Kijkwijzer niveau***
BEELDBESCHRIJVING SCHILDERIJEN SPECIAL:
César Domela
Over deze tentoonstelling César Domela werd in 1900 geboren als jongste zoon van de socialistische politicus Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Op jonge leeftijd vertrok hij naar Italië waar hij in contact kwam met verschillende avantgardekunstenaars*. Niet veel later ontmoette hij Mondriaan,Van Doesburg en andere leden van de kunstenaarsgroep De Stijl. In 1924 sloot hij zich bij De Stijl aan en werd hij het jongste lid van deze kunstenaarsgroep. Domela’s ontwikkeling als kunstenaar ging echter een andere kant op dan die van zijn meeste Stijl-collega’s. Dit grote retrospectief biedt een overzicht van zijn ontwikkeling.
Relief n˚ 90, 1986
Deze Special is heel geschikt om te combineren met de kijkwijzer uit de serie Basics: Beeldbeschrijving schilderijen. Aan de hand van een Basic-kijkwijzer leren de leerlingen een uitgebreide beeldbeschrijving te maken van een schilderij, prent, foto of ruimtelijk of videokunstwerk. De opdrachten uit de Basics zijn algemeen van aard en niet gekoppeld aan een specifieke tentoonstelling. Een kijkwijzer uit de Serie Specials biedt juist wel opdrachten die horen bij bepaalde kunstwerken op een tentoonstelling. Begrippen met een ster worden in de begrippenlijst op de laatste pagina uitgelegd.
ZAAL 28
Lees de informatie over De Stijl om de vragen in deze zaal te kunnen beantwoorden.
De Stijl Wereldbeeld De kunstopvatting van de kunstenaars was onlosmakelijk verbonden met een idealistisch wereldbeeld: In hun ogen kon kunst een rol spelen op de weg naar een betere, harmonieuzere wereld. Ze wilden samenwerken aan de opbouw van een nieuwe maatschappij. Deze zou in evenwicht met de wetten van het universum moeten zijn.
Beeldtaal
Organische vormen* waren volgens hen te aards om in de kunst uitdrukking te geven aan deze allomvattende harmonie. Herkenbare voorstellingen leidden de toeschouwer af van datgene waar het om ging: de universele schoonheid, die als het ware gesluierd gaat onder de zichtbare werkelijkheid. Daarom waren in de kunst van De Stijl alleen rechte vormen, lijnen en hoeken toegestaan. Vlakken zouden de primaire kleuren* en de niet-kleuren wit, grijs en zwar t krijgen. Op die manier konden zo min mogelijk associaties met de natuur ontstaan. Om dezelfde reden moest iedere suggestie van dieptewerking worden vermeden. Deze kunstopvatting werd door Mondriaan neo-plasticisme (Nieuwe Beelding) genoemd. Hij heeft zijn theorie verwoord in het tijdschrift De Stijl.
Theo van Doesburg Contra-compositie van dissonanten XVI, 1925
Piet Mondriaan Compositie met rood, zwar t, blauw en geel, 1921
Het tijdschrift
De Stijl was geen hechte kunstenaarsgroep. De beweging dankt zijn naam aan het tijdschrift De Stijl, dat sinds 1917 werd uitgegeven door de schilder, dichter en architect Theo van Doesburg (1884-1931). Er waren geen vaste schrijvers voor het tijdschrift. De redactie was in handen van Theo van Doesburg, en de enige regelmatige bijdragen kwamen van Piet Mondriaan.
Composition néo-plastique n˚ 5 A (Neoplastische compositie nr. 5 A), 1924
1 Het neo-plasticisme is
een kunsttheorie die door Piet Mondriaan werd verwoord. Domela’s schilderijen waren in 1924 nauw verwant aan deze kunstopvatting. Lees de beschrijving over de beeldtaal van De Stijl. Welke beeldaspecten worden genoemd?
1. Vormen – alleen rechte vor men toegestaan 2. _________________________________________________ ____________________________________________________ 3. _________________________________________________ ____________________________________________________ 4. _________________________________________________ ____________________________________________________
2
Welke beeldaspecten van het schilderij van César Domela voldoen aan een néo-plasticistische kunstopvatting? Op grond van deze overeenkomsten in kunstopvatting werd Domela in 1924 lid van De Stijl.
_______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________
Composition neo-plastique n˚ 5 O (Neoplastische compositie nr. 5 O), 1926
3
Binnen de zelfverkoren regels van De Stijl konden de beeldelementen in talloze mogelijkheden gecombineerd worden. Vergelijk het schilderij ‘Composition neoplastique’ uit 1926 met het eerdere schilderij uit 1924. Gebruik hier voor de trefwoorden (beeldaspecten) van vraag 1.
____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________
4
Welke begrippen vind je van toepassing op het schilderij uit 1926? Kruis aan. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. () () () () () ()
evenwicht symmetrie spanning harmonie rust beweging
5
Door Theo van Doesburg leerde Domela in 1927 Kur t Schwitters kennen. Hij raakte gefascineerd door Schwitters’ methode om van afval en uiteenlopende materialen doordachte en evenwichtige composities te maken. Ook Domela begon verschillende materialen in zijn composities te verwerken. Vergelijk dit reliëf* met de geschilderde composities. Wat voor nieuwe mogelijkheden brengt de stap naar een ander materiaalgebruik voor een compositie? Noem er drie. * spel met _______________________ * _____________________ _______________________ * _____________________ _______________________
Relief néo-plastique n˚ 10 (Neoplastisch reliëf nr. 10), 1930
6
Volgens Domela bestaat er een innerlijke en een uiterlijke realiteit. De uiterlijke realiteit is om ons heen. De innerlijke realiteit is in ieder mens. Iedere vorm (golvende lijn, rechte lijn, driehoek, cirkel, enz.) is in ons, zei Domela. Vanuit deze innerlijke realiteit maakte hij zijn composities. Toch hebben de voorstellingsloze beelden van Domela en De Stijl te maken met hun ideeën over de uiterlijke realiteit. Waarnaar streefden zij in kunst en leven? Lees hier voor de informatie over hun wereldbeeld.
____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ _______________________
7 Mondriaan realiseerde
zijn ideeën over een toekomstige wereld niet alleen op doek, maar ook in zijn directe omgeving. Op de foto zie je zijn atelier in Parijs in 1926. Mondriaans ideaal zou zijn bereikt, wanneer de leefomgeving van ieder mens zou zijn veranderd naar de richtlijnen van zijn kunstopvatting. Dit zag hij als een ideale toestand en eindpunt. Welke principes van het neo-plasticisme zie je terug in Mondriaans atelier? _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________
Atelier van Mondriaan in Parijs, 1926
De diagonaal
Als bron van veel onenigheid is de diagonaal het meest bekend geworden. Van Doesburg hield aanvankelijk rigide vast aan het ‘verbod van de diagonaal’. Hij was hierin nog strenger dan Mondriaan zelf. Die vond dat vormen rechthoekig moesten zijn, maar hij experimenteerde sinds 1919 met het ophangen van zijn schilderijen onder een hoek van 45˚. Zo ontstond een ruit, waarin horizontale en ver ticale lijnen rechthoeken vormden. In de jaren twintig liet Van Doesburg zich niet meer beperken tot het zichzelf opgelegde dogma van de horizontale en ver ticale lijn. Van Doesburg was er van over tuigd dat alles tijdelijk was en voor tdurend in beweging. De diagonaal werd steeds belangrijker in zijn werk. Mondriaan geloofde dat er één universele werkelijkheid bestond, die op alle plaatsen en te allen tijde identiek zou zijn. Volgens hem was de wereld niet voor tdurend in verandering. Hij ging verder op de door hem ingeslagen weg met horizontale en ver ticale lijnen. Daarin kwam de diagonaal niet voor.
8
Mondriaan en Van Doesburg hadden op sommige punten verschillende ideeën over het wezen van de wereld. Hieruit vloeide later hun meningsverschil over de diagonaal voor t. Lees de informatie over de diagonaal. Probeer in je eigen woorden uit te leggen wat de diagonaal met hun wereldbeeld te maken had.
____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________
ZAAL 32 9 In 1938 maakte
Domela reliëfs (ook genoemd tableaux-objects) die ver verwijderd waren van de beeldtaal van het neoplasticisme. Gewelfde lijnen, de diagonaal en nieuwe materialen speelden hierin een belangrijke rol. Wat vond hij belangrijk aan deze materialen? Het materiaal zelf? De textuur*? Kies drie verschillende materialen van dit reliëf. Beschrijf hoe het opper vlak met gesloten ogen aan zou voelen. Je mag het NIET AANRAKEN. *______________________ _______________________ _______________________ *______________________ _______________________ _______________________ *______________________ _______________________ _______________________
Relief n˚15 A (Reliëf nr. 15 A), 1939
10 Domela zelf praatte
steeds over de ´tactiele visie van de ogen´. Wat bedoelde hij hiermee, denk je? _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ Relief n˚ 14 A/ Relief 115, (Reliëf nr. 14 A/ Reliëf 115), 1938
11 Eén kenmerk van ruim-
telijk werk is dat het er vanuit verschillende perspectieven anders uitziet. Maak twee schetsen ieder vanuit een ander standpunt. Zak ook even door je knieën en bekijk het vanuit kikkerperspectief.
ZAAL 27
12 Domela deed in 1927
zijn eerste praktische er varingen op met vormgeving. Toen ontwierp hij de voorpagina voor het tijdschrift ´i 10´. Maar vooral was hij geïnteresseerd in de toepassing van fotografie en experimentele fotomontage* in de reclame. Deze fotomontage ontwierp hij voor de firma Ruthsspeicher. Aan de verschillende perspectieven zie je Domela´s belangstelling voor ruimte. Welke boodschap brengt deze foto als reclamefoto (voor de machineonderdelen van de firma Ruthsspeicher) over? Beschrijf je indruk.
Ruthsspeicher, 1928
____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________
13 In deze serie foto´s
komen verschillende onderwerpen aan bod en toch is er één overkoepelend thema. Waar was Domela in geïnteresseerd? _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________
Étude de structure, 1928-1931 (1988)
ZAAL 26 14 Structuur en textuur
blijven een belangrijke rol spelen voor Domela. Hij kiest niet alleen materialen met verschillende texturen. Domela past ook verschillende technieken toe om zelf nieuwe opper vlaktes te creëren. Beschrijf hier van drie voorbeelden in dit reliëf. *______________________ _______________________ _______________________ *______________________ _______________________ _______________________ *______________________ _______________________ _______________________
Relief n˚ 99 (Reliëf nr. 99), 1965
ZAAL 25 15 Domela gebruikt in zijn
sculpturen dezelfde beeldtaal die hij in zijn reliëfs heeft ontwikkeld. Ook hier zijn kleur en textuur van het materiaal belangrijk, en gewelfde en rechte lijnen bepalend voor de compositie. Voegt de ruimtelijkheid van een sculptuur hier nog iets aan toe? Leg je antwoord uit. _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ _______________________ Sculpture (Sculptuur), 1951
16 ‘Het kunstwerk [is] in
essentie de projectie van een geestelijke ontvankelijkheid voor het universele ritme van de dingen.’(citaat César Domela) Om het ‘universele ritme van de dingen’ te verbeelden, heeft Domela uiteindelijk een andere beeldtaal ontwikkeld dan Mondriaan. Alleen een kor te periode kwamen zijn ideeën overeen met de kunstopvatting van De Stijl. Vul in.
Beeldtaal Domela
Beeldtaal Mondriaan
*
*
*
*
*
*
ZAAL 24 17 In de laatste jaren
van zijn leven werden de schilderijen van Mondriaan veel beweeglijker. Dit effect ontstaat doordat hij zwar te lijnen ver vangt door lijnen die zijn opgebouwd uit kleur vlakjes. Mondriaan maakte hier gebruik van gekleurde tape om te experimenteren met het ritme van de vlakken. Het schilderij weerkaatst het leven in de stad New York. Vanwege de tweede wereldoorlog was Mondriaan hier naar toe verhuisd. Het schilderij was nog niet af toen hij in 1944 overleed. New York was een moderne grote stad, met wolkenkrabbers, grote stromen auto´s op de wegen en clubs met jazzmuziek. Zie jij het moderne leven van de metropool New York terugkomen in dit schilderij? Beschrijf.
Piet Mondriaan Victor y Boogie Woogie, 1942-1944
____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________ ____________________________________________________
Begrippenlijst Avant-garde, avant-gardistisch Betekent ‘voorhoede’. Kunstenaars die voor die tijd een vooruitstrevende richting opgaan. Ze breken met de heersende opvatting over kunst en maatschappij Fotomontage Voorstelling die is samengesteld uit fragmenten van foto´s Organische vor m Vorm die doet denken aan natuur vormen zoals van mensen, dieren en planten. Kenmerkend is een vloeiende en soms onregelmatige contour (omtrek) Primaire kleuren De kleuren rood, geel en blauw zijn zuivere kleuren van waaruit alle andere kleuren worden gemaakt Reliëf Ruimtelijk kunstwerk waarbij de vormen en de achtergrond één geheel vormen. De vormen komen uit deze achtergrond naar voren of liggen er ingebed Textuur Zichtbare en voelbare aard van het opper vlak van een bepaald materiaal
Gemeentemuseum Den Haag afdeling Educatie Januari 2008 tekst: Andrea Freckmann vormgeving: Ilse Bruêns
Mondriaans atelier in New York, 1944