de creatie van een activerende leefomgeving voor mensen met dementie mijn buurtschap .
inhoudsopgave aanleiding
03
05
drie uitgangspunten voor een nieuwe leefomgeving voor mensen met dementie
07
nieuwe zienswijze op dementie en gebouwde omgeving (hoofdlijn studie)
• Therapeutisch woonklimaat • Laagdrempelig voor mantelzorg • Financierbaar zonder extra bijbetaling
mijn buurtschap
15
23
• Activering • Keuzevrijheid • De-institutionalisering • Familie
samenvatting
planontwikkelingspartners • Breincollectief • BFAS architectuur en stedenbouw • Rob van der Zande
Adviseur Wonen en Dementie • Syntrus Achmea Real Estate & Finance • Vitaal ZorgVast Conceptueel Zorgvastgoedontwikkelaar
wetenschappelijke begeleiding Vrije Universiteit Vakgroep Neuropsychologie
•1
Mijn Buurtschap: een innovatieve woonvorm voor dementerenden
Mijn Buurtschap nodigt de cliënten uit om zelfstandig op onderzoek uit te gaan en activiteiten te ondernemen. •2
de aanleiding Het geloof in de heilzame werking van één type aanpak is niet nieuw in Verpleeghuisland. Sinds het ontstaan van het verpleeghuis eind jaren ’60, ontwikkelen we ongeveer iedere tien jaar een andere kijk op hoe we de zorg (moeten) inrichten. We beginnen met het verpleeghuis dat rechtstreeks wordt afgeleid van het ziekenhuis waar tot dan toe patiënten met een langdurige zorgbehoefte verblijven. Verblijf volgens het ‘medisch model’ had het hoofdaccent. De jaren daarna ontdekken we dat alleen maar liggen op een zaal mensen geen goed doet. De loopcircuits doen op grote schaal hun intrede in de verpleeghuisbouw. De patiënt wordt revalidant. De jaren daarna realiseren we ons dat veel patiënten járen van hun leven in een dergelijke instelling doorbrengen. Aan oude beddenhuizen bouwen we grote huiskamers om de huiselijkheid een plaats te geven. Het accent verschuift naar wonen. Ook deze bouwkundige verandering gaat gepaard met een verandering in het idioom; de patiënt wordt bewoner. De volgende grote ontwikkeling is de vervanging van meerbedskamers, naar een eigen kamer. De grote huiskamers worden opgedeeld in een aantal kleine, waar 6 tot 8 bewoners gebruik van maken. De bewoner wordt cliënt.
Toename aantal senioren
•3
In de toekomst zal de familie naar onze overtuiging, meer betrokken worden bij de zorg. Dit levert nieuwe ontwerpeisen op. •4
nieuwe zienswijze op dementie en gebouwde omgeving De vraag is wat bovenstaande ontwikkeling nu oplevert aan cliëntwaarde. In deze studie richten we ons uitsluitend op mensen met dementie. We zoeken naar de meest recente inzichten over hoe we mensen met dementie kunnen bereiken, wat zijn factoren waardoor we het dementeringsproces zo effectief mogelijk kunnen remmen, en zoveel mogelijk kwaliteit van leven kunnen bieden. We beperken ons tot die factoren die zijn gerelateerd aan de fysieke omgeving. We vermoeden dat het vigerende accent op wonen gemakkelijk kan leiden tot een inperking van de activerende mogelijkheden voor mensen met dementie. In het volgende hoofdstuk laten we enige deskundigen aan het woord die pleiten voor meer activering voor mensen met dementie, waarbij juiste aard en hoeveelheid prikkels centraal staan. Een accentverschuiving van wonen naar een activerende leefomgeving is noodzakelijk.
•5
Case study: Heem
”een huis zoals elk ande Mijn Buurtschap, Heemskerk
anneke van der plaats ‘Herkenbaarheid van de fysieke omgeving naar beelden van 40 jaar terug, schept rust en duidelijkheid.’ •6
drie uitgangspunten voor een nieuwe leefomgeving voor mensen met dementie 1.
Therapeutische leefomgeving
Dr. Anneke van der Plaats is sociaal geriater en werkt veel voor mensen met dementie. Zij legt uit: ‘Het eerste effect is dat het denkend deel van de hersenen door de ziekte dementie wordt aangetast. Dit betekent dat mensen reageren met hun primaire brein, zonder dat dit onder controle staat van het denkend brein. Impulsen worden daardoor veel eerder gescand op veilig/onveilig. Veiligheid, voorspelbaarheid en duidelijkheid zijn daarmee wezenlijke randvoorwaarden voor een fysieke omgeving. Het tweede effect van de ziekte is dat uit het geheugen de laatst binnengekomen informatie als eerste verdwijnt. Herkenbaarheid van de fysieke omgeving naar beelden van 40 jaar terug schept rust en duidelijkheid. Moderne (onherkenbare) architectuur is daarbij uit den boze. Een huis moet eruit zien als een huis zoals we dat op de kleuterschool tekenen, een toilet moet als zodanig herkenbaar zijn. Een mooi wit hangtoilet in een grote (doucheDr. Anneke van der Plaats, sociaal geriater
•7
brancard bestendige) badkamer wordt niet als toilet herkend met alle onrust en incontinentie van dien.’ Anneke pleit voor een zeer gedetailleerd binnenhuisontwerp, afgestemd op de belevingswereld van deze doelgroep. Zij vertelt: ‘Een teveel aan verkeerde prikkels geeft stress, maar een tekort aan prikkels eveneens. Als de leefomgeving goed op dit principe is ingericht, is 50% van het probleemgedrag van dementerenden weg.’
Op de Vrije Universiteit te Amsterdam geeft Prof.dr. Erik Scherder leiding aan de vakgroep neuropsychologie. Hij doet al jaren onderzoek naar de relatie tussen dementie en (in)activiteit. Hij stelt: ‘Bewegen houdt niet alleen ons lijf, maar ook ons brein in conditie. Beweging verbetert het leervermogen en het geheugen, en helpt tevens bij het hanteren van stress, depressie en verslaving. We zouden A
Grafiek inactiviteit en activiteit bewoners
•8
TIJD
activering
moment van overlijden
rust / inactiviteit
T moment van opname
moment van opname
TIJD
moment van overlijden
ACTIVITEIT
ACTIVITEIT
A
T
eigenlijk minimaal een half uur per dag een matig intensieve fysieke inspanning aan één stuk moeten leveren ( lopen, fietsen of zwemmen). Dit levert een betere doorbloeding van de hersenen op. Dementie komt minder voor bij mensen die hun hele leven lichamelijk actief zijn geweest.’ Het raakt hem dat in
Prof.dr. Erik Scherder, neuropsycholoog
veel verpleeghuizen het hele systeem is ingericht op passiviteit. Conditie en activiteitspeil gaan enorm snel achteruit na opname, mensen liggen soms 17 uur per dag in bed. De effecten op de kwaliteit van het toch al kwetsbare brein, zijn desastreus. Dementerende cliënten moeten bewegen, lopen, wind voelen, geuren ruiken. Prikkels activeren en houden het brein langer in conditie, bewegen bevordert het welbevinden.
2.
Laagdrempelig voor mantelzorg
Wanneer we een nieuw leefconcept maken voor mensen met dementie, gaan we er van uit dat in de toekomst de professionele zorg een ondersteunende rol zal gaan spelen voor de mantelzorg. Gijsbert Buijs hierover: ‘We zien de druk op de AWBZ toenemen en toekomstscenario’s preluderen op een geheel andere organisatie van de zorg. De financiële druk noopt ons tot andere keuzes, maar ook de arbeidsmarkt staat zodanig onder spanning dat we nieuwe oplossingen moeten gaan bedenken.’ ‘Er is echter ook een inhoudelijke kant. Onze klassieke verpleeghuizen kenden
•9
gijsbert buijs ‘Een nieuw gebouw zou in mijn optiek ook moeten bijdragen aan het herstel van familierelaties.’ • 10
een ruimtelijke opzet waar de cliënt (bijna letterlijk!) in verdween. De persoon muteert als het ware bij de hoofdingang tot patiënt wat tegelijkertijd symbool staat voor het verbreken van de primaire relaties. Ook in de kleinschalige opzet werd vaak gekozen voor grote bouwmassa’s met één hoofdin-
Gijsbert Buijs, Projectdirecteur Vitaal ZorgVast
gang, waardoor het institutionele karakter versterkt werd. De familie brengt de cliënt naar het instituut, vanaf de entree gelden de instellingsregels en is de familie de regie kwijt. Cliënten gaan zich snel gedragen naar de regels van het huis en de hospitalisatie zet in.’ ‘Een nieuw gebouw zou in mijn optiek ook moeten bijdragen aan herstel van familierelaties, door goed te onderzoeken wat voor de familie aansprekende elementen zijn.’
3.
Financierbaarheid
Zoals gezegd, staat de financiering van de ouderenzorg onder druk. Deze druk zal alleen nog maar verder toenemen, terwijl het aantal ouderen stijgt. De inkt van de NHC is nog niet droog of Scheiden Wonen en Zorg wordt naar voren gehaald. Het concept dat we maken moet dus vooral maximaal beleidsresistent zijn. Michel van Oostvoorn, fondsmanager bij het Zorgvastgoedfonds van Syntrus Achmea Real Estate & Finance hierover: ‘Reguliere bankfinanciering wordt voor
• 11
Financiële ruimte door omkeerbaarheid
De rijtjeswoning als bouwsteen. Standaardwoning 148 m2 BVO.
Rij i tj t eswoning als bouwsteen
standaard woning 148 m2 BVO
Leven beneden, slapen boven. standaard woning 148 m2 BVO michel van oostvoorn ‘Mijn Buurtschap kan na een huurperiode van 15 - 20 jaar, prima door de zorginstelling worden afgestoten.’
wsteen
• 12
zorginstellingen steeds moeilijker vanwege aangescherpte financieringseisen voor het bankwezen. Syntrus investeert in zorgvastgoed zoals levensloopbestendige woningen, intramurale verpleegcomplexen en gezondheidscentra. Zoals in de inleiding aangegeven, loopt de dynamiek in de zorgsector niet in de pas met de levensduur van een gebouw.’ ‘Wij zijn door Vitaal ZorgVast vanaf het begin bij de conceptontwikkeling van Mijn Buurtschap betrokken, zodat we onze ideeën over courant vastgoed ook direct konden inbrengen. Daardoor ontstaat een courante eindwaarde voor het gebouw die de financiering bijzonder ten goede komt. Mijn Buurtschap kan na een huurperiode van 15 - 20 jaar prima worden afgestoten door de zorginstelling en wij kunnen het gebouw met minimale inspanningen weer terugbouwen naar een normale woning. Uiteraard is het ook mogelijk om het gebouw te zijner tijd weer geschikt maken voor zorghuisvesting. Daarom kunnen we dit concept financieren binnen de NHC. De totale exploitatie is goed haalbaar binnen de huidige ZZP vergoeding.’
• 13
Biodynamisch licht
Contact met de tuin Doorgaande ruimte
rob van der zande ‘Onderzoek wijst uit dat biodynamisch licht het dag-nachtritme bij dementerende mensen positief beïnvloedt.’ • 14
mijn buurtschap ‘De leefomgeving die we creëren voor mensen met dementie, nodigt door opzet en inrichting cliënten uit op onderzoek uit te gaan en activiteiten te ondernemen die passen bij hun mogelijkheden, interesse en beleving. We vermijden gangen zonder perspectief die oriëntatieverlies bevorderen en maken meerdere algemene ruimten, elk met eigen sfeerstelling en programma. Installaties dragen bij aan prikkelregulering op gebied van geur, kleur, geluid en klimaat.’ Rob van der Zande, Adviseur Wonen en Dementie zegt verder: ‘Er is speciale aandacht nodig voor licht. Zo heeft onderzoek naar de effecten van biodynamisch licht op het gedrag van mensen met dementie spectaculaire uitkomsten opgeleverd. Depressieve gevoelens verminderen, alertheid en cognitie verbeteren, onrust neemt af en het dag-nachtritme wordt positief beïnvloed. Er is direct contact met buiten, waar ook weer een variatie aan mogelijkheden wordt geboden, zonder dat er overprikkeling plaats vindt. Het geheel is overzichtelijk vormgegeven, zodat toezicht gegarandeerd is. Gebruik van slimme technologie, domotica, wordt ingezet teneinde dit toezicht mede vorm te geven. We doorbreken de groepsgedachte, Rob van der Zande, Adviseur Wonen en Dementie
• 15
Gegeven de afnemende zintuigsensitiviteit bij dementerende mensen, is het van belang sommige prikkels groter te maken. • 16
we geven ruimte voor bewegen en begeleiden meer op individueel niveau. We werken de thema’s nader uit.’
Activering In het concept kleinschalig wonen, wordt de activiteit overwegend gezocht in het uitvoeren van taken, die tot het reguliere huishouden behoren. Boodschappen doen, aardappels schillen, hanteren van groenten, stimuleren van geur en smaak horen hier bij. Naar onze indruk kan dit proces verder worden verrijkt. Cultuur, hobby’s en knutselruimte krijgen een vertaling in een minitheater met beeldpodium, een kleurig naaiatelier met een variëteit aan stoffen, een werkplaats met stof, houtkrullen en steenresten. Wat grotere ingrepen die passen binnen dit concept zijn de strandkamer in Vreugdehof in Amsterdam, en de treincoupé in De Bieslandhof in Delft. In Vivaldi in Zoetermeer is een bewegingstuin gemaakt, waarin allerlei aangepaste apparatuur cliënten uitnodigen om in beweging te komen. In Hogewey in Weesp zien we dat in een besloten setting, een dorpsconcept is benaderd. Een scala aan activiteiten is voor bewoners binnen handbereik, allemaal ontsloten via een pleinstructuur. In de klassieke opzet kregen deze elementen een plaats bij de ‘activiteitenbegeleiding’. In ons concept brengen we een scala van deze activiteiten direct binnen de leefomgeving van de bewoners. Actief gebruik van buitenruimte is van belang in de diversiteit aan noodzakelijke prikkels. Gegeven de afnemende zintuigsensitiviteit is het van belang sommige prikkels groter te maken. Goed gepositioneerde verhouding binnen/buitenruimte geeft de mogelijkheid om warm/koud te voelen, droog/nat en licht/donker te
• 17
‘Ik kom een keer helpen de boontjes doppen’ Contact met de straat
Samen koken, samen eten
De woonkeuken Koken naar de groep
We verruilen de huiskamer voor een diversiteit in belevingsruimten, die op eigen kracht door de cliënt zijn te bezoeken. • 18
ervaren. Om deze redenen hechten we aan een grondgebonden opzet. Op deze wijze ontstaat er een verrijkte leefomgeving, waar cliënten naar eigen voorkeur in kunnen vertoeven en de activiteiten opzoeken die hun aanspreken. Dit concept kan zwerfgedrag en onrust verminderen en zelfregie bevorderen. We verruilen de huiskamer voor een diversiteit in belevingsruimten, die op eigen kracht door de cliënt zijn te bezoeken. Een uitnodigende, herkenbare inrichting, stimuleert de cliënt om zelfstandig een passende activiteit op te pakken. Naast een noodzakelijke beddenlift nemen we een uitnodigende trap in het concept op om natuurlijk bewegen maximaal te stimuleren.
Keuzevrijheid Mensen met dementie ontwikkelen vaak een grotere oriëntatie op anderen. In de fysieke omgeving zou daar naar ons idee expliciet rekening mee moeten worden gehouden om prikkelverarming te voorkomen. Wij opteren dus voor een ruimtelijke opzet waarbij zoveel mogelijk nadruk ligt in mogelijkheden tot bewegen, keuzevrijheid in ruimtes die veilig voelen, prikkelen en binden en minder nadruk ligt op privacy (risico van geïnstitutionaliseerde eenzaamheid) en waar minder nadruk op een afgebakende groep bestaat. De begeleiders bedienen in dit concept niet direct een vaste groep, maar begeleiden bijvoorbeeld vooral een aantal activiteiten waarbij vrije inloop mogelijk is. Het concept maakt meer variëteit in sociale contexten mogelijk. De cliënt kiest zoveel mogelijk zijn of haar eigen plek om op dat moment te zijn.
• 19
We creëren een eigen wijkje door kleine, overzichtelijke, geschakelde woningen en doorbreken daarmee het institutionele karakter. • 20
De - institutionalisering Te grote bouwmassa’s kunnen snel een instituutskarakter oproepen. We voorkomen dit door de creatie van kleine, overzichtelijke (geschakelde) woningen met een huiskamer en diverse belevingsruimten op de begane grond, met een eigen voordeur en buitenruimte. We creëren een eigen wijkje en doorbreken daarmee het institutionele karakter en herstellen het contact met de buitenwereld. We opteren voor een verticale oriëntatie in het gebouw, ondanks vraagstukken van zorglogistiek. Een goed ontsloten elektronische infrastructuur via Smart Phoneapplicaties komt aan dit vraagstuk tegemoet. De activerende leefomgeving bevindt zich overzichtelijk op de begane grond, zodat de actieradius van de cliënt maximaal is en participatie van de familie letterlijk laagdrempelig is. De slaapen badvertrekken bevinden zich op de etages. Een slaapkamer wordt weer een echte slaapkamer, herkenbaar voor de dementerende bewoner. De leefwereld op de begane grond is tot drie maal groter dan in ‘traditionele’ kleinschalige woonvormen. Via een wandelpromenade worden de diverse belevingsruimten helder aan elkaar geschakeld.
Familie De keuze voor een nieuwe leefomgeving voor mensen met dementie wordt vaak door de familie gemaakt. De familie zal in de toekomst naar onze overtuiging meer betrokken (moeten) worden bij de zorg. Dit levert nieuwe ontwerpeisen op. Mijn Buurtschap ziet eruit als een gewoon huis, met eigen voordeur, bel en woonkamer aan de straat. Deze opzet faciliteert de laagdrempelige toegang
• 21
voor de familie. Het huis straalt herkenbaarheid en stijl uit en oogt door haar mooie verschijningsvorm aantrekkelijk. Om contact tussen familie en bewoners verder te faciliteren worden aan Mijn Buurtschap meerdere family lounges toegevoegd. Dit zijn aparte ruimtes, net buiten de therapeutische setting waar de familie zich even met hun familielid terug kan trekken. Ook overnachting is hier mogelijk. De family lounge is zo ontworpen dat deze tevens geschikt is als echtparenkamer. De bewoner beschikt in Mijn Buurtschap over een beperkte privéruimte (slaapkamer). Het is natuurlijk altijd mogelijk dat een familie er meer ruimte bij huurt, zodat variatie in woonbeleving kan worden gehonoreerd.
• 22
samenvatting Met Mijn Buurtschap spelen we in op de noodzaak om te ontwerpen vanuit de directe behoeften van de eindgebruiker van een zorgvoorziening. Het concept brengt een verschuiving aan in woonoriëntatie naar begeleidingsoriëntatie. Dementie is tot nu toe ongeneeslijk, maar er zijn wel degelijk mogelijkheden om de kwaliteit van leven van mensen met deze ziekte positief te beïnvloeden. Cognitieve en zintuiglijke functies verminderen en muteren, maar de juiste activering van deze functies heeft positieve effecten op het degeneratieve verloop van de ziekte. Wanneer we de ruimten vanuit cliëntperspectief logisch ontwerpen, levert dit naar onze overtuiging minder druk op de zorg op. Door het ontwerp kan de zorgvoorziening een logische plek in de wijk innemen. Aansluiting met andere voorzieningen is betrekkelijk eenvoudig realiseerbaar. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een annex te bouwen peuterspeelzaal. Interactie tussen peuters en bewoners kunnen vervolgens onderdeel van het activerende dagprogramma gaan uitmaken. Door vanaf het begin een dynamisch vastgoedperspectief te hanteren, blijkt Mijn Buurtschap goed financierbaar, zonder dat het vastgoed de ontwikkeling van nieuwe zorgvisies belemmert.
• 23
Woonkam biodynamisch licht
Mijn Buurtschap: de woonkamer deze studie is een uitgave van vitaal zorgvast regulierenring 35 gebouw f 3981 lb bunnik
Vitaal ZorgVast
Zorgvastgoedfonds Syntrus Achmea
Vrije Universiteit Vakgroep Neuropsychologie
BFAS Architectuur en Stedenbouw
Rob van der Zande Adviseur Wonen en Dementie
Breincollectief
tel 030 659 86 14 www.vitaalzorgvast.nl
BFAS architectuur stedebouw