tijd te geven ‘zich te bewijzen’ en aan de andere kant de gemeente de mogelijkheid te geven om bij tegenvallende resultaten ter stoppen met de Omtinkerij in Leeuwarderadeel. Uitgaande van deze 8 uur per week komen over wij op jaarbasis, uitgaande van onze bruto all-in uurprijs van 45,00 euro per uur, tot een extra te financieren inzet voor een jaar van: 2012 1-9 t/m 31-12 6.240
Personeelskosten Scholingskosten Omtinkers Activiteitenkosten(waaronder vrijwilligerskosten) 625 Huisvestingskosten 900 totaal € 7.765
2013 1-1 T/M 31-12 18.720 P.M* 1.500 2.750 € 22.970
* Mocht er bij de Omtinker of projectleider de behoefte .bestaan aan scholing dan zal een opzet hiervoor inclusief offerte van extern opleidingsinstituut aan de gemeente worden voorgelegd.
9