Web van begrippen Tijdsduur Het maken van de opdracht: Het nabespreken van de opdracht:
50 minuten 20 minuten (voor vraag 3 t/m 5)
Inleiding In thema 1 begin je de wereld te verkennen aan de hand van de wereldkaart en de verschillende landschappen. Aan het eind van het hoofdstuk leer je ook de welvaart op de wereld te bekijken. Belangrijk is om te beseffen dat ieder land anders is, maar dat er ook overeenkomsten bestaan tussen landen. België en het Verenigd Koninkrijk kunnen gezien worden als twee totaal verschillende landen (gewoontes, bebouwing), maar ook als landen met bepaalde overeenkomsten (klimaat, vegetatie). In deze opdracht bekijken jullie verschillende landen en hun diversiteit. De opdracht vraagt een actieve deelname van iedere leerling.
De opdracht Het land dat centraal staat in deze opdracht is China. In het vierde jaar ga je veel leren over dit land. Als voorbereiding daarop is het zinvol deze opdracht uit te voeren. 1. Schrijf op wat je weet over China! (Dat mag van alles zijn) ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
2. Probeer nog meer informatie te vinden over China in de atlas. Denk daarbij aan de onderwerpen die zijn behandeld in hoofdstuk 1! ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… De leerkracht maakt nu een zogenaamd begrippenweb op het bord door een combinatie te maken van alle eigenschappen die jullie hebben gevonden. 3. De informatie die nu op het bord staat is niet georganiseerd. Orden de informatie in een goedlopend verhaal (niet meer dan 10 regels). ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… 4. Is het begrippenweb op het bord uniek voor China? Zo nee, op welk(e) land(en) zou(den) deze begrippen ook betrekking kunnen hebben? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
5. Nu ga je in een klein groepje een ander land bekijken. Het land (India, Rusland of Brazilië) krijgen jullie toebedeeld door de leerkracht. Van dat land moeten jullie een eigen begrippenweb maken. Na afloop vergelijken jullie de diverse landen met elkaar op het bord.
Nabespreking Let op bij de bespreking van opdracht twee! De volgende atlas is gebruikt: De Boeck atlas (mens en aarde), 1ste druk, 6e oplage, 2009. Gebruikt de school een andere atlas, dan zouden de leerlingen ook andere eigenschappen kunnen ontdekken over China. Nabespreking per opdracht: 1. De invulling van deze opdracht is afhankelijk van het kennisniveau van de leerling 2. In de atlas is het volgende over China te vinden (van de onderwerpen uit hoofdstuk 1). Tussen haakjes staat de bladzijde waarvan de informatie is af te leiden: a. Een Chinees modelgezin bestaat uit vader, moeder en zoon (76) b. China is een groot land in het oosten van het continent Eurazië (77). c. Het westen van Azië is bergachtig (78) d. Het oosten van China wordt juist gekenmerkt door laagland (79) e. In het oosten liggen ook de wereldsteden Sjanghai, Peking en Hongkong (79) f. China ligt tussen 20° en 54° N en 70° en 135° O (79) g. De vegetatie in het zuidoosten bestaat uit subtropisch regenwoud, in het noordoosten uit hardbladige vegetatie, in het westen uit gebergtevegetatie (81) h. China heeft over het algemeen een gematigd klimaat (81) i. De gemiddelde temperatuur verschilt enorm tussen diverse gebieden in China (81) j. Over het algemeen valt er weinig neerslag in China. Alleen in het zuiden kan er in de zomer veel regen vallen (81) k. De leeftijdsopbouw is gekenmerkt door een relatief grote groep mensen tussen 30 en 39 jaar en relatief weinig kinderen (109) l. De hoogste bevolkingsdichtheid is te vinden in het oosten van China (120) m. De levensverwachting ligt tussen 65 en 75 jaar (121) n. China is nog niet echt verstedelijkt (121) o. Er zijn relatief veel miljoenensteden (121) p. Tussen 10 en 25 procent van de bevolking leeft van minder dan 1 dollar per dag (122) q. Het BNP van China ligt tussen 5.000 en 10.000 dollar (122) r. Minder dan 20 procent van de oppervlakte is bos (124) Het begrippenweb kan gemaakt worden met de woorden in vetjes van hierboven. Hieronder staat een voorbeeld van een begrippenweb:
Tip: om de gegevens duidelijk te presenteren is het wellicht zinvol dat u een onderscheid maakt in de informatie over de fysische structuur en de welvaart van China. Dit kunt u doen door bijvoorbeeld alle fysische eigenschappen bovenaan en de eigenschappen over de welvaart onderaan te zetten 3. Deze opdracht is voor de leerling zelf om te oefenen met het ordenen van informatie. Het gaat erom dat zij een kort verhaaltje maken met een beknopte inhoud. 4. Deze vraag is moeilijk te bespreken. De antwoorden die naar voren komen kunnen het best beantwoord worden door de leerkracht. Daar is echter wel aardig wat kennis voor nodig. Wat betreft vegetatie en klimaat zijn vrij gemakkelijk overeenkomsten te vinden. Dat is moeilijker bij sociale aspecten van China. 5. De leerlingen kunnen (als het goed is) nu redelijk omgaan met de atlas en zij hebben nu het voorbeeld gezien van China. Bij India, Rusland en Brazilië wordt hetzelfde verwacht. Let op dat de leerlingen zich focussen op de onderwerpen van hoofdstuk 1. Bespreek de drie landen op het bord en laat de leerlingen de verschillen en overeenkomsten vinden.
Handig voor de leerkracht Doel van de opdracht/methodologie: Doel van deze opdracht is om de leerlingen een beeld van de wereld te laten opbouwen. Ze zien dat de landen op de wereld sterk van elkaar verschillen, maar dat er ook overeenkomsten zijn tussen bepaalde landen. Verder is deze opdracht goed om vaardigheden als ‘informatie zoeken in de atlas’ en ‘het ordenen van informatie’ te oefenen. Daarbij is ook de samenwerking tussen leerlingen een belangrijk onderdeel in deze opdracht. Geef vooraf geen informatie over de landen die behandeld worden in de opdracht. Het is echt de bedoeling dat de leerlingen alles op eigen kracht doen. Eigenschappen die niet genoemd worden moeten uiteindelijk wel deel uitmaken van het begrippenweb. U kunt hieraan altijd eigen suggesties toevoegen. Geef de leerlingen de volgende tijdspannes voor de verschillende opdrachten: 1. Twee minuten 2. Tien minuten (begrippenweb maken door de leerkracht ook tien minuten) 3. Tien minuten 4. Vijf minuten 5. Vijftien minuten Variaties op de opdracht De vier landen zijn gekozen, omdat ze samen de BRIC-landen vormen. De opdracht kan natuurlijk ook uitgevoerd worden met andere landen in de hoofdrol. Denk bijvoorbeeld aan landen die de leerlingen beter kennen. Zo kan ook een groepje landen als België, Nederland, Frankrijk en Duitsland als uitgangspunt worden genomen. Het onderwerp van de opdracht kan ook een ander schaalniveau zijn. Denk bijvoorbeeld aan provincies (West-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg en Luik) of steden (Brussel, Antwerpen, Gent en Luik) als onderwerp. Een dergelijke opdracht kunt u goed gebruiken voor het eerste jaar ASO. Tip Geef de leerlingen de les voor de opdracht het volgende artikel mee. U kunt er ook voor kiezen de leerlingen thuis naar de website te laten surfen http://mens-en-samenleving.infonu.nl/internationaal/47726-bric-landen-hebben-deeconomische-toekomst.html Door dit artikel te laten lezen zullen de leerlingen het verband zien tussen de landen in de opdracht. Zij komen dus niet alleen van alles te weten over ‘bepaalde landen’, maar ook waarom er voor die landen is gekozen in de opdracht.
Meer weten Wilt u als leerkracht meer weten over de BRIC-landen en de verschuivende economische belangen in de wereld? Surf dan eens naar één van de volgende links: Muis, M. (2010), Ligt de toekomst bij de BRIC-landen? Beschikbaar op het World Wide Web: < www.ncpn.nl/archief/2008/13/bric.htm> Schuttenhelm, R. (2010), Economische ontwikkeling. Beschikbaar op het World Wide Web:<www.hoesnel.nl/economische_ontwikkeling/voorspelling-BRIC-BrazilieRusland-India-China.html>