Inhoudelijke gevolgen van actualisatie van BRL 6000-01 t/m 08 (versie 30 april 2013 met wijzigingsbladen d.d. 30 september 2013 versus de versie van 18 november 2005) __________________________________________________________________________________ KBI heeft met instemming van het Centraal College van Deskundigen (CCvD) van KBI de nieuwe versie van de BRL 6000-00, -01 t/m -08 bindend verklaard op 30 april 2013. Dit betekent dat certificaathouders vanaf 1 mei 2013 hun werkzaamheden op het gebied van elektro-, gas-, watertechniek volgens deze versie moeten uitvoeren. Een aanpassing van de BRL was noodzakelijk door nieuwe aanwijzingen van de Raad voor Accreditatie en het van kracht worden van het Bouwbesluit 2012. De actualisatie van de BRL6000, delen 00 en delen 01 t/m 08, heeft naast administratieve ook inhoudelijke consequenties voor certificaathouders. Een belangrijke aanvulling is bijvoorbeeld het uit gaan voeren van interne audits door het gecertificeerde bedrijf zoals dat bekend is vanuit, bijvoorbeeld, de ISO9001 normering. Door middel van interne audits moet de certificaathouder zelf zijn eigen werkwijze toetsen en indien nodig aanpassen. Door het van kracht worden van het nieuwe Bouwbesluit 2012 en de Regeling Bouwbesluit zijn ook de eisen aan de installaties gewijzigd. Aan alle bijzondere delen van BRL 6000 is wederom een geactualiseerde Bouwbesluitingang toegevoegd. Een Bouwbesluitingang is een tabel waarin is aangegeven aan welke eisen van het Bouwbesluit de betreffende installatie voldoet. In het kader van de bouwvergunningsprocedure geldt het certificaat als voldoende bewijs dat het ontwerp en de uitvoering van de installatie voldoet aan de in de tabel genoemde eisen van het Bouwbesluit. De Bouwbesluitingang is daarmee een handig instrument voor de gemeente (bouw- en woningtoezicht) en de aanvrager van de bouwvergunning (de opdrachtgever of zijn adviseur. Ook wordt verwezen naar recentere versies van normen. Certificaathouders moeten zowel over het nieuwe Bouwbesluit en Regeling Bouwbesluit beschikken als over de nieuwe normversies. Verder worden in de deelregelingen concrete eisen gesteld aan de vakbekwaamheid van de ‘deskundigen elektro-, gas-, leidingwaterinstallaties’. Die eisen zijn in de vorm van eindtermen opgenomen in bijlage 2 van de BRL. Deze eindtermen zijn gebaseerd op bestaande en veel gevolgde opleidingen in de markt. De Certificatie Instelling (CI) gaat de deskundigheid van de ‘deskundigen elektro-, gas-, leidingwaterinstallaties’ toetsen mede op basis van deze vakbekwaamheidseisen. Andere aanpassingen hebben te maken met het verbeteren van de eenduidigheid van controles door de Certificatie Instellingen. Met de wijzigingsbladen van september 2013 leidt beoordelingsschema weer opnieuw tot een procescertificatie. Het model-certificaat is ook hier op aangepast. De belangrijkste verschillen tussen de oudere BRL6000-versies van 00 en 01 t/m 08 (van januari 2006) en de geactualiseerde regelingen (van april 2013 met wijzigingsbladen van 30 september), zijn hierna aangegeven in tabellen. Het doel van de tabellen is om een indruk te geven van de draagwijdte van de veranderingen. De eerste tabel geeft de wijzigingen die gelden voor alle deelgebieden van BRL 6000, de overige tabellen geven de extra wijzigingen per deelregeling. Omdat de deelregelingen 02 en 03, 05 en 06 erg op elkaar lijken en ook de wijzigingen niet erg van elkaar verschillen, zijn de wijzigingen in een tabel voor 02/03 en een tabel voor 05/06 opgenomen.
Gevolgen actualisatie BRL6000 deelregelingen 00 t/m 08 (versie 2013 versus 2005)
1
Wijzigingen BRL6000-00 Algemeen deel Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO INSTAL® procescertificaat voor ‘ontwerpen, installeren en beheren van installaties’ Certificaathouders die zich voor één of meerdere deelregelingen van de BRL6000 willen certificeren of gecertificeerd zijn, zullen in ieder geval moeten werken volgens de bepalingen van het algemene deel in combinatie met de door hen gekozen deelregeling(en), versie 30 april 2013 met Wijzigingsblad van 30 september 2013. Wijzigingen BRL6000-00 versie 30 april 2013 (incl. Wijzigingsblad van 30 september 2013) versus versie BRL6000-00 18 november 2005 Onderwerp Algemeen Soort certificaat Onderwerp van certificatie
Doel
Producteisen Producteisen Eisen installaties en documenten Aanvullende eisen Opdracht
Wijziging
Plaats
Hoewel het certificaat volgens de nieuwe BRL een productcertificaat zou worden, zorgt het wijzigingsblad ervoor dat het gewoon een procescertificaat blijft. Nadere toelichting toegevoegd ten aanzien van het onderwerp van certificatie: Het onderwerp van certificatie wordt gevormd door producten en diensten van installatiebedrijven en ingenieursbureaus. Bij producten gaat het om een ontwerp, een rapportage of een installatie; bij diensten gaat het om beheer en onderhoud van installaties. Toelichtend artikel toegevoegd. De gecertificeerde bedrijven verlenen producten en diensten die aan vastgelegde kwaliteitseisen voldoen. Zij stellen zich onder controle van een onafhankelijke deskundige certificatie-instelling, die de bedrijven het recht geeft om hun producten en diensten onder certificaat te leveren. De certificatie-instelling verklaart in het certificaat dat ervan mag worden uitgegaan dat de producten en/of diensten van de certificaathouder aan de vastgelegde kwaliteitseisen voldoen. Een onder certificaat geleverde installatie, bijvoorbeeld, voldoet dus aan de kwaliteitseisen die volgens BRL 6000 op die installatie van toepassing zijn.
Titel / Wijzigingsblad
Nadere toelichting op het product van ‘beheren en onderhouden’, zie Nieuwe verwijzing naar Bijzondere Delen voor (wettelijke en overige) eisen installaties en documenten (volgens het Bouwbesluit e.d.) rond ‘installaties’ (B-deel), aanvullend op reeds bestaande verwijzingen voor Ontwerp (A-deel) en Beheer (C-deel)
BRL6000-00, 3 BRL6000-03, 3, Bijzondere Delen 3.1, 3.2, 3.3
BRL6000-00, 2.1
BRL6000-00, 2.2
Herformulering in verband met gewijzigde verwijzingen naar Bijzondere Delen.
6000-00, 4.1+ Bijzondere Delen 4.1 Vakbekwaamheid Nieuwe bepaling dat werkzaamheden ten behoeve van de gecertificeerde BRL6000-00, 4.2 producten en diensten worden verricht door of onder verantwoordeBijzondere Delen lijkheid van een deskundige. Verwijzing naar paragraaf 4.2 van de 4.2 Bijzondere Delen voor de eisen die aan deze deskundige worden gesteld. Risicoanalyse en beheerplan Risicoanalyse opgenomen in bredere term ´beheer´. BRL6000-00, 4.8, Bijzondere Delen 4.8 Eisen certificaathouder Inschrijving Kamer van Verplichte inschrijving van de certificaathouder bij het handelsregister BRL6000-00, 5.1, Koophandel van een lidstaat van de Europese Unie (vergunningseisen vervallen’. Bijzondere Delen 5.1 Personeel Nieuwe bepaling dat de certificaathouder tenminste een BRL6000-00, 5.2, arbeidsovereenkomst heeft met de personen genoemd in de Bijzondere Bijzondere Delen Delen. 5.2 Bereikbaarheid Mogelijkheid opgenomen dat in de Bijzondere Delen eisen op het gebied BRL6000/00, 5.4, van bereikbaarheid worden opgenomen. Bijzondere Delen 5.4 Eisen te stellen aan de interne kwaliteitsbewaking Algemeen, Onder andere wordt toegelicht dat het kwaliteitssysteem ook van BRL6000-00, 6.2 Gevolgen actualisatie BRL6000 deelregelingen 00 t/m 08 (versie 2013 versus 2005)
2
Onderwerp kwaliteitshandboek
Wijziging toepassing is op ingehuurd personeel, dat het moet beschrijven hoe wordt omgegaan met inhuur en uitbesteding, en een opdracht slechts uitbesteed mag worden aan een andere certificaathouder. Beschrijving van procedures In het kwaliteitshandboek moeten naast de eerder opgenomen procedures ook procedures voor uitbesteding en interne audits worden beschreven. Ontwerpbeoordeling Gewijzigd, alle wijzigingen en aanpassingen van een ontwerp dienen door een deskundige (zie 4.2) te worden vastgesteld, vastgelegd, beoordeeld en goedgekeurd. Controle op Verwijzing opgenomen naar mogelijke eisen in Bijzondere Delen, beheeractiviteiten paragraaf 6.7.9. Beheersing van Extra bepaling dat de certificaathouder bij gebleken tekortkomingen tekortkomingen moet nagaan of aanpassing van de interne kwaliteitsbewaking noodzakelijk is en hij deze zonodig ook aanpast. Interne audits Nieuw is dat de certificaathouder ten minste één keer per jaar een interne audit uitvoert om vast te stellen of de kwaliteitszorg is beschreven en geïmplementeerd,en wordt onderhouden en uitgevoerd. In dit kader voert de certificaathouder op jaarbasis ten minste een gelijk aantal projectcontroles uit als de certificatie/instelling. Zie verder.. Externe kwaliteitsbewaking Algemeen Toegevoegd, een certificaat kan betrekking hebben op een bedrijf met meerdere vestigingen, indien het bedrijf uit één rechtspersoon bestaat, bijvoorbeeld een B.V:, en de hoofdvestiging en de nevenvestigingen een uniform kwaliteitssysteem hanteren Bij de toelatingsprocedure is een onderscheid gemaakt in organisatiegericht en projectgericht onderzoek. Eisen zijn opgenomen ten aanzien van omvang en inhoud (minimale tijdsduur) van het onderzoek. Zo bezoeken de (potentiële) certificaathouder en de certificatie-instelling in ieder geval gezamenlijk één installatie uit elk te onderzoeken project. Toelatingsonderzoek Omvang en inhoud van het toelatingsonderzoek is gewijzigd door onderverdeling in organisatiegericht en projectgericht onderzoek. Vervolgonderzoek Vervallen is de bepaling dat na een half jaar na het toelatingsonderzoek eenmalig een vervolgonderzoek plaatsvindt. Doordat ook hier onderscheid wordt gemaakt in organisatiegericht en projectgericht vervolgonderzoek is het artikel gewijzigd. Sancties Aanscherping van het artikel over geconstateerde afwijkingen bij de certificaathouder en de opschorting van het certificaat bij het vaststellen van kritieke afwijkingen. Eisen reviewer Gewijzigde eisen ten aanzien van de vakbekwaamheid van de medewerker van de certificatie-instelling die de rapportages van het toelatingsonderzoek en vervolgonderzoek beoordeelt. Eisen auditor Omschrijving van de taken van de auditor van de certificatie-instelling (organisatiegericht) inclusief vakbekwaamheidseisen, de Bijzondere Delen stellen aanvullende eisen. Eisen inspecteur Omschrijving van de taken van de inspecteur van de certificatie(projectgericht) instelling inclusief vakbekwaamheidseisen, de Bijzondere Delen stellen aanvullende eisen. Eisen te stellen aan het certificaat Toepassingsgebieden Additioneel: op het certificaat wordt ook de naam en het adres van de certificatie-instelling opgenomen Modelcertificaat KOMO INSTAL Nieuw model procescertificaat productcertificaat
Gevolgen actualisatie BRL6000 deelregelingen 00 t/m 08 (versie 2013 versus 2005)
Plaats
BRL6000-00, 6.5 BRL6000-00, 6.7.3 BRL6000-00, 6.7.9 BRL6000-00, 6.7.16 BRL6000-00, 6.7.18
BRL6000-00, 7.1
6000-00, 7.1.1 6000-00, 7.2
6000-00, 7.2.5 6000-00, 7.3 6000-00, 7.4; Bijzondere Delen 7.4 6000-00, 7.5, Bijzondere Delen 7.5 6000-00, 8.3 6000-00, bijlage 1 (WB 30 september 2013!)
3
Wijzigingen BRL 6000 deelregeling 01 Ontwerpen en installeren van elektrotechnische installaties van individuele woningen Certificaathouders die zich voor deelregeling 01 willen certificeren of gecertificeerd zijn, moeten werken volgens BRL 6000, deel 00, en BRL 6000, deel 01 (versie 30-04-2013) en Wijzigingsblad d.d. 30 september 2013 bij BRL 6000-01 Wijzigingen BRL6000-01 d.d. 30 april 2013 (inclusief wijzigingsblad d.d. 30 september 2013) versus BRL6000-01, 18 november 2005 Onderwerp Wijziging Eisen te stellen aan de installaties verwijzing naar wettelijke verwijzing naar Bouwbesluit 2012, Regeling Bouwbesluit 2012 en eisen bijbehorende normen meterruimte Bepalingen zijn vervallen als gevolg van wijzigingen (Regeling) Bouwbesluit verlichtingsinstallatie artikel is anders geformuleerd naar aanleiding van de wijzigingen in het BB. Er gelden minimale verlichtingssterktes van 1 lux voor onder het meetniveau gelegen ruimtes voor het stallen van motorvoertuigen (BB art. 6.2, lid 2), besloten ruimtes waardoor een beschermde vluchtroute of beschermde route voert (BB art. 6.2, lid 4) + verplichte aansluiting op elektrotechnische installatie voor lage spanning (BB art. 6.4) noodverlichting verplichte noodverlichting in liftkooien: binnen 15 seconden na het uitvallen van de reguliere elektrotechnische moet de noodverlichting minimaal 60 minuten een op de vloer gemeten verlichtingssterkte van tenminste 1 lux hebben. (BB art. 6.3, lid 4) Inrichting een nieuwe elektrotechnische installatie voor lage spanning moet voldoen aan nieuwe versie van de NEN 1010 [3] zoals aangewezen in het Bouwbesluit [1] (BB art. 6.8, lid 1) aansluiting op het voorwaarden voor aansluiten elektrotechnische installatie voor lage distributienet voor spanning op het distributienet voor elektriciteit (BB art. 6.10, lid 1) elektriciteit wijziging of uitbreiding van Bij wijzigingen of uitbreidingen van bestaande elektrotechnische een bestaande installaties moet het nieuwe deel van de installatie voldoen aan het elektrotechnische installatie rechtens verkregen niveau van eisen (omschreven in BB art. 1.12, lid 3). Gemeente kan geen ontheffing meer verlenen. Eisen te stellen aan het proces vakbekwaamheid De dienst wordt verricht door of onder verantwoordelijkheid van een ‘deskundige elektrotechnische woninginstallaties’. Een ‘deskundige elektrotechnische woninginstallaties’ is een persoon die voldoet aan de eisen van bijlage 2. aansluiting op het Is aangepast. Toestemming om de elektrotechnische installatie aan te distributienet sluiten op het net moet zijn verleend door de beheerder van het elektriciteitsnet (kan een andere partij zijn dan de leverancier) Gebruikershandleiding De gebruikshandleiding bestaat ten minste uit: groepenverklaringen, en instructies voor het periodiek testen van aardlekschakelaars. Eisen te stellen aan de certificaathouder Inschrijving Kamer van Vervallen: vergunningseisen Kamer van Koophandel /ontheffing SER, Koophandel (N.B. wel inschrijvingseis BRL6000-00 Eisen personeel Nieuw: de certificaathouder heeft een arbeidsovereenkomst met ten minste één ‘deskundige elektrotechnische woninginstallaties’ (zie bijlage 2). Geen specifieke meet- en beproevingsmiddelen meer voorgeschreven. Meet- en Deze moeten voldoen aan de eisen van NEN-EN-IEC 61557. Zie verder beproevingsmiddelen 61.3.1 van NEN 1010 [3]. Interne kwaliteitsbewaking Controle van de Ten behoeve van de controle van de gerealiseerde installatie moet de gerealiseerde installatie certificaathouder beschikken over schema’s en tekeningen volgens 514.5.1 van NEN 1010 [3]. De certificaathouder controleert de gerealiseerde installatie volgens 61.2.3 en 61.3.1 van NEN 1010 [3]. Externe kwaliteitsbewaking Toelatingsprocedure Bij de toelatingsprocedure is een onderscheid gemaakt in organisatiegericht en projectgericht onderzoek. Eisen zijn opgenomen Gevolgen actualisatie BRL6000 deelregelingen 00 t/m 08 (versie 2013 versus 2005)
Plaats 6000-01, 3.1, bijlage 1 6000-01, 3.1.1, bijlage 1
6000-01, 3.1.2, bijlage 1 6000-01, 3.1.3 6000-01, 3.1.4, bijlage 1 6000-01, 3.1.5
6000-01, 4.2, bijlage 2 6000-01, 4.6.1 6000-01, 4.7
6000-01, 5.1 6000-01, 5.2, bijlage 2 6000-01, 5.3.1
6000-01, 6.7.8
6000-01, 7.1
4
Onderwerp
Vervolgonderzoek
Wijziging ten aanzien van omvang en inhoud (minimale tijdsduur) van het onderzoek. Zo bezoeken de (potentiële) certificaathouder en de certificatie-instelling in ieder geval gezamenlijk één woning uit elk te onderzoeken project. Het vervolgonderzoek bestaat uit organisatiegericht en projectgericht onderzoek. Voor omvang en inhoud verwijst dit artikel naar dezelfde eisen als bij de toelatingsprocedure De auditor heeft een diploma ‘deskundige elektrotechnische woninginstallaties’ (zie bijlage 2). De inspecteur heeft een diploma ‘deskundige elektrotechnische woninginstallaties’ (zie bijlage 2).
Eisen auditor (organisatiegericht) Eisen inspecteur (projectgericht) Referenties hoofdstuk 9 gewijzigd, zie Bouwbesluitingang Bouwbesluitingang Gewijzigd naar aanleiding van nieuw Bouwbesluit 2012, zie Bekwaamheid ‘deskundige elektrotechnische woninginstallaties’ Bekwaamheid deskundige Nieuw opgenomen, zie elektrotechnische woninginstallaties Verwijzing naar NEN1010 Verwijzing naar NEN1010 Nieuw opgenomen, zie
Gevolgen actualisatie BRL6000 deelregelingen 00 t/m 08 (versie 2013 versus 2005)
Plaats
6000-01, 7.2 6000-01, 7.4; bijlage 2 6000-01, 7.5; bijlage 2 6000-01, 9. 6000-01, bijlage 1 6000-01, bijlage 2
6000-01, bijlage 3
5
Wijzigingen BRL 6000 deelregelingen 02 en 03 Ontwerpen en installeren van middelgrote elektrotechnische installaties (maximaal 3 x 80A) van bouwwerken, anders dan individuele woningen (02) Ontwerpen en installeren van grote elektrotechnische installaties (> 3X80A) van bouwwerken, anders dan individuele woningen (03) Certificaathouders die zich voor deelregeling 02 en of 03 willen certificeren of gecertificeerd zijn moeten werken volgens BRL 6000 deel 00, en BRL 6000, delen 02 en of 03 (versie 30-04-2013) en Wijzigingsbladen d.d. 30 september 2013 bij BRL 6000-02 en/of 6000-03 Wijzigingen BRL6000-02 en -03 d.d. 30 april 2013 (inclusief wijzigingsbladen d.d. 30 september 2013) versus BRL6000-02 en -03, 18 november 2005 Onderwerp
Wijziging
Titel Titel
Is gewijzigd: de regeling heeft betrekking op elektrotechnische installaties van maximaal 3 x 80A, in plaats van tot en met 3 x 80A Eisen te stellen aan de installaties verwijzing naar wettelijke verwijzing naar Bouwbesluit 2012, Regeling Bouwbesluit eisen 2012 en bijbehorende normen meterruimte Bepalingen zijn vervallen als gevolg van wijzigingen (Regeling) Bouwbesluit verlichtingsinstallatie De eisen uit het nieuwe Bouwbesluit ten aanzien van (incl. noodverlichting verlichting en noodverlichting zijn in deze paragraaf opgenomen, zie inrichting Een nieuwe elektrotechnische installatie voor lage spanning moet voldoen aan nieuwe versie van de NEN 1010 [3] zoals aangewezen in het Bouwbesluit [1] (BB art. 6.8, lid 1). aansluiting op het voorwaarden voor aansluiten elektrotechnische installatie distributienet voor voor lage spanning op het distributienet voor elektriciteit elektriciteit (BB art. 6.10, lid 1) wijziging of uitbreiding Bij wijzigingen of uitbreidingen van bestaande van een bestaande elektrotechnische installaties moet het nieuwe deel van de elektrotechnische installatie voldoen aan het rechtens verkregen niveau van installatie eisen (omschreven in BB art. 1.12, lid 3). Gemeente kan geen ontheffing meer verlenen. Eisen te stellen aan het proces vakbekwaamheid De dienst wordt verricht door of onder verantwoordelijkheid van een ‘deskundige middelgrote elektrotechnische installaties’. Een ‘deskundige middelgrote elektrotechnische installaties’ is een persoon die voldoet aan de eisen van bijlage 2. De dienst wordt verricht door of onder verantwoordelijkheid van een ‘deskundige grote elektrotechnische installaties’. Een ‘deskundige grote elektrotechnische installaties’ is een persoon die voldoet aan de eisen van bijlage 2. aansluiting op het Is aangepast: toestemming om de elektrotechnische distributienet installatie aan te sluiten op het net moet zijn verleend door de beheerder van het elektriciteitsnet (kan een andere partij zijn dan de leverancier) gebruikershandleiding De gebruikshandleiding bestaat ten minste uit: groepenverklaringen, en instructies voor het periodiek testen van aardlekschakelaars. Eisen te stellen aan de certificaathouder Inschrijving Kamer van Vervallen: vergunningseisen Kamer van Koophandel Koophandel /ontheffingsmogelijkheid via SER, (N.B. wel inschrijvingseis BRL6000-00 Eisen personeel Nieuw: de certificaathouder heeft een arbeidsovereenkomst met ten minste één ‘deskundige middelgrote elektrotechnische installaties’ (zie bijlage 2). Nieuw: de certificaathouder heeft een arbeidsovereenkomst Gevolgen actualisatie BRL6000 deelregelingen 00 t/m 08 (versie 2013 versus 2005)
Plaats 6000-02
Plaats 6000-03
titel
3.1, bijlage 1
3.1.1, bijlage 1 3.1.2, bijlage 1 3.1.3, bijlage 1 3.1.4
4.2, bijlage 2
4.2, bijlage 2
4.6.1
4.6.1
4.7
4.7
5.1
5.1
5.2, bijlage 2 5.2, bijlage 2
6
Onderwerp
Meet- en beproevingsmiddelen Interne kwaliteitsbewaking Controle van de gerealiseerde installatie
Externe kwaliteitsbewaking Toelatingsprocedure
Vervolgonderzoek Eisen auditor (organisatiegericht) Eisen inspecteur (projectgericht)
Wijziging
Plaats 6000-02
Plaats 6000-03
5.3.1
5.3.1
Ten behoeve van de controle van de gerealiseerde installatie moet de certificaathouder beschikken over schema’s en tekeningen volgens 514.5.1 van NEN 1010 [3]. De certificaathouder controleert de gerealiseerde installatie volgens 61.2.3 en 61.3.1 van NEN 1010 [3].
6.7.8
6.7.8
Bij de toelatingsprocedure is een onderscheid gemaakt in organisatiegericht en projectgericht onderzoek. Eisen zijn opgenomen ten aanzien van omvang en inhoud (minimale tijdsduur) van het onderzoek. Zo bezoeken de (potentiële) certificaathouder en de certificatie-instelling in ieder geval gezamenlijk één installatie uit elk te onderzoeken project. Het vervolgonderzoek bestaat uit organisatiegericht en projectgericht onderzoek. Voor omvang en inhoud verwijst dit artikel naar dezelfde eisen als bij de toelatingsprocedure De auditor heeft een diploma ‘deskundige middelgrote elektrotechnische installaties’ (zie bijlage 2). De auditor heeft een diploma ‘deskundige grote elektrotechnische installaties’ (zie bijlage 2). De inspecteur heeft een diploma ‘deskundige middelgrote elektrotechnische installaties’ (zie bijlage 2). De inspecteur heeft een diploma ‘deskundige grote elektrotechnische installaties’ (zie bijlage 2).
7.1
7.1
7.2
7.2
met ten minste één ‘deskundige grote elektrotechnische installaties’ (zie bijlage 2). Geen specifieke meet- en beproevingsmiddelen meer voorgeschreven. Deze moeten voldoen aan de eisen van NEN-EN-IEC 61557. Zie verder 61.3.1 van NEN 1010 [3].
Referenties hoofdstuk 9 gewijzigd, zie Bouwbesluitingang Bouwbesluitingang Gewijzigd naar aanleiding van nieuw Bouwbesluit 2012, zie Bekwaamheid ‘deskundige’ Bekwaamheid deskundige Nieuw opgenomen voor deskundige middelgrote elektrotechnische installaties, zie Nieuw opgenomen voor deskundige grote elektrotechnische installaties, zie Verwijzing naar NEN1010 Verwijzing naar NEN1010 Nieuw opgenomen, zie
Gevolgen actualisatie BRL6000 deelregelingen 00 t/m 08 (versie 2013 versus 2005)
7.4; bijlage 2 7.4; bijlage 2 7.5, bijlage 2 7.5; bijlage 2 9
9
bijlage 1
bijlage 1
bijlage 2 bijlage 2 bijlage 3
bijlage 3
7
Wijzigingen BRL 6000 deelregeling 04 Ontwerpen en installeren van gasinstallaties en installeren van gasverbrandingstoestellen (< 130 kW) van individuele woningen Certificaathouders die zich voor deelregeling 04 willen certificeren of gecertificeerd zijn moeten werken volgens BRL 6000 deel 00, en BRL 6000, deel 04 (versie 30-04-2013) en Wijzigingsblad d.d. 30 september 2013 bij BRL 6000-04 Wijzigingen BRL6000-04 d.d. 30 april 2013 (inclusief wijzigingsblad d.d. 30 september 2013) versus BRL6000-04, 18 november 2005 Onderwerp Wijziging Eisen te stellen aan de installaties verwijzing naar wettelijke verwijzing naar Bouwbesluit 2012, Regeling Bouwbesluit 2012 en eisen bijbehorende normen meterruimte/inrichting / Bepalingen zijn vervallen als gevolg van wijzigingen (Regeling) aansluiting Bouwbesluit inrichting Inrichtingseisen zijn nav wijzigingen BB anders omschreven. Een nieuwe gasinstallatie met een nominale werkdruk tot ten hoogste 0,05 MPa (0,5 bar) moet voldoen aan NEN 1078 [3] (BB art 6.9, lid 1, onderdeel a). Een te bouwen bouwwerk met een voorgeschreven aansluiting op het distributienet voor gas heeft, voor die aansluiting, leidingdoorvoeren en een mantelbuis die voldoen aan NEN 2768 [4] (BB art 6.9, lid 3) aansluiting op het Eisen aansluiting op het distibutienet zijn agv wijzigingen BB anders distributienet voor gas omschreven. Een gasinstallatie is aangesloten op het distributienet voor gas indien: a. de aansluitafstand niet groter is dan 40 m, of b. de aansluitafstand groter is dan 40 m en de aansluitkosten niet hoger zijn dan bij een aansluitafstand van 40 m. (BB art 6.10, lid 2) wijziging of uitbreiding van Bij wijzigingen of uitbreidingen van bestaande gastechnische installaties een bestaande gastechnische moet het nieuwe deel van de installatie voldoen aan het rechtens installatie verkregen niveau van eisen (omschreven in BB art. 1.12, lid 3). Gemeente kan geen ontheffing meer verlenen. plaatsen verbrandingstoestel De eisen ten aanzien van het plaatsen van een verbrandingstoestel zijn agv wijziging van het Bouwbesluit en normen anders en uitgebreider omschreven. Een afvoervoorziening voor rookgas is brandveilig, bepaald volgens NEN 6062 [9].(BB art. 2.59, lid 1) Een ruimte met een opstelplaats voor een verbrandingstoestel moet nu voorzieningen hebben voor de toevoer van verbrandingslucht én de afvoer van rookgas. Een opstelplaats voor een kooktoestel met een nominale belasting van niet meer dan 15 kW, gelegen in een verblijfsruimte, blijft hierbij buiten beschouwing.(BB art. 3.49) Een voorziening voor de toevoer van verbrandingslucht wordt bepaald volgens de onderdelen 5.1 en 5.3 van NEN 1087 en voldoet aan artikel 3.49 en 3.50, lid 2. De capaciteit van de rookgas wordt bepaald aan de hand van NEN 2757 en voldoet aan artikel 3.49 en 3.50, lid 3 t/m 6 van het BB. De plaats van de instroomopening voldoet aan artikel 3.51, lid 1 t/m 3 van het BB. De plaats van de uitmonding voldoet aan artikel 3.51, lid 3 BB Het thermisch comfort wordt bepaald volgens NEN 1087 en voldoet aan artikel 3.52 BB De rookdoorlatendheid van de rookgasafvoer wordt bepaald volgens NEN 2757-1 en voldoet aan artikel 3.53 BB De stromingsrichting van de verbrandingslucht wordt bepaald volgens NEN 1087 en voldoet aan artikel 3.54, lid 1 BB De stromingsrichting van de rookgas wordt bepaald aan de hand van NEN 2757-1 en voldoet aan artikel 3.54, lid 2 BB Veilig gebruik Of de opstelling van het verbrandingstoestel brandveilig is, wordt verbrandingstoestel bepaald aan de hand van NEN 3028. Een verbrandingstoestel mag alleen indien brandveilig worden gebruikt waarmee voldaan wordt aan BB art. 7.9, lid 1, onderdeel c Eisen te stellen aan het proces Gevolgen actualisatie BRL6000 deelregelingen 00 t/m 08 (versie 2013 versus 2005)
Plaats 6000-04, 3.1, bijlage 1 6000-04, 3.1.1.1, bijlage 1
6000-04, 3.1.1.2, bijlage 1
6000-04, 3.1.1.3
6000-04, 3.1.2.1
6000-04, 3.1.2.2
8
Onderwerp vakbekwaamheid
Wijziging De dienst wordt verricht door of onder verantwoordelijkheid van een ‘deskundige gastechnische woninginstallaties’. Een ‘deskundige gastechnische woninginstallaties’ is een persoon die voldoet aan de eisen van bijlage 2. aansluiting op het Is aangepast: toestemming om de gastechnische installatie aan te sluiten distributienet op het net moet zijn verleend door de beheerder van het gasnet ((kan een andere partij zijn dan de leverancier) Eisen te stellen aan de certificaathouder Inschrijving Kamer van Vervallen: vergunningseisen Kamer van Koophandel Koophandel /ontheffingsmogelijkheid via SER, (N.B. wel inschrijvingseis BRL600000 Eisen personeel Nieuw: de certificaathouder heeft een arbeidsovereenkomst met ten minste één ‘deskundige gastechnische woninginstallaties’ (zie bijlage 2). Meet- en Geen specifieke meet- en beproevingsmiddelen meer voorgeschreven. beproevingsmiddelen De certificaathouder dient de feitelijke beschikking te hebben over de instrumenten die nodig zijn voor het verrichten van de in 6.7.8 voorgeschreven metingen en beproevingen. De voor de gasdichtheidsbeproeving van de gasinstallatie volgens onderdeel 5.2.2 van NEN 1078 [3] gebruikte meetinstrumenten moeten voldoen aan de eisen die onderdeel 5.2.2 van NEN 1078 [3] aan de meetinstrumenten stelt. Interne kwaliteitsbewaking Controle van de Nieuwe bepaling: De controle bestaat uit controleren, meten en gerealiseerde installatie beproeven van de installatie op het voldoen aan de eisen van hoofdstuk 3. De certificaathouder moet gasleidingen na het gereedkomen beproeven op gasdichtheid volgens onderdeel 5.2.2 van NEN 1078 [3]. De certificaathouder moet de rookgasafvoer controleren volgens bijlage 3 en controleren of er volledige verbranding optreedt volgens bijlage 4. Externe kwaliteitsbewaking Toelatingsprocedure Bij de toelatingsprocedure is onderscheid gemaakt in een organisatiegericht en projectgericht onderzoek. Eisen zijn opgenomen ten aanzien van omvang en inhoud (minimale tijdsduur) van het onderzoek. Zo bezoeken de (potentiële) certificaathouder en de certificatie-instelling in ieder geval gezamenlijk één installatie uit elk te onderzoeken project. Vervolgonderzoek Het vervolgonderzoek bestaat uit organisatiegericht en projectgericht onderzoek. Voor omvang en inhoud verwijst dit artikel naar dezelfde eisen als bij de toelatingsprocedure Eisen auditor De auditor heeft een diploma ‘deskundige gastechnische (organisatiegericht) woninginstallaties’ (zie bijlage 2). Eisen inspecteur De inspecteur heeft een diploma ‘deskundige gastechnische (projectgericht) woninginstallaties’ (zie bijlage 2). Referenties hoofdstuk 9 gewijzigd, zie Bouwbesluitingang Bouwbesluitingang Gewijzigd naar aanleiding van nieuw Bouwbesluit 2012, zie Bekwaamheid ‘deskundige gastechnische woninginstallaties’ Bekwaamheid deskundige Nieuw opgenomen, zie gastechnische woninginstallaties Controle op trek / volledige verbranding Controle op voldoende Nieuw opgenomen, zie afvoer van rook Controle op volledige Nieuw opgenomen, zie verbranding
Gevolgen actualisatie BRL6000 deelregelingen 00 t/m 08 (versie 2013 versus 2005)
Plaats 6000-04, 4.2, bijlage 2 6000-04, 4.6.1
6000-04, 5.1 6000-04, 5.2, bijlage 2 6000-04, 5.3.1, 6.7.8
6000-04, 6.7.8
6000-04, 7.1
6000-04, 7.2 6000-04, 7.4; bijlage 2 6000-04, 7.5; bijlage 2 6000-04, 9. 6000-04, bijlage 1 6000-04, bijlage 2
6000-04, bijlage 3 6000-04, bijlage 4
9
Wijzigingen BRL 6000 deelregelingen 05 en 06 Ontwerpen en Installeren van middelgrote gasinstallaties ( 0,5 bar en tot en met G16) en installeren van gasverbrandingstoestellen van bouwwerken, anders dan individuele woningen (05) Ontwerpen en installeren van grote gasinstallaties (< 0,5 bar en > G16) en installeren van gasverbrandingstoestellen van bouwwerken, anders dan individuele woningen (06) Certificaathouders die zich voor deelregeling 05 en/of 06 willen certificeren of gecertificeerd zijn moeten werken volgens BRL 6000 deel 00, en BRL 6000, deel 05 en of 06 (versie 30-04-2013) en Wijzigingsblad d.d. 30 september 2013 bij BRL 6000-05 en/of 6000-06 Wijzigingen versies BRL6000-05 en -06 d.d. 30 april 2013 (inclusief wijzigingsbladen d.d. 30 september 2013) versus BRL6000-05 en -06, 18 november 2005 Onderwerp Titel titel Onderwerp van certificatie
Wijziging
Plaats BRL6000-05
Deel titel gewijzigd: was 100 mbar en tot en met G16 , nu 0,5 bar en tot en met G16
titel
ondergrens installaties
Het certificaat heeft betrekking op een ontwerp en een installatie binnen het deelgebied ‘middelgrote gasinstallaties ( 0,5 bar en tot en met G16) en installeren van gasverbrandingstoestellen van bouwwerken, anders dan individuele woningen’. (ondergrens was < 100 mb) Het certificaat heeft betrekking op een ontwerp en een installatie binnen het deelgebied grote gasinstallaties ( 0,5 bar > G16) en installeren van gasverbrandingstoestellen van bouwwerken, anders dan individuele woningen’. (ondergrens was < 100 mb) Eisen te stellen aan de installaties verwijzing naar wettelijke verwijzing naar Bouwbesluit 2012, Regeling Bouwbesluit eisen 2012 en bijbehorende normen meterruimte/inrichting / Bepalingen zijn vervallen als gevolg van wijzigingen aansluiting (Regeling) Bouwbesluit inrichting Inrichtingseisen zijn nav wijzigingen BB anders omschreven. Een nieuwe gasinstallatie met een nominale werkdruk tot ten hoogste 0,05 MPa (0,5 bar) moet voldoen aan NEN 1078 [3] (BB art 6.9, lid 1, onderdeel a). Een te bouwen bouwwerk met een voorgeschreven aansluiting op het distributienet voor gas heeft, voor die aansluiting, leidingdoorvoeren en een mantelbuis die voldoen aan NEN 2768 [4] (BB art 6.9, lid 3) aansluiting op het Eisen aansluiting op het distibutienet zijn agv wijzigingen distributienet voor gas BB anders omschreven. Een gasinstallatie is aangesloten op het distributienet voor gas indien: a. de aansluitafstand niet groter is dan 40 m, of b. de aansluitafstand groter is dan 40 m en de aansluitkosten niet hoger zijn dan bij een aansluitafstand van 40 m. (BB art 6.10, lid 2) wijziging of uitbreiding Bij wijzigingen of uitbreidingen van bestaande van een bestaande gastechnische installaties moet het nieuwe deel van de gastechnische installatie installatie voldoen aan het rechtens verkregen niveau van eisen (omschreven in BB art. 1.12, lid 3). Gemeente kan geen ontheffing meer verlenen. plaatsen De eisen ten aanzien van het plaatsen van een verbrandingstoestel verbrandingstoestel zijn agv wijziging van het Bouwbesluit en normen anders en uitgebreider omschreven. Een afvoervoorziening voor rookgas is brandveilig, bepaald volgens NEN 6062 [9].(BB art. 2.59, lid 1 Een ruimte met een opstelplaats voor een verbrandingstoestel moet nu voorzieningen hebben voor de Gevolgen actualisatie BRL6000 deelregelingen 00 t/m 08 (versie 2013 versus 2005)
Plaats BRL6000-06
2
2
3.1, bijlage 1
3.1, bijlage 1
3.1.1.1, bijlage 1 3.1.1.1, bijlage 1
3.1.1.2, bijlage 1
3.1.1.2, bijlage 1
3.1.1.3
3.1.1.3
3.1.2.1
3.1.2.1
10
Onderwerp
Wijziging
toevoer van verbrandingslucht én de afvoer van rookgas. Een opstelplaats voor een kooktoestel met een nominale belasting van niet meer dan 15 kW, gelegen in een verblijfsruimte, blijft hierbij buiten beschouwing.(BB art. 3.49) Een voorziening voor de toevoer van verbrandingslucht wordt bepaald volgens de onderdelen 5.1 en 5.3 van NEN 1087 en voldoet aan artikel 3.49 en 3.50, lid 2. De capaciteit van de rookgas wordt bepaald aan de hand van NEN 2757 en voldoet aan artikel 3.49 en 3.50, lid 3 t/m 6 van het BB. De plaats van de instroomopening voldoet aan artikel 3.51, lid 1 t/m 3 van het BB. De plaats van de uitmonding voldoet aan artikel 3.51, lid 3 BB Het thermisch comfort wordt bepaald volgens NEN 1087 en voldoet aan artikel 3.52 BB De rookdoorlatendheid van de rookgasafvoer wordt bepaald volgens NEN 2757-1 en voldoet aan artikel 3.53 BB De stromingsrichting van de verbrandingslucht wordt bepaald volgens NEN 1087 en voldoet aan artikel 3.54, lid 1 BB De stromingsrichting van de rookgas wordt bepaald aan de hand van NEN 2757-1 en voldoet aan artikel 3.54, lid 2 BB Veilig gebruik Of de opstelling van het verbrandingstoestel brandveilig is, verbrandingstoestel wordt bepaald aan de hand van NEN 3028. Een verbrandingstoestel mag alleen indien brandveilig worden gebruikt waarmee voldaan wordt aan BB art. 7.9, lid 1, onderdeel c Eisen te stellen aan het proces vakbekwaamheid De dienst wordt verricht door of onder verantwoordelijkheid van een ‘deskundige gastechnische installaties’. Een ‘deskundige gastechnische installaties’ is een persoon die voldoet aan de eisen van bijlage 2. aansluiting op het Is aangepast: toestemming om de gastechnische installatie distributienet aan te sluiten op het net moet zijn verleend door de beheerder van het gasnet ((kan een andere partij zijn dan de leverancier) Eisen te stellen aan de certificaathouder Inschrijving Kamer van Vervallen: vergunningseisen Kamer van Koophandel Koophandel /ontheffingsmogelijkheid via SER, (N.B. wel inschrijvingseis BRL6000-00 Eisen personeel Nieuw: de certificaathouder heeft een arbeidsovereenkomst met ten minste één ‘deskundige gastechnische installaties’ (zie bijlage 2). Meet- en Geen specifieke meet- en beproevingsmiddelen meer beproevingsmiddelen voorgeschreven. De certificaathouder dient de feitelijke beschikking te hebben over de instrumenten die nodig zijn voor het verrichten van de in 6.7.8 voorgeschreven metingen en beproevingen. De gebruikte meetinstrumenten voor de gasdichtheidsbeproeving van de gasinstallatie volgens onderdeel 5.2.2 van NEN 1078 [3] moeten voldoen aan de eisen die onderdeel 5.2.2 van NEN 1078 [3] aan de meetinstrumenten stelt. Interne kwaliteitsbewaking Controle van de Nieuwe bepaling: De controle bestaat uit controleren, meten gerealiseerde installatie en beproeven van de installatie op het voldoen aan de eisen van hoofdstuk 3. De certificaathouder moet gasleidingen na het gereedkomen beproeven op gasdichtheid volgens onderdeel 5.2.2 van NEN 1078 [3]. De certificaathouder moet de rookgasafvoer controleren volgens bijlage 3 en controleren of er volledige verbranding optreedt volgens bijlage 4. Externe kwaliteitsbewaking Toelatingsprocedure Bij de toelatingsprocedure is onderscheid gemaakt in een Gevolgen actualisatie BRL6000 deelregelingen 00 t/m 08 (versie 2013 versus 2005)
Plaats BRL6000-05
Plaats BRL6000-06
3.1.2.2
3.1.2.2
4.2, bijlage 2
4.2, bijlage 2
4.6.1
4.6.1
6000-05, 5.1 5.2, bijlage 2
5.2, bijlage 2
5.3.1, 6.7.8
5.3.1, 6.7.8
6.7.8
6.7.8
7.1
7.1
11
Onderwerp
Vervolgonderzoek Eisen auditor (organisatiegericht) Eisen inspecteur (projectgericht) Referenties hoofdstuk 9 Bouwbesluitingang Bouwbesluitingang
Wijziging organisatiegericht en projectgericht onderzoek. Eisen zijn opgenomen ten aanzien van omvang en inhoud (minimale tijdsduur) van het onderzoek. Zo bezoeken de (potentiële) certificaathouder en de certificatie-instelling in ieder geval gezamenlijk één installatie uit elk te onderzoeken project. Het vervolgonderzoek bestaat uit organisatiegericht en projectgericht onderzoek. Voor omvang en inhoud verwijst dit artikel naar dezelfde eisen als bij de toelatingsprocedure De auditor heeft een diploma ‘deskundige gastechnische installaties’ (zie bijlage 2). De inspecteur heeft een diploma ‘deskundige gastechnische installaties’ (zie bijlage 2). gewijzigd, zie
Gewijzigd naar aanleiding van nieuw Bouwbesluit 2012, zie Bekwaamheid ‘deskundige gastechnische installaties’ Bekwaamheid deskundige Nieuw opgenomen, zie gastechnische installaties Controle op trek / volledige verbranding Controle op voldoende Nieuw opgenomen, zie afvoer van rook Controle op volledige Nieuw opgenomen, zie verbranding
Gevolgen actualisatie BRL6000 deelregelingen 00 t/m 08 (versie 2013 versus 2005)
Plaats BRL6000-05
Plaats BRL6000-06
7.2
7.2
7.4; bijlage 2
7.4, bijlage 2
7.5, bijlage 2
7.5, bijlage 2
9
9
bijlage 1
bijlage 1
bijlage 2
bijlage 2
bijlage 3
bijlage 3
bijlage 4
bijlage 4
12
Wijzigingen BRL 6000 deelregeling 07 Ontwerpen en installeren van leidingwaterinstallaties van individuele woningen Certificaathouders die zich voor deelregeling 07 willen certificeren of gecertificeerd zijn moeten werken volgens BRL 6000 deel 00, en BRL 6000, deel 07 (versie 30-04-2013) en Wijzigingsblad d.d. 30 september 2013 bij BRL 6000-07 Wijzigingen versie BRL6000-07 d.d. 30 april 2013 (inclusief wijzigingsblad d.d. 30 september 2013) versus BRL6000-07, 18 november 2005 Onderwerp Wijziging Eisen te stellen aan de installaties verwijzing naar wettelijke verwijzing naar Bouwbesluit 2012, Regeling Bouwbesluit 2012 en eisen bijbehorende normen meterruimte/inrichting / Bepalingen zijn vervallen als gevolg van wijzigingen (Regeling) aansluiting/ aansluitpunten Bouwbesluit warmtapwaterinstallaties/ brandslanghaspels/ geluidsniveau Naast het behoud van de bepaling ten aanzien van het geluidsniveau in een verblijfsgebied op een aangrenzend perceel, is er een bepaling opgenomen over het geluidsniveau in een verblijfsruimte van een aangrenzende woonfunctie op hetzelfde perceel. inrichting Nieuwe norm (NEN 1006_ A3) BB art. 6.12, lid 1; een extra eis is dat drinkwaterinstallatie onderdelen van een drink- en/of warm tapwatervoorziening moeten voldoen aan hoofdstuk 4 van de Regeling Materialen en Chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening (BB art. 6.12, lid 2 en hoofdstuk 4 van de genoemde regeling) inrichting Nieuwe norm (NEN 1006_ A3) BB art. 6.12, lid 1; een extra eis is dat warmtapwaterinstallatie onderdelen van een drink- en/of warm tapwatervoorziening moeten voldoen aan hoofdstuk 4 van de Regeling Materialen en Chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening (BB art. 6.12, lid 2 en hoofdstuk 4 van de genoemde regeling) Aansluiting op het Een drinkwaterinstallatie is aangesloten op het openbare distributienet distributienet voor drinkwater voor drinkwater als, de aansluitafstand niet groter is dan 50 m of de aansluitafstand groter is dan 40 m en de aansluitkosten niet hoger zijn dan bij een aansluitafstand van 40 m (BB art. 6.14) wijziging of uitbreiding van Bij wijzigingen of uitbreidingen van bestaande gastechnische een installatie installaties moet het nieuwe deel van de installatie voldoen aan het rechtens verkregen niveau van eisen (omschreven in BB art. 1.12, lid 3). Gemeente kan geen ontheffing meer verlenen. Warmtapwatertoestellen Warmtapwatertoestellen moeten voldoen aan nieuwe norm (NEN 1006+A3) Eisen te stellen aan het proces vakbekwaamheid De dienst wordt verricht door of onder verantwoordelijkheid van een ‘deskundige leidingwaterinstallaties individuele woningen’. Een ‘deskundige leidingwaterinstallaties individuele woningen’ is een persoon die voldoet aan de eisen van bijlage 2. Eisen te stellen aan de certificaathouder Inschrijving Kamer van Vervallen: vergunningseisen Kamer van Koophandel Koophandel /ontheffingsmogelijkheid via SER, (N.B. wel inschrijvingseis BRL6000-00 Eisen personeel Nieuw: de certificaathouder heeft een arbeidsovereenkomst met ten minste één ‘deskundige leidingwaterinstallaties, individuele woningen’ (zie bijlage 2). Meet- en Geen specifieke meet- en beproevingsmiddelen meer voorgeschreven. beproevingsmiddelen De certificaathouder dient de feitelijke beschikking te hebben over de instrumenten die nodig zijn voor het verrichten van de in 6.7.8 voorgeschreven metingen en beproevingen. In 6.7.8 is de persproef volgens paragraaf 2.3 van NEN 1006+A3 [4] voorgeschreven. De daarbij gebruikte meetinstrumenten moeten voldoen aan de eisen die paragraaf 2.3 van NEN 1006+A3 [4] aan de meetinstrumenten stelt Gevolgen actualisatie BRL6000 deelregelingen 00 t/m 08 (versie 2013 versus 2005)
Plaats 6000-07, 3.1, bijlage 1
6000-07, 3.1.1 en 3.1.2 6000-07, 3.1.3 bijlage 1
6000-07, 3.1.4, bijlage 1
6000-07, 3.1.5, bijlage 1 6000-07, 3.1.6
6000-07, 3.2.1
6000-07, 4.2, bijlage 2
6000-07, 5.1 6000-07, 5.2, bijlage 2 6000-07, 5.3.1, 6.7.8
13
Onderwerp Interne kwaliteitsbewaking Controle van de gerealiseerde installatie
Externe kwaliteitsbewaking Toelatingsprocedure
Vervolgonderzoek
Wijziging
Plaats
Nieuwe bepaling: De controle bestaat uit controleren, meten en 6000-07, 6.7.8 beproeven van de installatie op het voldoen aan de eisen van hoofdstuk 3. De certificaathouder moet leidingen na het gereedkomen onderwerpen aan de persproef volgens paragraaf 2.3 van NEN 1006+A3 Bij de toelatingsprocedure is onderscheid gemaakt in een organisatiegericht en projectgericht onderzoek. Eisen zijn opgenomen ten aanzien van omvang en inhoud (minimale tijdsduur) van het onderzoek. Zo bezoeken de (potentiële) certificaathouder en de certificatie-instelling in ieder geval gezamenlijk één installatie uit elk te onderzoeken project. Het vervolgonderzoek bestaat uit organisatiegericht en projectgericht onderzoek. Voor omvang en inhoud verwijst dit artikel naar dezelfde eisen als bij de toelatingsprocedure De auditor heeft een diploma ‘deskundige leidingwaterinstallaties, individuele woningen’ (zie bijlage 2). De inspecteur heeft een diploma ‘deskundige leidingwaterinstallaties, individuele woningen’ (zie bijlage 2).
Eisen auditor (organisatiegericht) Eisen inspecteur (projectgericht) Referenties hoofdstuk 9 gewijzigd, zie Bouwbesluitingang Bouwbesluitingang gewijzigd naar aanleiding van nieuw Bouwbesluit 2012, zie Bekwaamheid ‘deskundige leidingwaterinstallaties, individuele woningen Bekwaamheid deskundige Nieuw opgenomen, zie leidingwaterinstallaties, individuele woningen
Gevolgen actualisatie BRL6000 deelregelingen 00 t/m 08 (versie 2013 versus 2005)
6000-07, 7.1
6000-07, 7.2 6000-07, 7.4; bijlage 2 6000-07, 7.5; bijlage 2 6000-07, 9. 6000-07, bijlage 1 6000-07, bijlage 2
14
Wijzigingen BRL 6000 deelregeling 08 Ontwerpen en installeren van leidingwaterinstallaties, anders dan individuele woningen Certificaathouders die zich voor deelregeling 08 willen certificeren of gecertificeerd zijn moeten werken volgens BRL 6000 deel 00, en BRL 6000, deel 08 (versie 30-04-2013) en Wijzigingsblad d.d. 30 september 2013 bij BRL 6000-08 Wijzigingen versie BRL6000-08 (inclusief wijzigingsblad d.d. 30 september 2013) d.d. 30 april 2013 versus BRL6000-08, 18 november 2005 Onderwerp Wijziging Onderwerp en doel certificatie Te certificeren onderwerp Aan de omschrijving van het te certificeren onderwerp zijn droge blusleidingen toegevoegd (inhoudelijk zaten deze al in de regeling) Eisen te stellen aan de installaties verwijzing naar wettelijke verwijzing naar Bouwbesluit 2012, Regeling Bouwbesluit 2012 en eisen bijbehorende normen meterruimte/inrichting / Bepalingen zijn vervallen als gevolg van wijzigingen (Regeling) aansluiting/ aansluitpunten Bouwbesluit, of komen terug in nieuwe artikelen warmtapwaterinstallaties/ brandslanghaspels/ geluidsniveau Naast het behoud van de bepaling ten aanzien van het geluidsniveau in een verblijfsgebied op een aangrenzend perceel, is er een bepaling opgenomen over het geluidsniveau in een verblijfsruimte van een aangrenzende woonfunctie op hetzelfde perceel. inrichting Nieuwe norm (NEN 1006 +A3) BB art. 6.12, lid 1; een extra eis is dat drinkwaterinstallatie onderdelen van een drink- en/of warm tapwatervoorziening moeten voldoen aan hoofdstuk 4 van de Regeling Materialen en Chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening (BB art. 6.12, lid 2 en hoofdstuk 4 van de genoemde regeling) inrichting Nieuwe norm (NEN 1006 +A3) BB art. 6.12, lid 1; een extra eis is dat warmtapwaterinstallatie onderdelen van een drink- en/of warm tapwatervoorziening moeten voldoen aan hoofdstuk 4 van de Regeling Materialen en Chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening (BB art. 6.12, lid 2 en hoofdstuk 4 van de genoemde regeling) aansluiting op het Een drinkwaterinstallatie is aangesloten op het openbare distributienet distributienet voor drinkwater voor drinkwater als, de aansluitafstand niet groter is dan 50 m of de aansluitafstand groter is dan 40 m en de aansluitkosten niet hoger zijn dan bij een aansluitafstand van 40 m (BB art. 6.14) bestrijden van brand Nieuwe bepaling als gevolg van gewijzigde Bouwbesluit artikel 6.27 op het gebied van brandbestrijding en de verplichte aanwezigheid van brandslanghaspels (BB art. 6.28) en droge blusleidingen (BB art. 6.29), zie wijziging of uitbreiding van Bij wijzigingen of uitbreidingen van bestaande gastechnische installaties een installatie moet het nieuwe deel van de installatie voldoen aan het rechtens verkregen niveau van eisen (omschreven in BB art. 1.12, lid 3). Gemeente kan geen ontheffing meer verlenen. warmtapwatertoestellen Warmtapwatertoestellen moeten voldoen aan nieuwe norm (NEN 1006+A3) Eisen te stellen aan het proces vakbekwaamheid De dienst wordt verricht door of onder verantwoordelijkheid van een ‘deskundige leidingwaterinstallaties’. Een ‘deskundige leidingwaterinstallaties’ is een persoon die voldoet aan de eisen van bijlage 2. Doorspoelen, reinigen en Toegevoegd de bepaling dat de certificaathouders voor gereedmelding, desinfecteren er volgens paragraaf 2.4 van NEN 1006+A3 [4] voor zorgt dat de installatie van binnen schoon is. Dit houdt in dat hij de installatie doorspoelt en zo nodig reinigt en/of desinfecteert, of laat reinigen en/of desinfecteren. Eisen te stellen aan de certificaathouder Inschrijving Kamer van Vervallen: vergunningseisen Kamer van Koophandel Gevolgen actualisatie BRL6000 deelregelingen 00 t/m 08 (versie 2013 versus 2005)
Plaats 6000-08, 2 6000-08, 3.1, bijlage 1
6000-08, 3.1.1 en 3.1.2 6000-08, 3.1.3 bijlage 1
6000-08, 3.1.4, bijlage 1
6000-08, 3.1.5, bijlage 1 6000-08, 3.1.6, bijlage 1 6000-08, 3.1.7
6000-08, 3.2.1
6000-08, 4.2, bijlage 2 6000-08, 4.6.2
6000-08, 5.1
15
Onderwerp Koophandel Eisen personeel Meet- en beproevingsmiddelen
Interne kwaliteitsbewaking Controle van de gerealiseerde installatie
Externe kwaliteitsbewaking Toelatingsprocedure
Vervolgonderzoek
Wijziging /ontheffingsmogelijkheid via SER, (N.B. wel inschrijvingseis BRL6000-00 Nieuw: de certificaathouder heeft een arbeidsovereenkomst met ten minste één ‘deskundige leidingwaterinstallaties’ (zie bijlage 2). Geen specifieke meet- en beproevingsmiddelen meer voorgeschreven. De certificaathouder dient de feitelijke beschikking te hebben over de instrumenten die nodig zijn voor het verrichten van de in 6.7.8 voorgeschreven metingen en beproevingen. In 6.7.8 is de persproef volgens paragraaf 2.3 van NEN 1006+A3 [4] voorgeschreven. De daarbij gebruikte meetinstrumenten moeten voldoen aan de eisen die paragraaf 2.3 van NEN 1006+A3 [4] aan de meetinstrumenten stelt
Plaats 6000-08, 5.2, bijlage 2 6000-08, 5.3.1, 6.7.8
Nieuwe bepaling: De controle bestaat uit controleren, meten en beproeven van de installatie op het voldoen aan de eisen van hoofdstuk 3. De certificaathouder moet leidingen na het gereedkomen onderwerpen aan de persproef volgens paragraaf 2.3 van NEN 1006+A3. De certificaathouder moet droge blusleidingen na het gereedkomen beproeven op drukvastheid volgens onderdeel 4.1.2 van NEN 1594 [6].
6000-08, 6.7.8
Bij de toelatingsprocedure is onderscheid gemaakt in een organisatiegericht en projectgericht onderzoek. Eisen zijn opgenomen ten aanzien van omvang en inhoud (minimale tijdsduur) van het onderzoek. Zo bezoeken de (potentiële) certificaathouder en de certificatie-instelling in ieder geval gezamenlijk één installatie uit elk te onderzoeken project. Het vervolgonderzoek bestaat uit organisatiegericht en projectgericht onderzoek. Voor omvang en inhoud verwijst dit artikel naar dezelfde eisen als bij de toelatingsprocedure De auditor heeft een diploma ‘deskundige leidingwaterinstallaties’ (zie bijlage 2). De inspecteur heeft een diploma ‘deskundige leidingwaterinstallaties’ (zie bijlage 2).
6000-08, 7.1
Eisen auditor (organisatiegericht) Eisen inspecteur (projectgericht) Referenties hoofdstuk 9 gewijzigd, zie Bouwbesluitingang Bouwbesluitingang gewijzigd naar aanleiding van nieuw Bouwbesluit 2012, zie Bekwaamheid ‘deskundige leidingwaterinstallaties’ Bekwaamheid deskundige Nieuw opgenomen, zie leidingwaterinstallaties,
Gevolgen actualisatie BRL6000 deelregelingen 00 t/m 08 (versie 2013 versus 2005)
6000-08, 7.2 6000-08, 7.4; bijlage 2 6000-08, 7.5; bijlage 2 6000-08, 9 6000-08, bijlage 1 6000-08, bijlage 2
16