> Docentenhandleiding 2012 Mogelijk gaat u met uw leerlingen naar een tentoonstelling van World Press Photo 2012. Met het werkboekje genaamd ‘Mijn Album’, kunnen de leerlingen op de tentoonstelling zelfstandig aan de slag. Of u nadien de vragen nakijkt is aan u, de vragen zijn zo geformuleerd dat discussie onderling tijdens het kijken naar de foto’s gestimuleerd wordt. Door het maken van de vragen leren de leerlingen onder meer wat nieuws is, leren ze wat persfotografie is, en wat persvrijheid betekent. Ook leren ze beter kijken naar fotografie. Snelle leerlingen met hoog niveau zullen de vragen in een uur kunnen beantwoorden. Leerlingen met een lager niveau hebben waarschijnlijk meer tijd nodig om alles af te kunnen maken. Om u te ondersteunen bij een mogelijke voor- en/of nabespreking, en het beantwoorden van vragen op de tentoonstelling zelf, vindt u hieronder meer informatie over persfotografie, nieuws, de winnende foto en de organisatie World Press Photo.
Kijk & Klik > Docentenhandleiding Kijkwijzer Voortgezet Onderwijs 13 t/m 16 jaar
1
> wat is nieuws?
Nieuws is een gebeurtenis of situatie die: 1. Afwijkt van de normale situatie 2 Nog niet of nauwelijks bekend is, die nieuw is. 3 Belangrijk is voor de lezer of kijker 4 Voelt alsof het dichtbij gebeurd is (in afstand) 5 Gaat over een actueel thema 6 Grote gevolgen heeft 7 Emotie en spanning teweeg brengt bij de lezer of kijker 8 Betrekking heeft op bekende mensen. In de les voor de leerlingen is de definitie van Nieuws versimpeld. In de les staat: Persfoto’s zijn anders dan reclamefoto’s of kunstfoto’s. Op persfoto’s staat nieuws. Wat nieuws precies is, daar denkt iedereen anders over. Maar twee dingen zijn voor iedereen die bij media werken belangrijk. > Nieuws is iets wat bijna niemand nog weet, of net is gebeurd. Bijvoorbeeld dat er een bom is ontploft, of dat Michael Jackson net dood is gegaan.
> Nieuws is iets wat voor veel mensen grote gevolgen heeft. Bijvoorbeeld dat er een besmettelijke ziekte uitbreekt, of een massaontslag veroorzaakt door de financiële crisis. Een beknopte omschrijving van ‘nieuws’ is lastig te geven. Wat voor de een nieuws is, is voor de ander helemaal niet belangrijk. Het nieuws van de dag in Buenos Aires is misschien helemaal geen nieuws in Peking. Omdat er in de wereld voortdurend zoveel gebeurt, kunnen de media onmogelijk alles naar buiten brengen. Daarom hanteren redacties en persbureaus bovengenoemde richtlijnen om een snelle selectie in het nieuws te kunnen maken. Een bericht wordt bijvoorbeeld eerder als nieuws bestempeld als het een spannende of totaal nieuwe gebeurtenis betreft of over belangrijke of beroemde mensen gaat. Soms zijn die richtlijnen voor nieuws zelfs heel specifiek. Een brand haalt het bij sommige media bijvoorbeeld alleen als er een schade van minstens een miljoen dollar is en verkeersongelukken pas als er doden bij vallen of veel gewonden. De lezer zelf, en dus het medium, is ook een belangrijke factor bij het bepalen van wat nieuws is. Het Financiële Dagblad heeft lezers die bovenmatig geïnteresseerd zijn in
economie, en zal daardoor gebeurtenissen in de financiële sector en het bedrijfsleven belangrijker achten dan andere gebeurtenissen. Het Dagblad van het Noorden zal weer groots berichten over het wel of niet doorgaan van een nieuwe spoorlijn naar Leeuwarden of Groningen, omdat dat van belang is voor zijn lezers.
> wat is persfotografie?
Persfoto’s zijn foto’s die worden gemaakt door fotojournalisten, volgens de journalistieke codes. Een persfoto laat de werkelijkheid zien, er mag niets aan de foto zijn gemanipuleerd. Een persfotograaf registreert slechts, en onderscheidt zich daarmee van kunsten reclamefotografen. Een uitzondering hierop vormt het portret. Bij een portret mag de fotograaf wel ingrijpen op de situatie en de geportretteerde neerzetten zoals hij of zij wil. Een persfoto deelt de toestand van de wereld met de kijker, maakt de kijker deelgenoot van de gebeurtenis. Voor veel persfotografen die werken in moeilijke omstandigheden, bijvoorbeeld oorlogsgebieden of plekken waar hongersnoden of natuurrampen plaatsvinden, is hun motivatie: de wereld laten weten wat er gebeurt.
Want misschien kan de wereld er dan iets aan doen. Een persfoto laat altijd nieuws zien. Als het niet gaat om een recente en opzienbarende gebeurtenis, dan betreft het een onderwerp, toestand of verhaal dat nog bij weinig mensen bekend is. De serie van portretten in de verhoorkamers in de Oekraïne, dit jaar op de tentoonstelling te zien, is daar een goed voorbeeld van. Ook kan het zijn dat de foto een bekend onderwerp op een nieuwe manier laat zien, zoals de serie over de neushoorns, of de stilistische foto’s van het wereldkampioenschap zwemmen. Beiden dit jaar te zien.
> verantwoordelijkheid persfotograaf
Het is de verantwoordelijkheid van de persfotograaf om foto’s te maken en te kiezen die een realistische weergave zijn van het verhaal, zoals ook een schrijvende journalist dat moet doen. Zoals een schrijvende journalist beide kanten van een conflict hoort te beschrijven, moet ook een fotojournalist laten zien dat er meerdere kanten zijn. Die verantwoordelijkheid neemt toe naarmate er minder (foto) journalisten op locatie zijn. Hij of zij is dan de enige die de wereld moet
2
3
vertellen wat er gebeurt en de kijker of lezer moet erop kunnen vertrouwen dat de journalist niet partijdig is en hen volledig informeert. Een fotojournalist moet zelf dus ook steeds kritisch zijn. Want net zoals u liever mooi op de foto staat dan lelijk, wil iedereen dat. En wil iedereen slechte dingen verborgen houden. Of juist anderen zwartmaken door leugens te verspreiden. Het gebeurt dat mensen een dramatische toneelspel opvoeren voor fotojournalisten in de hoop dat het in de krant komt en de tegenpartij zo wordt zwart gemaakt. Dan laat de foto niet de werkelijkheid zien, maar een leugen. Het is de verantwoordelijkheid van de persfotograaf om aan te voelen of iets wat ze fotograferen echt is of niet. Daarom moet een persfotograaf zich verdiepen in het gebied waar hij of zij werkt, in de situatie en de mensen. Persfoto’s zijn echter vaak ook subjectief. De blik waarmee de fotograaf de wereld beziet, is soms terug te zien in de foto’s. Een fotograaf die de president en dictator, kiest er waarschijnlijk voor een foto te maken waar dit uit blijkt, zodat iedereen dit kan herkennen. De foto’s van de kinderbruiden in Jemen zijn een goed voorbeeld om deze subjectiviteit uit te leggen. De foto’s zijn gemaakt door een Amerikaanse fotografe die zich vaak
bezighoudt met mensenrechten en gender issues. Haar blik op kinderbruiden is een Westerse blik. Fotografen uit het Midden-Oosten zouden hier heel anders naar kunnen kijken, en zouden er waarschijnlijk ook een andere serie over maken.
van alle belangrijke gebeurtenissen zonder dat ze daarin belemmerd worden, zonder dat ze gevangen worden genomen of vermoord.
> persvrijheid
kamer binnen en namen Cole’s filmrollen en paspoort in beslag. Cole had het filmpje met de foto’s van de jongen voor de tanks echter in een plastic kokertje in de stortbak van het toilet weten te verstoppen. Hij verstuurde het later naar het persbureau AP en het Amerikaanse tijdschrift Newsweek.
Het komt regelmatig voor dat een regime of een organisatie niet wil dat er journalisten en persfotografen komen om vast te leggen wat er gebeurt. Vaak zijn ze bang dat er dingen bekend worden waar andere mensen boos over worden, die zich vervolgens met het land of de organisatie gaan bemoeien. In sommige landen moeten persfotografen zich registreren als ze er naar binnen gaan. Zo kan de overheid in de gaten houden in welke zaken ze hun neus steken. Soms worden persfotografen het land weer uitgestuurd, soms worden ze gevangen gezet. Het komt ook voor dat een journalist of een persfotograaf vermoord wordt, omdat ze dingen op het spoor zijn die andere mensen liever verborgen houden. Persvrijheid houdt in dat journalisten en persfotografen verslag kunnen doen
In 2011 werd het journalisten die de Arabische Lente versloegen in sommige landen erg moeilijk gemaakt. Het was machthebbers er veel aan gelegen hen dwars te liggen, onder meer door internettoegang moeilijk of onmogelijk te maken. Ook werd journalisten de toegang tot het land geweigerd en werden zij zelfs vastgezet of aangevallen. Zo haalde het Egyptische regime een satelliet van Al Jazeera uit de lucht en zette journalisten van het netwerk tijdelijk gevangen. Het kantoor van de omroep in Cairo werd in brand gestoken, vermoedelijk door aanhangers van president Mubarak. Het regime in Syrië maakte jacht op journalisten, zette hen gevangen en stuurde hen terug. Volgens sommigen ging dit geregeld gepaard met geweld. Fotograaf Rémi Ochlik, die dit jaar op de World Press Photo tentoonstelling te zien is met zijn serie over de opstand in Libië, overleed op 22 februari 2012 in Homs. Hij deed daar verslag van de
Persvrijheid is goed uit te leggen met het verhaal achter bovenstaande iconische foto. In 1989 reisde fotograaf Charlie Cole naar China om verslag te doen van de studentendemonstraties voor democratische hervormingen. De demonstraties werden bloedig neergeslagen door het leger. Cole maakte de beroemde foto van een jongeman die op het plein van de Hemelse Vrede (Tiananmen) tegenover een rij van tanks van het Volksbevrijdingsleger staat. China was in die tijd een heel gesloten land. Het nieuws dat wel naar buiten kwam, was grotendeels afkomstig van de regerende communistische partij. Deze foto veranderde dat. De foto toonde de wereld de onvrede van het Chinese volk met de situatie in hun land. Cole maakte de foto vanuit een hotelkamer die uitkeek over het plein. Later stormden agenten van de Chinese geheime dienst de
4
5
opstand in Syrië. Hij kwam om door een bombardement op een klein mediacentrum dat naast het ziekenhuis was opgetrokken door opstandelingen. De Britse journalist Marie Colvin was ook in het centrum, ook zij overleed ter plekke. Vaste telefoonlijnen in Homs werkten niet meer. De regeringstroepen zouden signalen hebben gezocht van mobiele telefoons, en die plekken vanuit de lucht hebben aangevallen. Het is waarschijnlijk dat het bombardement op het mediacentrum een bewuste aanslag van de regering was op de journalisten.
> kritisch kijken
Nieuwsmedia maken steeds vaker gebruik van amateurfoto’s bij het brengen van nieuws. Tenslotte hebben steeds meer mensen een camera op zak via hun mobiele telefoon. Getuigen kunnen zo gebeurtenissen meteen vastleggen, soms nog voor dat een fotojournalist ter plekke kan zijn. Persbureaus als Associated Press (AP) en Reuters hebben daarom deals met amateurfotowebsites als Istock of Flickr. World Press Photo koos dit jaar als Special Mention het beeld van een gewonde Muammar Gaddafi die op een militair voertuig wordt getrokken. Het beeld is een still uit een filmpje dat met een mobiele telefoon is gemaakt.
Media plaatsen foto’s om nieuws te verduidelijken en als bewijs dat iets echt is gebeurd. Maar ze doen het ook om aandacht te trekken of emoties op te roepen. Persfoto’s moeten ons (een deel van) de werkelijkheid tonen. Kranten of tijdschriften moeten er daarom op kunnen vertrouwen dat de foto die zij plaatsen een waarheidsgetrouw beeld van de gebeurtenis schetst. Een journalistiek medium ontleent zijn bestaansrecht tenslotte aan de geloofwaardigheid van het nieuws dat het brengt.
Het gebruik van amateurbeelden brengt wel risico’s met zich mee. Hoe weet een krant of nieuwssite dat de beelden betrouwbaar zijn? Misschien heeft iemand de foto wel in scène gezet om iemand anders zwart te maken. De herkomst van de foto’s moet daarom goed worden gecheckt door de redactie. En zelf moet je ook kritisch kijken: waar zie ik deze foto? Is dat een betrouwbaar medium? Zou deze foto het hele verhaal vertellen, of slechts een deel van het verhaal? Daarom is het ook goed om niet alleen de foto te bekijken maar om ook goed het onderschrift en het stuk erbij te lezen.
> world press photo
World Press Photo is een onafhankelijke non-profitorganisatie die in 1955 in Nederland is opgericht. Haar belangrijkste doelstelling is om internationaal het werk van professionele persfotografen te steunen en te bevorderen. In de loop van de jaren is World Press Photo uitgegroeid tot een onafhankelijk platform voor fotojournalistiek en de vrije uitwisseling van informatie. Om haar doelstellingen te realiseren organiseert World Press Photo jaarlijks de grootste, meest prestigieuze fotowedstrijd voor persfotografen. Dit jaar hebben 5.247 fotografen uit 124 verschillende landen 101.254 foto’s ingestuurd. Ze werden beoordeeld door een onafhankelijke, internationale jury die bestond uit erkende professionals op het gebied van persfotografie. Ze bekroonden 57 fotografen uit 24 landen. De winnende foto’s zijn bijeengebracht in deze reizende expositie, die jaarlijks op ruim 100 locaties in 45 landen door ongeveer 3 miljoen mensen wordt bezocht. Het jaarboek waarin alle bekroonde inzendingen worden gepubliceerd, verschijnt jaarlijks in zeven talen. Behalve het organiseren van het uit-
gebreide expositieprogramma houdt World Press Photo ook nauwgezet de ontwikkelingen in de fotojournalistiek bij. In de activiteiten van de organisatie spelen ook educatieve projecten een belangrijke rol. In ontwikkelingslanden worden seminars en workshops georganiseerd, die toegankelijk zijn voor individuele fotografen, fotoagenten en beeldredacteuren. In Nederland wordt de jaarlijkse Joop Swart Masterclass georganiseerd, die speciaal bestemd is voor getalenteerde fotografen aan het begin van hun carrière. Ze krijgen praktische instructies en professioneel advies van mensen werkzaam in de foto industrie. Op de website van World Press Photo, www.worldpressphoto.org, kunt u alle winnende verhalen in hun totaliteit vinden, met de technische informatie over de foto’s, informatie over de fotografen en interviews die met enkele winnaars zijn opgenomen. Bekroonde inzendingen die zijn gewijd aan multimediaproducties, kunnen hier ook worden bekeken. Uiteraard is er ook meer te vinden over de organisatie.
6
7
> de winnende foto
De World Press Photo van het Jaar 2011 is gemaakt door de Spaanse fotograaf Samuel Aranda (1979). Hij maakte de foto voor The New York Times. Op de foto zie je Fatima al-Qaws die haar zoon Zayed (18) vasthoudt. Zayed lijdt aan de gevolgen van traangas nadat hij heeft meegedaan aan een straatbetoging in Sanaa in Jemen op 15 oktober. De aanhoudende protesten tegen het 33 jaar oude regime van de autoritaire president Ali Abdullah Saleh escaleerde deze dag. Getuigen verklaarden dat duizenden betogers door de stad marcheerden en werden beschoten toen ze bij een controlepost van de regering vlakbij het ministerie van Buitenlandse Zaken kwamen. Er vielen minstens 12 doden en 30 mensen raakten gewond. Mevrouw al-Qaws – die zelf ook bij het verzet tegen het regime was betrokken – vond haar zoon terug in een moskee, die tijdelijk als veldhospitaal was ingericht. Zayed lag na het incident twee dagen in coma. Hij liep nog twee keer verwondingen op tijdens latere demonstraties. Op 23 november vluchtte president Saleh naar Saoedi-Arabië, waar hij zijn
handtekening zette onder een machtsoverdracht aan zijn vicepresident Abdurabu Mansur Hadi. Salehs bewind eindigde formeel toen Hadi na verkiezingen op 25 februari 2012 als president werd beëdigd.
> motivatie van de jury
Juryvoorzitter Aiden Sullivan schreef het onderstaande over de selectie van de winnende foto: “De jury van 2012 stond voor de zware taak een voorselectie te maken uit de ruim 100.000 foto’s die haar werden voorgelegd, en vervolgens te beslissen welke foto’s het summum van de fotografie in 2011 vertegenwoordigen. De jury van de eerste ronde deed haar werk vastberaden en resoluut. De overgebleven selectie was van hoge kwaliteit, zodat de juryleden in de tweede ronde elk beeld uitgebreid konden beoordelen en bespreken. Naarmate de eindronde naderde, spraken we steeds vaker over de Arabische Lente, de tsunami en de andere belangrijke gebeurtenissen die 2011 bepaalden. Ondanks alle tragiek en leed hoopten we een beeld te kiezen waaruit hoop spreekt; een
beeld dat niet alleen de gebeurtenissen van 2011 weerspiegelt, maar dat ook inspireert en bemoedigt. Naar ons gevoel draait het in de Arabische Lente om het volk, om de moed van gewone mensen die hun bijdrage leveren aan een belangrijk hoofdstuk in de geschiedenis van het Midden-Oosten. Er is al veel gezegd en geschreven over de winnende afbeelding van Samuel Aranda en de gelijkenis met de Piëta. En de foto roept medeleven op – ze toont een schrijnende, deerniswekkende gebeurtenis, het menselijk aspect van een groots gebeuren. Een tijdloos beeld van een moeder die haar moedige zoon wiegt. Het is een foto die op ons netvlies zal blijven, en tegelijk een beeld dat ons – als we terugkijken op dit boek en de gebeurtenissen van 2011 – zal herinneren aan de mensen die alles riskeerden om dat waarin ze geloven waar te maken.”
> interview met Samuel Aranda
Hoe is je belangstelling voor fotografie en fotojournalistiek ontstaan? “Als tiener hield ik me bezig met graffiti en ik maakte foto’s van mijn werk. De overstap naar de fotografie verliep dus bijna toevallig. Later fotografeerde ik de buitenwijken van Barcelona, waar ik geboren ben. Ik voelde me altijd al betrokken bij maatschappelijke ontwikkelingen en krakers, en er waren ook veel immigranten in mijn wijk. Ik documenteerde de wijk en verkocht mijn foto’s aan dagbladen. De fotojournalistiek speelde dus al vanaf het begin een rol. Het was voor mij een manier om zaken te documenteren die volgens mij aan het licht moesten worden gebracht en opgemerkt.” Je bent opgegroeid in Barcelona en woont nu in Tunesië. Hoe ben je tot die stap gekomen? “Ik voel me aangetrokken tot de sociale cultuur van de Arabische wereld. De mensen zijn opener en vriendelijker. Het is een samenleving die nog gemeenschapszin kent. In januari 2011 ging ik naar Tunesië om de revolutie te fotograferen.
8
9
Tijdens mijn verblijf daar bezocht ik het dorpje Sidi Bou Said. Het is een prachtig oord vlak bij zee, een goede uitvalbasis voor de regio; het leven is er minder duur dan in Barcelona en de situatie is nu ook weer rustig. Ik besprak het met mijn vriendin en toen zijn we verhuisd.” Hoe ben je in Jemen terechtgekomen? “The New York Times had daar een fotograaf nodig, maar het was heel lastig toen om een persvisum te verkrijgen. Ik werkte een paar weken aan een manier om het land binnen te komen en ik slaagde erin een ‘achterdeur’ te vinden. Maar ik vond het ook belangrijk dat ik steun van mijn redacteuren had, en het was zeker niet gelukt zonder de inspanningen van het fototeam van The New York Times. Uiteindelijk bracht ik bijna drie maanden in Jemen door – van oktober tot eind december 2011. Voor zover ik weet werkten toen maar heel weinig buitenlandse fotojournalisten in Jemen, hooguit vier of vijf man. Lokale fotografen hebben me enorm geholpen tijdens mijn verblijf. Het was nogal een uitdaging, niet alleen om het land zonder officiële vergunning binnen te komen, maar ook om er te kunnen blijven en te werken. Maar dat is niet echt relevant. Als fotojournalist
weet je dat risico’s nemen bij het vak hoort. Wat telt zijn de mensen die we fotograferen, de mensen die dagelijks moeten lijden.” Kun je het verhaal achter de winnende foto beschrijven? “Ik nam de foto op 15 oktober. Die ochtend was alles nog rustig. Bijna dagelijks hadden de tegenstanders van de regering in de hoofdstad Sanaa gedemonstreerd. Ze riepen om democratie en eisten dat president Ali Abdullah Saleh zou aftreden en zou worden vervolgd. De stemming sloeg om toen regeringsgetrouwe sluipschutters op demonstranten begonnen te schieten. Ook vuurden tanks raketten af vlak bij ‘Change Square’, waar de demonstranten hun basis hadden. Ik zocht dekking in de moskee die ze als noodhospitaal hadden ingericht. Te midden van alle chaos trof ik daar mevrouw al-Qaws aan, die haar achttienjarige zoon Zayed in haar armen hield. Ze was heel rustig en verzorgde Zayed. Ik maakte een paar foto’s en toen namen mensen hem voor behandeling mee naar het ziekenhuis. Die dag werden twaalf mensen gedood en vielen er ruim dertig gewonden.”
Wat betekent de foto voor jou? “Voor mij toont de foto de intensiteit van de gevoelens tussen Fatima al-Qaws en Zayed. De foto moedigt toeschouwers ook aan – moeders in het bijzonder misschien – om na te denken over de mensen, en niet over de nikab, over het vooroordeel dat wij in het Westen hebben tegenover de Arabische wereld. Toen ik in februari 2012 terugkeerde naar Jemen, vertelden mensen me dat ze verheugd waren over de prijstoekenning, en over het feit dat er in de media weer over Jemen werd gesproken. Ik wilde Fatima en Zayed terugvinden. Een paar vrienden brachten me met hen in contact en we ontmoetten elkaar bij hen thuis. Fatima vertelde dat ze blij was dat de foto liet zien dat je niet per se een terrorist hoeft te zijn als je een nikab draagt. En zowel zij als Zayed was blij met de hernieuwde mediabelangstelling voor Jemen als gevolg van de prijstoekenning. Ze geloofden dat de foto de zaak van de revolutie vooruit kon helpen. Mijn ontmoeting met Fatima en Zayed onder deze omstandigheden was een fantastische ervaring. Iets dat ik me de rest van mijn leven zal blijven herinneren.”
10
World Press Photo Jacob Obrechtstraat 26 1071 KM Amsterdam Nederland Telefoon: +31 (0)20 676 60 96 Fax: +31 (0)20 676 44 71
[email protected] www.worldpressphoto.org Photo credits: > Samuel Aranda Spanje, The New York Times World Press Photo of the Year 2012 > Charlie Cole Verenigde Staten, Newsweek World Press Photo of the Year 1989 Colofon: © 2012 World Press Photo Wijzigingen voorbehouden. Samenstelling & tekst: Liedewij Loorbach Ontwerp: Karen Drost Advies: Jurre Janssen en Kari Lundelin Mede tot stand gekomen met behulp van: