Luchtkoelers
eld
be
iew
ev
Pr
or
Vo
Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This document may only be used on a stand-alone PC. Use in a network is only permitted when a supplementary license agreement for us in a network with NEN has been concluded.
Nederlandse
NEN 1876
Bepaling van de gebruikseigenschappen van berijpende luchtkoelers met gedwongen luchtcirculatie
Air coolers Determination of the performance of frosted air coolers with forced air circulation
2e druk, maart 1993 UDC 621 565 945:620 1
Nederlands Normalisatie-instituut N Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN
be
iew
ev
Pr
or
Vo © 1993 Nederlands Normalisatie-instituut
eld
Normcommissie 343 94 "Industriële koelinstallaties"
Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van het Nederlands Normalisatieinstituut niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van fotokopie, microfilm, opslag in computerbestanden of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op gehele of gedeeltelijke bewerking
Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kunnen fouten en onvolledigheden' niet geheel worden uitgesloten Het Nederlands Normalisatie-instituut en/of de leden van de commissies aanvaarden derhalve geen enkele aansprakelijkheid, ook niet voor directe of indirec te schade, ontstaan door of verband houdende met toe passing van door het Nederlands Normalisatie-instituut gepubliceerde uitgaven
Het Nederlands Normalisatie-instituut is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor verveelvoudiging te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden, voor zover deze bevoegdheid niet is overgedragen с q rechtens toekomt aan de Stichting Reprorecht
Nederlands Normalisatie-instituut Kalfjeslaan 2, Postbus 5059, 2600 GB Delft telefoon (015) 690 390, telex 38144, telefax (015) 690 190, Postbank 25301
Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN
Inhoud Lijst van symbolen Inleiding Onderwerp
2
Toepassingsgebied
3 31 32 33 34 35 36 37 38 39
Termen en definities Luchtkoeler Koudemedium Verdamping Temperatuur Koelvermogen Ontdooiwarmte Koelcyclus Toestellen Standaardcondities
4 41 42 43
Standaardcondities Algemeen Toelichtingen Thermodynamische tabellen
5 51 52 53
Beproevingsmethoden Algemeen Koelen Ontdooien
6 61 62 63
Beproevingsapparatuur Algemeen Calorimeter Aanvullende voorzieningen voor de beproeving gedurende de ontdooiperiode
7 7 7 7 7
1 2 3 4
Uitvoering van de metingen Beproevingsperioden Te meten grootheden Koelen Ontdooien
8 8 8 8 8 8
1 2 3 4 5
Voorbeeld van een berekening van de proefresultaten Verloop van de voornaamste grootheden gedurende de koeling Bepaling van het einde van de koelperiode Bepaling van het bruto gemiddelde koelvermogen Bepaling van de schadelijke ontdooiwarmte Bepaling van het effectieve koelvermogen
be
iew
ev
Pr
Presentatie van luchtkoelergegevens Algemeen Koelvermogen Aanvullende gegevens
Bijlagen Bijlage A Bijlage В Bijlage С Bijlage D Bijlage E Bijlage F Bijlage G Tabellen Tabel 1 Tabel 2 Tabel 3 Tabel 4 Tabel 5 -
eld
9 91 92 93
or
Vo
1
Oliegehalte van koudemiddelen Bepaling van de warmtedoorgangscoëfficiënt van de calorimeter Het drogen van de calorimeter Oppervlak van de hulpluchtkoeler Tunnelcalorimeter Foutberekening Meting van de drukval over de koelerventilator
Standaardcondities voor de beproeving van luchtkoelers Te meten grootheden voor de bepaling van het koelvermogen Voorbeeld van een meettabel voor een beproeving volgens de norm Voorbeeld van een meettabel voor een beproeving volgens de norm (vervo Voorbeeld van een berekening van het effectieve koelvermogen
Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN
NEN 1876-Biz 2
(blanco)
be
iew
ev
Pr
or
Vo eld Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN
NEN
Lijst van symbolen Symbolen waarboven een punt is geplaatst stellen grootheden per tijd voor symbool
omschrijving
eenheid
A
oppervlak soortelijke warmte van de koudedrager warmtecapaciteit elektrische energie elektrische energie voor herverwarming en verplaatsing van de lucht in de klimatiseringsinrichting elektrische energie toegevoerd aan de circulatiepomp elektrische energie toegevoerd aan de luchtkoelerventilator(en) elektrische energie voor verdamping van het suppletiewater in de luchtbevochtiger• soortelijke enthalpie soortelijke enthalpie van het koudemedium idem - bij intrede in de luchtkoeler idem - bij uittrede uit de luchtkoeler soortelijke enthalpie van het suppletiewater soortelijke enthalpie van het smeltwater soortelijke enthalpie van de rijp warmtedoorgangscoëfficiënt massa massa van het koudemedium massa van het smeltwater massastroom massastroom van het koudemedium gemiddelde massastroom van het koudemedium gedurende de koelperiode massastroom van het suppletiewater massastroom ontdooivloeistof druk druk van het persgas voor de drukregelafsluiter druk van het koudemiddel in de luchtkoeler druk in het verzamelvat voor het gecondenseerde persgas druk van het koudemedium druk van het koudemedium bij intrede drukvan het koudemedium bij uittrede elektrisch vermogen elektrisch vermogen voor herverwarming en verplaatsing van de lucht in de klimatiseringsinrichting afgegeven vermogen van de circulatiepomp elektrisch vermogen van de luchtkoelerventilatoren elektrisch vermogen voor verdamping van het suppletiewater in de luchtbevochtiger warmtehoeveelheid toegevoerde ontdooiwarmte afgevoerde ontdooiwarmte aan het verzamelvat onttrokken warmte schadelijke ontdooiwarmte bruto momenteel koelvermogen bruto gemiddeld koelvermogen nominaal koelvermogen droog koelvermogen effectief koelvermogen netto gemiddeld koelvermogen over de koelperiode r|< bruto gemiddeld koelvermogen over de koelperiode т^ netto momenteel koelvermogen netto gemiddeld koelvermogen warmtestroom warmtestroom door de calorimeterwand temperatuur verdampingstemperatuur van het koudemiddel temperatuur van de omgeving buiten de calorimeter dauwpuntstemperatuur luchttemperatuur in de calorimeter gemiddelde temperatuur van de ontdooivloeistof gemiddelde temperatuur van de ontdooiinrichting bij het begin van het ontdooien gemiddelde temperatuur van de ontdooiinrichting bij het einde van het ontdooien temperatuur van het koudemedium idem bij intrede in de luchtkoeler idem bij uittrede in de luchtkoeler temperatuur van het koudemedium van de volumestroommeter
m2 J/(kg K) J/K J
cp r
E Ei E
P
Ev tyv hr
hn ha hs hw
4
m mr mw m mr rnrm ms mv P
Pa
rw
Pds
Po Pom Poo
PÔ Ре Pk Рко Pn Pnm
û Ûw
7
То T'a Td
Ti 7"m 'mo 'me
T, T"r1
ъ Trf
eld
Û Ûd Qda Qdr
iew
PP Pv
be
Pi
ev
P
Pr
Pn Prr Pr Prl Pr2
or
Vo
h
Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN
J J J J
J/kg J/kg J/kg J/kg J/kg J/kg J/kg W/(m 2 K) kg kg kg kg/s kg/s kg/s kg/s kg/s Pa, bar Pa, bar Pa, bar Pa, bar Pa, bar Pa, bar Pa, bar W W W W W J J J J J W W W W W W W W W W W °C °C °C °C °C °C °C °C
°c °c °c °c
NEN 1876-Biz 4
7"v 7"vi
7v2 V"v3
'w 7y
7i ATov
Vr W Wp z £
Qr X
n Ф Фл Фх
°C °C °C °C °C °C °C К m3 J/K J h kg/m 3 s,h s,h s,h m3/s
be
iew
ev
Pr
or
Vo
Га
temperatuur van de ontdooivloeistof temperatuur van de ontdooivloeistof bij intrede temperatuur van de ontdooivloeistof bij uittrede temperatuur van de ontdooivloeistof in verwarmer eindtemperatuur van het smeltwater rijptemperatuur luchttemperatuur bij intrede in de koeler oververhitting van de uittredende koudemiddeldamp volume van het doorgestroomde koudemedium warmtecapaciteit van de calorimeter arbeid door de circulatiepomp verricht duur van de meetperiode factor kleiner dan 1 dichtheid van het koudemedium tijd ontdooitijd, duur ontdooiperiode duur koelperiode relatieve vochtigheid relatieve vochtigheid van de lucht bij intrede in de luchtkoeler volumestroom van het koudemedium
eld Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN
NEN 1876-Biz 5
Inleiding Na het verschijnen van de eerste drukvan de norm in september 1979 zijn nog een aantal metingen uitgevoerd, o a een ring testbeproeving Aan de hand van de resultaten van deze beproevingen is een beperkt aantal geringe aanpassingen met de leden van de commissie doorgesproken en in deze tweede druk verwerkt
Vo
In de afgelopen periode heeft de normcommissie 343 94 contacten onderhouden met de Duitse normcommissie "Ventilator-Luftkühler" ten einde te trachten tegenstrijdigheden zoveel mogelijk te voorkomen en een toekomstige integratie via de ISO te bevorderen
or
Gestreefd is vooral naar een norm die praktisch bruikbaar is en een beproevingsmethode die enerzijds voldoende betrouwbaar en nauwkeurig is, anderzijds geen te hoge kosten met zich meebrengt Voorwaarde voor de praktische bruikbaarheid is, dat ook het berijpen en ontdooien in de metingen wordt betrokken Dit wordt door de commissie unaniem van essentieel belang geacht Het beproeven van be rijpende luchtkoelers is een gecompliceerde zaak Om de norm overzichtelijkte houden is afgezien van een universele norm voor alle voorkomende luchtkoelers De prestatiemeting van koelerblokken, bestemd voor inbouw in luchtkanalen en andere apparatuur, koelers die tijdens het ontdooien worden afgesloten en bijzondere vormen van luchtkoelers, vereist aangepaste apparatuur en meetmethoden Deze koelers zijn niet in het toepassingsgebied van deze norm begrepen
Pr
De beschrijving van de beproevingsmethoden in hoofdstuk 5 ondersteund metformules die in andere delenterwille van de duidelijkheid zijn herhaald Met hetzelfde doel is bij de apparatuurbeschrijving in hoofdstuk 6 reeds iets gezegd over de uitvoering van de metingen Er komen dus in de hoofdstukken 5, 6,7 en 8 enige overlappingen voor, die echter nuttig zijn voor een efficiënt gebruik van de norm De norm is in de eerste plaats bedoeld voor fabrikanten, keuringsinstanties en laboratoria Voor een voldoend nauwkeurige beoordeling van de luchtkoeler is het gebruik van een calorimeter nodig Beproevingen volgens deze norm kunnen dus niet "in het veld" plaatsvinden De beproeving moet door deskundigen worden uitgevoerd Gestreefd is naar maximale objectiviteit en er is zo weinig mogelijk aan het subjectieve oordeel van de deskundigen overgelaten Naast objectieve beproeving is ook een ondubbelzinnige presentatie van de meetresultaten van belang; ook daaraan is de nodige aandacht besteed Indien men ook de vermindering van de door de luchtkoeler stromende luchthoeveelheid als gevolg van de toenemende berijping wil kennen, kan een tunnelcalorimeter worden gebruikt voor de normbeproeving Deze tunnelcalorimeter is beschreven in bijlage E Zonder gebruik van een tunnelcalorimeter kan een indruk worden verkregen van de vermindering van het luchtdebiet door de drukval over de koelerventilator te meten Aanwijzingen hiervoor worden in bijlage G gegeven
iew
ev
be
Voor het beproeven van niet-berijpende luchtkoelers zijn onder andere beschikbaar de Amerikaanse norm ASHRAE-Standard 25-77 "Methods of testing for rating forced convection and natural convection air coolers for refrigerating" (1977) van de American Society of Heating, Refrigerating and Air Conditioning Engineers (ASHRAE) en de Duitse norm DIN 8955 "Ventilator-Luftkühler" (1976)
De afname van het momentele koelvermogen door berijpen en de ontdooiverliezen zijn volledig in rekening gebracht De voornaamste beoordelingsgrondslag is de gemiddelde prestatie over de totale cyclus bestaande uit koelperiode en ontdooiperiode
Het is te verwachten dat in de toekomst soortgelijke normen worden opgesteld voor koelerblokken en andere vormen van luchtkoelers, waarbij dan van de ervaringen die met deze norm zijn opgedaan kan worden gebruik gemaakt
eld
De in deze Nederlandse norm vastgestelde beproevingsmethode is geheel gericht op het bepalen van de prestaties van koelers die tijdens de koelperiode berijpen en daarna worden ontdooid
In de overige bijlagen zijn voor een aantal zaken richtlijnen voor de praktijk gegeven die er eveneens op zijn gericht bruikbaarheid van de norm te verhogen
Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN
NEN 1876-Biz 6
Literatuur [1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8]
be
iew
ev
Pr
or
Vo
Baehr, H D , Mollier-i,x-diagramme für feuchte Luft Springer, Berlin, 1961 Het meten van luchtvochtigheid Publikatie van de Nederlandse Vereniging voor Koeltechniek en de Nederlandse Technische Vereniging voor Verwarming en Luchtbehandeling Uitg PC Noordervliet, Zeist 1974 Sanders, С Th , Air humidity and its measurement at lower temperatures Bulletin International Institute of Refrige ration, 1972, nr 2, p 265-283 Sanders, С Th , Testing of air coolers operating under frosting conditions Supplément au Bulletin I I F / M R Annexe 1972-1, p 383-396 Sanders, CTh , Frost formation The influence of frost formation and defrosting on the performance of air coolers Disseratie Technische Hogeschool, Delft, 1974 Kouffeld, R W J , Knobbout, J A , Comparative tests of the thermal performance of an insulated vehicle Bulletin International Institute of Refrigeration, 1970 Plank, R , Kuprianoff, J , Steinle, H , Handbuch der Kältetechnik, Bd 4, Die Kältemittel Berlin, 1956 Reichelt, J , Im Kältemittel-Dampf der Saugleitung mitgeführte Flüssigkeitströpfchen bei Kälteanlagen und Wärmepumpen Die Kälte-und Klimatechnik, 1977, nr 10, p 419
eld Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN
NEN 1876-Biz 7
1
Onderwerp
Vo
11 In deze norm zijn vastgelegd a Standaardcondities waaronder luchtkoelers moeten worden beproefd en voor welke de gegevens over de prestaties van de luchtkoelers moeten worden ver strekt Deze standaardcondities zijn representatief voor de omstandigheden die in de praktijk voorko men b Regels voor 1 het bepalen van de prestaties van luchtkoelers door metingen onder omstandigheden die door de stan daardcondities zijn bepaald; 2 het verstrekken van gegevens over de prestaties van luchtkoelers in catalogi, prospectussen e d
2
or
12 De norm behandelt de experimentele bepaling van de grootheden die kenmerkend zijn voor de prestatie van een luchtkoeler onder verschillende werkomstandighe den Deze grootheden zijn a het droge koelvermogen van de luchtkoeler; b het momentele koelvermogen van de berijpende luchtkoeler, с het effectieve koelvermogen wan een luchtkoeler ge durende een koelperiode en de daarop aansluitende ontdooiperiode; d de toegevoerde en de schadelijke ontdooiwarmte, e de duur van de koelperiodeen de daarop aansluitende ontdooiperiode Toepassingsgebied
Termen en definities
In deze norm zijn de hieronder omschreven termen cur sief gedrukt op plaatsen waar de nauwkeurige betekenis van belang kan zijn 31
Luchtkoeler
32
Koudemedium
3 2 1 koudemedium: Het koudemiddel of de koudedrager 3 2 2 koudemiddel De stof die in een koelerblokwarmte opneemt en daarbij van de vloeibare in de dampvormige fase overgaat 3 2 3 koudedrager De stof die in een koelerblokwarmte opneemt zonder daarbij te verdampen 33
Verdamping
3 3 1 doorstroomverdamping, droge verdamping: Een verdampingsproces waarbij het koudemiddel het koeler blok als een mengsel van vloeistof en damp binnenkomt en dit na eenmalige doorstroming als damp verlaat 3 3 2 circulatieverdamping, natte verdamping Een ver dampingsproceswaarbij het koudemiddel het koelerblok als vloeistof binnenkomt en dit als een mengsel van damp en vloeistof verlaat, waarna de vloeistof in een afscheider uit de damp wordt verwijderd en weer naar het koelerblok wordt teruggevoerd 3 3 2 1 natuurlijke circulatie Een circulatie waarbij de zwaartekracht de drijvende kracht voor de circulerende vloeistof is 3 3.2.2 pompcirculatie Een circulatie waarbij de drij vende kracht voor het circulerende koudemedium wordt geleverd door een pomp 34
Temperatuur
3 4 1 verdampingstemperatuur De verzadigingstemperatuur van het zuivere koudemiddel, behorende bij de druk van het koudemiddel die heerst aan de uittredezijde van het koelerblok, of van de warmtewisselaar wanneer deze in de luchtkoeler is geïntegreerd 3 4 2 oververhittingstemperatuur De temperatuur van de koudemiddeldamp aan de geïsoleerde wand van de zuigleiding op de plaats die door de fabrikant is voorgeschreven voor het aanbrengen van de voeler van het regelorgaan, en die ongeveer 500 mm na de zuigaansluiting van de luchtkoeler moet liggen
eld
De norm is niet van toepassing op koelerblokken bestemd voor inbouw in luchtkanalen en andere apparatuur en op koelers die tijdens het ontdooien worden afgesloten
3
3 13 warmtewisselaar: Een apparaat waarin door het oververhitten van de aangezogen koudemiddeldamp de naar het koelerblok gevoerde koudemiddelvloeistof wordt nagekoeld
be
iew
ev
Pr
De norm is van toepassing op berijpende luchtkoelers met een droog koelvermogen groter dan 1 kW bij de standaardcondities waarvoor de koeler ter beproeving wordt aangeboden, die werken met een (verdampend) koudemiddel of met een (niet verdampende) koudedrager, en waarin een of meer ventilatoren een eenzijdig uit geblazen, horizontale luchtstroom door het koelerblok onderhouden De norm is alleen van toepassing op luchtkoelers die voor één van de volgende ontdooimethoden zijn ingericht: a elektrisch ontdooien, b ontdooien met warme vloeistof; с ontdooien met persgas; d ontdooien met langsstromende lucht
met inbegrip van de verzamelstukken en de vloeistofver deler, indien deze in ingebouwd of op een door de fabri kant aanbevolen plaats in aangebracht
3 11 luchtkoeler Een compleet samengebouwd appa raat voor het afkoelen van atmosferische lucht door warmteoverdracht aan een koudemedium, samenge steld uiteen /roe/erb/o/r, omkasting,lekbak,ventilator(en), en - voor zover zij een integrerend bestanddeel van de luchtkoeler vormen - een ontdooiinrichting, warmtewis selaar en vloeistofregelorgaan
3 1 2 koelerblok Het deel van de luchtkoelerwaann het koudemedium de warmte onttrekt aan de lucht die door de ventilator(en) door het koelerblok wordt verplaatst,
3 4 3 oververhitting: Het verschil tussen de oververhittingstemperatuur en de verdampingstemperatuur 35
Koeivermogen
3 5 1 bruto gemiddeld koelvermogen (Oom) De warmte die gedurende een bepaalde tijd door het koudemedium in de luchtkoeler wordt opgenomen, gedeeld door die tijd In formule:
waarin: Ar = Г2 - r i en AQ0 de opgenomen warmte is 3 5 2 bruto momenteel koelvermogen ( Q0) De warmtestroom die door het koudemedium in de luchtkoeler wordt opgenomen op een bepaald tijdstip
Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN
NEN 1876-Biz 8
In formule
3 6 2 afgevoerde ontdooiwarmte (Qda)-' De warmte die gedurende de ontdooiperiode uit de calorimeter wordt af gevoerd met het smeltwater In het geval van ontdooien met persgas is de afgevoerde ontdooiwarmte de warmte die gedurende de ontdooipe riode uit de calorimeter wordt afgevoerd met het smelt water, vermeerderd met de condensatiewarmte Qj,- van het gedeelte van het aan de luchtkoeler toegevoerde persgas dat niet in de koeler is gecondenseerd
Opmerking Het bruto momentele koelvermogen is gelijk aan het produkt van de massastroom mr van het koudemedium en de toename van de soortelijke enthalpie van het koudemedium tussen de in- en uittredezijde van de luchtkoeler Het maximale bruto momentane koelvermogen is bepalend voor het compressorvermogen van de koelinstallatie 3 5 3 nominaal koelvermogen ( Q00): Het bruto momentele koelvermogen op het tijdstip dat een half uur na het begin van de koelperiode ligt
3 6 2 schadelijke ontdooiwarmte (Qas) De toegevoerde ontdooiwarmte Q^ verminderd met de afgevoerde ont dooiwarmte Qda In formule
Vo
Qds = Qd - Qda 37
Opmerking Het nominale koelvermogen is praktisch gelijk aan de grootste waarde die het bruto momentele koelvermogen gedurende de koelcyclus aanneemt en die bepalend is voor het compressorvermogen van de koelinstallatie 3 5 4 netto gemiddeld koelvermogen ( Ónm) De warmte die de luchtkoeler tijdens de koelperiode gedurende een bepaalde tijd netto opneemt uit de lucht in de te koelen ruimte, gedeeld door die tijd In formule
3 7 1 koelperiode De periode die verloopt van het begin van de berijping tot het ogenblik waarop de opwekking van koude wordt beëindigd door de toevoer van het koudemedium naar de luchtkoeler af te sluiten
or
waarin Дт = Г2 - Ti en A û n de netto opgenomen warmte is
iew
3 7 3 koelcyclus De koelperiode en de daarop aansluitende ontdooiperiode Voor de bepaling van de duur van de koelcyclus wordt de duur van de omschakelperiode tussen deze twee perioden niet in rekening gebracht 374 38
ontdooitijd: De duur van de
ontdooiperiode
Toestellen
3.5 7 effectief koelvermogen (Cy De warmte die de luchtkoeler gedurende de gehele koelcyclus netto heeft opgenomen uit de lucht in de te koelen ruimte, gedeeld door de tijdsduur van de koelcyclus 3 5 8 ventilatorvermogen {Pv) Het door de ventila toren) van de luchtkoeler opgenomen momentele elek trische vermogen 3 5 9 gemiddeld ventilatorvermogen: De gemiddelde waarde over de koelperiode van het verschil tussen het bruto momentele koelvermogen en het netto momentele koelvermogen Ontdooiwarmte
3 6.1 toegevoerde ontdooiwarmte (Qd) De totale hoe veelheid warmte die door de ontdooiinrichting gedu rende de ontdooiperiode aan de luchtkoeler wordt toegevoerd
3 8 1 calorimeter: Een geïsoleerde beproevingsruimte, waarin de te beproeven luchtkoeler is geplaatst 3 8 2 klimatiseringsinrichting Een toestel voor het verwarmen en bevochtigen van de lucht in de calorimeter, met bijbehorende regelinrichtingen voor het instellen en handhaven van de gewenste temperatuur en relatieve vochtigheid 3 8 3 luchtverwarmer: Het uit een verwarmingselement en een ventilator bestaande deel van de klimatiseerinrichting waarmee een deel van de lucht uit de calorimeter wordt herverwarmd
eld
Opmerking Het netto momentele koelvermogen is gelijk aan het bruto momentele koelvermogen verminderd met het momentele vermogen <X dat gelijktijdig door de koelerventilator(en) wordt afgegeven aan de aangezogen lucht uit de te koelen ruimte 3.5 6 droog koelvermogen {Q0) Het bruto momentele koelvermogen van een luchtkoeler waarop geen rijp aanwezig is, omdat hij zich bevindt in lucht waarvan de dauwpuntstemperatuur lager is dan de verdampingstemperatuur van het koudemiddel, с q de temperatuur van de koudedrager bij intrede in de luchtkoeler
36
3 7 2 ontdooiperiode De periode die verloopt van het inschakelen van de ontdooiinrichting tot het ogenblik waarop de oppervlaktetemperatuur van het koeloppervlak van de luchtkoeleroveral is gestegen tot de temperatuur aangegeven in 5 3 2 en alle rijp of ijs op de luchtkoeler is verdwenen
be
ev
Pr
3 5 5 netto momenteel koelvermogen ( Qn); De warmtestroom die de luchtkoeler op het tijdstip tr opneemt uit de lucht in de te koelen ruimte In formule:
Koelcyclus
3 8 4 luchtbevochtiger: Het onderdeel van de klimatiseringsinrichting dat dient om het water waarmede de calorimeterlucht wordt bevochtigd te verdampen en de gevormde damp met deze lucht te vermengen 3 8 5 hulpluchtkoeler Het onderdeel van de calorimeter dat dient om de gemiddelde temperatuur van de lucht in de calorimeter gedurende de ontdooiperiode te handhaven op de voorgeschreven waarde 39
Standaardcondities
standaardcondities Een stel voorwaarden waaronder een bepaalde beproeving wordt uitgevoerd 4
41
Standaardcondities Algemeen
De beproeving van de luchtkoeler moet geschieden onder handhaving van de standaardcondities, die betrek-
Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN
NEN 1876-Biz 9
Tabel 1 - Standaardcondities voor de beproeving van luchtkoelers koelperiode
ontdooiperiode
85
-10
30
7
-10
-18
85
-28
30
7
-28
4
-30
80
-40
0
7
-40
5
-30
mist
-40
0
7
-40
-28 -40 -40
king hebben op de toestand van de gekoelde lucht in de beproevingsruimte en op de toestand van het koudemedium gedurende de koelperiode, resp dievan hetverwarmingsmedium gedurende de ontdooiperiode
iew
ev
Luchtkoelers met natuurlijke circulatie van het koudemid del mogen niet als zodanig worden beproefd De beproe ving van deze luchtkoelers moet hetzij met doorstroomverdamping, hetzij met pompcirculatie worden uitgevoerd
-30 -30
+25 +25 +25 +25
5 De standaardcondities nr 5 hebben betrekking op omstandigheden die in vriesapparaten kunnen optreden Beproeving van de luchtkoeler onder deze condities wordt niet aanbevolen, indien het niet mogelijk is reproduceerbare mist op te wekken 6 Bij de standaardcondities nrs 2, 3, 4 en 5 geschiedt het ontdooien van de luchtkoeler met warmte die van buiten af wordt toegevoerd 7 Ter plaatse van het meetpunt voor de oververhittingstemperatuur mag de damp geen vloeistofdruppels bevatten Om hiervan zeker te zijn is in de standaardcondities de oververhitting op 7 К gesteld en het verschil tussen de luchttemperatuur bij intrede in de luchtkoe ler en de verdampingstemperatuurvan het koudemid del op 10 К Indien gedurende de beproeving meteen oververhitting van 7 К blijkt dat de oververhittingstemperatuur niet binnen de door de norm gestelde grenzen blijft, dan mogen de proeven worden uitge voerd met een grotere oververhitting, die echter con stant en zo klein mogelijk moet zijn Hiervan moet in het beproevingsrapport melding worden gemaakt
eld
Voor luchtkoelers werkend met een koudedrager moeten de eigenschappen van de koudedrager en de richting waarin deze door de luchtkoeler stroomt door de fabri kant worden vermeld bij de gegevens over de prestaties van de luchtkoeler en bij het ter beproeving aanbieden van de luchtkoeler
Bij het ontdooien met persgas is in de praktijk de goede werking van het ontdooisysteem niet alleen van de con structie van de luchtkoeler afhankelijk, maar ook in hoge mate van de uitvoering van de koelinstallatie, de pijplei dingen en de appendages Toelichtingen
0 -18
°C
be
Pr
Vooreen beproeving volgens deze norm dient gedurende de gehele beproeving een van de vijf standaardcondities uit tabel 1 te worden aangehouden
42
°C
Het koudemiddel mag niet meer dan 1 % {m/m) olie bevatten (m u v NH3:0,1 %)
or
1) temperatuurverschil, zie 4 2, toelichting 7
-10
kg/s
verdampingstemperatuur van het pers gas voor de dru kregelafsluiter bij druk pg
0
3
condensatietemperatuur van het persgas in de koeler bij drukpn
2
+4
-6
°C
door fabrikant op te geven; zo met dan 10 °C (zie 5.3.5.3)
-6
massastroom van de warme vloeistof
7
°C
door fabrikant op te geven
30
°C
intredetemperatuur van de warme vloeistof
-6
kg/s
kg/s
door fabrikant op te geven
85
°C
°C
ontdooien met persgas
luchttemperatuur ongeveer 250 mm onder de koeler
+4
1
luchttemperatuur bij intrede in de koeler
К
massastroom van de koudedrager
°C
massastroom door de verdamper
oververhitting i)
°C
door fabrikant op te geven
vloeistoftemperatuur voor het expansie-orgaan
%
verdampingstemperatuur
verdampingstemperatuur
°C
Vo
relatieve vochtigheid van de lucht bij intrede in de koeler
pompcirculatie
uitwendige condities
ontdooien met warme vloeistof
door fabrikant op te geven
doorstroomverdamping
inwendige condities koude drager
intredetemperatuur van de koudedrager
uitwendige condities
luchttemperatuur bij intrede in de koeler
standaardconditie nr.
inwendige condities koudemiddel
1 De standaardcondities nr 1 hebben betrekking op luchtkoelers voor koelcellen, waarbij na afsluiting van de toevoer van het koudemedium de ontdooiwarmte wordt geleverd door de langs de luchtkoeler stro mende lucht uit de koelruimte zelf 2 De standaardcondities nr 2 zijn representatief voor opslagruimten voor een groot aantal categorieën van gekoelde, niet-bevroren Produkten 3 De standaardcondities nr 3 zijn representatief voor opslagruimten voor bevroren levensmiddelen 4 De standaardcondities nr 4 hebben betrekking op luchtkoelers voor opslagruimten voor bevroren levensmiddelen bij zeer lage temperaturen
Opmerking Op uitdrukkelijk verzoek van de fabrikant kan een be proeving worden uitgevoerd meteen geringere over verhitting dan 7 К Het koelvermogen van de lucht koeler zal dan een hogere waarde hebben dan bij een oververhitting van 7 K, de fabrikant moet daarom bij de verstrekking van gegevens over het koelvermogen (zie 9 2) in dit geval vermelden voor welke oververhit ting het koelvermogen geldt Bij de beproeving met een lagere oververhitting dan 7 К moet worden na gegaan of de hoeveelheid koudemiddel die onverdampt in mistvorm de koeler verlaat niet zo groot wordt, dat aan de nauwkeurigheidseisen niet meer wordt voldaan [8]
Voor een beproeving volgens de norm moet het vloeistofregelorgaan geschikt zijn om de voorgeschreven over verhitting van 7 К ( ± 0,5 K) gedurende de koelperiode te handhaven Daar de in de koeltechniek gebruikelijke ther mostatische regelafsluiters in de regel aan deze eis niet kunnen voldoen, moet voor de beproeving zo nodig een
Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN
NEN 1876-Biz 10
in de praktijk niet gebruikelijk regelorgaan worden gebruikt (zie 6 2 1 sub c) De oververhitting moet worden gemeten op de plaats die de fabrikant van de luchtkoeler voor de voeler van het thermostatisch expansieventiel heeft aangegeven
Ter controle op eventuele grove fouten in de metingen voor de bepaling van het koelvermogen uit de enthalpietoename van het koudemedium wordt ook de energieba lans over de calorimeter opgemaakt (zie 5 2 1 2) De mee twaarden die voor de berekeningen worden gebruikt, moeten afkomstig zijn van metingen die gelijktijdig zijn verricht voor beide methoden ter bepaling van het koel vermogen Het verschil tussen de uitkomsten van beide methoden mag niet meer dan 10 % van de grootste der uitkomsten bedragen
4 3 Thermodynamische tabellen In het beproevingsrapport dient te worden vermeld welke thermodynamische ta bellen voor koudemiddelen en koudedragers bij de berekeningen zijn gebruikt 5
5 2 1 1 Enthalpietoename van het koudemedium 5 2 1 1.1 Het bruto momentele koelvermogen Qovande luchtkoeler is het produkt van de massastroom rnr en de toename hr2 - /?ri van de soortelijke enthalpie van het kou demedium bij het doorlopen van de luchtkoeler:
Beproevingsmethoden
Vo 51
Algemeen
Qo= mr(hr2-
De beproeving van de luchtkoeler geschiedt in een geïsoleerde beproevingsruimte, in deze norm aangeduid als calorimeter Bij de calorimeter behoren de nodige voorzieningen om de luchtkoeler onder de gewenste standaardcondities te beproeven en de daarvoor benodigde meetinstrumenten
Het neffo momentele koelvermogen Qn van de luchtkoe ler is gelijk aan het bruto momentele koelvermogen ver minderd met het momentele elektrische vermogen Pv van de koelerventilator(en):
De massastroom mr van het koudemedium kan uit de ge meten volumestroom Фг worden bepaald тх = Фх
waarin gr de dichtheid van het koudemedium in de volu mestroommeter is Voor een koudemiddel is / i r l de soortelijke enthalpie van de nagekoelde vloeistof vóór het smoororgaan en hr2 de soortelijke enthalpie van de oververhitte damp bij uittrede uit de verdamper Voor een koudedrager is de toename van de soortelijke enthalpie in de luchtkoeler: hr2 - /7ri = Cp (Tr2 - Tr1)
5 2 1 1 2 In de grootheden die worden gemeten voor de bepaling van het koelvermogen treden onvermijdelijk fluctuaties op Om de invloed hiervan bij de beproeving volgens deze norm zoveel mogelijk te vereffenen, wordt afgezien van het berekenen van exacte momentele waarden, waarvoor momenteel aanwijzende volumestroommeters voor het koudemedium - zoals meetflenzen, venturimeters e d - zouden moeten worden toegepast Ter bepaling van de volumestroom van het koudemedium worden daarom uitsluitend integrerende volumemeters (bijv ovaalradmeters) gebruikt Uiteraard kunnen tercontrole of vereenvoudiging van de bediening van de proefopstelling daarnaast ook momenteel aanwijzende volumestroommeters worden aangebracht Met een integrerende meter kan de momentele waarde van de volumestroom niet worden bepaald Daarom wordt voor de beproeving volgens deze norm de momentele waarde op het tijdstip r gelijk gesteld aan de gemiddelde waarde van de volumestroom over een interval van één uur, dat zich uitstrekt van een half uur vóór tot een half uur na het tijdstip r Wr.
Vr 3600 s
Koelen
5.21 Koelvermogen Het koelvermogen wordt bepaald uit de enthalpietoename van het koudemedium (zie 5 2 11)
[J/kg]
waarin cp de gemiddelde soortelijke warmte van de koudedrager tussen de temperaturen Tr2 en Tn is
eld
52
[kg/s]
Qr
be
iew
ev
Pr
De beproeving begint nadat de luchtkoeler in de calorimeter is aangebracht en aangesloten op het koelcircuit Zij omvat achtereenvolgens: a het drogen van de lucht in de calorimeter totdat het dauwpunt lager is dan de verdampingstemperatuur van het koudemiddel, с q de intredetemperatuur van de koudedrager volgens de standaardcondities van de beproeving; b het afkoelen van de calorimeter totdat een constante luchttemperatuur is bereikt, die gegeven is door de standaardcondities van de beproeving; с het verrichten van metingen ter bepaling van het droge koelvermogen, gedurende deze periode wordt warmte toegevoerd aan de lucht in de calorimeter, ter wijl de koeler geen vocht aan de lucht onttrekt; d het inschakelen van de luchtbevochtiger en het instel len van de standaardcondities van de beproeving (be gin koelperiode); e het verrichten van metingen ter bepaling van het bruto momentele koelvermogen als functie van de tijd; ge durende de koelperiode worden warmte en waterdamp aan de lucht in de calorimetertoegevoerd om de standaardcondities te handhaven, f het uitschakelen van de luchtkoeler, van de luchtverwarming en van de luchtbevochtiger (einde koelpe riode); g het inschakelen van de ontdooiinrichting (begin ontdooiperiode); h het verrichten van metingen ter bepaling van de ont dooiwarmte; i het uitschakelen van de ontdooiinrichting (einde ontdooiperiode en koelcyclus)
[W]
Qn= m r ( / i r 2 - / 7 r i ) - P v
or
De beproeving dient om van de luchtkoeler onder bepaalde standaardcondities te bepalen: - het droge koelvermogen; - het bruto momentele-koelvermogen tijdens het berijpen als functie van de tijd, - de ontdooiwarmte en de ontdooitijd; - het effectieve koelvermogen
[W]
ftfi>
o)
[m 3 /s]
waarin Фгг is de momentele volumestroom ten tijde t; Vx,? ± 1800 is de aanwijzing van de integrerende volume meter op het tijdstip т ± 1800 s
Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN
Bestelformulier Stuur naar:
NEN Standards Products & Services t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214 2600 WB Delft
NEN Standards Products & Services Postbus 5059 2600 GB Delft Vlinderweg 6 2623 AX Delft T (015) 2 690 390 F (015) 2 690 271
Ja, ik bestel __ ex. NEN 1876:1993 nl Luchtkoelers - Bepaling van de gebruikseigenschappen van berijpende luchtkoelers met gedwongen luchtcirculatie
www.nen.nl/normshop
€ 56.50
Wilt u deze norm in PDF-formaat? Deze bestelt u eenvoudig via www.nen.nl/normshop
Gratis e-mailnieuwsbrieven
Retourneren
Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van normen,
Fax: (015) 2 690 271 E-mail:
[email protected] Post: NEN Standards Products & Services, t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214, 2600 WB Delft (geen postzegel nodig).
normalisatie en regelgeving? Neem dan een gratis abonnement op een van onze e-mailnieuwsbrieven. www.nen.nl/nieuwsbrieven
Gegevens Bedrijf / Instelling T.a.v.
O M
O V
Voorwaarden
• De prijzen zijn geldig tot 31 december 2016, E-mail tenzij anders aangegeven. • Alle prijzen zijn excl. btw, Klantnummer NEN verzend- en handelingskosten Uw ordernummer BTW nummer en onder voorbehoud bij o.m. ISO- en IEC-normen. Postbus / Adres • Bestelt u via de normshop een Postcode Plaats pdf, dan betaalt u geen handeling en verzendkosten. Telefoon Fax • Meer informatie: telefoon (015) 2 690 391, dagelijks Factuuradres (indien dit afwijkt van bovenstaand adres) van 8.30 tot 17.00 uur. Postbus / Adres • Wijzigingen en typefouten in teksten en prijsinformatie Postcode Plaats voorbehouden. • U kunt onze algemene voorwaarden terugvinden op: Datum Handtekening www.nen.nl/leveringsvoorwaarden.
Normalisatie: de wereld op één lijn.
preview - 2016