lustrumjaar
40e jaargang, nummer 6 vakgroepsblad Psychologie
verenigingsblad V IP
sinds 1969
P. 6
P. 17 International page included!
P. 18
Jaargang 40, no. 1
COLOFON [DIEMENSIES] is het huisblad van de opleiding Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen en is het verenigingsblad van de VIP. Diemensies verschijnt zes maal per jaar in een oplage van 660 en wordt gratis verspreid. [KOPIJ] ontvangt de redactie bij voorkeur per email. Kopij kan ook ingeleverd worden in het postvakje van Diemensies bij de portiersloge of in de VIP kamer. De redactie behoudt zich het recht voor stukken in te korten, fouten te verbeteren en/ of kopij niet te plaatsen. [BESTUUR] [VOORZITTER] Carlijn van Munster [EINDREDACTEUR] Edo Grevers [PENNINGMEESTER] Rudolf Leermakers [SECRETARIS&PROMO] Indira Pliska [ILLUSTRATIES] Albert Hietkamp [LAYOUT] Rudolf Leermakers, Marjolein Wessels [REDAXIE] Anouk de Kleijn Ann Christin Uphaus Anna de Lange Carlijn van Munster Coosje de Vries Edo Grevers Indira Pliska Jonas Rubrech Jorn Verhagen Marjolein Wessels Peter Stukker Roos Arends Rudolf Leermakers Sandra Lucas Stephanie Bennett Susanne Dieudonné [ADRES] Psychologisch Instituut Heymans Kamer 004a Grote Kruisstraat 2/1 9712 TS Groningen [E-MAIL]
[email protected] [INTERNET] www.diemensies.NL [TELEFOON] (050) 363 7614 [©2009] Diemensies Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, op-namen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. Oplage: 660 ex.
Jaargang 40 nummer 1
TENTAMENSTRESS IS EEN LELIJK DING Mijn manier van studeren is al jarenlang waardeloos. De eerste vijf weken van elk nieuwe blok vertik ik het namelijk te studeren. Deze weken zijn vijf weken van totale ontspanning: met een gerust gemoed kan ik dan middagenlang in mijn grote luie stoel de herhalingen van Oprah Winfrey of Friends kijken. Niet-verplichte colleges vergeet ik voor het gemak en slechts voor het hoognodige fiets ik naar de faculteit. Tot er, altijd in de zesde week van het blok, iets verandert. Dan steekt opeens, geheel onverwachts, de Tentamenstress zijn kop op. Als een harige, dreigende boeman met een slecht gebit en stinkende adem verschijnt hij op elk onbewaakt moment van de dag. ‘s Ochtends word ik ermee wakker en grijnst het ding me lieflijk toe, terwijl het schor onbegrijpelijke statistiekformules in mijn oor lispelt. ‘s Avonds kruipt de tentamenstress zachtjes onder mijn bed, en bezorgt hij me de hele nacht enge nachtmerries over veel te dikke boeken. Dit heeft de nodige consequenties, want waar ik normaal nooit ook maar één avondje in de kroeg af kan slaan, durf ik nu bijna niet eens meer aan bier te denken, uit angst dat de tentamenstress me met huid en haar zal verorberen. Mijn luie stoel heb ik verruild voor de studieverantwoorde kruk-met-leuningen in de UB, want alleen in de bibliotheek laat het studiebeest me met rust. Hopelijk heb jij het beter aangepakt dan ik en heb je al je boeken, colleges en samenvattingen trouw doorgenomen, met allerlei schitterende cijfers tot gevolg. Ook ik weet nu wel beter: de volgende keer begin ik op tijd. Echt. Maar nu nog even niet. Voordat ik me weer nestel in mijn grote, luie stoel, met mijn favoriete serie, vertel ik jullie wat de woordelijke pot schaft in deze Diemensies. We ontvangen de laatste tijd een ongekend grote hoeveelheid ingezonden stukken! Ook in deze editie zal je er een aantal aantreffen. De reden tot deze trend is ons een raadsel, maar we zijn er in ieder geval heel blij mee. Vooral blijven schrijven dus, naar
[email protected]. Ook andere briljante ingevingen over de inhoud van ons blad, tips voor de lay-out, cynisch commentaar op het leven en je mooiste vakantiefoto’s mogen opgestuurd worden naar bovenstaand adres. Omdat wij bij Diemensies zelf ook nog altijd houden van schrijven, hebben we weer een heleboel leesvoer geproduceerd. Edo schrijft over jou, mij en onze generatiegenoten in zijn stuk op bladzijde 8. Want zijn wij echt zo lui en vrij van idealen als gedacht wordt? De vaste rubriek ‘Diemensies Pot’ heeft een wisseling van wacht ondergaan: redacteurs Indira en Marjolein zullen voortaan voor elke editie bij een faculteitsgerelateerd persoon gaan eten. Lees op bladzijde 19 wat studieadviseur Berber Munstra voor hen gekookt heeft. Stephanie schrijft over feminisme, en verder...Verder zal ik niet te veel verklappen, je moet het zelf maar lezen in deze Diemensies. Ik hoop dat je er veel plezier van hebt! liefs, Carlijn ps: Was het je al opgevallen? Dit is de allereerste editie van het veertigste jaar Diemensies! Diemensies is jarig en wij vinden dat reden tot een feestje. Hou daarom oren en ogen open, want je zult nog meer van ons gaan horen ;)
In dit nummer... 4
Prikbord
6
Hug Drug: Alles over XTC. Carlijn van Munster
11 God: A biography by Jack miles Erik Berndt & Johannes Seehusen 12 Als student op een creatief symposium Anne Marthe van der Bles & Hester Hengeveld 13 Feminisme, zooo 2008? Stephanie Bennett 14 VIPactiviteit: een lezing over mindmapping Matthijs Veenstra
9 De jeugd van tegenwoordig: onverschillig, laks en egocentrisch. Edo Grevers
15 De DIESweek Matthijs Veenstra 16 Nieuws! Op de faculteit. Carlijn van Munster 17 Van der Reeschool, Cluster 4 onderwijs: schakelen of stranden? Susanne Dieudonné 18 Hoe je grote broer je verdere leven kan ruïneren! Judith Lurvink & Michèle Suhlmann
10 Zoek de verschillen. Studeren in Canada. Sandra Lucas
19 Diemensies’ POT met Berber Munstra Indira Pliska & Marjolein Wessels
Hou jij ook van schrijven?! Kijk snel op de achterkant!
Oktober 2009
Prikbord VIP agenda November 2 3 6 10 11 12 16 18 25 26
Boekenverkoop, Accie Workshop: Jeffrey Wijnberg Borrel pakhuis, boekenverkoop, cinema Congres Optreden Theun, actieve leden borrel Optreden Theun Optreden Theun Lexicom EC Feest (overdrachts) ALV Dagreis: utrecht, landelijk symposium psychologie
December 1 10
Toffe
Borrel pakhuis, cinema Dagreis pieterbaancentrum
muziex voor als je je verveult.
Deel 1
Door Rudolf Leermakers 1) Je wil de deur nog niet uit, omdat je computer een vet nummer afspeelt. 2) Je kent motorgeluid alleen van de televisie, want je fietst altijd met je mp3 speler in je oren. 3) Geen van beide.
Val jij in een van de bovenstaande categoriën? Of ben je gewoon benieuwd van wat voor muziek mensen genieten buiten de Negende Cirkel of Radio 538? Surf dan even met me mee! Deze keer luister je naar drie zeer verschillende muziekstijlen: electro-techno, dubstep en electro-acoustic. Surf naar www.youtube.nl en gebruik de volgende zoektermen: 1. ‘Bibio - Lover’s Carvings’, en ‘Bibio - Jealous of roses’ (indie electronic, electro-acoustic, doet een beetje 70’s aan, erg gezapig!) 2. ‘Kalkbrenner - Sky and Sand’ (electro, zijn hele album is de moeite waard om te luisteren. Wordt overigens stiekem wel in de Negende Cirkel gedraaid.) 3. ‘Deadmau5 - I Remember (Caspa Remix)’ (dubstep, een muziekstijl uit Londen; het origineel van Deadmau5, een Canadese electro/techno DJ, is overigens ook aardig.) 4. ‘Cragga - Mr. Postman’ (dubstep) 5. Bevalt de dubstep? Dan kun je ook ‘Caspa & Rusko’, ‘Orbatak - Machete’, en de zoekterm ‘13 filthiest skank’ eens proberen!
Jaargang 40 nummer 1
De Faculteitsraad Wij zijn de negen studenten die tijdens de verkiezingen in mei van het afgelopen jaar door jullie verkozen zijn om zitting te nemen in de Faculteitsraad GMW. De Faculteitsraad (FR) is het officiële medezeggenschapsorgaan van de faculteit en bestaat uit negen docenten en negen studenten. De studentgeleding probeert de belangen te behartigen van de studenten van de gehele faculteit. Studentleden van de FR 09/10: Madelien Meulenkamp, (sociologie, voorzitter van de studenten), Merle van den Brom (sociologie, voorzitter van de gehele raad), Kim Zunderdorp (sociologie), Steven de Rooij (psychologie), Lisanne Elzes (psychologie), Marieke van Dijk (contactpersoon psychologie), Juan Galeazzi (psychologie), Goda Perlaviciute (psychologie), Madelijne Gorsira (psychologie) Heb je klachten en suggesties over het onderwijs dan kun je ons mailen op ons emailadres
[email protected].
Noem je kind geen Kevin! Denk goed na wat voor naam je je kind meegeeft. Volgens een onderzoek van de Universiteit van Oldenburg, Duitsland, is de voornaam van het kind van invloed op de carrièremogelijkheden van de kleine spruit. Namen als Charlotte, Sophie, Marie, Hannah,Alexander, Maximiliaan, Simon, Lucas en Jacob vallen in goede aarde bij de leraren. Zij associëren deze krachtige namen met vriendelijkheid en gehoorzaamheid. Op namen als Mandy, Angelina, Justin en Maurice plakt men al snel het etiket van een kind met gedragsproblemen.Vooral de naam ‘Kevin’ doet vele wenkbrauwen fronsen. Deze naam staat, misschien wel dankzij de Home Alone-films, symbool voor een jongen met baldadig gedrag. Op het vragenformulier werd zelfs de volgende zin geschreven: “Kevin is niet een naam, maar een diagnose!” “Dergelijke eenzijdige verwachtingen leiden ertoe dat die leerlingen in een hokje worden gestopt, waar zij maar moeilijk uitkomen”, aldus Kaiser. De meeste leraren associëren persoonlijke kenmerken met de voornamen, zonder verder na te denken. Voor het onderzoek werden maar liefst een kleine drieduizend docenten anoniem ondervraagd. Vijfhonderd vragenlijsten zijn in deze studie verwerkt.
Bron: www.fok.nl
Prikbord
Auteur: Carlijn van Munster
Alles over XTC
Zucht... het is weer zo’n stapavond die gedoemd is te mislukken. De drank is te duur om goed dronken te worden en de sfeer behoorlijk suf. Blijkbaar verstaan de DJ en jij allebei wat anders onder het fenomeen muziek, want de melodie is ver te zoeken en je hebt geen idee hoe je hierop moet dansen. Je hebt je al de hele week verheugd op deze avond, maar nu je er eenmaal bent, valt het vies tegen. Net als je besluit af te druipen naar de garderobe, word je tegengehouden door een vriendin. ‘Ga je nu al naar huis?’, gilt ze in je linkeroor. ‘Ik weet wel wat jij nodig hebt!’. Ze graait even in haar broekzak en tovert een zakje minuscule pilletjes tevoorschijn: XTC. Je roept: ‘Jezus, dat is toch niks voor mij!’. Vertwijfeld kijk je naar het pilletje dat in haar handpalm naar je ligt te loeren. Het duiveltje dat op je rechterschouder is neergestreken fluistert in je oor: ‘Dit wordt de avond van je leven. Ik zeg: doen!’ Het engeltje op je linkerschouder steekt een langer verhaal af. Hmm, misschien is het toch verstandig om daar eerst naar te luisteren...
Verboden maar geliefd Het pilletje dat je vast hebt, bevat een stofje genaamd MDMA. MDMA is een afgeleide van amfetamine, ook wel bekend als Speed. Amfetamine zorgt ervoor dat je je opgewekt voelt en dat je de wereld scherper ziet. MDMA valt daarom onder de noemer ‘pepmiddelen’: het geeft een letterlijke oppepper aan je zenuwstelsel. MDMA bestaat nog niet zo heel lang; in 1912 ontstond het bij toeval in een laboratorium in Amerika. Men deed er toen nog vrij weinig mee, het echte experimenteren gebeurde pas in de jaren zeventig. Psychiaters kwamen er toen achter dat het goedje zeer positieve effecten had op hun patiënten; zwijgzame patiënten werden spraakzamer en depressieve patiënten voelden zich tijdelijk weer opgemonterd als zij MDMA gebruikten. Maar niet alleen bij psychiaters viel het experimenteren met MDMA in de smaak; toen het pepmiddel in de jaren ‘80 op de zwarte markt kwam, gingen
Jaargang 40 nummer 1
ook liefhebbers van housemuziek het gebruiken. Omdat het de gebruikers extatisch maakte, werd het middel vanaf dat moment Ecstasy, of XTC, genoemd. Al snel werd het middel ongekend populair in de partyscene en om excessief gebruik te vermijden,
Achteraf
besloot de Nederlandse regering in 1988 XTC onder de Opiumwet te plaatsen, waarmee XTC officieel een verboden drug werd. Tegenwoordig is het niet moeilijk om aan XTC te komen. Zogenaamde
VIPfeestjes, de ideale testomgeving; kijk snel op de VIPagenda (p. 4) voor de eerstvolgende mogelijkheid! straatdealers, figuren die je op regelmatige basis aantreft in het uitgaansleven, verkopen XTC in alle varianten voor een gemiddelde prijs van 3 voor 10 euro. Niet duur voor een harddrug! Het gebruikersgemak en de positieve effecten maken MDMA tot één van de meest populaire partydrugs. Uit onderzoek van het Trimbos is zelfs gebleken dat gemiddeld zo’n 64% procent van de bezoekers van housefeesten in Nederland wel eens een pilletje heeft gehad!
Wat gebeurt er met je.. Al redelijk snel nadat je de pil hebt doorgeslikt, wordt de werkzame stof in je bloed opgenomen. Na ongeveer twintig minuten reageert je lichaam en begin je je anders te voelen. Je hartslag gaat omhoog, je lijf begint te tintelen en je pupillen worden groter. Dit komt, omdat er een grote hoeveelheid van de neurotransmitter serotonine wordt vrijgegeven in je hersenen. Serotonine is een geluksstofje dat ervoor zorgt dat je je energiek voelt en alles positiever ervaart dan dat je dat normaal zou doen. Je vindt de sfeer fantastisch en de muziek die je eerst nog zo verschrikkelijk vond, is opeens ontzettend dansbaar geworden. Er lijkt alsof er een last van je schouders is gevallen; je bent nergens meer bang voor en je hoeft geen impulsen meer te
onderdrukken. MDMA zorgt niet alleen voor meer serotonine in je hersenen, het blokkeert ook de heropname van de dopamine en norepenefrine. Hierdoor blijven deze neurotransmitters langer in de synaptische spleet hangen dan normaal, wat een groot gevoel van empathie en verwantschap veroorzaakt. Kort gezegd: je wilt iedereen zoenen, je bent euforisch en je vindt alles in de wereld fantastisch. Je verkeert ongeveer vier uur lang in deze staat van extase, tot je uiteindelijk, moe maar voldaan, in elkaar zijgt.
Geen onschuldig pilletje De dag nadat je gebruikt hebt, word je wakker met een kop als een toeter. Als je naar je bureau kijkt, grijnst de stapel onafgehandeld papierwerk ter grote van een kleine Mount Everest je toe. En waar komt die zurige geur vandaan? Je voelt je verschrikkelijk en besluit gewoon in je bed te blijven liggen, de hele dag. Waarom zou je überhaupt nog opstaan, ooit? Zware katers en depressieve stemmingen kunnen op de korte termijn een consequentie zijn van MDMA-gebruik. Je gebruikt op één avond zoveel van je serotonine, dat je er de uren, dagen of zelfs weken erna te weinig van hebt. Serotonine heb je slechts in beperkte hoeveelheden
opgeslagen in je hersenen en het duurt lang voordat alle originele waarden weer hersteld zijn. Dit heeft als resultaat dat je je een tijdje minder gelukkig voelt dan normaal. Helaas is XTC dus niet alleen een wonderlijke geluksdrug. Sterker nog, aan de paar uur van geluk zijn een behoorlijk aantal nadelen verbonden. Al tijdens het gebruik van XTC kunnen er dingen misgaan. Je kunt bijvoorbeeld een bad trip, een oncontroleerbare stroom van vervelende gevoelens of gedachten, ondervinden. Dit kan voor sommige gebruikers een ontzettend beangstigende ervaring zijn, vooral omdat je nooit weet wanneer je trip afgelopen is. Ook kun je, door de combinatie van een hete feestatmosfeer, MDMA en een gebrek aan vocht, oververhit raken. Als het lichaam heter wordt dan 41 graden Celsius, dan kunnen de organen permanente schade ondervinden of het zelfs helemaal opgeven. De allergevaarlijkste consequentie van XTC blijft echter dat het geestelijk verslavend is: bij het slikken van je eerste pilletje bestaat al het risico om verslaafd te raken. Je eerste ervaring is namelijk in een positieve zin zodanig overweldigend, dat je het vaker mee wil maken. Na een paar pilletjes neem je met ‘gewoon’ geluk geen genoegen meer, en verlang je Oktober 2009
¦
daarom altijd naar de excessieve euforie die MDMA veroorzaakt. Dat te vaak MDMA gebruiken niet slim is, blijkt uit recent onderzoek met dieren en casestudies. Deze doen vermoeden dat veelgebruikers gevoeliger zijn voor psychoses, chronische depressies, posttraumatische stress-stoornissen en paniekstoornissen. Tevens kent MDMA haar weerslag op het geheugen en kan de slaapcyclus permanent veranderd worden door het veelvuldig slikken van het goedje. Tamelijk heftige gevolgen voor zo’n onschuldig ogend pilletje!
geluk kent echter ook een keerzijde. MDMA werkt als een mokerslag op je chemische huishouding; niet alleen op het moment dat je slikt, maar ook op de langere termijn. Het feit dat MDMA makkelijk en goedkoop te verkrijgen is, maakt niet dat er lichtzinnig over gedacht mag worden: XTC is en blijft een harddrug. Probeer je het wel? Zorg er dan voor dat je veel water drinkt. En geniet, maar slik met mate!
Partytime We gaan terug naar je feestje. Je staat op de dansvloer met het pilletje in je hand en kijkt nog eens naar je companen: het engeltje op je linkerschouder schudt vastbesloten nee, het duiveltje op je rechterschouder moedigt je zachtjes aan. Probeer je het of niet? De keus is aan jou. Je bent nu op de hoogte van alle leuke bijkomstigheden van MDMA, van de allesomvattende liefde tot de staat van euforie. Het momentje van
Jaargang 40 nummer 1
Bronnen
http://www.drugsinformatie.nl http://spuitenenslikken.bnn.nl http://www.trimbos.nl
Auteur: Edo Grevers
De jeugd van tegenwoordig: onverschillig, laks en egocentrisch De jaren zestig. Ongewassen hippies trokken gewapend met spandoeken met idealistische leuzen ten strijde tegen het gezag. Ze wisten waar ze voor stonden en deden alles om zich af te zetten tegen de burgerlijkheid en kortzichtigheid van hun ouders. Jongens hadden lange haren en meisjes droegen wijde jurken. Inmiddels hebben de jongens hun lange, wilde haren bij laten knippen tot keurige korte kapsels met rechte (zij)scheidingen en hebben de dames hun wijde bloemetjesjurken ingeruild voor hakjes en rokjes. De hippies van toen hebben kinderen gekregen die inmiddels de leeftijd hebben die hun ouders hadden toen ze op de dam stonden te protesteren tegen de Vietnamoorlog. Een nieuwe generatie, die ik voor het gemak onze generatie noem. In tegenstelling tot onze ouders vroeger, kan het ons allemaal niet zoveel schelen. Wij voelen ons niet geroepen ons af te zetten tegen de huidige macht. Een oorlog in Irak? ‘Verwerpelijke zaak, maar wat kan ik eraan veranderen?’ Tientallen burgerslachtoffers bij bomaanslag? ‘Jammer voor de nabestaanden, maar zelf voel ik er eigenlijk weinig bij.’ Betekent het ontbreken van een emotionele reactie op dergelijke berichtgeving dat we apathisch zijn, of zijn we domweg realistisch? Het pamflet Boeiuh! Het stille protest van de jeugd schetst een treffend beeld van onze generatie. Het boekje is geschreven door Rob Wijnberg, oud-student Filosofie en columnist bij NRC-next. Hoewel Wijnberg zelf onderdeel is van de generatie die hij beschrijft, heeft hij steekhoudend uiteengezet waarom onze generatie is zoals hij is. Het boek is opgedeeld in drie essays: Boeiuh, Chilluh en Pimpuh. In de drie op elkaar aansluitende delen vormt een avondje
“We schermen ons af met inhoudsloos vermaak en virtuele realiteit. De spelcomputer en de joint zijn onze hulpmiddelen hierbij.” tv kijken met vrienden de rode draad door de filosofische beschouwing van het doen en laten van onze generatie. We zijn een zappende generatie. We kunnen uren zappen voor de buis ,maar ook op andere fronten gaan we zappend door ons leven. Studies, bijbaantjes en relaties wisselen elkaar in hoog tempo af. We zijn overal in geïnteresseerd en snel verveeld. Een populaire term voor onze leeftijdsgroep is generatie Einstein, ook wel generatie Y. Ons denken is als dat van Albert Einstein: multidisciplinair en creatief. We knippen en plakken overal wat vandaan. Dit in tegenstelling tot de vorige generatie, generatie X, die meer op een lineaire manier geleerd werd te denken. Generatie X houdt ervan ons neer te zetten als ongeïnteresseerd, geestelijk en lichamelijk passief en egocentrisch. Op deze drie beschuldigingen sluit het boek van Wijnberg aan. Ongeïnteresseerd, passief en egocentrisch: Boeiuh, Chilluh en Pimpuh.
Als hoofdschuldige voor de onverschilligheid die ons wordt verweten noemt Wijnberg de overload aan informatie. Dagelijks worden we overspoeld met nieuws en opinie. De apathie is een soort zelfbescherming tegen alle indrukken die op ons afkomen. We schermen ons af met inhoudsloos vermaak en virtuele realiteit. De spelcomputer en de joint helpen ons hierbij. We kunnen uren per dag tv kijken zonder echt in ons op te nemen wat we zien. We sluiten ons af van de harde werkelijkheid en willen vermaakt worden. Een nieuw genre speelt op deze behoeften in: infotainment. Dit genre omvat programma’s waar de scheiding tussen nieuws en amusement steeds vager wordt. Op het NOS journaal nota bene wordt de scheiding tussen Jan en Yolanthe minstens even breed wordt uitgemeten als nieuwsberichten over Irak en Afghanistan . Een ander aspect dat in verband staat met de informatieoverload is dat we over elk nieuwsbericht hapklare opinies voorgeschoteld krijgen. Een nieuwsitem wordt tot in den treuren besproken en bediscussieerd. Dit kan als gevolg hebben dat we zelf ook een mening vormen, gebaseerd op het overschot aan opinie dat ons om de oren vliegt. Het kan ook zijn dat we ons afkeren van de stroom aan meningen en besluiten meningloos te blijven. Beide gevallen worden gekenmerkt door passiviteit. Goed nadenken en reflecteren is er niet bij. Stiekem voeren wij eenzelfde strijd als de hippies in de jaren zestig en zeventig, maar dan omgekeerd. Daar waar zij zich vroeger afzetten tegen het conservatisme, mag het van ons allemaal wel wat minder. Desinteresse en passiviteit zijn onze signalen om dit te laten blijken. De huidige macht stookt het vuurtje onder de aarde hoger en hoger op. De economische crisis, het broeikaseffect en de oorlog tegen het terrorisme zijn hiervan de schrijnende gevolgen. Ook wij zijn ons er wel degelijk van bewust dat deze grote wereldproblemen om een oplossing schreeuwen. We realiseren ons echter als geen ander dat we niet moeten luisteren naar degene met de grootste mond, maar dat we beter gewoon wat kalmer aan kunnen doen. Langzaam maar zeker komt er zo een revolutie op gang: de revolutie van de stilte. Een revolutie waarbij uiteindelijk iedereen een paar tandjes terug schakelt. Gewoon met z’n allen ff chilluh.
Bronnen
Titel: Boeiuh, het stille protest van de jeugd. Auteur: Rob Wijnberg Uitgeverij: Prometheus Oktober 2009
Zoek de verschillen Studeren in Canada Auteur: Sandra Lucas
10
Jaargang 40 nummer 1
Je afstudeerscriptie schrijven in Canada. Het lijkt mooi, een droom, een avontuur. En dat is het ook. Niet te vergeten een hele belevenis. Vandaar dat ik de reis naar Lotus Land heb ondernomen om in Victoria, Canada, de laatste hand aan mijn studie te leggen. Een waardige manier om je studententijd af te sluiten, niet? Nu wist ik dat in het westen alles groter, breder en uitgebreider zou zijn, maar mijn eenvoudige Groningenziel had zich stiekem toch niet voorbereid op een universiteit die met gemak heel Groningen beslaat. En het is niet alleen de oppervlakte die een relatief kleine Canadese universiteit doet onderscheiden van een Nederlandse universiteit. Nee, nog verbazingwekkender is de aanwezigheid van geld banken, verzekeringskantoren, sollicitatiebureaus, kappers, restaurants, een bioscoop, een tandartspraktijk, een bibliotheek waarin mensen al maanden vermist zijn en niet te vergeten, onze eigen chiropracticus (want zeg nou zelf, welke student kan nog zonder na alle tentamenstress?). Bij aankomst werd ik door mijn begeleidende professor daar direct bewapend met een uitgebreide plattegrond. Na enkele keren verdwaald te zijn (gelukkig gaan de meeste bussen naar het eigen busstation van de universiteit) heb ik enigszins zicht op het doolhof aan gebouwen. Althans, het stukje dat ik zelf elke dag moet bewandelen. Een ander verschil met de doorsnee universiteit in Nederland, is de aanwezigheid van ‘wildlife’. Wat eens een door studieschuld uit noodzaak losgelaten huisdier was, is nu een ware invasie van rondhuppelende konijnen die de universiteit sneller hebben bezet dan Bush met Irak kon doen. Overal hangen flyers met het verzoek de hupsende knuffeltjes niet te voeren. Menig student blijkt echter, na uren te hebben besteed aan het ontrafelen van wetenschapsartikelen, niet meer in staat de zoete verleiding van een bundeltje pluizige snoezeligheid te weerstaan. Vandaar dat het nu een uitdaging is geworden om al rijdend op je fiets de bolletjes wol te ontwijken en te voorkomen dat een bloederig paar konijnenoren aan je achterband blijven plakken. Ik vind het altijd een verademing aan het eind van mijn dag op de fiets te stappen, de berg waarop de universiteit gelegen is af te scheuren, en even bij te komen aan zee waar ik kan genieten van de zeehonden, rivier otters en over vliegende visarenden. Ahhh. Maar buiten dat, same old, same old! Dezelfde collegezalen, dezelfde tentamens, dezelfde drukte over deadlines en hetzelfde gevecht met statistiek en SPSS. Sommige dingen zijn kennelijk overal hetzelfde, ongeacht de geografische pracht waarmee het omringd wordt.
Erik Berndt & Johannes Seehusen || Auteurs
God: A Biography by Jack Miles
Jack Miles, Pulitzer Prize-winning author of God: A Biography, recently lectured in Groningen on his provocative approach to analyze the biblical God like any character in a play or novel. Using the Hebrew Bible as his text, which is slightly but significantly different from the Old Testament, Miles sets out to portray the unimaginably powerful and disturbingly contradictory figure of God. What emerges from Miles’ approach is a personality which is characterized by a discrepance that is often portrayed by protagonists of Western literature. Miles’ picture of God possesses all the depths and ambiguities of a tragical hero, like Hamlet or Macbeth. To the devoted believers, God is absolute, a changeless entity. But Miles’ sequential reading of the Hebrew Bible reveals a God who changes from book to book. His character unfolds through his relationships with human beings, with us, the only creation he has made in his own image. In the book of Genesis, the disobedience and the vice of people moves God to fury, slaughtering his own creation in the great
-ingezonden-
flood. He’s no more the creator, instead he is torn by the powers of creation and destruction. In subsequent books, God transforms from the destroyer to the liberator of Exodus, to the lawgiver of the Ten Commandments, making obvious that he must not be understood as an entity. But, what then makes God Godlike? Inerrability might be the answer of the devout. Is that true? Is the biblical God all-knowing? For Miles, the serpent in the Garden of Eden comes as an early indication that God the Creator makes mistakes. The punishment he meted out to Adam and Eve is at least an admittance that his work was in strongly need of correction. Miles assumes that God may have been astonished or taken aback when his plans did not unfold as he expected. Instead of keeping his people in paradise, he had to see his own creation suffering from defeat and banishment. Miles thereon adresses the question how this must have felt to God, and at this point God’s story begins to Jack Miles resemble the story of a patient in therapy. How could God be God if he could really be surprised by events? If he’s really all-knowing, shouldn’t he have known how everything was going to turn out? As you can see, the God Miles portrayed, does not seem as divine as religion tells us. Instead, something comes to mind that seems too plausible in the first place. When we are the images of God, then he possesses the same shortcoming that we have. Miles’ literary approach to the character of God tries to be free and unaffected from religious values and interpretations, so that it can be read by both, believers and atheists. In his lecture he expressed his hope that his biography of God will give the bible a future in an increasingly atheistic Western society. He succeeded insofar that any secular reader may feel a whiff of self-recognition in the presence of a God, who somewhat stands in his own light. That is the seduction of the book, as Miles knows, and he claims that his own mission is to mediate between the people who believe in God and those who regard God merely as a literary device. But part of the mystery is just what Miles means by “mediate”: Does he intend to bring God closer, make him more plausible by making him a more rounded, personal figure? As Miles is a practicing Episcopalian, the question might be reasonable if his portray is indeed unaffected by the wish to reconcile atheists with a modern, more human picture of God. Accordingly, the bitter aftertaste of the lecture stays that faith and objectivity might not be compatible in the end. Oktober 2009
11
-ingezonden-
Symposium.
Als student op een Bij Diemensies kan je je ei kwijt. Stuur je stuk naar diemensies.
[email protected]
Creat ef
Auteurs: Anne Marthe van der Bles & Hester Hengeveld Het is de eerste echt hete dag van het jaar. Al onze vrienden liggen aan de Hoornse Plas te barbecueën. Toch begeven wij ons, gehuld in zomerkleren, richting ‘Het Kasteel’ voor een symposium over creativiteit en diversiteit. We zijn er nog niet eerder geweest maar de naam van het congrescentrum belooft veel moois. We gaan voor het eerst naar een symposium van de RUG. Op de nieuwe televisies die in de kantine van de faculteit hangen hebben we de aankondiging van dit symposium gezien: “Is Diversity Good or bad for Creativity?”. Op Google Maps hebben we de locatie van ‘Het Kasteel’ opgezocht. Tot onze verbazing ligt het midden in het centrum. Bij aankomst zitten er slechts een paar mensen voor de deur in de zon. De omvang van het symposium blijkt iets kleiner te zijn dan we verwacht hadden. Ook wanneer we uiteindelijk in de spreekzaal zitten, zitten er in totaal zo’n vijfentwintig mensen, waarvan er zes spreker zijn. Kennelijk zijn we beland in een zeer gespecialiseerd gezelschap. Tijdens het eerste praatje, met de titel: ‘common grounds and creativity in groups: The role of cultural expertise and task focus diversity’ vliegt het vakjargon ons om de oren. En dat allemaal in zeer snel gesproken Amerikaans-Engels. De spreker, Paul Paulus, komt enthousiast op ons over en nadat we gewend zijn aan zijn spreekstijl kunnen we het goed volgen. Zijn praatje blijkt erg interessant te zijn. Hij vertelt dat er vaak gedacht wordt dat diversiteit in groepen goed is voor de creativiteit. In werkelijkheid zijn er veel tegenstrijdige resultaten. De “take home message” van meneer Paulus is dat diversiteit bevorderlijk kan zijn voor de creativiteit, maar alleen wanneer de groep één doel nastreeft. De volgende spreker is Erik Rietzschel, die timide en ietwat verlegen overkomt, maar desondanks op een zeer intellectuele manier aan ons voordraagt. Ook Rietzschel nuanceert de voordelen die diversiteit in groepen met zich meebrengt. Hoewel diversiteit waardevol kan zijn, heeft homogeniteit ook voordelen voor creativiteit. Na dit setje lezingen is de temperatuur iets gestegen in de zaal. Het feit dat het buiten prachtig weer is ontgaat ons niet, ondanks de gesloten gordijnen. Gelukkig staat er nu een ‘creatief intermezzo’ op het programma. Twee mannen en een vrouw van een improvisatietheatergroep komen de zaal ingelopen. Aan de hand van suggesties vanuit de zaal voeren zij komische scènes op. Ze zijn gewend om in het Nederlands te spelen, maar doen het voor ons in het Engels. We hebben ons zeer goed vermaakt en stellen hierbij voor dat dergelijke intermezzo’s vanaf nu ook tijdens colleges worden
12
Jaargang 40 nummer 1
ingelast. Opgefrist en wakker geschud zijn we klaar voor de volgende set van lezingen. Het is de beurt aan Astrid Homan van de VU. Zij belicht het onderwerp vanuit een meer sociaal perspectief. Haar presentatie gaat over de goede kant van diversiteit in groepen en hoe groepen het best kunnen samenwerken. Na Astrid komt Hent Hamming aan het woord, een man uit het bedrijfsleven. Het is te merken dat hij niet gewend is om in het Engels te spreken. Hij vertelt over de rol van diversiteit bij brainstormen en mediation. Toen was het tijd voor de koffiepauze met cake. We nemen een kopje koffie en nuttigen dit lekker in de zon. Ondertussen worden we alsmaar gebeld door vrienden die in het plantsoen zitten of willen zwemmen. We denken er even over om de laatste twee lezingen te missen, maar nu we eenmaal aan deze uitdaging zijn begonnen, willen we hem ook afmaken. Dus weerstaan we de verleiding en gaan weer naar binnen. De eerste spreekster na de pauze is Lindred Greer. Ze heeft vooral onderzoek gedaan naar diversiteit in levensstijlen. Ze geeft een leuke presentatie met een zeer originele kijk op het onderwerp. Ze vertelt over de rol die diversiteit speelt in het creatieve proces van rockbands. Hiervoor heeft ze een omvangrijk onderzoek gedaan naar de punk-rock in de jaren zestig en naar new-wave rockbands die in de ‘History of Rock and Roll’ staan beschreven. De laatste presentatie kwam van Karen van der Zee. Ze vertelt dat de houding tegenover diversiteit van de groepsleden zelf belangrijk is. Ook benadrukt zij dat diversiteit in een groep vooral voordelen meebrengt voor de productiviteit van een groep en niet zozeer voor de affectieve aspecten binnen een groep. Nu de laatste presentatie erop zit, volgt er een discussie tussen de sprekers en het publiek die wordt geleid door de gedreven Paul Paulus. Zijn enthousiasme steekt hij niet onder stoelen of banken en hoewel het interessant is, raken we al snel de draad kwijt, gezien de vakspecifieke onderwerpen die worden besproken. Hoewel we een prachtige dag aan de Hoornse Plas hebben gemist, vonden we het toch een erg leuke middag. We hebben veel gehoord over één onderwerp. Aangezien in colleges over veel onderwerpen wordt gesproken, zonder ergens diep op in te gaan, was dit weer is wat anders. Verder is het leuk om te zien hoe wetenschappers met elkaar omgaan. Bovendien ben je als student erg welkom om bij dergelijke symposia aanwezig te zijn. Wij zeggen: doen!
? 8 0 0 2 o o o z , e m s i n Femi ‘Feministen zijn vrouwonvriendelijke seksisten’, aldus schrijfster Marike Stellinga in haar nieuwe boek ‘De mythe van het glazen plafond’. Een vreemde contradictie, zo lijkt het in eerste instantie. Pas na toelichting begreep ik wat Stellinga met deze uitspraak bedoelt. In een bevlogen betoog geeft ze weer waarom feministen volgens haar moeten kappen met zeiken; de strijd is gestreden, vrouwen zijn gelijkwaardig aan mannen. Waar baseert Stellinga haar ideeën op?
Auteur: Stephanie Bennett
Ik maakte voor het eerst kennis met Stellinga’s gedachtegang toen ik er op mijn bijbaantje toe gedwongen werd radio te luisteren. Gedachteloos gingen de geluiden die de radio produceerde het ene oor in en het andere weer uit, tot ik een enigszins boeiende uitspraak hoorde: ‘Feministen zijn vrouwonvriendelijke seksisten’. Het was de aankondiging van het nieuwe boek van Marike Stellinga: ‘De mythe van het glazen plafond’. Stellinga begon in hoog tempo over haar boek te vertellen. Ze stak van wal met een formele toelichting op de titel van haar nieuwe boek. Al snel sloeg het beheerste verhaal over in een felle tirade tegen verbitterde feministen, de Opzij en ‘de mythe van het glazen plafond’. Mijn aandacht was getrokken. Gedurende de tirade verscheen er een glimlach op mijn gezicht, terwijl mijn vrouwelijke, enkele decennia oudere collega tegenover mij haar hoofd af en toe misprijzend schudde. Marike Stellinga beweert dat het feminisme haar beste tijd wel gehad heeft. Naar haar idee zijn vrouwen in Nederland, dankzij de eerste en tweede feministische golf, gelijk aan mannen. Vrouwen kunnen, als ze de ambitie hebben, bereiken wat ze willen. Dat er momenteel weinig vrouwen in topfuncties functioneren, ligt niet aan de dominantie van mannen in het werkveld, het ligt aan het feit dat veel vrouwen er gewoonweg niet voor kiezen een topfunctie te bekleden. De mogelijkheden zijn er, velen willen echter niet. Met het oog op een gezinsleven is een parttime baan voor veel vrouwen veel aantrekkelijker. Stellinga vindt dat feministen hier
niet zo’n ‘big deal’ van moeten maken. Ze beticht verstokte feministen zelfs van wrokgevoelens jegens de nieuwe generatie vrouwen; zij stonden vroeger op de barricades voor gelijke carrièremogelijkheden, nu zijn die mogelijkheden er en maken die verwende hedendaagse vrouwen er geen gebruik van. Gelijkheid betekent volgens Stellinga echter dat vrouwen, net als mannen, ervoor kunnen kiezen carrière te maken of dit niet te doen. Kiezen zij ervoor dit niet te doen, respecteer dit dan. Naast het feit dat Stellinga vindt dat hedendaagse vrouwen de ruimte moeten krijgen hun carrière invulling te geven zoals zij dat willen, is ze ook van mening dat het glazen plafond niet meer bestaat. Aan de hand van statistieken en ervaringen van carrièrevrouwen (die ik in het interview op de radio helaas niet gehoord heb) claimt zij met haar boek aan te tonen dat het glazen plafond al lang en breed ingestort is. Dit plafond was één van de belangrijke speerpunten van de feministische strijd voor gelijkheid. Als dit plafond er niet meer is, waar maken feministen zich dan nog zo druk om? Stellinga voert zelfs verder, door te beweren dat de huidige man in bepaalde opzichten ondergewaardeerd wordt. Felle feministen vergeten volgens haar dat ‘de man’ ook hele leuke kanten heeft en blijven steken in het eenzijdige beeld van een door de mannelijke bevolking gedomineerd Nederland. Ze zien de man als een vijand die uitgeschakeld dient te worden. Door deze visie kijken zij echter over de gelijkenissen tussen man en vrouw heen. In plaats van gelijkwaardig, zien zij zichzelf als
superieur aan de man. Hiermee begaan zij echter dezelfde fout als vele mannen ooit, decennia geleden deden. Stellinga’s boodschap is dus: chill out, feministen. Gelijkheid en waardering voor de vrouw zijn er. Het glazen plafond is niet meer, het wordt misschien zelfs tijd om die zielige, onderdrukte metroman iets meer op waarde te schatten. Tijden zijn veranderd, zo ook de positie van de vrouw in onze huidige samenleving. Een boodschap om over na te denken. Hier blijkt mijn oudere medecollega schijnbaar niet van overtuigd. Misschien spreekt ze er zelfs schande over. Ik daarentegen, kan me goed vinden in Stellinga’s boodschap. Niet alleen door de humor en bevlogenheid waarmee ze deze over probeert te brengen, maar ook omdat ik me grotendeels in de inhoud kan vinden. Wat valt er voor vrouwen van mijn generatie nou nog te strijden? We hebben dezelfde rechten als onze mannelijke landgenoten, kunnen dezelfde opleidingen volgen en dezelfde prachtige carrières bewerkstelligen. Waarom zouden we de strijdbijl star blijven heffen? Natuurlijk, wij hebben deze gelijkwaardige positie te danken aan de strijd die onze moeders, grootmoeders en overgrootmoeders gestreden hebben. Natuurlijk ben ik hen dankbaar dat ik ook mag stemmen, dat mijn toekomstperspectief meer beslaat dan het baren van kinderen en het poetsen van mijn huis en dat ik niet voor een opleiding geweigerd word op basis van mijn geslacht. Door de strijd van al die moedige vrouwen die ons voor zijn gegaan zitten wij er nu warmpjes bij. Blijven strijden is daarom ook zinloos; het doel is bereikt. Ervan genieten, dat zullen we!
Oktober 2009
13
VIPactiviteit!
Een lezing over mindmapping Dit stukje proza beschrijft een lezing die ik een tijd geleden bij heb gewoond. De lezing was georganiseerd door de accie en had als onderwerp “mindmapping”. Ik zal aanvangen met een klein stukje sfeerimpressie, opdat de lezer zich de situatie in kan beelden. Vervolgens zal ik uitleggen waarom ik juist deze lezing zo opmerkelijk vind. Ik zit op een stoel, deze stoel staat in een kring die bestaat uit dertig andere stoelen waar andere mensen op zitten. In het midden van deze kring staat een man met wijde beige pantalon, een gestreept overhemd en schitterende ogen. Hij draait rond, maakt oogcontact, indringend en met iedereen. Dit is een man die ons, de aanhoorders, de nieuwsgierigen, iets wil, nee iets moet vertellen. Iets dat we nog niet wisten! Hoe is het mogelijk dat we dit nog niet wisten! Dit gaat ons leven verrijken zoals het zijn leven heeft verrijkt... hij staat te trappelen om te vertellen wat hij weet aan ons, onwetenden. Het is eigenlijk echt schandalig dat we dit niet weten, maar hij ziet dit veel vaker... hij weet niet hoe hij dit moet vertellen maar... we hadden zoveel meer uit onszelf kunnen halen! Echt? Ja echt! Waarom? Is dat dan niet duidelijk? Je hebt meer dan een miljoen verbindingen in je hersenen. Daar moet toch zoveel meer uit te halen zijn, waar of niet! Maar doen we dat dan niet? Nee. Wat is er dan mis? Dat zal hij even haarfijn uitleggen. Als je wilt leren voor een tentamen, hoe doen jullie dat dan? Je begint te lezen hè, waar of niet... nou en dan sla je zeker het boek open op de eerste bladzijde, je leest het eerste woord, de eerste zin, de eerste paar zinnen en je bedenkt je dat dat meisje of jongetje tegenover je wel erg leuk is... en aan het einde van de bladzijde denk je, verhip, wat heb ik nou net gelezen? Kan je weer opnieuw beginnen. Wie herkent dat? Een paar mensen in de kring steken hun hand op. Fout dus! Dit is een foute manier van leren. Maar hoe komt het dan dat jullie zo fout leren? Hij vertelt dat het niet aan ons ligt: wij wisten gewoon niet beter, want het is ons nooit geleerd dat het ook anders, beter, efficiënter kan! Ons onbeschreven blad is door de conservatieve pen van het Nederlandse onderwijssysteem beklad! Want wat schrijft die pen ons voor? Te stampen. Dat zat ons de hele tijd dus dwars!
14
Jaargang 40 nummer 1
Vandaar dat onze schoolcarrière zo moeilijk ging, dat we maar met moeite zesjes halen en dat we leren zo vervelend vinden. Maar gelukkig! Het is nog niet te laat. Vanaf nu kan je het allemaal anders, beter, efficiënter doen. Hoe dan? Met mindmapping. Maar wat is dat mindmapping dan? Dat werd in de lezing niet echt duidelijk, maar het komt er op neer dat je een soort brainstormmodel maakt, met in het midden het onderwerp dat je wilt leren waar vandaan je dan pijltjes trekt naar onderwerpen die daar mee te maken hebben en zo verbanden legt. Je mag ook figuurtjes tekenen die symbool staan voor onderwerpen en het is allemaal volledig vrij, behalve dan dat je maar 25 verbindingen mag maken en dat je aan ieder nieuw onderwerp maar een enkel steekwoord of plaatje vuil mag maken. Heel vrij. En dan gaat dat leren allemaal veel sneller. Dit was kort samengevat de tendens van de spreker. Het zal de lezer wel duidelijk zijn wat ik van dit soort mensen vind (hoewel, en dat moet gezegd, het een sympathieke man was), de revolutionairen die met alle macht vechten tegen, ja, tegen wat eigenlijk? Tegen wat zij zien als het lot, denk ik. Dit soort mensen veronderstelt dat ieder individu het maximale uit zichzelf kan en moet halen. Zij vechten tegen het idee dat ‘wie voor een dubbeltje geboren is nooit een kwartje wordt’. Nee, zij die voor een dubbeltje geboren zijn kunnen niet alleen een kwartje worden, maar minstens een rijksdaalder of als ze erg hun best doen zelfs een hele mooie zwaan. Kortom: als je niet het helderste licht of niet de makkelijkste leerling bent ligt dat niet aan jou maar aan de onbenutte en onverkende contreien van je brein. Het brein is in dit denkbeeld vaak een mysterieus wonderorgaan met ongekende mogelijkheden, zo lang het maar optimaal benut wordt. Helaas is het brein ingesnoerd door het conservatieve stramien van deze samenleving. Er is in dit denkbeeld echter één fundamenteel foute veronderstelling: de controle van het individu over zijn eigen brein. Hoe moeten we ons dat voorstellen? Ik neem dan maar aan dat het de ziel niet is, gezien Descartes dood en vergeten is. Het bewustzijn dan, misschien heeft dat nog wel behoefte aan een chauffeursbaantje. Maar het bewustzijn drukt zich en moet nog gevonden worden. Waar o waar zou
Auteur: Matthijs Veenstra
dat bewustzijn uit kunnen hangen. De pijnappelklier hebben we al gehad, daar valt weinig te beleven. Een ander plekje op de kaart dan. Er zijn immers nog genoeg donkere hoekjes waar dit soort pseudowetenschap wilde fantasieën over kan hebben. Goed. Een discussie over het bewustzijn is hier niet op zijn plaats, laten we voor nu stil staan bij het vreemde idee dat er ergens in ons een bestuurder zit die het brein kan temmen en voor zich kan laten werken. Nog een punt van kritiek. Het neurologische bewijs waar deze nieuwe methodes op gebaseerd zijn ontbreekt of is onjuist. Er worden dingen aangedragen als: de vele verbindingen tussen de neuronen, de ‘onbenutte rechter hersenhelft’ (onbenut door wie, dan?), de visuele gebieden die staan te springen om voor je aan het werk te gaan maar altijd worden gepasseerd omdat we in zo’n verbale samenleving opgroeien (is lezen dan niet visueel, vraagt men zich af). Het komt er altijd weer op neer dat neurologische gegevens uit hun context worden gerukt en gepresenteerd als of wij hen vergeten waren en nu weer kunnen gebruiken om onszelf nog beter te maken. Tot slot, maar niet in de laatste plaats, gaan er bij mij alarmbellen rinkelen als mensen eerst een gevoel van onvrede aangepraat wordt, vervolgens gezegd wordt dat de reden voor deze ontevredenheid een externe oorzaak heeft en dat vervolgens degene die in de eerste plaats zei dat er iets mis was daar nu wel een oplossing voor heeft. In iedere maatschappij waar het normaal is om de lat steeds hoger te leggen is het gemakkelijk om op de ruimte in te spelen die tussen de kruin en de lat ligt. Die ruimte heet ontevredenheid. Die ruimte bestaat bij gratie van de lat en die lat is geen absolute waarheid. Wil men het gat verkleinen moet men niet de kruin ophogen maar de lat lager leggen.
De DIESweek
Auteur: Matthijs Veenstra
De diesweek: een week vol sociale activiteiten waarvan het gros de achterliggende gedachte heeft om, zoals dat wordt gezegd, onder het genot van een drankje je medestudenten beter te leren kennen. Als muziek in de oren, nietwaar? Zoals de hooggeachte lezer wel zal weten gaat dat deuntje in het echt ongeveer zo: “...Daar waren we toen een week lang met z’n vijven, ik en vier vrienden... een week lang alleen maar gefeest en gezopen... echt super mooi... nou en in die toko waar we toen iedere week kwamen zag ik dus die chick staan, het was de laatste avond... en ik zat al de hele tijd met haar te flirten weet je wel...” Soms is het deuntje anders en wordt er zelfs een verhitte, een er toe doende discussie gevoerd, luister maar:
“In mijn geboorteplaats woonde ik naast een boer. Op een dag kocht hij twee varkens en direct was wel duidelijk: ‘die twee leggen mekaar nie’. Hoe dan ook, het hield maar niet op, ze bleven maar ruzie maken, de een gunde de ander zijn uitwerpselen nog niet om het zo maar te zeggen... er leek geen land met die twee beesten te bezeilen... en de boer... die had er al snel genoeg van! Hij besloot dat het tijd was voor de beproefde ‘brood met bier oplossing’, een bekend gegeven bij de boeren, om de twee beesten dronken te voeren... goed, toen de beestjes ‘zo blauw als ‘n gympie’ waren, gewoon te dronken om ruzie te maken dus, besloot de boer het er maar bij te laten en de volgende ochtend wel weer verder te zien... en raad eens: de volgende ochtend waren ze de beste maatjes!”
De jongen keek mij met een zelfvoldane grijns aan, en ik keek verbaasd terug. Is dit je reden om aan de diesweek mee te doen? Je ziet jezelf toch zeker niet als een varken, vroeg ik hem. “Nee natuurlijk niet, snap je er dan niks van? Laat ook maar zitten dan... ik bedoel er ook niks mee, ik probeer deze zwijnerij gewoon goed te praten...” antwoordde hij met een nog bredere grijns, “Wil je nog een biertje?” Rare kerel, dacht ik nog, een beetje verwaand wel. Met dat biertje hebben we maar geproost op die ‘zwijnerij’ van hem.
“... Nee dat ben ik echt niet met je eens! Je kan vinden van z’n standpunten wat je wilt maar hij schud dat ingeslapen Den Haag wel wakker! Neeneenee, luister, ik ben het inhoudelijk ook niet met ‘m eens maar hij heeft toch wel punten waarvan ik denk... kijk ik snap gewoon wel dat als je in zo’n buurt woont...” Enzovoorts. Toch knaagt altijd weer de vraag: waarom? Vanuit deze interesse vroeg ik tijdens één van de voorgenoemde sociale activiteiten een jongen die dit jaar voor het eerst mee deed aan de DIESweek waarom hij had besloten om mee te doen. In tegenstelling tot de gemeenplaatsen die ik verwacht had (nieuwe mensen leren kennen, leek me gezellig, et cetera) kwam hij met een nogal merkwaardig verhaal dat ik de lezer niet kan onthouden: Oktober 2009
15
Nieuws! op de faculteit. Oktober 2009
Groot computergebrek faculteit Door Carlijn van Munster
Groningen.‘Vind jij ook dat er te weinig computers zijn op de faculteit? Stuur dan je klacht in via de klachtenknop op Nestor!’ Dit protest hing op een ochtend in oktober op de kachels onder de prikborden van het Heijmansgebouw. Ondanks het feit dat deze berichtgeving slechts zeer kort het levenslicht heeft mogen zien (de briefjes werden na ongeveer tien minuten weer verwijderd door de portiers), heeft de anonieme schrijver van dit kachelbriefje wel een punt: sinds begin dit jaar is er nergens op de faculteit
meer een vrije computer te bekennen. Dit komt omdat er ook dit jaar weer een grote hoeveelheid eerstejaars psychologiestudenten bij is gekomen. Het aantal eerstejaars, in combinatie met de hoeveelheid computerpractica die zij moeten volgen, zorgt ervoor dat er geen ruimte meer over is voor andersoortig studiegerelateerd computergebruik. Mensen die hun scriptie willen schrijven of even snel iets willen uitprinten op de faculteit zijn daarom genoodzaakt uit te wijken naar de (al zo volle) UB, de repro of huis. Ben
jij slachtoffer van de huidige stand van zaken? Je bent zeker niet de enige; de ICT en de portiers hebben al meerdere klachten ontvangen. Met deze klachten is tot nu toe ogenschijnlijk nog weinig gedaan. Wat te doen als je toch graag aan je scriptie wilt schrijven op de faculteit? Je kunt je laptop meenemen naar de faculteit en daar rustig verder typen. Heb je geen laptop? Dan zit er niets anders op dan te luisteren naar de wijze anonieme briefschrijver, door te surfen naar Nestor en je klacht in te sturen via de klachtenknop!
Veel onderzoek bevat ernstige fouten Door Carlijn van Munster
Groningen. Dat de hedendaagse statistiek niet onfeilbaar is, blijkt uit onderzoek van Rink Hoekstra. In zijn proefschrift ‘The use and usability of interential techniques’ stelt hij niet alleen het nut van de significantietoets ter discussie, maar ook het gebruik ervan. Uit zijn onderzoek komt naar voren dat het niet alleen belangrijk is te checken of er een effect bestaat, maar ook dat het minstens zo belangrijk is dat je weet wáár en hoe groot het effect is. Het waar en hoe groot-gedeelte gebeurt aan de hand van betrouwbaarheidsintervallen en effectgrootte. Hoekstra heeft een groot aantal onderzoeken bekeken en kwam daarbij tot de conclusie dat deze twee facetten van onderzoek meestentijds niet gebruikt worden, of voor de vorm wel gebruikt worden, maar verwaarloosd zijn bij het trekken van conclusies. Hoekstra vindt het belangrijk dat de studenten van nu begrijpen dat onderzoek niet zwartwit is, dus niet persé significant of niet significant. Het resultaat is juist genuanceerd. Rink Hoekstra hoopt op 8 oktober te promoveren. (bron: www. rug.nl). 16
Jaargang 40 nummer 1
Roy Bradwolff aan de telefoon
Wisseling van de wacht onderwijsbalie Door Carlijn van Munster
Groningen. Misschien had je hem al gemist: een van de bekende gezichten van onze faculteit, Roy Bradwolff, heeft de faculteit verlaten. Na negentien jaar trouwe dienst bij de onderwijsbalie op onze faculteit, verruilt hij Psychologie voor Kunstmatige Intelligentie.
Van der Reeschool, Cluster 4 onderwijs:
schakelen of stranden?
Auteur: Susanne Dieudonné
Rudolf is 14 jaar en vertoont kenmerken van ODD. Hij heeft op een reguliere school in Assen gezeten. Zijn gedrag op deze school was niet langer houdbaar voor de leerkrachten. Hij heeft regelmatig woede-uitbarstingen en begint dan grof taalgebruik tegen leerkrachten te gebruiken. Ook leidt hij medeleerlingen van hun werk af. Zijn ouders hebben een cluster 4-indicatie aangevraagd. Zo is hij terecht gekomen bij de Van der Reeschool in Smilde. Sinds januari 2004 valt de Van der Reeschool onder het bestuur van Stichting Regionaal Expertisecentrum Noord Nederland cluster 4, kortweg RENN4. Cluster 4 omvat speciaal onderwijs voor kinderen met zeer ernstige gedrags- en/ of psychiatrische problemen. Het RENN4 onderwijs biedt onderwijs en begeleiding aan leerlingen in de leeftijd van 4 tot 20 jaar. De scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs zijn ingedeeld in clusters. Voorheen waren dit de scholen voor zeer moeilijke opvoedbare kinderen (ZMOK), scholen verbonden aan pedologische instituten (PI) en de scholen voor langdurig zieke kinderen (LZK). Deze benamingen worden soms nog gebruikt, hoewel we nu eigenlijk moeten spreken van cluster 4. Naast cluster 4 bestaan er nog drie andere clusters: • cluster 1 voor leerlingen met een visuele beperking; • cluster 2 voor leerlingen met een communicatieve beperking (gehoor-, taal- en/of spraakproblemen); • cluster 3 voor leerlingen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking, chronisch zieke leerlingen en meervoudig beperkte leerlingen. Het uiteindelijke doel van cluster 4 onderwijs is schakelen. Schakelen kan naar verschillende soorten settingen. Schakelen naar regulier onderwijs is een voorbeeld van zo’n setting. Door de ingewikkelde problematiek blijkt het voor veel leerlingen lastig te zijn zich staande te houden in het reguliere onderwijs. Vaak zijn klassen in het regulier onderwijs te groot, waardoor leerlingen getriggerd worden tot onaangepast gedrag. Kleine klassen in het cluster 4 onderwijs zorgen ervoor dat er meer individuele aandacht is voor de leerlingen. Ook creëren kleine klassen een veilige omgeving voor de leerlingen. Hierin kunnen ze moeilijke situaties aangaan en bepaalde situaties
uit het reguliere onderwijs oefenen. Voor sommige leerlingen zal schakelen naar regulier onderwijs mogelijk zijn. Bij anderen is de problematiek zo ernstig dat zij in het cluster 4 onderwijs blijven. Wanneer de ouders besluiten een cluster 4-indicatie aan te vragen, wordt met ondersteuning van een intakefunctionaris een dossier aangelegd met alle benodigde gegevens van hun kind. De gegevens moeten deels door de ouders en deels door de school worden aangeleverd. Is het dossier compleet dan wordt het ter beoordeling aangeboden aan de Commissie voor de Indicatiestelling. De Commissie voor de Indicatiestelling beoordeelt het dossier op basis van wettelijk vastgelegde criteria. Eén van de criteria betreft de extra zorg vanuit het reguliere onderwijs. De school moet kunnen aantonen dat alles is gedaan om de problematiek weg te nemen. Wordt hieraan niet voldaan, dan is dit een reden voor afwijzing. Met een cluster 4-indicatie hebben de ouders de keuze tussen: - plaatsing op één van de RENN4-scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs; - ondersteuning in het regulier onderwijs met ambulante begeleiding vanuit RENN4 (rugzak). Meestal geven de ouders hun voorkeur al aan tijdens de aanmelding. Plaatsing op een RENN4-school is de verantwoordelijkheid van de provinciale plaatsingcommissies. Kiezen ouders voor de rugzak, dan moet er nog een aantal zaken worden geregeld door de afdeling
Ambulante Begeleiding én door de school waar de leerling ambulante begeleiding krijgt. De Commissie voor de Indicatiestelling beoordeelt op basis van het dossier of een leerling in aanmerking komt voor een indicatie en daarmee voor speciaal onderwijs of leerling-gebonden financiering (de rugzak). Een indicatie is drie jaar geldig, waarna herindicatie mogelijk is. In het cluster 4 onderwijs worden leerlingen begeleid door een gedragsdeskundige. De gedragsdeskundige heeft verschillende taken binnen de school. Eén van de taken van de gedragsdeskundige is psychodiagnostiek. Verder neemt de gedragsdeskundige deel aan de Commissie van Begeleiding. In deze commissie wordt het dossier en het samenvattende rapport van de CvI van de leerling besproken en aan de hand hiervan wordt een eerste plan van aanpak gemaakt. Zodra de leerling op school is gaat de gedragsdeskundige beginnen met het schrijven van het eerste handelingsplan. De doelen in het handelingsplan worden duidelijk besproken met ouders en leerlingen. De leerkracht heeft heel duidelijke handelingslijnen te volgen uit het handelingsplan. Hierin staat ook wat de doelen zijn qua uitstroomprofiel. Het uiteindelijke doel is meestal schakelen, maar vaak worden niet alle doelen gehaald. Helaas is dus schakelen binnen het cluster 4 onderwijs niet altijd mogelijk!
Oktober 2009
17
-ingezonden-
Hoe je
Heb je ook schrijfambitie’s, maar wil je niet gelijk bij de redactie? Voel je vrij om een artikel in te sturen naar
[email protected].
je verdere leven kan ruïneren!
Z
auteurs: Judith Lurvink & Michèle Suhlmann odra je de TV aanzet is er geen ontsnappen meer aan! Op elk moment van de dag is er wel een realitysoap te zien. Je kunt direct meegenieten van het privéleven van andere mensen. Iets wat vroeger achter gesloten deuren bleef, omdat het ‘not done’ was om je hele leven bloot te geven, is tegenwoordig de normaalste zaak van de wereld. Van Big Brother en de Gouden Kooi tot Expeditie Robinson, het aantal realitysoaps op TV is de laatste jaren gigantisch gestegen. Wat zijn de gevolgen voor de kandidaten die deelnemen aan een realitysoap? Deze vraag kwam naar voren tijdens de lezing van psycholoog Steven Pont naar aanleiding van de reeks Reality Rage. Steven Pont is een ontwikkelingspsycholoog en systeemtherapeut. Daarnaast is hij adviseur en relatiecoach bij verschillende realityprogramma’s zoals Big Brother. Hij ziet van nabij wat deelnemers meemaken tijdens een realitysoap en wat de gevolgen daarvan zijn. Soms zijn de gevolgen groot. Zo heeft Bart, de winnaar van de eerste Big Brother, na deelname aan het programma psychische problemen gekregen, waaronder depressieve klachten en straatvrees. Hoe kan deze relatief korte periode van deelname aan een realitysoap zulke grote gevolgen hebben voor de rest van het leven van een deelnemer? Steven Pont beantwoordt deze vraag met behulp van de systeemtheorie. De systeemtheorie gaat er van uit dat gedrag relatief is. Daarmee wordt bedoeld dat gedrag afhankelijk is van de context of de situatie waarin het gedrag plaatsvindt. Mensen gedragen zich anders in verschillende contexten. Ze zijn anders op school dan thuis, anders bij hun sportclub dan op het werk en anders bij hun familie dan bij hun vrienden. Mensen schakelen steeds per situatie over op ander gedrag. Hoe iemand zich gedraagt wordt dus niet alleen bepaald door het karakter, maar ook door de verschillende contexten waarin iemand terechtkomt. Neem bijvoorbeeld een jongetje
18
Jaargang 40 nummer 1
dat ongeconcentreerd werkt op school. Hij is niet per definitie ongeconcentreerd, maar hij doet zo in die context. In een andere context kan hij zich mogelijk wel geconcentreerd gedragen, bijvoorbeeld als hij thuis aan het spelen is. Hoe iemand zich in een bepaalde situatie gedraagt, beslist dus niet per definitie hoe iemand zich in een andere situatie gedraagt. Hoe iemand zich in een realitysoap gedraagt, zoals in het huis van Big Brother, wil dus nog niets zeggen over het gedrag van deze persoon daarbuiten. De context van een realitysoap is heel anders dan de context van het gewone leven. In een realitysoap wordt bijvoorbeeld alles vastgelegd door camera’s en er is altijd een druk om te winnen. Je moet je strategisch opstellen. Zoals je je in het programma gedraagt, zo ben je dus niet per se in de werkelijkheid buiten het programma. Veel mensen die naar deze programma’s kijken zijn zich hier echter niet bewust van. De kijkers verwachten dat de deelnemers buiten de context van het programma precies hetzelfde zijn. Hierdoor ontstaan er dus verkeerde opvattingen en vooroordelen over de deelnemers. Het risico hiervan is dat de deelnemers na het programma ten onrechte verkeerd behandeld worden. Voor ex-deelnemers heeft deze onterechte bejegening vaak grote gevolgen. Het geeft ze het gevoel dat ze niet meer zichzelf kunnen zijn, maar zich voortdurend moeten verantwoorden. Zo vindt Bart niet dat hij is veranderd door zijn deelname, maar wel door het publiek dat hem zoveel jaar later nog niet met rust laat. De systeemtheorie kan dus een mogelijke verklaring geven voor de problemen van ex-deelnemers aan realitysoaps. De oorzaak van de problemen ligt niet zozeer bij de deelnemers zelf, maar bij de bejegening van de deelnemers na afloop van het programma. Wees je hiervan bewust als je de volgende keer weer naar een realityprogramma kijkt en een deelnemer zich onfatsoenlijk gedraagt: hij is niet zo, maar hij doet zo in deze context!
[ Schrijverij ] Indira Pleska & Marjolein Wessels[ Eterij ] Berber Munstra, studentadviseur van de psychologie [eterij] Berber Munstra [Schrijverij] Indira Pliska & Marjolein Wessels
Lauwwarme COusCOUSSalade de tweede keer aanvoerder. Dit past goed bij haar gezien ze er plezier aan beleeft om dingen te regelen. Het team bestaat uit personen met verschillende leeftijden en banen, Berber geeft aan dat ze deze diversiteit fijn vindt. Het zorgt voor interessante gesprekken, een hoop lol en een breder wereldperspectief. Bovendien heeft hockey haar nog iets moois gebracht; een breed sociaal netwerk en haar vriendin Marieke. ‘Het was liefde op het eerste gezicht’, aldus Berber. Vlak nadat Marieke en Berber een relatie kregen, kochten ze samen een Giclée (e.g. een hoogwaardige machinaal vervaardigde kunstreproductie). Op het kunstwerk is een boomkikker op een turnbrug afgebeeld. Berber kwam in aanraking met deze kunstenaar, door een expositie die jaren geleden gegeven werd in Heymansgebouw. Sindsdien is ze groot fan. Als verzopen katten komen we aan bij Berber Munstra, één van de studieadviseurs van psychologie. We worden hartelijk verwelkomd door haar en haar vriendin Marieke. Berber heeft alle ingrediënten alvast gesneden. We beginnen direct met koken van de couscoussalade, een recept dat ze van haar nichtje heeft gekregen. Al vrij snel ruikt het heerlijk in de keuken. Op weg naar de eetkamer valt ons de lamp op in de vorm van een garde, die in de gang hangt. Hoe toepasselijk… Tijdens het eten vertelt Berber dat ze al jaren hockeyt. Van de veertien dames in haar hockeyteam, speelt ze al 10 jaar samen met een vast groepje van acht. . Inmiddels is ze voor Benodigdheden: Couscous Provençaalse runderreepjes (bijv. van Greenfield te koop bij AH) Rucola sla Mozzarella (bolletjes is handig, maar hoeft niet) Cherrytomaatjes Courgette Avocado Geroosterde paprika Knoflook Peper & zout Pesto
Zorg dat je alle ingrediënten op kamertemperatuur laat komen. Snij de courgette in plakjes en bestrooi deze met peper en zout. Grill de courgette in een grillpan met knoflook. Snij de avocado in stukjes, de cherrytomaatjes en mozzarellabolletjes door de helft en
Wat verder opvalt in het huis is de goedgevulde boekenkast. Berber vertelt dat ze dol is op lezen. Ze kan hier echt van genieten. Boeken die ze graag leest zijn die van Tatjana de Rosnay, Khalid Hosseini en Marianne Frederikson. Als we vragen welk boek ze aan zou willen raden aan lezers van
Diemensies, kan ze moeilijk kiezen. Uiteindelijk gaat ze voor
het boek ‘Bidden wij voor Owen Meany’( A prayer for Owen Meany) van John Irving. Ze vraagt of ze ook een muziektip mag geven. Nou vooruit dan maar, omdat het eten zo lekker smaakte ;). Enthousiast staat ze op en pakt een cd, haar nieuwste aanwinst: David Gray, ‘Draw the Line’. Over haar toekomstplannen is ze heel duidelijk: meer en blijven genieten! Voor haar betekent dat meer doen aan haar hobby’s lezen en fotograferen. In haar verleden heeft ze een fotocursus gedaan, het resultaat is te zien in haar kantoor op de faculteit. Na het genot van een chocolademousse en een kop thee hebben we een gezellige discussie over het bestaan van varkenskaas en of garnalen al dan niet giftig zijn. Na het raadplegen van Google zijn beide zaken jammer genoeg onopgelost gebleven…
de geroosterde paprika in reepjes. Bak de runderreepjes met wat boter in een pan. Maak wat couscous met een eetlepel pesto (laat het 6 minuten in een kom met gekookt water wellen) Pak een grote schaal en bedek de bodem met rucola. Leg de couscous er in het midden boven op en leg hier de gebakken runderreepjes op. Daar boven op komt de gegrilde courgette.
Bestrooi de randen met de avocado, mozzarella en cherrytomaatjes en maak het geheel af door de reepjes geroosterde paprika op het geheel te leggen. Dit gerecht kan worden aangevuld met: aubergine, geitenkaas of sperziebonen.
Oktober 19 Lekker met een droge2009 witte wijn.