m 4 januari 2015 KIND. OP ZONDAG

N 2 o

Jaargang 83

30 november 2014 t/m 4 januari 2015

Schatzoekers – Bijbelverhalen voor kinderen

KIND OP ZONDAG www.kindopzondag.nl

Schatzoekers Bijbelverhalen voor kinderen

Vanaf september 2014 starten we in Kind op Zondag met een nieuwe rubriek: Schatzoekers. In deze rubriek vindt u extra voorleesverhalen en suggesties voor werkvormen.

Het ‘gewone’ materiaal in Kind op Zondag is altijd gebaseerd op het oecumenisch leesrooster. De teksten uit dat rooster worden ook gebruikt in de hoofddienst, volwassenen en kinderen horen dus elke zondag hetzelfde verhaal. Dat vinden we heel waardevol. Maar tegelijk merken we dat er kerken zijn die behoefte hebben aan materiaal buiten de teksten van het leesrooster om. De verhalen in de rubriek ‘Schatzoekers’ zijn speciaal voor kinderen uitgekozen. Ze zijn bedoeld als een kennismaking met de rijke wereld van de Bijbelverhalen. Natuurlijk is het mogelijk om dit materiaal te gebruiken in de kindernevendienst. Maar het is ook geschikt voor bijvoorbeeld de catechese of de Bijbelclub. De verhalen uit de rubriek Schatzoekers zijn ook te vinden op onze website, www.kindopzondag. nl. Daar kan iedereen ze downloaden. Zo kunnen de verhalen ook hun weg vinden naar de kinderen thuis. Ook als zij op een bepaalde zondag niet in de kerk zijn, kunnen ze dan toch met hun ouders aandacht besteden aan een Bijbelverhaal.

De rubriek ‘Schatzoekers’ is een experiment. We horen daarom graag of dit materiaal in uw praktijk goed te gebruiken is! Mail uw reactie naar de redactie: [email protected]. Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking!

1

Kind op Zondag | 30 november 2014 t/m 4 januari 2015

In dit nummer hebben we gekozen voor de volgende verhalen: Een engel in de tempel Een engel in Nazaret Liederen van blijdschap Jozef en Maria gaan op reis Jezus wordt geboren

Lucas 1:5-25 Lucas 1:26-38 Lucas 1:39-80 Lucas 2:1-5 Lucas 2:6-20

p. 13 p. 21 p. 27 p. 35 p. 43

30 november 2014

Schatzoekers 30 november 2014

Lucas 1:5-25

In deze rubriek vindt u elke week een navertelling van een Bijbelverhaal. De verhalen staan los van het leesrooster van de kerk. Ze zijn ook geschikt om thuis te gebruiken! De verhalen uit deze rubriek zijn ook allemaal te vinden op onze website, www.kindopzondag.nl.

Werkvormen

Een engel in de tempel

Gesprek: Wat ging Zacharias doen in de tempel? Hoe kwam het dat hij ineens niet meer kon praten? Soms gebeurt er iets dat zó bijzonder is, dat je haast niet weet wat je moet zeggen. Hebben de kinderen dat wel eens meegemaakt? Wat gebeurde er precies?

Zacharias is een priester. Hij werkt in de tempel. Buiten, op het plein, staan heel veel mensen te wachten. Binnen is het stil. Zacharias is er helemaal alleen, om een offer te brengen voor de Heer. Na het offer zal hij weer naar buiten gaan, naar al die mensen die daar bij elkaar zijn gekomen.

l p s

Spel: Zacharias kon niet meer praten. Maar hij kon nog wel gebaren maken! Om de beurt proberen de kinderen met gebaren een boodschap over te brengen. Kunnen de andere kinderen raden wat ze te zeggen hebben?

Creatief: Hoe ziet een engel eruit? Heeft hij vleugels? Of lijkt ze meer op een gewoon mens? De kinderen maken een tekening van hoe zij zich een engel voorstellen.

Zacharias doet alles wat hij hoort te doen voor het offer. Hij zegt de gebeden die hier altijd klinken. Maar hij bidt ook voor zichzelf. ‘Heb oog voor ons, God,’ bidt hij zachtjes. ‘Voor mij en mijn vrouw Elisabet. We zijn al oud en we hebben geen kinderen. Alstublieft, God... We willen het zo graag.’ Hij gaat verder met het offer. Maar wat is dat? Zacharias schrikt. Wie staat daar? Het is een engel, een boodschapper van God. ‘Wees niet bang, Zacharias,’ zegt de engel. ‘God heeft je gebeden gehoord. Jullie zullen een kind krijgen, een zoon. Je zult hem Johannes noemen. Hij hoort bij God.’ Zacharias slaat een hand voor zijn mond. ‘Maar... hoe...’ stamelt hij. Hij kan het niet geloven. ‘Ik ben Gabriël,’ zegt de engel. ‘Ik ben een vriend van God. God zelf heeft mij naar je toegestuurd.’ Zacharias schudt zijn hoofd. ‘Het kan helemaal niet,’ mompelt hij, ‘Elisabet en ik... we zijn al zo oud. Dan kunnen we toch geen kindje meer krijgen?’ De engel legt een vinger op zijn lippen. ‘Het is echt waar,’ zegt hij. ‘Maar jij kunt het niet geloven. Daarom zul je niet meer kunnen praten, tot jullie zoon geboren is.’ Dan gaat de engel weer weg. Zacharias kijkt hem verbaasd na. Als hij even later weer buiten komt, kijken alle mensen hem aan. Ze willen weten waarom het zo lang duurde in de tempel. Zacharias doet zijn mond open om iets te zeggen. Maar het blijft stil. De engel heeft gelijk: Hij kan niets meer zeggen. Met zijn handen maakt hij gebaren. Hij wijst naar binnen, naar de tempel. En hij wijst naar boven. De mensen begrijpen dat er iets bijzonders gebeurd is. Maar wat precies? Dat weet alleen Zacharias. Een tijdje later zegt Elisabet tegen Zacharias: ‘Ik moet je iets vertellen.’ Ze pakt zijn hand en legt hem tegen haar buik. Zacharias knikt. Het is echt waar. Haar buik wordt dikker. Ze krijgen een kindje!

‘Schatzoekers’ is een nieuwe rubriek waarmee we dit najaar experimenteren. We zijn benieuwd wat u ervan vindt! Mail uw reactie naar [email protected].

30 november 2014 t/m 4 januari 2015 | Kind op Zondag

2

7 december 2014

Lucas 1:26-38


Werkvormen

Een engel in Nazaret

Gesprek: Afgelopen vrijdag was het Sinterklaas. Hebben de kinderen mooie cadeaus gekregen? Hadden ze daar ook om gevraagd? Zijn er ook dingen die ze niet gevraagd hebben, omdat ze toch al wisten dat ze die niet zouden krijgen? Sommige dingen zijn te groot om te vragen, bijvoorbeeld een eigen paard of een zwembad in de tuin. Maar stel je nu eens voor dat je zoiets tóch krijgt. Hoe zou je dan reageren? Maria en Elisabet kregen ook allebei een bericht dat ze totaal nooit hadden durven verwachten. Hoe zouden zij gereageerd hebben?

Een tijdje geleden is er iets bijzonders gebeurd. Er kwam een engel in de tempel, bij de priester Zacharias. De engel vertelde hem dat zijn vrouw Elisabet een kindje zou krijgen. ‘Noem hem Johannes,’ vertelde de engel. Dat is nu al weer zes maanden geleden. Elisabet heeft een dikke buik. Het was dus echt waar! En het is nog lang niet afgelopen, het verhaal begint pas!

l

Spel: De engel brengt een blij bericht, totaal onverwacht. Samen met de kinderen kunt u ook blije berichten brengen aan andere mensen. Schrijf op briefjes een vrolijke boodschap, bijvoorbeeld: ‘Morgen wordt het een leuke dag!’ Laat de kinderen de briefjes verstoppen voor andere mensen: in jaszakken, tassen, onder de ruitenwissers van auto’s, in de liedboek bij het eerste lied dat gezongen gaat worden etc.

p

Zes maanden nadat de engel bij Zacharias kwam, gaat opnieuw een engel naar de aarde. Hij heet Gabriël. ‘Vriend van God’ betekent dat. Gabriël, de vriend van God, gaat naar Nazaret, naar een vrouw die Maria heet. Zomaar ineens komt hij binnen in haar huis. ‘Dag Maria,’ zegt hij. Maria schrikt ervan. Wat gebeurt er opeens? denkt ze. ‘Wees niet bang,’ zegt de engel snel. ‘Ik kom met een blij bericht. Je zult een kindje krijgen, een zoon. Noem hem Jezus. Hij zal de zoon van God zijn.’ ‘Een kind? Ik?’ vraagt Maria. ‘Maar hoe kan dat dan… Ik ben nog niet eens getrouwd!’ Ze denkt aan Jozef, haar verloofde. Ze gáán trouwen, dat weet ze al. Maar zover is het nog niet. En krijgt ze dan nu al een kindje? De engel lacht. ‘Maak je maar geen zorgen,’ zegt hij. ‘Alles zal gaan zoals God het wil. Jouw kind is de zoon van God.’ Maria kan het nog steeds bijna niet geloven. Maar dan zegt de engel: ‘Luister, Maria. Jouw tante Elisabet is al heel oud. Niemand had gedacht dat zij nog een kind kon krijgen. Maar het gebeurt toch! Ze is in verwachting, al zes maanden lang. Want voor God is niets onmogelijk.’ Maria kijkt de engel aan. Dan zegt ze: ‘Ik wil bij God horen. Laat het gaan zoals u gezegd hebt.’ Even later is de engel weer verdwenen. Maria staat alleen in haar huis. Ik moet naar tante Elisabet, denkt ze. Want met ons is iets heel bijzonders gebeurd!

Creatief: Maak een ‘verkortlijstje’: het tegenovergestelde van een verlanglijstje. Op je verkortlijst schrijf je alles dat je zomaar gekregen hebt, zonder dat je erom gevraagd hebt. Hoe langer je erover nadenkt, hoe langer je verkortlijstje wordt!

s



3

7 december 2014

Schatzoekers

Schatzoekers 14 december 2014

Lucas 1:39-80

Werkvormen

Liederen van blijdschap

Gesprek: Maria en Zacharias waren allebei heel blij. Soms ben je zó blij, dat je wel zou willen zingen of dansen. Wat voor lied zouden de kinderen dan zingen? Wat is het vrolijkste lied dat zij kennen?

Maria is op weg naar haar tante Elisabet. Ik wil er zo snel mogelijk zijn, denkt ze bij zichzelf. Het is zo bijzonder wat er gebeurd is! Thuis in Nazaret heeft Maria bezoek gehad van een engel. De engel vertelde haar dat ze een kind zou krijgen en dat ze hem Jezus moest noemen. En hij vertelde, dat tante Elisabet ook een kind krijgt.

l p

Spel: Zing maar mee! Een van de kinderen begint een liedje te zingen, de anderen zingen mee als ze het kennen. Welke liedjes kent iedereen? Welke kent bijna niemand?

Doen: Verzin zelf een vrolijk lied over iets waar je blij van wordt. Het mag op een bestaande melodie zijn, maar je kunt natuurlijk ook zelf een melodie verzinnen!

14 december 2014


Als ze bij het huis van haar oom en tante komt, rent Maria meteen naar binnen. ‘Maria!’ roept Elisabet. ‘Wat een geluk!’ Ze wijst naar haar buik. ‘Mijn kind maakte een sprongetje van vrolijkheid toen je binnenkwam,’ zegt ze lachend. Maria lacht ook. En terwijl ze daar staat, begint ze zomaar ineens te zingen. Ze zingt: Mijn hart is blij, mijn mond wil zingen want God doet grote dingen. Hij heeft mij gezien en veel voor mij gedaan – heilig is zijn naam! Maria blijft nog een tijd bij haar oom en tante in huis. Ze praat veel met haar tante. En met haar oom Zacharias, maar die zegt niks terug. Sinds hij bezoek gehad heeft van een engel, kan hij niet meer praten. Drie maanden later is het groot feest: Er wordt een kind geboren. Zacharias en Elisabet geven hem de naam Johannes. En vanaf dat moment kan Zacharias weer praten. Hij zegt: De Heer is groot, hij stuurt een redder – zij belofte gaat altijd verder. Dit kind wordt een grote profeet die de weg naar de vrede weet. Nu hebben Zacharias en Elisabet toch nog een kind gekregen. En wat voor een!



4


Lucas 2:1-5


Werkvormen

Jozef en Maria gaan op reis

Gesprek: Wat komt de heraut vertellen? Waarom moeten Jozef en Maria op reis gaan? Het is best zwaar, om op reis te gaan als je zo’n dikke buik hebt. Maar het moet toch, want de keizer heeft het gezegd!

Op het plein in Nazaret staat een heraut, een boodschapper van de keizer. Hij is van zijn paard af gesprongen. Met een gewichtig gezicht haalt hij een vel papier tevoorschijn. Hij leest voor:

Spel: Kunnen de kinderen het verhaal naspelen? Iemand is heraut, de andere kinderen staan op het plein te luisteren. Hoe reageren zij op de opdracht van de keizer? Een van de kinderen speelt Jozef: Hij gaat aan Maria vertellen dat ze op reis gaan.

Creatief: De kinderen maken een richtingwijzer die de weg naar Betlehem aangeeft. Ze kunnen er ook een kroontje op tekenen: Betlehem is de stad van koning David!

Bericht van de keizer, aan alle inwoners van het enorme rijk! Er komt een volkstelling. U moet zich allemaal laten inschrijven. Ga naar de plaats waar uw familie vandaan komt! De mensen in Nazaret staan stil te luisteren. ‘Sjonge,’ mompelt iemand. ‘Helemaal naar de plaats waar je familie vandaan komt…’ ‘Mijn familie komt hier uit Nazaret,’ vertelt iemand anders. Ook Jozef staat op het plein. Hij staat stil te luisteren naar de heraut. Als de heraut weer op zijn paard klimt om verder te reizen, gaat Jozef naar huis. ‘We gaan op reis,’ zegt hij tegen Maria. Maria schrikt. ‘Op reis? Maar… Waarom?’ Ze beweegt haar hand over haar buik. Het duurt niet lang meer, dan krijgt ze een kind. ‘Het moet van de keizer,’ legt Jozef uit. ‘Iedereen moet naar de plaats waar zijn familie vandaan komt. Voor ons is dat Betlehem.’ Maria zucht. Helemaal naar Betlehem… Maar wat de keizer zegt, moet gebeuren. Zo gaan Jozef en Maria op reis. Een ezeltje draagt hun spullen. En af en toe, als Maria moe is, gaat ze zelf ook even op de ezel zitten. Haar buik is al erg dik. Ze hoopt maar dat het allemaal goed gaat. Zo’n dikke buik, en dan nog zo’n lange reis maken…



5

21 december 2014

l p s


Lucas 2:6-20


Gesprek: Weten de kinderen waar zij zelf geboren zijn? Thuis? Of in het ziekenhuis? Of ergens anders? Jezus werd geboren in een stal. Dat is een gekke plek!

l m

Z ingen: Zing samen een paar leuke kerstliederen die de kinderen kennen.

o

Schilderen: Maak een mooi schilderij van de kerststal. Wie zijn er allemaal op te zien? En welke dieren teken je erbij?

Jezus wordt geboren Jozef en Maria zijn op reis. Ze moeten zich laten inschrijven in de stad van hun familie. Jozef stamt af van koning David. Daarom moeten ze naar Betlehem. Als ze bij de stad aankomen, is het al bijna donker. Jozef klopt op de deur van een herberg. ‘Is er nog plaats voor ons?’ vraagt hij. De herbergier schudt zijn hoofd. ‘Helaas,’ zegt hij. ‘Jullie komen zeker ook voor de volkstelling? Het is erg druk in de stad.’ Dan ziet hij de dikke buik van Maria. Hij denkt even na. ‘Wacht eens,’ zegt hij. ‘Misschien weet ik iets.’ Even later lopen Jozef en Maria achter de herbergier aan de stad uit. Hij wijst naar een stal. ‘Het is hier niet echt luxe,’ wijst hij. ‘Maar het is wel droog en warm. Als jullie willen, mag je hier slapen.’ Jozef knikt. ‘Dank u wel,’ zegt hij. Als de herbergier weg is, maakt Jozef een bed van stro. Maria is blij dat ze eindelijk kan gaan liggen. Buiten is het nu helemaal donker geworden. Het wordt stil in de straten van de stad en in de velden eromheen. Heel in de verte brandt een vuurtje. Daar zitten een paar herders bij hun schapen. Verder slaapt iedereen. Maar in de stal steekt Jozef een lichtje aan. Hij houdt Maria’s hand vast. Die nacht wordt het kind geboren. Maria en Jozef maken een bedje voor hem in een voerbak. Ze wikkelen hem in een doek en leggen het kindje erin.

25 december 2014

Werkvormen

Even later wordt er op de deur geklopt. Er staan een paar herders. ‘Wij waren in het veld, bij onze schapen,’ vertellen ze. ‘Een engel heeft ons verteld wat hier gebeurd is.’ Jozef houdt de deur voor ze open. ‘Kom maar even binnen,’ zegt hij zacht. ‘Dan kunnen jullie het zelf zien. Jezus is geboren. In een stal in Betlehem.’



6

m 4 januari 2015 KIND. OP ZONDAG

Recommend Documents