AKC K10 Drôme-Provençale 31 mei t/m 14 juni 2009
GROETEN UIT LA BOUCOULE
Inleiding
ook. Het was nu al bijna te veel om in twee weken tijd te kunnen zien.
Van 31 mei tot 14 juni 2009 werd op de camping La Boucoule (Montbrun Les Bains, Drôme Provençale) een kamp georganiseerd door de AKC. Met 29 deelnemers hebben we twee weken mogen genieten van de bijzondere gastvrijheid van Nora Duym en haar partner Ewald.
Aan dit verslag hebben velen meegewerkt, in het kader van privacy zijn echter namen zoveel mogelijk weggelaten. Voor meer informatie of contact met de auteurs kunt u het bestuur van de AKC (KNNV) benaderen.
La Boucoule is in vele opzichten een bijzondere locatie. De website (www.laboucoule.com) geeft wel een indruk van een typisch ZuidFrans landschap maar kan onmogelijk de unieke sfeer van deze camping weergegeven. Feitelijk is het een mini-camping op een mega terrein. De afstand tussen de verst van elkaar afstaande tenten was meer dan 300 meter. Sommigen stonden op een eigen veld, anderen deelden een terras of stonden op de grote weide met de convo tent. Verkeer is hoogst zelden te horen en oordopjes zijn bijna nodig voor de nachtegalen. Men kampeert midden tussen de overdonderende rijkdom van de Provencaalse natuur. Elke dag nieuwe plantensoorten of nieuwe vlinders bleek hier gewoon. Nog moeilijker te beschrijven is de sfeer die Nora en Ewald samen gecreëerd hebben. Gasten zijn per definitie vanaf binnenkomst vrienden van La Boucoule. En dat wordt nog verder versterkt doordat de eigenaren één keer per week voor alle gasten een grootse maaltijd bereiden. La Boucoule was voor ons een onvergetelijk kamp. Zon en af en toe een, soms figuurlijke bui, wisselden elkaar af. Twee deelnemers werden door ziekte getroffen en moesten of vroegtijdig afhaken of een paar dagen missen door een korte observatieperiode in het lokale ziekenhuis. De excursiemogelijkheden waren ruim voorhanden en begonnen al op de camping. Slechts af en toe geplaagd door hevige regenval was het meestal zweten in de vroege zomerzon. Duidelijk was wel dat het topseizoen voor met name planten bijna over was maar misschien was dat maar goed
Een feestelijke slotmaaltijd
Excursies en excursieterreinen Vrijwel alle excursies konden binnen een straal van 20 kilometer rond de camping aangeboden worden. In de onderstaande tabel en de daarbij behorende kaart wordt een overzicht gegeven van de verschillende locaties. 1. Omgeving La Boucoule In vroeger tijden, tot in de vorige eeuw, is ook dit deel van het Franse platteland dichter bewoond en bebouwd geweest. Wat nu rest zijn veel verlaten akkers gelardeerd met restanten bijna ongerepte maquis en lagere garrique vegetatie. Meestal lage exemplaren van Donzige eik (Quercus pubescens) en Steeneik (Quercus ilex) domineren de boomlaag. In de kruidlaag van met name de veel opener garrique zijn diverse orchideeën, met Hondskruid (Anacamptis pyramidalis) als algemeenste, te vinden. La Boucoule (800 m) is gelegen in een dal omsloten door glooiende hellingen. Vanuit het dal zijn diverse excursiemogelijkheden aangeboden. Lopend naar Montbrun, westelijk naar Niègle en dan terug via Ubac de Gourge of doorlopend langs Ubac de Vic. Noordelijk ligt de Col des Arles (1015 m) met halverwege het fossielenpad. 2. Ferassières en Col de l’Homme Mort Noord van Ferassières ligt de Montage d’ Albion met op 1211 m de Col de l’Homme Mort. Een dicht bebost gebied met aan de zuidzijde weiden en akkers.
3. Sault Aan de oostelijke toegangsweg naar de Mont Ventoux ligt Sault temidden van een glooiend dal. Lavendelakkers omzoomd met bloemrijke bermen en houtwallen geven een goed beeld van het Provençaalse cultuurlandschap. Rijk aan vlinders en bijzondere akkeronkruiden. 4. Brantes In het dal van de Toulourenc, aan de noordflank van de Mont Ventoux ligt het arendsnest Brantes. Versterkt tegen vroegere roofzuchtige indringers is het nu een verstild en toeristisch aantrekkelijk dorp. Oostelijk en westelijk van het dorp geeft een lange afstandswandelpad gelegenheid om het gebied te exploreren. De maquis-, en daarop aansluitende garriquevegetatie is hier beter ontwikkeld. Mediterrane soorten als Terebint (Pistacia terebinthus) en Spekwortel (Tamus communis) kunnen hier gevonden worden. 5. Mont Ventoux De kale berg (1841 m) biedt begin juni al bijzondere alpiene flora. Veel is uitgebloeid. Zeker veroorzaakt door drukte zijn ook vogels van het hooggebergte schaars. Op de noordhelling bevind zich een goed ontwikkeld loofbos (met name beuk en esdoorn) waar een natuurpad (vernoemd naar de entomoloog J.H. Fabre) is uitgezet.
In verband met copyright kan in dit verslag geen afdruk van de betreffende Michelinkaart (332, 1:150.000) gebruikt worden. IGN kaart 3240 OT biedt op een schaal van 1:50.000 informatie over de directe omgeving van Montbrun-lesBains.
Montagne du Buc La Boucoule
D40
Ubac de Gourge Ubac de Vic
D54 2
D1
Brantes
59
Montbrun-les-Bains Col de l’Homme Mort
D9
42
Mont Ventoux
Aurel
Ferrassieres
D16 4
St-Trinit Sault
Excursies kamp 10 Drôme - Provence 2009 Op de camping - oprijlaan 1-6-2009 1-1 weitje Richting Niègle - Ubac de 1-2 Courge 2-6-2009 2-1 Montbrun 2-2 Natte vallei 3-6-2009 3-1 Kapel la Donne 3-2 Col des Arles, Eyrolle 3-3 zie 2-1 4-6-2009 4-1 Col des Arles via west. route 4-2 Niègle- Ubac de Gourge 4-3 Sentier Botanique Savoillan 5-6-2009 5-1 Brantes - GR 91c 5-2 le Belvédère Mont Ventoux, Sentier de 5-3 découverte J.H. Fabre 6-6-2009 6-1 Aurel Sentier Botanique 6-2 Aurel Roche - Pertuis Monieux Botanische route St.6-3 Hubert
7-6-2009
8-6-2009
9-6-2009
6-4 7-1 7-2 7-3 8-1 8-2 8-3 9-1
Vaison-la-Romaine Monieux La chapelle St.Michel Marquisan St.Trinit auto 27 min. Vergol Ubac de Vic zie nr.5-2 zie nr. 6-4
start
Hoogte verschil
camping
10 m
2 km
½
¼
camping camping camping camping camping
80 m 150 m 80 m 200 m 400 m
5 km 10 km 4 km 5 km 12 km
½ ¾ 1 ¾ 1
fossielen
camping camping auto 10 min auto 12 min auto 27 min
200 m 50 m 150 m 200 m 475 m
9 km 7 km 2 km 10 km 11 km
1 ¾- 1 ½ ¾-1 1
auto 38 min auto 15 min auto 15 min
165 m 50 210 m
6 km 3 km 7 km
½-¾ ½ ½-¾
auto 28 min
100 m
auto 18 min auto 13 min auto 13 min auto 8 min auto 5 min
380 m 125 m 80 m
Wandeltijd
3u 2u 2 u 20
Wandel afstand
nr Top oGui des *)
dagdeel
Type
40
rood
41
groen
Bijzonderheden
32
½-¾
3u 3u 2u
9 km 10 km 6 km 7 km
1 1 ½-¾ ¾-1 ¾-1
24 33 25
rood blauw groen
cultureel, historisch gorges bos open veld
10-62009
11-62009
12-62009
9-2
zie nr. 7-3
10-1 10-2 10-3
Perrache, na de markt in Sault zie nr. 5-3 zie nr. 5-2
auto 32 min
150 m
2u
6 km
½+½
15
groen
10-4
Montagne du Buc
camping
350 / 700
4u
11
1
x
rood
11-1
auto 9 min
540
3u
11
1
31
rood
11-2 11-3
Les coulets et combes d'Aurel Le col de Fontaube, start Brantes zie nr. 6-3
auto 12 min
400
4u
14
1
35
rood
12-1 12-2
Col de l'Homme Mort zie nr. 10.4
auto 10 min.
50 400
2-5u
var.
var.
*) TopoGuides Le Pays du Ventoux...à pied
Sfeerverslag 1 juni 2009 La Boucoule - Niègle Prachtig weer na een regenachtige nacht. Een zonnetje en niet te warm. Heerlijk wandelweer en omdat het de eerste excursiedag was, hebben we veel nieuwe planten, vlinders, insecten en vogels gezien en gehoord. We hebben gelopen door afwisselende landschappen, wel steeds de bergen rond de camping in het oog gehouden. We lopen langs stenige hellingen met veel Bieslelie en Kleine gaspeldoorn. We vinden drie soorten vlas, Wit, Geel en Blauw. Geel en Blauw met grote bloemen. Af en toe staan er Grote muggenorchissen tussen en in wat lagere/nattere delen de welriekende nachtorchis. Ook komen we langs weitjes met veel Hondskruid. Natuurlijk staan er ook andere orchissen tussen en verder vliegen er veel vlinders, waaronder veel Blauwtjes. In het “bos”gedeelte, met o.a. Eik vinden we het Rood bosvogeltje en nog enkele andere soorten. Als het bos een beetje nadert, vliegt de Blauwe ijsvogelvlinder rond, een teken dat er Kamperfoelie in de buurt moet groeien. Een prima wandeling! 2 juni 2009 La Boucoule – Montbrun De zon schijnt al volop als we vertrekken met 12 personen. Al snel loopt een groepje door, terwijl we met z’n zessen achterblijven omdat er plantjes op naam gebracht moeten worden en vlinders gevangen. De vlinders moeten nog opwarmen, daardoor is het mogelijk om het Kalkgraslanddikkopje te fotograferen. Ook wordt de mooie Azuurblauwe ossetong (Anchusa azurea) op naam gebracht en een aantal andere planten volgen. O.a. de Coronilla scorpioides met op Schorpioen lijkende vruchten en de Kleine morgenster. Het tempo van de laatste groep blijft laag. Op een bepaald moment zien we Jaap Uittien van de eerste groep terugkomen voor Ria en Rixt, die dan met hem verdwijnen. Met vier mensen blijven we over
en lopen we in ons matige tempo door, onderweg al kijkend, vangend, fotograferend en wijzend om elkaar van alles te laten zien. We komen uit bij de 1e blauwe brug, langs de weg lopend. 2 juni 2009 La Boucoule Lopend vanaf het kamp is de excursie begonnen. Het eerste gedeelte bestond uit stenige kalkhellingen. Daarna kwamen wij in een gebied met los materiaal en diepe erosiegeulen met weinig vegetatie. De groep heeft zich gesplitst, de ene helft ging het dal in, de andere groep bleef op hoogte en volgde de route. Zij kwamen door een bosachtig gebied met dezelfde kalkvegetatie als de kalkhellingen. Het laatste gedeelte van de tocht liep door een laag gelegen vochtig, kleiïg gebied met een eigen vegetatie. Tot slot volgde het fantastische zicht op de camping. Waar wij om 2 uur aankwamen. Kortom een mooie, afwisselende tocht met veel planten, vlinders en zelfs nog een roofvogel. 3 juni 2009 La Boucoule - kapel
Wij wandelden over het pad op de heuvel achter het kampeerterrein, met 13 personen, naar de Chapelle die gebouwd is in 1856 en ligt op een hoogte van ca. 950 m. Het terrein was hoofdzakelijk bedekt met veel lage Eiken en wat Brem. Het was deels open terein, waarbij je kon genieten van mooie vergezichten. Embrun en het kampeerterrein waren in volle glorie te zien alsook de “verbleekte” Mont Ventoux. Zoals gewoonlijk werd er onderweg veel gezien en stilgestaan bij vlinders, planten, en hier en daar een vogeltje. Maar ook vliegen en torren gingen over de tong! Boven gekomen was de Chapelle, die mooi gerestaureerd is. Het kapelletje ligt stil en verlaten op de rots die je vanaf het kampeerterrein ziet. Ook vanaf dit punt heb je een prachtig uitzicht over de omgeving. Er werd veel gegeten, gedetermineerd en geplast. En zo was ‘t. In een uurtje waren wij weer terug naar 750 m, weliswaar met voor twee man een laddertje op de rug. En achteraf moest het laddertje toch, ten behoeve van het klokje, weer terug. 4 juni 2009 La Boucoule - Toulourenc Het eerste deel van de tocht naar La Niègle hadden we de eerste dag (1 juni) al gelopen. De steenachtige hellingen met af en toe weitjes met orchideeën kwamen ons bekend voor. Een zijbeek van de Toulourenc gaf een beetje water. Dichtbij een vrije camping zagen we een vijver waarvan het waterpeil flink was gezakt. Hier ontmoetten we de Adderringslangen en de libellen van de lijst. Toen we doorliepen, staken we de rivier de Toulourenc over en kwamen we in de gorge. Hier waren de weilanden en bermen rijker: Beemdkroon, Vleugeltjesbloem, Bokkenorchis. Daarna duiken we links het bos in. Een wat rijker bos met veelal dennen. Onderbegroeïng: Sleutelbloem (stengelloze), Leverbloempje, Bijenblad, Geel vingerhoedskruid en toch een heel aantal Bosorchissen.
Aan het eind komen we op de weg bij een veld tijm, dit is weer de bekende weg. 4 juni 2009 Savoillan – sentier botanique Het botanische pad ligt op een westhelling, voornamelijk door een bos met Donseik (Quercus pubescens). De meest voorkomende bomen en struiken zijn met naam en plaatje aangegeven. Een deel van het pad gaat onder langs een steile kalkwand. Het is een excursie om aan het begin van een kamp te doen, vooral om bomen en struiken te leren kennen.
5 juni 2009 Brantes Het is bewolkt als we vertrekken. Nog maar net op pad, het smalle pad van de G.R.9.1c naar boven, begint het te regenen. Daardoor zien we minder planten en vlinders. Wel blijft de Bergfluiter zingen, ook al regent het. Om half 11 wordt het droog. Dan komen we op kleine weitjes met Ophrys soorten als Hommelorchis en Snippenorchis. In het bos beginnen de Breedbladige wespenorchissen te bloeien. Vrij laag vliegen de Bruine zandoogjes en zien we een Rotsvlinder en een Argusvlinder. Maar er vliegt niet veel. Bovenop de berg is een leuke vegetatie van Tijm met Witte
bremraap, Bergalant, Bergandoorn en twee soorten anjers. Inmiddels is de regen weer gaan vallen en duiken we weer in de jassen. Na het pad naar links min of meer gevonden te hebben, lopen we langs wei/hooilanden en mooie bermen terug naar het dorp. Het wordt inmiddels weer droog, het zonnetje komt en de vlinders gaan weer vliegen, vooral de blauwtjes. Beneden in het dorp is de grote verrassing het Spaans oranje zandoogje (Pyronia bathseba) voor het eerst in al die jaren gezien. En het dorp is de moeite van het bekijken waard. 5 juni 2009 Mt. Ventoux Vandaag vertrokken we voor het eerst met regenspullen: paraplu’s, cape’s, regenjacks en –broeken. Ook extra warme vesten meegenomen want op de Mont Ventoux is het altijd zo’n 10 ºC kouder dan op de camping. 13 mensen (in 3 auto’s) stapten uit bij een mooi uitzichtpunt, het regende een beetje, het uitzicht was mooi in de verte en mooi op korte afstand: een helling vol graslelies. De tweede keer stopten we bij een ogenschijnlijk kale helling, die toch allerlei plantjes bleek te hebben. En een oude schapenschedel, waarmee in combinatie met een steenmannetje een kunstwerk tot stand kwam. Op de Mont Ventoux bleven 4 personen planten kijken. De overigen wilden het Sentier Jean Henri Fabre doen. Eerst koffie op Station Mont Serein, toen op weg. Net begonnen met lopen, daar werden we overvallen door een stortbui! We schuilden in een lege schapenstal, waar we gelijk maar ons brood opaten. Om 13.00 uur konden we gaan lopen. Mooie wandeling, goed aangegeven, interessante informatieborden (als je Frans kent) en afwisselend terrein met soms echt prachtige uitzichten.
7 juni 2009 Sault, lavendelvelden De excursie was een rondwandeling. Voor ¾ over geasfalteerde wegen. Het laatste stuk over een weide pad. Aanvankelijk over een pad langs de lavendelvelden. Mooie wegbermen met de gebruikelijke flora.. O.a. Doornzaad, Trichorella corniculata, Bromus sterilis, Hongaarse wikke, Tragopogon dubium, Bolderik, Breukkruid. Later kwamen we door bosachtig terrein. Veel meer orchideeën (Bosvogeltje). De lunchplek lag het hoogst. Hier weer meer weilanden, met Bokkenorchis, Snippenorchis, Hommelorchis en Hondskruid. Het laatste deel liep door akkerland.
7 juni 2009 St. Trinit. Van de excursieleiders hadden we een beschrijving van de wandeling meegekregen. Hierin stond info over het 12e eeuwse kerkje, wat we eerst bezochten. Daarna gingen we richting begraafplaats, waar de wandeling werd aangegeven d.m.v. bordjes. Het eerste stukje bos was erg saai, maar daarna kwam het mooie gedeelte. Vooral de akkers en akkerranden waren waren bloemrijk en we zagen veel insecten. Omdat het hoogteverschil klein was, was het een zeer plezierige en gemakkelijke wandeling in heerlijk weer. Een mooie tocht die we om 4 uur besloten met het kijken naar de plaatselijke zeepkistenrace. We hebben veel planten en vlinders waargenomen.
8 juni 2009 l’Ubac de Vic Na de Polo van Renée van de parkeerplaats geduwd te hebben zijn we om 9.00 uur vertrokken. Van te voren de kaart bestudeerd hebbend, leek het een goede keuze de route tegen de klok in te lopen. Dat betekende wel dat we halverwege geconfronteerd werden met een stijging van 100 meter over een grindpad. Iedereen heeft het gehaald. De verschillen in begroeiïng tussen de noord- en de zuidhelling waren opmerkelijk met name de zuidhelling vertoonde op sommige plaatsen al dorre plekken die op een hete zomer duiden. Toch nog leuke vondsten: een Spaanse eikenpage, rijpe kersen, Welriekende muggenorchis, Vliegenorchis, Witte reseda en een blauwe strobloem. 10 juni 2009 Montbrun – La Boucoule De auto van Ria moest voor reparatie worden ingeleverd bij de garage. Michel heeft haar vergezeld en samen zijn ze via het kasteel en de middeleeuwse weg teruggelopen naar de camping. De vegetatie was na 10 dagen kamp al aardig bekend. Het ging nu vooral om het bekijken en determineren van leuke soorten. 10 juni 2009 Montagne du Buc Richting Col d’Arles slaan we halverwege af het fossielenpad in. Naar fossielen hoeven we niet te zoeken, ze liggen er voor het oprapen. De flora verandert zoetjes aan van weelderig, met nog wat loofbomen, via weidehellingen met dennenbomen, naar de kale
Montagne du Buc. Het is een stevige klim, maar goed te doen. Waar op de kaart iets vaags staat aangegeven, staat in werkelijkheid een bord met een heirbaan naar boven. Daar hebben we ruim uitzicht op de Mont Ventoux en de alpen. Het is een gezoem en gefladder van jewelste op de top, veel koningspages en de apollovlinder, en een heel lage, dappere bergflora waaronder piepkleine vogelmelkjes. Na enig beraad besloten we niet de veel langere weg langs de zuidoostflank terug te nemen, maar gewoon terug te lopen en langs de kennel met minstens zes aardige honden, en langs de kapel naar La Boucoule terug te gaan. Onderweg een mannetje grauwe kiek gezien (Bea) en een melodieuze (niet krasserige) “geelgors”. Wie weet hoe dat beestje heet? Perfect wandelweer, fijne tocht, laag natuurhistorisch niveau. 10 juni 2009 Aurel Vanaf het kampterrein per auto naar Aurel. In Aurel kun je parkeren op een parkeerterrein meteen links als je het stadje weer uitrijdt, richting Sault. De wandeling begon naast een terrasje precies in de scherpe bocht die de weg in Aurel maakt. Op ’t terrasje hebben we eerst ons gekoesterd in de zon na de kou van de afgelopen nacht en de politieke situatie in Nederland besproken, dit in zeer goede sfeer. Voor de wandeling daal je af in de bocht naar beneden, je ziet de tuinen en landerijen van de bewoners en komt langs een 14e eeuwse wasplaats. De wandeling voert langs tuinen en later hooiland, en gaat dan in noordelijke richting naar een bosachtige (veel dennen) gebied langs een beekje. Helaas veel muggen zodat we nogal snelheid maakten. Wel veel orchideeën langs het pad, o.a. Muggenorchis, Hondskruid, Rood bosvogeltje en Hommel- of Bijen- of Snippenorchis, of overgangsvormen daartussen, daar kwamen we niet uit. Een paar wat meer open stukjes in het bos waren bloemrijk, o.a. Perzikbladig klokje, Ruig klokje, Akkerklokje.
De wandeling kruist daarna de D942, dan kom je in wat hoger terrein, wat meer open bos met Buxus, en tenslotte kom je weer langs cultuurland, akkers, met akkeronkruiden in de berm, o.a. Korenbloemen, Klaprozen etc.. Vlak voor Aurel zijn we linksaf gegaan, van de geplande wandeling af, naar de route van de GR91c, zodat je Aurel vanaf de noordkant weer in komt, het oudste stuk, waar een 12e eeuwse kapel en hospitaal van de kruisridders van de Johannieter kruisorde nog te zien zijn, helaas alleen de buitenkant, en je ziet de fortificaties van het oude dorp, waarop zeer veel soorten Sedum groeiden, o.a. Huislook, Breukkruid. Daar werd ook een blad-imiterende wants aangetroffen: Philomorpha laciniatus. De bewoners van het huis naast de kapel wisten te vertellen dat in die kapel niets te zien is, een ruïne. Via een website van hen zijn veel foto’s van de omgeving van Aurel te zien uit het voorjaar (www.provenceworkshop.com). Er is geen plantenlijst aangelegd helaas, maar er waren geen nieuwe vondsten. Wel een heel leuke afwisselende wandeling, waar vast nog meer te zien was geweest als die muggen er geen stokje voor gestoken hadden. 10 juni 2009 – Mont Ventoux, vanaf Belvédère ’s Morgens eerst de markt in Sault bezocht, daardoor laat gestart met de excursie. Het uitzicht vanaf de Belvèdère is prachtig, het pad omhoog is wat stenig maar niet steil. Aanvankelijk een dennenbos, later beukenbos, nog later eikjes. Het pad was m.n. links omzoomd met Bleek bosvogeltje en verder voorjaarsbloemen zoals
Grootbloemige ereprijs. Hoger ook exemplaren van Wit bosvogeltje. In het beukenbos een veldje Lievevrouwebedstro. Bovenop de col is een plateau, duidelijk van militaire oorsprong, maar er is een fantastisch uitzicht. Verder was het een mooie en afwisselende wandeling.
11 juni 2009 Gorges de la Nesque De excursie ging vooral om de Gorge van de Nesque en daarin liggende Chapelle St. Michel. De wandeling erheen via de GR9 en terug was een toegift. De wandeling erheen ging over een open zuidhelling met vooral Quercus pubescens en Taxus. In de ondergroei struiken als Osyris alba en Coronilla emerus. De afdaling naar de Chapelle was wat klim- en klauterwerk, maar bij droog weer goed te doen. Laag in de Gorge, bij de kapel veranderde de vegetatie. De eiken werden vervangen door esdoorns en de taxusbomen werden heel groot. De bomen en stenen waren overdekt door een laag mossen. Op de kalkwanden groeiden vochtliefhebbers als Venushaar en Blaasvaren. De klim het dal uit was weer klimmen en klauteren. Vrij snel verdwenen de mossen om vervangen te worden door een uitbundige korstmossenlaag. De terugwandeling liep over een vrij vlak terrein, voor een deel langs een rustig stromend watertje. Aan de oever daarvan vonden we als bijzondere vlinder de Kleine weerschijnvlinder. 11 juni 2009 Montagne du Buc Met de auto via Montbrun, door de kloof van de rivier de Toulourenc met het sprookjesachtig gelegen kasteel van Aulan, noordwaarts naar het dal van de rivier Charuis. Oostwaarts voorbij Gresse tot kruispunt Col de Mévouillon (op bushok links van de weg). Hier weer zuidwaarts. De smalle verharde weg wordt na de 1e boerderij onverhard maar goed berijdbaar. Parkeermogelijkheid bij het motorcross-terrein. Hier gaan een aantal steenslag-karresporen steil omhoog (oostwaarts). Verwaarloosde
lavendel/tijmvelden/bergweidevegetatie met dennenbomen (kuifmezen) en wollige eiken. Vlinderrijk. Je komt vanzelf met een flauwe bocht naar rechts bij de rand van de berg met mooi uitzicht over het cultuurland beneden. Alsmaar doorklimmen. Langzaam krijg je steeds meer uitzicht op de grillige alpen met sneeuw en alle bergen rondom. Alleen de Mont Ventoux en de Signal de Lure zijn zichtbaar hoger. (Naar beneden lopend is het uitzicht mooier dan naar boven.) Te overwegen valt om vanaf parkeerplek eerst door te lopen langs de onverharde weg richting zuidwest, tot aan de wegwijzer met gele borden (met aanwijzing: Montbrun) omhoog langs lavendel veld en almaar door over bergweide naar de top (2 km), er is een duidelijk pad. De aankomst op de top is vanaf deze kant verrassend. Dan niet terug maar door, dan loop je een rondje. Terugweg, het dalen, via de aan het begin genoemde route.
Ventoux in de volle breedte met als achtergrond een azuurblauwe ansichtkaart-lucht. Na een half uur wandelen (het was ca. elf uur) werd de omgeving meer en meer een bos en daar werd koffie gedronken met een prachtig uitzicht op het berglandschap. Onderweg kwamen we een olijfboomgaard tegen met ca. 30 bomen. Het pad dat we volgden was links en rechts voorzien van veel bloeiende bezembrem. We kwamen uit het bos in een open veld en hebben daar onze boterhammen opgegeten met een prachtig uitzicht op het dal. De laatste drie kilometers werd het pad moeilijk begaanbaar met veel stenen en kleine puinhellingen die we dwars overstaken. Na afloop van deze geslaagde excursie dronken we een drankje in de Auberge.
11 juni 2009 St-Hubert, Monieux sentier botanique Mooie wandeling. Door de goede bordjes aan te bevelen om het vroeg in het kamp op te nemen. Goed ontwikkeld DonseikenBuxusbos op kalk.
12 juni 2009 Col de l’Homme Mort We kozen een open terrein ongeveer een kilometer onder de col. We veronderstelden dat we in het open terrein een interessantere vegetatie zouden vinden. Het bleek maar voor een deel het geval. In de bossen aan de westkant van de weg vonden we wel veel Bleek bosvogeltje en uitgebloeide primula’s. De oosthelling was vermoedelijk een lang geleden verlaten akker. De vegetatie was erg homogeen en werd gedomineerd door Rechte dravik, Wit zonneroosje, Vlas, Brem en Klein kroonkruid. Lokaal stond veel Grote ratelaar. Daartussen vonden we een Poppenorchis en (uitgebloeide) Soldaatjesorchis.
11 juni 2009 Brantes Op donderdag 11 juni vertrokken wij met zonnig weer naar Brantes in drie auto’s. In Brantes reden Ria, Kees en Adrie naar beneden om daar twee auto’s te parkeren voor de terugreis. Adrie reed met Ria en Kees weer terug naar boven. Om ca. half elf startte de wandeling over een asfaltweg met rondom een heggenlandschap. Na een poosje wandelen zagen we de Mont
Planten Inleiding La Boucoule ligt in het zuidelijkste puntje van de Drôme en de omstandigheden zijn, in het voorjaar en de vroege zomer, ideaal voor veel en mooie planten. Er zit veel kalk in de grond, het is een middelgebergte, er zijn bossen en grote gebieden die niet of maar met moeite te cultiveren zijn, en er zijn duidelijk invloeden van Middellandse Zee. In het gebied hebben we 416 plantensoorten gevonden. Een mooi aantal, maar uiteraard vormt het geen inventarisatie van het gebied. Alleen in de omgeving van La Boucoule hebben we intensief gekeken, voor de rest ging het vooral om mooie of bijzondere planten, met name de orchideeën. Van deze familie hebben we 24 soorten gevonden; een behoorlijk aantal als je er rekening mee houdt dat er in juni al veel soorten zijn uitgebloeid. In de plantenlijst hieronder staan alle soorten die we op naam hebben gebracht. Wat opvalt is dat we veel soorten uit de Vlinderbloemenfamilie hebben gevonden, maar liefst 66 soorten, bijna eenzesde van het geheel. Dat komt niet alleen omdat ze meestal opvallende bloemen hebben, maar de Mediterrane flora bevat relatief veel vlinderbloemigen en juni is de gunstige tijd voor deze groep.
Wat al tijdens het kamp ook opviel is dat de overlap tussen de gebieden groot is. Veel soorten zoals Bergdravik (Bromopsis erecta), Bieslelie (Aphyllantes monspeliensis), Spaanse brem (Genista hispanica) en Bezembrem (Spartium junceum) vonden we op bijna elke excursie. Twee gebieden vormden daarop een uitzondering. Het ene is de vlakte van Sault met veel akkeronkruiden, het tweede gebied is de Gorges de la Nesque, een vochtig, beschaduwd kloofdal. In het volgende bespreken we een aantal gebieden. We hebben hier voor gekozen en niet voor excursies om teveel herhaling te voorkomen en ook omdat bij sommige excursies maar weinig is genoteerd. Voor een volgend kamp geeft het ook meer informatie. De gevonden planten staan in de lijst, na de bespreking van de gebieden. Een Excel-bestand met de planten per gebied is als bijlage aan het eind van dit verslag opgenomen. Achter de naam van het gebied staan de nummers van de excursies die daar zijn geweest en waarvan een excursieverslag is. De meeste planten zijn gedetermineerd met ‘Les quatre flores de France’ van Fournier en de ‘Flore complète portative de la France, de la Suisse et de la Belgique’ van Bonnier. Soms zijn ook planten op naam gebracht met de ‘Bergflora van Europa’ of de ‘Flora van de Middellandse Zee’, beide van Marjorie Blamey en Christopher GreyWilson. Met behulp van de Flora Alpina van Aeschimann, Lauber en Moser is gecontroleerd of de gevonden soorten in de excursiegebieden voor kunnen komen. Soorten die niet aan dit criterium voldeden staan met een toegevoegde ‘*’ op de lijst. De namen van de planten zijn, voor zover ze in Nederland voorkomen, in overeenstemming gebracht met de 23ste druk van Heukels’ flora van Nederland. Bij afwijking van de naam in de Flora Alpina is de naam van de laatste flora al synoniem tussen haakjes toegevoegd.
De Nederlandse namen zijn voor zover mogelijk ontleend aan Heukels. Andere Nederlandse namen komen uit de boeken van Blamey en Grey-Wilson of zijn door Vlamingen gegeven namen. La Boucoule (excursies 1-1, 3-1) Dit gebied omvat het terrein van de camping, het erboven gelegen bos met de kapel en de directe omgeving. In het begin van het kamp zijn een tweetal excursies gehouden, eerst rondom het kamp en daarna een rondje door het bos via de kapel. Het kampeerterrein is half natuurlijk. Er wordt gegraasd door paarden en ezels en er is verkeer. Het bos is grotendeels een eikenbos met allerlei struiken in de ondergroei en hier en daar stenige open plekken. In de directe omgeving vinden we paden, bosranden, velden en niet geëxploiteerde hellingen met een lichte begroeiing van bos. Opvallend op het kampeerterrein en ook aangenaam geurend tijdens de bloei is Bezembrem (Spartium junceum). Wat hoger op de hellingen bloeit enkele weken eerder een ander soort brem (Genista cinerea). Een veel voorkomende plant met minder aangename geur is Pekklaver (Psoralea bituminosa). Het kalkhoudende en droge karakter
van het terrein wordt weerspiegeld in het voorkomen van planten als Kruisdistel (Eryngium campestre), Slangenkruid (Echium vulgare), Muurzeepkruid (Saponaria ocymoides), Kleine pimpernel (Sanguisorba minor), verschillende soorten Rupsklaver (Medicago) e.v.a. Vermeldenswaard zijn verder Grote centaurie (Centaurea scabiosa), Stinkende ballote (Ballota nigra) in een ezelwei, en Italiaanse zwaardlelie (Gladiolus italicus) en Kuifhyacinth (Muscari comosum) op een helling met Truffeleiken. Wat de grassen betreft, er staan nogal wat soorten Dravik (Bromopsis en Bromus). Goudhaver (Trisetum flavescens) is elegant, maar minder opvallend aanwezig en Wilde haver (Avena sterilis) is zowel opvallend door de langgenaalde aren als overal aanwezig. Een grappige kleine soort is de mediterrane Aegilops triunciata. Zowel vlak naast het kampterrein als wat verder weg naast de toegangsweg bevindt zich een gebiedje met opvallend veel Hondskruid (Anacamptis pyramidalis). Interessant is dat de andere soorten op beide plekken ook vaak dezelfde zijn, zoals Bitterling (Blackstonia perfoliata), Kruisdistel (Eryngium campestre), Echte gamander (Teucrium chamaedrys), Spaanse brem (Genista hispanica) en een Walstrosoort (Galium lucidum). Wandelend langs wegen en paden komt men kleurige planten tegen
als Blauwe strobloem (Catananche caerulea), verschillende soorten Stalkruid (Ononis), Wikke (Vicia), Sedum en verscheidene leden van de Kruisbloemenfamilie. Vermeldenswaard wegens de fraaie, maar eigenaardig gevormde bloemen is Coris monspeliensis (zie boven), een lid van de Sleutelbloemenfamilie. Ze staat met trosjes rode bloemen op warme droge hellingen. Op grazige plekken vormen de Bijen-, de Hommel- en de Snippenorchis (resp. Ophrys apifera, O. fuciflora en O. scolopax), die vaak in elkaars buurt staan, interessante stof voor discussie welke wat is. Het bos biedt z’n eigen, grotendeels andere flora. Qua orchideeën aardig wat Bosvogeltjes (Cephalantera), vooral de rode (rubra), een enkele Zadelorchis (Ophrys bertolonii) langs het pad, Welriekende nachtorchis (Platanthera bifolia) en Paarse aspergeorchis (Limodorum abortivum) in de buurt van de kapel. Onder de eiken, Quercus ilex en Q. pubescens, zijn regelmatig aan te treffen de Blazenstruik (Colutea arborescens), Aristolochia pistolochia, een Pijpbloemsoort, Rode kornoelje (Cornus mas), de Pruikenboom (Cotinus coccygria) en Rode kamperfoelie (Lonicera xylosteum). En verder planten als Bijenblad (Melittis melissophyllum), Bergandoorn (Stachys recta), Grote graslelie (Anthericum liliago), Welriekende salomonszegel (Polygonatum odoratum), Ruig klokje (Campanula trachelium), de blauwe Bergcentaurie ((Centaurea montana), Leverbloempje (Hepatica nobilis), Eenbloemig parelgras (Melica uniflora) en Boskortsteel (Brachypodium sylvaticum). Op open stenige plekken staat behalve Bieslelie (Aphyllantes monspeliensis) meestal Laserpitium gallicum, een grote wit bloeiende schermbloemige. Verder moeten de Bremrapen genoemd worden, die altijd wel ergens staan, zoals de Walstrobremraap (Orobanche caryophyllacea). Ubac de Courge (excursies 1-2, 2-2, 4-2) Dit gebied ligt direct westelijk van La Boucoule rondom de Adret (= zonkant) de Courge, tussen het Ravin de Coilet, de Toulourenc en de Ubac (= schaduwkant) de Courge. Er zijn hier verschillende
excursies gelopen, zowel langs de op de kaart met rood aangegeven route, als binnendoor via stippellijnen. De wandelingen voeren langs verschillende landschapstypen. Tegen de wijzers van de klok in gaande, komt men eerst in een open droog terrein langs een klein ravijn, waar op het pad voor de oplettende botanist o.a. kleine ronde, in het midden soms kale groene polletjes staan, de Aardzegge (Carex humilis), een zeggesoort met hele kleine bloeiwijzen. Een andere Zeggesoort die op zulke open plekken te vinden is, is de Carex halleriana. Verdere typische soorten voor dit milieu zijn een soort Esparcette, namelijk de Onobrychis arenaria (=zand) met boogvormig opstijgende takken, een soort Weegbree met smalle bladeren, Plantago maritima serpentina of Zeeweegbree en een soort Fakkelgras, Koeleria vallesiaca, herkenbaar aan een knolachtige voet. Terzijde van het pad, in het open bos met met Donseik (Quercus pubescens) en Jeneverbes (Juniperus communis), vinden we de ‘gebruikelijke’ soorten voor kalkhellingen als Spaanse brem (Genista hispanica), Zeegroene zegge (Carex flacca), Dorycnium pentaphyllea (herkenbaar aan de kleine witte bloemen en vijftallige blaadjes), de Bergdravik (Bromopsis erecta), de Bieslelie (Aphyllantes
monspeliensis) , het Blauwe vlas (Linum narbonense) en het Witte vlas (Linum suffruticosum) en hier en daar ook de Bitterling (Blackstonia perfoliata). Waar het bosachtig is kan de Bolrapunzel (Phyteuma orbiculare) staan. Qua orchideeën komen de Welriekende nachtorchis (Platanthera bifolia), de Grote muggenorchis (Gymnadenia conopsea) en het Hondskruid (Anacamptis pyramidalis) regelmatig voor. Op verschillende plekken is dankzij erosie heel duidelijk te zien wat het geologische verleden van de streek is. De lagen kalkrijk materiaal zijn afgezet in een periode tijdens welke in deze streken
een zee lag. Elke laag vertegenwoordigt een periode van tienduizenden jaren. Veel later, tijdens de Alpiene plooiing, zijn deze lagen omhoog en boven water geheven. Hier en daar zijn fossielen van zeedieren te vinden, vooral van Ammonieten. Waar het kaal en (dus) heet is, zoals bij de oversteek door de beek, kun je mediterrane planten als Andijvie (Cichorium endivia), een rare stakerige plant en Reseda phyteuma, een Resedasoort met typische vruchten vinden. Op een andere plek verderop, een rug, waar het pad zich enigszins verliest en de aardlagen loodrecht lijken
te staan, werd de zeldzame Zadelorchis (Ophrys bertolonii) gevonden.
Ongeveer halverwege het noordelijke pad is het mogelijk om af te dalen in het ravijn. Waar water stroomt kunnen zich natte, soms moerassige gebiedjes bevinden met bv. Kogelbies (Scirpoides holoschoenus) en Kuifvleugeltjesbloem (Polygala comosa). Bij de brug over de Toulourenc (halverwege) is het mogelijk een excursietje door de bedding te maken. De moeite waard en geologisch interessant. De weg langs de Toulourenc biedt het landschapstype van de wegbermen en belendende akkers. Hier vonden we o.a. Brede lathyrus (Lathyrus latifolia) en een mediterrane Windesoort, Convolvulus cantabrica. In een akker stonden het Groot spiegelklokje (Legousia speculum-veneris) en Blauw guichelheil (Anagallis arvensis ssp caerulea) De terugweg voert door een dennenbos met Buxus (Buxus sempervirens) in de ondergroei en planten als Bijenblad (Melittis melissophyllum), Rood en Bleek bosvogeltje (resp. Cephalantera rubra en C. damasonium) , Zenegroen (Ajuga reptans), Bolrapunzel (Phyteuma orbiculare), Geel vingerhoedskruid (Digitalis lutea), Bosorchis (Dactylorhiza fuchsii), Aangebrande orchis (Neotinea ustulata) en Grote keverorchis (Neottia ovata) . Tegen het einde voert het pad door een moerassig landje met o.a. de Valse vos-, de Vilt- en de Boszegge (resp. Carex otrubae, C. tomentosa en C. sylvatica). Wat struiken betreft, zijn de Gele kornoelje (Cornus mas), de Sleedoorn (Prunus spinosa), de Eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), de Hondsroos (Rosa canina) en de Wilde liguster (Ligustrum vulgare) bekende verschijningen. Montbrun (excursies 2-1, 3-3, 10-5) Tussen Montbrun en La Boucoule ligt een open gebied dat voor een deel met een maquis-achtige vegetatie begroeid is en voor een deel
in gebruik is voor extensieve landbouw. Er loopt een mooi pad waarvan het eerste deel al erg oud is. Een karakteristiek element is de Ravin de Trémol waar het gelijknamige beekje door stroomt. Omdat het een open gebied is, is de karakteristieke flora van het kalkgrasland overal te vinden. Een eigen element vormen de muurplanten die in Montbrun zelf te vinden zijn. Het gaat om planten als Rotsnavelkruid (Umbilicus rupestris) en de streepvarens: Steenbreekvaren (Asplenium trichomanes), Muurvaren (Asplenium ruta-muraria) en Schubvaren (Asplenium ceterach). Het beekje loopt voor een groot deel op een onbereikbare diepte, en waar het toegankelijk is, is het vooral een plekje om de voeten te koelen en van het landschap te genieten. Er groeide een mooie liggende Herthooi met smalle blaadjes die we determineerden als Hypericum linariifolium. Jammer genoeg geeft de Flora Alpina aan dat deze soort niet in de Drôme voorkomt. Er moet dus nog een andere soort zijn die ook mooi, klein en smalbladig is. Hetzelfde geldt voor een liggende centaurie waarbij de omwindselblaadjes uitlopen in veertjes die als een lampion het omwindsel omhullen. De naam die wij vonden –Centauria procumbens– past niet bij een soort die in de Drôme voorkomt. Het gebied is ook interessant omdat we er twaalf soorten vonden die niet in een van de andere gebieden gevonden zijn. Bijvoorbeeld Winterwijnruit (Ruta chalepensis) die behalve door de geur/stank ook gekenmerkt wordt door de gewimperde kroonbladen. Ook de Bolvorminge pijpbloem (Aristolochia rotunda) en een geelster (Gagea fistulosa) zijn uniek. Leuk was ook de vondst van de Bonte luzerne (Medicago x varia), de bastaard tussen Luzerne (Medicago sativa) en Sikkelklaver (Medicago falcata). Soorten waarvan alleen Sikkelklaver in een ander gebied is gevonden.
Sentier Botanique Savoillon en Sentier Botanique St. Hubert (excursies 4-3, 6-3, 11-3) Het zijn vergelijkbare botanische paden, beide gaan vooral door een open hellingbos. En, zoals op alle botanische paden, zijn de meest voorkomende soorten met een bordje aangeduid. Het gaat dan vooral om bomen en struiken. Bij het Sentier Botanique de Savoillion loopt de aanloop van het botanische pad door open terrein met in de bermen de overal voorkomende kalkplanten als Ruige weegbree (Plantago media), Kleine pimpernel (Sanguisorba minor) en Wilde marjolein (Origanum vulgare). Het gaat over een beekje met Reuzenpaardenstaart (Equisetum telmateia) en langs akkers met Groot spiegelklokje (Legousia speculum-veneris). Het eigenlijke pad loopt door een hellingbos met expositie naar het westen. Eerst slingert het omhoog door een open eikenbos tot vlak onder de Roche Querin die als een steile wand boven het pad uittorent. Hier krijg je een goed beeld van de geologische processen in een kalkgebied. Daarna loopt het pad in een grote bocht terug naar het uitgangspunt. Hier staan meer naaldbomen en domineren de grassen meer. Opvallend zijn de vele struiken uit de Vlinderbloemenfamilie, zoals de overal voorkomende stekelige Spaanse Brem (Genista hispanica), Coronilla emerus en Cytisus sessilifolius. Het open karakter van het bos leidt er toe dat veel soorten uit het open veld ook in het bos te vinden zijn, zoals de Bieslelie (Aphyllantes monspeliensis). Duidelijker bossoorten zijn Boszegge (Carex sylvatica)), Eenbloemig parelgras (Melica uniflora) en Leverbloempje
(Hepatica nobilis). Uiteraard hebben we hier ook naar orchideeën gekeken. We noteerden er negen, waaronder de Kleine wespenorchis (Epipactis microphylla, zie afbeelding). Die is zo onopvallend dat het ons met vier man een kwartier kostte om haar terug te vinden. Bij de excursies naar het Sentier botanique de St. Hubert is meer op de bomen en struiken gelet. Soorten als Buxus (Buxus sempervirens), Donzige eik (Quercus pubescens), Steeneik (Quercus ilex), Franse esdoorn (Acer monspessulanum), Europees krentenboompje (Amelanchier ovalis) geven aan hoe rijk de bossen in dit gebied zijn. Een botanisch pad is een heel goede manier om snel een indruk te krijgen van de flora en vegetatie van een gebied. Dat blijkt al uit het feit dat we geen soorten hebben gevonden die we niet ook in andere gebieden tegen zijn gekomen. Brantes (excursies 5-1, 11-2) Brantes is een dorpje dat geplakt is tegen een berghelling die, vergeleken met de ruige kant van de Mont Ventoux er tegenover, in het niet valt. De lange oost-west verlopende plooi, waar de ’Berg der winden’ de top van vormt, is ontstaan ten tijde van de Alpiene plooiing, toen een aardschol uit het zuiden tegen en over een schol schoof die noordelijker lag. De druk die de aardschollen op elkaar uitoefenden zorgde voor plooiingen waarvan die van de Mont Ventoux de grootste hoogte in deze streek bereikte. Maar direct noordelijk ervan zijn er, als bij een kleed waar men plooien in duwt, een hele reeks ontstaan al zijn die lager gebleven. Het gebied dat hier beschreven wordt betreft een dergelijke plooi, direct noordelijk van Brantes en is tamelijk geaccidenteerd. De uitzichten zijn fraai en ver. Het gebied is licht bebost met Steeneik (Quercus ilex) en Donseik (Q. pubescens). Behalve de (gewone) Jeneverbes (Juniperus communis) staat er ook Juniperus oxycedrus, te herkennen aan de bruine ‘bessen’. De ondergroei wordt gevormd door de algemeen voorkomende Bieslelie (Aphyllantes monspeliensis), die als ze
bloeit kleurbepalend is, Dorycnium pentaphyllea (wit), Bergdravik (Bromopsis erecta), Breed fakkelgras (Koeleria pyramidata), Esparcette (Onobrychis viciifolia) en geel bloeiende vlinderbloemige Coronilla-soorten. Verder zijn er een paar soorten Campanula’s gevonden, Spekwortel (Tamus communis), Kuifvleugeltjesbloem (Polygala comosa), Droogbloem (Helichrysum stoechas), Bosrank (Clematis vitalba), Stofzaad (Monotropa hypopitys) en verscheidene soorten orchideeën: Bokkenorchis (Hymantoglossum hircinum), Brede wespenorchis (Epipactis helleborine), Hommel- en Snippenorchis (resp. Ophrys fuciflora en O. scolopax), Welriekende nachtorchis (Platanthera bifolia) en Rood bosvogeltje (Cephalantera rubra). Mont Ventoux (excursies 5-3, 5-4, 10-3) De Mont Ventoux was als imponerende ‘Kale berg’ vrijwel voortdurend te zien. Eigenlijk hoort hij alleen maar met de fiets beklommen te worden, maar slechts één deelnemer had de moed
en d conditie om dat te doen. De rest is er met de auto heengegaan en heeft rondgekeken op de top en het Sentier de découverte J.H. Fabre. Het imponerende aan de berg is de kale top die in het zonlicht op een sneeuwkap lijkt. Als je er bent, zie je dat er grote brokken steen liggen die grijs verweerd zijn. Het is ontstaan door ontbossing en daarop volgende erosie. Tussen de stenen groeien maar weinig plantensoorten, maar die zijn wel bestand tegen de harde omstandigheden: kalk, wind en weinig water. Het meest vallen de hardblauwe en fel gele plekken op. De blauwe bestaan uit Viola cenisia, de gele uit Papaver aurantiacum en Bergschildzaad (Alyssum montanum). Op beschutte plaatsen, waar zich wat humus heeft opgehoopt, groeien kleinere alpiene soorten zoals: Goudprimula (Androsace vitaliana), Arenaria grandiflora, Iberis nana, Ranunculus montanus en nog meer kleiner spul. Het ontdekkingspad ligt onder de boomgrens en heeft een vegetatie die deels overeenkomt met de andere gebieden, deels alpiene planten telt. Het veld bij de start bijvoorbeeld heeft iets van een alpenwei, doordat er o.a. Alpenbeemdgras (Poa alpina), Bergboterbloem (Ranunculus montanus), een soort Vrouwenmantel (Alchemilla), Gewone vogelmelk (Ornithogalum umbellatum) en Bergzegge (Carex montana) staan. Andere planten langs het pad die getuigen van de relatief grote hoogte zijn Blauwgras (Sesleria albicans), Witte narcis (Narcissus
poeticus), Gele gentiaan (Gentiana lutea) en Saxifraga exarata ssp moschata. Verder brengt de grotere hoogte met zich mee dat in plaats van eiken en Taxus, de Beuk (Fagus sylvatica), de Bergden (Pinus mugo) en de Fijnspar (Picea abies) de boomlaag bepalen. Daartussen staan o.a. Goudenregen (Laburnum anagyroides), Framboos (Rubus idaeus) en de Wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia). Het karakter van (koel) bos wordt onderstreept door planten als Bosaardbei (Fragaria vesca), Robertskruid (Geranium robertianum), Schaduwgras (Poa nemoralis) en Rode kamperfoelie (Lonicera xylosteum). Verder heeft het een eigen flora met soorten als Trosgamander (Teucrium botrys), Luzula nivea, Spaanse zuring (Rumex scutatus) en Hondshelmkruid (Scrophularia cana). Met 27 soorten die alleen op de Mont Ventoux zijn gevonden is het een uniek gebied. Gorges de la Nesque (excursies 7-1, 11-4) De Gorges de la Nesque is een kloofdal dat is uitgesleten in het Plateau de Vaucluse bij de overgang naar de vlakte van Sault. Op één plaats is het mogelijk om in de kloof af te dalen en aan de andere zijde weer omhoog te klimmen. Om daar te komen, moet vanuit Monieux eerst drie kilometer heen en later weer terug worden gelopen. Op de hellingen groeit het vertrouwde mengsel van kalken mediterrane flora. Uniek waren, onder andere, Inkarnaatklaver (Trifolium incarnatum), Alpenklaver (Trifolium alpestre ), Dianthus sylvestris, Vijgenboom (Ficus carica) en Stekelige muizendoorn, (Ruscus aculeatus). De muizendoorn is een merkwaardig plantje dat vroeger in de Leliefamilie thuishoorde, maar sinds de splitsing van deze familie is ondergebracht in de Aspergefamilie. De bloempjes lijken midden op de bladeren te zitten. Botanici hebben echter uitgezocht dat het stengels zijn die er bladachtig uitzien. Interessant is dat op de noordhellingen Laserpitium gallicum voorkomt en op de zuidhellingen Laserpitium siler, grote witte schermbloemigen met een verschillend gevormd blad.
In de kloof zelf zorgt het riviertje, waardoor vrijwel permanent water stroomt, voor stabiele omstandigheden: de temperatuur en de luchtvochtigheid fluctueren veel minder dan op de vlakte die het doorsnijdt. Op de bodem van de kloof groeien bomen die tegen vocht en schaduw kunnen. Dat is vooral de Buxus (Buxus sempervirens). Het weinige licht dat in de kloof komt wordt door deze bomen nog verder gedempt. Op de bodem en groeien dan ook vooral mossen. Toch komt er een aantal karakteristieke soorten voor. Echt venushaar (Adiantum capillus-veneris) en Blaasvaren (Cystopteris fragilis) kunnen net als mossen met weinig licht volstaan. Op de vochtige, horizontale kalkwanden groeien specialisten van dit milieu als Moerhingia muscosa en Camapanula scheuchzeri. Op de bodem groeien verspreid nog Reuzenzwenkgras (Festuca gigantea), Schaduwgras (Poa nemoralis). De Eikvaren (Polypodium vulgare) vinden we op bemoste stenen. Het zuidelijke pad dat naar Monieux leidt, komt aan het eind van de kloof weer bij het riviertje aan. Het krijgt dan een bijna Nederlands karakter: een traag stromend beekje omzoomd door een brede kraag van Riet (Phragmites australis), Rietgras (Phalaris arundinacea) en Zeegroene rus (Juncus effusus). Vlakte van Sault (excursies 7-2, 7-3) De vlakte van Sault is een relatief hoog gelegen (700 – 800 m), weinig geaccidenteerd gebied met vooral landbouw. Deze is niet bijzonder intensief, zodat van heel wat akker(on)kruiden genoten kon worden. Eén excursie betrof de ‘Route des lavandes’ in het open land westelijk van het bos halverwege Aurel en Sault. De andere was oostelijker bij St. Trinit. Daar ging het om redelijk ontwikkelde onkruidvegetaties op een kalkrijke, lemige ondergrond afgewisseld met houtwallen. De lijsten van gevonden planten overlappen elkaar gedeeltelijk. Omdat die van St. Trinit korter is haal ik daar eerst de meest opvallende en bijzondere uit. Op zich bekende soorten, maar alleen hier aangetroffen, waren o.a. Heggenrank (Bryonia dioica), Grondster (Illecebrum verticillatum),
Klein spiegelklokje (Legousia hybrida), Wilde weit (Melampyrum arvense), Geelhartje (Linum catharticum) en twee boterbloemsoorten, Akkerboterbloem en Monnikskap-boterbloem (resp. Ranunculus arvensis en R. aconitifolius).
Bij de eerste excursie werd een fraai en kleurig voorbeeld van een akker met akkeronkruiden aangetroffen, een verlaten akkertje met door elkaar heen Bolderik (Agrostemma githago), Groot spiegelklokje (Legousia speculum-veneris), Grote klaproos (Papaver rhoeas), Echte kamille (Matricaria chamomilla), Juffertjein-het-groen (Nigella damascena),een soort Veldsla (Valerianella coronata), een soort Hoornklaver (Trigonella esculenta) en een mediterrane grassoort Aegilops triunciata. Het is interessant te ontdekken dat een milieu van bermen en landerijen, dat we van ons eigen land ook kennen, hier voor een deel dezelfde planten vertoont, zoals Akkerwinde (Convolvulus arvensis), Bermooievaarsbek (Geranium pyrenaicum), Gewone
glanshaver (Arrhenaterum elatius), Knoopkruid (Centaurea jacea) e.a. Omdat de bodem kalkrijk is zijn er ook planten te vinden die bij ons in kalkrijke gebieden voorkomen, zoals Knikkende distel (Carduus nutans), Heggendoornzaad (Torilis arvensis), Beemdkroon (Knautia arvensis) en Glad parelzaad (Lithospermum officinale). Minder bekend bij ons en elders tijdens het kamp ook niet gevonden zijn Bonte wikke (Vicia villosa), Grote klit (Arctium lappa), Korenbloem (Centaurea cyanus), Wouw (Reseda lutolea), Wilde ridderspoor (Consolida regalis), Absinthalsem (Artemisia absinthium) en Kruidvlier (Sambucus ebulus). Niet bekend in Nederland en alleen in deze regio aangetroffen waren Borstelscherm (Turgenia latifolia), Doornloze roos (Rosa pendulina), Staehelina dubia, een composiet met slanke en fraai gekleurde bloemhoofdjes en een Draviksoort, Bromus lanceolatus. Het is hier geen gebied voor water. Toen we bij de eerste excursie toch langs een sloot kwamen was het leuk te zien dat daarin de ons bekende Gele lis (Iris pseudacorus) en Beekpunge (Veronica beccabunga) groeiden. Wat bomen betreft, ook nog niet eerder opgemerkt of tegen gekomen waren Tamme kastanje (Castanea sativa), Iep (Ulmus spec) en Spaanse aak (Acer campestre). Ubac de Vic (excursie 8-2) De Ubac de Vic is een langgerekte berg waar je, als een soort mini Mont Ventoux, omheen kunt lopen. Voor een groot deel gaat het langs de grens van bos en open terrein. Omdat de berg van west naar oost loopt, is er ook nog een duidelijk verschil tussen de noord en zuidflank. Als daar nog bij komt dat sommige delen min of meer gecultiveerd zijn en andere delen niet, is de basis gelegd voor een grote diversiteit aan biotopen en daarmee aan planten. Toch heeft dit niet geleid tot de vondst van veel nieuwe planten. Alleen de Welriekende muggenorchis (Gymnadenia odoratissima) en de Vliegenorchis (Ophrys insectifera) zijn nergens anders gevonden. Dit wijst erop dat de biotopen elders ook voorkomen. Maar, hier
waren er een aantal wel erg mooi ontwikkeld. Op een akker waarop Scharlei (Salavia sclarea) werd verbouwd, groeide een schat aan grote akkeronkruiden als Kattendoorn (Ononis repens subsp. spinosa), Kleinbloemige salie (Salvia verbenaca), Bleke morgenster (Tragopogon dubius), Fijne ooievaarsbek (Geranium columbianum) en Trosmargriet (Tanacetum corymbosum spp corymbosum). Op de noordhelling hadden de bossen een weelderige ondergroei. Op de zuidhelling was er veel minder onderbegroeiing. Het onderscheid tussen de hellingen werd vooral duidelijk door Osyris alba, een struikje dat door zijn kleine gele bloempjes wat doet denken aan een wolfsmelk. Op de noordflank stond het nergens, op de zuidflank vrijwel overal. De zuidhelling was ook veel minder begroeid en had op sommige stukken een Mont Ventoux-karakter. Col de l’Homme Mort (excursies 12-1) Dit gebied, dat op een hoogte rond de 1200 1300 m ligt, biedt fraaie uitzichten o.a. op de Alpen in het westen. Excursies zijn voornamelijk vanaf de parkeerplaats in NW-richting gedaan, langs paden, maar ook dwars door het veld naar heuveltopjes. Het is gedeeltelijk bebost en gedeeltelijk in cultuur gebracht, maar de akkers zijn vaak ook weer verwilderd.
Ook hier algemene soorten zijn (o.a.) Bieslelie (Aphyllantes monspeliensis), Bergdravik (Bromopsis erecta) en Rode Knautia (Knautia purpurea). Soorten die je in lagere gebieden niet of weinig ziet, zoals Graslelie (Anthericum liliago), Brem (Cytisus scoparius) en een soort Stekelbrem, Genista cinerea, komen hier juist wel voor. In het bos vonden we elders niet aangetroffen soorten als Harige ratelaar (Rhinantus alectorolophus), Hypericum hyssopifolium (een Hertshooisoort), Gulden sleutelbloem (Primula veris), de Poppenorchis (Orchis anthropophora) en het Soldaatje (Orchis militaris). In het open veld, waar dit niet in akkerland is omgezet, kan men weer Vedergras (Stipa pennata) vinden, een gras voor de hogere regionen en heuveltoppen. Het plantendek is soms slechts voor 50% gesloten. In de hier voorkomende plantengemeenschappen komen Echte gamander (Teucrium chamaedrys) en Berggamander (T. montanum), Fumana thymifolia, een soort die sterk op het
.
Zonneroosje lijkt, Wilde thijm (Thymus serpyllum), Genista cinerea, Bergwondklaver (Anthyllis montana), een soort Fakkelgras met een knolletje aan de voet (Koeleria vallesiaca) en Lavendel (Lavandula officinalis) regelmatig voor. Zeldzamer Kogelbloem (Globularia cordifolia) en een merkwaardige, laag tegen de grond groeiende plant met een zilverige bloemomhulling, Paronychia kapela. Op de verlaten akkers kwamen elders niet of weinig gevonden planten voor, soms in grote hoeveelheid, als Zwitserse steenraket (Erysimum rhaeticum), Wit zonneroosje (Helianthemum apenninum) en Aethionema saxatile, een plant die op Scheefkelk (Iberis) lijkt.
Tijdens alle excursies zijn plantenlijsten bijgehouden. Met behulp van de lijst excursiegebieden en de onderstaande lijsten wordt een impressie gegeven van de floristische rijkdom in de eerste weken van juni 2009. Bijlage 1 geeft daarnaast een lijst met daarin
Equisetaceae Equisetum arvense Equisetum hyemale Equisetum telmateia
Pteridaceae Adiantum capillus-veneris
Polypodiaceae Polypodium vulgare
Aspleniaceae Asplenium ceterach Asplenium ruta-muraria Asplenium trichomanes
Athyriaceae Cystopteris fragilis
Pinaceae Picea abies Pinus mugo
Cupressaceae Cupressus sempervirens Juniperus communis Juniperus oxycedrus
Paardestaartfamilie Heermoes Schaafstro Reuzenpaardenstaart
Adelaarsvarenfamilie Venushaar
Eikvarenfamilie Gewone eikvaren
Streepvarenfamilie Schubvaren Muurvaren Steenbreekvaren
Wijfjesvarenfamilie Blaasvaren
Dennenfamilie Fijnspar Bergden
Cipresfamilie Jeneverbes
Dioscoreaceae Tamus communis
Liliaceae
Spekwortel
Leliefamilie
Aphyllantes monspeliensis Bieslelie Gagea fistulosa (Gagea fragifera)
Orchidaceae
Orchideeenfamilie
Anacamptis pyramidalis Hondskruid Cephalanthera damasonium Bleek bosvogeltje
Cephalanthera rubra Rood bosvogeltje Dactylorhiza maculata subsp. Bosorchis fuchsii Epipactis atrorubens Bruinrode wespenorchis Epipactis helleborine Brede wespenorchis Epipactis microphylla Gymnadenia conopsea Grote muggenorchis Gymnadenia odoratissima Welriekende muggenorchis Himantoglossum hircinum Bokkenorchis Limodorum abortivum Paarse asperge-orchis Neotinea ustulata Aangebrande orchis Neottia ovalis Grote keverorchis Neottia nidus-avis Vogelnestje Ophrys apifera Bijenorchis Ophrys araneola Vroege spinnenorchis Ophrys bertolonii (Ophrys Zadelorchis drumana) Ophrys fuciflora (Ophrys Hommelorchis holosericea) Ophrys insectifera Vliegenorchis Ophrys scolopax Snippenorchis Orchis anthropophora Poppenorchis Orchis militaris Soldaatje Orchis purpurea Purperorchis Platanthera bifolia Welriekende nachtorchis
Iridaceae Gladiolus italicus Iris pseudacorus
Asparagaceae Anthericum liliago Muscari comosum Ornithogalum umbellatum Polygonatum odoratum Ruscus aculeatus
Amaryllydaceae Narcissus poeticus
Lissenfamilie Italiaanse zwaardlelie Gele lis
Aspergefamilie Grote graslelie Kuifhyacint Gewone vogelmelk Welriekende salomonszegel Stekelige muizendoorn
Narcisfamilie Witte narcis
Juncaceae Juncus inflexus Luzula campestris Luzula nivea Luzula sylvatica
Cyperaceae Carex flacca Carex halleriana Carex hirta Carex humilis Carex montana Carex otrubae Carex pairae Carex spicata Carex sylvatica Carex tomentosa Scirpoides holoschoenus
Poaceae
Russenfamilie Zeegroene rus Gewone veldbies Grote veldbies
Cypergrassenfamilie Zeegroene zegge Ruige zegge
Valse voszegge Dichte bermzegge Gewone bermzegge Boszegge Kogelbies
Grassenfamilie
Aegilops geniculata (Aegilops ovata) Aegilops triuncata Anisantha sterilis (Bromus IJle dravik sterilis) Arrhenatherum elatius Gewone glanshaver Avena sterilis Wilde haver Brachypodium sylvaticum Boskortsteel Briza media Bevertjes Bromopsis erecta (Bromus Bergdravik erectus) Bromopsis madritensis Spaanse dravik (Bromus madritensis) Bromus hordeaceus Zachte dravik Bromus lanceolatus Catapodium rigidum Stijf hardgras Dactylis glomerata Kropaar Festuca gigantea Reuzenzwenkgras Helictotrichon pubescens Zachte haver Helictotrichon versicolor
Koeleria macrantha Koeleria pyramidata Koeleria vallesiaca Lolium perenne Melica ciliata Melica uniflora Phalaris arundinacea Phleum phleoides Poa alpina Poa arvensis Poa bulbosa Poa compressa Poa nemoralis Sesleria albicans (Sesleria caerulea) Stipa pennata Trisetum flavescens
Aristochiaceae Aristolochia pistolochia Aristolochia rotunda
Ranunculaceae Clematis vitalba Consolida regalis Helleborus foetidus Hepatica nobilis Nigella damascena Ranunculus aconitifolius Ranunculus arvensis Ranunculus bulbosus Ranunculus montanus Ranunculus sardous
Papaveraceae Fumaria officinalis Papaver aurantiacum Papaver rhoeas
Buxaceae Buxus sempervirens
Klein fakkelgras Breed fakkelgras Engels raaigras Gewimperd parelgras Eenbloemig parelgras Rietgras
Veldbeemdgras Knolbeemdgras Plat beemdgras Schaduwgras Blauwgras Vedergras Goudhaver
Pijpbloemfamilie Pijpbloem Bolvormige pijpbloem
Ranonkelfamilie Bosrank Wilde ridderspoor Stinkend nieskruid Leverbloempje Juffertje-in't- groen Monnikskap-boterbloem Akkerboterbloem Knolboterbloem Behaarde boterbloem
Papaverfamilie Gewone duivenkervel Grote klaproos
Palmboompjefamilie Palmboompje
Polygonaceae Rumex pulcher Rumex scutatus
Caryophyllaceae Agrostemma githago Arenaria grandiflora Arenaria serpyllifolia Cerastium arvense s.l. Cerastium fontanum ssp.vulgare Dianthus caryophyllus Dianthus furcatus Dianthus sylvestris Herniaria hirsuta Illebrecum verticillatum Minuarta capillacea Minuartia rostrata Moehringia muscosa Paronychia kapela ssp galloprovincialis Petrorhagia saxifraga Saponaria ocymoides Scleranthus annuus Silene nutans Silene vulgaris
Santalaceae Osyris alba Thesium alpinum Thesium divaricatum Thesium humifusum * Thesium linophyllon
Saxifragaceae
Duizendknoopfamilie Alpenzuring
Anjerfamilie Bolderik Gewone zandmuur Akkerhoornbloem Gewone hoornbloem
Sedum acre Sedum anomalum Sedum rupestre Sempervivum tectorum
Erodium ciconium Erodium cicutarium Geranium columbinum Geranium pyrenaicum Geranium robertianum
Salicaceae Salix purpurea
Violaceae
Rotsnavelkruid
Ooievaarsbekfamilie Reigersbek Fijne ooievaarsbek Bermooievaarsbek Robertskruid
Wilgenfamilie Bittere wilg
Viooltjesfamilie
Viola cenisia
Euphorbiaceae Behaard breukkruid Grondster
Hypericaceae
Linaceae Kleine mantelanjer Rotszeepkruid Eenjarig hardbloem Nachtsilene Blaassilene
Sandelhoutfamilie Alpenbervlas Liggend bergvlas
Plataanfamilie Vetplantenfamilie Muurpeper Tripmadam Huislook
Wolfsmelkfamilie
Euphorbia characias Euphorbia nicaeensis Hypericum hyssopifolium Hypericum linariifolium * Hypericum perforatum
Saxifraga exarata ssp. moschata
Crassulaceae
Umbilicus rupestris
Geraniaceae
Linum campanulatum Linum catharticum Linum narbonense Linum suffruticosum
Fabaceae
Hersthooifamilie Sint-Janskruid
Vlasfamilie (Geel vlas) Geelhartje (Blauw vlas) (Wit vlas)
Vlinderbloemfamilie
Anthyllis montana Anthyllis vulneraria Wondklaver Astragalus glycyphyllos Wilde hokjespeul Astragalus monspessulanus Astragalus onobrychis Colutea arborescens Europese blazenstruik Coronilla emerus (Hippocrepis emerus ssp emerus) Coronilla minima Coronilla scorpioides Coronilla vaginalis Coronilla varia Bont kroonkruid
Cotinus coggygria Cytisus scoparius Cytisus sessilifolius (Cytysophyllum) Dorycnium pentaphylleum Genista cinerea Genista hispanica Hippocrepis comosa Laburnum anagyroides Lathyrus aphaca Lathyrus latifolia Lathyrus pratensis Lathyrus setifolius Lathyrus sylvestris Lathyrus tuberosus Lathyrus vernus Lotus delortii Medicago falcata Medicago lupulina Medicago orbicularis Medicago rigidula Medicago soleirolii * Medicago tuberculata * Medicago turbinata Medicago x varia Onobrychis arenaria ssp arenaria Onobrychis saxatilis Onobrychis viciifolia Ononis fruticosa Ononis natrix Ononis repens Ononis spinosa Ononis striata Psoralea bituminosa Securigera varia Spartium junceum Tetragonolobus maritimus (Lotus maritimus)
Pruikenboom Brem
Spaanse brem Paardenhoefklaver Goudenregen Naakte lathyrus Veldlathyrus Boslathyrus Aardaker Voorjaarslathyrus
Trifolium alpestre Trifolium arvense Trifolium campestre Trifolium dubium Trifolium incarnatum Trifolium pratense Trifolium repens Trifolium stellatum Trigonella corniculata (Trigonella esculenta) Vicia cracca Vicia hybrida Vicia onobrychioides Vicia pannonica Vicia peregrina Vicia villosa
Polygalaceae Sikkelklaver Hoornklaver
Polygala calcarea Polygala comosa
Rosaceae
Bonte luzerne
Esparcette Geel stalkruid Kruipend stalkruid
Pekklaver Bont kroonkruid Bezemstruik Hauwklaver
Hazenpootje Liggende klaver Kleine klaver Inkarnaatklaver Rode klaver Witte klaver Sterklaver
Vogelwikke
Hongaarse wikke Vreemde wikke Bonte wikke
Vleugeltjesbloemfamili Kalk vleugeltjesbloem
Rozenfamilie
Agrimonia eupatoria Alchemilla alpina Amelanchier ovalis
Gewone agrimonie Alpenvrouwenmantel Europees krentenboompje
Crataegus monogyna Fragaria vesca Potentilla argentea Potentilla reptans Prunus spinosa Rosa canina Rosa pendulina Rosa rubiginosa Rubus idaeus Sanguisorba minor Sorbus aucuparia
Eenstijlige meidoorn Bosaardbei Viltganzerik Vijfvingerkruid Sleedoorn Hondsroos Doornloze roos Egelantier Framboos Kleine pimpernel Wilde lijsterbes
Ulmaceae Ulmus spec
Moraceae
Iepenfamilie Iep
Moerbeifamilie
Ficus carica
Urticaceae Parietaria judaica Parietaria officinalis
Cucurbitaceae Bryonia dioica
Fagaceae Castanea sativa Quercus ilex Quercus pubescens
Resedaceae Reseda lutea Reseda luteola Reseda phyteuma
Brassicaceae Aethionema saxatile Alyssum alyssoides Alyssum montanum Arabis planisiliqua Arabis turrita Biscutella brevifolia Erysimum rhaeticum Erysimum strictum (Erysimum virgatum) Iberis nana Isatis tinctoria Lepidium campestre
Malvaceae Althaea hirsuta Malva sylvestris
Cistacaea
Vijgenboom
Brandnetelfamilie Klein glaskruid Groot glaskruid
Komkommerfamilie Heggenrank
Beukenfamilie Tamme kastanje Steeneik Donzige eik
Resedafamilie Wilde reseda Wouw
Kruisbloemenfamilie Bleek schildzaad
TorenscheefkeIk Brilkruid Zwitserse steenraket Stijve steenraket
Acer campestre
Cornus mas
Primulaceae Anagallis arvensis ssp caerulea Androsace vitaliana ssp cinerea Coris monspeliensis Primula veris Primula vulgaris (Primula acaulis) Trientalis europaea *
Ericaceae Monotropa hypopitys Anchusa italica Cynoglossum spec Echium vulgare Lappula spec Lithospermum officinale
Rubiaceae Wede Veldkruidkers
Kaasjeskruidfamilie Ruige heemst Groot kaasjeskruid
Zonneroosjefamilie
Zeepboomfamilie Spaanse aak
Franse esdoorn
Wijnruitfamilie
Ruta chalepensis
Cornaceae
Boraginaceae
Fumana thymifolia Helianthemum apenninum Wit zonneroosje Helianthemum canum Helianthemum nummularium Geel zonneroosje
Sapindaceae
Acer monspessulanum
Rutaceae
Cruciata glabra Galium aparine Galium lucidum Galium mollugo Galium pumilum Galium verum Rubia peregrina
Gentianaceae Blackstonia perfoliata Gentiana lutea
Apocynaceae Vincetoxicum hirundinaria
Convolvulaceae
Kornoeljefamilie Gele kornoelje
Sleutelbloemfamilie Blauw guichelheil Goudprimula
Gulden sleutelbloem Stengelloze sleutelbloem Zevenster
Heidefamilie Stofzaad
Ruwbladigenfamilie Slangenkruid Glad parelzaad
Walstrofamilie Kleefkruid Glad walstro Kalkwalstro Echt walstro
Gentiaanfamilie Bitterling Gele gentiaan
Maagdenpalmfamilie Witte engbloem
Windefamilie
Convolvulus arvensis Convolvulus cantabrica Convolvulus lineatus Cuscuta spec
Oleaceae Ligustrum vulgare
Scrophulariaceae Scrophularia canina Verbascum blattaria
Verbenaceae Verbena officinalis
Lamiaceae Acinos arvensis Ajuga chamaepitys Ajuga reptans Ballota nigra ssp.foetida Clinopodium vulgare Lavandula officinalis Melittis melissophyllum Nepeta nepetella Origanum vulgare Prunella laciniata Salvia officinalis Salvia pratensis Salvia verbenaca Stachys officinalis Stachys recta Teucrium botrys Teucrium chamaedrys Teucrium montanum Teucrium polium Thymus serpyllum Thymus vulgaris
Orobanchaceae Melampyrum arvense Orobanche caryophyllus Orobanche gracilis Orobanche teucrii
Akkerwinde Calandsklokje Warkruid
Olijffamilie Liguster
Helmkruidfamilie Hondshelmkruid Mottenkruid
IJzerhardfamilie IJzerhard
Lipbloemfamilie Kleine steentijm Akkerzenegroen Zenegroen Stinkende ballote Borstelkrans Lavendel Bijenblad Wilde marjolein Witte brunel Echte salie Veldsalie Kleinbloemig salie Betonie Bergandoorn Trosgamander Echte gamander Berggamander Wilde tijm Echte tijm
Bremraapfamilie Wilde weit
Gamanderbremraap
Rhinanthus alectorolophus Harige ratelaar Rhinanthus angustifolius Grote ratelaar
Plantaginaceae Antirrhinum latifolium Cymbalaria muralis Digitalis lutea Globularia cordifolia Globularia vulgaris * Linaria repens Linaria supina Plantago lanceolata Plantago maritima ssp serpentina Plantago media Veronica beccabunga Veronica chamaedrys Veronica officinalis
Apiaceae Aegopodium podagraria Conopodium majus Eryngium campestre Laserpitium gallicum Laserpitium latifolium Laserpitium siler Orlaya daucoides Torilis arvensis Torilis leptophylla Torilis nodosa Turgenia latifolia
Adoxaceae Sambucus ebulus Sambucus nigra Viburnum lantana
Caprifoliaceae Centranthus ruber Dipsacus fullonum Knautia arvensis Knautia dipsacifolia
Weegbreefamilie Muurleeuwenbek Geel vingerhoedskruid Gewone kogelbloem Gestreepte leeuwenbek Liggende leeuwenbek Smalle weegbree
Ruige weegbree Beekpunge Gewone ereprijs Mannetjesereprijs
Schermbloemenfamilie Zevenblad Franse aardkastanje Kruisdistel Breed lazerkruid
Heggendoornzaad Knopig doornzaad
Muskuskruidfamilie Kruidvlier Gewone vlier Wollige sneeuwbal
Kamperfoeliefamilie Rode spoorbloem Grote kaardebol Beemdkroon Bergknautia
Knautia purpurea Lonicera xylosteum Valeriana tuberosa Valerianella coronata
Campanulaceae
Veldsla
Klokjesfamilie
Campanula patula Campanula persicifolia Campanula rapunculoides Campanula rapunculus Campanula rotundifolia Campanula scheuchzeri Campanula trachelium Legousia hybrida Legousia speculum-veneris Phyteuma nigrum * Phyteuma orbiculare
Asteraceae
Weideklokje Prachtklokje Akkerklokje Rapunzelklokje Grasklokje Ruig klokje Klein spiegelklokje Groot spiegelklokje Zwartblauwe rapunzel Bolrapunzel
Composietenfamilie
Achillea millefolium Gewoon duizendblad Arctium lappa Grote klit Artemisia absinthium Absinthalsem Carduncellus monspeliensis Carduus carlinoides * Carduus nutans Knikkende distel Carlina acanthifolia Catananche caerulea Blauwe strobloem Carlina vulgaris Driedistel Centaurea cyanus Korenbloem Centaurea jacea Knoopkruid Centaurea montana Bergcentaurie Centaurea paniculata Centaurea pectinata Centaurea procumbens * Centaurea scabiosa Grote centaurie Centaurea solstitialis Cichorium endivia Andijvie
Cirsium rivulare Oeverdistel Cirsium vulgare Speerdistel Crepis hieracioides Crupina crupinastrum * Glebionis segetum * Gele ganzenbloem Helichrysum stoechas Mediterrane strobloem Hieracium pilosella Muizenoor Hieracium staticifolium Inula montana Bergalant Lactuca perennis Blauwe sla Lactuca serriola Kompassla Leontodon hispidus Ruige leeuwentand Leuzea conifera Matricaria chamomilla Echte kamille Onopordum acanthium Wegdistel Picris echioides Dubbelkelk Picris hieracioides Echt bitterkruid Scorzonera hirsuta Scorzonera tinctoria (Scorzonera laciniata) Serratula tinctoria Staehelina dubia Tanacetum corymbosum spp Trosmargriet corymbosum Taraxacum officinale Paardenbloem Tragopogon dubius Bleke morgenster Tragopogon pratensis ssp. Gele morgenster pratensis
Tussen haakjes synoniemen in de Flora Alpina. * Soort komt volgens Flora alpina niet voor in de Drôme.
Mossen Inleiding Mossen zijn kleine groene planten zonder vaten om water en voedingsstoffen te transporteren. Ze hebben ook geen bast om water vast te houden en moeten dus bestand zijn tegen uitdroging. Water en de daarin opgeloste voedingsstoffen nemen ze over de oppervlakte op. De meeste mossen zijn klein en groeien langzaam. Op de meeste plaatsen kunnen ze concurrentie met vaatplanten niet aan. Je vindt ze dan ook vooral op steen, boomstammen, steilkantjes, open plekken en vochtige, beschaduwde plaatsen. In La Boucoule komen de eerste drie habitats veel voor; een vochtige beschaduwde plaats vormt de Gorges de la Nesque. Op al deze plaatsen heb ik wat mossen verzameld, daarbij geholpen door Wim Zolf, die bij de choc zijn plastic zakje met mosjes inleverde. In totaal vonden we 72 soorten die op naam gebracht konden worden. Een paar moeten nog een keer goed bekeken worden of opgestuurd worden naar experts. 72 mossen is een redelijk aantal, maar er komen vast meer mossen voor. In plaats van één lijst met alle mossen heb ik er voor gekozen om de mossen te groeperen per habitat. De mossen zijn gedetermineerd met W. Frey, J.-P. Frahm, E. Fischer & W. Lobin (2006). The Liverworts, Mossen and Ferns of Europe. Voor de indeling en naamgeving is, waar mogelijk, gebruik gemaakt van H. Siebel & H. During (2006). Beknopte mosflora van Nederland en België.
Mossen op steen (N=31) Steen is een ideaal substraat voor mossen: vaatplanten kunnen er niet of met moeite groeien. Bovendien leveren stenen die verweren de nodige voedingsstoffen. Elke soort steen heeft daarom zijn eigen mosflora. Rond La Boucoule vooral mossen die van kalk houden. Mossen op steen, zeker in de Drôme, zijn aangepast aan langere droge periodes. Je ziet dan ook weinig mostapijten, maar vooral kleine compacte polletje die vaak voorzien van glasharen. Die hebben een dubbele functie: ze dienen als condensatiepunt voor dauw en ze vormen een beschermde laag tegen de zon. De mossen zelf zijn vaak donkerbruin of zwart gekleurd. Er zijn een paar mosgeslachten die vooral op steen voorkomen: Muisjesmos (Grimmia), Achterlichtmos (Schistidium), Sterretje (Syntrichia en Tortula) en Dubbeltandmos (Didymodon). Achterlichtmossen hebben hun naam te danken aan het mooie rood peristoom: de afsluiting van de kapselmond. Ze zijn notoir moeilijk te determineren. Er staan daarom ook maar twee soorten op. Een paar anderen wachten nog nader onderzoek. Dat geldt ook voor wat muisjesmossen. Als er in een kalkgebied permanent water stroomt zijn er vaak een paar specialisten aanwezig. Ze dragen actief bij aan het neerslaan van de kalk en worden daardoor bedekt door een laag kalk. Ze moeten dus snel genoeg groeien om de kalkafzetting voor te zijn. De afzetting wordt kalktuf genoemd, het gesteente dat eruit ontstaat travertijn. Een mooie afzetting lag langs de Ubac la Vie met onder meer Tufmos en Gewoon diknerfmos. Op de foto zijn de kromme blaadjes van Diknerfmos nog goed te onderscheiden.
wetenschappelijke naam Bryum argenteum Bryum capillare Cratoneuron filicinum Ctenidium molluscum Didymodon fallax Didymodon luridus Didymodon sinuosus Ditrichum flexicaule Encalypta vulgaris Eucladium verticillatum Fissidens dubius var. dubius Frullania dilatata Grimmia orbicularis Grimmia ovalis Grimmia pulvinata Homalothecium sericeum
Nederlandse naam Zilvermos Gedraaid knikmos Gewoon diknerfmos Kammos Kleidubbeltandmos Breed dubbeltandmos Bros dubbeltandmos Kalksmaltandmos Klein klokhoedje Tufmos Kalkvedermos Helmroestmos Bolrond muisjesmos Gezoomd muisjesmos Gewoon muisjesmos Gewoon zijdemos
wetenschappelijke naam Hypnum cupressiforme Myurella julacea Orthotrichum anomalum Orthotrichum cupulatum Orthotrichum diaphanum Oxyrrhynchium hians Schistidium crassipilum Schistidium platyphyllum Syntrichia montana Syntrichia ruralis var. ruralis Thuidium abietinum Tortula muralis Trichostomum crispulum Trichostomum triomphans Weissia spec.
Mossen op bomen (N=22) Op bomen groeien alleen in regenwouden vaatplanten. Die hebben dan ook dezelfde levenswijze als mossen (en korstmossen): ze halen hun voedingsstoffen uit langsstromend water. Omdat mossen droogteresistent zijn groeien ze ook buiten regenwouden op bomen. Een paar geslachten zijn boomspecialisten. In de omgeving van La Boucoule is dat vooral Haarmuts (Orthotrichum). Ze groeien in kleine ronde polletjes met ingezonken kapsel. Het duurt ook een wetenschappelijke naam Anomodon viticulosus Frullania dilatata Homalia trichomanoides
Nederlandse naam
Homalothecium sericeum Homomallium incurvatum Hypnum cupressiforme
Nederlandse naam Gewoon klauwtjesmos Gesteelde haarmuts Bekerhaarmuts Grijze haarmuts Kleisnavelmos Muurachterlichtmos Kribbenachterlichtmos Vioolsterretje Daksterretje Sparrenmos Gewoon muursterretje Gekapt haartandmos Parelmos
tijdje voor je ze uit elkaar weet te houden. Op bomen groeien ook slaapmossen: mossen die vlak groeien en hele tapijten kunnen vormen. Meestal zijn dat allemansvrienden die vrijwel overal voor kunnen komen, bijvoorbeeld Gewoon dikkopmos of Klauwtjesmos. Nederlandse naam
Gewoon zijdemos
wetenschappelijke naam Neckera crispa Orthotrichum affine Orthotrichum obtusifolium Orthotrichum pallens
Pluchemos
Orthotrichum pumilum
Dwerghaarmuts
Gewoon
Orthotrichum striatum
Gladde haarmuts
Groot touwtjesmos Helmroestmos Spatelmos
Groot kringmos Gewone haarmuts Stompe haarmuts Kale haarmuts
Lejeunea cavifolia Leptodon smithii Leucodon sciuroides Metzgeria furcata Neckera complanata
klauwtjesmos Gewoon tuitmos Slakkenhuismos Eekhoorntjesmos Bleek boomvorkje Glad kringmos
Pseudoleskea incurvata Radula complanata Syntrichia inermis Syntrichia laevipila Tortella tortuosa
Gewoon schijfjesmos Rotssterretje Boomsterretje Gerimpeld kronkelbladmos
Bodemmossen (N=34) Mossen op de bodem vullen de gaatjes die de vaatplanten vrij laten of waar ze zich lastig kunnen vestigen, zoals steilkantjes. Er zijn veel pioniers onder, die in het najaar kiemen, in de winter kapsels vormen en in de voorzomer al verdwenen zijn. Vaak zijn het kleine mosjes die je op je knieën moet zoeken. De kalkgraslanden rond La Boucoule moeten er vol mee hebben gestaan. In de lijst hieronder is Klein kalkmos zo’n soort. Tijdens een excursie is het gemakkelijker wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Aneura pinguis Barbula convoluta
Echt vetmos Gewoon smaragdsteeltje Gewoon dikkopmos Veenknikmos
Brachythecium rutabulum Bryum pseudotriquetrum
om mossen op steilkantjes te verzamelen, zoals Klein duinsterretje of Kalkvedermos. Op de bodem van bossen, zoals rond de Chapelle, vind je grotere slaapmossen als Geplooid snavelmos, Sparrenmos en Glanzend etagemos. De laatste is eigenlijk een mos van wat zuurdere bodem. Er zijn ook wat vochtiger plaatsen, zoals langs het beekje dat het kampterrein uitstroomt. Daar komen Echt vetmos, Lang peermos en Gerimpeld boogsterrenmos vandaan.
wetenschappelijke naam Kindbergia praelonga Lejeunea cavifolia
Nederlandse naam
Eekhoorntjesmos Grijze haarmuts
Klein varentjesmos Stomp boogsterrenmos Gerimpeld boogsterrenmos Lang peermos Spits smaragdsteeltje
Campyliadelphus chrysophyllus Campylium stellatum Campylophyllum calcareum Cirriphyllum crassinervium
Kalkgoudmos
Leucodon sciuroides Orthotrichum diaphanum Oxyrrhynchium hians
Sterrengoudmos Dwerggoudmos Bossig spitsmos
Plagiochila porelloides Plagiomnium ellipticum Plagiomnium undulatum
Didymodon fallax Didymodon luridus
Kleidubbeltandmos Breed dubbeltandmos
Encalypta streptocarpa Eurhynchium striatum Fissidens dubius var. dubius
Groot klokhoedje Geplooid snavelmos Kalkvedermos
Pohlia elongata Pseudocrossidium hornschuchianum Syntrichia inermis Syntrichia calcicola Syntrichia ruralis
Fijn laddermos Gewoon tuitmos
Kleisnavelmos
Rotssterretje Klein duinsterretje Daksterretje
Gymnostomum calcareum Homalothecium lutescens
Klein kalkmos Smaragdmos
Thuidium abietinum Tortella tortuosa
Hylocomium splendens
Glanzend etagemos
Hypnum cupressiforme
Gewoon klauwtjesmos
Trichostomum triomphans Weissia controversa
Gorges de la Nesque Een apart habitat vormt de Gorges de la Nesque. Dat is een kloofdal waar weinig licht komt, stromend water voor een permanente hoge luchtvochtigheid zorgt en de temperatuur veel minder fluctueert dan in het open veld. Het is dan ook een paradijs voor mossen en varens, maar niet voor korstmossen die veel meer licht nodig hebben. Hier groeien mossen in guirlandes van de bomen en vormen hele tapijten over de stenen en de bodem. Wim en ik hebben daar 34 soorten mos gevonden, waarvan er 17 zijn die
Muisjesmos op kalk
Sparrenmos Gerimpeld kronkelbladmos
Gewoon parelmos
alleen daar voorkomen. Bijvoorbeeld Groot kringmos dat net als Groot touwtjesmos in lange slierten van de bomen hangt, of Myurella julacea dat met blaadjes van een halve millimeter en stengeltjes van halve centimeter kleine matjes vormt. Deze groep mossen vind je door heel Europa in oude bossen op rijke bodem. Restanten hiervan vind je in Nederland in Essenhakhoutbossen in de buurt van Wijk bij Duurstede.
Zoogdieren Rhinolophidae - hoefijzerneuzen Rhinolophus hipposideros - Kleine hoefijzerneus In de schuur van de boerderij hingen enkele kleine hoefijzerneuzen, die zeer storingsgevoelig bleken. Bij het betreden van de schuur gingen ze snel op andere plaatsen hangen , waar ze minder zichtbaar waren. Vespertilioniodae - gladneuzen Pipistrellus pipistrellus - Gewone dwergvleermuis Rond de gebouwen van La Boucoule werden enkele dwergvleermuizen foeragerend vastgesteld met beghulp van een batdetector. Vooral boven de vangplekken van nachtvlinders bleken ze erg actief. Leporidae - hazen en konijnen Lepus europaeus - Haas Vondsten van keutels en enkele zichtwaarnemingen Oryctolagus cuniculus - Konijn Vondst van keutels, o.a. in groot aantal op een locatie bij Sault (lavendelwandeling). Sciuridae - eekhoorns Sciurus vulgaris - Eekhoorn Een enkele waarneming van de Eekhoorn werd gemeld. Mustelidae - marterachtigen Martes sp. - marter Op meerdere excursies werd marterpoep, vaak met kersenpitten, gevonden. Martes foina - Steenmarter Een Steenmarter werd als verkeersslachtoffer door de campingeigenaar gevonden en meegenomen.
Canidae - hondachtigen Vulpes vulpes - Vos De Vos zwierf rond op La Boucoule en werd verdacht van voedselzoeken rond de tenten. Er is een zichtwaarneming gedaan en duidelijke pootafdrukken in een tent en op een stoel zijn gevonden. Cervidae - herten Cervus elaphus - Edelhert Enkele waarnemingen van een hinde langs de route La Boucoule naar de Col des Arles. Capreolus capreolus - Ree Het Ree is diverse malen gehoord (het zogenoemde blaffen). Suidae - zwijnen Sus scrofa – Wild zwijn Prenten van het Wild zwijn zijn tijdens een excursie gevonden. Bovidae - runderen Rupicapra rupicapra - Gems Eén zichtwaarneming op de helling bij La Boucoule.
Vogels Ardeidae - reigers Ardea cinerea - Blauwe reiger Anatidae - zwanen, ganzen, eenden Anas platyrhynchos - Wilde eend Accipitridae - haviken, arenden Milvus milvus - Rode wouw Eén waarneming van een paar met twee uitgevlogen jongen in de omgeving van Sault (lavendelwandeling). Milvus nigrans - Zwarte wouw Gyps fulvus - Vale gier Tweemaal waargenomen met 2 resp. 3 exemplaren. Voorkeur voor open, droge valleien (thermiek) en hoogvlakten. Circaetus gallicus - Slangenarend Regelmatig waargenomen in het dal van la Boucoule, eenmaal gedurende drie kwartier rustend op een rots. Zoekt zijn prooien (reptielen) in open droog terrein met verspreide boomgroepen en struiken. Circus pygargus - Grauwe kiekendief Eén waarneming. Buteo buteo - Buizerd Aquila pennata - Dwergarend Er zijn twee waarnemingen zuidelijk van Montbrun-les-Bains (richting Aurel) gedaan en een enkele waarneming in de omgeving van de Col des Arles. Aquila chrysaetos - Steenarend Eén waarneming. Falconidae - valken Falco tinnunculus - Torenvalk
Phasianidae - kwartels, patrijzen en fazanten Coturnix coturnix - Kwartel Tijdens twee excursies in het dal bij Sault (lavendelwandeling) met landbouwgewassen horen roepen. Rallidae - waterhoentjes, rallen en koeten Fulica atra - Meerkoet In de recreatievijver bij Monieux. Columbidae - duiven en tortels Columba livia - Rotsduif Columba palumbus - Houtduif Dagelijkse waarnemingen (zang) in het dal van La Boucoule, maar ook op meerdere excursies. Streptopelia decaocto - Turkse tortel Streptopelia turtur - Zomertortel Enkele keren horen koeren op het terrein van La Boucoule. Cuculidae - koekoeken Cuculus canorus - Koekoek De Koekoek is één van de soorten die gedurende de gehele dag zijn roep liet horen. Ook bij La Boucoule was dat het geval. Van ochtend- tot avondschemering nadrukkelijk aanwezig. Strigidae - uilen Otus scops - Dwergooruil In meerdere nachten was de roep van de Dwergooruil te horen, eenmaal in de grote eik bovenop de heuvel van La Boucoule. Ook is de soort overvliegend waargenomen na het eenmalig afdraaien van zijn roep. Deze soort broedt o.a in cultuurlandschap en in parken en tuinen in steden. Maar ook beboste hellingen, zoals bij La Boucoule horen tot de favoriete plekjes. Strix aluco - Bosuil Gehoord in de omgeving van La Boucoule.
Caprimulgidae - nachtzwaluwen Caprimulgus europaeus - Nachtzwaluw De nachtzwaluw is gehoord (roep en zang) en gezien op het terrein van La Boucoule en de helling er tegenover. Apodidae - gierzwaluwen Apus apus - Gierzwaluw Regelmatig foeragerend gezien, ook boven La Boucoule. Apus melba - Alpengierzwaluw Alpengierzwaluwen zijn foeragerend waargenomen in de Gorges de Nesque nabij Monieux. Meropidae - bijeneters Merops apiaster - Bijeneter De enige plaats waar bijeneters zijn waargenomen, is het historische stadje Vaison-la-Romaine. Broedt in zelf gegraven holen in wanden of soms ook in de grond. Koloniebroeder, die insekten in de vlucht vangt. Upupidae - hoppen Upupa epops - Hop De hop is tijdens meerdere excursies gehoord en eenmaal gezien. De soort heeft een verdragende roep. Picidae - spechten Jynx torquilla - Draaihals Waarneming aan roepende, kloppende en vliegende vogel op het terrein van La Boucoule. Broedt in open terrein met loof- en naaldbomen. Picus viridis - Groene specht Regelmatige waarnemingen, ook roepend in het dal van La Boucoule. Dendrocopus major - Grote bonte specht
Alaudidae - leeuweriken Lullula arborea - Boomleeuwerik Op meerdere excursies en ook te horen vanaf La Boucoule. Ook waarnemingen op de Mont Ventoux tussen de 1500 en 2000 meter. Alauda arvensis - Veldleeuwerik De Veldleeuwerik kennen wij als een soort van het laagland. Tijdens één excursie zijn vijf exemplaren zingend na een een regenbui gehoord. Er is ook een waarneming van een zingende veldleeuwerik op de Col des Arles (1000 meter). Hirundinidae - zwaluwen Ptyonoprogne rupestris - Rotszwaluw Tijdens een enkele excursie gezien. Broedt niet alleen in rotswanden, maar ook bijvoorbeeld aan huizen. Bouwt een nestje als een boerenzwaluw op plaatsen waar je een huiszwaluwnest zou verwachten. Hirundo rustica - Boerenzwaluw Delichon urbica - Huiszwaluw Motacillidae - piepers en kwikstaarten Anthus trivialis - Boompieper Op enkele excursies gehoord, onder andere de Col des Arles en Mont Serein (wandeling Jean Henri Fabre). Motacilla cinerea - Grote gele kwikstaart Waarneming bij een beek. De grote gele kwikstaart is altijd bij stromend water te vinden. Motacilla alba - Witte kwikstaart Troglodytidae - winterkoningen Troglodytes troglodytes - Winterkoning Ook waargenomen op het terrein van La Boucoule. Prunellidae - heggenmussen Prunella modularis – Heggenmus
Turdidae - lijsters Erithacus rubecula - Roodborst Luscinia megarhynchos - Nachtegaal De nachtegaal had 24-uursdienst op La Boucoule. De vogel zong in de eerste 10 dagen vrijwel dag en nacht door. Vooral door het ontbreken van ‘bijgeluiden’ kwam de zang zeer helder en zuiver over. Phoenicuros ochruros - Zwarte roodstaart De soort is van origine een broedvogel van berghellingen met rotspartijen, maar broedt ook in gebouwen in dorpen en steden en zit dan vaak op het topje van het dak te zingen. Phoenicurus phoenicurus - Gekraagde roodstaart Waarnemingen o.a. bij Mont Serein, Sault en in het dal van La Boucoule. Saxicola rubicola - Roodborsttapuit Meerdere waarnemingen. Broedvogel van La Boucoule. In de laatste dagen van het kamp vloog het paar met uitgevlogen jongen rond. Oenanthe oenanthe - Tapuit Broedvogel op de Mont Ventoux, waarneming aan oudervogels met voer in de snavel. Monticola saxatilis - Rode rotslijster Broedvogel op de Mont Ventoux, op steile helling. Foerageerde op de begroeide delen. De waarneming werd genoteerd op 1616 meter. Turdus merula - Merel Ook op La Boucoule. Turdus viscivorus - Grote lijster Meerdere zingende exemplaren. Ook in het dal van La Boucoule.
Orpeusspotvogel kiest, in tegenstelling tot de Spotvogel, zijn zangposten regelmatig in de top van een struik en is daardoor goed waar te nemen. Acrocephalus arundinaceus - Grote karekiet De Grote karekiet is gehoord in het riet langs een recreatievijver bij Monieux. Sylvia undata - Provençaalse grasmus Is ook broedvogel op de helling van La Boucoule. Een zeer levendige soort, die zich soms maar kort laat zien. Sylvia cantillans - Baardgrasmus De droge helling van La Boucoule met zijn verscheidenheid aan (prik)struiken bleek ook geschikt voor een territorium van de Baardgrasmus, die ook tijdens een excursie op de helling van de Gorges des Nesque is gezien. Sylvia communis - Grasmus Waarnemingen o.a. in het ‘laagland’ bij Sault (lavendelwandeling). Sylvia atricapilla - Zwartkop De Zwartkop is een algemeen voorkomende soort die zolang het licht was zijn heldere zang liet horen. Ook broedvogel in de omgeving van La Boucoule. Phylloscopus bonelli - Bergfluiter Algemene soort, die zijn zang ook liet horen bij La Boucoule. Broedt in hellingbossen waar ook sprake is van enige ondergroei. Phylloscopus collybita - Tjiftjaf Phylloscopus trochilus - Fitis Eenmalige waarneming. Regulus regulus - Goudhaan Broedvogel van naaldbossen. Waarnemingen op de Mont Ventoux in het bos bij Mont Serein en Combe de la Grave.
Sylviidae - zangers Hippolais polyglotta - Orpheusspotvogel De Orpheusspotvogel broedt in terreinen met wilgen en lage vegetatie. Ook in struiken met veel stekels, zoals die op La Boucoule te vinden zijn. Is daar met één paar aanwezig. De
Aegithalidae - staartmezen Aegithalos caudatus - Staartmees Paar met uitgevlogen jongen bij Ubac de Courge, open terrein met bosperceeltjes.
Paridae - mezen Poecile palustris - Glanskop Lophophanes cristatus - Kuifmees Periparus ater - Zwarte mees Cyanistes caeruleus - Pimpelmees Meerdere waarnemingen, ook op La Boucoule. Parus major – Koolmees Algemene soort, ook op La Boucoule waargenomen. Sittidae - boomklevers Sitta europaea - Boomklever Oriolidae - wielewalen Oriolus oriolus - Wielewaal Laniidae - klauwieren Lanius collurio - Grauwe klauwier De Grauwe klauwier is broedvogel op het terrein van La Boucoule, maar werd algemeen gezien. Corvidae - kraaien Pica pica - Ekster Garrulus glandarius - Gaai Corvus monedula - Kauw Corvus corone - Zwarte kraai Corvus corax - Raaf Raven hebben een groot territorium. De Raaf vloog ook boven La Boucoule en werd op meerdere excursies gezien en gehoord. Sturnidae - spreeuwen Sturnus vulgaris - Spreeuw Ploceidae - mussen Passer domesticus - Huismus
De huismus is op La Boucoule een alom aanwezige soort rond het huis en de schuren. In elk dorp dat tijdens excursies werd aangedaan, zijn huismussen waargenomen. Fringillidae - vinken Fringilla coelebs - Vink Broedvogel op La Boucoule en in de bossen algemeen. Serinus serinus - Europese kanarie De Europese kanarie werd vooral in de dorpen waargenomen. Is broedvogel van parken en tuinen, waar in elk geval enkele hoge naaldbomen of andere coniferen verspreid voorkomen. Chloris chloris - Groenling Carduelis carduelis - Putter De Putter komt algemeen in de streek voor en is ook broedvogel op La Boucoule. Carduelis cannabina - Kneu Broedvogel op La Boucoule, ook enkele waarnemingen elders. Loxia curvirostra - Kruisbek Tijdens twee excursies op dezelfde dag en in dezelfde omgeving (Mont Serein) werden maximaal 12 kruisbekken waargenomen. Kruisbekken vormen na het uitvliegen van de jongen groepen, die gezamenlijk rondtrekken om in sparren te foerageren op de zaden van de kegels. Emberizidae - gorzen Alle waargenomen gorzen werden slechts op één excursie (Grijze gors, Grauwe gors) of enkele keren waargenomen (Geelgors, Cirlgors, Ortolaan). Emberiza citrinella - Geelgors Emberiza cirlus - Cirlgors De Cirlgors was ook broedvogel op de helling van La Boucoule. Emberiza cia - Grijze gors Emberiza hortulana –Col des Arles en bij de Combe de la Grave (Mont Ventoux). Miliaria calandra - Grauwe gors (Sault)
Amfibieën Discoglossidae - schijftongkikkers Alytes obstetricans - Vroedmeesterpad Het klungeltje, zowel mannetje als wijfje, laten vooral op zwoele avonden hun heldere roep horen. Zo ook op de helling van het kampterrein La Boucoule. Bufonidae - echte padden Bufo bufo - Gewone pad Een enkele waarneming van de Gewone pad is gedaan. Ranidae - echte kikkers Rana ridibunda - Meerkikker De Meerkikker (vroeger: de Grote groene kikker) is gehoord tussen de begroeiing van de recreatieplas bij Monieux en in een particuliere vijver op de lavendelwandeling bij Sault.
Reptielen Lacertidae - echte hagedissen Lacerta bilineata - Westelijke smaragdhagedis De Westelijke smaragdhagedis is op meerdere plaatsen, ook op het kampterrein van La Boucoule, waargenomen. Het mannetje was op z’n mooist met felblauwe keel en wangen. Lacerta vivipara - Levendbarende hagedis Deze soort is op één excursie waargenomen.
Podarcis muralis - Muurhagedis Een soort die op alle excursies is gezien en ook op verschillende plaatsen op La Boucoule zat, o.a. bij de gebouwen en bij het bruggetje aan de achterkant van het terrein. Colubridae - toornslangachtigen Natrix maura – Adderringslang (zie afbeelding). Ook de Adderringslang is op één excursie gemeld. Het is een waterslang die zeer goed kan zwemmen en lang onder water kan blijven.
Dagvlinders Op de dagvlinderlijst van La Boucoule staan 114 soorten dagvlinders vermeld. De dagvlinders die daarop niet vermeld staan, krijgen een * voor hun soortnaam, de soorten die nu niet gezien zijn op La boucoule krijgen ** Sommige van deze soorten zijn niet op La Boucoule waargenomen, wel op een van de excursies. Blauwe ijsvogelvlinder
In totaal hebben we 76 soorten dagvlinders waargenomen, dat is een behoorlijk aantal. Van sommige soorten vlogen de laatste exemplaren, van andere soorten kwamen tijdens ons kamp de eerste vlinders uit. Sommige soorten komen op specifieke plaatsen voor, andere soorten kwamen we vrijwel overal tegen. Natuurlijk liepen we vaak in een omgeving met dezelfde soort vegetatie, zodat we ook
dezelfde vlinders zagen. Deze vegetatie is te vinden op de camping, stenige hellingen met bloemrijke vegetatie. In de plantenlijst zullen hiervan soorten opgenoemd staan. Vlinders die we veel gezien hebben: Groot geaderd witje, Boswitje, Bruine eikenpage (komt voor op lage eiken en deze waren er volop), verschillende blauwtjes als het Adonisblauwtje, Bruin blauwtje, Icarusblauwtje, Bloemenblauwtje, Dwergblauwtje (vooral de eerste week), Bleek blauwtje en Provençaals bleek blauwtje, Blauwe ijsvogelvlinder (zie afbeelding, vooral in dalen waar een beekje doorstroomde), Distelvlinders (op trek en de 2e week verse exemplaren die uit de pop kwamen), Westelijke parelmoervlinder, Hooibeestje, Tweekleurig hooibeestje, Bruin zandoogje. Deze soorten kwamen dus zeer algemeen voor. De Koningspage is meer gemeld dan de Koninginnepage, de eerste legt eieren op struiken. De Spaanse pijpbloemvlinder is eenmaal gevangen en gezien op weg naar de kapel. Het was een afgevlogen exemplaar, de tijd voor de pijpbloemvlinders was voorbij. Wel vonden we een kleine rups op Pijpbloem. De Apollovlinders begonnen te vliegen op grotere hoogtes, op de Buc en bij de Mont Ventoux. De Zuidelijke erebia houdt ook van wat grotere hoogtes, Buc en ‘l Homme Mort. Op dezelfde berg vlogen er veel witjes, Groot koolwitje op grote hoogte. We kwamen ze ook tegen in gebieden met meer vocht en wat vruchtbaarder grond. Ria meldde het Geel oranjetipje, zelf had ik dit waargenomen tijdens ons verblijf rondom Remuzat in de week voor het kamp, waar we Gieren hebben gespot. Het gewone Oranjetipje werd de eerste week nog waargenomen in verwaarloosde akkers, evenals het Resedawitje. Van de Sleutelbloemvlinder is maar een waarneming, een laatste exemplaar, deze vlinders zitten al weer in eieren of rupsen. In de
Jura hadden we veel waarnemingen van deze vlinder, daar is het seizoen later. Het Groentje was ook al bijna verdwenen, op de Col de ‘l Homme Mort zag ik de meeste exemplaren, vooral bij lage struiken als vuilboom, sleedoorn en berk komen ze voor. De Violette vuurvlinder hebben we gezien bij de kapel en Alfons meldde hem van de Buc. Op onze wandeling van de Chemin des Lavandes hebben we de meeste “Nederlandse” vlinders waargenomen langs een houtwal met Els, Vlier, Gelders roos, Wilg. Daar zagen we Boomblauwtje, Kleine vos (ook op de Mont Ventoux), Gehakkelde aurelia (ook op de camping), Atalanta en rupsen van de Dagpauwoog. De vlinder zat op de Mont Ventoux. De mooiste waarnemingen waren: Spaanse pijpbloemvlinder, gelukkig op het nippertje. Violette vuurvlinder, bovenop de berg bij de kapel. Zwartsprietboswitje, op een van de eerste wandelingen bij de camping. Een verse vlinder. Spaanse eikenpage, door Corrie gevangen en het verschil met de Bruine eikenpage goed kunnen constateren. Wikkeblauwtje, ook tijdens de wandeling bij de lavendelvelden, waar veel soorten Wikke groeide. Grote vos, op de camping in de 2e week. Westelijk dambordje, naast het gewone Dambordje op de bloemen in de weiden. Spaans oranje zandoogje (zie afbeelding), in Brantes en de laatste dag in Montbrun. Een net uit de pop gekomen vlinder, prachtig op kleur.
*
= nieuw voor La Boucoule
Helaas heb ik zelf de Kleine weerschijnvlinder gemist, Corrie meldde die van een tocht. Het Marmerwitje werd ook door haar gezien. En de Apollovlinders, die van “hoge bergen” werden gemeld. Naschrift: Bij het bekijken van de foto’s bleek dat we op de Col de l’homme mort nog een soort gevangen hebben en wel de Moerasparelmoervlinder. Zowel de onderkant als de bovenkant klopt. Herman had foto’s gemaakt van de vlinder in het doosje. Ik heb lange tijd in mijn boek gezocht naar de vlinder, maar hem niet kunnen vinden. Thuis, na een poos studeren op het patroon en goed lezen in de vlindergids, ben ik er toch uitgekomen. Een soort die ik sinds lange tijd niet had gezien!
Spaans oranje zandoogje
** = op de lijst van de website van La Boucoule maar niet gezien in het kamp Papilionidae. Iphiclides podalirius - Koningspage Papilio machaon - Koninginnepage Parnassius apollo - Apollovlinder Zerynthia polyxena - Spaanse pijpbloemvlinder Pieridae. Anthocaris bella ssp euphenoides - Geel oranjetipje Anthocaris cardamines - Oranjetipje Aporia crataegi - Groot geaderd witje * Colias australis - Zuidelijke luzernevlinder * Colias crocea - Oranje luzernevlinder Colias hyale - Gele luzernevlinder Euchloa sp. - Marmerwitje ** Gonepteryx rhamni - Citroenvlinder Leptidea duponcheli - Zwartsprietboswitje Leptidea sinapis - Boswitje Pieris brassicae - Groot koolwitje Pieris napi - Klein geaderd witje Pieris rapae - Klein Koolwitje Pontia daplidice - Resedawitje
Heodes tityrus - Bruine vuurvlinder Lycaena phleas - Kleine vuurvlinder Agrodiaetus amanda - Wikkeblauwtje Agrodiaetus thersites - Esparcetteblauwtje Aricia agestis - Bruin blauwtje Celastrinia argeolis - Boomblauwtje ** Cupido minimus - Dwergblauwtje Glaucopsyche alexis - Bloemenblauwtje Lycaeides idas - Vals heideblauwtje * Lysandra bellargus - Adonisblauwtje Lysandra coridon - Bleek blauwtje Lysandra hispana - Provençaals bleek blauwtje Maculinea arion - Tijmblauwtje ** Plebejus argus - Heideblauwtje * Polyommatus icarus - Icarusblauwtje Pseudophilotes baton - Klein tijmblauwtje Hesperiidae.
Riodininae.
Erynnis tages - Bruin dikkopje Ochlodes venatus - Groot dikkopje Spialia sertorius - Kalkgraslanddikkopje Thymelicus linela - Zwartsprietdikkopje * Thymelicus sylvestris - Geelsprietdikkopje
Hamearis lucina - Sleutelbloemvlinder
Nymphalidae.
Lycaenidae. Callophrys rubi - Groentje Laesopis roboris - Spaanse eikenpage Nordmannia ilicis - Bruine eikenpage Strymonidia spini - Wegedoornpage ** Heodes alciphron - Violette vuurvlinder *
Aglais urticae - Kleine vos Apaturea ilia - Kleine Weerschijnvlinder ** Cynthia cardui- Distelvlinder Inachis io - Dagpauwoog Limenites reducta - Blauwe ijsvogelvlinder Nymphalis polychloros - Grote vos (+ rups) Polygonia c-album - Gehakkelde aurelia Vanessa atalanta - Atalanta Argynnis paphia - Keizersmantel
Brenthis daphne - Braamparelmoervlinder Brenthis ino - Purperstreepparelmoervlinder Clossiane dia - Akkerparelmoervlinder Clossiane euphrosyne - Zilvervlek Eurodryas eurinia - Moerasparelmoervlinder Issoria lathonia - Kleine parelmoervlinder Melitaea athalia - Bosparelmoervlinder Melitaea cinxia - Veldparelmoervlinder Melitaea diamina - Woudparelmoervlinder ** Melitaea didyma - Tweekleurige parelmoervlinder Melitaea phoebe - Knoopkruidparelmoervlinder Mellicta parthenoides - Westelijke parelmoervlinder Mesoacidalia aglaja - Grote parelmoervlinder
Blauwe IJsvogelvlinder
Satyrinae. Coenonympha arcania - Tweekleurig hooibeestje Coenonympha pamphilus - Hooibeestje Erebia triaria - Zuidelijke erebia * Lasiommata maera - Rotsvlinder Lasiommata megera - Argusvlinder Maniola jurtina - Bruin zandoogje Melanargia galathea - Dambordje Melanargia occitanica - Westelijk dambordje Pararge aegeria - Bont zandoogje * Pyronia bathseba - Spaans oranje zandoogje
Pijpbloemvlinder
Icarusblauwtjes
Tweekleurige parelmoervlinder
Bont zandoogje (oranje vorm)
Violette vuurvlinder
Westelijk dambordje
Tweekleurig hooibeestje
Resedawitje
Nachtvlinders Op vijf, niet aansluitende, nachten, is op verschillende locaties op het uitgestrekte terrein van La Boucoule een lichtopstelling geplaatst. Er werd gewerkt met een 250 Watt ML lamp en een daarachter geplaatst laken. Daarnaast zijn tijdens excursies dagactieve nachtvlinders en rupsen genoteerd. In alle gevallen zijn de waargenomen soorten gefotografeerd maar niet verzameld en geprepareerd. Dit betekent helaas dat daarmee sommige soorten niet gedetermineerd konden worden. Als determinatiewerk is vooral gebruik gemaakt van de Guide des Papillons Nocturnes de France (R. Robineau, Paris 2007) voor de macro nachtvlinders. Micro’s zijn niet of nauwelijks genoteerd omdat determinatie vanaf foto’s nog lastiger is en een compleet overzicht van voorkomende soorten ontbreekt. Ook bij de rupsen waren slechts enkele die met zekerheid op naam te brengen waren. Voor een eerste impressie geeft de hierna volgende lijst echter een redelijk beeld van in juni actieve nachtvlinders. In totaal werden 147 soorten met zekerheid gedetermineerd. Vele soorten zijn in Nederland uiterst zeldzaam of bereiken in België de uiterste noordgrens van hun verspreidingsgebied (zoals de Nullenuil, Dicycla oo). Anderen zijn trekvlinders en worden tijdens warme
zomers met veel zuidenwind wel eens waargenomen. Rond het kamp was bijv. zowel ’s nachts als overdag de Vlekdaguil, Heliothis peltigera, algemeen waar te nemen. Tenslotte is er de grote groep van Atlantische, mediterrane of zelfs alpiene soorten die in Nederland niet voorkomen. Mooie pijlstaarten als Hyles vespertilio en de enorme Eikenpijlstaart, Marumba quercus, spreken tot de verbeelding. Maar ook het mooie beertje Watsonarctia casta, de grote, in rouwkleuren uitgevoerde, spanner Peribatodes umbraria en de kleine wortelboorder Dyspessa ulula werden door velen gefotografeerd. De laatste soort behoort tot dezelfde familie als onze wilgenhoutrups maar is vele malen kleiner. Dat moet ook wel want de rups ontwikkeld zich in bolletjes van o.a. kraailook. Van de dagactieve nachtvlinders is hierboven al de Vlekdaguil genoemd. Nog algemener waren de ook in Nederland voorkomende Mi-vlinder, Callystege mi, en de bruine daguil, Euclidia glyphica. Opvallend was dat de laatste soort in Nederland vooral bekend is van natte hooilanden langs bijv. de Drentsche Aa, in de Provence komt de soort echter vooral voor op droge, grazige hellingen. Extrapoleren naar het totaal in en rond La Boucoule voorkomende soorten is ondoenlijk, enkele honderden macro’s en nog eens honderden micro’s is echter niet onwaarschijnlijk.
La Boucoule Locatie 1 = in hoek van de weg bij het toilethuisje Locatie 2 = naast huis van de eigenaars van La Boucoule Locatie 3 = bij lindeboom naast parkeerplaats, Locatie 4 = op de heuveltop, bij de zgn. lathyrus plaats, Locatie 5 = op de tegenoverliggende heuveltop, achter huis van de eigenaars van La Boucoule Soort Arctia villica Coscinia striata Diacrisia sannio
Nederlands Roomvlek Geel grasbeertje Roodbandbeer
Familie Arctiidae Arctiidae Arctiidae
Onderfamilie Arctiinae Arctiinae Arctiinae
Locatie 1,2,3 veld veld
Diaphora mendica Watsonarctia casta Eilema complana Dyspessa ulula Cataclysta lemnata Chrysocrambus craterella Algedonia terrealis Anania verbascalis Ostrinia palustralis Paratalanta pandalis Pyrausta farinalis Udea cf murinalis Uresiphita gilvata Eudonia delunella Dolicharthria punctalis Mecyna asinalis Agonopterix ocellana Cilix glaucata Watsonalla binaria Apeira syringaria Bupalus pinaria Cabera pusaria Campaea honoraria Macaria liturata Opistographa luteolata Peribatodes rhomboidaria Peribatodes umbraria Petrophora narbonea Selene lunularia Synopsia sociaria Chlorissa viridata Comibaena bajularia Hemistola chrysoprasaria
Mendicabeer Streepkokerbeertje Kroosvlinder
Meelmot
Witte eenstaart Gele eenstaart Seringenvlinder Dennenspanner Witte grijsbandspanner Gerimpelde spanner Hagedoornvlinder Taxusspikkelspanner
Lindeherculesje Smaragdgroene zomerlinder Gevlekte zomervlinder Tere zomervlinder
Arctiidae Arctiidae Arctiidae Cossidae Crambidae Crambidae Crambidae Crambidae Crambidae Crambidae Crambidae Crambidae Crambidae Crambidae Crambidae Crambidae Depressaridae Drepanidae Drepanidae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae
Arctiinae Arctiinae Lithosiinae Cossinae Acentropinae Crambinae Pyraustinae Pyraustinae Pyraustinae Pyraustinae Pyraustinae Pyraustinae Pyraustinae Scoparinae Spilomelinae Spilomelinae Deprassarinae Drepaninae Drepaninae Ennominae Ennominae Ennominae Ennominae Ennominae Ennominae Ennominae Ennominae Ennominae Ennominae Ennominae
1 1,3 1,2,3 1,3 3 4 2 2 3 4 5 5 2 5 1 2 3 1,2,3 1,3 3 5 1,2 1 2,3 1,2,3 1,2,5 1,2,3 5 1 3
Geometridae Geometridae Geometridae
Geometrinae Geometrinae Geometrinae
1 1,2,3 3
Aplocera cf plagiata Camptogramma bilineata Catarhoe putridaria Catarhoe rubidata Chloroclysta siterata Citraria fulvata Cosmorhoe ocellata Eupitecia haworthiata Eupithecia venosata Gymnoscelis rufifasciata Horisme tersata Horisme vitalbata Hydria undulata Minoa muricata Perizoma alchemillata Scotopteryx luridata Cyclophora lennigiaria Cyclophora punctaria Idaea degeneraria Idaea dilutaria Idaea filicata Idaea longaria Idaea macilentaria Idaea ostrinaria Idaea sylvestraria Rhodostrophia calabra Scopula decorata Scopula marginepunctata Scopula rubiginata Scopula ternata Eriogaster lanestris Lasiocampa quercus Macrothylacia rubi
Streepblokspanner Gestreepte goudspanner Roodbruine walstrospanner Papegaaitje Oranje bruinbandspanner Blauwoogspanner Bosrankdwergspanner Silenedwergspanner Zwartkamdwergspanner Egale bosrankspanner Bruine bosrankspanner Gegolfde spanner Bruin spannetje Hennepnetelspanner Late bremspanner Gestippelde oogspanner
Randstipspanner
Prachtstipspanner Purperen stipspanner Wolspinner Grote hageheld Veelvraat
Geometridae Geometridae Geometridae
Larentiinae Larentiinae Larentiinae
3 veld 2,5
Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Lasiocampidae Lasiocampidae Lasiocampidae
Larentiinae Larentiinae Larentiinae Larentiinae Larentiinae Larentiinae Larentiinae Larentiinae Larentiinae Larentiinae Larentiinae Larentiinae Larentiinae Sterrhinae Sterrhinae Sterrhinae Sterrhinae Sterrhinae Sterrhinae Sterrhinae Sterrhinae Sterrhinae Sterrhinae Sterrhinae Sterrhinae Sterrhinae Sterrhinae Lasiocampinae Lasiocampinae Lasiocampinae
2 1 4,5 2,3 3 1 3 1,2 1 5 veld 1,3 1,2,3 1 1 5 3 2 3 3 3 1,2,3 2 1 3 veld 1,2 rups rups 1
Malacosoma neustria Dendrolimus pini Phylodesma tremulifolium Apoda limacodes Euproctis chrysorrhoea Lymantria dispar Acontia lucida Acronicta euphorbiae Acronicta rumicis Scoliopteryx libata Apopestes spectrum Callistege mi Euclidia glyphica Lamprosticta culta Eublemma pulchralis Charanyca trigrammica Dicycla oo Hadena compta Heliothis maritima Heliothis peltigera Lacanobia w-latinum Mythimna albipuncta Mythimna vitellina Oligia latruncula Oligia strigilis Oligia versicolor Paradrina clavipalpis Phlogophora meticulosa Hypena proboscidalis Agrotis segetum Cleonymia yvanii Noctua pronuba Xestia c-nigrum Agrotis exclamationis
Ringelrups Dennenspinner Espenblad Slakrups Bastaardsatijnvlinder Plakker Bleekschouderuil Zuringuil Roesje Mi-vlinder Bruine daguil
Drielijnuil Nullenuil Witband-silene-uil Heidedaguil Vlekdaguil Brede-w-uil Witstipgrasuil Zuidelijke grasuil Donker halmuiltje Gelobd halmuiltje Bont halmuiltje Huisuil Agaatvlinder Bruine snuituil Gewone velduil Huismoeder Zwarte c-uil Gewone worteluil
Lasiocampidae Lasiocampidae Lasiocampidae Limacodidae Lymantriidae Lymantriidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae
Malacosominae Pinarinae Pinarinae
Acontiinae Acronictinae Acronictinae Calpinae Catocalinae Catocalinae Catocalinae Cuculiinae Eublemminae Hadeninae Hadeninae Hadeninae Hadeninae Hadeninae Hadeninae Hadeninae Hadeninae Hadeninae Hadeninae Hadeninae Hadeninae Hadeninae Hypeninae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Noctuinae
3,5 3 3 2+ rups rups 2 rups 2 5 rups veld veld,1,2 3 1.4 2 4,5 1,2 3 veld, 1,2,3,4,5 1 1,2,3 5 1 4 1 3 3,5 3 1 1,2, 4 4,5 5 3
Autographa gamma Trichoplusia ni Bena bicolorana Nola subchlamydula Drymonia velitaris Notodonta tritophus fo teriolensis Notodonta ziczac Peridea anceps Spatalia argentina Ptilodon cucullina Harpyia milhauseri Plutella xylostella Canephora unicolor Psyche casta Capperia cf fusca Acrobasis consociella Catastia marginea Pempelia formosa Pempelia palumbella Pempeliella cf ornatella Saturnia pavonia Saturnia pyri Deilephila porcellus Hyles livornica Hyles vespertilio Macoglossum stellatarum Marumba quercus Mimas tiliae Thyris fenestrella Epiblema uddmanniana Hedya nubiferana Notocelia trimaculana Agapeta hamana Aphelia ochreana
Gamma-uil Ni-uil Grote groenuil Zuidelijke tandvlinder Wilgentandvlinder Kameeltje Eikentandvlinder Esdoorntandvlinder Draak Koolmotje
Kleine nachtpauwoog Grote nachtpauwoog Klein avondrood Gestreepte pijlstaart Kolibrievlinder Eikenpijlstaart Lindepijlstaart Bosrankvlinder
Noctuidae Noctuidae Nolidae Nolidae Notodontidae Notodontidae Notodontidae Notodontidae Notodontidae Notodontidae Notodontidae Plutellidae Psychidae Psychidae Pterophoridae Pyralidae Pyralidae Pyralidae Pyralidae Pyralidae Saturniidae Saturniidae Sphingidae Sphingidae Sphingidae Sphingidae Sphingidae Sphingidae Thyridae Tortricidae Tortricidae Tortricidae Tortricidae Tortricidae
Plusiinae Plusiinae Chloehorinae Nolinae Notodontinae Notodontinae Notodontinae Notodontinae Notodontinae Ptilodoninae Stauropinae Oiketecinae Psychinae Pterophorinae Phycitinae Phycitinae Phycitinae Phycitinae Phycitinae Saturniinae Saturniinae Macroglossinae Macroglossinae Macroglossinae Macroglossinae Smerinthinae Smerinthinae Olethreutinae Olethreutinae Olethreutinae Tortricinae Tortricinae
2,3 3,4 4 2 2 1 2 1 1,2 2 4,5 1,2,3 1 veld 1 5 2 5 3 4 rups pop 1,3 1,3 1,3 tuin 1,2 3 veld 2 1 3 1 1
Tortrix viridata Aglaope infausta Adscita notata Zygaena briziae Zygaena carniolica Zygaena lavanduli Zygaena lotii Zygaena purpuralis / minos Zygaena rhadamanthus Zygaena trifolii
Eikenbladroller
Vijfvlek-sint-jansvlinder
Tortricidae Zygaenidae Zygaenidae Zygaenidae Zygaenidae Zygaenidae Zygaenidae Zygaenidae Zygaenidae Zygaenidae
Tortricinae Chalcosiinae Procridinae Zygaeninae Zygaeninae Zygaeninae Zygaeninae Zygaeninae Zygaeninae Zygaeninae
Familie Arctiidae Arctiidae Arctiidae Crambidae Crambidae Crambidae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Geometridae Lasiocampidae Noctuidae Noctuidae Noctuidae Sphingidae Sphingidae
Onderfamilie Lithosiinae Lithosiinae Syntominae Pyraustinae Pyraustinae Pyraustinae Ennominae Geometrinae Larentiinae Larentiinae Larentiinae Larentinae Sterrhinae Lasiocampinae Catocalinae Hadeninae Hadeninae Macroglossinae Macroglossinae
3 rups 5 veld veld veld veld veld veld veld
Overige locaties Soort Atolma rubricollis Lithosia quadra Amata phegea Algedonia terrealis Annania funebris Eurhypis pollinalis Isturgia limbaria Hemistola chrysoprasaria Horisme tersata Minoa murinata Phibalapteryx virgata Cosmorhoe ocellata Idaea aversata Lasiocampa quercus Drastera cailino Heliothis peltigera Valeria cf oleagina Hemaris tityus Macroglossum stellatarum
Nederlands Zwart Beertje Viervlakvlinder Phegeavlinder
Tere zomervlimder Bruine bosrankspanner Bruin spannertje Blauwbandspanner Grijze stipspanner Grote hageheld Vlekdaguil Hommelvlinder Kolibrievlinder
Locatie St. Trinit 070609 rups: St.Trinit 070609,Col de Homme Mort 120609 Sault 090606 Ventoux 100609 Col de Homme Mort 120609 Col de Homme Mort 120609 Col de Homme Mort 120609 Ubac de Vic Montbrun 080609 Ventoux 100609 St Trinit 070609 La Boucoule Niège 040609 Brantes west 110609 St. Trinit 070609 rups, Mt. Ventoux 100609 La Boucoule Niège 040609 overal algemeen St.Trinit 070609 Col des Arles, 030609 overal algemeen
Cydia fagiglandana Adscita chloros Adscita geyron Adscita globulariae Zygaena brizae Zygaena filipendulae Zygaena lotti Zygaena purpuralis / minos Zygaena rhadamanthes
Adscita geyron St Trinit
St.Jansvlinder
Tortricidae Zygaenidae Zygaenidae Zygaenidae Zygaenidae Zygaenidae Zygaenidae Zygaenidae Zygaenidae
Zygaena briziae La Boucoule
Olethreutinae Procridinae Procridinae Procridinae Zygaeninae Zygaeninae Zygaeninae Zygaeninae Zygaeninae
Ventoux 100609 St.Trinit 070609 St. Trinit 070609 Sault 090606 St.Trinit 070609 Ubac de Vic Montbrun 080609, St. Trinit 070609 Brantes 050609, Sault 090609 Brantes 050609, rups St.Trinit 070609 Ubac de Vic Montbrun 080609
Zygaena carniolica La Boucoule Zygaena lotii Brantes
Zygaena lavanduli La Boucoule Montbrun
Diachrysia sannio-roodbandbeer L.B.
Zygaena rhadamanthus La Boucoule
Watsonia casta La Boucoule
Arctia villica-roomvlek La Boucoule
Coscinia striata-geel grasbeertje La Boucoule
Cliix glaucata-bleke eenstaart Watsonalla binaria-Gele Eenstaart LB
Hyles vespertilio La Boucoule
Deilephila porcellus-klein avondrood - LB
Marumba quercus-eikenpijlstaart LB
Hyles livornica-gestreepte pijlstaart
Phyllodesma tremulifolium-espenblad
Dendrolimus pini-dennenspinner La Boucoule Drymonia velitaris-zuidelijke tandvlinder Spatalia argentina La Boucoule
Notodonta tritophus f. teriolensis LB
Dyspessa ulula La Boucoule
Thyris fenestrella-bosrankvlinder LB Bupalus pinaria-dennenspanner LB
Campaea honoraria La Boucoule 3
Scopula decorata LB
Cyclophora lennigiaria La Boucoule
Peribatodes umbraria La Boucoule
Idaea ostrinaria La Boucoule
Cleonymia yvanii La Boucoule
Dicycla oo-nullenuil La Boucoule
Bruine daguil Euclidia glyphica LB
Lamprosticta culta La Boucoule
Paradrina clavipalpis-huisuil LB
Witbandsilene-uil Hadena compta Zuidelijke daguil Heliothis peligera – LB
Mi-vlinder Callistege mi LB
Apopestes spectrum – La Boucoule
Acronicta euphorbiae – La Boucoule
Eriogaster lanestris – wolspinner – L Boucoule
Aglaope infausta – La Boucoule Lasiocampa quercus – Grote Hageheld – LB Zygaena trifoli- Vijfvlek St.Jansvlinderi Lithosia quadra- Viervlakvlinder St.Trinit Saturnia pavonia – Kleine nachtpauwoog – La Boucoule
Bijen Door de ligging van het kamp was te verwachten dat er veel soorten bijen voorkomen, die in Nederland en Noordwest-Europa niet gevonden worden. Bekend is dat via het Rhônedal nogal wat mediterane soorten in met name het Mont Ventoux-gebied terecht komen. Vooral de zuidhellingen van de bergen en de dalen kunnen daardoor rijk aan bijen en andere insekten zijn. Aan onderstaande lijst kunnen nog een aantal soorten toegevoegd worden, die moeilijk te determineren of niet in de midden-europese tabellen staan. Een 35-tal bijen(± 10 soorten) staan nog in de wacht. Afkortingen excursieterreinen en vangstdata: La B. La Boucoule. Montbrun. 1-2-4-7 juni. Barr. Barret de Lioure. 3 juni. Col de l’H. Col de l’Homme. 3-12 juni. Sent. Aurel. Sentier Botanique. 6 juni. Pont. Pont de Venéjean. 8 juni. D 164. D 164. Sault-Mont Ventoux. 11 juni.
Andrena agilissima Andrena curvungula Andrena flavipes Andrena florea Andrena haemorrhoa Andrena hattorfiana Andrena labialis K. Andrena subopaca Anthidium septemdatum Anthophora aestivalis Bombus pasquorum Bombus pratorum
♀ ♀ ♀ ♀ ♀ ♀ ♀ ♀ ♀
♂ ♂ ♂ ♂ ♂ ♂ ♂ ♂
La B. Barr/Col de l’H. La B/D164/Barr. Barr. La B. Barr. La B/D164/Barr. La B. Barr. La B. La B. Col de l’H.
Ceratina cucurbitina Ceratina chalybea Ceratina gravidula Chelostoma foveolatum Chelostoma rapunculi Eucera interrupta Eucera longicornis Halictus maculatus Halictus scabiosae Halictus simplex Hylaeus lineolatus Lasioglossum discum Lasioglossum leucozonium Lasioglossum morio Lasioglossum nigripes Lasioglossum prasinum Lasioglossum xanthopus K. Megachile pyrenaica Megachile versicolor Melecta luctuosa Osmia acuticornis Osmia adunca Osmia aurulenta Osmia brevicornis Osmia caerulescens Osmia niveata F. Osmia rufa Panurgus dentipes Stelis franconica Tetralonia hungarica Xylocopa iris Xylocopa valga Xylocopa violacea
♀ ♀ ♀ ♀
♂ ♂ ♂ ♂ ♂
♀ ♀ ♀ ♀ ♀ ♀ ♀ ♀ ♀ ♀ ♀ ♀ ♂ ♀ ♂ ♀ ♀ ♀ ♂ ♀ ♀ ♀ ♀
♂
♂ ♂ ♂ ♂ ♂
La B./Barr. La B. La B. Sent. La B/Pont. La B. Col de l’H/D164. La B/D164. La B. Col de l’H. Sent. La B. Barr. Sent. La B. La B. La B. La B. La B. La B. La B/Barr. La B/Sent. La B. La B. Barr/Col de l’H. La B/D164/Barr. La B. Col de l’H. Col de l’H. La B. D164. La B. Veaux
Literatuur. * De Nederlandse Bijen. W.M. no. 18. Uitgave KNNV. * Illustrierte Bestimmungstabellen der Wildbienen Deutschl.& Öst. Erwin Scheuchl. Band I, II en III. * Fauna Helvetica, Apidae Band 1 t/m 5. Amiet, Müller en Neumeyer.
Anthophora plumipes ♀.
Melecta luctuosa ♀
Xylocopa violacea (vr),
Halictus scabiosae (vr),
foto Didier Drummond Y.Barbier
foto Patrick Bausson foto Alain Pauly
* Hymenopteren Nord- und Mitteleuropa. Schmiedeknecht. * Entomofauna, Suppl. 8, sept. 1996. Schartz, Gusenleitner, Westrich & Dathe. Foto’s afkomstig van ETI, Univ. A’dam.
Osmia rufa ♀
Andraena florae (vr) foto
Andrena haemorrhoa ♀
Lasioglossum morio (vr),
Overige insekten
2. Rechtvleugeligen
In het kamp zijn uiteraard veel opvallende insekten gefotografeerd. Helaas konden slechts enkele goed op naam gebracht worden.
3. Bidsprinkhanen De nachtvlinderlamp op de camping trok ook Empusa pennata, een grote bidsprinkhaan.
1. Libellen Er zijn opvallend weinig libellen gezien tijdens het kamp. De enige soorten werden genoteerd op de wandeling van 1 juni 2009:
Gryllus campestris- Zuidelijke veldkrekel (overal)
4. Wandelende takken Leptynia hispanica (La Boucoule)
Calopteryx virgo – Bosbeekjuffer (La Boucoule - La Niègle) Pyrrhosoma nymphula - Rode vuurjuffer (La Boucoule - La Niègle) Coenagrion puella - Variabele waterjuffer (La Boucoule - La Niègle) Libellula depressa – Platbuiklibel (La Boucoule - La Niègle) Anax imperator - Grote keizerlibel (zie afbeelding,La Boucoule - La Niègle))
5. Wantsen Graphosopma italicum Rhinocoris rubricus –een roofwants
6. Netvleugeligen Libelloides coccajus (overal) Libelloides longicornis (o.a. Sault, Ubac le Vic)
7. Vliegen Zweefvliegen, Aurel sentier botanique, 6-6-2009: Chrysotoxum bicinctum var. tricinctum Chrysotoxum caudatum Xylota segues Episyrphus corollae Eristalis arbustorum Erostalis pertinax Eristalis tenax Scaeva setenitica Scaeva pyrastri Syrphus ribesii Melanostoma scalare Gomphus simillimus – gele rombout (Brantes)
Overige: Anthrax anthrax - Zwarte wolzwever (overal) Tachina fera (Col de l’Homme Mort)
8. Kevers Cetonia aurata - gouden tor (overal) Clytra quadripunctata – mierenzakkever (overal) Dorcus parallelipipedus – klein vliegend hert (La Boucoule)
Timarcha tenebricosa – Reuzengoudhaan (St. Trinit, Ubal le Vic) Trichius fasciatus – penseelkever (overal) Trichodes apiarius – bijenwolf (Brantes)
WANTSEN
Graphosoma italicum
“: Smiley”
Rhinocoris rubricus NETVLEUGELIGEN
Libelloides coccajus, een vlinderhaft
RECHTVLEUGELIGEN
Gryllus capestris, zuidelijke veldkrekel
KEVERS
Cetonia auratus, gouden tor
Trichius fasciatus, penseelkever
Boktor
Prachtkevers
Boktor
Timarcha tenebricosa, reuzengoudhaan
Trichodes apiarius, bijenwolf
Bijlage 1: Planten en hun vindplaatsen Soorten die volgens de Flora Alpina niet in de Drôme voorkomen zijn aangeduid met een '*'. Tussen haakjes zijn de synoniemen van de Flora Alpina overgenomen. Met een hoofdletter X zijn de soorten aangeduid die alleen in een bepaald gebied zijn gevonden.
wetenschappelijke naam Acer campestre Acer monspessulanum Achillea millefolium Acinos arvensis Adiantum capillus-veneris Aegilops geniculata (Aegilops ovata) Aegilops triunciata Aegopodium podagraria Aethionema saxatile Agrimonia eupatoria Agrostemma githago Ajuga chamaepitys Ajuga reptans Alchemilla alpina Althaea hirsuta Alyssum alyssoides Alyssum montanum Amelanchier ovalis Anacamptis pyramidalis Anagallis arvensis ssp caerulea Anchusa italica Androsace vitaliana ssp cinerea Anisantha sterilis (Bromus sterilis)
G1 . . X . . X . X . . . X . . X x . x x . X . X
G2 G3 G4 G5 G6 G7 G8 G9 G10 G11 Nederlandse naam . . . . . X . . . . Spaanse aak . . . . . . . . X . Franse esdoorn . . . . . . . . . . Gewoon duizendblad . . . x x . . . . . Kleine steentijm . . . . . . X . . . Echt venushaar . . . . . . . . . . . . . . . X . . . . . . . . . . . . . . Zevenblad . . . . . . . . . X . . . . . x . x . . Gewone agrimonie . . . . . X . . . . Bolderik . . . . . . . . . . Akkerzenegroen . x . . x . . . . . Kruipend zenegroen . . . . X . . . . . Alpenvrouwenmantel . . . . . . . . . . Ruige heemst . . . . . x . . . . Bleek schildzaad . . . . X . . . . . Bergschildzaad . . . . . . x . x . Europees krentenboompje . x x x . x . . . . Hondskruid . X . . . . . . . . Blauw guichelheil . . . . . . . . . . . . . . X . . . . . Goudprimula . . . . . . . . . . IJle dravik
Anthericum liliago Anthyllis montana Anthyllis vulneraria Antirrhinum latifolium Aphyllantes monspeliensis Arabis planisiliqua Arabis turrita Arctium lappa Arenaria grandiflora Arenaria serpyllifolia Aristolochia pistolochia Aristolochia rotunda Arrhenatherum elatius Artemisia absinthium Asplenium ceterach Asplenium ruta-muraria Asplenium trichomanes Astragalus glycyphyllos Astragalus monspessulanus Astragalus onobrychis Avena sterilis Ballota nigra ssp.foetida Biscutella brevifolia Blackstonia perfoliata Brachypodium sylvaticum Briza media Bromopsis erecta (Bromus erectus) Bromopsis madritensis (Bromus madritensis) Bromus hordeaceus Bromus lanceolatus
x . x x x X X . . x x . x . . . . . . x x . . x x . x . X .
. . . x . . . . . . . X . . X X X . . . . . . . . . . . . .
x . . . x . . . . . . . . . . . . . X . . x . x . X x x . .
. . x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . x . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. x . . . . . . X . . . . . . . . . . . . . X . . . . . . .
x x x . . . . X . . . . x X . . . X . . x x . . x . x . . X
. x . x x . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . x . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
x . x . x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
x x . . x . . . . x . . . . . . . . . x . . . . . . x . . .
Grote graslelie Wondklaver Bieslelie TorenscheefkeIk Grote klit Gewone zandmuur Bolvormige pijpbloem Gewone glanshaver Absinthalsem Schubvaren Muurvaren Steenbreekvaren Wilde hokjespeul Montpellier hokjespeul Wilde haver Stinkende balote Bitterling sl Boskortsteel Bevertjes Bergdravik Spaanse dravik Zachte dravik
Bryonia dioica Buxus sempervirens Campanula patula Campanula persicifolia Campanula rapunculoides Campanula rapunculus Campanula rotundifolia Campanula scheuchzeri Campanula trachelium Carduncellus monspeliensis Carduus carlinoides * Carduus nutans Carex flacca Carex halleriana Carex hirta Carex humilis Carex montana Carex muricatca Carex otrubae Carex spicata Carex sylvatica Carex tomentosa Carlina acanthifolia Carlina vulgaris Castanea sativa Catananche caerulea Catapodium rigidum Centaurea cyanus Centaurea jacea Centaurea montana
. . . . . . . . x x . . x x . . . x . x . . . . . x X . . X
x . . . . . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . x . . . .
. x . . . . . . . . . . x x . X . . x . x X X x . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . x . . x . . . . . .
. . . x x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . x . . . . X . . . . . . . . . . . . .
x . x . x x . . x x X x . . . . . . . . . . . . X . . X X .
. x . x . x X X x . . . . . X . . . x . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . x . . . . . x . . . .
. x x . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . . . . . x . . . .
Heggenrank Palmboompje Weideklokje Prachtklokje Akkerklokje Rapunzelklokje Grasklokje Ruig klokje
Knikkende distel Zeegroene zegge Ruige zegge Aardzegge Bergzegge Dichte bermzegge Valse voszegge Gewone bermzegge Boszegge Viltzegge Driedistel Tamme kastanje Blauwe strobloem Stijf hardgras Korenbloem Knoopkruid Bergcentaurie
Centaurea paniculata Centaurea pectinata Centaurea procumbens * Centaurea scabiosa Centaurea solstitialis Centranthus ruber Cephalanthera damasonium Cephalanthera rubra Cerastium arvense s.l. Cerastium fontanum ssp.vulgare Cichorium endivia Cirsium rivulare Cirsium vulgare Clematis vitalba Clinopodium vulgare Colutea arborescens Conopodium majus Consolida regalis Convolvulus arvensis Convolvulus cantabrica Convolvulus lineatus Coris monspeliensis Cornus mas Coronilla emerus (Hippocrepis emerus ssp emerus) Coronilla minima Coronilla scorpioides Coronilla vaginalis Cotinus coggygria Crataegus monogyna Crepis hieracioides
. . . x . . . x X . x . . . x X X . . . X . x . x X x X . X
x . X . . . . . . x . . . . . . . . . . . . . x . . . . . .
. x . . . . x x . . x X X . x . . . . X . X x . x . x . x .
. . . . . . x x . . . . . . . . . . . . . . . x x . . . . .
. . . . . . . x . . . . . x x . . . . . . . . . . . . . . .
x . . . X x x . . x . . . . . . . . . . . . . . . . . . x .
. . . x . . . . . . . . . x . . . X X . . . . . x . x . x .
x x . . . x x x . . . . . . . . . . . . . . x x . . x . . .
. . . x . . x x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . x . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . . . x . . . . .
Grote centaurie Zomercentaurie Spoorbloem Bleek bosvogeltje Rood bosvogeltje Akkerhoornbloem Gewone hoornbloem sl Andijvie Oeverdistel Speerdistel Bosrank Borstelkrans Europese blazenstruik Franse aardkastanje Wilde ridderspoor Akkerwinde Calandsklokje Gele kornoelje
Pruikenboom Eenstijlige meidoorn
Cruciata glabra Crupina vulgaris Cupressus sempervirens Cuscuta spec Cymbalaria muralis Cynoglossum spec Cystopteris fragilis Cytisus scoparius Cytisus sessilifolius (Cytysophyllum sessilifolium) Dactylis glomerata Dactylorhiza maculata subsp. fuchsii Dianthus caryophyllus Dianthus furcatus Dianthus sylvestris Digitalis lutea Dipsacus fullonum Dorycnium pentaphylleum Echium vulgare Epipactis atrorubens Epipactis helleborine Epipactis microphylla Equisetum arvense Equisetum hyemale Equisetum telmateia Erodium ciconium Erodium cicutarium Eryngium campestre Erysimum rhaeticum Erysimum strictum (Erysimum virgatum) Euphorbia characias
. . . . . . . . x x . . . . . X x x x . . . . . x . X . X x
x x . . . . . . . . . X . . . . . . . . . . . x . . . . . .
. . . X . . . . x . x . . . X . x . . . . x . . . . . . . .
. . . . . . . . x . . . . . . . . . . . x . . x x . . . . x
. . . . . . . . . . . . X . . . . . . x . . . . . . . . . .
. . . . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . . x . . . .
x x X . . X . . . x . . . . . . . x . . . x X . . x . . . .
x . . . X . X . x x . . . X . . x . x . x . . . . . . . . x
. . . . . . . . . . x . . . . . . . x . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . x x x . . . . . . . . . .
. . . . . . . X . . . . . . . . . . . . . . . . . . . X . .
Warkruid Muurleeuwenbek Blaasvaren Brem Kropaar Bosorchis Tuinanjer
Geel vingerhoedskruid Grote kaardebol Slangenkruid Bruinrode wespenorchis Brede wespenorchis Kleinbladige wespenorchis Heermoes Schaafstro Reuzenpaardenstaart Reigersbek Kruisdistel Zwitserse steenraket Stijve steenraket
Euphorbia nicaeensis Festuca gigantea Ficus carica Fragaria vesca Fumana thymifolia Fumaria officinalis Gagea fistulosa (Gagea fragifera) Galium aparine Galium lucidum Galium mollugo Galium pumilum Galium verum Genista cinerea Genista hispanica Gentiana lutea Geranium columbinum Geranium pyrenaicum Geranium robertianum Gladiolus italicus Glebionis segetum * Globularia cordifolia Globularia vulgaris * Gymnadenia conopsea Gymnadenia odoratissima Helianthemum apenninum Helianthemum canum Helianthemum nummularium Helichrysum stoechas Helictotrichon pubescens Helictotrichon versicolor
. . . . . . . . x x . . x x . x . . X . . . x . . x x . . X
. . . . . X X . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
X . . . . . . . . . . x . x . . . . . . . . x . x . . x . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . x . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . X . . . . . . . . . .
. . . X . . . . . . X . . . X . . X . . x . . . . . . . . .
. . . . . . . X . . . x . . . . X . . . . . . . x . . x X .
. X X . x . . . x . . . . x . . . . . . . X . . x . x x . .
. . . . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . X . . . . . .
. . . . . . . . . x . x . . . . . . . . . . . . x . x x . .
. . . . x . . . x . . . x . . . . . . . x . . . x x x . . .
Reuzenzwenkgras Vijgenboom Bosaardbei Gewone duivenkervel Kleefkruid Glad walstro Kalkwalstro Geel walstro Spaanse brem Gele gentiaan Fijne ooievaarsbek Bermooievaarsbek Robertskruid Italiaanse zwaardlelie Gele ganzenbloem Gewone kogelbloem Grote muggenorchis Welriekende muggenorchis Wit zonneroosje Geel zonneroosje Mediterrane strobloem Zachte haver
Helleborus foetidus Hepatica nobilis Herniaria hirsuta Hieracium pilosella Hieracium staticifolium Himantoglossum hircinum Hippocrepis comosa Hypericum hyssopifolium Hypericum linariifolium * Hypericum perforatum Iberis nana Illebrecum verticillatum Inula montana Iris pseudacorus Isatis tinctoria Juncus inflexus Juniperus communis Juniperus oxycedrus Knautia arvensis Knautia dipsacifolia Knautia purpurea Koeleria macrantha Koeleria pyramidata Koeleria vallesiaca Laburnum anagyroides Lactuca perennis Lactuca serriola Lappula spec Laserpitium gallicum Laserpitium latifolium
. x x x . x x . . x . . . . x . x . . . x . x . . x . X x .
. . . . . . . . X . . . . . . . . . . . . . . . . . X . . .
. x . . X x . . . . . . . . x . x . x . x . x x . . . . . .
. x . . . x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . x . . . . . . x . . . . X . . . . . . . . . . . .
x . . . . . . . . . X . . . . . x . . . . . . . X . . . . x
. . x x . x x . . x . X . x x . . . x x . X x . . . . . x x
. . . . . . . . . . . . x x . X . . . x . . . x . x . . x .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . x . . . .
x . . x . x . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . . . . .
. . . . . . . X . . . . . . . . . . . . x . . x . x . . . .
Stinkend nieskruid Leverbloempje Behaard breukkruid Muizenoor Bokkenorchis Paardenhoefklaver
Sint-Janskruid Grondster Bergalant Gele lis Wede Zeegroene rus Jeneverbes Beemdkroon Bergknautia Klein fakkelgras Breed fakkelgras Goudenregen Blauwe sla Kompassla
Breed lazerkruid
Laserpitium siler Lathyrus aphaca Lathyrus latifolia Lathyrus pratensis Lathyrus setifolius Lathyrus sylvestris Lathyrus tuberosus Lathyrus vernus Lavandula officinalis Legousia hybrida Legousia speculum-veneris Leontodon hispidus Lepidium campestre Leuzea conifera Ligustrum vulgare Limodorum abortivum Linaria repens Linaria supina Linum campanulatum Linum catharticum Linum narbonense Linum suffruticosum Lithospermum officinale Lolium perenne Lonicera xylosteum Lotus delortii Luzula campestris Luzula nivea Luzula sylvatica Malva sylvestris
x x . . X . . . . . . x . X . x . . . . . x . X x x . . . x
. . . . . X . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. x X X . . . . . . x . . . X x x . X . x x . . . . . . . .
. . . . . . . . . . x . . . . x . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . x X . . . . . . x x X X X .
. . . . . . . X . X x x . . . . . . . X x x X . . . . . . x
x . . . . . . . . . . x . . . x . . . . . x . . . . . . . .
. . . . . . X . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . X . . . X . . . . . . . . x . . . . . . . .
Naakte lathyrus Brede lathyrus Veldlathyrus Boslathyrus Aardaker Voorjaarslathyrus Lavendel Klein spiegelklokje Groot spiegelklokje Ruige leeuwentand Veldkruidkers Wilde liguster Paarse asperge-orchis Gestreepte leeuwenbek Liggende leeuwenbek (Geel vlas) Geelhartje (Blauw vlas) (Wit vlas) Glad parelzaad Engels raaigras Rode kamperfoelie Gewone veldbies Grote veldbies Groot kaasjeskruid
Matricaria chamomilla Medicago falcata Medicago lupulina Medicago orbicularis Medicago rigidula Medicago soleirolii * Medicago tuberculata * Medicago turbinata Medicago x varia Melampyrum arvense Melica ciliata Melica uniflora Melittis melissophyllum Minuarta capillacea Minuartia rostrata Moehringia muscosa Monotropa hypopitys Muscari comosum Narcissus poeticus Neotinea ustulata Neottia nidus-avis Neottia ovata Nepeta nepetella Nigella damascena Onobrychis arenaria ssp arenaria Onobrychis saxatilis Onobrychis viciifolia Ononis fruticosa Ononis natrix Ononis repens subsp. repens
. . . . . X X x . . . x x X . . . x . . . . . . . x X . x x
. . . . . . . . X . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. x . X X . . . . . . . x . . . . x . x x x . . X x . X x .
. . . . . . . . . . . x . . . . . . . . . x . . . x . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . X . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . x . . . X . . . . . . . . . . x
X x . . . . . x . X x . . . . . . . . . x x . X . . . . . .
. . X . . . . . . . x . x . x X . . . . . . . . . . . . x .
. x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . x . . X . . . . . . x
Echte kamille Sikkelklaver Rupsklaver
Bonte luzerne Wilde weit Gewimperd parelgras Eenbloemig parelgras Bijenblad
Stofzaad Kuifhyacint Witte narcis Aangebrande orchis Vogelnestje Grote keverorchis Juffertje-in-het-groen
Esparcette Geel stalkruid Kruipend stalkruid
Ononis repens subsp. spinosa Ononis striata Onopordum acanthium Ophrys apifera Ophrys araneola Ophrys bertolonii (Ophrys drumana) Ophrys fuciflora (Ophrys holosericea) Ophrys insectifera Ophrys scolopax Orchis anthropophora Orchis militaris Orchis purpurea Origanum vulgare Orlaya grandiflora Ornithogalum umbellatum Orobanche caryophyllacea Orobanche gracilis Orobanche teucrii Osyris alba Papaver aurantiacum Papaver rhoeas Parietaria judaica Parietaria officinalis Paronychia kapela ssp galloprovincialis Petrorhagia saxifraga Phalaris arundinacea Phleum phleoides Phyteuma nigrum * Phyteuma orbiculare Picea abies
. x . x . . . . x . . . . . . X . . . . . . . . . . . X x .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . . .
. . X x X X x . x . . X . X . . . . . . . . X . x . . . x .
. x . . . . . . . . . . X . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . x . x . . . . . . . . . . . . . . . x . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . x . . . . X . . . x . . . . . X
. x . x . . . . . . . . . . . . . . . . x . . . x . . . . .
. x . . . . . . . . . . . . . . X X x . . X . . x X X . . .
X . . x . . . X . . . . . . . . . . x . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . X X . . . x . . . . . . . . x . . . . x .
Kattendoorn Gestreepte stalkruid Wegdistel Bijenorchis Vroege spinnenorchis Zadelorchis Hommelorchis Vliegenorchis Snippenorchis Poppenorchis Soldaatje Purperorchis Wilde marjolein Straalscherm Gewone vogelmelk Walstrobremraap Gamanderbremraap
Grote klaproos Klein glaskruid Groot glaskruid Kleine mantelanjer Rietgras Zwartblauwe rapunzel Bolrapunzel Fijnspar
Picris echioides Picris hieracioides Pinus mugo Plantago lanceolata Plantago maritima ssp serpentina Plantago media Platanthera bifolia Poa alpina Poa arvensis Poa bulbosa Poa compressa Poa nemoralis Polygala calcarea Polygala comosa Polygonatum odoratum Polypodium vulgare Potentilla argentea Potentilla reptans Primula veris Primula vulgaris (Primula acaulis) Prunella laciniata Prunus spinosa Psoralea bituminosa Quercus ilex Quercus pubescens Ranunculus aconitifolius Ranunculus arvensis Ranunculus bulbosus Ranunculus montanus Ranunculus sardous
. x . x . . x . X . . . . . x . . . . . x . x x x . . x . .
x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . x . . .
x x . . X . x x . X X . . X . . . . . X . x x . . . . x . .
. . . . . x x . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . x . . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . . .
. . X . . x . x . . . x x . x . . . . . . . . . . . . . X .
. . . x . . x x . . . . . . . . x X . . . x . . . X x . . .
. . . . . . . . . . . x . . x X . . . . . . x x x . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . x . x . . . . . . x x . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . X . . . . . . . . x . X
Dubbelkelk Echt bitterkruid Bergden Smalle weegbree Zeeweegbree Ruige weegbree Welriekende nachtorchis Veldbeemdgras Knolbeemdgras Plat beemdgras Schaduwgras Kalk vleugeltjesbloem Kuifvleugeltjesbloem Welriekende salomonszegel Gewone eikvaren Viltganzerik Vijfvingerkruidx Gulden sleutelbloem Stengelloze sleutelbloem Witte brunel Sleedoorn Pekklaver Steeneik Donzige eik Monnikskap-boterbloem Akkerboterbloem Knolboterbloem Behaarde boterbloem
Reseda lutea Reseda luteola Reseda phyteuma Rhinanthus alectorolophus Rhinanthus angustifolius Rosa canina Rosa pendulina Rosa rubiginosa Rubia peregrina Rubus idaeus Rumex pulcher Rumex scutatus Ruscus aculeatus Ruta chalepensis Salix purpurea Salvia officinalis Salvia pratensis Salvia verbenaca Sambucus ebulus Sambucus nigra Sanguisorba minor Saponaria ocymoides Saxifraga exarata subsp. moschata Scirpoides holoschoenus Scleranthus annuus Scorzonera hirsuta Scorzonera tinctoria (Scorzonera laciniata) Scrophularia canina Securigera varia Sedum acre
. . . . . x . X X . x . . . . X x . . . x X . . . X . . . .
x . . . . . . . . . . . . X . . . x . . . . . . . . X . . .
. . X . . x . . . . . . . . X . x . . . . . . X . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . x .
. . . . . . . . . X . X . . . . . . . . . . X . . . . X . .
x X . . x . X . . . x . . . . . x . X X . . . . X . . . x X
. . . . . . . . . . . . X . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . x . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . X x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Wilde reseda Wouw Kleine reseda Harige ratelaar Grote ratelaar Hondsroos Doornloze roos Egelantier Vreemde rubua Framboos Spaanse zuring Stekelige muizendoorn Winterwijnruit Bittere wilg Echte salie Veldsalie Kleinbloemig salie Kruidvlier Gewone vlier Kleine pimpernel Muurzeepkruid Kogelbies Eenjarig hardbloem
Hondshelmkruid Bont kroonkruid Muurpeper
Sedum anomalum Sedum rupestre Sempervivum tectorum Serratula tinctoria Sesleria albicans (Seslaria caerulea) Silene nutans Silene vulgaris Sorbus aucuparia Spartium junceum Stachys officinalis Stachys recta Staehelina dubia Stipa pennata Tamus communis Tanacetum corymbosum spp corymbosum Taraxacum officinale Tetragonolobus maritimus (Lotus maritimus) Teucrium botrys Teucrium chamaedrys Teucrium montanum Teucrium polium Thesium alpinum Thesium divaricatum Thesium humifusum * Thesium linophyllon Thymus serpyllum Thymus vulgaris Torilis arvensis Torilis leptophylla Torilis nodosa
X x . . . x x . x x x . x . . X . . x x . . . . . x x . . .
. . . x . . . . . . x . x . . . x . . . . . . . . . . . X .
. . . . . . . . x x . . . . . . x . . x x . . X X x . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . x . . X . . . . . x . . . . . . . . . .
. . . . x . . X . . . . . . . . . X . . . . . . . . . . . X
. x . . . x x . . . . X . . . . . . . . x X . . . x . X . .
. . . . x . . . . . . . x . x . . . x x x . . . . x x . . .
. . . x . . . . . . . . . . x . . . . . . . . . . . . . . .
. x X . . . . . . . . . x . . . . . . x . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . x . . . . . x x . . . . . x . . . .
Tripmadam Huislook Zaagblad Blauwgras Nachtsilene Blaassilene Wilde lijsterbes Bezemstruik Betonie Bergandoorn Vedergras Spekwortel Trosmargriet Paardenbloem Hauwklaver Trosgamander Echte gamander Berggamander Alpenbervlas Wijdvertakt bergvlas Liggend bergvlas Wilde tijm Echte tijm Heggendoornzaad Knopig doornzaad
Tragopogon dubius Tragopogon pratensis ssp. pratensis Trientalis europaea * Trifolium alpestre Trifolium arvense Trifolium campestre Trifolium dubium Trifolium incarnatum Trifolium pratense Trifolium repens Trifolium stellatum Trigonella corniculata (Trigonella esculenta) Trisetum flavescens Turgenia latifolia Ulmus spec Umbilicus rupestris Valeriana tuberosa Valerianella coronata Verbascum blattaria Verbena officinalis Veronica beccabunga Veronica chamaedrys Veronica officinalis Viburnum lantana Vicia cracca Vicia hybrida Vicia onobrychioides Vicia pannonica Vicia peregrina Vicia villosa
. x . . . . . . x x . x x . . . . . . x . . . x . x . x x .
. . . . . . . . . . . . . . . X . . X . . . . . . x . . . .
. . X . . x X . x . . . . . . . . . . . . . . x . . . . . .
. x . . . . . . . . . x . . . . . . . x . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . X . . . . . . x . . . x . .
x . . . X x . . x x X x x X X . . X . x X . X . X . x x x X
. . . X . . . X . . . . . . . . . . . . . X . . . . x . . .
x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bleke morgenster Gele morgenster Zevenster Alpenklaver Hazenpootje Liggende klaver Kleine klaver Inkarnaatklaver Rode klaver Witte klaver Sterklaver Goudhaver Borstelscherm Iep Rotsnavelkruid Veldsla Mottenkruid IJzerhard Beekpunge Gewone ereprijs Mannetjesereprijs Wollige sneeuwbal Vogelwikke Basterdwikke Hongaarse wikke Vreemde wikke Bonte wikke
Vincetoxicum hirundinaria Viola cenisia
. .
. .
. .
x .
x .
. X
. .
. .
. .
x .
. .
Witte engbloem