1 LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o docent: drs. Ruben E. A. Musson Het gebruik van uitsluitend BINAS ...
Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007 docent: drs. Ruben E. A. Musson Het gebruik van uitsluitend BINAS is toegestaan.
1.
Welk van de volgende processen is scheikundig? a) het roesten van metaal b) het verdampen van ether c) het condenseren van waterdamp op een ruit d) het opstijgen van een heliumballon
2.
Het sulfide-ion (S2-) ontstaat als een zwavelatoom a) twee protonen opneemt b) twee protonen afstaat c) twee elektronen opneemt d) twee elektronen afstaat
3.
Een mogelijke eenheid van concentratie is a) g.mol-1 b) L.mol-1 c) mol.dm-3 d) L.g-1
4.
Wat gebeurt er met de pH van een oplossing van calciumhydroxide als men deze 10x verdunt? a) niets b) deze stijgt c) deze daalt d) deze wordt negatief
5.
De chemische eigenschappen van strontium (Sr) zijn grotendeels te vergelijken met die van a) kalium b) calcium c) rubidium d) stikstof
6.
Sommige medische instrumenten kunnen gesteriliseerd worden door ze enige tijd in een oplossing van waterstofperoxide (H2O2) te leggen. Waterstofperoxide wordt doorgaans koel en donker bewaard, omdat het onder invloed van licht en warmte gemakkelijk een reactie aangaat volgens 2H2O2 → 2H2O + O2. Hoe noemen we dit type reactie? a) ontledingsreactie b) verbrandingsreactie c) zuur/base-reactie d) allergische reactie
1
7.
Diamant is een vorm van koolstof. Diamant is opgebouwd uit a) ionen b) neutronen c) moleculen d) atomen
8.
Het massapercentage waterstof in ethanol (C2H6O) bedraagt a) 67% b) 33% c) 22% d) 13%
9.
Het merendeel van het ijzer in ons bloed is gebonden aan het eiwit hemoglobine. In welke andere vorm is ijzer oplosbaar in bloed? a) als Fe b) als Fe+ c) als Fe2+ d) als Fe2
10.
Fosgeen (COCl2) is een giftig gas dat in de Eerste Wereldoorlog veelvuldig werd ingezet. Teken de structuurformule van fosgeen.
11.
Waarom is propaan (CH3-CH2-CH3) een gas maar propanol (CH3-CH2-CH2-OH) een vloeistof? a) de vanderwaalskrachten zijn sterker bij propaan b) propanol kan geen ionen vormen c) de atoombindingen zijn sterker in propanol d) propanol heeft polaire bindingen
12.
Waarom is Na2O een vaste stof maar H2O een vloeistof? a) atoombindingen zijn sterker dan ionbindingen b) vanderwaalskrachten zijn sterker dan ionbindingen c) ionbindingen zijn sterker dan atoombindingen d) ionbindingen zijn sterker dan vanderwaalskrachten
13.
Welke coëfficiënt hoort thuis op de plaats van het vraagteken in de (nog niet kloppende) vergelijking N2H4 + H2O2 → N2 + ?H2O a) 6 b) 4 c) 2 d) 1
14.
In welke vorm scheiden onze nieren het element chloor uit? a) Cl b) Cl2 c) Cld) chloor wordt niet uitgescheiden
2
15.
2CH3COOH + ? → 2CH3COO- + H2O + 2Na+ Wat hoort op de plaats van het vraagteken te staan? a) NaO2 b) Na2O c) 2NaOH d) O2 + 2Na
16.
Welke formule is correct? a) fluor: F2 b) ijzer: Fe2 c) silicium: Si2 d) argon: Ar2
17.
De pH van een 5 mM NaOH-oplossing bedraagt (onder standaardomstandigheden) a) 12 b) 11,7 c) 2,3 d) 2
18.
De pH van een 5 mM Ba(OH)2-oplossing bedraagt (onder standaardomstandigheden) a) 2 b) 2,3 c) 11,7 d) 12
19.
Wat ontbreekt in de reactievergelijking a) alfadeeltjes b) betadeeltjes c) gammadeeltjes d) neutronen
17069
Tm → 17070Yb + … ?
Chloorhexidine Chloorhexidine wordt vanwege zijn bacteriedodende eigenschappen o.a. gebruikt in keelpastilles en wondspoelmiddelen.
20.
Welke bewering is correct? a) chloorhexidine beschikt over veel NH-groepen en lost daarom goed op in water b) chloorhexidine beschikt over veel NH-groepen en lost daarom slecht op in water c) chloorhexidine is apolair en lost daarom goed op in water d) chloorhexidine is apolair en lost daarom slecht op in water
3
21.
De molmassa van chloorhexidine is 505 g.mol-1. Een bepaalde mondspoeling bevat 1% chloorhexidine (dit houdt in dat in 100 mL mondspoeling 1 g chloorhexidine zit). Hoeveel mol chloorhexidine is nodig voor 1 L van deze mondspoeling? a) 500 mmol b) 50 mmol c) 20 mmol d) 2 mmol
Citroenzuur Citroenzuur wordt gebruikt als voedingszuur (bijv. in snoepjes) en conserveermiddel maar is ook een zeer geschikte ontkalker voor waterkokers, als alternatief voor niet al te fris ruikende azijn. De structuurformule van citroenzuur is hieronder weergegeven.
citroenzuur
22.
Hoeveel protonen kan citroenzuur afstaan? a) 4 b) 3 c) 2 d) 1
Kalk bestaat voornamelijk uit calciumcarbonaat, dat afkomstig is uit hard water en achterblijft in de waterkoker. Indien het te ontkalken slachtoffer wordt uitgekookt met citroenzuur, treedt een reactie op waarbij een gas vrijkomt. 23.
Welk gas is dit? a) zuurstofgas b) waterstofgas c) koolstofdioxide d) koolstofmonooxide
24.
Geef de vergelijking voor de reactie tussen citroenzuur en calciumcarbonaat. (dit kan best even
puzzelen zijn! let goed op het kloppend maken van zowel deeltjes als lading!) 25.
Welke bewering is correct? a) citroenzuur lost goed op in water, omdat het met water reageert tot ionen b) citroenzuur lost slecht op in water, omdat het met water reageert tot ionen c) citroenzuur is apolair en lost daarom goed op in water d) citroenzuur is apolair en lost daarom slecht op in water
26.
Met hoeveel mmol komt 2,1 g citroenzuur overeen? a) 117,8 b) 403,2 c) 0,40 d) 10,9
4
Voedingswaarde Als richtlijn van het Voedingscentrum geldt dat mannen gemiddeld 2500 kcal per dag aan energie afkomstig uit voeding nodig hebben. Vrouwen daarentegen hebben aan 2000 kcal voldoende. Indien men er een actieve levensstijl op nahoudt, kunnen deze hoeveelheden met ongeveer 20% toenemen. Mensen die meer eten dan dat hun lichaam nodig heeft, slaan het teveel aan calorieën op als vet. 27.
Zou je, nu je dit weet, liever willen dat je van het andere geslacht was? a) ja b) nee c) geen mening
Calorieën kunnen worden gehaald uit eiwitten, koolhydraten, vetten en alcohol. Bij de metabole verbranding van 1 g alcohol ontstaat 7 kcal (kilocalorie) aan energie. Verbranding van 1 g vet levert 9 kcal aan energie. 28.
Wat zijn de reactieproducten van de verbranding van alcohol in ons lichaam? a) CO en H2O b) glucose en H2O c) CO2 en H2O d) H2O en O2
29.
Bereken hoeveel gram alcohol grofweg nodig is voor de aanmaak van 1 kg vet. Neem hierbij aan dat alle alcohol omgezet wordt in vet.
30.
1 mL alcohol heeft een massa van 0,8 g. Een bepaald merk bier bevat 7 volumeprocent alcohol. Hoeveel liter van dit bier moet je drinken voor de aanmaak van 1 kg vet? Neem hierbij aan dat alle calorieën in bier uit alcohol afkomstig zijn (officieel gaat dit – helaas – niet op).