LTO melkmarktupdate 27 mei 2016 1. Samenvatting De internationale melkmarkt bevindt zich op het diepste punt sinds april 2009. Het marktsentiment verandert wel, dat blijkt ook uit een aantal stijgende zuivelnoteringen. Maar de melkveehouder merkt daar op dit moment nog niets van. Sleutelfactor is de Europese Commissie, die de afgelopen weken grote hoeveelheden mager melkpoeder heeft opgekocht. Afgelopen woensdag bereikten de EU-interventie aankopen het plafond van 218.000 ton. Op 26 mei maakt EU-Commissaris Hogan bekend dat hij het plafond wil verhogen naar 350.000 ton, een belangrijk signaal naar de markt. De markt voor melkvetten heeft geen gebruik hoeven te maken van de EU-interventie – die markt trekt op dit moment duidelijk aan. Er is in Brussel een discussie gaande over tijdelijke productiebeperking. Grote delen van de Europese melkveehouderij en zuivelsector zien daar niets in: een dure maatregel die bijna onuitvoerbaar is, achter de markt aanloopt en uiteindelijk een cadeau is aan onze concurrenten op de open wereldmarkt, waar Europa voor ruim 10% van de afzet van afhankelijk is. 2. Prijzen De gemiddelde melkprijs was in april gedaald tot ver beneden de 30 cent. In maart scoorde de LTO internationale melkprijsvergelijking 27,47 cent (4,2% melkvet). Ter vergelijking: het laagste punt in deze vergelijking, die in 2000 van start ging, werd bereikt in april 2009 met 24,34 cent.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van prijzen betaald door Europese zuivelbedrijven en recente wijzigingen (bron: milkprices.nl):
2014
nr
sept 15
maart16
wijziging: apr2016 mei2016
Granarolo (North)
IT
44.67
2
38.29
38.29
-2.00
FrieslandCampina
NL
41.17
3
27.71
27.69
-1.00
Dairy Crest (Davidstow)
UK
39.45
4
36.41
27.65
-0.80
Arla Foods DK
DK
39.44
5
27.92
27.70
-0.90
Savencia (Basse Normandie)
FR
38.31
6
33.30
29.92
Sodiaal A-price (Pas de Calais)
FR
38.21
7
35.91
30.71
Danone A-price (Pas de Calais)
FR
37.94
8
35.72
31.55
Lactalis (Pays de la Loire)
FR
37.88
9
32.16
29.28
DMK
DE
36.73
10
25.19
24.69
-1.50
DOC Cheese
NL
36.56
11
24.19
24.19
-0.90
Dairygold
IE
23.55
-1.00
Müller(Leppersdorf)
DE
36.46
13
26.38
25.14
0
Glanbia
IE
36.24
14
23.99
22.01
0
Milcobel
BE
36.23
15
26.39
24.26
-1.00
Kerry Agribusiness
IE
36.15
16
26.52
25.34
-1.50
38.62
30.32
27.47
Average milk price Emmi
CH
51.07
54.03
45.78
-
Fonterra
NZ
28.76
21.67
20.29
-
USA class III
US
41.46
35.97
31.41
-
-2.50
-1.00 (juni -1.25)
-2.00
Onderstaande grafiek toont dat het tweewekelijkse GlobalDairyTrade er van de laatste vier veilingen, er drie maal een stijging liet zien. Vol melkpoeder steeg zelfs vier maal op rij. Fonterra heeft gisteren de eerste indicatie voor de melkprijs 2016-17 (van 1 juni t/m 31 mei) afgegeven: NZ$ 4,25 per kg milksolids tegen NZ$ 3,95 voor het lopende seizoen (klik hier). Twee jaar geleden werd nog NZ$ 8,40 betaald.
Op de termijnmarkt in Chicago is er de laatste weken ook sprake van enig prijsherstel. Hierbij de grafiek voor het Class III termijncontract levering april 2017 (US$ 15,40 per hundredweight is omgerekend ongeveer 30 eurocent per kg, bij 3,5% vet):
De volgende tabel geeft een overzicht van prijzen van basiszuivelproducten in US$ per ton. Hieruit blijkt dat Nieuw Zeeland op dit moment het meest concurrerend is op de wereldmarkt. Bij melkvetten is de EU concurrerender dan de VS. Dit is ook de reden dat de stemming in de VS minder optimistisch is (zie bijvoorbeeld hier). De VS importeerde het eerste kwartaal van 2016 meer boter (+90%) en kaas (+30%), en exporteert minder (12,6% tegen 13,4%) dan in 2015. Prijzen in US$ per ton Boter Mager melkpoeder Vol melkpoeder Cheddar kaas
EU 2853 1857 2223 2879
Nieuw Zeeland 2575 1713 2025 2563
VS 4514 1777 2624 2820
In Noordwest-Europa zijn afgelopen weken de roomprijzen gestegen naar € 3,10 per kg. De boterfutures op de European Energy Exchange zijn de afgelopen weken aangetrokken, zie ook onderstaande grafiek).
Foliekaas noteerde vorige week € 2,10, terwijl enkele weken geleden nog beneden de 2 euro werd betaald. Ook mager melkpoeder trekt iets aan, maar de prijs ligt op EU-interventieniveau. 3. Productie Van de vier grote zuivelexporteurs in de wereld, produceren er twee momenteel minder dan vorig jaar rond deze tijd: Nieuw Zeeland en Australië. De VS zat in april nog op +1,2% op jaarbasis, tegen 1,8% in de voorgaande maanden. USDA voorspelt voor heel 2016 nog wel 1,5% groei. Dit heeft te maken met de lagere graanprijzen. Bij een gemiddelde kostprijs van NZ$ 5,20 en een melkprijsindicatie van 4,25 blijft er daarmee vooralsnog druk op de Nieuw-Zeelandse productie. De indicatie kan natuurlijk aangepast worden. Er is één Nieuw-Zeelandse bank die durft te voorspellen dat het seizoen 2016-17 eindigt op NZ$ 6,00. De EU productie valt nu terug en koerst op ongeveer +1% voor 2016. Zowel Duitsland, Frankrijk als het Verenigd Koninkrijk zitten nu op of onder het productieniveau van twaalf maanden eerder. Nederland (FrieslandCampina) zat in week 19 op +7,5% tegen ruim 17% in februari. Denemarken zat de eerste drie maanden van 2016 op +8.8%. Vlaamse melkveehouders leverden in april 3,5% meer dan in dezelfde maand van 2015. Ierland scoorde in april +8% en Italië +4%. Zie voor de productietrend in Duitsland, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk de onderstaande drie grafieken.
De Europese Commissie berekent op basis van slachtcijfers dat de EU-melkproductie in 2016 met 1,4% groeit. De eerste drie maanden van 2016 was er nog flinke groei, omdat er in dezelfde maanden van 2015 nog een quotum was. Maar tegen eind 2016 wordt een productie-afname verwacht. Dit kan nog wel eens veel sneller gaan, gezien de laatste ontwikkelingen in Engeland, Duitsland en Frankrijk. Natuurlijk is het weer in deze berekening de grote onbekende. Verder ligt de melkprijs in Italië nog steeds op een relatief hoog niveau en zou dat land het hele jaar in de plus kunnen blijven.
Samengevat ziet de mondiale melkproductiesituatie voor 2016 er als volgt uit: Land Melkproductie Geschatte productiegroei (%) Groei (mld kg) in 2016 t.o.v. 2015 EU 150 +1.0 1.5 USA 96,7 +1.5 1.5 Nieuw Zeeland 20 -1.0 -0,4 Australië 9,4 0.0 0,0 Totaal 287 2,6 Mondiale 750 Groei per jaar + 1,7% volgens 12,8 productie laatste FAO/OESO-voorspellingen Wereldmarkt 60 Ten opzichte van de wereldmarkt, en de steeds optimistische inschattingen voor de lange termijn groei, is de melkproductiegroei zeer gematigd te noemen. 4. Vraag Twee bepalende factoren voor de EU-export zijn China en Rusland. Dat laatste is een bekend verhaal. Rusland was goed voor 25% van onze kaasexport, maar is door politieke omstandigheden – een handelsboycot – uit onze exportstatistieken verdwenen. De Russische sancties lopen tot augustus, de EU-sancties jegens Rusland tot 30 juni. Dit betekent dat de Europese Raad (28 regeringsleiders) eind juni een besluit moeten nemen. Hoewel er sprake is van enig contact op hoog niveau, is de kans op dit moment klein dat de handelsbelemmeringen worden opgeheven. De EU is namelijk ontevreden over de uitvoering van het zogenaamde Minsk-akkoord. De voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker gaat half juni wel Rusland voor gesprekken. COPA-COGECA en LTO dringen aan op een oplossing: de boeren en tuinders worden nu gestraft voor iets waar ze part noch deel aan hebben. Dat geldt ook voor de inwoners van Rusland, want zij hebben te maken met minder aanbod van zuivel, en dan ook nog voor een deel op basis van plantaardige ingrediënten. Volgens de Europese handel is de Russische melkproductie met 2% gekrompen. Het nieuws uit China is dat er de eerste drie maanden van 2016 meer is geïmporteerd dan in dezelfde maanden van 2015. In april wil het importcijfer van poeders weer tegen, maar de import van houdbare melk was wel met 75% toegenomen. Al met al erkennen zowel zuivelindustrie als -handel dat het sentiment in de markt verandert: “We are starting to see changes” en “We feel market sentiment has changed”, klonk het op het Milk Market Observatory van 24 mei. Positief is ook de gezonde Amerikaanse markt. Voor kaas is de VS op dit moment Europa’s grootste afzetmarkt. Deze afzet is het afgelopen jaar ook met 18% gegroeid. Deze situatie betekent ook dat de VS minder dominant is op de wereldmarkt. Naast Nieuw Zeeland blijft de VS voor ons wel een concurrent in landen als Zuid-Korea en Japan. De olieprijs lijkt na een dieptepunt van 27 dollar per vat in februari geleidelijk weer aan te trekken. Deze week werd het plafond van 50 dollar doorbroken. Zie onderstaande grafiek. Dit geeft olieexporterende landen mogelijk weer wat lucht.
Goed nieuws was deze week dan ook dat een belangrijke olie-exporteur, Algerije, weer een tender aangekondigd voor de aankoop van 20-30 duizend ton mager melkpoeder, voor levering in de periode juli-oktober. Volgens de EU-organisatie van supermarkten, EuroCommerce, is het consumentenvertrouwen in veel EU-lidstaten nog niet goed. Op de vraag of de retail de prijsverlagingen die de boeren aan den lijve ondervinden ook doorgeeft aan de consument, komt meestal geen antwoord. Jonge kaas (4 weken gerijpt, 48+) ligt meestal nog voor dezelfde prijs in de winkel als een jaar geleden; de marge tussen fabriek en consument is derhalve met een euro per kg toegenomen. De winkelprijzen voor verse zuivel en boter zijn overigens wel gedaald. 5. GLB-marktbeleid De Europese Commissie koopt op dit moment mager melkpoeder in (“interventie”). Dit gaat tegen een gegarandeerde prijs van € 1698 per ton. Boven een bepaald niveau kan de Europese Commissie die garantieprijs loslaten en gaan tenderen. De prijs kan dan zakken. Het plafond waarboven de vaste prijs interventie overgaat in tenderen is 109.000 ton. In april is dit plafond al verhoogd naar 218.000 ton. Dat volume werd deze week al bereikt na weken van meer dan 20.000 ton opkopen per week. LTO heeft er steeds op aangedrongen om de bodem in de markt te handhaven. EU-Commissaris Phil Hogan zei donderdagochtend 26-5 toe dat hij het plafond opnieuw wil verhogen; nu naar 350,000 ton. Dit is een belangrijk signaal want het geeft rust in de markt. In 2009 kocht de Europese Commissie voor 280.000 ton aan mager melkpoeder in. Deze voorraad was medio 2011 alweer weggewerkt. De Commissie was toen in staat om voorraad tegen winst te verkopen. Er was toen ook sprake van boterinterventie, die is er nu niet. De boterprijs is het afgelopen jaar steeds boven de interventieprijs gebleven. De EU geeft ook subsidie voor private opslag van mager melkpoeder en boter. Begin mei was de voor deze regeling bekende voorraad ongeveer 35.000 ton mager melkpoeder, 75.000 ton boter en 35.000 ton kaas. De Europese zuivel geeft op de bijeenkomsten van het Milk Market Observatory altijd schattingen voor de totale zuivelvoorraad in de EU. Op 24 mei werden de volgende cijfers gegeven: mager melkpoeder 350.000 ton, boter 180.000 ton en kaas 280.000 ton. De situatie voor de boter is relatief gunstig met dank aan de goed lopende export.
6. EU-politiek De lage melkprijzen geven aanleiding tot het nodige politieke debat in Brussel; daarom maar even een extra hoofdstuk in deze melkmarktupdate. Zo belegde het Europees Parlement afgelopen week extra vergaderingen om over de situatie in de melkveehouderij te spreken met de Europese Commissie (de Ierse Commissaris Phil Hogan en DG Agri directeur Joost Korte) en het voorzitterschap van de EU-landbouwraad (tot eind juni is dat Nederland, afgelopen week vertegenwoordigd door ‘vice minister’ Hans Hoogeveen). Hoogeveen geeft aan dat er eind juni door de EU-landbouwministers gesproken wordt over de mogelijkheid om tijdelijk en collectief melkproductie te beperken (op basis van “Artikel 222” van de gemeenschappelijke marktordening van het GLB). Dit zouden coöperaties, producentenorganisaties en interbranche-organisaties gezamenlijk kunnen voorstellen. Tot 12 oktober 2016 maakt de Europese mededinging hiertegen geen bezwaar, zo is in Brussel afgesproken. Maar er is geen belangstelling voor deze mogelijkheid, omdat niemand wil betalen. Logisch: het zou een erg dure maatregel zijn. De tijdelijke productiebeperking door FrieslandCampina in januari 2016 kostte de coöperatie 40 cent per kg. Geld dat door de boeren zelf opgebracht moet worden. Sommige EU-lidstaten willen gebruik maken van het crisisfonds van het GLB. In deze pot zit in 2016 € 441 miljoen. LTO, en COPA-COGECA zijn hier tegen: dat is voor boeren ook een sigaar uit eigen doos. Het geld wordt namelijk van de GLB-betalingsrechten afgeroomd. En dan gaat daarmee de deur ook open voor jaarlijks gebruik: vandaag deze sector, morgen weer een andere. Het hek is dan van de dam. De Europese Commissie geeft toe dat ze is verrast door de toename van de melkproductie na de beëindiging van het melkquotum op 31 maart 2015. Kennelijk zijn alle waarschuwingen voor een hard landing in de jaren vóór 2015, en de pleidooien om in 2013/2014 meer te doen om een zachte landing te bewerkstelligen, vergeten. Toegegeven: natuurlijk is de Russische boycot een andere, belangrijke factor waar niemand rekening mee kon houden. De Europese Commissie, daartoe onder zware druk gezet van landen als Frankrijk, moedigen de sector nu aan om gebruik te maken van artikel 222, wetende dat er weinig belangstelling voor zal zijn! De Europese Commissie vraagt ook nog wel eens naar de bekende weg: waarom duurt het zo lang voordat boeren reageren op lagere prijzen? Antwoord: tussen insemineren en melken zit zeker drie jaar. In de varkenshouderij kan de cyclus twee jaar duren. In de plantaardige sector meestal een jaar, met uitzondering van fruitteelt en andere meerjarige gewassen. Land- en tuinbouw is een andere sector dan bijvoorbeeld de auto- of frisdrankenindustrie, waar je in de fabriek even aan de knoppen kan draaien, als de markt veranderd. Natuurlijk ook gechargeerd, maar in de land- en tuinbouw werken we met levende wezens en biologische processen. Behalve dat de financiering van ‘artikel 222’ op verzet stuit, zijn er allerlei andere redenen aan te voeren waarom productiebeperking niet zinvol is: - Europa is ruim 10% exporterend voor zuivel. Wat wij minder produceren, wordt op de wereldmarkt al snel overgenomen door Nieuw Zeeland, Australië, de VS en andere landen. Productie beperken is een cadeau aan onze concurrenten op de wereldmarkt. En dat terwijl de EU-export het afgelopen jaar is gegroeid; - Het duurt vele maanden voor zo’n maatregelen ingevoerd zou zijn. Het moet namelijk per boer geregeld worden: referentiehoeveelheden, referentieperioden etc. Dat betekent enorme uitvoeringskosten en bureaucratie. Het EU-noodpakket van september 2015 van 420
-
-
miljoen euro kan als voorbeeld dienen: na acht maanden is dit in alle EU-lidstaten nog steeds niet benut. In veel landen binnen en buiten de EU neemt de melkproductie nu al af. Zo meteen wordt er betaald voor iets dat sowieso al niet meer geproduceerd werd. Met zo’n maatregel fiets je achter de markt aan. Net nu de marktstemming iets lijkt te veranderen, extra productie gaan beperken, leidt ook alleen maar tot extra prijsschommelingen. Minder melk betekent waarschijnlijk meer koeslachtingen, hetgeen de markt voor rundvlees nadelig zou beïnvloeden. In veel EU-lidstaten hebben regeringen er bij de laatste GLB-hervorming voor gekozen om weer gekoppelde premies te gaan uitkeren, bijvoorbeeld van 2 cent per kg melk of een premie per dier. Dat is vooral het geval in berggebieden. Dat betekent dat die koeien voor de GLB-controles het hele kalenderjaar moeten blijven staan.
Overigens zouden lidstaten gebruik kunnen maken van staatssteun, tot € 15.000 per bedrijf per jaar, voor de financiering van productiebeperking. Dat mag van Brussel Nog geen enkele lidstaat heeft aangekondigd om zelf de beurs te gaan trekken; het hemd is natuurlijk nader dan de rok! De Europarlementariërs trokken afgelopen week in de debatten flink van leer: “Er is een melkoorlog gestart”, “De grootste crisis in een mensenleven” en “Dramatisch”. Velen pleiten voor productiebeperking. Fransman Michel Dantin vroeg om een regeling voor pensionering van boeren ouder dan 65 jaar oud “zodat er ruimte komt voor jongeren”. Het debat over de lage prijzen in de markt voor zuivel (en ook varkensvlees) geeft ook aanleiding tot een pleidooi voor voortgezet Europees landbouwbeleid (GLB) na 2020. Joost Kort: “Gemiddeld krijgen boeren 40% van hun gezinsinkomen uit het GLB. Hoezo doorgeschoten liberalisering?”. Verder wordt er door Hogan en Korte verwezen naar de EU Task Force van Cees Veerman, die in oktober met een advies mag komen. Eerder deze week gaf Veerman trouwens al aan dat hij onmogelijk aan alle deze hooggespannen verwachtingen kan voldoen. De discussie over prijzen voor melk- en varkensvlees wordt gevoerd terwijl de Duitse minister voor ontwikkelingssamenwerking deze week op een bijeenkomst in Turkije pleitte voor besteding van 10% van het EU-budget voor de vluchtelingencrisis. Klaas Johan Osinga