innovatieplatform 3URMHFWQDDPµ0HHOHHIJH]LQQHQ¶Nu! 1.
Contactgegevens hoofdindiener Mw.F.van Trier, Altrecht Divisie Kind, Jeugd & Gezin zorglijn ASS/Jonge Kind Nieuwe Houtenseweg 2, 3524 SH Utrecht Tel.nr: 030-2809311 e-mail:
[email protected] Geert Uijterwaal, Altrecht Divisie Kind, Jeugd & Gezin zorglijn multiproblem gezinnen, de Bellenbergh Oude Arnhemseweg 260, 3705 BK Zeist Tel.nr: 030-6965339 e-mail:
[email protected]
2. Aanleiding De afgelopen 10 jaar heeft Altrecht Divisie Kind, Jeugd en Gezin een curatieve bijdrage geleverd aan de afdeling Preventie in het Moeder-Baby-KOPP-project, oorspronkelijk bedoeld voor kinderen van 0 ± 15 mnd. van moeders met depressieve klachten. In WRHQHPHQGHPDWHZHUGHQPRHGHUVPHW%RUGHUOLQHVWRRUQLVVHQHQKXQEDE\¶VDDQJHPHOG In september 2007 gaat de zorglijn ASS /Jonge Kind 0 t/m 3 jaar van start en de verwijzers YLQGHQQXGHZHJQDDUGH]H]RUJOLMQ%LQQHQGHPRGXOHµ2XGHUVPHWpsychiatrische SUREOHPDWLHN¶ZRUGHQVWHHGVYDNHURXGHUVPHWHUQVWLJHSV\FKLDWULVFKHSUREOHPHQ aangemeld, ondermeer vanuit het Consultatiebureau, AMK, Baby-unit Woerden, afd. JoVo van Altrecht en andere afdelingen Volwassenzorg van Altrecht, Traumacentrum en ABC. Als er sprake is van psychotische stoornissen bij één van de ouders, kan deze ouder niet alleen zijn met het kind en zal het kind altijd zijn aangewezen op opvang door derden. Het is dan in het belang van het kind dat vanaf diens geboorte zijn biologische gezin wordt RQGHUVWHXQGGRRUHHQµ0HHOHHIJH]LQ¶'LWYDQXLWKHWRRJSXQWYDQGHQRRG]DNHOLMNH continuïteit van een beperkt aantal hechtingsfiguren voor zijn gezonde ontwikkeling (Behandeling van hechtingsstoornissen ± Mw.Dr.J.C.A. Thoomes-Vreugdenhil, 2007). Opvang door een Kinderdagverblijf met veel wisselende leidsters en kinderen is dan niet geschikt. Meestal kan ook het eigen familie netwerk niet die omvang en intensiteit van de steun bieden die echt nodig is. Het zet bovendien de loyaliteiten onder druk ook m.b.t. het NLQG2SD¶VHQRPD¶VNXQQHQKXQHLJHQIDPLOLHUROEHKRXGHQ In de literatuur (Mentaliseren bij de borderline persoonlijkheidsstoornis, een praktische gids voor hulpverleners in de GGZ - Anthony W.Bateman en Peter Fogany, 2006) wordt bHVFKUHYHQGDW³YHHOERUGHUOLQHSDWLsQWHQGHFRPSHQVHUHQDOV]HµKHWPRHLOLMNNULMJHQ¶ Sociale interacties creëren angst, er ontstaan misverstanden, mentale problemen zijn onvermijdelijk en leiden tot vlucht- RIYHFKWUHDFWLHV´ In de hulpverlening aan ouders met deze problematiek is de vertrouwensrelatie en continuïteit van zorg van het grootste belang. De reguliere pleegzorg vooraf gegaan door een indicatiestelling door BJZ betekent voor deze ouders te veel verschillende instanties en betrokkenen. De associatie van BJZ met de mogelijkheid je kind kwijt te raken is door de ouders snel gemaakt en blokkeert hun medewerking, is de ervaring. De ouders kunnen deze stap moeilijk zetten en daarmee komt zelfs de behandelrelatie met Altrecht op het spel te staan. Zij zijn gebaat bij zorg door professionals met doorzettingsmacht die de voortgang van de hulpverlening blijven volgen en de coördinatie in eigen hand houden.
1
Anders dan in de reguliere pleegzorg zullen de meeleefgezinnen gekwalificeerd moeten zijn voor hun taak met kennis van psychiatrische problematiek. Recente ervaring leert dat indien het inzetten van een pleeggezin in een latere fase van de ontwikkeling van het kind plaatsvindt, dit door de ouders sterker ervaren kan worden als falen in het ouderschap. De opvoeding stelt in toenemende mate eisen aan de ouders en die draaglast overschrijdt de toch al zwakke draagkracht, de psychiatrische problemen bij de ouders nemen toe door de stress en dit kan tot extra decompensatie en crisis leiden. In deze crisissituatie moet een kind dan alsnog in een voor het kind nieuwe, onbekende omgeving worden geplaatst, met alle gevolgen van dien voor de hechting. Onlangs deed zich de situatie voor dat zelfs na ruim 9 jaar onafgebroken behandeling door Altrecht Kind, Jeugd en Gezin in goede samenwerking met een netwerk van instanties en familie de moeder zich suïcideerde op het moment van de pleeggezinplaatsing. Deze recente gebeurtenis maakt duidelijk dat het initiatief om te komen tot extra ondersteuning voor deze kwetsbare gezinnen door meeleefgezinnen zo vroeg mogelijk na de geboorte van het kind, geen uitstel verdraagt. 3. Korte projectbeschrijving Inhoud: het ontwikkelen, opleiden HQEHJHOHLGHQYDQHHQQHWZHUNYDQµ0HHOHHIJH]LQQHQ¶ naast de begeleiding van het biologische gezin met ernstige psychiatrische problematiek, door Altrecht Divisie Kind, Jeugd & Gezin. Setting: het project wordt opgestart vanuit de zorglijn multiproblem ge]LQQHQµ'H %HOOHQEHUJK¶LQVDPHQZHUNLQJPHW]RUJOLMQ$66-RQJH.LQGPRGXOHµRXGHUVPHW SV\FKLDWULVFKHSUREOHPDWLHN¶ Aanpak: KHWRQWZLNNHOHQYDQFULWHULDYRRUGHYRRUZDDUGHQZDDUDDQµ0HHOHHIJH]LQQHQ¶ moeten voldoen en het vervolgens werven van gezinnen die hiervoor in aanmerking komen door middel van het geven van presentaties en voorlichting. Het bij toewijzing bieden van een introductie voor biologische - en meeleefgezinnen, en het begeleiden van deze gezinnen. Doelgroepen: gezinnen met kinderen van 0 t/m 3 jaar van ouders met ernstige psychiatrische problematiek, bij wie de verwachting bestaat langdurig een beroep te moeten doen op derden in de opvoeding van hun kind. Ongeveer 50 % van de gezinnen is van allochtone afkomst. Betrokken partijen: bij de start van het project staat de samenwerking van de eerder genoemde zorglijnen van Altrecht Divisie Kind, Jeugd & Gezin centraal. De zorglijn ASS/Jonge Kind met de inzet van Videobehandeling en Parents4kids, waarbij ook de afdeling Jongvolwassenen betrokken is en in de toekomst mogelijk ook andere afdelingen Volwassenzorg De zorglijn multiproblem de Bellenbergh, met IPG en klinische observatie Beide zorglijnen zullen kennis en inzet van deskundigheid leveren bij het uitdenken en opzetten van het project, en vervolgens het project coördineren en begeleiden. Bij beide zorglijnen (in de toekomst) kan zo nodig nabehandeling met E-health plaatsvinden. Afstemming en (ontwikkelings)samenwerking is noodzakelijk met andere Altrecht afdelingen en externe instanties: Altrecht Divisie Curatief Specialistische Zorg, Centrum Jong Volwassenen (Parents4kids-project), andere afdelingen Volwassenzorg van Altrecht, Altrecht afdeling Wier (mensen met een gedragsstoornis en een verstandelijk beperking),
2
Trauma Centrum, ABC, als ook met afd. gynaecologie en kinderafdeling van ziekenhuizen in de regio, Consultatie bureaus, Raad voor de Kinderbescherming, AMK, MEE, SBWU en huisartsen. +HWSURMHFWSDVWELQQHQGH5HJLRYLVLHYDQKHWµ%XJJ\¶-project om te komen tot een samenhangend zorgaanbod voor zwangere moeders met psychiatrische problematiek en kinderen t/m 3 jaar. Looptijd en planning: Het project heeft een minimale looptijd van twee jaar. - augustus t/m oktober 2008: oriëntatie en ontwikkelen van criteria voor voorwaarden te stellen aan meeleefgezinnen en opstellen van een protocol (rapportage) - november t/m december 2008: geven van presentaties en voorlichting aan potentiële doelgroepen in het kader van werving van meeleefgezinnen (rapportage) - januari t/m maart 2009: matchen en introductie van gezinnen (rapportage) - april t/m december 2009: begeleiden van biologische ± en meeleefgezinnen (eerste evaluatierapportage) - januari 2010 t/m september 2010 (tweede evaluatie rapportage) 4. Impact/resultaat Kwaliteit: het vanaf de geboorte bieden van veilige hechting en stabiele opvoeding aan kwetsbare kinderen van ouders met ernstige psychiatrische problematiek. Beiden vormen de potentiële doelgroep van Altrecht. Deze kinderen kunnen zich gezond ontwikkelen in contact met hun biologische ouders, gesteund door de stabiele opvoeding in het meeleefgezin. Volgens heldere afspraken kunnen beide gezinnen elkaar aanvullen. Daarmee wordt voldaan aan de noodzakelijke continuïteit van een beperkt aantal hechtingsfiguren. Hechtingsproblematiek bij deze kwetsbare kinderen wordt voorkomen. Voor de psychiatrische ouders wordt in de behandeling gewerkt aan acceptatie van de eigen mogelijkheden en grenzen. De open houding van een meeleefgezin kan daaraan een bijdrage leveren. De open houding van een meeleefgezin kan een bijdrage leveren aan die acceptatie. Effectiviteit: sinds de start van de zorglijn ASS/Jonge Kind (september 2007) zijn 8 gezinnen aangemeld bij wie behoefte bestaat aan dit aanbod waarin niet kan worden voorzien. Het aantal aanmeldingen van gezinnen met ernstige psychiatrische problematiek zal toenemen met de bekendheid van de behandelmogelijkheden door Altrecht Divisie Kind, Jeugd & Gezin. Efficiency: het kunnen aanbieden van steun aan het biologische gezin door een meeleefgezin voorkomt dat veel verschillende opeenvolgende instanties betrokken zijn bij de hulpverlening aan dit gezin. Het voorkomen van een hechtingsstoornis bij het kind in een kwetsbaar gezin met psychiatrische ouders door het bieden van een stabiele gezinssituatie daarnaast, betekent het voorkomen van psychiatrische problematiek bij het opgroeiende kind. Meerwaarde voor de client: voor de ouder met psychiatrische problematiek betekent het het kunnen delen van de verantwoordelijkheid voor en belasting van de opvoeding van het eigen biologische kind met een meeleefgezin. De eigen psychiatrische problematiek blijft daarmee zo hanteerbaar mogelijk en komt niet extra onder druk te staan door gevoelens van onvermogen en falen. Als een psychiatrische opname toch noodzakelijk mocht zijn, bv. voor het opnieuw instellen van medicatie, zijn er geen zorgen over de opvang van het kind. Het contact van de ouders met het kind kan blijven bestaan. Voor het kind betekent het vaste, stabiele gehechtheidspersonen naast de eigen ouders, die in perioden van crisis bij de ouders vertrouwde opvang bieden.
3
5. Baanbrekendheid Vernieuwde aanpak: in de Volkskrant van 16 februari 2008 wordt door 2 kinderrechters samen met de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg van Amsterdam voor een preventieve aanpak gepleit voor nog ongeboren kinderen van vrouwen met verslavingsproblemen, ernstige psychiatrische problematiek of een verstandelijke handicap. Jaarlijks zijn er in Amsterdam tien tot vijftien van dergelijke µULVLFR]ZDQJHUVFKDSSHQ¶$OWLMGHQVGH]ZDQJHUVFKDS]RXHHQJH]LQVYRRJGGH verantwoordelijkheid moeten nemen voor moeder en kind en hen begeleiden. Samen nadenken over de toekomst en voorwaarden scheppen opdat moeder en kind samen NXQQHQEOLMYHQ³+HWYUDDJWRPHHQFXOWXXURPVODJYDQDOOHSDUWLMHQ´JHYHQ]LMDDQ In het informatie- en opinieblad voor de jeugdbescherming, Perspectief, van december 2006 pleit de Leidse hoogleraar adoptie, Femmie Juffer, ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum van adoptie in Nederland, een brug te slaan tussen adoptie en pleegzorg. Het aantal kinderen dat voor adoptie beschikbaar komt, loopt sterk terug. Er zijn bijna drie keer zoveel ouders die een kind willen adopteren als dat er kinderen EHVFKLNEDDUNRPHQ0HWGLWSURMHFWµ0HHOHHIJH]LQQHQ¶ZRUGWRRNHHQDDQ]HWJHJHYHQWRW HHQFXOWXXURPVODJLQKHWGHQNHQRYHUDGRSWLHPHWGHLQVWHHN³$GRSWHHUHHQJH]LQ´+HW werven van ouders voor het netwerk van meeleefgezinnen zou juist kunnen plaatsvinden onder aspirant adoptieouders, ouders die al in potentie geneigd zijn een niet biologisch kind op te voeden en op geschiktheid gescreend zijn. Meeleefgezinnen worden op dit moment vooral ingezet bij gezinnen met ouders met een verstandelijke handicap en soms met bijkomende psychiatrische problematiek. Bij Altrecht staat de psychiatrische problematiek van de ouders op de voorgrond. Het inzetten en begeleiden van meeleefgezinnen, een specifieke vorm van pleegzorg, vraagt kennis van psychiatrische problematiek. Daarin verschilt dit hulpaanbod met de reguliere pleegzorg, waar bovendien wachtlijsten bestaan. Sectoroverstijgend: het kunnen werven van meeleefgezinnen vraagt samenwerking met de Raad voor de Kinderbescherming. Het toewijzen en begeleiden van meeleefgezinnen vraagt afstemming met Consultatiebureau, AMK, Traumacentrum, ABC en afd. JoVo en andere afdelingen Volwassenzorg van Altrecht. Het overdragen van goed functionerende biologische ± en meeleefgezinnen die nog wel ondersteunende begeleiding behoeven kunnen verwezen worden naar SBWU en reguliere pleegzorg. 6. Haalbaarheid Planning: de voorgestelde planning die wordt aangegeven voor de looptijd van twee jaar is goed haalbaar om tot resultaat te komen. Het werven van gezinnen als meeleefgezin is vernieuwend en vraagt een maatschappelijke omslag in denken. Dit zou een knelpunt kunnen blijken te zijn. Het begeleiden van meeleefgezinnen past in het reeds bestaande primaire proces van het begeleiden van kinderen in gezinnen met psychiatrische problematiek. Opschalingsmogelijkheden: Het project past binnen de doelstelling van de Regiovisie van het Buggy-project: een samenhangend zorgaanbod voor zwangere moeders met psychiatrische problematiek en kinderen t/m 3 jaar van ouders met psychiatrische problematiek. Er wordt in de uitvoering van dit project gebruik gemaakt van succesvolle methoden en interventies zoals videobehandeling, IPG, Parents4kids (K,J & G en JoVo) en klinische observatie in de Bellenbergh voor de inschatting van de hechtingsmogelijkheden en opvoedcapaciteiten van de ouders.
4
Knelpunten bij ontwikkeling/implementatie/uitrol: - De start en ontwikkeling vraagt overleg en afstemming met diverse instanties: veel indirecte tijd;; - Het vraagt specifieke afstemming met de Raad voor de Kinderbescherming m.b.t. de door de Amsterdamse rechters voorgestelde cultuuromslag m.b.t. het aanstellen van een gezinsvoorgd om de verantwoordelijkheid te delen t.a.v. het nog ongeboren kind. - Het gaat om pleegzorg met een open houding naar het biologische gezin;; meeleefgezinnen moeten goed voorbereid zijn op het samenwerken met het biologisch gezin;; het vraagt om etisch omgaan met loyaliteiten. - Het meeleefgezin kan langdurig naast het biologische gezin staan en met duidelijke afspraken gevraagd worden als in communicerende vaten aan te sluiten op de behoeften van het kind en het biologisch gezin;; dat vraagt specifieke flexibiliteit en betrokkenheid naast voldoende distantie. Oplossingen knelpunten: - het geven van presentaties en voorlichting om de omslag in denken in gang te zetten;; - aspirant adoptiegezinnen zijn reeds gecreend op geschiktheid voor adoptie;; het kunnen functioneren als meeleefgezin vraagt specifieke begeleiding van het kunnen samenwerken met het biologische gezin;; - de gezinnen die geselecteerd zijn als meeleefgezin krijgen een specifieke introductie om hen voor te bereiden op de functieuitvoering. 7. Financiering 8. Expertise Expertise met het werkgebied: het begeleiden van gezinnen met psychiatrische problematiek is al het werkgebied van de Divisie Kind, Jeugd & Gezin. Nieuw is het feit dat ook het functioneren van het kind in het meeleefgezin en de afstemming tussen beide gezinnen wordt begeleid door dezelfde instelling. Het kind wordt begeleid in beide gezinnen tot een stabiele situatie is ontstaan. Daarna zou overdracht van ondersteuning kunnen plaatsvinden naar een gezinsbegeleider van de SBWU (Stichting Beschermd Wonen Utrecht) en reguliere pleegzorg. De samenwerking met gezinsvoogden kan een evident onderdeel van het werkgebied zijn. Expertise uitvoerders project: het gaat om gezinsbegeleiders met specifieke vaardigheden op het gebied van de afstemming tussen biologisch- en meeleefgezin en het kunnen omgaan met de krachten die daaruit naar voren komen en samenhangen met het omgaan met loyaliteiten. 9. Duurzaamheid De structurele inbedding van het Project Meeleefgezinnen vindt plaats in de zorglijn multiproblem gezinnen van de Bellenbergh, waar klinische observatie en IPG is gesitueerd. Dit waarborgt de continuïteit. Videobehandeling van ASS/Jonge Kind en de expertise van Parents4kids wordt erbij betrokken. 10 Kennis delen De samenwerking met andere bovengenoemde afdelingen van Altrecht als ook met externe instanties en de inpassing in de Regiovisie van Buggy, waarborgen het delen en uitwisselen van kennis vanuit diverse invalshoeken, ondermeer middels presentaties.
5
Kennis kan worden betrokken vanuit andere afdelingen van Altrecht: JoVo, Trauma Centrum, SPBU en ABC als ook van externe instanties die al met deze werkwijze ervaring hebben: Meeleefgezinnen Talant in Zuid-Friesland en zorggezinnen OPZ Geel in
Vlaanderen. 11. Evaluatie Als evaluatie is de EAS (Emotional Availabality Scales) een geschikt instrument om de hechting in beide gezinnen te meten. Daarnaast kan ervaringsonderzoek en cliënttevredenheidsonderzoek worden uitgevoerd specifiek gericht op de afstemming tussen beide gezinnen en het omgaan met de loyaliteiten. Daaruit voortkomende knelpunten kunnen leiden tot bijstellingen. De ervaringen zullen in rapportage worden beschreven. Femke van Trier 23-04-2008
6