Minder bestrijdingsmiddelen in huis
tuin
Een uitgave van het provinciaal samenwerkingsverband voor de ondersteuning van het gemeentelijk milieubeleid in Vlaams-Brabant in samenwerking met Stichting Leefmilieu vzw/KBC en Cera Holding
I N L E I D I N G
H
eel wat tuinliefhebbers strijden permanent tegen wat vaak als ‘ongedierte’ en ‘onkruid’ wordt bestempeld. Ook binnenshuis kampen veel gezinnen tegen vliegen, muggen en aanver wante boosdoeners. Alhoewel alles natuurlijk relatief is. Buiten het huis zijn vliegen prima opruimers van afval. Vliegen en muggen zijn ook een belangrijke voedsel bron voor vogels en vleermuizen. Wespen jagen veel op rupsen. De wapens die mensen vaak ge bruiken zijn chemische bestrijdingsmiddelen, gewasbeschermingsmidde len, pesticiden, biociden of hoe ze ook mogen heten. Die chemicaliën houden altijd een zeker risico in, omdat ze ontworpen werden om te doden, om leven ‘kapot’
Dit is een aangepaste versie van de brochure “Bestrijdingsmiddelen in & om het huis. Alternatieven voor biocidegebruik” (1999), een uitgave van de Stichting Leefmilieu/KBC in samenwerking met Cera Holding. Deze brochure is mogelijk gemaakt door het provinciaal samenwerkingsverband voor de ondersteuning van het gemeentelijk milieubeleid in Vlaams-Brabant.
te krijgen : of dat nu planten, insecten, slakken, schimmels, mijten, mossen, aaltjes of andere levensvormen betreft.
Ze werden vaak tientallen jaren gele den ontwikkeld, toen er minder onder zoek naar effecten op mens en milieu plaatsvond. Nieuwe bestrijdingsmid delen moeten nu meer tests ondergaan vóór de producenten ze op de markt mogen brengen.
Elk jaar gebruiken we in en om het huis duizenden kilo’s van deze bestrij dingsmiddelen. Ze komen in ons milieu, de bodem, het regenwater en het grondwater terecht, met alle gevolgen van dien. In groenten en fruit uit de landen tuinbouw vindt men vaak sporen van pesticiden. Ze zitten ook in zelfgekweekte groenten die de teler met pesticiden behandelde.
De Zwitserse scheikundige Paracelsus zei in de zestiende eeuw al dat alles giftig kan zijn, afhankelijk van de dosis die je te slikken krijgt. In ieder geval is het aangeraden het gebruik van pesticiden tot een minimum te beperken. Je kan eventuele plagen beter vermij den en als ze zich toch voordoen, ze zo milieuvriendelijk mogelijk aanpak ken. Grijp pas naar bestrijding met pestici den als dat laatste niet lukt.
Onoordeelkundig gebruik van bestrij dingsmiddelen houdt steeds gevaren in voor mens en milieu. Dat geldt zeker voor de ‘oudere’ bestrijdingsmiddelen die je nog kunt kopen.
Contactpersonen: Geert Saye en Geert Lefever, Provincie Vlaams-Brabant, tel. 016/26.72.65-66 Martine Janssens, Intercommunale Interleuven, tel. 016/23.58.36 Sigrid Willems, Intercommunale Haviland, tel. 02/466.51.00 Walter Op de Beeck, IGO Leuven vzw, tel. 016/29.85.47 Tekst: Marc De Coster, tel. 016/40.47.80 Tekeningen en lay-out: Johan Truyen, tel. 03/309.11.99 Druk: Prevent Print: tel. 050/42.58.48 © 2000. Provincie Vlaams-Brabant
3
Zorgvuldigheid loont steeds ! • Kan je pesticiden niet vermijden, dan geldt ook daar een voorzichtig en oordeelkundig gebruik. Volg te allen tijde de gebruiksinstructies. • Overdoseren is totaal uit den boze: een grotere dosis dan aangegeven levert geen beter ‘resultaat’ op, integendee l!
langer houdbaar te maken, om ze beter door planten te laten opnemen, enzovoort.
Bestrijdingsmiddelen
In 1996 gingen 6.804 ton biociden (zoals voor ontsmetting en houtbehandeling) over de toonbank. De Belgische markt telt ruim 400 verschillende actieve stoffen verdeeld over 1.600 handelsproducten.
Wat zijn bestrijdingsmiddelen?
De toepassing van bestrijdingsmiddelen gebeurt vooral door rondspuiten van in water verdeelde stoffen. Bij het spuiten mist het product echter grotendeels (tot 80%) zijn doel, waardoor de werkzame stof in het milieu terechtkomt. Bestrijdingsmiddelen vindt men dan ook in de lucht, het water en in de bodem.
Bestrijdingsmiddelen zijn natuur lijke of synthetische (door mensen samengestelde) stoffen die ingezet worden tegen planten en dierlijke organismen, zoals ‘onkruid’, insecten, aaltjes en schimmels. Je hebt de middelen voor gebruik in de land- en tuinbouw en de zoge naamde biociden voor ontsmetting, materiaalbescherming en bestrijding van ongewenste dieren binnenshuis. Het jaarlijks ge bruik van bestrij dingsmiddelen in de Belgische land- en tuinbouw steeg van 1979 tot 1992 ; nadien volgde een daling. De land- en tuinbouw in ons land gebruikt naar schatting jaarlijks 10.000 ton werkzame stof voor de bestrijdingsmiddelen. Naast de ‘actieve’ stof bevat een pesticide overigens meestal ook aller lei ‘toegevoegde’ stoffen: om ze wateroplosbaar te maken, om ze
4
Naar schatting 60 tot 80% van alle bestrijdingsmiddelen wordt in Vlaanderen ingezet bij de gewasbescherming in de beroepsland- en tuinbouw. Gedetailleerde gegevens over gebruik van bestrijdingsmiddelen buiten het professionele circuit zijn niet beschikbaar.
Soorten bestrijdingsmiddelen Er bestaan heel wat bestrijdingsmiddelen, telkens met een specifiek doel. • Insecticiden worden gebruikt om insecten te bestrijden. Er zijn natuurlijke insecticiden zoals nicotine (uit de tabaksplant), rotenonen (natuurlijke afweerstoffen die voorkomen in de wortels van de Aziatische plant Derris), pyrethroïden (bereid uit de bloemhoofdjes van het Afrikaantje, Chrysanthemum cinerariafolium) en bacteriepreparaten, die tegen rupsen en insectenlarven worden ingezet. Er zijn ook heel wat sy nthetische (of kunstmatig geproduceerde) insecticiden, waarbij de volgende grote groepen kunnen worden onderscheiden: - Synthetische pyrethroïden: ze zijn zeer giftig voor insecten en ze breken in het milieu veel trager af dan de natuurlijke pyrethroïden, zodat ze veel langer doorwerken. - Gechloreerde koolwaterstoffen: ze zijn bekend en berucht omwille van hun brede
werking en lange levensduur, met risico’s op concentratie in levende wezens (doorvergiftiging) en opstapeling in het milieu. - Organische fosforverbindingen of organofosfaten: deze stoffen hebben een brede werking. Ze beïnvloeden de overdracht van zenuwprikkels en zijn niet alleen voor insecten, maar ook voor vogels, vissen, reptielen en zoogdieren zeer giftig. Deze stoffen vind je ook op ruime schaal in en om het huishouden, bijvoorbeeld in spuitbussen tegen vliegen, tegen mieren en tegen vlooien bij huisdieren of als insectenbestrijders in de moestuin. - Carbamaten: zij hebben een soortgelijke werking als de organofosfaten. • Herbiciden zijn onkruidverdelgers. Veel herbiciden worden door de planten opgenomen en doen dan hun werk. Bodemherbiciden worden op terreinen gespoten om de opkomst van planten tegen te gaan; bladherbiciden spuit men op de planten zelf. • Fungiciden worden tegen schimmels.
ingezet
• Acariciden bestrijden mijten. 5
• Nematiciden zijn er tegen nematoden of aaltjes. Deze kleine wormen kunnen in zeer grote dichtheden in de bodem leven. Sommige soorten tasten de wortels of knollen van gewassen aan (bijvoorbeeld van aardappelen). Nematiciden hebben een brede werking en doden tegelijk onkruidzaden en eieren en lar ven van insecten. Ze bestaan in de vorm van korrels of als een vloeistof die overgaat in damp vorm en zich als gas in de bodem verspreidt.
• Mollusciciden doden slakken. • Rodenticiden worden aangewend tegen knaagdieren.
• Iedereen heeft wel gehoord van de voedselpiramide : bladetende insecten worden gevangen door mezen die dan weer op het menu staan van roofvogels. Deze piramide wordt letterlijk op zijn kop gezet als slecht afbreekbare giftige stoffen
Een dode lente voor de Slechtvalk e eerste die de gevaren van gechloreerde koolwater stoffen onder de ogen van een breed publiek bracht was de Amerikaanse biologe Rachel Carson, die in 1963 haar boek Silent Spring (bij ons vertaald als Dode lente) publiceerde. Haar waarschuwingen werden echter niet in dank afgenomen. Ze kreeg van de producenten van pesticiden karrenvrachten kritiek over zich heen. Ze wees op de risico’s van deze producten die ofwel rechtstreeks de vogels vergiftigden,
D
6
hun intrede doen in het milieu. De giftige stoffen zullen immers bij iedere stap van de piramide meer worden geconcentreerd (let op het aantal doodshoofdjes in de figuur) en worden daardoor ook gevaarlijker.
ofwel in de voedselketen geconcentreerd werden en de dieren aan de top van die keten vergiftigden. Een onderzoek van D.A. Ratcliffe in GrootBrittannië in de jaren zestig bevestigde haar waarschuwingen. Dat onderzoek leek wel een klassiek Engels detectiveverhaal. Aanleiding vormde een klacht van duivenmelkers die dachten dat Slechtvalken meer duiven opaten. Onderzoek wees echter uit dat er niet meer maar juist minder Slechtvalken in Engeland broedden en dat ze op een vreemde manier verdwenen van de broedplaatsen die opeenvolgende generaties vogels soms al eeuwenlang bezetten. Nochtans leek er in de omgeving niets te zijn veranderd dat aanleiding kon
Gevolgen voor milieu en gezondheid Bestrijdingsmiddelen komen overal in het milieu terecht, zowel in de lucht, in de bodem als in het water. Planten en dieren worden in hun leefomgeving aan heel wat verschillende bestrijdingsmiddelen of aan omzettingsproducten van deze stoffen blootgesteld. Sommige middelen kunnen elkaar versterken. Het is vaak nog onduidelijk welke gevolgen het contact met ‘cocktails’ van bestrijdingsmiddelen heeft.
geven tot het verdwijnen van deze dieren. Tot men ontdekte dat de broedsels mislukten door de dunnere eierschalen van de vogels. Die dunne schalen werden veroorzaakt door DDE, een omzettingsproduct van het bekende insecticide DDT (dichloordifenyltrichloorethaan), dat zich ophoopte in de vogels en de aanmaak van de eischaal verstoorde. In het bijzonder soorten als Slechtvalk en Sperwer, die op vogels jagen, bleken te zijn aangetast. Na enkele jaren telde men wereldwijd minstens 40 vogelsoorten die met dezelfde problemen te kampen hadden. Na een verbod op het gebruik van DDT verdween dit product uit het milieu en herstelden roofvogels zoals de Slechtvalk en de Sperwer zich langzaam.
Bestrijdingsmiddelen (vooral veel insecticiden zoals gechloreerde koolwaterstoffen, synthetische pyrethroïden en carbamaten) concentreren zich ook in levende wezens naarmate zij zich hoger in de voedselketen bevinden (doorvergiftiging) . Roofdieren en roofvogels kunnen hierdoor dodelijk getroffen worden. Waar de concentratie van een stof 1 is in het water kan die tot 80.000 keer hoger liggen in visetende vogels. Het gebruik van herbiciden heeft zeker een sterke achteruitgang van akkerkruiden en daarmee samenhangend van insecten (onder andere vlinders) veroorzaakt.
7
Het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu onderzocht in 1989 en in 1990 op 109 plaatsen het grondwater bestemd voor de productie van drinkwater. Het water bevatte onder andere het insecticide lindaan en de herbicid en simazine en atrazine. In het bijzonder voor die twee laatste herbiciden overschreed respectievelijk 45 en 64% van de stalen de Europese drink waternorm. In 1992 voerde de (Vlaamse) Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (AMINAL) een onderzoek uit naar het voorkomen van atrazine in 82 peil- of productiewaterputt en in Limburg. De deskundigen vonden vaak concentraties die hoger lagen dan de norm voor drinkwate r ; ze troffen atrazine zelfs op meer dan dertig meter diepte aan.
G rondwa ter :
In oppervlaktewater (rivieren, beken, vijvers, plassen) in Vlaanderen vindt men vooral de bestrijdingsmiddelen lindaan, pentachloorfenol (een houtbeschermingsmiddel), atrazine en simazine . In mindere mate ook trifenyltin verbindingen en dichloorvos. Uit metingen van Maaswater bleek dat de herbiciden diuron en atrazine permanent aanwezig
O p p e rvlaktew ater :
8
waren, met een sterke stijging in de zomermaanden. Voor Nederland, dat drinkwater uit de Maas haalt, volgen hieruit zware extra zuiveringskosten.
Re genwater : De Vlaamse Milieumaatschappij vindt in regenwater een tiental pesticiden terug, zoals simazine, atrazi ne , dichloorvos en lin daan. De piekwaarden worden telkens genoteerd bij hevige regenval na een droge periode waarin de gewassen werden bespoten. Het verdampen van pesticiden na het sproeien en het afdrijven ervan door de wind (drifteffect) veroorzaken de aanwezigheid van deze stoffen in regenwater. Het betreft dan niet alleen bestrijdingsmiddelen die in de land- en tuinbouw worden gebruikt, maar ook bijvoorbeeld een insecticide als dichloorvos, dat vaak als vliegen- en muggenverdelger in en om het huis wordt gebruikt.
Res ten op groe nten & fruit : Van 1991 tot 1993 onderzocht het Laboratorium voor Fytofarmacie van de Gentse universiteit 3.700 stalen van groenten en
fruit op 130 soorten pesticiden of omzettingsproducten: 9,4% van de groentestalen en 2,1 % van de fruitstalen overschreed de toegestane grenzen aan resten van bestrijdingsmiddelen. Dat gebeurde het vaakst bij bladgroenten als veldsla, sla, selder en peterselie en bij tomaat.
G e z o n d h e i d s e ffecten : Bestrijdingsmiddelen komen niet alleen in het milieu voor. Ook de mens blijft er niet van gespaard. Vooral professionele gebruikers van deze producten (loonsproeiers, land- en tuinbouwers) kunnen door herhaalde blootstelling aan hoge concentraties ervan gezondheidsproblemen krijgen.
Bestrijdingsmiddelen en vruchtbaarheid e laatste jaren groeit bij wetenschappers het vermoeden dat chemicaliën zoals bestrijdingsmiddelen ook een invloed op de vruchtbaarheid uitoefenen, in het bijzonder op die van mannen. Men heeft meer dan 50 verontreinigende stoffen geïdentificeerd die de werking van oestrogeen (een vrouwelijk geslachtshormoon) nabootsen. De helft hiervan betreft bestrijdingsmiddelen, maar ook polychloorbifenylen, dioxines en ftalaten(weekmakers in plastics) zitten in deze reeks.
D
Er groeit onrust over de blootstelling aan deze cocktail van stoffen, onder meer omdat de elkaar versterkende effecten van deze vreemde stoffen niet meegerekend werden bij het bepalen van ‘veilige’ blootstellingsniveaus. Uit onderzoek blijkt dat de consument door de pesticidenresidu’s in Belgisch voedsel niet minder dan 34 verschillende bestrijdingsmiddelen geserveerd krijgt.
9
Bij een verkeerd gebruik kunnen ook omwonenden soms hinder ondervinden (bv. bij verneveling in de fruitteelt). Het accidenteel innemen van deze stoffen kan zeer zware, ook dodelijke, gevolgen hebben. Vooral in ontwikkelingslanden waar hygiëne en gebruiksvoor schriften vaak worden verwaar loosd - gebeuren heel wat onge lukken door vergiftiging met bestrijdingsmiddelen. In Vlaanderen staat het onder zoek nog niet ver genoeg om dui delijk mogelijke verbanden tus sen de volksgezondheid en bepaalde negatieve gevolgen van bestrijdingsmiddelen aan te tonen.
10
E en andere aanpak angezien men nog onvoldoende de gezondheidseffecten van blootstelling aan (een mix van) bestrijdingsmiddelen op mens en milieu kent, kan je de gevolgen liever niet
A
Meer natuur in de (sier)tuin Het is belangrijk dat je de tuin op een andere manier bekijkt. Beschouw hem niet als een volslagen kunstmatig, natuurvreemd milieu, waar het gazon er als een gladgeschoren groen biljartlaken moet uitzien en waar elk mosje, madeliefje of paardebloempje geweerd moet worden en waar de perkjes met een bonte waaier van bloemen netjes zijn omgespit en aangeharkt. Zie de tuin als een omgeving die letterlijk ook wat meer ruimte voor natuur biedt, dus ook voor ‘wilde’ planten en dieren.
Onderzoek wijst trouwens uit dat chemische onkruidbehandeling de levensduur van een grasmat inkort. Bijhouden van de graskanten gebeurt beter door afsteken dan door doodspuiten. Madeliefjes, enkele slakken of wat mieren in het gazon kunnen echt geen kwaad.
onderschatten en geldt ook hier: beter voorkomen dan genezen. Vandaar onze praktische tips om het gebruik van bestrijdingsmiddelen in en om het huis te helpen vermijden.
Een grasland kan ook (gedeeltelijk) als een soortenrijk hooiland beheerd worden. Je moet dan niet mesten en een tot twee keer per jaar maaien en het hooi afvoeren. Je krijgt als beloning na enkele jaren een aantrekkelijke verscheidenheid aan plantenen diersoorten. Als je de tuin inricht met streekeigen struiken en bomen, trekt hij ook bijvoorbeeld (broedende) vogels aan. En die komen best van pas voor het vangen van insecten. Hoe meer planten- en diersoorten in de tuin, hoe minder kans op vervelende plagen.
Meer natuur in de (sier)tuin
at je de tuin ier bekijkt. t als een ig, u, als een en biljarten waar fje of
Een voorbeeld : Koolmezen zijn holenbroeders die graag in een ‘klassiek’ nestkastje in de tuin broeden. Alleen al om een nest jongen groot te brengen vangen de Koolmeesouders op ongeveer 20 dagen zo’n 10.000 prooien (meestal rupsen)! Soorten als Heggenmus, Zanglijster, Merel, Roodborst of Vink broeden graag in een heg en ook deze soorten van gen duizenden insecten om hun jongen groot te brengen. De Grauwe vliegenvanger verkiest een ‘halfopen’ nestkast en doet zijn naam alle eer aan, want hij plukt muggen en vliegen uit de lucht.
den met van n -
-
r
11
Vogels houden van een meer gevarieerde ondergroei. Wie niet graag ‘onkruid’ tussen struiken en heesters ziet, kan kiezen voor verschillende, meer natuurvriendelijke opties:
• Zaai zelf schaduwverdragende soorten in als Dagkoekoeksbloem, Stinkende gouwe, Robertskruid, Look-zonder-look, Fluitekruid of Geel nagelkruid. Het zijn aantrekkelijke soorten die verhinderen dat er zich nog andere ‘onkruiden’ vestigen.
• Gebruik bodembedekkende soorten als Klimop, Hondsdraf, Gele dovenetel, Kleine maagdenpalm. Een praktische tip: Klimop groeit het best in een humusrijke, vochthoudende bodem, in de schaduw tot halfschaduw. Gebruik liefst geen Japanse klimop want die kan soms zeer sterk uitgroeien en dan kan je hem nog moeilijk ‘binnen de per ken houden’.
12
• Je kan kiezen voor laagblijvende struiken . Sleedoorn bijvoorbeeld heeft veel voordelen. Deze soort (met inderdaad indrukwekkende doorns) vormt een dichte haag en bloeit al in maart met een overvloed aan sneeuwwitte bloemetjes. Door de dichte bebladering kunnen er weinig of geen planten onder groeien en in het najaar verschij nen de aantrekkelijke blauwberijp te ‘sleepruimpjes’. Je kan deze soort (indien nodig) volledig tegen de grond snoeien: ze zal toch opnieuw goed uitschieten.
• Een vierde mogelijkheid is dat je versnipperd hout, schors of zelfs gemalen resten van cacaobonen gebruikt. Een groot deel van de opschietende ‘onkruiden’ in de perken zal onderdrukt blijven. De plantjes die toch weten te kiemen kan je makkelijk uittrekken.
• Insecten en slakken worden ook opgegeten door hun natuurlijke vijanden zoals de Egel, de Gewone pad en de Huisspitsmuis. Om deze ‘natuurlijke helpers’ een eigen plaats te geven, voorzie je in de tuin wat meer ruige plekjes en maak je kleine schuilplaatsen: een hoop takken, stapeltjes los op elkaar liggende stenen, oude dakpannen of houtblokken die met rust gelaten worden zijn ideaal voor deze dieren.
• Opritten worden nog vaak behandeld met herbiciden die gemakkelijk naar het grondwater uitspoelen. Kies voor de oprit een (zorgvuldige) aanleg die kiemend ‘onkruid’ geen kans geeft. Kies dus voor een dikke laag grind en zorg voor heel goed gedichte voegen tussen de stenen of klinkers. Wil je toch sproeien, opteer dan voor een herbicide dat heel snel wordt afgebroken in het milieu. Mos op straattegels en muren gaat men maar al te vlug te lijf met ‘javel’ (chloor). Een hogedrukreiniger geeft vaak een veel beter resultaat en is vriendelijker voor het milieu!
13
schijn komen gekropen, vormen voor de meeste mensen niet zo’n leuk zicht.
Een meer milieuvriendelijke groentetuin Je kan ook zonder chemische bestrijdingsmiddelen zelf je groen ten kweken. Een ecologische groentetuin steunt op een reeks basisprincipes die we hier niet in detail uit de doeken doen (zie daarvoor de meer gedetailleerde literatuur en andere informatiebronnen).
• Teel liever geen kwetsbare groentesoorten. Zo zijn bij aardappelen de bekende Bintjes veel gevoeliger voor de aardappelziekte dan bijvoorbeeld de cultivar ‘Charlotte’.
WE GEVEN TOCH ENKELE TIPS : • Een gezonde bodem en een evenwichtige plantenvoeding verkrijg je door het inwerken van compost. Iedereen die een tuin heeft kan een belangrijke bijdrage leveren aan de drastische vermindering van de afvalberg door zelf compost te maken van het organi sche huis-, keuken- en tuinafval. Dat kan in een compostvat, of op een zelf aangelegde compost hoop. Goede compost is een eerste stap naar een gezonde bodem voor elke moestuin. Zorg dat vlees- en visresten nooit open in een composthoop of -vat liggen. Pak dit soort keukenafval stevig in papier in. Anders komen er zeker tijdens de zomer snel vleesvliegen op af die er hun eitjes in leggen. De maden die nadien tevoor 14
• prei en ui met biet, kamille, wortel en tomaa t
• rozen met bieslook en lavendel goede combinaties
• selderij met kool en prei
• sla met kervel
• Denk bij het teeltplan aan vruchtwisseling : teel niet elk jaar opnieuw dezelfde of een nauw verwante groente op hetzelfde perceel ; zulks werkt plagen in de hand. Probeer liever meerdere jaren ‘i n te schuiven’ vooraleer je op hetzelfde lapje grond opnieuw dezelfde groente zaait. Aaltjes en enkele schimmels zoals knolvoet bij kolen en sclerotiniarot bij sla kan je vermijden door een goed uitgekiende vruchtwisseling.
• Zorg voor goede en mijd slechte combinaties. Goede combinaties bevorderen de groei en houden plagen (insecten) weg. Slechte combinaties benadelen de groei en trekken juist meer plagen aan. EEN VOORBEELD : - aardappelen met erwten hou den Coloradokevers weg. - Afrikaant jes (Tagetes ) zijn effectief tegen aaltjes bij aardappelen of bij rozen. - Oost-Indische kers (Tro paeo lu m) b ij appelbo men maakt deze laatste minder aantrekkelijk voor bloedluis.
Nog meer voorbeelden van goede combinaties : • bonen met erwten
slechte combinaties
- prei en ui met biet, kamille, wortel en tomaat ; - rozen met bieslook en lavendel ; - selderij met kool en prei ; - sla met kervel.
• kool met radijs
Slechte combinaties zijn dan weer :
• sla met peterselie
- bonen met erwten ; - kool met radijs ; - sla met peterselie. 15
Bladluizen
Ongenode gasten Ook met een natuur- en milieuvriendelijke tuin kunnen we in en om het huis ongewenste gasten hebben. Om die buiten te houden is een strategie in drie stappen mogelijk:
1.
Vermijden dat een plaag zich te sterk ontwikkelt of dat de ongewenste diertjes binnen in huis komen.
2.
De ongewenste gasten verjagen.
3.
Als verjagen niet mogelijk is, ze doden.
ier volgt een reeks milieuvriendelijke tips die ertoe bijdragen om zonder chemische bestrijdingsmiddelen van die ongewenste bezoekers verlost te raken.
H
16
Bladluizen zijn er in allerlei kleuren, van lichtgroen tot zwart. Ze planten zich razendsnel voort en behoren zeker tot de meest bekende plagen in de tuin en binnens huis. Ze kunnen virusinfec ties op planten overbrengen en veroorzaken door hun zoete afscheiding schimmelaantastin gen. Te veel stikstof in de grond veroorzaakt een vlugge plantengroei. Bladluizen worden dan aangetrokken door de snel groeiende plantentoppen. Compost vermijdt een te snelle stikstofopname door planten. Plantentoppen met concentraties van bladluizen moet je snel en volledig verwijderen. Dille en Bonenkruid tussen bonen helpen de bladluizen van de bonen weg te houden. Bij sla helpt kervel tussen de slaplanten. Hyssop en Salie helpen als je ze tussen het plantgoed plaatst. Biologische of ecologische tuiniers gebruiken aftreksels van alsem, brandnetel of boerenwormkruid
om op de aangetaste planten te spuiten. Zet planten op het terras, de vensterbank en het balkon zoveel mogelijk in de wind. Voor de rokers: plaats een kamerplant met bladluizen onder een zorgvuldig afgesloten emmer en blaas daarin veel tabaksrook : de bladluizen overleven deze behandeling niet.
Emelten Emelten zijn de larven van langpootmuggen die de wortels van grassen aanvreten. Mollen zijn verzot op emelten. Ook lijsters en spreeuwen eten heel graag emelten. Het zijn dus onze bondgenoten bij de bestrijding van deze ver velende knagers. Papaverplanten zijn giftig voor emelten. Afrikaantjes (Tagetes) en Goudsbloemen (Calendula) schrikken bodeminsecten zoals emelten af. Emelten kunnen gevangen worden met een stuk rauwe aardappel. Een aangetaste grasmat kan je eerst door en door natmaken en vervolgens afschermen met een stuk zwarte plastic: de emelten kruipen dan naar boven en gaan onder het plastic zitten. Zo kan je ze vangen en verwijderen.
Fruitmot De rupsen van fruitmotjes kan je eind juni vangen met vangbanden van jute of golfkarton op 30 centimeter hoogte. Ze verschuilen zich eronder en maken dan een witte cocon. Wekelijkse controle is nodig.
Houtworm Een aantasting door de larven van kevers die in droog hout leven (en die bekendstaan als ‘houtworm’) kan je vermijden door het hout zorgvuldig te verven of te vernissen. Een stevige laag boenwas helpt ook al om de beestjes af te schrikken. Een behandeling met peperwas (een mengsel van gelijke delen peper, was en terpentijn) of met houtwormazijn kan helpen bij aantasting. Kleine aangetaste voorwerpen kan je verhitten in een oven bij 60°C. Bij deze temperatuur sterven alle soorten insecten. 17
Je kan de larven van de ‘houtworm’ ook bestrijden door met een fijne injectienaald benzine in de gaatjes te spuiten en eventueel was aan te brengen. Vermijd
dan wel open vuur (sigaretten!) en zorg voor een goede verluchting.
Kakkerlakken Een schone keuken, met fijnmazige metalen filters in elke verluchtingsopening en met goed gedich te kieren en spleten, houdt kakkerlakken bui ten. Kakkerlakken houden van warmte en van de nacht. Zodra je een kakkerlak in huis opmerkt moet je snel optreden. Ze krui 18
pen ‘s nachts graag onder een vochtige dweil, zeker als die niet te koel ligt. Lok de diertjes met restjes bier en steek een vodje in de fles. De kakkerlakken kunnen zo gemakkelijk tot bij het bier kruipen en zitten gevangen. Een bordje met een mengsel van gom en daarin opgeloste borax (boorzuur) helpt ook: de kakkerlakken die ervan eten sterven. Maar plaats dit mengsel buiten het bereik van kinderen en huisdieren! Boorzuur in poedervorm (handelsnaam ‘Flea zero’) is een doeltreffend gif, zolang het droog blijft. Je hebt een speciaal toestel nodig om het in een dun laagje in kieren en spleten te verstuiven. Als je dit wil doen, moet je wel een stofmasker, een veiligheidsbril en handschoenen dragen.
Verwijder bij deze behandeling alle etenswaren en houd kinderen en huisdieren uit de buurt. Stofzuigen (de stofzak in een goed gesloten plastic zak weggooien) en een schoonmaakbeurt met stoom kunnen helpen om kakkerlakken te verwijderen. In grootwarenhuizen, doehet-zelfzaken en drogisterijen zijn ook speciale vallen (met lokmiddelen) voor kakkerlakken te koop. De vallen moeten minstens 24 uur op dezelfde plaats blijven staan, langs plinten of bij spleten.
houtzaagsel, koffiedik, keukenzout, tomatenplanten, Afrikaantjes en Goudsbloemen . Mieren gebruiken kieren en spleten om binnen te raken. Wanneer je dergelijke openingen dicht, vermijd je miereninvasies.
Motten Veel stoffen worden nu al met motwerende producten behandeld. Motten kunnen echter nog wel (handgesponnen)
Mieren Mieren worden sterk aangetrokken door zoetigheid. Mieren die in tuinen leven kan je vrij makkelijk buitenshuis houden door alle zoetigheid zorgvuldig en luchtdicht op te bergen (in glazen potten of in plastic dozen). Het paadje dat de mieren volgen om binnen te komen kan je bestrooien met
wollen kledingstukken aantasten. Dit soort kleding bewaar je liefst in luchtdicht afgesloten plastic zakken en/of ver lucht je regelmatig in de zon. Motten hebben een hekel aan bedrukt krantenpapier en aan de geur van tabak, rozemarijn of lavendel. Verwijder oude vogelnesten onder dakpannen: ze vormen een bron van verspreiding.
witte peper of insmeren met knoflook. Verder hebben mieren een hekel aan verse houtskool, 19
Muizen en ratten uizen (en ratten) blijven buitenshuis door alle openingen (ook ventilatieopeningen) te voorzien van (aluminium) roosters waarvan de gaatjes maximaal 5 millimeter groot zijn. Vermijd rondslingerende etensresten in de tuin. Heb je toch muizen, dan zijn katten goede muizenvangers. De aloude muizenval helpt nog steeds. Er is een nieuwe muizenval te koop: een ronde holle buis van 20 cm lang en 5 cm diameter met twee klepjes die alleen naar binnen draaien. De buis heeft een smalle spleet zodat je kan zien wat er gevangen zit. Graan lokt de muizen goed. Het diertje even snel en stevig heen en
weer schudden in de buis is meestal dodelijk. Na gebruik de val goed uitwassen met heet water en wat detergent. Het toestelletje is ook heel handig in de tuin in de gangetjes die de (woel)muizen graven. Spitsmuizen en bosmuizen zijn nuttige dieren. Ze leggen zaadvoorraden aan en helpen zo bij de verspreiding van bomen en struiken; je kan ze weer loslaten als ze in zo’n buis verzeild geraken. Een papje met drie delen meel, een deel kalk en een deel suiker is noodlottig voor muizen en ratten.
M
Vlooien ensenvlooien zijn zeldzaam geworden maar katten en honden hebben er nog vaak last van. Zorg dat je huisdier een evenwichtige, proteïnerijke voeding krijgt. Geef ook vitamine B1 of plet elke dag een teentje knoflook onder het eten. Als huisdieren tijdens een vakantie thuisblijven, kunnen vlooien zich snel ontwikkelen. De eitjes vallen in kieren, in
M
de hondenmand, op het tapijt of op de vloer. Het is nodig om bij langere afwezigheid eerst het hele huis en zeker de plaatsen waar de huisdieren vaak liggen enkele keren goed te stofzuigen. Stop de stofzak in een goed gesloten plastic zak en gooi hem onmiddellijk weg. Een schoonmaakbeurt met stoom helpt bij het vernietigen van de vlooienlarfjes. Een vlooienkam is nuttig en handig. Een hond goed wassen met gewone shampoo helpt ook. Een kussentje met gedroogde kamille of varens in de mand vormt nog een hulpmiddel. 20
Vliegen en muggen il je vliegen vermijden, dan moet je het keukenafval in hermetisch sluitende vuilnisbak ken opbergen. Spoel lege limona deflessen en jampotjes altijd zorg vuldig uit. Maak een composthoop (een voor vliegen erg aantrekkelij ke plek) ook zo ver mogelijk van je huis. En ruim alle hondendrollen onmiddel lijk op. Degelijke vliegenramen of horren en een vliegen gordijn of kralengordijn voor de deur zijn zeer nuttig om vliegen en muggen buiten te houden. Zorg er altijd voor dat een vliegen gordijn aan de onderkant geen
W
opening laat. Vliegen en muggen houden ook niet van een sterke tocht. Wanneer ze binnen zitten helpt het als je ramen en deuren tegenover elkaar openzet. Een muggennet of klamboe rond het bed kan heel handig zijn als er toch muggen in de slaapkamer vertoeven: dat fijne net houdt ze tenminste van je lijf. Muggenlarven ont wikkelen zich in (kleine) plasjes water. Ga zorgvuldig na of er geen plasjes water in de (kruip)kelder, op het dak, in goten, schalen, tonnen, emmers of in potten op het terras
21
blijven staan, want hier komen de muggen vandaan. Je kan eventueel vloeibare paraffine op een waterplasje gieten. De muggenlarven sterven dan door een tekort aan zuurstof. Een liter paraffine is goed voor veertig vierkante meter wateroppervlakte. Gebruik geen paraffine in je vijvertje: ook de vissen sterven dan door zuurstofgebrek! Een ouderwetse vliegenmepper of een kleverige vliegenvanger kunnen nog altijd goede diensten bewijzen. Sommige bomen en planten houden vliegen op afstand. Bijvoorbeeld een vlierstruik of notenboom bij de deur of het raam. Dat geldt ook voor het Afrikaantje, het Citroenkruid en, als kamerplant, de Citroengeranium. Sint-Janskruid trekt dan weer juist vliegen aan. Met een bosje SintJanskruid kan je de vliegen verzamelen en buitenzetten. Bedenk wel dat vliegen buitenshuis belangrijke afvalopruimers zijn. Vliegen en muggen (larven) zijn ook een belangrijke voedselbron voor amfibieën, vissen, vogels en vleermuizen.
Wespen Wespen zijn belangrijke jagers van andere insecten (muggen, vliegen, kevers). Het zijn dus echt wel “nuttige” dieren. Maar ze houden ook van zoetig heid. Wie wespen weg wil, kan ze vangen met een wespenval. Die is gemakkelijk te maken. Zet de wespenval een eind van het terras of de tuinta fel vandaan en graaf ze een stukje in de grond: zo kan ze niet omvallen.
Ve rg i f t i g i n g n de meeste gevallen gaat het om een acute vergiftiging door het innemen van een bestrijdingsmiddel. Het is noodzakelijk het middel zo snel mogelijk uit het lichaam te krijgen of de werking
I
Nuttige adressen • Milieudocumentatiecentrum STICHTING LEEFMILIEU vzw/KBC Kipdorp 11, 2000 Antwerpen tel.: 03/231.64.48, fax: 03/232.63.98 E-mail:
[email protected] Website: www.stichtingleefmilieu.be • VELT (Vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze), Uitbreidingsstraat 392, 2600 Berchem, tel.: 03/281.74.75, fax: 03/281.74.76. E-mail:
[email protected] Website: http//gallery.uunet.be/velt
Slakken Slakken worden aangetrokken door ingegraven potjes of glazen die voor de helft gevuld zijn met zoet, bruin bier. Ze kruipen erin en verdrinken.
22
• Pesticide Action Network (PAN) Belgium, Provooststraat 131, 1050 Brussel, tel. en fax: 02/358.29.26. Website: www.pan-international.org • Laboratorium voor fytofarmacie (Universiteit Gent), Coupure links 653, 9000 Gent, tel.: 09/264.60.10, fax: 09/264.62.49. E-mail:
[email protected] Website: www.rug.ac.be • Antigifcentrum: tel.: 070/245.245. E-mail:
[email protected] Website: www.poisoncentre.be
ervan te neutraliseren. Algemene regels bestaan helaas niet omdat de samenstelling en de eigenschappen van de middelen zo sterk verschillen. Ga zelf nooit voor doktertje spelen en bel onmiddellijk de hulpdienst en het Antigifcentrum, tel. 070/245.245.
Melk drinken wordt afgeraden. Melk versterkt juist de giftige werking van bepaalde producten, zoals bijvoorbeeld lindaan en parathion. S n e l l e medische hulp is altijd vereist. Bewaar steeds de verpakking van een bestrijdingsmiddel en neem ze mee naar de dokter.
A n t i g i f c e n t ru m :
tel. 070/245.245
Bronnen • Handboek ecologisch tuinieren, VELT vzw (1993, 5de druk). • W. Dejonckheere en W. Steurbaut, Pesticiden: gebruik en milieurisico’s, nr. 34 in de reeks Monografieën Stichting Leefmilieu, Antwerpen ; Uitgeverij Pelckmans, Kapellen (1996). • Pesticiden in het huishouden : risico’s voor de gezondheid, PAN (1999).
23
Minder bestrijdingsmiddelen in huis & tuin is de vierde uitgave in een reeks milieubrochures De vorige uitgaven zijn : • Composteren kan je leren • De groene schoonmaak • Energiezuinig omgaan met elektrisch huishoudtoestellen Deze brochures zijn gratis te verkrijgen in alle Vlaams-Brabantse gemeentehuizen. Ze kunnen ook worden aangevraagd bij : Provincie Vlaams-Brabant Dienst Leefmilieu Diestsesteenweg 52 3010 Leuven Tel. 016/26.72.56 Fax 016/26.72.61 E-mail:
[email protected] Website: www.vl-brabant.be/leefmilieu