primair onderwijs groep 1 t/m 2
Bloemen en kriebelbeestjes docentenhandleiding
Inhoud Welkom Kijken, doen en tonen Museumles: Bloemen en kriebelbeestjes Voorbereiding in de klas In het museum Verwerking in de klas
3 4 5 6 9 11
Bijlage 1 Museumregels Bijlage 2 Brief voor begeleiders Bijlage 3 Praktische informatie
13 14 15
Museumles: Bloemen en kriebelbeestjes Vanaf: schooljaar 2013-2014 Aantal leerlingen: max 32* Tijd: 90 min. Kosten: h90,Lesmateriaal: gratis Toegang begeleiders: gratis Reserveren: hetnoordbrabantsmuseum.nl/onderwijs/ * Voor een groep van 16 leerlingen of minder geldt een tarief van 745,-.
Het Noordbrabants Museum Afdeling Educatie Verwersstraat 41 Postbus 1004 5200 BA ’s-Hertogenbosch Telefoon: (073) 6 877 836 E-mail:
[email protected] website: hetnoordbrabantsmuseum.nl © Het Noordbrabants Museum 2014 Fotografie: Marc Bolsius en Joep Jacobs in opdracht van Het Noordbrabants Museum
2
Welkom Bedankt voor uw interesse in Het Noordbrabants Museum. Deze docentenhandleiding bevat alle informatie die u nodig heeft om uw leerlingen voor te bereiden op het museumbezoek en om op school met het onderwerp aan de slag te kunnen gaan. Vanzelfsprekend stemmen wij waar mogelijk de inhoud van de museumles af op het niveau en de wensen van de groep. Wij vragen u om ervoor te zorgen dat de leerlingen zich houden aan de museumregels: Je mag wel: jassen en tassen afgeven bij de garderobe, met potlood schrijven, foto’s maken en kijken met je ogen. Je mag niet: schreeuwen, aanraken, rennen, leunen, eten, met je telefoon spelen of muziek luisteren. Mocht u na het lezen van deze handleiding nog vragen hebben, neem dan rechtstreeks contact op met de afdeling educatie via het telefoonnummer (073) 6 877 836. Wij verheugen ons op uw komst en hopen dat wij binnenkort nog meer leerlingen van uw school mogen verwelkomen.
Ons team museumdocenten & rondleiders staat voor u klaar! 3
Kijken, doen en tonen In het vernieuwde Noordbrabants Museum heeft educatie voor scholen een belangrijke plaats gekregen. In onze twee nieuwe educatieve ruimtes kunnen de leerlingen tijdens de museumlessen namelijk ook zelf aan de slag. Uitgangspunt voor de museumlessen is: ontdekken door te kijken, te doen en te tonen. In de museumzalen kijken leerlingen naar kunstwerken en historische voorwerpen. Filmpjes, animaties en projecties geven uitleg in beeld. In de educatieve ruimtes, het Medialab of het Spetterlab, gaan de leerlingen zelf aan de slag. Ze maken een eigen, creatieve vertaling van wat ze in de museumzalen hebben gezien. Aan het einde van de museumles tonen de leerlingen elkaar hun creaties en praten over hun ontdekkingen. Het werk van de leerlingen wordt in het museum op beeldschermen aan alle andere bezoekers getoond. Tonen gebeurt ook via de website en social media. Werk gemaakt in Het Noordbrabants Museum is terug te zien: • op schermen in het museum, zichtbaar voor alle bezoekers • op het YouTube kanaal http://www.youtube.com/user/MedialabHNBM • leerlingen kunnen hun werk vanaf YouTube delen op hun eigen sociale media • in een expositie op school
4
De museumles: Bloemen en kriebelbeestjes In het museum hangen bloemstillevens. De bloemen op de schilderijen lijken net echt. Verstopt tussen de bloemblaadjes zitten insecten. Kunnen de kinderen ze vinden? Verkleed als kriebelbeestjes gaan de kinderen op zoek. Kroonluchters aan het plafond, een tapijt op de trap... Een bezoek aan een groot en onbekend gebouw als Het Noordbrabants Museum is voor veel kinderen een indrukwekkende ervaring. Maar eenmaal in de huid van kriebelbeestjes zoemen de leerlingen met een vertrouwd gevoel door de gangen. Op hun gemak kijken de kinderen hun ogen uit. De mogelijkheden om aan te sluiten bij thema’s in de klas zijn eindeloos. Een sloot en een jampot vormen samen een biologieles. In een les drama verandert een gekleurde lap stof elk kind in een handomdraai in een bloem.
De museumles De museumles bestaat uit drie delen, elk voorzien van lesmateriaal: • Een voorbereidende les in de klas • Een bezoek aan het museum: Kunst voor 1800 en het Medialab • Een verwerkende les in de klas
Lesdoelen • • • • • • •
De leerlingen zoemen verkleed als kriebelbeestjes door het museum. De leerlingen vertellen wat een schilderij is en hoe dat gemaakt wordt. De leerlingen vertellen wat ze zien op bloemstillevens en andere schilderijen. De leerlingen herkennen en benoemen verschillen in voorstelling en vorm. De leerlingen herkennen details. De leerlingen spelen dramaspelletjes. De leerlingen treden op in een greenscreenfilm van kriebelbeestjes in een bloemstilleven.
Kerndoelen De museumles vergroot de kennis en vaardigheden van de leerlingen voor wat betreft: Kerndoelen Kunstzinnige Oriëntatie: • 54 Uitdrukken gevoelens en ervaringen • 55 Reflecteren op eigen werk en dat van anderen • 56 Kennis & waardering cultureel erfgoed
5
Voorbereiding in de klas Vertel de kinderen wat ze in het museum gaan bekijken. Bijvoorbeeld: In het museum gaan we schilderijen van bloemen bekijken. De schilderijen zijn lang geleden gemaakt door kunstenaars. De schilderijen zijn meestal gemaakt op een groot doek, met daaromheen een houten lijst. Op het doek hebben de kunstenaars verf gesmeerd met penselen. Ze waren daar zó goed in dat de bloemen net echt lijken.
Werkblad 1 Rara, welk beestje heb ik in mijn hoofd? Om de beurt is één leerling de verteller. De verteller kiest en onthoudt een kriebelbeestje op werkblad 1, maar vertelt de andere kinderen niet welk beestje het is. De verteller vertelt precies hoe het kriebelbeestje eruit ziet. De andere kinderen van het groepje kijken goed naar de plaatjes. Wie het weet fluistert het in het oor van de verteller... Is het antwoord goed?
Teken het beestje in mijn hoofd Om de beurt is één leerling de verteller. De verteller kiest en onthoudt een kriebelbeestje op werkblad 1, maar vertelt de andere kinderen niet welk beestje het is. De verteller vertelt precies hoe het kriebelbeestje eruit ziet. De andere kinderen van het groepje tekenen op een los kaartje precies wat ze horen. De tekenaars mogen ook vragen stellen aan de verteller: welke kleur, wat voor ogen of vleugels, poten etc. Als de tekeningen af zijn, kijken de kinderen er samen naar. Lijken de tekeningen op elkaar? Kunnen de kinderen raden welk kriebelbeestje er gekozen was? Hebben de kinderen het goed geraden? Dan is het volgende kind aan de beurt om te vertellen.
Wat hoort bij elkaar? De kinderen zitten in groepjes, elk met een eigen werkblad 1. Laat de kinderen de kaartjes uitknippen en in kleine groepjes sorteren: welke kaartjes horen bij elkaar? Welke dieren hebben dezelfde kleur? Of evenveel pootjes? Of vleugels? Laat de kinderen opstaan en bij de andere groepjes kijken. Bespreek de verschillen.
Teken wat je ziet In de natuur of onder een stoeptegel zijn veel kriebelbeestjes te vinden. De leerlingen verzamelen ze in glazen potten. Terug in de klas zet je ze op een wit vel papier op tafel. Wat zien de kinderen? Met het blote oog? En door een vergrootglas? Hoeveel pootjes, vleugels, ogen? De kinderen leren details te benoemen. Laat de kinderen een tekening maken waarop je ‘elk haartje’ kunt zien. Hetzelfde kun je natuurlijk ook met bloemen doen. 6
Een fantasiekriebelbeestje De kinderen maken een fantasiebloem of kriebelbeestje. Hoe ziet de aller-, allermooiste bloem van de hele wereld eruit? Een fantasiebloem kan vierkant zijn en onder de grond groeien. Of luidsprekers en discolichten aan zijn blaadjes hebben. Een fantasiekriebelbeestje kan maar één pootje hebben. Of het hoofd van een poes en de slurf van een olifant en de pootjes van een duizendpoot. Laat de fantasie van de kinderen de vrije loop.
Werkblad 2 Om precies de goede kleur te krijgen mengden de kunstenaars verschillende kleuren verf op een palet. Kunnen de kinderen dat ook? Kunnen de kinderen raden welke kleur je krijgt als je blauw en geel met elkaar mengt? Of rood en geel? Of blauw en rood? En wat gebeurt er als je alle kleuren door elkaar mengt? Sommige kinderen kunt u vragen te voorspellen wat er gebeurt, anderen kunt u het laten ervaren. Al u de verf niet op laat drogen, kunt u meteen aan de slag met een schilderopdracht, waarbij elk kind nu zijn eigen kleurenpalet heeft.
Filmpjes Dick Bruna Nijntje in het museum (voorgelezen animatie van het boek) www.youtube.com/watch?v=NFnXiqlSQN4 P.H. Reynolds De Stip (voorgelezen animatie van het boek) www.bibliotheekbreda.nl/iguana/uploads/specials/kbw2010/De%20Stip.html SchoolTV beeldbank Flip de beer zoekt kriebelbeestjes www.ntr.nl/player?id=NPS_1181898 NTR Koekeloere Wat een gekriebel www.ntr.nl/player?id=NPS_1184730
Websites: Lesideeën www.pinterest.com/claudiazj/thema-kunst-kleuterplein/ Hier vind je veel leuke ideeën voor kriebelbeestjesactiviteiten in en rond de klas. www.groep1-2b.nl/kriebelbeestjes.html Kant en klaar kleuterlesmateriaal over bloemen en planten. Ook voor andere leeftijden is er materiaal beschikbaar. www.lessenpakket.be/lesson/index.phtml?id=23
Boeken: Dick Bruna Nijntje in het museum P.H. Reynolds De stip Bridget Giles Kunst voor kinderen In de museumwinkel zijn nog meer leuke kinderboeken over kunst te koop. 7
Het museumbezoek Het is belangrijk dat u met de leerlingen bespreekt wat zij in het museum kunnen verwachten, zodat zij niet voor verrassingen komen te staan. Vertel de leerlingen daarom goed hoe de dag waarop ze het museum bezoeken, eruitziet. Hoe gaan ze naar het museum toe, wat gaan ze in het museum doen en hoe komen ze weer terug op school. Opdrachten en schrijfbenodigdheden ontvangt u in het museum.
Groepsindeling In het museum wordt de klas gesplitst in twee groepen. Als u de groepsindeling al op school aan de leerlingen bekend maakt, voorkomt u onrust en vertraging tijdens het museumbezoek.
Museumregels Bespreek vooraf met de leerlingen wat er wel en niet mag in het museum. Je mag wel: jassen en tassen afgeven bij de garderobe, met potlood schrijven, foto’s maken en kijken met je ogen. Je mag niet: schreeuwen, aanraken, rennen, leunen, eten, met je telefoon spelen of muziek luisteren. U kunt hiervoor gebruik maken van: • De vertelkaartjes: Een museum, wat is dat?, geschikt voor gebruik in groepjes. U kunt deze downloaden bij onze websitepagina over deze museumles. • De animatie op www.bureaubabel.nl/BabelMuseum.html • Bijlage 1: De Museumregels.
Begeleiding Toegang voor begeleidende ouders of docenten is gratis. Ook voor hen is het belangrijk te weten wat er in het museum van hen verwacht wordt. In de ‘Brief voor begeleiders’ vinden zij alle benodigde informatie (zie bijlage 2). 8
In het museum (90 min.) Aankomst (10 min.) • De docent meldt zich -zonder de leerlingen- aan de balie, bij de ingang van het museum. De leerlingen worden ontvangen door de museumdocenten. Bij goed weer blijven ze buiten op het voorplein, anders verzamelen ze binnen bij het trefpunt. • De klas wordt in twee groepen verdeeld. De leerlingen geven hun jassen en tassen af bij de garderobe/rolcontainer, die gaat op slot. De leerlingen krijgen zo nodig werkbladen, een klembord en een potlood om mee te schrijven. Begeleidende ouders en docenten krijgen een ‘keycord’ waarmee zij gratis toegang tot het museum hebben. • Groep 1 gaat eerst ‘kijken’ op zaal, groep 2 gaat eerst ‘doen’ in de educatieve ruimte.
Kijken (35 min.) Vroeger was het museum een paleis. In het paleis woonde een hertog. De mooiste kamers van het paleis waren de salons. De salons zien er nu nog net zo mooi uit als vroeger. Er hangen kroonluchters aan het plafond en de wanden zijn bespannen met stof. De kinderen zoemen verkleed als kriebelbeestjes langs de schilderijen totdat ze mooie bloemen zien. Welke kleuren hebben de bloemen? Wat zijn de verschillen tussen de blaadjes? Tussen de bloemen zitten kriebelbeestjes verstopt. Kunnen de kinderen ze vinden?
9
Doen (35 min.) In het Medialab worden de kinderen gefilmd voor een groen scherm. Het scherm wordt omgetoverd tot een bloemstilleven, zodat het net is alsof de kinderen als echte kriebelbeestjes tussen de bloemen kriebelen. Ook doen ze drama spelletjes die de kinderen helpen om zich een echt kriebelbeestje te voelen. Vervolgens bekijken de leerlingen elkaars film. Ze wisselen ervaringen uit en leren van elkaar. Als er echte kunstwerken tussen zitten, worden de films voor alle bezoekers van het museum tentoongesteld op schermen aan de buitenwand van het Medialab. Zo kunnen alle bezoekers van het museum zich laten inspireren door de creativiteit van de leerlingen.
Vertrek (5 min.) Als alles is opgeruimd en ingeleverd, verzamelen de leerlingen bij goed weer buiten op het voorplein en bij slecht weer binnen bij het trefpunt. Eén voor één halen de groepjes hun jassen en tassen uit de container en verlaten het museum. Aankomst Groep 1
Groep 2
kijken
doen
doen
kijken Vertrek
10
Verwerking in de klas Voor een effectieve leeropbrengst is het van groot belang dat het museumbezoek niet op zichzelf staat. Een verwerking van het geleerde in de klas verankert de indrukken uit het museum.
YouTube Werk gemaakt in het Medialab staat een week na het bezoek op youtube: www.youtube.com/user/MedialabHNBM. U kunt de filmpjes delen via sociale media.
Ervaringen delen Laat de kinderen klassikaal of in groepjes met elkaar in gesprek gaan om het bezoek als geheel te evalueren. Hoe was het? Wat vonden ze mooi? Wat was er moeilijk? Wat hebben ze geleerd?
Voorleesverhaal In het museum hangen een heleboel schilderijen met bloemen erop. Elke dag komen er mensen kijken hoe mooi ze zijn. De bloemen vinden het erg fijn dat ze zo veel mensen blij kunnen maken. Maar de bloemen zijn niet altijd blij. Er zijn ook dagen dat er maar weinig mensen in het museum komen kijken. En niet alle mensen kijken naar de schilderijen met de bloemen. Sommige mensen lopen gewoon langs ze heen, zonder naar ze te kijken. Op zulke dagen worden de bloemen een beetje verdrietig. Hun kleuren worden dan een beetje dof en donker, hun blaadjes zien er uitgedroogd uit, en ze hangen slap in hun vaas. 11
Als er maar weinig mensen naar ze kijken, zouden de bloemen op de schilderijen liever gewone bloemen willen zijn. Die staan lekker in de zon of worden lekker nat. Gewone bloemen kunnen lekker ruiken en lekker groeien. Maar dat kunnen de bloemen in het museum niet. Echte bloemen waaien heen en weer als het waait. Maar in het museum waait het niet. De grootste wens van de bloemen is om te weten hoe het voelt, als er een kriebelbeestje over ze heen loopt. Als ze er alleen al aan denken worden ze weer blij. Ze gaan al weer iets meer rechtop staan. “Stel je voor...” “Mmm..., al die pootjes op m’n stengel!”, hoor je ze denken. “ Wat zou dat lekker kriebelen!”, zegt er eentje. “Wat zou dat gezellig zoemen!”, roept een kleintje, en hij schudt zijn bloemblaadjes weer netjes. “Als er een vlinder in het museum zou zijn, dan zou ik echt super blij worden!” roept een grote bloem, en zij rekt zich uit alsof zij de vleugels van de vlinder al tegen zich aan voelt fladderen.
Tentoonstelling maken Op zwart karton schilderen de leerlingen de bloemen uit het voorleesverhaal. Eerst schilderen ze verdrietige bloemen, daarna vrolijke bloemen. Laat de kinderen elkaars schilderingen bekijken en bespreken. Welk bloem ruikt het lekkerst? Welk insect is gevaarlijk? Waar kun je dat aan zien? Welke bloemen bestaan echt? Van purschuim kunt u gemakkelijk een schilderijlijst maken voor de schilderijen die de leerlingen hebben gemaakt. Duw er voordat het droog is een paperclip in als haakje en laat de kinderen de lijst met goudverf beschilderen. Bouw het klaslokaal om tot museum met een tentoonstelling van de schilderijen, inclusief naambordjes van de kinderen. Of laat alle kinderen één bloem uit hun bloemstilleven knippen. Maak van alle losse bloemen één groot schilderij door ze op zwart karton te plakken. Ook dit kunstwerk verdient een mooie lijst.
Werk van leerlingen in het museum Wij zijn altijd benieuwd naar wat uw leerlingen maken naar aanleiding van het museumbezoek. Download, scan in of fotografeer werk van leerlingen en mail het naar:
[email protected]. Als er echte kunstwerken tussen zitten, krijgen deze mogelijk een plaatsje op de Toonwand in het museum. (Door ze naar ons op te sturen geeft u toestemming tot publicatie.)
12
Bijlage 1:
De Museumregels Je mag niet:
Waarom:
Je mag wel:
1
schreeuwen
omdat andere bezoekers geen last van jou mogen hebben
zachtjes praten
2
rennen en leunen
omdat je niet per ongeluk iets wilt omstoten
staan, zitten en rustig lopen
3
met je telefoon spelen of muziek luisteren
omdat je goed moet opletten om te leren
foto’s maken zonder flits
4
met je jas en tas naar binnen
om te voorkomen dat een dief stiekem iets in zijn jas of tas stopt
jassen en tassen afgeven bij de garderobe
5
eten in het museum
omdat we geen muizen in het museum willen
naar het restaurant of naar buiten gaan als je iets wilt eten of drinken
6
met pen schrijven in het museum
omdat een inktvlek moeilijk schoon te krijgen is
met potlood schrijven
7
dingen aanraken
omdat veel dingen erg oud zijn en snel kapot gaan
kijken met je ogen
13
Bijlage 2:
Brief voor begeleiders Beste begeleider, Als museum zijn wij dankbaar dat u wilt helpen om leerlingen een leuke en leerzame dag te bezorgen. Bij aankomst krijgt u een ‘keycord’ met het opschrift ‘schoolbezoek’. Hiermee is de entree voor u vanzelfsprekend gratis. Het volledige museumbezoek duurt 90 minuten. Adresgegevens en andere praktische informatie vindt u op de achterzijde van deze brief.
Bloemen en kriebelbeestjes In het museum bekijken de kinderen schilderijen. In de bloemstillevens zitten kriebelbeestjes verstopt! De kinderen zoemen verkleed als kriebelbeestjes door het museum, op zoek naar bloemen en kriebelbeestjes. In het Medialab worden de kinderen gefilmd voor een groen scherm. Het scherm wordt omgetoverd tot een bloemstilleven, zodat het net is alsof de kinderen als echte kriebelbeestjes tussen de bloemen kriebelen!
Wat wordt er van u verwacht? Als begeleider zorgt u er samen met de groepsleerkracht voor dat de leerlingen zich rustig gedragen. De veiligheid van de collectie mag door de leerlingen niet in gevaar worden gebracht. Wij verwachten dat u de leerlingen aanspreekt op het naleven van de museumregels. Het is de bedoeling dat u bij de leerlingen blijft en erop toeziet dat er niemand verdwaalt. Uw enthousiasme is mede bepalend voor de beleving van de leerlingen. Als u laat merken dat u iets niet mooi vindt, nemen de leerlingen al snel uw mening over, zonder eerst zelf goed te kijken of na te denken. Als u positief bent over wat u ziet, zullen de kinderen daar hun eigen mening over willen vormen. Wij vertrouwen erop dat deze dag mede dankzij u een succes wordt!
Museumregels: Je mag wel: jassen en tassen afgeven bij de garderobe, met potlood schrijven, foto’s maken en kijken met je ogen Je mag niet: schreeuwen, aanraken, rennen, leunen, eten, met je telefoon spelen of muziek luisteren Met vriendelijke groet, Tim Veldhuis Medewerker educatie
14
Bijlage 3:
Praktische informatie Het Noordbrabants Museum Verwersstraat 41 Postbus 1004 5200 BA ‘s-Hertogenbosch 1 2
3
4
Ingang Het Noordbrabants Museum Schoolbussen stoppen over het algemeen op de Hekellaan, ter hoogte van het Nachtegaalslaantje. Aan de overzijde kunt u parkeren voor h2,- per uur. Vandaar is het vijf minuten lopen naar het museum. Voor h2,20 per uur kunt u naast het museum parkeren in parkeergarage de Wolvenhoek, adres Wolvenhoek 12. Stadsbussen stoppen onder meer op de Parade.
U kunt ook parkeren op het Transferium Pettelaarpark, Pettelaarpark 59 (staat niet op de plattegrond). De bus brengt u in tien minuten naar de Parade. De wachttijd tussen de bussen kan 20 minuten bedragen. U betaalt voor maximaal vier personen 3 euro. Vanaf station ‘s-Hertogenbsoch is het 15 tot 20 minuten lopen. Station at tra rss we Ver
Parade 4
straat Water
Bethaniëstraat
3
Sint Jan
1
Het Noordbrabants Museum
Hekellaan
A2 - Transferium
eg ew rs laa tte Pe
Zuidwal
2
15