Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014 - 1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen
Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad gestegen van 76,7% naar 78,7% Beleggingsrendement is 3,7% Het vermogen is gestegen tot € 2,19 miljard euro De pensioenverplichtingen zijn gestegen tot € 1,77 miljard euro Er is geen sprake van een reservetekort Beleggingsrendement over heel 2013 is 1,4%
Ontwikkelingen financiële markten Het jaar 2014 startte met een hectisch eerste kwartaal waarin de wereldwijde markten geen duidelijke richting kozen. Tegenvallende groeicijfers van de Chinese economie en oplopende tekorten op handelsbalansen van grote opkomende landen waren de aanleiding voor scherpe dalingen van valuta- en aandelenkoersen in opkomende markten. Ook de ontwikkelde markten hadden te maken met een slechte start: door de slechte weersomstandigheden aan de oostkust van de Verenigde Staten waren de gepubliceerde economische data beneden verwachting. In februari vonden de ontwikkelde markten de weg omhoog weer terug. In de VS waren de bedrijfsresultaten over 2013 overwegend positief. Vooral omzetcijfers waren boven verwachting, waardoor onder andere de S&P 500 nieuwe recordhoogtes behaalde. In de opkomende markten herstelden de valutamarkten zich en maakten de financiële markten weer wat verloren grond goed. Echter, wederom kwamen er teleurstellende groeicijfers uit China, waardoor deze markten weer toenemende volatiliteit lieten zien. De problematiek rond de Oekraïne, de Krim en de inmenging van Rusland kreeg eind februari de financiële markten in zijn greep. Hoewel positieve macro-economische cijfers in maart, voor zowel Europa als de VS, voor opluchting zorgden, bleven de markten onder druk staan. Veilige beleggingen zoals de Duitse staatsobligaties waren weer in trek. Het bedrukte sentiment op de beurzen draaide echter in de derde week van maart. Hoewel de Fed in zijn maandelijkse commentaren wederom aangaf het huidige verruimingsprogramma een stukje terug te schroeven, gaf de Fed ook aan dat de rentes nog voor een aanzienlijke periode onder de lange termijn gemiddelden zullen blijven. Dit had een positief effect op de opkomende markten, die een scherpe stijging inzetten. De ontwikkelde markten volgden in de laatste week van het kwartaal. De verwachting dat ECB haar stimuleringsprogramma zal uitbreiden, zorgde ervoor dat wereldwijde financiële markten uiteindelijk met een sterke eindspurt het kwartaal met positieve rendementscijfers afsloten.
Financiële positie Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel De nominale dekkingsgraad, de verhouding tussen het vermogen en de nominale verplichtingen van het fonds, bedraagt 123,6% per eind maart 2014. Dit is een stijging van 0,6%-punt ten opzichte van 1
het vorige kwartaal. De dekkingsgraad verbeterde vanwege een positief beleggingsrendement. De waarde van het vermogen is gestegen tot 2,19 miljard euro.
2014 Einde eerste kwartaal 123,6% € 2,19 miljard € 1,77 miljard 2,74%
Nominale dekkingsgraad Vermogen Verplichtingen Rente
2013 Einde vierde kwartaal 123,0% € 2,10 miljard € 1,71 miljard 2,88%
2013 Einde derde kwartaal 120,6% € 2,05 miljard € 1,70 miljard 2,83%
Dekkingsgraad De onderstaande grafiek geeft aan: Verloop van de dekkingsgraad, de reële dekkingsgraad en de vereiste dekkingsgraad volgens het Financieel Toetsings Kader (FTK) Volgens wettelijke richtlijnen moeten pensioenfondsen bepaalde extra reserves aanhouden die als buffer kunnen dienen in slechte tijden. De wettelijk vereiste buffer voor ons fonds bedraagt 20,7%. De wettelijk vereiste dekkingsgraad komt hierdoor op 120,7%. Sinds eind september 2013 ligt de dekkingsgraad boven deze grens en is er niet langer sprake van een reservetekort. Dezelfde wettelijke richtlijnen geven ook aan welk vermogen een pensioenfonds minimaal moet hebben. Dit minimaal vereist vermogen is 104,3%. Ook de reële dekkingsgraad is in deze grafiek opgenomen. In de reële dekkingsgraad is de verwachte inflatie meegenomen. Deze dekkingsgraad is van belang voor het bepalen van de mate van indexatie. De nominale dekkingsgraad op basis van de door DNB gehanteerde rente was 123,6%. De reële dekkingsgraad bedroeg 78,7%.
Verloop dekkingsgraden
nominale dekkingsgraad (DNB)
vereiste nominale dekkingsgraad (DNB)
reële dekkingsgraad (DNB)
2
31-mrt-14
31-dec-13
30-sep-13
30-jun-13
31-mrt-13
31-dec-12
30-sep-12
30-jun-12
31-mrt-12
31-dec-11
30-sep-11
30-jun-11
31-mrt-11
31-dec-10
30-sep-10
30-jun-10
31-mrt-10
31-dec-09
30-sep-09
30-jun-09
31-mrt-09
31-dec-08
160% 150% 140% 130% 120% 110% 100% 90% 80% 70% 60% 50%
Balans In de balans is aangegeven wat de waarde is van de bezittingen en de verplichtingen van ons fonds. Aan de activa-zijde staan de bezittingen. Aan de passiva-zijde staan de verplichtingen weergegeven.
Verkorte balans Activa
Passiva
Aandelen Obligaties Onroerend goed Valutaderivaten/Liquide middelen Renteswap Saldo overige activa/passiva
totaal
981,7 901,9 153,8 46,7 88,1 18,6
45% 41%
MW VPV nominaal Reserves
1.772,7 418,1
totaal
2.190,8
81% 19%
7% 2% 4% 1%
2.190,8
Waarde beleggingen en waarde pensioenverplichtingen In de onderstaande grafiek is het verloop van de waarde van de beleggingen (in euro’s), de waarde van de pensioenverplichtingen (in euro’s) en de door DNB gehanteerde rentetermijnstructuur weergegeven. 2,2
4,5%
2,0
4,0%
1,8
3,5%
Mrd
Waarde beleggingen in miljarden (linker as)
Waarde pensioenverplichtingen in miljarden (linker as)
3
31-mrt-14
31-dec-13
30-sep-13
30-jun-13
31-mrt-13
30-jun-12
31-dec-12
1,5%
30-sep-12
1,0
31-mrt-12
2,0%
31-dec-11
1,2
30-sep-11
2,5%
30-jun-11
1,4
31-mrt-11
3,0%
31-dec-10
1,6
DNB-Rente (rechter as)
Beleggingsresultaten gewicht % 41,2% 44,4% 7,0%
jan-mrt 3,3% 1,7% 2,9%
Rente afdekking Aandelen afdekking Valuta afdekking Liquide middelen Saldo overige activa/passiva
4,0% 0,4% 2,1% 0,1% 0,8%
1,4% -0,1% 0,0%
Totaal
100,0%
3,7%
Obligaties Aandelen Vastgoed
Zowel obligaties, aandelen als vastgoed stegen afgelopen kwartaal in waarde. De Amerikaanse centrale bank kondigde aan de rente voorlopig laag te houden en de Europese Centrale Bank sprak over een eventuele verruiming van haar stimuleringssprogramma. Lage rente en een speculatie over een stimuleringsbeleid gaven de beleggingscategorieën een positieve impuls. Het fonds maakt gebruik van derivaten om risico’s af te dekken. Door gestegen aandelenprijzen daalde de aandelen afdekking. De targetafdekking van het renterisico is 50%. Dit heeft in het afgelopen kwartaal een positief effect gehad op het rendement. De totale beleggingsportefeuille behaalde een rendement van 3,7%.
4
Bijlage Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van het fonds is gericht op het veiligstellen van de pensioenafspraken binnen aanvaardbare risicogrenzen. Het bestuur heeft de beleggingen gespreid over verschillende beleggingscategorieën (aandelen, obligaties en vastgoed). Binnen de verschillende beleggingscategorieën wordt gespreid naar regio’s en subcategorieën. Het bestuur houdt met dit beleid rekening met het valutarisico, renterisico en het neerwaartse risico van aandelen en vastgoed. Begrippenlijst Nominale dekkingsgraad: de verhouding tussen het vermogen en de verplichtingen (de toekomstige pensioenuitkeringen) van het pensioenfonds. Vereiste dekkingsgraad: deze dekkingsgraad is afgeleid van het vereist vermogen van het pensioenfonds, voorgeschreven door de Pensioenwet (Financieel Toetsingskader). Komt de dekkingsgraad van het fonds onder de vereiste grens, dan is er sprake van een reservetekort. Minimaal vereiste dekkingsgraad: 104,3 %. Is de dekkingsgraad van het fonds lager dan de minimaal vereiste dekkingsgraad, dan is er sprake van een dekkingstekort. Reële dekkingsgraad: de verhouding tussen het vermogen en de (toekomstige) verplichtingen van het pensioenfonds, rekening houdend met inflatie.
Vragen of opmerkingen over dit kwartaalbericht? Mail naar
[email protected]
5