INLEIDING
Over deze tentoonstelling Het werken met modellen* kent een lange traditie. Modellen speelden al een rol in de kunst van de klassieke oudheid. En dat is nu zo’n 2500 jaar geleden. Ook tegenwoordig is modeltekenen nog een verplicht vak in het eerste jaar van de kunstacademie. Wat is de achtergrond hiervan, denk je? Eén antwoord is niet goed. Welk?
KIJKWIJZER
Vandaag ga je kijken naar werk van een van de belangrijkste Britse schilders van deze tijd: Lucian Freud, de kleinzoon van psychiater Sigmund Freud. Zijn portretten* en naakten zijn wereldberoemd. Hij maakt zijn modellen* bepaald niet mooier dan in het echt. Hangbuiken, rimpels, wallen, onderkinnen en plooien, niets ontgaat hem. Daarnaast gaat het Lucian Freud om de persoonlijkheid van de mensen die hij schildert. Alles kun je erin terug vinden: verdriet, ijdelheid of juist een gebrek aan zelfvertrouwen.
O Het bestuderen van de anatomie* van het menselijke lichaam is een prima oefening om te leren tekenen. Je leert namelijk om heel goed te kijken.
Belangrijk!
Lucian Freud in zijn atelier met ‘Nachtportret’
Lucian Freud
O Een ideaal en volmaakt lichaam staat voor goddelijke schoonheid. In de klassieke oudheid werden goden als atletische, mooie jonge mannen verbeeld.
Houd voldoende afstand van de schilderijen! Gebruik een clipboard en uitsluitend potlood om op/mee te schrijven (te lenen bij de informatiebalie in de hal). De vragen in deze kijkwijzer zijn gegroepeerd per zaal. Je kunt zelf bepalen in welke zaal je met de kijkwijzer wilt beginnen (start alleen niet in zaal 14). De betekenis van woorden met een ster * kun je achterin vinden in de begrippenlijst.
O De mens is altijd al geïnteresseerd geweest in de mens zelf. Kunstenaars zijn daarom nog steeds gefascineerd door modeltekenen. O De traditie van modeltekenen is ontstaan uit opstandigheid van kunstenaars. Kunstenaars schilderden in de middeleeuwen juist naar naaktmodel omdat het niet mocht van de Kerk.
Wij wensen je veel plezier op de tentoonstelling!
NIVEAU * *
O Afbeeldingen van naakte mensen waren vroeger ook populair, maar verboden. Alleen als de persoon op het schilderij een god of een mythologische figuur was, mocht deze naakt zijn.
16 februari 2008 t/m 8 juni 2008
2
Zaal 5 Je ziet hier het interieur van Lucian Freuds vroegere atelier. Het slapende naakt in het midden speelt in deze compositie* eigenlijk geen belangrijke rol. Het gaat Freud meer om de avondsfeer in zijn atelier. Bedenk 3 bijvoeglijke naamwoorden om de sfeer te beschrijven.
Zaal 5 Het werk van een schilder lijkt soms op dat van een regisseur bij een toneelstuk. Eerst bepaalt de schilder in welke omgeving en pose* hij/zij het model wil gaan schilderen. Dan kiest hij de rekwisieten* – een stoel, bed, deken of andere voorwerpen. Beschrijf de omgeving van het model en de voorwerpen die je ziet.
*_______________________________________________ _____________________________________________ *_______________________________________________
Foto Nachtinterieur, 1968-70
_____________________________________________
Foto Naakte vrouw, 1988
*_______________________________________________ _____________________________________________ Waardoor ontstaat deze sfeer? Leg dat uit. Voldoet deze jonge vrouw aan jouw ideaal van schoonheid? Leg dat uit. O Door de voorstelling zelf, want O Ja, want ________________________________________________________________________ O Door de kleuren, want
________________________________________________________________________ O Nee, want
________________________________________________________________________
________________________________________________________________________
O Anders, namelijk
Wat is kenmerkend voor een mooi lichaam, volgens jou? Noem drie dingen.
________________________________________________________________________ Model voor dit schilderij stond de kunstenaar Celia Paul. Zij was in de jaren ‘80 een poos de minnares van Freud. Heeft Freud haar in een verleidelijke pose* geschilderd? Leg je antwoord uit.
Bij de meeste schilderijen van Lucian Freud kijken we van boven op de modellen neer. Freud werkt staand aan schildersdoeken die op een schildersezel staan. Vanuit een hoog standpunt kijkt hij neer op zijn zittende en liggende modellen. Dat heet vogelvluchtperspectief. Toch is er iets raars aan de hand met het perspectief in dit schilderij. Noem een voorbeeld van iets dat niet klopt.
*_________________________________ *_________________________________ *_________________________________
__________________________________________________ __________________________________________________
________________________________________________
__________________________________________________ Naaktportret met ei, 1980-81
________________________________________________
__________________________________________________
________________________________________________
__________________________________________________ 3
________________________________________________ Groot interieur W.9, 1973
4
Zaal 11 Vaak zijn het vrienden en familieleden die voor Freud poseren. Aan professionele modellen heeft hij een hekel. Het probleem met topmodellen is, vindt Freud, dat ze té veel gewend zijn aan poseren*. (Alleen voor Kate Moss maakte hij ooit een uitzondering.) Wat bedoelt Freud hiermee, denk jij? Betrek in je antwoord het schilderij ´Naaktportret op een rode sofa´.
Zaal 12 Waarschijnlijk heb je maar weinig mensen ooit in het echt gezien in zo´n intieme situatie. De meeste mensen vinden het niet prettig om bestudeerd te worden als ze slapen. Heb jij wel eens langere tijd naar iemand zitten kijken die slaapt? O ja, ik keek naar _______________________________________________________ O nee
_____________________________________________ Naaktportret op een rode sofa, 1989 - 1991
Hoofd en arm van een man, 1988
_____________________________________________
Bijna alle personen op de schilderijen van Freud tref je aan op een intiem moment. Je krijgt soms zelfs het gevoel dat je hen niet wilt storen. Ook voor dit portret geldt dat. Hoe komt dat?
_____________________________________________ Kleding heeft een beschermende functie. Je bent letterlijk niet bloot. Maar ook figuurlijk ben je beschermd. Kleding kan jou bijvoorbeeld status verlenen. Wat vertelt het zilverkleurige pak over deze man?
Dat komt door... ____________________________________________________
________________________________________________
____________________________________________________
________________________________________________
Man in sportshirt, 1982 - 83
________________________________________________ Hier zie je twee dochters van Lucian Freud in een thuissituatie. Het is alsof we Bella en Esther al lang kennen. Hoe komt dat? Kruis aan.
Foto Man in een zilverkleurig pak, 1998
O Door de houding. Op die manier lig je niet op de bank als er visite is.
____________________________________________________
Op dit schilderij zie je Freuds dochter Rose samen met haar nieuwe man en haar familie. In een groepsportret laten schilders niet alleen de afzonderlijke personen zien, maar ook hun verhouding tot elkaar. Ook hier wordt duidelijk dat er een band is tussen de familieleden. Tegelijkertijd blijft elke persoon in zijn eigen wereld. Wat verbindt de personen op dit groepsportret? _________________________________________________ _________________________________________________
O Door de kleding. In deze kleren ontvang je geen visite.
Wat scheidt de personen van elkaar?
O Door de omgeving. In deze huiskamer komen alleen mensen die Bella en Esther goed kennen.
_________________________________________________ _________________________________________________ 5
Bella en Esther, 1988
6
De familie Pearce, 1998
Zaal 12
Zaal 13
Er zijn mensen die beweren dat je van een dier geen portret kunt maken. Maar voor Freud heeft alles, zelfs een ei of een wastafel, iets van een individu. Daarom zou je kunnen zeggen dat alles wat hij schildert een portret is. Opvallend aan dit schilderij is de beelduitsnede*. Mens of dier, het belangrijkste aan een portret is zou je denken - de weergave van ... _______________________________________________
Hooi etende merrie, 2005 – 2006
_______________________________________________
Zaal 13 Lucian Freud is een langzame schilder. Met engelengeduld ‘boetseert’ hij de olieverf op het doek. Tijdens het maand in maand uit urenlang poseren* schijnen Freuds modellen zich nooit te vervelen. Hij entertaint hen tijdens het poseren met gedichten en liederen. ´Het moeilijkste was om niet in lachen uit te barsten´ vertelde een van zijn modellen. Hoe is de verf op het doek aangebracht? Kruis aan. O transparant O dekkend O glad O in dikke klodders O klonterig en brokkelig Staand naakt bij vodden, 1988-89
Vergelijk de foto van het model met het schilderij. Had je verwacht dat het model er zo uitzag? Leg je antwoord uit. ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________
7
8
Zaal 13
Zaal 13
Zaal 14 David Dawson is sinds de jaren ‘90 de assistent van Lucian Freud. Hij zorgt ervoor dat de schildersezel hetzelfde staat als de dag ervoor. En dat de lakens net zo over het bed liggen. Op dit portret is Dawson samen met zijn hazewindhond Eli. Je bent nu een beetje een kenner van Lucian Freud. Vertel iets over
David en Eli, 2003 – 2004
het onderwerp
Nachtportret, gezicht naar beneden gericht, 1999-2000
________________________________________________________________________
Je kijkt vanuit een hoog standpunt op de rug van het model. Het hellende perspectief is verwarrend. Probeer het maar eens na tekenen. Teken eerst de omtrek van het matras. Teken dan het figuur. Let op! De benen lijken vanuit dit (verkorte) perspectief heel kort - korter dan de rest van het lichaam.
________________________________________________________________________ het perspectief ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ de schilderstechniek (de manier van verf opbrengen) ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ de kleuren ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ de sfeer ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ 9
10
Zaal 14
Zaal 14
Lucian Freud wil niet alleen het uiterlijk van zijn model schilderen, maar de mens zelf. Zijn portretten laten meerdere aspecten van een persoonlijkheid zien. Leg dat aan de hand van dit schilderij uit. _________________________________________________
Zaal 6 Als Lucian Freud een model voor de tweede keer of vaker schildert, zorgt hij ervoor dat het portret zoveel mogelijk verschilt van de eerdere versie. Hij heeft niemand vaker geschilderd dan zichzelf. Maar toch lijkt geen van de zelfportretten op elkaar. Vergelijk het zelfportret uit 1940 met dat uit 1965. Je ziet hier ook het verschil in stijl.
_________________________________________________ David en Eli, 2003 – 2004
_________________________________________________ _________________________________________________ _________________________________________________
Zaal 6 Zelfportret, 1940
In deze zaal zie je vroege schilderijen - uit de jaren ‘40. Aan het eind van de jaren ‘50 heeft hij zijn stijl (manier van schilderen) helemaal veranderd. In de jaren ‘40 ontstaat Freuds werk ook al vanuit het bestuderen van een echt persoon. Toch maakt hij geen kopie van wat hij ziet. Uiteindelijk selecteert hij. Sommige onderdelen worden uitvergroot, andere verdwijnen. Soms, herinnert hij zich, is er ‘een oor verdwenen’. De proporties (verhoudingen) bij dit meisjesportret kloppen niet. Noem drie voorbeelden hiervan.
Spiegelbeeld met twee kinderen (zelfportret), 1965
__________________________________
__________________________________
__________________________________
__________________________________
__________________________________
__________________________________
__________________________________
__________________________________
Slotopdracht Wat vind je van de schilderijen van Lucian Freud? Leg je antwoord uit. ________________________________________________________________________
*__________________________________________ ________________________________________________________________________ *__________________________________________
Meisje met rozen, 1947-48
________________________________________________________________________
*__________________________________________
TIP: In de gang met de kabinetten, kun je in de vitrines een aantal foto´s van Freud en zijn atelier zien. 11
12
Begrippenlijst
Begrippenlijst
Anatomie van het lichaam Structuur van het lichaam.
Portret Een afbeelding van een (ooit) bestaand persoon.
Beelduitsnede Dat wat de kunstenaar heeft gekozen om te laten zien op het vlak van bijvoorbeeld een schilderij (ten opzichte van dat wat ‘buiten beeld’ is).
Poseren Voor een kunstenaar zitten, liggen of staan om zich te laten schilderen/tekenen.
Aantekeningen
Rekwisieten Voorwerpen die acteurs in een toneelspel of film nodig hebben. Dat kan iets zijn dat de acteur vasthoudt of objecten die op het toneel geplaatst worden, zoals tafels en stoelen.
Compositie Ordening van delen tot een geheel, bijvoorbeeld de vlakverdeling in een schilderij. Model Iemand die voor een kunstenaar poseert.
13
13
INLEIDING
Aantekeningen
14
Gemeentemuseum Den Haag afdeling Educatie, maart 2008 tekst: Andrea Freckmann redactie: Jet van Overeem vormgeving: Ilse Bruêns