LTH 2012 Universiteit Leiden
Lange Termijn Huisvestingsplan Versie 31 januari 2005 Expertisecentrum Vastgoed
LTH 2012
i
Inhoudsopgave1 Management samenvatting .................................................................................1 1
Inleiding .......................................................................................................10 1.1 1.2 1.3 1.4
2
Strategie........................................................................................................13 2.1 2.2
3
Huisvestingsknelpunten 2012 .....................................................................................42 Schuifplan Binnenstad.................................................................................................43 Schuifplan Boerhaave-campus....................................................................................48 Schuifplan Gorlaeus-campus ......................................................................................51 Studentenhuisvesting...................................................................................................53 Financiële consequenties LTH 2012 ...........................................................................55 Conclusies ....................................................................................................................57
Scenarioanalyse ...........................................................................................60 7.1 7.2 7.3 7.4
8
Kwantitatieve confrontatie vraag en aanbod..............................................................38 Huisvestingsknelpunten ..............................................................................................40
Integraal schuifplan ....................................................................................42 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
7
Studenteninstroom en personeelsaantallen ...............................................................26 Ruimtebehoefte universitaire gebruikers ...................................................................29
Confrontatie vraag en aanbod ....................................................................38 5.1 5.2
6
Kwantitatieve analyse per cluster ................................................................................21 Kwalitatieve analyse per cluster...................................................................................23 Ontwikkelingen in de vastgoedportefeuille................................................................24
Vraagprognose 2012....................................................................................26 4.1 4.2
5
Universitaire strategie..................................................................................................13 Koppeling universitaire en vastgoedstrategie.............................................................16
Aanbodanalyse.............................................................................................19 3.1 3.2 3.3
4
Doelstelling LTH..........................................................................................................10 Randvoorwaarden en uitgangspunten........................................................................10 Aanpak..........................................................................................................................11 Leeswijzer .....................................................................................................................11
Uitgangspunten............................................................................................................60 Ruimtebehoefte scenario.............................................................................................60 Huisvestingsconsequenties scenario´s ........................................................................61 Huisvestingsplan..........................................................................................................62
Universiteit Leiden in 2012 .........................................................................63 8.1 8.2 8.3
Universitaire vastgoedportefeuille in 2012.................................................................63 Waarborging Lange Termijn Huisvestingsplan .........................................................67 Resumé .........................................................................................................................68
Bijlagenlijst .........................................................................................................69 1
Bijgewerkte versie dd. 4 mei 2005, zie bijlage 8.
LTH 2012
ii
Management samenvatting Het Lange Termijn Huisvestingsplan reikt een heldere huisvestingskoers aan Het Expertisecentrum Vastgoed heeft een Lange Termijn Huisvestingsplan (LTH) voor de periode 2005-2012 ontwikkeld. Doelstelling van het LTH is inzicht geven in de huisvestingskoers die de Universiteit Leiden de komende jaren zal moeten voeren om tot een stabiele vastgoedportefeuille te komen. Het gaat hierbij om een portefeuille die: • kwantitatief en kwalitatief voorziet in de behoefte van de verschillende gebruikers; • voldoende flexibel is om piekbelastingen op te kunnen vangen; • in kan spelen op wijzigingen in de ruimtevraag. De huisvestingskoers is afgeleid van de verwachte interne en externe ontwikkelingen en de algemene strategie van de Universiteit Leiden. Richting het College van Bestuur (CvB) wordt met het LTH een strategisch kader geboden waarmee zij grip kan houden op de huisvestingsconsequenties van de diverse ontwikkelingen, en waarbinnen de noodzakelijke besluitvorming door EC Vastgoed kan worden voorbereid. Interne en externe ontwikkelingen vereisen aanpassingen in de vastgoedportefeuille De Universiteit Leiden wordt geconfronteerd met diverse interne en externe ontwikkelingen, die in meer of mindere mate consequenties voor haar huisvesting hebben. Deze ontwikkelingen zijn in beeld gebracht aan de hand van diverse publicaties, waaronder die over het LUWP en de internationalisering (beide 2003) alsmede het eindrapport ‘Kiezen voor Talent’(maart 2004). De belangrijkste ontwikkelingen vanuit huisvestingsperspectief zijn: • onderwijsontwikkelingen: de invoering van het Bachelor-Masterstelsel, de toenemende differentiatie in opleidingen, de groeiende behoefte aan ‘face-to-face’onderwijs en de (extra) instroom van buitenlandse studenten; • toenemende concurrentie, zowel internationaal als nationaal (van andere universiteiten alsmede van hogescholen) met als gevolg dat marketing steeds belangrijker wordt; • politiek/bestuurlijke ontwikkelingen: een terugtredende overheid en dientengevolge een grotere financiële verantwoordelijkheid voor de universiteiten zelf; • technische ontwikkelingen: toenemend gebruik van ICT in het onderwijs, benadering van nieuwe doelgroepen door ‘long-distance-learning’, digitalisering etc. Er is ten aanzien van de verwachte ontwikkelingen sprake van een aantal onzekerheden en/of aanvullende randvoorwaarden, die met name ten tijde van de totstandkoming van het LTH actueel zijn geworden: • qua studenteninstroom en personeelsaantallen wordt in de kadernota van augustus 2004 uitgegaan van: − stabilisatie van de totale studenteninstroom in de komende jaren op circa 4.100 studenten/jaar; − stabilisatie van de personeelsaantallen tot 2012 op het niveau van 2004. Deze begrenzingen zijn als uitgangspunt gehanteerd in het LTH. Echter, om ze te realiseren is de introductie van maatregelen, zoals numerus fixus en selectie ‘aan de poort’, onontbeerlijk; • de ontwikkeling in de omvang van de zijinstroom en –uitstroom in de komende jaren is nog onduidelijk. In het LTH wordt er van uitgegaan dat beide aan elkaar gelijk zullen zijn; • besloten is tot het invoeren van een uniforme jaarindeling. Hierdoor ontstaan kansen om de vakantieperioden beter te benutten (bijvoorbeeld ‘Summer Schools’). Logische voorwaarde voor het succesvol kunnen invoeren van een uniforme jaarindeling is een adequaat zaal reserveringssysteem en eventueel het tijdelijk aanhuren van extra ruimten (bv. gymzalen) om de piekbelasting van ruimten op te kunnen vangen; • omtrent de onderwijsvernieuwing en de wijzigingen in de curricula in de komende jaren is op dit moment nauwelijks informatie bekend. Ditzelfde geldt voor de huisvestingsconsequenties. Bovengenoemde, alsmede nieuwe ontwikkelingen zullen de komende tijd nauwgezet moeten worden gevolgd. Waar nodig zal het LTH moeten worden bijgesteld. Het LTH is dan ook géén statisch document. Het zal periodiek moeten worden afgestemd op de dynamische omgeving waarin het hoger onderwijs opereert.
1
De vastgoedstrategie: een passend antwoord op interne en externe ontwikkelingen De vastgoedstrategie geeft aan hoe op het gebied van huisvesting invulling wordt gegeven aan de ontwikkelingen en de universitaire doelstellingen. De strategie is opgehangen aan de speerpunten van de universiteit. Per speerpunt zijn middelen benoemd die vanuit het perspectief van vastgoed een bijdrage kunnen leveren aan de verwezenlijking van de speerpunten. Speerpunten en middelen vormen gezamenlijk de vastgoedstrategie (zie tabel 1). Middelen Fysiek
Organisatorisch Sturing op kwantiteit
- verhogen bezettingsgraad - invoeren zaalreserveringssysteem
- realiseren flexibel indeelbare zalen - facility sharing
- bedrijfstijdverlenging
- digitalisering bibliotheek
- uniforme jaarindeling
- intensivering gebruik bestaande infrastructuur
Geografische clustering - oplossen overschot en tekort aan ruimte en uitwisselen ruimtegebruik per deelgebied - (aantal) nieuwbouwlocatie(s) als reserve per deelgebied
- ‘vermarkten’ zalen
Speerpunten
Sturing op kwaliteit
- bevorderen imago en uitstraling universiteit - ontwikkelen integrale visie op Leeuwenhoek en Binnenstad - inzet ICT t.b.v. serviceverlening
Efficiënte bedrijfsvoering
- interne kwaliteit (opgeruimde en schone collegezalen) - realiseren van een ‘gezonde’ mix van functies
- per deelgebied een duidelijk herkenbare uitstraling, karakteristieken en kwaliteit (eenduidigheid)
- inrichting onderwijs-zalen zal in toenemende mate gericht zijn op het gebruik van PC’s
- (financieel) doorvoeren HVM
- efficiënte en betere dienstverlening door concentratie capaciteit
- onderzoek alternatieve financieringsbronnen - ‘vermarkten’ van onderwijs - ´summer schools´
Tabel 1: Vastgoedstrategie (speerpunten en middelen)
Korte karakterisering van de vastgoedportefeuille van de Universiteit Leiden anno 2004 De totale vastgoedportefeuille van de Universiteit Leiden heeft een omvang van circa 222.000 m2 nuttig vloeroppervlak en bestaat uit circa 70 individuele gebouwen, waarin ruim 50 verschillende faculteiten, instellingen en bedrijven gehuisvest zijn. Binnenstad Totaal vloeroppervlak (m NO) (*) Belangrijkste ruimtesoort(en) (**) • (Zelf)studieruimte • Onderwijsruimte • Kantoorruimte • Laboratoriumruimte • Bibliotheekruimte • Overige ruimte (***) Gebruikers (% in totaal m2 NO) • Faculteiten/instellingen • Bestuur/expertisecentra/diensten • Overigen (derden) Type faculteiten 2
Circa 91.000
Gorlaeus Circa 85.000
• • • • • •
• • • • • •
11% 7% 40% 5% 23% 14%
• 74% • 18% • 9% Alfa
1% 11% 29% 32% 4% 23%
• 92% • 8% • 0% Bèta
Leeuwenhoek Boerhaave Circa 39.000 • • • • • •
2% 15% 38% 21% 6% 19%
• 95% • 1% • 4% Gamma
Tabel 2: Karakterisering vastgoedportefeuille op hoofdlijnen 2 (*) Circa 6.700 m NO is in het LTH buiten beschouwing gelaten. Het betreft gebouwen met een specifiek(e) (representatief of technisch) ruimtegebruik c.q. functie, zoals de wintertuin, de oranjerie, de plantenkassen en de telefooncentrale. (**) De vet weergegeven percentages vormen procentueel gezien de belangrijkste ruimtesoorten per cluster. (***) De categorie ‘overige ruimte’ bevat in de Binnenstad m.n. bergingen/garages en restaurants/keukens. In de Leeuwenhoek gaat het met name om bergingen/garages en, in mindere mate, om restaurants/keukens.
2
Binnenstad: • veelal oude, deels monumentale panden, karakteristiek voor de Universiteit Leiden; • panden leveren over het algemeen een grote bijdrage aan uitstraling en imago universiteit; • interne en externe flexibiliteit2: matig tot slecht. Uitzondering qua interne flexibiliteit vormt het onlangs in gebruik genomen Kamerlingh Onnes Gebouw (KOG); uitzondering qua externe flexibiliteit vormen Sterrewacht en Van der Klaauw en het WSD-complex; • technische staat: overwegend als goed of matig te beoordelen. Uitzondering hierop vormen met name het Academiegebouw, de Sterrewacht en het Van der Klauwlaboratorium (slechte technische staat). Boerhaave: • met name Anatomie, Pathologie en Fysiologie leveren belangrijke bijdrage aan de uitstraling en het imago van universiteit; zal eveneens gaan gelden voor de nieuwe gebouwen van het LUMC; • huidige Boerhaavepanden scoren ‘slecht’op het aspect ‘interne flexibiliteit’. Met uitzondering van het Pieter de la Court is de externe flexibiliteit wel als goed te beoordelen; • technische staat varieert sterk. Met name de Boerhaavepanden scoren slecht op dit aspect. Gorlaeus: • externe flexibiliteit: over geheel genomen goed; • bijdrage aan imago van de universiteit, de interne flexibiliteit en de technische staat zijn overwegend als matig (tot slecht in een aantal gebouwen). Lopende en reeds geplande ontwikkelingen in de vastgoedportefeuille Ten tijde van de totstandkoming van het LTH heeft de faculteit der Rechtsgeleerdheid het KOG (circa 13.900 m2) in gebruik genomen. Diverse panden, met name in de binnenstad, komen hierdoor geheel of gedeeltelijk vrij (totaal circa 10.900 m2). Hiervan zijn de panden aan de Hugo de Grootstraat 25, 27 en 27a en 32 recentelijk verkocht en overgedragen.3 Witte Singel 103 is ook reeds verkocht en wordt per 1 maart 2005 overgedragen. Voor de komende jaren staat nog een aantal andere ontwikkelingen in de portefeuille gepland, waarover reeds besluitvorming heeft plaatsgevonden dan wel op korte termijn zal volgen: • Renovatie Academiegebouw: de huidige gebruikers worden tijdelijk elders gehuisvest. Het ruimtegebruik zal na renovatie gewijzigd zijn t.o.v. de huidige situatie; • Nieuwbouw LUMC: panden in het Boerhaavegebied en Sylvius (totaal circa 28.300 m2) komen vrij. Omvang nieuwbouw O&O ten behoeve van de Universiteit is circa 20.300 m2; • Realisatie unilocatie voor faculteit der W&N: Sterrewacht / Van der Klaauw, Clusius (totaal circa 12.800 m2) komen vrij; • Nieuwbouw Universitair Sportcentrum: omvang huisvesting USC neemt toe van de huidige 3.600 m2 naar circa 6.000 m2 nieuwbouw nabij Gorlaeus; • Huurcontract Stationsplein 240 loopt af in september 2007; pand verdwijnt uit portefeuille (circa 2.500 m2). Gebruikers (UFB en studentenhuisvesting) worden elders gehuisvest. De huisvestingsbehoefte van de Universiteit Leiden 2005-2012 Het huidige ruimtegebruik van alle gebruikers samen bedraagt anno 2004 circa 222.000 m2 NO4. Op basis van het RBM (en de uitgangspunten zoals vermeld in het eerste deel van deze samenvatting) wordt de ruimtebehoefte van deze gebruikers in 2012 geprognosticeerd op circa 183.000 m2 NO. Bij deze prognose dient de onderstaande kanttekening te worden geplaatst. De ruimtebehoefte van de faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen (faculteit der W&N) bedraagt volgens het RBM circa 39.000 m2 NO. Het huidige ruimtegebruik bedraagt circa 64.000 m2 NO. De eerste doelstelling met betrekking tot de huisvesting van de faculteit is volledige concentratie op de Gorlaeuscampus. Dit zal het ruimtegebruik medio 2006/2007 terugbrengen naar bijna 51.000 m2 2
Interne flexibiliteit: mogelijkheid tot het herinrichten, multifunctioneel inrichten en efficiënter gebruiken van het gebouw. In oude gebouwen is deze flexibiliteit veelal kleiner. Externe flexibiliteit: mogelijkheid tot het uitbreiden van het gebouw of het realiseren van nieuwbouw in de directe nabijheid. 3 HdG 32 is verkocht aan SLS Wonen t.b.v. studentenhuisvesting. HdG 25, 27 en 27a zijn verkocht aan een commerciële ontwikkelaar t.b.v. zowel appartementen voor de markt als voor gasten van de universiteit (20 appartementen). 4 Dit is inclusief circa 600 m2 NO (Rapenburg 32 en Pathologie) aan leegstand en ruim 20.000 m2 NO aan niet-normeerbare ruimten, zoals parkeergarages, stallingen, magazijnen/bergingen en specifieke functies zoals wintertuin, plantenkassen, kinderopvangcentrum e.d. meegeteld. Hierin zijn tevens de recentelijk verkochte HdG-panden enWitte Singel 103 opgenomen.
3
NO (conform huidige planinzichten, de zogenoemde variant 2b). Tweede doelstelling is een verdere afname van het ruimtegebruik naar de normatieve behoefte. Bij de keuze van het Gorlaeus voor de huisvesting van de faculteit der W&N was reeds bekend dat dit ingrijpende aanpassingen in de gebouwen vereist. Over het realiseren van deze tweede doelstelling heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden en vooralsnog wordt voor de komende jaren uitgegaan van een blijvend surplus in het ruimtegebruik van de faculteit der W&N. Gegeven deze kanttekening komt de aangepaste prognose voor 2012 uit op circa 195.000 m2 NO. Naast de faculteit der W&N draagt het LUMC in belangrijke mate bij aan de daling ten opzichte van het huidige ruimtegebruik (van circa 28.300 m2 NO naar circa 20.300 m2 NO). Daar staat tegenover dat een aantal andere gebruikers een (lichte) stijging in de ruimtebehoefte laat zien ten opzichte van het huidige ruimtegebruik (situatie eind 2004), waarvan (in m2 -omvang) de belangrijkste zijn: •
• •
Faculteiten en instellingen: − Faculteit der Sociale Wetenschappen (+ circa 1.000 m2 NO in verband met huidig ruimtetekort in PdlC) − Leiden University School of Management (+ circa 600 m2 NO als gevolg van een gewenste toename van het aantal MBA-studenten met circa 120) − Faculteit der Letteren (+ 150 m2 NO als gevolg van een lichte toename in het aantal fte’s) − Faculteit der Archeologie (+ 60 m2 NO kantoorruimte als gevolg van blijvend hoge instroom en groei 2e geldstroom in 2004/2005); Bestuur, expertisecentra en diensten: − Universitair Sport Centrum (+ 2.400 m2 NO als gevolg van de uitbreidingsplannen (nieuwbouw; op basis van voorlopig PvE)); Overige gebruikers (subcategorie huurders ‘betalend’): − Biopartner Center Leiden (+2.900 m2 NO als gevolg van gewenste groei).
De UB ontwikkelt momenteel een visie op de opslag van haar collecties (o.a. digitalisering, opslag op afstand). Uitgangspunt is om voor eventuele groei oplossingen te vinden binnen de contouren van het huidige gebouw. Vertaald naar de drie gebieden kunnen de volgende conclusies worden getrokken: • • •
In de Binnenstad zal de komende jaren sprake zijn van een lichte groei van de hier gehuisveste faculteiten; In Boerhaave zal sprake zijn van krimp in het ruimtegebruik van de faculteit der W&N (uithuizing Clusius) en het LUMC. De Faculteit der Sociale Wetenschappen zal een lichte groei laten zien; Op het Gorlaeus zal sprake zijn van concentratie van de faculteit W&N. Groei in dit cluster wordt met name veroorzaakt door Biopartner Center Leiden en het USC.
Het aandeel van de faculteiten en instellingen in het totale ruimtegebruik zal licht dalen (van 86% naar 81%). Binnen de categorieën ‘bestuur, expertisecentra en diensten’en ‘overige gebruikers’ zal daarentegen sprake zijn van een lichte toename. Confrontatie van vraag en aanbod naar huisvesting: kwantitatieve knelpunten Uit de confrontatie van vraag en aanbod voor de komende periode is naar voren gekomen waar sprake is c.q. zal zijn van een (tijdelijke) ‘mismatch’. Deze staan vermeld in tabel 3. Type mismatch Te herbestemmen ruimte
Cluster Academiegebouw Rapenburg 38 en 59 Gravensteen Sterrewacht / Van der Klaauw Boerhaave Sylvius
Tekort aan ruimte
WSD
Tijdelijke mismatch / herbestemmen
Academiegebouw
Pieter de la Court
Tabel 3: Clusters met kwantitatieve knelpunten.
4
Integraal schuifplan voor de periode 2005-2012 Binnenstad • Het Academiegebouw zal vanwege de slechte bouwtechnische staat een renovatie ondergaan (2006/2007). De locatie voor de tijdelijke herhuisvesting van de protocollaire functies uit het Academiegebouw alsmede de gebruikers van het gebouw ná renovatie, dienen de komende tijd nader te worden bepaald. In afwachting van de renovatie maken de faculteiten der Letteren en Archeologie tijdelijk gebruik van een aantal ruimten in het Academiegebouw. • Het LUWP/International Office zal verhuizen naar het Gravensteen (2005); de LUSM blijft voorlopig in het Gravensteen gehuisvest. Beide organisaties kennen dezelfde doelgroep. Huisvesting in hetzelfde pand is mogelijk, mits sprake is/blijft van een gematigde groei (m.n. LUSM). Het International Office wenst gehuisvest te worden in een professioneel en representatief pand in de nabijheid van het ICS en Bestuursbureau. Op grond hiervan is gekozen voor het Gravensteen. • Rapenburg 32 wordt vooralsnog aangehouden als opvang voor de groei van LUSM en/of LUWP/International Office. Op langere termijn is hiervoor ook eventueel het Academiegebouw beschikbaar. • Het is wenselijk voor het ISIM een unilocatie te creëren. Het ISIM wenst een locatie met een hoogwaardige uitstraling. Op basis hiervan is gekozen voor concentratie op het Rapenburg 38 en 59, samen met de faculteit der Kunsten. Beide panden worden gerenoveerd (2004/2005). • Het AHM verhuist naar tijdelijke huisvesting voor de duur van de renovatie van het Academiegebouw en keert dan terug naar dit gebouw. • Na vertrek van de faculteit der W&N zal het Sterrewachtgebouw worden gerenoveerd. Hier zullen (vermoedelijk) begin 2009 de School for Advanced Studies, de Faculty Club, een bezoekerscentrum en werkkamers voor internationale studenten worden ingehuisd. Het Van der Klaauwlaboratorium, Singelgebouw en Sterrewachtlaan 1-4 worden verkocht. • Ontwikkelingen in de huisvesting van de UB zijn afhankelijk van de visie waar momenteel door de UB aan wordt gewerkt. De huisvestingsconsequenties zullen te zijner tijd nader in beeld moeten worden gebracht. • In het WSD-cluster ontstaat ruimtetekort door groei binnen de faculteiten der Archeologie en Letteren. Deze zal worden opgevangen door: − optimalisatie gebruik van Witte Singelcomplex Noord en Zuid; − benutting vrijkomende ruimte na de renovatie van het Academiegebouw; − herindeling van de 2e verdieping van het Lipsius (extra ruimte t.b.v. Letteren en Archeologie); − optimalisatie zalenroostering; − eventuele nieuwbouw: dakopbouwen op de Witte Singelgebouwen en mogelijk de palenlocatie. Boerhaavecampus + Sylvius • Zelfs met de huidige studentenaantallen en het zeer efficiënte gebruik van het gebouw blijft het Pieter de la Court (PdlC) tè klein voor de faculteit der Sociale Wetenschappen, ICLON en het ASC tezamen. Na het vertrek van het LUMC kunnen de Boerhaavegebouwen worden ingezet om dit tekort op te vangen. • Medio 2005 start Sociale Wetenschappen met de verbouwing van het restaurant. Hierdoor zal een aantal werkkamers moeten verhuizen. Na afweging van mogelijkheden is besloten op korte termijn tijdelijke units naast het PdlC te plaatsen, waarin de onderwijsruimten voor Sociale Wetenschappen kunnen worden gehuisvest alsmede, door doorschuiving in het PdlC, de extra ruimtebehoefte van ICLON kan worden opgevangen (periode 2005 t/m 2007). • Medio 2006 zal het LUMC de Boerhaavegebouwen en het Sylvius verlaten. Op basis van de thans beschikbare informatie lijkt behoud van één van de Boerhaavepanden voor de universiteit voldoende. Fysiologie lijkt hierbij de beste mogelijkheden te bieden (functioneel en technisch). Na vertrek van het LUMC zal dit pand worden gerenoveerd en heringericht voor Sociale Wetenschappen en mogelijk het UFB (vanuit Stationsplein). Overige gebruikers dienen nader te worden bepaald. Vervolgens kan de begane grond en het voorterrein van het PdlC ingrijpend worden gemoderniseerd. Nabij Fysiologie bestaat tevens de mogelijkheid voor nieuwbouw ten behoeve van de Universiteit (reservelocatie). • Anatomie, Pathologie (2006) en Clusius (2007, wellicht later)) zullen worden verkocht. • Het Sylvius zal worden gerenoveerd (2006/2007). Dit pand wordt ingezet als bedrijfsverzamelgebouw. De Annex/gebouw 3 zal ingezet worden ten behoeve van de uitbreiding van Biopartner.
5
Gorlaeuscampus + Universitair Sportcentrum • Ten behoeve van de concentratie van het IBL (nu gehuisvest in de Sterrewacht en het Clusiuslaboratorium) op de Gorlaeuscampus wordt op dit moment een plan opgesteld met meerdere varianten. Deze inhuisoperatie (circa 10.500 m2) wordt één van de zwaarste projecten in de komende planperiode. Het Snellius en Van Steenis zijn onderdeel van de locatie en blijven voorlopig ongewijzigd in gebruik. • Het Universitair Sportcentrum zal op korte termijn door nieuwbouw vervangen worden (realisatie gepland 2006/2007). De sportvelden zullen in ieder geval verplaatst worden van de Plesmanlaan naar de Max Planckweg (2006). Studentenhuisvesting De komende jaren zal op diverse locaties van de Universiteit Leiden studentenhuisvesting worden gerealiseerd. Thans wordt op de locatie Rijnfront tijdelijke studentenhuisvesting gerealiseerd (circa 550 eenheden, 5 jaar). Andere belangrijke, toekomstige locaties vormen de locatie Wassenaarseweg en de af te stoten panden Clusius en Anatomie. Er wordt vooralsnog ingestoken op circa 850 extra eenheden rond 2010/2012. Kwantitatieve ontwikkeling vastgoedportefeuille versus ontwikkeling studentenaantallen In onderstaande grafiek wordt een beeld gegeven van de (verwachte) ontwikkeling in het aantal studenten versus de (verwachte) ontwikkeling in de omvang van de vastgoedportefeuille voor de periode 1990 tot en met 2012. Hieruit blijkt dat sinds 1997 een krimpende beweging in de vastgoedportefeuille gaande is. Deze beweging zal zich de komende jaren voortzetten.5 De studentenaantallen laten sinds 2001 een stijgende lijn zien. Naar verwachting zal de komende jaren, na een daling als gevolg van een aantal instroombeperkende maatregelen, sprake zijn van stabilisatie. Per saldo zal in de komende jaren sprake zijn van een efficiëntere huisvestingssituatie. 245000
20.000
240000
19.000
235000
18.000
oppervlakte
16.000 225000 15.000 220000 14.000 215000
aantal studenten
17.000
230000
13.000
O p p e rvla k t e va s t g o e d
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
10.000 1992
11.000
200000 1991
12.000
205000
1990
210000
A a ntal s tu de nte n
Financiële consequenties LTH 2012 De ontwikkelingen zoals geschetst in het LTH vinden jaarlijks hun weerslag in het planningsinstrument Vastgoed. Dit instrumentarium, dat jaarlijks wordt geactualiseerd, voorafgaand aan en ter input van de universitaire kadernota, dient ter beoordeling van de financierbaarheid van universitair vastgoed op de langere termijn en beschouwd een periode van 20 jaar. De in dit LTH gepresenteerde ontwikkelingen zijn grotendeels opgenomen in het planningsinstrument 2004 en worden geactualiseerd in de versie 2005. Opgemerkt wordt dat toekomstige investeringen in hoge mate gebaseerd moeten zijn op kengetallen. De grootste investeringen worden in de komende 5 jaar verwacht, met name t.g.v. de herhuisvesting van de faculteit der Rechtsgeleerdheid in het KOG, de herhuisvesting van het LUMC in het O&Ocomplex en de concentratie van W&N op de Gorlaeuscampus. Na deze periode wordt het gebouwenbestand vooralsnog stabiel geacht.
5 De piek in het ruimtebestand in 2006 heeft te maken met de ingebruikname van de nieuwbouw O&O door het LUMC. Daarna vindt afstoting van vrijkomende m2’s plaats. De piek in 2010 heeft te maken met de nieuwe huisvesting voor W&N. Ook deze wordt gevolgd door een daling als gevolg van het afstoten van m2’s elders (Clusius, Van der Klaauw en Sterrewachtlaan).
6
De uitbreidingen in het Witte Singelgebied (dakopbouwen en palenlocatie) zijn nog niet in het planningsinstrument en de begroting opgenomen. Onderstaande figuur geeft een beeld van de geplande ontwikkelingen in het werkbudget huisvesting. Het verschil tussen het totaal van afschrijvingslasten en exploitatielasten enerzijds en de allocatie anderzijds wordt hierbij gevormd door externe huuropbrengsten. werkbudget Huisvesting 50.000
k€
afschrijving investeringsplan
40.000
afschrijving bestaande voorraad 30.000
totaal exploitatielasten 20.000
benodigde allocatie kader 2005-2012 10.000
begroting 2004-2007 0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Scenarioanalyse Aan de ruimtebehoefteberekeningen liggen diverse aannamen ten grondslag en van diverse ontwikkelingen is het effect op de vastgoedportefeuille nog niet te voorspellen. Om enige grip te krijgen op de onzekerheden en met name op hun kwantitatieve effect op de portefeuille, is een aantal scenario’s doorgerekend voor de studenteninstroom. Uit deze scenarioanalyse is gebleken dat: • een overall toe- of afname van het aantal studenten met 1.000 grote consequenties heeft voor de ruimtebehoefte van de Universiteit, met name veroorzaakt door de faculteiten der Sociale Wetenschappen, Rechtsgeleerdheid, Letteren en W&N. • bij toename van het aantal studenten m.n. tekorten ontstaan in het KOG, WSD-complex en PdlC. In tabel 4 zijn per locatie oplossingsrichtingen opgenomen. Cluster
VRAAG Tekort (m ) bij + 1.000 studenten 1.500 m 2
Kamerlingh Onnes Gebouw Witte Singel Doelen Pieter de la Court TOTAAL
2
2.000 m
2
1
4.600 m
2
8.100 m
2
AANBOD Nieuwbouw / uitbreiding in m
Ruimte elders in m2 Academiegebouw ca. 1.450 m na renovatie in sept. ’06 (of buffer voor LUWP/LUSM, FdL/FdA, KOG) en ‘overloop’naar Boerhaave Fysiologie ca. 4.000 m in sept.´07 5.450 m
2
2
2
2
Nee Palenlocatie: 750 m Dakopbouw: 1.690 m Nieuwbouw Boerhaave ca. 4.000 m 2
2
2
2.440 m (nieuwbouw WSD) ca. 4.000 m (nieuwbouw Boerhaave) 2
2
Tabel 4: Oplossingsrichtingen bij toename 1.000 studenteninstroom. 1 Op de Reuvensplaats is uitbreiding mogelijk met 1.200 m2 (ten behoeve van KITLV).
Ten aanzien van de ontwikkeling in studenteninstroom en de ruimtebehoefte worden de volgende twee opmerkingen geplaatst: • fysiek gezien is gegeven de huidige vastgoedportefeuille sprake van een maximum aantal studenten dat de universiteit kan faciliteren van circa 19.000. Wanneer het huidige groeitempo van de studenteninstroom zich doorzet kan, in tegenstelling tot de afspraken die zijn gemaakt in de kadernota, in september 2012 een totaal aantal studenten worden bereikt van 19.000. • er lijken voldoende mogelijkheden te bestaan voor nieuwbouw / uitbreiding of het vinden van ruimte elders. Echter, de beschikking krijgen over ruimte door nieuwbouw of door renovatie / verbouwing van een bestaand pand kent een doorlooptijd van zeker 3 à 4 jaar! ⇒ Kortom: het is van belang de trends in de studenteninstroom en de daaruit voortkomende ruimtebehoefte nauwgezet te monitoren zodat tijdig passende maatregelen genomen kunnen worden.
7
Een doorkijk naar de vastgoedportefeuille van de Universiteit Leiden in 2012 Algemeen De komende jaren zal in de Binnenstad sprake zijn van een beleid van enige krapte. De marges, dat wil zeggen het verschil tussen behoefte en beschikbaar aanbod, zijn hier uiterst gering. Flexibiliteit is daarmee van groot belang. Met de laatste afstotingen (Hugo de Groot en Witte Singel) is de fysieke flexibiliteit gering geworden. De organisatorische flexibiliteit, (in de vorm van onder meer verhogen bezettingsgraad, efficiënte zalenroostering, bedrijfstijdverlening) zal optimaal moeten worden benut. Er bestaat daarnaast een aantal opties voor nieuwbouw. Met name de zogenaamde dakopbouw in het Witte Singel Zuid gebied vormt een goede en relatief goedkope mogelijkheid. Strikte monitoring van de noodzaak tot nieuwbouw en tijdige planning van werkzaamheden is vereist. De in het LTH gepresenteerde vastgoedstrategie, ingrepen en mutaties moeten de komende jaren leiden tot een portefeuille die zich op hoofdlijnen als volgt laat karakteriseren. Kwantiteit • De geplande ingrepen hebben anno 2012 moeten leiden tot een stabiele portefeuille en concentratie van de universitaire huisvesting in drie karakteristieke clusters, zoals weergegeven in onderstaande figuur.
Sociaal-medische faculteiten (Studenten)woningen
Beta faculteiten USC Bioscience/life science bedrijvenpark
•
• •
Alfafaculteiten UB Evt. uitbreiding WSD Sterk imago (uniek en historisch)
De portefeuille wordt gekenmerkt door een hoge mate van flexibiliteit middels bufferruimte, multifunctionele ruimten en het delen van voorzieningen (facility sharing). Hiermee wordt het hoofd geboden aan de toenemende dynamiek in de onderwijsprocessen en dientengevolge aan de fluctuatie in de studenteninstroom. ICT is in de loop der jaren een steeds belangrijkere rol gaan spelen, met name waar het gaat om het reduceren van het ruimtegebruik (o.a. middels digitalisering). Door het instellen van een numerus fixus voor een aantal opleidingen worden grenzen gesteld aan de groei en wordt grip gehouden op de vastgoedconsequenties van fluctuaties in de studenteninstroom.
Kwaliteit • Het vastgoed levert een duidelijke bijdrage aan de positionering van de Universiteit Leiden middels de drie karakteristieke clusters en kwalitatief hoogwaardig ingerichte gebouwen. Het gebied Leeuwenhoek is herontwikkeld tot een locatie met een goede mix van onderwijs, wonen, werken en recreëren. • ICT speelt een belangrijke rol in het vergroten van de toegankelijkheid van de universiteit (o.a. ‘wire-less’ netwerk). Efficiënte bedrijfsvoering • Door de introductie van maatregelen zoals facility sharing, uniforme jaarindeling, efficiënte zaalroostering worden voorzieningen en ruimten beter benut.
8
• •
Invoering van het HVM-model maakt gebruikers bewust van de kosten van huisvesting en geeft het EC Vastgoed de beschikking over financiële middelen voor nieuwbouw en renovatie. Naast het verhuren van ruimte worden tevens inkomsten gegenereerd door het afstoten van ruimte, die vrij komt als gevolg van het efficiëntere ruimtegebruik . Uitgangspunt daarbij is dat inflexibele panden op een ongunstige locatie zijn herontwikkeld tot voorzieningen en gebieden die de universitaire activiteiten ondersteunen.
9
1
Inleiding In het voorliggende Lange Termijn Huisvestingsplan (LTH) is een concrete vertaalslag gemaakt van de algemene strategie die de Universiteit Leiden ambieert tot een (uiteindelijk) integraal schuifplan voor de gehele vastgoedportefeuille. Aan de hand van theoretische modellen en prognosecijfers is getracht een reëel beeld te schetsen van het ruimtegebruik van de Universiteit tot 2012 en de mutaties in de vastgoedportefeuille die dit beeld met zich meebrengt. Het LTH geeft, in navolging van de strategische koers, een duidelijke huisvestingskoers aan. De kaders waarbinnen dat dient te gebeuren zijn duidelijk aangegeven. Met name de huisvestingsaspecten die in de komende 5 jaar plaatsvinden worden tot in detail omschreven, waardoor dit plan een praktisch instrument is dat dienst kan doen als spoorboekje bij de verdere uitwerking. Het LTH is géén statisch document, integendeel, het hoger onderwijs verkeert in een dynamische omgeving. Ontwikkelingen volgen elkaar uitermate snel op en daarnaast is het onzeker wat de (huisvestings)consequenties zijn van bijvoorbeeld het al ingevoerde Bachelor- Master stelsel (er is eenvoudigweg nog geen ruime ervaring mee). Het is dan ook van groot belang om goed nota te nemen van de uitgangspunten die zijn gehanteerd bij het opstellen van dit LTH.
1.1
Doelstelling LTH Het doel van dit LTH is het bepalen van een (huisvestings)koers die moet leiden tot een stabiele vastgoedportefeuille, welke zowel kwantitatief als kwalitatief voorziet in de behoefte van de verschillende gebruikers. Tevens dient de vastgoedportefeuille voldoende flexibel te zijn om piekbelastingen op te kunnen vangen, zodat er adequaat ingespeeld kan worden op wijzigingen in de ruimtevraag. Ondanks het dynamische karakter van het voorliggende document, is een ander doel het creëren van een kader waarmee het College van Bestuur grip kan houden op ontwikkelingen en waarmee (anticiperend) vastgoedbeslissingen kunnen worden genomen en / of getoetst. Dit kader is eveneens van belang voor EC Vastgoed om beslissingen te kunnen initiëren bij het College van Bestuur. Ten slotte dient het LTH als communicatiemiddel, zodat gebruikers en overige betrokkenen inzicht kunnen verkrijgen in de universitaire vastgoedstrategie. Door het inzichtelijk maken van de huisvestingskoers wordt het mogelijk begrip te oogsten en draagvlak te creëren door derden bij planvorming te betrekken.
1.2
Randvoorwaarden en uitgangspunten Bij het schrijven van dit LTH zijn bepaalde randvoorwaarden en uitgangspunten gehanteerd, die de basis vormen voor de verdere opbouw en uitwerking van de vastgoedstrategie. De volgende punten worden genoemd: •
• • • •
Er is rekening gehouden met lopende planvorming, bijvoorbeeld de gebiedsontwikkeling in de Leeuwenhoek. Voor de Leeuwenhoek geldt dat er twee campussen ontstaan, nl. Gorlaeus (concentratie W&N en sportvelden) en het Boerhaave (parkachtige setting). De Rijngouwelijn (tramverbinding) zal de campussen verbinden met de binnenstad. Diverse beleidsdocumenten, zoals “Kiezen voor talent”, de “Leidse leeromgeving” en de kadernota 2005-2012 (zie ook § 1.3). De beslissing tot het groeperen van gebouwen in 3 clusters: Gorlaeus Campus, Boerhaave Campus en Binnenstad. Onzekerheid over zij-instromers en onderwijsvernieuwingen (Ba-Ma, Maj-Min). Er sprake zal zijn van instroom beperkende maatregelen
10
1.3
Aanpak Bij de opbouw van het LTH in verschillende stappen is een zgn. top-down benadering aangehouden. Er is gestart met het opstellen van het strategische kader op portefeuilleniveau. Hiertoe zijn diverse relevante strategische (beleids)documenten bestudeerd. Aan de hand van deze documenten zijn de universiteitsdoelstellingen geïnventariseerd, waarbij in het bijzonder is gekeken naar de hieraan gerelateerde huisvestingsconsequenties. De genoemde consequenties resulteren uiteindelijk in een vastgoedstrategie. Vervolgens is de huidige vastgoedportefeuille geïnventariseerd (aanbodanalyse) en is aan de hand van prognosecijfers en theoretische modellen de ruimtebehoefte voor de komende jaren bepaald (vraagprognose 2012). Gezien het feit dat aan de prognosecijfers en de gehanteerde modellen diverse aannamen ten grondslag liggen, is tevens een aantal scenario’s doorgerekend die inzicht geven in de consequenties van een extra toe- of afname van de studenteninstroom. Vervolgens heeft een matchingsproces plaatsgevonden waarbij, rekening houdend met al concrete ontwikkelingen, onderzocht is welke ingrepen en/of mutaties in de portefeuille moeten plaatsvinden om tot een stabiele vastgoedportefeuille te komen. Eén en ander heeft geresulteerd tot een integraal schuifplan voor de gehele vastgoedportefeuille waarin per jaar en tot en met 2012 wordt omschreven welke mutaties plaatsvinden in de portefeuille. Een gedetailleerde aanpak van de bovengenoemde stappen wordt per onderdeel in de inleidende alinea van het betreffende hoofdstuk toegelicht. Het bovenstaande is schematisch weergegeven in figuur 1.1.
Figuur 1.1: Onderdelen Lange Termijn Huisvestingsplan.
1.4
Leeswijzer Het LTH bestaat uit twee delen, te weten het voorliggende hoofdrapport en een bijlage bundel. In deze laatste zijn alle onderbouwende gegevens en figuren opgenomen. De bundel kent dezelfde indeling als het hoofdrapport. Het hoofdrapport bespreekt de verschillende stappen in de aanpak zoals besproken in paragraaf 1.2. Hoofdstuk 2 geeft een uiteenzetting van de strategische onderbouwing van het LTH, waarbij de vastgoedstrategie is afgeleid van de universitaire strategie. Een overzicht van de totale vastgoedportefeuille van de Universiteit Leiden anno 2004 en de vraagprognose naar ruimte van de gebruikers van deze portefeuille tot 2012 worden besproken in respectievelijk hoofdstuk 3 en 4. De consequenties die voortkomen uit de confrontatie tussen het aanbod (de totale portefeuille) en de vraagprognoses worden vervolgens geanalyseerd in hoofdstuk 5. Vervolgens wordt in hoofdstuk 6 aan de hand van de matchingsresultaten het integrale schuifplan weergegeven van de gehele
11
vastgoedportefeuille. Hoofdstuk 7 geeft ten slotte een verhelderend en concluderend verhaal over het kader waarbinnen de ontwikkelingen tot 2012 plaatsvinden en hoe de Universiteit Leiden anno 2012 eruit ziet. In onderstaande figuur is de opbouw van het LTH schematisch weergegeven. Hoofdstuk 1: Inleiding
Hoofdstuk 2: Universitaire strategie
Hoofdstuk 2: Vastgoed strategie
Hoofdstuk 3: Aanbodanalyse
Hoofdstuk 4: Vraaganalyse
Hoofdstuk 5: 2 Matching vraag en aanbod in m
Hoofdstuk 6: Intergraal schuifplan
Hoofdstuk 7: Universiteit Leiden in 2012
Figuur 1.2: Opbouw LTH
12
2
Strategie In dit hoofdstuk wordt het strategische kader uiteengezet voor het Lange Termijn Huisvestingsplan (LTH). De strategie van de Universiteit Leiden en de doelstellingen die van deze strategie zijn afgeleid worden uiteindelijk vertaald in consequenties voor het universitaire vastgoed. Deze consequenties vormen de basis voor de vastgoedstrategie.
2.1
Universitaire strategie Eind 2003 zijn in twee ‘strategiesessies’ door een interne projectgroep van het EC Vastgoed de universitaire (beleids)doelstellingen (de universiteitsstrategie) en (toekomstige) ontwikkelingen besproken, zoals omschreven in ‘Koersen op Kwaliteit’6 en ‘Wegen naar Gehalte I en II’7. Daarnaast verscheen eind 2003 een aantal publicaties, waaruit enkele relevante ontwikkelingen, die van invloed zijn op huisvesting, zijn toegevoegd. Het betreft de volgende publicaties, welke in bijlage 2.I zijn opgenomen: -
Leiden University Worldwide Programmes Evaluated, augustus 2003; Presentatie Taskforce studentenhuisvesting, d.d. 30 oktober 2003. Stuurgroep Internationalisering en Onderwijs, november 2003; Bestuurlijke reactie College van Bestuur op eindrapport Stuurgroep Onderwijs & Internationalisering en het rapport van de Evaluatiecommissie LUWP; Kiezen voor Talent, maart 2004.
De doelstellingen en ontwikkelingen zijn opgedeeld in thema’s en vervolgens is gekeken naar de (mogelijke) consequenties voor de huisvesting c.q. vastgoedportefeuille van de Universiteit Leiden. Een samenvatting van de universitaire strategie in thema’s en de bijbehorende huisvestingsconsequenties zijn voorgelegd aan een klankbordgroep8, (Zie ook bijlage 2.II). In overleg met de klankbordgroep is vervolgens per thema bepaald welke kernpunten voor de komende jaren het meest relevant zijn. Voor een volledig overzicht van de thema’s en kernpunten wordt verwezen naar het verslag van de klankbordgroepbijeenkomsten van 09.01.2004 en 05.02.2004 (bijlage 2.III). Op de volgende pagina worden per thema de belangrijkste kernpunten nader toegelicht. 2.1.1
Thema 1: De Leidse leeromgeving h Flexibiliteit Flexibiliteit blijft in de komende jaren van prominent belang. Zeker met het oog op een aantal ontwikkelingen waarvan de omvang zich moeilijk laat schatten zoals: • Een toenemende differentiatie van opleidingen • De invoering van het Bachelor-Master stelsel • Nieuwe onderwijsvormen waardoor er meer behoefte aan ‘face-to-face’ onderwijs is • De (extra) instroom van buitenlandse studenten. Om de flexibiliteit te vergroten is het van belang dat kritisch gekeken wordt naar de huidige kantoorbezetting en de (on)mogelijkheden tot het delen van werkplekken (nieuwe kantoorconcepten). Dit geldt tevens voor de huidige roostersystematiek van (onderwijs)zalen. Daarnaast kan bedrijfstijdverlenging ook een belangrijke bijdrage leveren m.b.t. het bewerkstelligen van meer flexibiliteit. Naast bovenstaande organisatorische aandachtspunten zal tevens aandacht worden besteed aan het realiseren van flexibele en multifunctionele zalen. Behalve dat hiermee een hogere bezettingsgraad kan worden bereikt, wordt tegemoet gekomen aan de behoefte aan meer kleine(re) werkgroepruimten. 6
‘Koersen op Kwaliteit’, intern beleidsdocument, Universiteit Leiden ‘Wegen naar Gehalte I en II’, intern beleidsdocument, Universiteit Leiden De bijeenkomsten hebben plaatsgevonden op 09.01.2004 en 05.02.2004. De klankbordgroep bestond uit de volgende personen: drs. P. van Slooten (Bestuursbureau), prof.dr. T.A.J. Toonen (Sociale Wetenschappen), dr. J. Kaldewaij (Letteren), drs. J.A. Kroes (EC ICS), ir. F. Dekker (EC Vastgoed), F.F.J. Poppelier (EC Vastgoed)
7 8
13
h Kwaliteitszorg onderwijs Een kwalitatief hoogwaardige onderwijsomgeving zal in de komende jaren nog belangrijker worden met het oog op een toenemende concurrentie binnen het hoger onderwijs. Naast opgeruimde en schone collegezalen (de zogenaamde ‘kleine’ kwaliteit) zal de totale leeromgeving een steeds belangrijkere rol gaan vervullen. Dit betekent dat universiteiten niet bestaan uit alleen universiteitsgebouwen maar dat een integrale visie moet worden ontwikkeld waarbij aandacht wordt besteed aan aspecten als bereikbaarheid, nabijheid van voorzieningen, inrichting openbare ruimte en leefbaarheid. 2.1.2
Thema 2: Universitaire ontwikkeling en marketing h Imago en uitstraling De oude monumentale gebouwen in de binnenstad van Leiden (vooral de buitenkant van deze gebouwen) zijn voor het imago en de uitstraling van de Universiteit Leiden zeer bepalend. Ondanks de beperkte functionaliteit van deze gebouwen zullen ze dan ook onderdeel blijven uitmaken van de vastgoedportefeuille. Behalve de (architectonische) kwaliteit, die hoofdzakelijk in de binnenstad is te vinden, is het juist de combinatie van de gebouwen in de binnenstad én in de Leeuwenhoek die de universiteit Leiden uniek maakt. Behalve onderwijsgebouwen moet er een goede (fysieke én virtuele) infrastructuur zijn tussen beide gebieden en een adequaat ‘sociaal’ voorzieningenniveau (o.a. sportfaciliteiten, coffee-corners / restaurants en ‘meeting-points’). h Huisvesting van (buitenlandse) studenten Het voorzieningenniveau wordt gedifferentieerd opgezet, zodat de verschillende doelgroepen (o.a. reguliere en internationale studenten, (buitenlandse) gasten, (startende) bedrijven) zo goed mogelijk worden voorzien in hun behoeften. Hierbij moet gedacht worden aan een mix van woon, werk, onderwijs en recreatieve functies. Behalve het realiseren van huisvesting voor studenten gaat het in toenemende mate ook om gezinshuisvesting en het huisvesten van (internationale) wetenschappelijke staf (o.a. promovendi en professoren).
2.1.3
Thema 3: Bedrijfsvoering h Gezond professionaliseren: de klant centraal Het vergroten van het kostenbewustzijn is een belangrijk aandachtspunt voor de komende jaren. Vanuit EC Vastgoed betekent dit dat bij alle onderdelen van de universiteit in de komende jaren het Huurder/Verhuurder Model (HVM) (financieel) wordt doorgevoerd. EC Vastgoed zal hiertoe duidelijk omschrijven welke diensten c.q. producten de gebruiker hiervoor krijgt en welk serviceniveau hij mag verwachten. De doorvoering zal op een praktische wijze invulling krijgen om een administratieve rompslomp te voorkomen. h Uniforme jaarindeling Besloten is tot het invoeren van een uniforme jaarindeling. Hierdoor ontstaan er kansen om de vakantieperioden beter te benutten (bijvoorbeeld ‘Summer Schools’). Logische voorwaarde voor het succesvol kunnen invoeren van een uniforme jaarindeling is een adequaat zaal reserveringssysteem en eventueel het tijdelijk aanhuren van extra ruimten (bv. gymzalen) om de piekbelasting van ruimten op te kunnen vangen. h Grenzen aan groei – numerus fixus De laatste jaren wordt weer een sterke groei geconstateerd in het aantal studenten dat in Leiden gaat studeren. Thans wordt onderzocht in hoeverre de onderwijscapaciteit van faculteiten in samenhang met de fysieke begrenzing van de facultaire huisvesting grenzen stelt aan de instroom. Het voorzieningenniveau zal hiermee in balans moeten zijn. Hoewel moeilijk is te voorspellen in hoeverre de instroom in de komende jaren verder zal toenemen, dan wel zal stagneren, zou dit kunnen leiden tot een maximum van 19.000 studenten voor de Universiteit Leiden. Een verdere groei zal, naast huisvestingsconsequenties, tevens ingrijpende organisatorische consequenties hebben. De ‘eigen’ huisvesting is één van de factoren die het optimum van een faculteit en de universiteit bepaalt.
14
2.1.4
Thema 4: ICT h ICT biedt kansen ICT speelt een steeds grotere rol in het onderwijs. Hierdoor ontstaan nieuwe kansen zoals het benaderen van andere (nieuwe) doelgroepen door ‘long-distance-learning’. Verder zal de inrichting van onderwijszalen in toenemende mate gericht zijn op het (eventuele) gebruik van PC’s tijdens colleges en zullen er meer PC werkplekken worden gerealiseerd. Ook op organisatorisch vlak bieden de ICT ontwikkelingen kansen. Aangegeven is om ICT in te zetten voor het efficiënt(er) gebruik van ruimten. Verder kan ICT een bijdrage leveren aan een betere serviceverlening aan studenten, docenten en personeel. Denk daarbij bijvoorbeeld aan digitale billboards waarop een variëteit aan informatie kan worden getoond, zoals de beschikbaarheid van een PC werkplek. ICT biedt ook volop kansen m.b.t. de bibliotheken die de universiteit en de faculteiten hebben. Hoewel niet alle collecties gedigitaliseerd kunnen worden (denk aan het grote aantal unieke collecties dat de universiteit Leiden in haar bezit heeft), is met digitalisering van boeken de nodige ruimtewinst te behalen. Daarnaast biedt ICT ook mogelijkheden met betrekking tot het op afstand plaatsen van boeken in combinatie met een adequate serviceverlening (bijvoorbeeld boek via inter- / intranet bestellen en binnen 24 uur op je bureau).
2.1.5
Thema 5: Financiële koers Naast een toenemende kostenbewustwording wordt in de komende jaren veel aandacht besteedt aan het intensiever gebruik maken van de bestaande / aanwezige infrastructuur. De invoering van een uniforme jaarindeling in combinatie met een adequaat zaal reserveringssysteem levert hieraan een belangrijke bijdrage. De uniforme jaarindeling kan twee kanten op werken. Enerzijds zal dit extra kosten opleveren om de piekbelasting op te vangen en anderzijds biedt een uniforme jaarindeling kansen om summer schools te organiseren (intensiever ruimtegebruik). Daarnaast zal gezocht worden naar alternatieve financieringsbronnen. Gewerkt wordt aan het integraal ontwikkelen van de Leeuwenhoek waarin naast onderwijsfuncties tevens functies worden gecreëerd voor wonen, werken en recreatie en/of exploitatie door of met derden (bijvoorbeeld sportcentrum). Hierdoor ontstaan mogelijkheden voor extra inkomsten. Bij het zoeken naar extra inkomsten zal het lange termijn denken een centrale rol innemen.
2.1.6
Thema 6: Overheidsbeleid h Universiteiten zélf financieel verantwoordelijk In de komende jaren zal de overheid zich verder terugtrekken wat betekent dat universiteiten in toenemende mate zélf financieel verantwoordelijk zijn. Een goed kostenbewustzijn bij alle gebruikers (zowel intern als extern) is hierbij van groot belang. Daarnaast zal de internationalisering en het in toenemende mate ‘vermarkten’ van onderwijs een grotere rol gaan spelen. Dit zal naast invoering van het HVM tevens resulteren in een stringenter beleid m.b.t. het doorberekenen van de integrale kosten.
2.1.7
Resumé De onderstaande tabel is een schematische samenvatting van de belangrijkste ontwikkelingen genoemd in de voorgaande paragrafen. Tabel 2.1: Overzicht van de ontwikkelingen Ontwikkelingen Onderwijs
Concurrentie Politiek Techniek
Flexibiliteit Bedrijfstijdverlengingen Multifunctionele zalen Toenemende differentiatie opleidingen Huisvesting (buitenlandse) studenten, gasten, Ba-Ma, Major-minor Huisvesting bepaald optimum Pc- werkplekken Long-distance learning
Organisatorisch Roostersystematiek Uniforme jaarindeling Huurder-verhuurder model Intensiever gebruik bestaande infrastructuur Numerus fixus Zalen rooster systeem Efficiënt plannen Digitaal billboard
Kwalitatief Bereikbaarheid Voorzieningen Inrichting openbare ruimten Leefbaarheid Goede sportfaciliteiten Coffee-corners / meetingplace Vermarkten onderwijs Huurder-verhuurder model Serviceverlening (boek bestellen / bibliotheek)
15
2.2
Koppeling universitaire en vastgoedstrategie Uit de voorgaande paragraaf blijkt dat er duidelijke ontwikkelingen en doelstellingen zijn die in meerdere of mindere mate directe invloed hebben op de vastgoedportefeuille. Deze zijn in verschillende strategische notities vertaald naar een vastgoedstrategie (zie voor een overzicht van de stukken de inleidende alinea van § 2.1 of bijlage 2.I). Bij het tot stand komen van de vastgoedstrategie speelt het expertisecentrum Vastgoed een dubbele rol, namelijk: - het EC Vastgoed als ‘facilitator’ ofwel huisvester t.b.v. van de onderwijs- en onderzoeksorganisatie; - het EC Vastgoed als beleidsadviseur van het College van Bestuur en CRE-manager.
St ur en
Met andere woorden, het EC Vastgoed legt, met in achtneming van de wensen van het College en gebruikers, strategische huisvestingsbeslissingen vast in dit LTH, waarbij vooral het lange termijn denken een prominente rol speelt. Dit krachtenspel is grafisch weergegeven in de onderstaande figuur, waarbij het EC Vastgoed tussen het College en de gebruikers (faculteiten) opereert.
College
Vastgoed
Ad
vie s
Universiteit
Huisvestingsbeslissing
W
vi
We ns
LTH Ad
es
en s
Gebruikers Faculteiten
Figuur 2.1: Krachtenspel tussen het College, de gebruikers en het EC Vastgoed (bij huisvestingsbeslissingen). In de vastgoedstrategie zijn de verschillende thema’s opnieuw geordend in drie speerpunten, te weten kwantiteit, kwaliteit en financieel / bedrijfsvoering. Per speerpunt worden in paragraaf 2.2.1 tot 2.2.4 (concrete) middelen gegeven op zowel organisatorisch als geografisch niveau (de genoemde geografische clustering van gebouwen in drie gebieden), als reactie op de universitaire strategie en doelstellingen. 2.2.1
Vastgoedstrategie speerpunt 1: Kwantiteit Organisatorische middelen - delen van werkplekken en de inzet van ICT, waardoor (kantoor)bezetting verhoogt - invoeren (centraal gecoördineerd) zaal reserveringssysteem - bedrijfstijdverlenging - uniforme jaarindeling Fysieke middelen - realiseren flexibele en multifunctionele zalen - clusteren algemene c.q. gemeenschappelijke voorzieningen (‘facility-sharing’) - digitaliseren bibliotheek en/of op afstand plaatsen van boeken (in depot) in combinatie met service-/dienstverlening - intensivering gebruik bestaande / aanwezige infrastructuur Geografische indeling in gebieden - onderscheiden van deelgebieden waarbinnen overschot- en tekort aan ruimte kan worden opgelost en het gebruik van ruimten kan worden uitgewisseld - deelgebieden kennen tevens een (aantal) nieuwbouwlocatie(s) als reserve - concentratie en optimalisering van het aantal vierkante meters
16
2.2.2
Vastgoedstrategie speerpunt 2: Kwaliteit Organisatorische middelen - bevorderen imago en uitstraling universiteit (oude gebouwen Binnenstad, kenniscluster Leeuwenhoek) - ontwikkelen integrale (kwaliteits)visie Leeuwenhoek en Binnenstad - inzet ICT t.b.v. serviceverlening aan studenten, docenten en personeel Fysieke middelen - interne kwaliteit (opgeruimde en schone collegezalen) - realiseren van een ‘gezonde’ mix van functies: wonen, werken, leren en recreëren (adequaat voorzieningenniveau met o.a. sportfaciliteiten, broodjeszaak, ‘meeting-points’ / huisvesting voor o.a. reguliere en internationale studenten, (buitenlandse) gasten, ‘toppers’) - inrichting onderwijszalen zal in toenemende mate gericht zijn op het gebruik van PC’s Geografische indeling in gebieden - onderscheiden van duidelijk herkenbare deelgebieden met ieder een eigen uitstraling, karakteristieken en kwaliteit: ¾ Binnenstad: oude en klassieke uitstraling van gebouwen waar de alfa faculteiten zijn gehuisvest; ¾ Boerhaave Campus: sociaal-medische faculteiten gevestigd op een campus die tevens overige voorzieningen huisvest; ¾ Gorlaeus Campus: technische / ‘lifestyle’ faculteiten en instellingen gevestigd op een campus die tevens overige voorzieningen huisvest.
2.2.3
Vastgoedstrategie speerpunt 3: Financieel / bedrijfsvoering Organisatorische middelen - (financieel) doorvoeren HVM - onderzoeken alternatieve financieringsbronnen (integrale (gebieds)ontwikkeling Leeuwenhoek, exploitatie door of met derden) - vermarkten van onderwijs Geografische indeling in gebieden - onderscheiden van deelgebieden waarbinnen de verschillende voorzieningen gezamenlijk door alle gebruikers kunnen worden gebruikt. - concentratie: efficiënte inzet van de capaciteit van de bedrijfsvoering
17
2.2.4
Resumé In onderstaande tabel wordt een resumé gegeven van de genoemde speerpunten met bijhorende middelen. Tabel 2.2: Speerpunten universitaire vastgoedstrategie. S
Organisatorische middelen
Kwantiteit -
Kwaliteit
-
Bedrijfseconomisch
-
verhogen bezettingsgraad invoeren zaalreserveringssysteem bedrijfstijdverlenging uniforme jaarindeling
bevorderen imago en uitstraling universiteit ontwikkelen integrale visie Leeuwenhoek en Binnenstad inzet ICT t.b.v. serviceverlening (financieel) doorvoeren HVM onderzoek alternatieve financieringsbronnen vermarkten van onderwijs ´summerschools´
Fysieke middelen realiseren flexibel indeelbare zalen clusteren algemene voorzieningen (‘facility sharing) digitalisering bibliotheek intensivering gebruik bestaande infrastructuur vermarkten zalen interne kwaliteit (opgeruimde en schone collegezalen) realiseren van een ‘gezonde’ mix van functies inrichting onderwijszalen zal in toenemende mate gericht zijn op het gebruik van PC’s
Geografische clustering van gebouwen
-
-
oplossen overschot en tekort aan ruimte en uitwisselen ruimtegebruik per deelgebied (aantal) nieuw-bouwlocatie(s) als reserve per deelgebied
-
per deelgebied een duidelijk herken-bare uitstraling, karakteristieken en kwaliteit (eenduidigheid)
-
efficiëntie en betere dienstverlening door concentratie capaciteit
18
3
Aanbodanalyse In dit hoofdstuk wordt de vastgoedportefeuille van de Universiteit Leiden in kaart gebracht en geanalyseerd. Om de portefeuille inzichtelijk te maken is gebruik gemaakt van het Planon informatiesysteem. Deze database geeft een overzicht van het huidige geregistreerde ruimtegebruik binnen de universitaire gebouwen. Naast dat Planon voor registratie en het beheer van gebouwen en ruimten gebruikt wordt, wordt het ook toegepast voor meerjarenplanning, budgetbeheer, contractbeheer en facility management. In bijlage 3.I is het ruimtegebruik per object en gebruiker (basisbestand uit Planon) opgenomen dat als vertrekpunt heeft gefungeerd voor de portefeuilleanalyse (peil. medio 2004). In bijlage 3.II is een overzicht opgenomen van het ruimtegebruik per gebruiker, per cluster. Omvang vastgoedportefeuille De totale vastgoedportefeuille van de Universiteit Leiden heeft een omvang van circa 220.000 m2 nuttig vloeroppervlak en bestaat uit circa 70 individuele gebouwen waarin ruim 50 verschillende faculteiten, instellingen en bedrijven gehuisvest zijn. Op basis van de geografische ligging kan een onderscheid worden gemaakt in panden die in het gebied ‘de Binnenstad’ en panden die in het gebied ‘de Leeuwenhoek’ zijn gelegen. Een deel van de totale vastgoedportefeuille (ca. 3%) bestaat uit panden, die een heel representatief of technisch noodzakelijk ruimtegebruik kennen (zoals een wintertuin, een oranjerie, plantenkassen en een telefooncentrale). Dit deel van de portefeuille staat los van het functioneren van de universiteit als onderwijsinstelling en zal in het LTH buiten beschouwing worden gelaten. In de onderstaande tabel zijn deze gebouwen opgenomen onder de categorie ‘buiten beschouwing’. Tabel 3.1: Samenstelling en omvang vastgoedportefeuille Ruimtesoort
Binnenstad portefeuille in m2 Nuttig Oppervlak
Leeuwenhoek portefeuille in m2 Nuttig Oppervlak
Buiten beschouwing portefeuille in m2 Nuttig Oppervlak
TOTAAL portefeuille in m2 Nuttig Oppervlak
onderwijsruimte
10.100
15.300
600
26.000
(zelf)studieruimte
6.100
1.900
70
8.000
kantoorruimte
36.900
39.500
900
77.300
laboratoriumruimte
4.300
35.700
500
40.500
bibliotheekruimte
21.100
5.400
--
26.400
overige ruimten*
12.300
26.700
4.700
43.700
TOTAAL 90.800 124.500 6.700 222.000 m2 *) Onder overige ruimten vallen garages, bergingen (archieven), restauratieve ruimten, technische ruimten, e.d.
19
Het ruimtegebruik binnen de gebouwen in de Binnenstad en in de Leeuwenhoek is in figuur 3.1 uiteengezet, waarbij de procentuele verdeling van het totale ruimtegebruik naar de verschillende ruimtesoorten is aangegeven. overig 14%
kantoor 40%
onderwijs 11% (zelf)studie 7%
overig 21%
onderwijs (zelf)studie 12% 1% bibliotheek 4%
bibliotheek 23% laboratorium Binnenstad 5%
laboratorium 29%
kantoor 33%
Leeuwenhoek
Figuur 3.1: Verdeling ruimtesoorten Binnenstad en Leeuwenhoek. Uit figuur 3.1 komt naar voren dat er voornamelijk verschillen bestaan tussen de Binnenstad en de Leeuwenhoek in het aandeel laboratoriumruimte en het aandeel bibliotheekruimte. Daarnaast bestaat een aanzienlijk deel van de vastgoedportefeuille in zowel de Binnenstad als de Leeuwenhoek uit ´overige ruimten´. In figuur 3.2 is aangegeven waar deze ´overige ruimten´ voor de Binnenstad en de Leeuwenhoek uit bestaan.
Sportvoorziening 2%
Representatief/ museaal 2%
Restaurants / keukens 28%
Sportvoorziening 12%
Woonvertrekken 10%
Bergingen / Garages 59%
Binnenstad
Restaurants / keukens 13%
Representatief/ museaal 3%
Bergingen / Garages 72%
Leeuwenhoek
Figuur 3.2: Verdeling ruimtesoort ´overige ruimten´ voor Binnenstad en Leeuwenhoek.
20
Kwantitatieve analyse per cluster Om de analyse van de portefeuille te structureren is de totale vastgoedportefeuille opgedeeld in clusters. Bij het definiëren van de clusters is gekeken naar de geografische ligging van de gebouwen (dicht bij elkaar gelegen) evenals naar de gebruikers die onderdeel uitmaken van de betreffende cluster. Hierbij is tevens de al eerder genoemde opdeling in drie deelgebieden gehanteerd, te weten de Binnenstad, Boerhaave en Gorlaeus Campus. Daarnaast zijn representatieve en technische specifieke gebouwen opgenomen in de categorie “overige gebouwen”. Tabel 3.2 geeft een overzicht van de indeling van de clusters en het aanbod aan ruimte binnen deze clusters. Tabel 3.2: Samenstelling vastgoedportefeuille per cluster
overig
Totaal m2
-
bibliotheekruimte
960 546 259 2.117 1.393 4.812
Laboratoriumruimte
Academiegebouw Sterrewacht en Van der Klaauw Plexus Oude Universiteitsbibliotheek Gravensteen (incl. Rap 32) Kamerlingh Onnes Hugo de Groot Witte Singel Doelencomplex Universiteitsbibliotheek Stationsplein 240 Witte Singel 103
Kantoorruimte
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Clusters
(zelf)studie -ruimte
Ruimtegebruik per type ruimte in m2 Nuttig Oppervlak onderwijs
3.1
402 438 1.043 4.194 -
1.913 2.440 987 3.558 569 6.933 4.228 12.867 2.396 766 253
2.637 12 91 57 1.216 146 185 -
45 155 265 2.717 917 5.389 11.548 30
1.493 749 498 539 119 1.947 1.234 3.646 426 1.579 59
4.411 6.527 1.899 4.097 1.212 13.805 8.267 28.973 18.710 2.530 342
BINNENSTAD
10.100
6.100
36.900
4.300
21.100
12.300
90.800
12 13
Pieter de la Court Boerhaave
2.572 3.442
781
8.607 6.216
1.255 6.836
1.692 580
2.653 4.747
17.560 21.821
BOERHAAVE CAMPUS
6.000
800
14.800
8.100
2.300
7.400
39.400
14 15 16 17
Sylvius Van Steenis Sportgebouw GHO en I gebouw
539 1.309 7.457
539 545
4.662 3.885 92 16.062
8.056 695 18.843
1.160 1.933
1.889 5.416 3.537 8.444
15.146 13.004 3.629 53.284
GORLAEUS CAMPUS
9.300
1.100
24.700
25.600
3.100
19.300
85.100
OVERIGE GEBOUWEN *
600
70
900
500
-
4.700
6.700
43.700
222.000 m2
*
3.1.1
TOTALEN 26.100 8.100 77.300 40.400 26.500 Overige gebouwen zijn representatieve, technisch specifieke of niet-facultaire gebouwen.
Binnenstad
In de Binnenstad liggen 30 panden die tot de universitaire vastgoedportefeuille behoren, met een totale omvang van circa 90.800m², waarin 9 faculteiten, 7 bestuur, expertisecentra en diensten en 7 overige gebruikers zijn gehuisvest. De binnenstad kenmerkt zich door oude, voor een groot deel monumentale panden, die erg karakteristiek zijn voor de Universiteit Leiden. In de Binnenstad zijn vooral de alfa faculteiten van de universiteit gehuisvest, evenals de kleinere instituten en instellingen. De Binnenstad is ingedeeld in 11 clusters van gebouwen (zie tabel 3.2), die naast of dichtbij elkaar in de buurt zijn gelegen en door veelal dezelfde gebruiker(s) worden gebruikt. In de figuren 3.3 en 3.4 is de ligging van de verschillende clusters in de Binnenstad weergegeven. NB: De gebouwen Hugo de Grootstraat en Witte Singel zijn uiteraard verkocht.
21
Figuur 3.3: Cluster Binnenstad, buiten centrumgebied.
Figuur 3.4: Clusters Binnenstad, binnen centrumgebied. 3.1.2
Boerhaave Campus en Gorlaeus Campus (Leeuwenhoek) De Leeuwenhoek is een gebied dat is gelegen aan de andere kant van de spoorlijn Leiden – Amsterdam. Hier zijn naast universitaire gebouwen een aantal bedrijven, de Hogeschool van Leiden, de TNO, het Hoogheemraadschap van Rijnland en het Nationaal Historisch Museum gelegen. De portefeuille in de Leeuwenhoek bestaat uit 15 universitaire panden met een totale oppervlakte van 124.400m², waarin 6 faculteiten, 2 bestuur, expertisecentra en diensten en 8 overige gebruikers worden gehuisvest. In het gebied zijn voornamelijk de bèta en gamma faculteiten gevestigd die zich kenmerken door veelal een
22
grote ruimtebehoefte. De Leeuwenhoek is verdeeld in 7 clusters (zie tabel 3.2). In figuur 3.4 is de ligging van de verschillende clusters in de Leeuwenhoek weergegeven.
Figuur 3.5: Clusters in de Leeuwenhoek.
3.2
Kwalitatieve analyse per cluster Om naast het aanbod aan vierkante meters (de kwantitatieve aspecten van de portefeuille) ook een beeld te krijgen van de kwaliteit van de portefeuille wordt in deze paragraaf een globale kwalitatieve analyse gepresenteerd. De analyse functioneert als een onderlegger voor beslissingen bij het opstellen van de schuifplannen en geeft de (on)mogelijkheden binnen clusters aan. Gekeken is naar drie kwalitatieve aspecten - Interne flexibiliteit; mogelijkheid tot het herinrichten, multifunctioneel inrichten en efficiënter gebruiken van het gebouw. In oude gebouwen is deze flexibiliteit veelal kleiner. - Externe flexibiliteit; mogelijkheid tot het uitbreiden van het gebouw of in de nabijheid realiseren van nieuwbouw. - Technische staat: geeft aan voor welke gebouwen grondig onderhoud noodzakelijk is. Per cluster is een grove waardering gegeven op basis van de drie aspecten: + (goed), 0 (matig) en – (slecht). Tabel 3.3: Kwalitatieve analyse per cluster in de Binnenstad. Gebouwen Academiegebouw Sterrewacht en Van der Klaauw Plexus Oude UB Gravensteen Kamerlingh Onnes Gebouw Hugo de Groot WSD UB Stationsplein 240 Witte Singel 103
Interne flexibiliteit -/0 0 + 0 0 0
Externe flexibiliteit + + -
Technische staat -/0 + + + + -/0 -/0 + 0 0
Uitstraling/Imago ++ + 0 + ++ ++ nvt 0 0 0
Tabel 3.4: Kwalitatieve analyse per cluster in de Boerhaave Campus. Gebouwen Pieter de la Court Boerhaave LUMC
Interne flexibiliteit 0 +
Externe flexibiliteit + 0
Technische staat + ++
Uitstraling/Imago 0 + ++
Tabel 3.5: Kwalitatieve analyse per cluster in het Gorlaeus Campus. Gebouwen Sylvius Van Steenis Sportcentrum Gorlaeus Huygens Oort en I gebouw
Interne flexibiliteit 0 0 +
Externe flexibiliteit + + +
Technische staat 0 0 -/0 -/0
Uitstraling/Imago 0 0/0
23
Uit de bovenstaande tabel kan geconcludeerd worden dat vooral gebouwen in de binnenstad een beter imago hebben, maar veeleerder een beperkte interne en externe flexibiliteit. Vergeleken met de gebouwen in het clusters Gorlaeus Campus gebied bezitten deze gebouwen veel meer externe flexibiliteit, wat de mogelijkheden biedt gebouwen uit te breiden en/of nieuwbouw te plaatsen. Daar tegenover staat wel dat de gebouwen in slechtere technische staat zijn. Gebouwen in de Boerhaave Campus (met name pathologie en anatomie) beschikken over een goed imago (campus-omgeving) en mogelijkheden tot verbouw of nieuwbouw. Bovengenoemde eigenschappen worden meegewogen in het beslissingsproces voor de toekomst.
3.3
Ontwikkelingen in de vastgoedportefeuille De komende jaren vindt een aantal (al besloten) ontwikkelingen plaats binnen de vastgoedportefeuille van de Universiteit Leiden. Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat er panden of ruimten vrijkomen, dat er (delen van) panden aan de portefeuille worden toegevoegd of juist panden uit deze portefeuille zullen verdwijnen. De ontwikkelingen zijn uiteengezet in tabel 5.1. Tabel 3.6: Ontwikkelingen vastgoedportefeuille 2004 – 2007. Periode
Ontwikkelingen
Verhuizing Rechtsgeleerdheid
Sept ´04 – aug ´05
Verkoop Hugo de Groot, 25, 27 en 9 27a en Witte Singel 103
Renovatie Academiegebouw Sept ´05 – aug ´06 Nieuwbouw Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)
Unilocatie voor Wiskunde- en Natuurwetenschappen Sept ´06 – aug ´07
Nieuwbouw of uitbreiding/renovatie Sportcentrum Huurcontract Stationsplein 240 loopt af in september 2007
Vastgoed consequenties Panden komen vrij (totaal 10.854 m2): Academiegebouw (705 m2) Rapenburg 38 en 59 (630 m2) Gravensteen (685 m2) Hugo de Groot (8.267 m2) Witte Singel 103 (342 m2) Van Steenis (225 m2) Ruimtegebruik UB en Gorlaeus is tevens beëindigd. Kamerlingh Onnes Gebouw wordt toegevoegd aan portefeuille (13.805 m2) Panden verdwijnen uit portefeuille (8.609 m2) : HdG, Hoofdgebouw (3.775 m2) HdG, Dependance links (1.479 m2) HdG, Dependance rechts (656 m2) HdG, Dependance overzijde (2.357 m2) WS 103 (342 m2) Gebruikers Academiegebouw tijdelijk elders huisvesten Ruimtegebruik is na renovatie gewijzigd, aangezien ruimten anders gebruikt zullen gaan worden. Het gebruik voor en na de renovatie is weergegeven in figuur 5.1. Panden komen vrij (totaal 28.278 m2) Boerhaave (15.119 m2) Sylvius (13.159 m2) Nieuw O&O gebouw (LUMC) heeft een omvang van 20.317 m2 Panden komen vrij (totaal 12.759 m2): Van der Klaauw (6.527 m2) verkoop Sterrewacht: School for Advanced Studies Clusius (6.232 m2) verkoop Vernieuwing huisvesting van 3.629 m2 naar 6.000 m2 Pand verdwijnt uit portefeuille (2.530 m2) Gebruikers (UFB en studentenhuisvesting) Stationsplein elders huisvesten
De ontwikkelingen in de vastgoedportefeuille zijn nog eens schematisch weergegeven in figuur 3.6. Het type ontwikkeling (vrijkomende ruimte, toevoegen of verdwijnen panden uit vastgoedportefeuille) wordt onderscheiden door pijlen met een verschillende kleur.
9
Hugo de Groot 32 (2.357 m2) is reeds verkocht aan de Stichting Leidse Studentenhuisvesting (SLS).
24
250000 245000 240000
oppervlakte
235000 230000 225000 220000 215000 210000 205000
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
200000
Figuur 3.6: Omvang mutaties vastgoedportefeuille Uit de bovenstaande figuur kan afgeleid worden dat: - Het aantal vierkante meters vastgoed in de periode 1993-2013 krimpt van circa 242.000m2 naar 205.00m2. Dit is een afname van circa 15,3% t.o.v. 1993. Tabel 3.7 Mutaties in het vastgoedbestand 1994-2011, uitgaande van peil 2004. jaar 1994 1998 1998 1999 2002 2002 2002 2002 2003 2003 2004 2004 2004 2004 2005 2006 2007 2007 2007 2007 2008 2008 2010 2011 2011 2011 2011 * **
oppervlak Peil NO Cumulatief Gebouw 243991 15729 15729 Van Steenis 241249 -2742 12987 Schelpenkadecomplex 237549 -3700 9287 Zusterflat 233244 -4305 4982 Bureau vd Universiteit 232715 -529 4453 Carpgebouw Oegstgeest 230159 -2556 1897 Hugo de Grootstraat 32 229793 -366 1531 Vollenhoven Instituut 228889 -904 627 Prentenkabinet 228584 -305 322 Chemicaliëndepot 228522 -62 260 Garage 227832 -690 -430 Hugo de Grootstraat 25 226953 -879 -1309 Hugo de Grootstraat 31 223325 -3628 -4937 Hugo de Grootstraat 27 221964 -1361 -6298 Hugo de Grootstraat 27a 221599 -365 -6663 Witte Singel 103 241899 20300 13637 O&O nieuwbouw LUMC 233346 -8553 5084 Pathologie* 227556 -5790 -706 Anatomie* 216056 -11500 -12206 Sylvius** 212639 -3417 -15623 Stationsplein 240 / 242 218639 6000 -9623 Nieuw Sportcentrum 215039 -3600 -13223 Sportcentrum 233039 18000 4777 W&N Nieuwbouw (“variant 2B”) 223434 -9605 -4828 Clusius 218201 -5233 -10061 vd Klaauwlaboratorium 217127 -1074 -11135 Sterrewachtlaan 1-4 207373 -9754 -20889 W&N LCP gebouw* Aanname Aanname gebouw wordt bedrijfsverzamelgebouw
mutatie aankoop verkoop verkoop huur verkoop verkoop huur verkoop verkoop verkoop verkoop verkoop verkoop verkoop verkoop nieuwbouw verkoop verkoop functiewijziging huur nieuwbouw sloop nieuwbouw verkoop verkoop verkoop sloop
adres Einsteinweg 2 Schelpenkade 6 NieuwerOord Stationsweg 46 Rhijng.str.wg. 13 Hugo de Grootstraat 32 Rapenburg 33 Rapenburg 65 Niels Bohrweg 9 Herenstraat 11a Hugo de Grootstraat 25 Hugo de Grootstraat 31 Hugo de Grootstraat 27 Hugo de Grootstraat 27a Witte Singel 103 Sandifortdreef Wassenaarseweg 62 Wassenaarseweg 62 Wassenaarseweg 72 Stationsplein 242 Max Planckweg Einsteinweg 6 Einsteinweg 55 e.o. Wassenaarseweg 64 Kaiserstraat 63 Sterrewachtlaan 1-4 Einsteinweg 55 e.o.
25
4
Vraagprognose 2012 In hoofdstuk 3 is de vastgoedportefeuille van de Universiteit Leiden geïnventariseerd, de aanbodzijde. In dit hoofdstuk wordt de vraagzijde geanalyseerd waarbij de ruimtebehoefte van de universitaire gebruikers tot 2012 wordt bepaald aan de hand van prognosecijfers en theoretische modellen. Voor het berekenen van de ruimtebehoefte van de faculteiten, overige onderzoeks- en onderwijseenheden en dienstverlenende eenheden van de Universiteit Leiden, is gebruik gemaakt van het ruimtebehoefte rekenmodel ´RBM-Leiden-2000´. Met behulp van dit model zijn berekeningen uitgevoerd teneinde de normatieve ruimtebehoefte te bepalen. De berekeningen zijn uitgevoerd voor 2007 en 2012 waarbij gebruik is gemaakt van de (invoer)gegevens zoals weergegeven in de Kadernota 2005-2012. Op basis van de kennis en ervaring binnen EC Vastgoed en op basis van overleg met diverse gebruikers is de berekende normatieve ruimtebehoefte noodzakelijkerwijs bijgesteld. Dit komt doordat het RBM model specifieke ruimtebehoefte voor speciale functies niet meeneemt in de prognose. Door het toetsen van de (theoretische) normatieve ruimtebehoefte aan de ‘dagelijkse praktijk’ is getracht een zo reëel mogelijk beeld te schetsen van de ruimtebehoefte. Naast de normatieve ruimtebehoefte is er in veel gevallen sprake van een niet- normeerbare ruimtebehoefte. In zulke gevallen is er vaak sprake van een specifieke gebruiker, zoals de universiteitsbibliotheek (grote boekenopslag), musea of bijvoorbeeld het sportcentrum (sporthallen). Het ruimtebehoefte model houdt met dergelijke situaties geen rekening. Uitgangspunt bij deze gebouwen is het programma van eisen voor vervanging (USC) of een beleidsvisie (UB).
4.1
Studenteninstroom en personeelsaantallen Het ruimtebehoefte rekenmodel (RBM) berekent de normatieve ruimtebehoefte op basis van (prognoses voor) de studenteninstroom en personeelsaantallen. Studenteninstroom In grafiek 4.1 is het verloop van de totale studenteninstroom in de afgelopen jaren weergegeven evenals de prognose voor de studenteninstroom voor de komende jaren, op basis van de Kadernota 2005-2012. Deze kadernota is opgenomen in bijlage 4.I. De rode gestippelde lijn in de grafiek is een raming zonder instroom beperkende maatregelen, waarbij de instroom oploopt tot circa 4450 studenten. 4500 4000 3500 3000 2500 2000 89
3 2 1 0 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 /9 0/9 1/9 2 /9 3 /9 4/9 5 /9 6 /9 7/9 8/9 9 /0 0 /0 1/0 2 /0 3/0 4/0 5 /0 6 /0 7/0 8 /0 9 /1 0/1 1/1 2 /1 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9
Grafiek 4.1: Verloop studenteninstroom Universiteit Leiden 1989-2012 Uit grafiek 4.1 blijkt dat na het piekjaar 2003-2004 er een daling is opgetreden in het huidige collegejaar 2004/2005 door de numerus fixus bij psychologie, waarna een afvlakking van de instroom in 2006 beoogd wordt door het invoeren van instroom beperkende maatregelen voor verschillende
26
studierichtingen. De rode stippellijn geeft een raming weer zonder instroom beperkende maatregelen. In grafiek 4.2 is de instroom voor de faculteiten afzonderlijk uiteengezet. Sociale Wetenschappen Rechtsgeleerdheid Letteren O&O - LUMC W&N Archeologie Wijsbegeerte Godgeleerdheid
1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 89
/9
0
90
1 5 2 3 6 4 7 9 0 8 1 3 4 2 0 1 7 5 2 8 6 9 3 /9 1/9 2/9 3/9 4/9 5/9 6/9 7/9 8/9 9/0 0/0 1/0 2/0 3/0 4/0 5/0 6/0 7/0 8/0 9/1 0/1 1/1 2/1 9 9 9 9 9 9 9 0 9 0 0 9 0 1 0 0 0 1 0 0 1 0
Grafiek 4.2: Verloop studenteninstroom Universiteit Leiden per faculteit 1989-2012 20000 19000 18000 17000 16000 15000 14000 13000 12000 11000 10000 89
/9
0
90
/9
1
91
/9
2
92
/9
3
93
/9
4
94
/9
5
95
/9
6
96
/9
7
97
/9
8
98
/9
9
99
/0
0
00
/0
1
01
/0
2
02
/0
3
03
/0
4
04
/0
5
05
/0
6
06
/0
7
07
/0
8
08
/0
9
09
/1
0
10
/1
1
11
/1
2
12
/1
3
Grafiek 4.3: Verloop totaal aantal studenten Universiteit Leiden 1989-2012, met als gestippelde lijn, de raming zonder instroom beperken de maatregelen. Rechtsgeleerdheid Sociale Wetenschappen
7000
Letteren
6000
W&N
O&O - LUMC Archeologie Wijsbegeerte
5000
Godgeleerdheid
4000 3000 2000 1000
12
/1 3
/1 2
/1 1 10
11
/1 0
/0 9 08
09
/0 7
/0 6
/0 8 07
06
05
/0 5
/0 4 03
04
/0 3
/0 2 01
02
/0 0
/0 1 00
99
/9 8
/9 9 98
/9 7 96
97
/9 6
/9 5 94
95
/9 3
/9 4 93
92
/9 1
/9 2 91
89
90
/9 0
0 Grafiek 4.4: Verloop totaal aantal studenten Universiteit Leiden per faculteit 1989-2012 Uit de grafieken komt naar voren dat, volgens de Kadernota, de doelstelling van faculteiten is de sterk stijgende lijn die in de afgelopen jaren te zien is geweest te stabiliseren, waardoor de totale studenteninstroom zich voor de komende jaren zou moeten stabiliseren op ca. 4.100. Met uitzondering van Letteren en Wis- & Natuurwetenschappen waarvoor een lichte stijging wordt verwacht in de komende jaren, laat grafiek 4.2 een vergelijkbaar beeld zien. Zie ook de bijlage 4.II voor gedetailleerde grafieken, inclusief getallen. Het totale studentenaantal zou bij een instroom van circa 4450 studenten zich stabiliseren op circa 18.690 studenten.
27
Om de doelstelling (stabilisatie van de studenteninstroom) te realiseren zullen echter maatregelen moeten worden ondernomen, zoals numerus fixus op studies en selectie ´aan de poort´. Gebeurt dit niet dan is het onwaarschijnlijk dat de studenteninstroom in de komende jaren op een gelijk niveau blijft. Een dergelijk beeld wordt geschetst door de zwarte stippellijnen in de grafieken 4.1 en 4.3, waarbij aangenomen is dat de trend zich doorzet. Uit de instroomcijfers van de afgelopen decennia is een golfbeweging te herleiden. Ondanks de moeilijkheid van het (binnen bepaalde bandbreedtes) voorspellen van de instroomcijfers is het van groot belang om hierop grip te krijgen en om te bepalen wat een fundamentele toename van het aantal instromers (bovenop de prognosecijfers) voor consequenties heeft voor het ruimtegebruik. In de laatste paragraaf wordt hier op teruggekomen. In grafiek 4.3 respectievelijk 4.4 is het verloop van de studenteninstroom vertaald naar het totale aantal studenten respectievelijk het aantal studenten per faculteit. Ook hier geldt dezelfde kanttekening zoals hiervoor omschreven. Mogelijk dient hierbij vanwege capaciteitsgrenzen en fysieke beperkingen het maximum aantal studenten dat de universiteit kan faciliteren op circa 18.700 gesteld te worden. De universiteit kende in het studiejaar 2003/2004 een instroom van 4.100 en een totaal aantal studenten van 16.380. De verhouding tussen de instroom en het totale aantal studenten is de laatste drie jaar gemiddeld 1: 4,15 geweest. Wanneer het huidige groeitempo van de studenteninstroom zich doorzet tot circa 4450 studenten kan, in tegenstelling tot de afspraken die zijn gemaakt in de kadernota, in september 2012 een totaal aantal studenten worden bereikt van 18.690. 4.1.1
Personeelsaantallen Voor wat betreft de prognose van de personeelsaantallen tot 2012 is als uitgangspunt gehanteerd de bezetting in 2004, zoals opgenomen in de vastgestelde ´Meerjaren Begroting 2004-2007´. De aantallen die hierin zijn opgenomen worden in de Kadernota gelijk gehouden tot 201210. In bijlage 4.I is een overzicht gegeven van de bezetting in 2004 per onderdeel van de universiteit.
10
Op basis van meerdere gesprekken met de heer G. van der Laan en de heer A.C.M. van der Geest (Bestuursbureau, Universiteit Leiden).
28
4.2
Ruimtebehoefte universitaire gebruikers Met behulp van het Ruimte Behoefte Model (RBM) kan op basis van de van de studenteninstroom en de personeelsaantallen de ruimtebehoefte van de universitaire gebruikers worden berekend. De berekening van de ruimtebehoefte in 2012 is gebaseerd op de prognose van de studenteninstroom in 2012 en de personeelsaantallen volgens de Kadernota 2004-2007. Hier en daar zijn soms aanvullingen of bijstellingen gedaan op basis van gesprekken met een aantal gebruikers. In deze paragraaf wordt de ruimtebehoefte per gebruiker nader toegelicht.
4.2.1
Faculteiten en instellingen Hieronder wordt de ruimtebehoefte van de faculteiten en instellingen afzonderlijk toegelicht. De onderwijsruimten in de Witte-Singel-Doelen (WSD) cluster zullen hierbij apart worden besproken, omdat deze ruimten door meerdere gebruikers worden gebruikt. Dit maakt het onmogelijk het ruimtegebruik hiervan toe te kennen aan één gebruiker. De behoefte aan onderwijsruimte in de WSD cluster kan dan ook alleen voor de totale WSD cluster worden bekeken. Bij de bespreking van het ruimtegebruik van de WSD-gebruikers wordt dan ook het gebruik van onderwijsruimte buiten beschouwing gelaten. Cluster Binnenstad, onderwijsruimten het WSD gebied: Op dit moment is er in het WSD gebied totaal 4.800m2 aan onderwijsruimte, die wordt gebruikt door alle WSD gebruikers. Voor de vier faculteiten in het WSD cluster is de ruimtebehoefte aan onderwijsruimte voor 2012 uiteengezet in tabel 4.1. In de vraag naar onderwijsruimte door de overige gebruikers van het WSD cluster is onvoldoende inzicht. Uit gesprekken met gebruikers is gebleken dat op dit moment vrijwel alle onderwijsruimten worden gebruikt. Er blijft een discrepantie van circa 1.700 m2 tussen het huidige gebruik en wensen voor ruimtegebruik in de toekomst èn de RBM toekomstige ruimtebehoefte. In tabel 4.1 is het huidige ruimtegebruik aan onderwijsruimte uitgezet tegen de ruimtebehoefte van de verschillende faculteiten. Wanneer de behoefte aan studieruimte in het WSD gebied (Letteren, Archeologie, Godgeleerdheid en Wijsbegeerte, totaal 1070m2) bij de zaal-ruimtebehoefte (3164m2) wordt opgeteld is de totale vraag circa 4250m2. Zie ook bijlage 4.III en 4.IV Tabel 4.1: Huidig ruimtegebruik vs. ruimtebehoefte 2007 en 2012 onderwijsruimten WSD gebied WSD huidig 2012 Ruimtegebruik onderwijsruimte 4.800 Behoefte onderwijsruimte Archeologie 474 Behoefte onderwijsruimte Godgeleerdheid 111 Behoefte onderwijsruimte Wijsbegeerte 110 Behoefte onderwijsruimte Letteren 2.468 Totale behoefte RBM onderwijsruimte faculteiten* 3.164 Prognose LTH 2012 4.800 * Totale behoefte onderwijsruimte is slechts gebaseerd op de vier faculteiten. Er is nog onvoldoende inzicht in de ruimtebehoefte van andere gebruikers in het WSD cluster.
De faculteiten geven aan dat er een vraag is naar meer kleinere onderwijsruimten. Hier moet in de komende jaren, door o.a. het vergroten van flexibiliteit in onderwijsruimten, invulling aan worden gegeven. Wellicht moeten de grote collegezalen worden opgedeeld.
29
Faculteit der Archeologie (incl. Archol en Archon) Archeologie gaat uit van een blijvend hoge instroom van ruim 80 studenten per jaar en een forse groei van de tweede geldstroom in de jaren 2004 en 2005. De faculteit verwacht daarbij een uitstroom na de bachelorfase van 5%, maar denkt deze uitstroom te kunnen compenseren met een even grote zijinstroom in de masterfase11. Archeologie heeft aangegeven voor de komende jaren 5 extra kantoorkamers van ca. 60 m2 en een practicumruimte (onderwijsruimte) van ca. 40 m2 nodig te hebben. Tabel 4.2: Huidig ruimtegebruik vs. ruimtebehoefte 2012 Archeologie Archeologie Studenteninstroom Ruimtegebruik / -behoefte RBM*
huidig 86 1.801 m2 (781 m2 **)
Prognose LTH 2012 * ** ***
2012 87 1.710 m2 (834 m2 ***) 1.861 m2***
ruimtegebruik / prognose RBM is exclusief onderwijsruimte kantoorachtige ruimten (kantoor en vergaderruimte opgeteld) huidig gebruik + 60 m2 kantoor
Faculteit der Godgeleerdheid De faculteit Godgeleerdheid rekent op een stabilisatie van de instroom op 40 studenten per jaar. Deze instroom is vooral gebaseerd op de hoge instroom in 2002 en lijkt gezien de ontwikkeling in 2003 aan de hoge kant. De uitstroom na de bachelorfase wordt geraamd op 5%, deze wordt gecompenseerd met de zij-instroom in de masterfase van 5%12. Op basis van een gesprek heeft Godgeleerdheid aangegeven te kiezen voor een nullijn qua ruimtegebruik. Het is voor de faculteit van groot belang is dat zij op de huidige locatie (WSD cluster) zijn en blijven gehuisvest, vanwege hun nauwe samenwerking met andere gebruikers in de cluster13. Door de faculteit is tevens gesuggereerd de bibliotheek uit te huizen naar de universiteitsbibliotheek i.v.m. ruimere openingstijden van de UB. Tabel 4.3: Huidig ruimtegebruik vs. ruimtebehoefte 2012 Godgeleerdheid Godgeleerdheid Studenteninstroom Ruimtegebruik / -behoefte RBM*
huidig 32 472 m2 (466 m2 **)
2012 41 680 m2 (467 m2 **)
Prognose LTH 2012 472 m2 * ruimtegebruik / prognose RBM is exclusief onderwijsruimte ** kantoorachtige ruimten (kantoor en vergaderruimte opgeteld)
11 12 13
Concept Kadernota 2005-2012: Ter bespreking Universiteitsraad Raad van Toezicht, 28 april 2004. Concept Kadernota 2005-2012: Ter bespreking Universiteitsraad Raad van Toezicht, 28 april 2004. Gebaseerd op overleg met het faculteitsbestuur, Fac. Godgeleerdheid, zomer 2004.
30
Faculteit der Wijsbegeerte Wijsbegeerte zet in op een stabilisering van de hoge instroom van de laatste drie jaar op 43 studenten per jaar14. Wijsbegeerte is momenteel in de WSD cluster gehuisvest. Gezien de nauwe relatie met andere gebruikers in de WSD cluster, is de huidige locatie voor Wijsbegeerte van groot belang. Wijsbegeerte heeft per 1 mei 2004 twee (kantoor)kamers van Letteren erbij gekregen. Daarnaast heeft Wijsbegeerte aangegeven per 1 september 2004 behoefte te hebben aan 3 extra kantoorkamers. Daarmee is voor de komende jaren voorzien in de ruimtebehoefte voor wat betreft kantoorruimte. Er wordt gestreefd om aanvullende kantoorruimten te vinden door een optimalisatie van de bruto/netto verhouding in het vloeroppervlak in het Witte Singelgebied. Concreet betekent dit dat het oppervlak van grote hallen en gangen in Witte Singelgebouwen waar mogelijk wordt geminimaliseerd en de vrijgekomen oppervlakte bij de kamers wordt getrokken. Op deze wijze ontstaan er meer nuttige meters15. Tabel 4.4: Huidig ruimtegebruik vs. ruimtebehoefte 2012 Wijsbegeerte Wijsbegeerte Studenteninstroom Ruimtegebruik / -behoefte RBM*
huidig 47 308 m2 (296 m2 **)
2012 43 550 m2 (358 m2 **)
Prognose LTH 2012 308 m2 * ruimtegebruik / prognose RBM is exclusief onderwijsruimte ** kantoorachtige ruimten (kantoor en vergaderruimte opgeteld)
Faculteit der Letteren (incl. International Projects) De faculteit der Letteren rekent op een verdere groei van ca. 10% per jaar tot 2010. Deze groei is gebaseerd op de toenemende belangstelling in de laatste jaren. Men verwacht die groei vooral te realiseren bij geschiedenis en kunstgeschiedenis, maar hoopt uiteraard ook op groei bij de kleine studierichtingen16. Voor wat betreft kantoorruimte wordt door de Faculteit der Letteren voor de komende jaren een toename in het personeelsbestand verwacht van 10 à 12 fte (gekoppeld aan de geringe groei van de instroom). Dit zou een extra ruimtebehoefte van 100 à 150 m2 betekenen. Tabel 4.5: Huidig ruimtegebruik vs. ruimtebehoefte 2012 Letteren Letteren Studenteninstroom
huidig 911
2012 1.011
Ruimtegebruik / -behoefte RBM*
15.595 m2 (8.775 m2 **)
15.384 m2 (8.460 m2 **)
Prognose LTH 2012 * ** ***
15.745 m2**
ruimtegebruik / prognose RBM is exclusief onderwijsruimte kantoorachtige ruimten (kantoor en vergaderruimte opgeteld) huidig ruimtegebruik + ca. 150 m2 kantoorruimte
Faculteit der Rechtsgeleerdheid De Faculteit der Rechtsgeleerdheid gaat uit van een stabiele instroom van 935 studenten per jaar, waarvan 135 majors. Naar een hogere instroom wordt niet gestreefd. Door de verwachte competitie van de vorig jaar gestarte Hbo-opleidingen Recht is dit een realistische prognose17. Per september 2004 heeft de gehele faculteit haar intrek genomen in het gerenoveerde Kamerlingh Onnes. De omvang van dit gebouw (circa 13.600m2) waarvan Rechtsgeleerdheid de enige facultaire gebruiker is, wordt als voldoende beschouwd voor de komende jaren. Het Internationaal Recht zal in de vorm van het Grotius Centre naar Campus Den Haag verhuizen. In tabel 4.7 wordt het ruimtegebruik en de ruimtebehoefte van Rechtsgeleerdheid uiteengezet. Hugo de Groot 32 (2.357m2) is al verkocht aan de Stichting Leidse Studentenhuisvesting (SLS).De overige 3 panden zijn reeds verkocht. Enkele redenen die aan de verkoop ten grondslag hebben gelegen zijn de decentrale ligging van de Hugo de Groot gebouwen, de slechte (bouwkundige) staat en de kansen voor het hergebruik van de gebouwen als appartementen en als gastappartementen voor (buitenlandse) gasten van de universiteit. 14
Concept Kadernota 2005-2012: Ter bespreking Universiteitsraad Raad van Toezicht, 28 april 2004. Gebaseerd op overleg met het faculteitsbestuur, Fac.Wijsbegeerte, zomer 2004. Concept Kadernota 2005-2012: Ter bespreking Universiteitsraad Raad van Toezicht, 28 april 2004. 17 Concept Kadernota 2005-2012: Ter bespreking Universiteitsraad Raad van Toezicht, 28 april 2004. 15 16
31
Tabel 4.7: Huidig ruimtegebruik vs. ruimtebehoefte 2012 Rechtsgeleerdheid Rechtsgeleerdheid Studenteninstroom Ruimtegebruik / -behoefte
huidig 912 13.434 m2
Prognose LTH 2012 (KOG) * **
2012 907 13.625 m2* 13.434 m2**
omvang inclusief PAO en Moot-Court (771m2) omvang Kamerlingh Onnes gebouw exclusief ICT (274 m2)
Universiteitsbibliotheek Ondanks een lichte afname van de totale ruimtebehoefte van de Universiteitsbibliotheek volgens het RBM is er op basis van gesprekken een lichte toename in de behoefte naar bibliotheekruimte geconstateerd. De verwachting is dat, uitgaande van deze verwachte groei, de UB in 2005 vol is en er naar fysieke en/of organisatorische oplossingen moet worden gezocht. Er zal door de UB een visie worden ontwikkeld op digitalisering van het bibliotheekmateriaal en eventueel opslag op afstand. De huisvestingstechnische consequenties zullen in de toekomst van de visie worden afgeleid en dan onder de loep worden genomen. Faculteit der Kunsten De faculteit der Kunsten gebruikt op dit moment een aantal ruimten in het Academiegebouw. Volgens de begrotingscijfers 2004 zou de ruimtebehoefte in 2007 licht stijgen in vergelijking tot het huidige gebruik. Het ruimtegebruik 2012 blijft hetzelfde als in 2007. In tabel 4.8 zijn een aantal kerngegevens uiteen gezet. Tabel 4.8: Huidig ruimtegebruik vs. ruimtebehoefte 2012 Kunsten Kunsten Personeel Ruimtegebruik / -behoefte Prognose LTH 2012
huidig 1 fte 106 m2
2012 8,7 fte 154 m2 154 m2
Leiden University School of Management (LUSM) Het LUSM startte in het jaar 2001-2002 in het Gravensteen met zo´n 40 studenten. Nu wordt door ca. 80 studenten het MBA programma gevolgd, waarbij gebruik wordt gemaakt van ca. 414 m2 in het Gravensteen. De komende jaren zal het totale aantal studenten moeten groeien tot ca. 200 studenten, wat de ´kritieke massa´ voor een rendabel MBA programma vormt. De verwachting is dat bij 200 studenten in 2007 en 2012 een ruimtebehoefte bestaat van 676 m2 aan niet-collegeruimte. Daarnaast bestaat er een behoefte aan 4 grote collegezalen van elk 86 m2 (op basis van de omvang van de huidige collegezaal in het Gravensteen), totaal 1.020m2 18. Een totale groei van circa 600m2 is geprognosticeerd. Tabel 4.9: Huidig ruimtegebruik vs. ruimtebehoefte 2012 LUSM LUSM Studentenaantal* Ruimtegebruik / -behoefte Prognose LTH 2012 *
huidig ca. 80 414 m2
2012 200 1.020 m2 1.020 m2
Op basis van ´Herhuisvestingplan Gravensteen: Centralisering Contractonderwijs 2003- en verder, ProCap Projectmanagement Utrecht, januari 2003.
Faculteit der Sociale Wetenschappen Sociale Wetenschappen verwacht voor de komende jaren een constante instroom van 1.250 studenten, 160 minder dan gerealiseerd in het jaar 2003 / 2004. De daling wordt geheel veroorzaakt door de instelling van numerus fixus bij psychologie. Voor de overige opleidingen rekent de faculteit per saldo op stabilisatie. De faculteit streeft naar enige groei voor de opleidingen Bestuurskunde en CA/OS. De opleidingen Pedagogiek en Politieke Wetenschappen hebben nagenoeg de gewenste omvang of kunnen iets kleiner worden. De uitval na de bachelorfase wordt geschat op 25%, maar de faculteit denkt deze uitval geheel te kunnen compenseren met de zij-instroom in de masteropleidingen19.
18
Herhuisvestingplan Gravensteen, Centralisering Contractonderwijs 2003 en verder, ProCap Projectmanagement Utrecht, januari 2003. Concept Kadernota 2005-2012: Ter bespreking Universiteitsraad Raad van Toezicht, 28 april 2004.
19
32
Sociale Wetenschappen is, samen met het ICLON en het ASC, gehuisvest in het Pieter de la Court gebouw. Daarnaast gebruikt Sociale Wetenschappen de collegezalen in de Gorlaeus Campus (zaal 4 en 5) en 3 onderwijszalen in het Snellius gebouw. Sociale Wetenschappen gebruikt het Pieter de la Court uitermate efficiënt door een laag indelingsverlies in het gebouw. Het gebouw biedt daar ook de mogelijkheden voor. In de berekeningen van de ruimtebehoefte wordt hiermee rekening gehouden. Sociale Wetenschappen heeft aangegeven dat het daadwerkelijke ruimtetekort kan worden gesteld op ca. 1.000 m2, waarmee zij totaal ca. 16.200 m2 tot haar gebruik krijgt. Er worden in dit geval wel vraagtekens gesteld bij de Kadernota, aangezien verwacht wordt dat de numerus fixus voor Psychologie uiteindelijk zal leiden tot een stijging van de studenteninstroom bij andere studies van Sociale Wetenschappen. Tabel 4.10: Huidig ruimtegebruik vs. ruimtebehoefte 2012 Sociale Wetenschappen Sociale wetenschappen Studenteninstroom Ruimtegebruik / -behoefte* Prognose LTH 2012** * **
huidig 1.410 15.186 m2
2012 1.250 17.814 m2 16.200 m2
prognose op basis van gemiddelde tussen alfa en gamma groei komt overeen met het kantooroppervlak van ICLON (ca. 1.000 m2)
ICLON Het ICLON rekent op een blijvend hoog instroomniveau van 175 per jaar, iets boven het gemiddelde van de laatste drie jaar. ICLON is momenteel gehuisvest in het Pieter de la Court. Voor de komende jaren verwachten zij door te groeien tot ca. 1.700 m2 (kantoor en onderwijsruimten), indien zij zelfstandig wordt gehuisvest. Indien gehuisvest in combinatie met een faculteit heeft zij behoefte aan ca. 1.250 m2 (kantoor), aangezien zij vooral in de avonduren gebruik maken van onderwijszalen. Grote voorkeur gaat dan ook uit naar het huisvesten van ICLON in combinatie met een faculteit. In de huidige situatie stuit dit op problemen gezien de krappe situatie in het Pieter de la Court. Tabel 4.11: Huidig ruimtegebruik vs. ruimtebehoefte 2012 ICLON ICLON Ruimtegebruik / -behoefte* Prognose LTH 2012**
huidig 1.023 m2
2012 in combinatie 1.251 m2 1.251 m2
20127 zelfstandig 1.700 m2 1.700 m2
Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen De faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen kiest voor een groeiscenario, van 301 studenten in 2003/2004 naar 353 studenten in 2007/2008. De faculteit rekent daarbij op het resultaat van de nationale en lokale wervingsacties voor meer bètastudenten en op de samenwerking met de Technische Universiteit Delft. De groei geldt voornamelijk voor de opleidingen bij wiskunde, informatica, scheikunde en SMST. De faculteit zet al enige jaren in op zij-instroom in de masterfase en ziet die stijgen van 126 studenten in 2003/2004 naar 200 studenten in 2008/200920. Op dit moment is de Wiskunde en Natuurwetenschappen op 4 locaties gehuisvest, te weten in de Sterrewacht- en Van der Klaauwgebouwen, het Clusiusgebouw op de Boerhaave Campus, in het Van Steenis en in de Gorlaeus Campus, met een totale omvang van 63.743 m2. Zoals ook blijkt uit RBM berekeningen is er sprake van een groot overschot aan ruimte. Dit overschot bestaat voor een groot deel uit inefficiënte kelders en moeilijk indeelbare laboratoria. Tabel 4.12: Huidig ruimtegebruik vs. ruimtebehoefte 2012 Wiskunde en Natuurwetenschappen Wis- en Natuurwetenschappen Studenteninstroom Ruimtegebruik / -behoefte Prognose LTH 2012
20
huidig 300 63.743 m2
2012 350 41.037 m2 41.037 m2
Concept Kadernota 2005-2012: Ter bespreking Universiteitsraad Raad van Toezicht, 28 april 2004.
33
Door de universiteit is besloten dat de gehele faculteit geconcentreerd zal worden op het Gorlaeus Huygens Oort complex, dat hiertoe grondig gerenoveerd zal worden. Daarnaast zal de ruimte in het Van Steenis worden aangehouden. Het IBL zal naar het Gorlaeus Huygens Oort verhuizen. Hiervoor zijn aanpassingen nodig in een aantal gebouwdelen. Met de verhuizing van het IBL komt het Sterrenwachtgebouw en het Van der Klaauwlaboratorium, evenals het Clusius vrij voor andere gebruikers c.q. ontwikkelingen. In een later stadium zal het totale Gorlaeus complex gerenoveerd moeten worden. In tabel 4.13 is aangegeven wat het huidige ruimtegebruik van Wiskunde- en Natuurwetenschappen is in de verschillende gebouwen en hoe dit na de renovatie (medio 2006/2007) zal zijn. Ook na de afstoting van Sterrewacht en Clusius blijft er een aanzienlijk verschil tussen de berekende ruimtebehoefte (ca. 39.000 m2) en het als dan gerealiseerde ruimtegebruik (ca. 51.000 m2). De oorzaak ligt in de overmaat van laboratoria en inefficiënte maatvoering in het Gorlaeuscomplex. Om het complex wel efficiënt te kunnen gebruiken zijn grootschalige ingrepen in de structuur en inrichting noodzakelijk. In dit LTH wordt voorlopig uitgegaan van een toekomstig ruimtegebruik voor W&N van 51.000m2. Tabel 4.13: Huidig ruimtegebruik vs. gebruik na medio 2006/2007 Wiskunde en Natuurwetenschappen Wis-& Natuurwetenschappen Sterrewacht en Van der Klaauw Clusius Van Steenis Gorlaeus Huygens Oort en I gebouw Totaal
Huidig gebruik 6.527 m2 6.232 m2 1.882 m2 49.102 m2 63.743 m2
Medio 2006/2007 1.882 m2 49.102 m2 50.984 m2
Nationaal Herbarium De ruimtebehoefte van het Nationaal Herbarium zal op basis van het RBM de komende jaren iets krimpen in het Van Steenis gebouw. Tabel 4.14: Huidig ruimtegebruik vs. ruimtebehoefte 2012 Nationaal Herbarium Nationaal Herbarium Ruimtegebruik / -behoefte Prognose LTH
huidig 9.185 m2
2012 8.690 m2 8.690 m2
Centrum voor Milieukunde Leiden (CML) Het ruimtegebruik van het CML, op dit moment gehuisvest in het Gorlaeus Huygens Oort gebouw, bedraagt ca. 1.200 m2. Voor de komende jaren wordt hier geen groei/krimp verwacht. Tabel 4.15: Huidig ruimtegebruik vs. ruimtebehoefte 2012 CML CML Ruimtegebruik / -behoefte Prognose LTH*
huidig 1.188 m2
2007 1.289 m2 1.289 m2
LUMC (Geneeskunde) Het LUMC gebruikt op dit moment een aanzienlijke hoeveelheid vierkante meters binnen de vastgoedportefeuille van de universiteit Leiden (Boerhaavegebouwen en Sylvius). De nieuwe Onderzoek & Onderwijs gebouwen voor het LUMC (de faculteit Geneeskunde) zullen in 2006 gereedkomen op de locatie naast het ziekenhuis. In totaal wordt 40.000m² BVO gerealiseerd waarvan 30.476m² BVO door de Universiteit wordt gefinancierd. Deze 30.476m² BVO correspondeert met 20.317m² NO (factor 1,5 BVO – NO). Deze oppervlakte komt overeen met het oorspronkelijk overeengekomen nieuwbouwprogramma welke is gebaseerd op een jaarlijkse studenteninstroom van circa 380 eerstejaars. Voor het LUMC wordt er vanuit gegaan dat ook de ruimtebehoefte in 2007 en 2012 in de nieuwe O&O gebouwen (20.317 m2) wordt gevonden. Tabel 4.16: Huidig ruimtegebruik vs. ruimtebehoefte 2007 LUMC LUMC Ruimtegebruik / -behoefte Prognose LTH* *
huidig 28.278 m2
2007/2012 20.317 m2 20.317 m2
Uitgangspunt is huidig gebruik
34
Campus Den Haag Voor wat betreft de vestiging in Den Haag zijn er geen duidelijke (en betrouwbare) cijfers voor wat betreft een groei/krimp in hun ruimtebehoefte voor de komende jaren. Recente programma’s als het Grotius Centre wijzen op een lichte groei de komende jaren. Tabel 4.17: Huidig ruimtegebruik vs. ruimtebehoefte 2007 Campus Den Haag Campus Den Haag Ruimtegebruik / -behoefte Prognose LTH*
huidig 926 m2
2007 p.m.
International office nieuwe stijl Het LUWP zal samen met het IPA (International Project Administration) en International Office uit de oude UB het nieuwe International Office vormen. De verwachting is dat zij samen ca. 450 m2 nodig zullen hebben. 4.2.2
Bestuur, expertisecentra en diensten Voor de meeste gebruikers uit de categorie bestuur, expertisecentra en diensten geldt dat de ruimtebehoefte in 2007 en 2012 ongeveer hetzelfde zal zijn als het huidige ruimtegebruik (op basis van Planon). Het totaal aan bestuur, expertisecentra en diensten is uiteengezet in tabel 4.18. Tabel 4.18: Huidig ruimtegebruik, ruimtebehoefte 2007 en 2012 bestuur, expertisecentra en diensten. Ruimtegebruik / -behoefte College van Bestuur CvB protocollair / oraties Bestuursbureau EC Vastgoed Expertisecentrum ICS * UFB ** I groep Universitair Sport Centrum*** Weekblad Mare**** Totaal / Prognose LTH * **
*** ****
huidig 176 1.755 2.535 369 5.764 2.638 3.741 3.629 141 19.500
2012 176 1.755 2.535 369 5.764 2.638 2.473 6.000 84 21.800m2
Bestaat uit AHM (553 m2), Plexus (1.899 2), Staf (853 m2), LAK (1.397 m2) en Huisvesting Buitenlandse studenten (1.062 m2). Bestaat uit Academiegebouw (18 m2), ADWSD (242 m2), Multimedia (1.594 m2), Oude UB (42m2), Pieter de la Courtgebouw (325 m2) en Staf en administratie (417 m2). In de komende jaren zal een lange termijn huisvestingsplan (2007) voor het UFB worden gemaakt. De Mediagroep zal op korte termijn (2004/2005) indikken op de 2e verdieping van het Lipsius. Het totale aantal UFB vierkante meters zal naar verwachting in de toekomst krimpen. Op basis van het voorlopige programma van eisen, het USC wordt komende jaren vernieuwd en uitgebreid. Het universitaire weekblad Mare gebruikt op dit moment 141 m2 ruimte in het Van Steenis gebouw. Zij zullen verhuizen naar de zolderverdieping van het Regens Collegii (84 m2).
35
4.2.3
Overige gebruikers De overige gebruikers kunnen worden opgedeeld in een groep gebruikers met huurcontracten ´om niet´ en een groep gebruikers met huurcontracten ´betalend´. Verschil tussen ´om niet´ en betalende huurders wordt gemaakt op basis van beleidsmatige beslissingen van de universiteit. Huurders ´om niet´ Voor de gebruikers met een ´om niet´ huurcontract wordt het huidige ruimtegebruik aangenomen als basis voor de ruimtebehoefte in 2007 en 2012. Tabel 4.19 geeft een inzicht in deze gegevens. Tabel 4.19: Huidig ruimtegebruik, ruimtebehoefte 2007 en 2012 huurders ´om niet´. Ruimtegebruik / -behoefte Azië -instituut (IIAS) Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) Koninklijk Instituut voor Taal-, Letteren- en Volkenkunde Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten (NINO) Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) Totaal / Prognose LTH
huidig 551 1.424 1.833 713
2012 551 1.424 1.833 713
700
700
5.221
5.221
Huurders ´betalend´ Voor de betalende gebruikers geldt eveneens dat voor het grootste deel het huidige ruimtegebruik gelijk is aan de ruimtebehoefte in 2007 en 2012. De betalende huurders zijn uiteengezet in tabel 4.20. Tabel 4.20: Huidig ruimtegebruik, ruimtebehoefte 2007 en 2012 huurders ´betalend´. Ruimtegebruik / -behoefte Islam Instituut (ISIM) Libertatis Ergo Holding BV Afrika Studie Centrum Kerkelijke Opleiding Nederlands Hervormde Kerk (HTWI) Kerkelijke Opleiding Remonstrantse Broederschap CILC ABVAKABO Floron Biopartner Center Leiden* Totaal / Prognose LTH
*
huidig 528 53 1.026 80 18 245 36 102 1.157 3.245
2012 452 53 1.026 80 18 245 36 102 4.019 6.107
Biopartner Center Leiden zal groeien en zal na het vertrek van de faculteit der Geneeskunde uit het Sylvius het gehele gebouw 3 (Annex) in gebruik nemen.
36
4.2.4
Totale ruimtebehoefte In tabel 4.21 is samenvattend voor alle gebruikers van de Universiteit Leiden hun huidige ruimtegebruik en hun ruimtebehoefte in 2012 uiteengezet. Voor de faculteiten en instellingen is aangegeven op welke instroomcijfers van studenten en personeelsaantallen de kadernota is gebaseerd. Tabel 4.21: Ruimtegebruik vs. ruimtebehoefte faculteiten in 2012 Prognose LTH Instroom PersoneelsVerschillen 2012 in m2 studenten aantal in fte (- is krimp) Nuttig Opp. 2012 2012 Cluster: Binnenstad 4.812 4.812 Onderwijsruimten WSD[1] 1.801 1.861 60 87 48 Archeologie 472 472 41 26 Godgeleerdheid 254 308 54 43 19 Wijsbegeerte 15.595 15.745 150 1011 475 Letteren 14.171 14.302 131 907 285 Rechtsgeleerdheid (incl. poa/moot) 18.710 18.710 91 Universiteitsbibliotheek 106 154 48 9 Kunsten 414 1.020 606 200 13 Leiden University School of Management 207 450 243 20 International Office (LUWP) 6527 0 -6.527 Wiskunde en Natuurwetenschappen 63.100 57.800 - 5.300 Totalen Cluster: BoerHaave Campus 15.119 20.300* 5.181 380 LUMC (Geneeskunde) 15.186 16.200 1.014 1.250 366 Sociale Wetenschappen 1.023 1250 227 69 ICLON[2] 6.232 0 -6.232 Wiskunde en Natuurwetenschappen 37.600 37.750 +200 Totalen Cluster: Gorlaeus Campus 13.159 (0*) -13.159 LUMC (Geneeskunde) (Sylvius) 225 0 225 Rechtsgeleerdheid 52.693 50.984 -1.709 350 1058 Wiskunde en Natuurwetenschappen 9.185 8.690 -495 47 Nationaal Herbarium 1.188 1.188 45 Centrum voor Milieukunde Leiden 76.200 60.900 -15.400 Totalen Campus Den Haag 900 900 12 Totalen 178.800 157.400 -20.400 Totaal faculteiten en instellingen 21.000 21.800 900 517 Totaal bestuur, expertisecentra en diensten 5.200 5.200 15 Totaal huurders ´om niet´ 3.200 6.100 2.900 24 Totaal huurders ´betalend´ 207.200 190.500 SUBTOTAAL 5.000 4.500 16 Overige gebouwen (woningen, Hortus e.d.) 9.800 -9.800 Bijtelling leegstand** 222.000 195.000 -27.000 4.300 3.160 TOTAAL 212.800 195.000 -17.800 Totaal na verkoop HdG en WS 103 * LUMC gaat over naar nieuwbouw in eigen beheer, wordt wel meegenomen in beschouwing vastgoedbestand ** Leegstand omvat ook Hugo de Groot en Witte Singel 103 Faculteiten en instellingen
Huidig ruimtegebruik in m2 Nuttig Opp.
Uit bovenstaande tabel kan een aantal conclusies getrokken worden: 1. Binnenstad: ¾ geringe groei van faculteiten (Archeologie +60m2, Wijsbegeerte +54m2, Letteren +150m2 en LUSM +600m2), vrijkomen Sterrewacht en van de Klaauw 2. Boerhaave Campus: ¾ krimp W&N (ontruiming Clusius -6.200m2) ¾ krimp LUMC, herbestemming Fysiologie, Pathologie en Anatomie ¾ Nieuwbouw O&O / LUMC (+20.300m2) ¾ groei FSW (+1.000m2) en ICLON (+250m2) 3. Gorlaeus Campus: ¾ Krimp W&N (-13.900m2) / krimp afhankelijk van renovatieplan W&N ¾ Groei Biopartner (+2.700m2) ¾ Vernieuwing USC (+2.400m2)
37
5
Confrontatie vraag en aanbod Doelstelling van het LTH is het optimaal huisvesten van de gebruikers van de Universiteit Leiden op de korte en lange termijn. Optimaal wil zeggen dat het aanbod van ruimte binnen de totale vastgoedportefeuille aansluit op de kwantitatieve én kwalitatieve ruimtevraag van de verschillende gebruikers waarbij rekening wordt gehouden met toekomstige (onzekere) ontwikkelingen. Dit hoofdstuk bespreekt de confrontatie tussen het ruimteaanbod (zoals in hoofdstuk 3 behandeld) en de (normatieve) kwantitatieve ruimtevraag zoals in het vorige hoofdstuk behandeld. Doel van dit hoofdstuk is om knelpunten (tekorten en/of overschotten) op te sporen en te kwantificeren. Deze knelpunten worden door middel van het opgestelde integrale schuifplan in hoofdstuk 6 (voor een groot deel) op de korte- en lange termijn opgelost. Bij de confrontatie is rekening gehouden met een aantal (reeds vaststaande) ontwikkelingen dat van invloed is op de ruimtevraag versus het ruimteaanbod. Deze ontwikkelingen worden besproken in paragraaf 5.1. De daadwerkelijke confrontatie tussen vraag en aanbod (paragraaf 5.2) is geanalyseerd per cluster van gebouwen, waarbij een onderscheid is gemaakt naar de verschillende ruimtesoorten. Vervolgens is deze confrontatie vertaald naar huisvestingsknelpunten in paragraaf 5.3.
5.1
Kwantitatieve confrontatie vraag en aanbod Op basis van het aanbod aan ruimte (hoofdstuk 3), de ruimtebehoefte in 2007 en 2012 (hoofdstuk 4) en ontwikkelingen die de komende jaren gaan plaatsvinden in de vastgoedportefeuille kan het aanbod aan ruimte en de vraag naar ruimte in 2007 en 2012 worden vergeleken. Hierdoor kan worden beoordeeld in welke clusters van gebouwen er huisvestingsknelpunten gaan ontstaan en welke clusters van gebouwen een stabiel karakter hebben (waarbij het aanbod gelijk is aan de ruimtebehoefte). In het onderstaande schema, tabel 5.1, is per cluster van gebouwen het aanbod aan ruimte uitgezet tegen de ruimtebehoefte van faculteiten in 2007 en 2012. Zowel het aanbod aan ruimte als de ruimtebehoefte wordt in 2007 en 2012 gelijk verondersteld, aangezien de ontwikkelingen vóór 2007 plaatsvinden en de ruimtebehoefte van alle universitaire gebruikers na 2007 gelijk wordt verondersteld. Zie voor gedetailleerde gegevens bijlage 5.I. Tabel 5.1: Huidig ruimtegebruik vs toekomstige vraag faculteiten, per cluster Faculteiten en instellingen
Huidig ruimtegebruik in m2 Nuttig Opp.
Prognose LTH 2007/2012 in m2 Nuttig Opp.
Verschillen ( - is krimp)
Totalen Cluster: Binnenstad
63.100
57.800
Totalen Cluster: BoerHaave Campus
37.600
37.750*
+200
Totalen Cluster: Gorlaeus Campus
76.500
60.900
-15.400
Totalen Campus Den Haag Totaal faculteiten en instellingen
-5.300
900
900
0
178.800**
157.400
-20.400
*
Herbestemming Fysiologie, Pathologie en Anatomie na vertrek W&N en LUMC
**
Exclusief Hortus en huurders “om-niet”, huurders betalend en bestuur, expertisecentra en diensten
38
Grafiek 5.2 geeft een overzicht van het aanbod aan ruimte en de vraag naar ruimte in 2012 binnen de clusters die in de Binnenstad zijn gelegen. Uit deze grafiek blijkt dat in 2012 het aanbod aan ruimte hoger zal zijn dan de vraag naar ruimte in de Binnenstad. Dit wordt met name veroorzaakt door het vrijkomen van de Sterrewacht en het Van der Klaauwlab door het vertrek van Wiskunde en Natuurwetenschappen. Daarnaast zal ook enige ruimte beschikbaar zijn in het Academiegebouw na renovatie. Door het aflopen van het huurcontract van Stationsplein 240 zullen de voormalige gebruikers van dit pand behoefte hebben aan nieuwe huisvesting. In het Witte Singel gebied ontstaat een geringe ruimtebehoefte.
Grafiek 5.2: Aanbod aan ruimte vs. vraag naar ruimte 2012 cluster Binnenstad. Voor de totale binnenstad is er sprake van een vraag naar ruimte in 2012 van 63.100 m2 en een aanbod in 2012 van 57.800 m2 (overschot 5.200 m2). Dit overschot wordt verklaard door het vrijkomen van de Sterrewacht en van der Klaauwlab. Grafiek 5.3 en 5.4 geven een overzicht van het aanbod aan ruimte en de vraag naar ruimte in 2012 binnen de twee clusters die in de Leeuwenhoek zijn gelegen. In deze grafieken is te zien dat in beide gebieden het aanbod aan ruimte groter is dan de vraag naar ruimte. Dit wordt dit o.a. veroorzaakt door het vrijkomen van gebouwen in het Boerhaave Campus en een aanzienlijke hoeveelheid vierkante meters in het Sylvius. In het Pieter de la Court is vooral sprake van een tekort aan ruimte.
Grafiek 5.3: Aanbod aan ruimte vs. vraag naar ruimte 2012 Boerhaave. (O&O nieuwbouw gearceerd weergegeven)
39
Grafiek 5.4: Aanbod aan ruimte vs. vraag naar ruimte 2012 Gorlaeus Campus. Het totale aanbod op de Gorlaeus Campus in 2012 is 76.200m2 tegen een vraag van 48.800m2. In hoofdstuk 6 zal per faculteit ‘het huisvestingsplan’ worden beschreven.
5.2
Huisvestingsknelpunten Op clusterniveau kan worden geconstateerd dat onderscheid kan worden gemaakt tussen “stabiele” clusters en clusters waarin sprake is van een spanning tussen vraag en aanbod. Beide worden hieronder nader omschreven. Een stabiel cluster is een cluster waar, op basis van de prognosecijfers 2012, sprake is van goede matching tussen vraag en aanbod vanaf 2012. Dit kan dus betekenen dat er vóór 2012 nog diverse (reeds besloten) ontwikkelingen plaatsvinden die echter uiteindelijk medio 2012 tot een goede matching leiden. Er is een aantal clusters waar sprake is van een mismatch tussen vraag en aanbod. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt in een mismatch ten gevolge van het vrijkomen van ruimte (te herbestemmen vastgoed) en het ontstaan van een tekort aan ruimte. Daarnaast is er in enkele gevallen sprake van een tijdelijke mismatch als gevolg van grootschalige bouwkundige ingrepen (bijvoorbeeld renovatie). Op basis van een eerste analyse van vraag en aanbod ontstaat inzicht in mogelijke knelpunten in de vastgoedvoorraad. In de navolgende paragrafen wordt dit per cluster omschreven.
40
Tabel 5.2: Resultaat confrontatie vraag en aanbod clusters. Gebieden/Gebouwen
Stabiel
Mismatch
Te herbestemmen Vertrek Rechtsgeleerdheid Vertrek Rechtsgeleerdheid Vertrek Wis- en Natuurwetenschappen
Academiegebouw Rapenburg 38 en 59 Sterrewacht / Van der Klaauw Plexus Oude UB
Vertrek Rechtsgeleerdheid naar KOG
Gravensteen Kamerlingh Onnes Gebouw Hugo de Groot WSD UB Stationsplein Witte Singel Pieter de la Court
* Groei ruimtevraag * * * Groei ruimtevraag Vertrek Wiskunde- en Natuurwetenschappen en LUMC Vertrek LUMC Geen fit, vernieuwing IBL
Boerhaave Sylvius Gorlaeus Huygens Oort O&O gebouwen *
Tijdelijke mismatch renovatie renovatie
Tekort aan ruimte
Clusters worden buiten beschouwing gelaten. Hugo de Groot en Witte Singel 103 vallen door verkoop weg, contract Stationsplein 240 loopt medio 2007 af en de UB is momenteel bezig met het ontwikkelen van een beleid.
Oppervlakte vastgoed
2013
2012
Aantal studenten
Grafiek 5.4: Vergelijking tussen aantallen studenten en het vastgoedbestand
41
aantal studenten
10.000 2011
200000 2010
11.000
2009
205000
2008
12.000
2007
210000
2006
13.000
2005
215000
2004
14.000
2003
220000
2002
15.000
2001
225000
2000
16.000
1999
230000
1998
17.000
1997
235000
1996
18.000
1995
240000
1994
19.000
1993
245000
1992
20.000
1991
250000
1990
oppervlakte
In grafiek 5.4 is de instroom van studenten in de jaren 1990-2013 uiteengezet tegen de ontwikkelingen in de vastgoedportefeuille. Er is duidelijk te zien dat met de afname van studenten de afgelopen jaren het vastgoed langzaam volgt in de vorm van afslanking. Met uitzondering van enige nieuwbouw (pieken) in de toekomst wordt deze daling doorgezet, ten einde het ruimtegebruik verder te optimaliseren. Er wordt in deze figuur wel van uitgegaan dat er sprake is van een stabilisatie van de instroom van de studenten rond de 16.000. Zie ook bijlage 5.II.
6
Integraal schuifplan Aan de hand van de analyse naar vraag en aanbod van de verschillende ruimtesoorten wordt in dit hoofdstuk een integraal beeld geschetst van de verschuivingen die in de komende jaren (moeten) plaatsvinden. Deze verschuivingen zijn noodzakelijk om kwantitatieve knelpunten op korte termijn op te kunnen lossen en om voldoende flexibiliteit te bieden voor de ruimtebehoefte op lange termijn. Het één en ander is gevisualiseerd in schuifplannen, waarin wordt aangegeven welke verschuivingen er plaats gaan vinden tot 2012. Binnen de schuifplannen is er een onderscheid is gemaakt tussen de verschillende clusters (‘Binnenstad’, ‘Boerhaave Campus’ en ‘Gorlaeus Campus’, zie figuur 6.1). Van elk schuifplan wordt een gedetailleerde omschrijving gegeven van de stappen die met name op korte termijn (komende 5 jaar) doorlopen moeten worden. Het e.e.a. is vertaald in een projectplanning.
Figuur 6.1: De drie verschillende clusters. Naast het integrale schuifplan van de onderwijs- en hieraan gerelateerde ruimten, wordt in paragraaf 6.4 inzichtelijk gemaakt hoe de komende jaren wordt voorzien in de behoefte van (studenten)huisvesting.
6.1
Huisvestingsknelpunten 2012 Het integrale schuifplan richt zich op de clusters waarbinnen in 2012 huisvestingsknelpunten zullen ontstaan. Tabel 6.1 geeft deze clusters nogmaals weer. Tabel 6.1: Gebouwen met een mismatch tussen vraag en aanbod in 2012. Mismatch Te herbestemmen ruimte
Tekort aan ruimte Tijdelijke mismatch / herbestemmen
Gebouw(en) Academiegebouw Rapenburg 38 en 59 Sterrewacht / Van der Klaauw Gravensteen Boerhaave Sylvius WSD Pieter de la Court Academiegebouw
Kwalitatieve knelpunten - Slechte(re) technische staat - Beperkte interne flexibiliteit - Beperkte interne flexibiliteit - Slechte(re) technische staat - Matige technische staat - Beperkte flexibiliteit / image - Renovatie noodzakelijk
42
6.2
Schuifplan Binnenstad Deze paragraaf geeft een integraal beeld van de ontwikkelingen die in de komende jaren in het cluster ‘Binnenstad’ plaatsvinden. In onderstaande subparagrafen worden deze ontwikkelingen nader toegelicht.
6.2.1
Academiegebouw en panden Rapenburg Academiegebouw Het Academiegebouw moet, gezien de matige tot slechte bouwtechnische staat, een renovatie ondergaan. Van belang is om deze renovatie op korte termijn uit te voeren gezien het feit dat met het vertrek van Rechten naar het Kamerlingh Onnes, nog meer ruimten leeg komen te staan. Aangezien het lustrum van de Universiteit Leiden zal plaatsvinden, kunnen de ontruimingswerkzaamheden en de renovatie echter niet eerder starten dan september 2005. De gebruikers die dan nog gehuisvest zijn in het Academiegebouw zullen (tijdelijk) elders worden gehuisvest (LUWP/ International Office). Naast het reeds genoemde vertrek van Rechten naar het KOG, zal het LUWP / International Offices verhuizen naar het Gravensteen. Hiervoor is gekozen omdat het LUWP en het LUSM (reeds gehuisvest in het Gravensteen) dezelfde doelgroep kennen, uitgaande van een gematigde groei (van met name het LUSM). Wanneer het LUSM of het International Office snel doorgroeien is medio 2007 het Academiegebouw weer beschikbaar. Beide locaties komen tegemoet aan de wens van het International Office in een professioneel en representatief gebouw gehuisvest te zijn, op loopafstand van ICS en het Bestuursbureau. ISIM is op dit moment op twee verschillende locaties gehuisvest, namelijk Stationsplein 240 en het Academiegebouw. Het feit dat het Academiegebouw ontruimd moet worden voor de renovatie en dat het ISIM op een locatie wil worden gehuisvest met een hoogwaardige uitstraling geeft aanleiding het ISIM samen met de Faculteit der Kunsten te verhuizen naar Rapenburg 38 en Rapenburg 59 (vrij met het vertrek van Rechten naar het KOG.) Qua oppervlakte “vullen” beiden organisaties precies de beiden panden. Na vertrek van de verschillende gebruikers kan de vrijgekomen ruimte tijdelijk (tot aan de renovatie) worden gebruikt door Archeologie en/of Letteren, die beide een ruimtetekort kennen in het WSD. Het Academische Historisch Museum (AHM) zal in tijdelijke huisvesting worden ondergebracht (Scheltemacomplex, oude UB?). De tentoonstelling van het AHM (ca. 93 m2) en het archief moet elders worden opgeslagen. De protocollaire functies hebben een specifieke ruimtebehoefte, waarvoor bijvoorbeeld een kerk als geschikte tijdelijke huisvesting kan dienen. Binnen de universiteit zijn er mogelijkheden in het Kamerlingh Onnes Gebouw. Na de renovatie zullen de CvB / protocollaire functies en het AHM terugkeren in het linkerdeel van het Academiegebouw. Het rechterdeel is met een oppervlakte van ca. 1.447 m2 beschikbaar voor andere gebruikers, zoals Letteren en mogelijk LUSM en/of het International Office (bij een sterke groei van hun ruimtebehoefte). Voor een analyse van de beschikbare ruimte binnen het Academiegebouw ná de renovatie wordt verwezen naar bijlage 6.I. Het huisvestingsplan voor het Academiegebouw voor de komende jaren ziet er als volgt uit. Tabel 6.2: Huisvestingsplan Academiegebouw (conceptplanning) 2004 2005
aug. sep. jan.-mrt. medio.
2007
sep. – (sep.´06) sep. – (medio ´07) medio
- vertrek Rechten naar KOG - tijdelijk inhuizen 1e deel Letteren en/of Archeologie - vertrek ISIM en Kunsten naar Rapenburg 38 en 59. - vertrek LUWP / IO nw. Stijl naar Gravensteen - vertrek AHM naar Oude UB en opslag elders, CvB protocollaire functies naar n.t.b. kerk(en) / KOG / Doelsteeg en deel Letteren en/of Archeologie naar WSD - renovatie Academiegebouw rechterzijde - renovatie Academiegebouw linkerzijde - inhuizen AHM en CvB protocollair - inhuizen deel van mogelijk Letteren of LUSM en/of International Office. (nader te bepalen)
43
Rapenburg 38 en Rapenburg 59 Met het vertrek van Rechten komt Rapenburg 38 en Rapenburg 59 leeg te staan. Het ISIM zal in combinatie met Kunsten worden gehuisvest in Rapenburg 38 en Rapenburg 59. Het huisvestingsplan voor het Rapenburg 38 en Rapenburg 59 voor de komende jaren ziet er als volgt uit. Tabel 6.3: huisvestingsplan Rapenburg 38 en 59 2004 2005
6.2.2
aug. mrt.
- vertrek Rechten naar KOG - renovatie Rapenburg 38 en 59. - inhuizen ISIM en Kunsten
Sterrewacht en Van der Klaauw Na het vertrek van Wiskunde en Natuurwetenschappen komen de panden Sterrewacht en Van der Klaauw leeg te staan. Het Sterrewachtgebouw zal huisvesting bieden aan de ´School for Advanced Studies´ en de ´Faculty Club´. Er wordt een bezoekerscentrum gehuisvest en er komen werkkamers voor internationale studenten. Het College van Bestuur heeft tot op heden over dit programma echter nog geen definitief besluit genomen. De gebouwen ‘Van der Klaauwlaboratorium’ en ‘Sterrewachtlaan 1-4’ zullen worden verkocht. Het huisvestingsplan voor het Sterrewacht en Van der Klaauw cluster voor de komende jaren ziet er als volgt uit. Tabel 6.4: huisvestingsplan Sterrewacht en Van der Klaauw cluster (voorlopige planning)
6.2.3
2007/8
Medio
- vertrek Wiskunde en Natuurwetenschappen naar GHO - renovatie Belvedère / Sterrewachtgebouw.
2009
dec. – (dec. 07) sep. jan.
- verkoop Van der Klaauwgebouw en Sterrewachtlaan 1 – 4. - inhuizen ´School for Advanced Studies´, de ´Faculty Club´, een bezoekerscentrum en werkkamers voor internationale studenten
Oude Universiteitsbibliotheek Binnen de Oude Universiteitsbibliotheek vinden de komende jaren geen grote verschuivingen plaats, slechts een aantal interne verhuizingen. Zo zal het International Office verhuizen uit de Oude UB naar het Gravensteen, waardoor circa 190m2 vrijkomt. Een deel van deze ruimte (ca. 100 m2) kan tijdens de renovatie van het Academiegebouw worden gebruikt door het Academisch Historisch Museum. Het totaal aan vrijgekomen vierkante meters lijkt in gebruik te worden genomen door groei van ICS. Het huisvestingsplan voor de Oude Universiteitsbibliotheek voor de komende jaren ziet er als volgt uit. Tabel 6.5: huisvestingsplan Oude UB 2005 2005
6.2.4
mrt.
- vertrek International Office naar Gravensteen - opvang groei ICS
Gravensteen Door het vertrek van Rechten uit het Gravensteen komt een aanzienlijk deel van het gebouw leeg te staan per september 2004. De LUSM blijft voorlopig gehuisvest in het Gravensteen. Het LUWP / International Office zal in het Gravensteen worden gehuisvest, er van uitgaande dat beide gebruikers, met in het bijzonder het LUSM, matig groeien. Het Rapenburg 32 wordt voorlopig aangehouden en dient als opvang van de groei van LUSM en/of LUWP/ International Office. Voor de opvang van de groei van het LUSM of LUWP/International Office op lange termijn kan tevens de beschikbare ruimte in het Academiegebouw worden gebruikt per 2007. Het huisvestingsplan voor het Gravensteen voor de komende jaren ziet er als volgt uit.
44
Tabel 6.6: huisvestingsplan Gravensteen 2004 2005
6.2.5
aug. sep. – (nov.) 2e kw.
- vertrek Rechten naar KOG - opknappen Gravensteen en Rapenburg 32 - inhuizen LUWP / International Office
Kamerlingh Onnes Gebouw Het vernieuwde Kamerlingh Onnes Gebouw wordt in de zomer van 2004 opgeleverd en wordt vanaf september 2004 in gebruik genomen door Rechten. Rechten zal hiermee uit een groot aantal gebouwen vertrekken, hoofdzakelijk in de Binnenstad. Het nieuwe gebouw biedt voldoende ruimte, ook op de lange termijn, wanneer de instroom begrensd wordt.
6.2.6
Hugo de Groot en Witte Singel 103 Het Hugo de Groot komt geheel vrij wanneer Rechten naar het Kamerlingh Onnes gebouw vertrekt. Het pand Hugo de Grootstraat 32 is reeds verkocht aan de Stichting Leidse Studentenhuisvesting en zal eerder vrijkomen dan de panden Hugo de Grootstraat 25, 27 en 27a. Laatst genoemde panden zullen, zodra deze vrijkomen, eveneens worden verkocht. Witte Singel 103 wordt tevens verkocht. Het huisvestingsplan voor het Hugo de Groot cluster en Witte Singel 103 voor de komende jaren ziet er als volgt uit. Tabel 6.7: huisvestingsplan Hugo de Groot cluster (25, 27 & 27a en 32) en WS 103 2004 2005
6.2.7
aug. sept. dec. jan. mrt.
- vertrek deel van Rechten naar KOG > HdG 32 komt vrij - overdracht HdG 32 aan SLS - vertrek resterende deel van Rechten naar KOG > HdG 25, 27 en 27a komen vrij - verkoop HdG 25, 27 en 27a - verkoop WS 103
Witte Singel Doelencomplex (WSD-gebied) Door de groei in de ruimtevraag van Archeologie en Letteren ontstaat er een ruimtetekort in het WSD gebied. Vanuit de ruimtebehoefte van de faculteiten én vanuit de visie om het Lipsius (onderdeel van het WSD-gebied) zoveel mogelijk in te zetten voor huisvesting van studenten wordt het UFB efficiënter gehuisvest. Hierdoor zal ca. 400m2 vrijkomen in het Lipsiusgebouw. De volgende vijf projecten zijn aan de orde in het WSD-gebied. 1) De ruimte die in het Lipsius vrijkomt door het vertrek van de UFB wordt verbouwd tot onderwijsruimte en kantoorruimte waarna vervolgens het deel van Letteren en Archeologie, dat (tijdelijk) gehuisvest is in het Academiegebouw, zal terugkeren in het WSD. 2) Vastgoed zal in overleg met de faculteit een project starten om de netto/bruto verhouding in het Singelcomplex te optimaliseren (hallen bij kantoren trekken). Binnen het Doelensteeggebouw voert Letteren zelfstandig een interne ruimteoptimalisatie door. 3) In het Reuvensplaatsgebouw zal de interne organisatie van het gebouw worden verbeterd. Hiertoe zullen twee entrees vervangen worden door één centrale entree. 4) Naast bovengenoemde interne optimalisaties en verhuisbewegingen, moet het WS-complex Noord en Zuid gerenoveerd worden, waarbij o.a. de installaties en het dak moeten worden gerenoveerd. De wijze waarop deze renovatie gaat plaatsvinden is nog niet bekend. Mogelijk moet er ten behoeve van de renovatie een tijdelijke huisvesting gebouwd worden. 5) Nieuwbouw in het WSD-gebied betreft twee mogelijkheden om de groei van de Letteren en Archeologie op te vangen mocht dat noodzakelijk zijn. Het betreft hier de opties ´dakopbouwen´ (ca. 1.690 m2) en ´Palenlocatie´ (ca. 750 m2). Na de renovatie van het Academiegebouw is ook het mogelijk dat een deel van Letteren verhuist naar het Academiegebouw. Het KITLV heeft aangegeven te willen uitbreiden door het zogenoemde 4e vrij liggende kwadrant in het Reuvensplaatsgebied te willen bebouwen.
45
Het huisvestingsplan voor het WSD cluster voor de komende jaren ziet er als volgt uit. Tabel 6.8: huisvestingsplan WSD cluster 2005
medio
- indikking UFB - verbouwen UFB ruimten tot onderwijsruimte en kantoorruimte
2007 2007/8
feb. – medio.´05) aug. medio medio
- inhuizen Letteren en Archeologie uit Academiegebouw - vertrek deel Letteren (FdL) naar Academiegebouw (bij groei) - Optimalisatie WSD complex
Zie figuur 6.2 op de volgende pagina voor het schuifplan voor het cluster Binnenstad.
46
1.690m2 750 m2
1.200 m2
3.600m ²
TOTAAL UITBREIDINGSLOCATIES BINNENSTAD 2004
Reuvens-plaats (4 lagen) Dakopbouw Palenlocatie (3 lagen)
67.500 m ²
TOTAAL BINNENSTAD 2004
28.973 m2
342 m2
Witte Singel 103
WSD
FdR
5.910 m2
HdG 25, 27 & 27a
Nieuwbouw
Nieuwbouw
UFB (ca. 3%)
FdL / FdW / FdA / FdG
IIAS, LAK, INL, HTWI, KITLV, NINO etc.
FdR
FdR
verbouwen / uitbreiden
2.357 m2
13.805
FdR
LUSM
HdG 32
Kamerlingh Onnes
1.212 m2
Gravensteen / Rap 32
ICS, Lib., UFB
LUSM
FdR
LUWP / Int. offices
FdL / FdW / FdA / FdG
IIAS, LAK, INL, HTWI, KITLV, NINO etc.
FdR
LUWP / Int. offices
FdL / FdW / FdA / FdG
IIAS, LAK, INL, HTWI, KITLV, NINO etc.
FdR
LUWP / Int. offices
LUSM
ICS, Lib., UFB
EC (Igroep en Vastgoed)
CvB + EC Bestuursbureau
School for Advanced Studies
FdK
ISIM
FdL / LUWP / LUSM
AHM
CvB / protocollair
Sept.´08
2008
FdL / FdW / FdA / FdG
IIAS, LAK, INL, HTWI, KITLV, NINO etc.
FdR
LUWP / Int. offices
LUSM
ICS, Lib., UFB
EC (Igroep en Vastgoed)
CvB + EC Bestuursbureau
School for Advanced Studies
FdK
ISIM
FdL / LUWP / LUSM
AHM
CvB / protocollair
Sept.´09
2009
UITBREIDINGSLOCATIES
FdL / FdW / FdA / FdG
IIAS, LAK, INL, HTWI, KITLV, NINO etc.
FdR
LUWP / Int. offices
LUSM
ICS, Lib., UFB
LUSM
EC (Igroep en Vastgoed)
ICS, Lib., UFB
CvB + EC Bestuursbureau
verkoop
Renovatie
FdK
ISIM
EC (Igroep en Vastgoed)
CvB + EC Bestuursbureau
FWN
FWN
FdK
ISIM
CvB / protocollair
Renovatie
Sept.´07
2007
Scenario + 1.000 studenteninstroom
Scenario + 1.000 studenteninstroom
UFB
FdL / FdW / FdA / FdG
IIAS, LAK, INL, HTWI, KITLV, NINO etc.
Renovatie
Sept.´06
2006
CvB / protocollair
verkoop
verkoop
FdR
verkocht
Opknappen
ICS, Lib., UFB
EC (Igroep en Vastgoed)
CvB + EC Bestuursbureau
CvB + EC Bestuursbureau
4.097 m2
Oude UB EC (Igroep en Vastgoed)
FWN
FWN
4.990 m2
FWN
FdK
ISIM
Van der Klaauw / Kaiserstraat
Opknappen
FWN
FdR
Tijdelijke huisvesting (kerkgebouw) 1.755 m2
1.537 m2
630 m2
Rapenburg 38 / 59
AHM
FdA / FdL
CvB / protocollair LUWP ISIM
AHM FdR LUWP ISIM
Sept.´05
2005
CvB / protocollair
Sept.´04
2004
Belvedère / Sterrewacht
3.646 m2
Academiegebouw
Sept.´03
SCHUIFPLAN BINNENSTAD
FdL / FdW / FdA / FdG
IIAS, LAK, INL, HTWI, KITLV, NINO etc.
FdR
LUWP / Int. offices
LUSM
ICS, Lib., UFB
EC (Igroep en Vastgoed)
CvB + EC Bestuursbureau
School for Advanced Studies
FdK
ISIM
FdL / LUWP / LUSM
AHM
CvB / protocollair
Sept.´10
2010
FdL / FdW / FdA / FdG
IIAS, LAK, INL, HTWI, KITLV, NINO etc.
FdR
LUWP / Int. offices
LUSM
ICS, Lib., UFB
EC (Igroep en Vastgoed)
CvB + EC Bestuursbureau
School for Advanced Studies
FdK
ISIM
FdL / LUWP / LUSM
AHM
CvB / protocollair
Sept.´11
2011
FdL / FdW / FdA / FdG
IIAS, LAK, INL, HTWI, KITLV, NINO etc.
FdR
LUWP / Int. offices
LUSM
ICS, Lib., UFB
EC (Igroep en Vastgoed)
CvB + EC Bestuursbureau
School for Advanced Studies
FdK
ISIM
FdL / LUWP / LUSM
AHM
CvB / protocollair
Sept.´12
2012
FdL / FdW / FdA / FdG
IIAS, LAK, INL, HTWI, KITLV, NINO etc.
FdR
LUWP / Int. offices
LUSM
ICS, Lib., UFB
EC (Igroep en Vastgoed)
CvB + EC Bestuursbureau
School for Advanced Studies
FdK
ISIM
FdL / LUWP / LUSM
AHM
CvB / protocollair
Sept.´13
2013
28.973 m2
13.805 m2
1.212 m2
4.097 m2
1.537 m2
630 m2
3.514 m2
1.690m2 750 m2
1.200 m2
3.600 m ²
TOTAAL UITBREIDINGSLOCATIES BINNENSTAD 2012
Reuvens-plaats (4 lagen) Dakopbouw Palenlocatie (3 lagen)
53.800 m ²
TOTAAL BINNENSTAD 2012
WSD
Kamerlingh Onnes
Gravensteen / Rap 32
Oude UB
Belvedère / Sterrewacht
Rapenburg 38 / 59
Academiegebouw
Figuur 6.2: Schuifplan Binnenstad
47
6.3
Schuifplan Boerhaave-campus Deze paragraaf geeft een integraal beeld van de ontwikkelingen die in de komende jaren in het cluster ‘Boerhaave Campus’ plaatsvinden. In onderstaande subparagrafen worden deze ontwikkelingen nader toegelicht.
6.3.1
Pieter de la Court Door de toenemende ruimtevraag van Sociale Wetenschappen en ICLON ontstaat in de komende jaren een ruimtetekort in het Pieter de la Court. Het karakter van het ruimtetekort is tijdelijk aangezien de panden in het Boerhaave gebied vrijkomen per september 2007 met het vertrek van het LUMC en deze ingezet kunnen worden om invulling te geven aan de extra ruimtebehoefte. Het Fysiologiegebouw leent zich dan bij uitstek om in de aanvullende ruimtebehoefte te voorzien. Ruimtebehoefte tot 2007: Aangezien er geen andere huisvesting beschikbaar is voor de ‘kleinere gebruikers’ (ICLON en ASC) en het een tijdelijk knelpunt betreft, wordt de extra ruimtebehoefte in of rond het gebouw opgelost. Sociale Wetenschappen heeft te kennen gegeven dat zij geen verbouwing / uitbreiding binnen het bestaande pand wensen. Daarom wordt er, om het tijdelijke tekort op te lossen, tijdelijke huisvesting naast het Pieter de la Court geplaatst, waarin de onderwijsruimten voor Sociale Wetenschappen kunnen worden gehuisvest (alsmede de extra ruimtebehoefte van ICLON). De tijdelijke huisvesting zal bestaan uit COA-units (Centraal Opvang Asielzoekers, circa 1100m2). In juni 2005 start Sociale Wetenschappen met de verbouwing van het restaurant. Hierdoor zal een aantal werkkamers (ca. 214 m2) moeten verhuizen. Deze werkkamers worden doorgeschoven naar onderwijsruimten binnen het gebouw (5de verdieping). De door deze werkkamers verdrongen onderwijsruimten worden eveneens opgevangen in tijdelijke huisvesting (COA-units). Na de renovatie van het Fysiologiegebouw kan het ICLON daarheen verhuizen, waardoor er ruimte (ca. 1.000 m2) vrijkomt voor Sociale Wetenschappen in het Pieter de la Court gebouw. Vervolgens wordt gestart met de verbouwing van het Pieter de la Court (entree, gevels en fietsenstalling), hetgeen ongeveer één jaar zal duren. Gedurende deze verbouwing kan een deel van Sociale Wetenschappen (1.000 m2 á 2.000 m2) tijdelijk worden gehuisvest in het Fysiologiegebouw. Het huisvestingsplan voor het Pieter de la Court voor de komende jaren ziet er als volgt uit. Tabel 6.9: huisvestingsplan Pieter de la Court 2005
2007
2008
6.3.2
mrt.-apr. jun. jul. – (aug.) dec.
- plaatsen en inrichten COA-units - verhuizen deel van Sociale Wetenschappen en ICLON naar porto cabins - verbouwen restaurant
jun.
- vertrek ICLON naar Fysiologiegebouw - tijdelijk verhuizen deel Sociale Wetenschappen naar Fysiologie - weghalen COA units
jan. nov.
- verbouwing entree, gevels en fietsenstalling - inhuizing deel van Sociale Wetenschappen uit Fysiologiegebouw
Boerhaave en O&O gebouwen Door het vertrek van Wiskunde en Natuurwetenschappen en het LUMC komt het gehele Boerhaave cluster leeg te staan. Het gehele LUMC vertrekt naar de nieuwe O&O gebouwen met een totale oppervlakte van 20.317 m2. Het Fysiologie gebouw verkeert, relatief gezien, in de beste bouwkundige staat en is qua locatie gunstig gelegen (dichtbij Pieter de la Court). Het Fysiologie gebouw leent zich dan ook goed om een aantal gebruikers te huisvesten. Totaal is er, na aftrek van laboratoria (proefdierrruimten, etc.), in het Fysiologiegebouw 4.000 m2 beschikbaar. Gedacht wordt aan het huisvesten van de UFB diensten van Stationsplein 240 (ca. 1.000 m2) en Sociale Wetenschappen tijdens de renovatie van het Pieter de la Court gebouw. Welke gebruiker hierna zal inhuizen moet nog bepaald worden. Het Fysiologie gebouw krijgt een flexibele en multifunctionele inrichting. Het Pathologie gebouw is in minder goede staat en kan na een grondige renovatie geschikt zijn voor een aantal externe gebruikers (ca. 4.951 m2). De gebouwen Pathologie en Anatomie kunnen worden afgestoten,. Deze zijn vanuit de universitaire
48
ruimtebehoefte niet meer nodig. Zij kunnen worden herontwikkeld tot bijvoorbeeld (studenten)huisvesting en appartementen. Het huisvestingsplan voor het Boerhaave en O&O gebouwen voor de komende jaren ziet er als volgt uit. Tabel 6.10: huisvestingsplan Boerhaave en O&O gebouwen 2005 2006
2007
Jul. sep. sep. – aug.´07 sep. aug. / (aug.´07) sep. (sep.’08) sep.
2008
nov.
- verbouwing begane grond Pieter de la Courtgebouw - vertrek LUMC naar nieuwe O&O gebouwen - renovatie Fysiologiegebouw - verkoop Anatomiegebouw en Pathologie - vertrek Wiskunde en Natuurwetenschappen naar GHO - verkoop Clusiusgebouw - inhuizen UFB en deel van Sociale Wetenschappen in Fysiologiegebouw - inhuizen ICLON - vertrek deel van Sociale Wetenschappen uit Fysiologiegebouw - verbouwing gevel Pieter de la Court gebouw en voorplein / entree
.
Een andere optie om meer ruimte in het Leeuwenhoek Oost te creëren is het bebouwen van de Boerhaave nieuwbouw locatie naast Fysiologie. In het Masterplan Leeuwenhoek is hiervoor ruimte opgenomen. 6.3.3
Sylvius Door het vertrek van het LUMC uit het Sylvius komt een aanzienlijke omvang aan vierkante meters leeg te staan (circa 11.500m2). De ruimte in het gebouw 3 (Annex, totaal 4.00m2) die vrijkomt door het vertrek van het LUMC zal worden ingenomen door Biopartner, die de ambitie heeft om te groeien. Het Sylviuslaboratorium kan worden herbestemd tot bedrijfsverzamelgebouw. Het huisvestingsplan voor het Sylvius voor de komende jaren ziet er als volgt uit. Tabel 6.11: huisvestingsplan Sylvius 2006 2007
6.3.4
sep. okt. - medio ´07 medio
- vertrek LUMC naar nieuwe O&O gebouwen - renovatie Sylviuslaboratorium en gebouw 3 (Annex) - inhuizen bedrijven in Sylviuslaboratorium - uitbreiden Biopartner
Stationsplein 240 Door het vertrek van ISIM van Stationsplein 240 en het aflopen van het huurcontract per september 2007 vindt een aantal verschuivingen plaats. De ruimte die ISIM in maart 2005 achterlaat kan worden ingenomen door het UFB en andere gebruikers zoals Letteren. Vanaf september 2007 loopt het huurcontract van het Stationsplein af. Alle gebruikers zijn op dat moment al verhuisd, behalve het UFB. Het UFB kan in september 2007 naar het Fysiologiegebouw in de Leeuwenhoek verhuizen. Een andere optie is het Sylviusgebouw. Het huisvestingsplan voor Stationsplein 240 voor de komende jaren ziet er als volgt uit. Tabel 6.12: huisvestingsplan Stationsplein 240 2005
mrt. mrt.. –
- vertrek ISIM naar Rapenburg 59 - inhuizen UFB WSD
2007
sep. okt.
- uithuizen UFB totaal - aflopen huurcontract
Zie figuur 6.3 op de volgende pagina voor het schuifplan voor de Boerhaave Campus.
49
11.127 m2
Sylvius
4.000 a 5.000 m2.
4.000 a 5.000 m2.
TOTAAL UITBREIDINGSLOCATIES BOERHAAVE E.O. 2004
Boerhaave locatie (nieuwbouw)
56.800 m ²
TOTAAL BOERHAAVE E.O. 2004
Nieuwbouw O&O gebouwen
2.530m2
6.232 m2
Clusius
Stationsplein 240
4.333 m2
Anatomie
4.019 m2
5.948 m2
Pathologie
Gebouw 3
5.092 m2
17.560 m2
Fysiologie
Pieter de la Court
Sept.´03
LUMC
LUMC
Nieuwbouw
UFB
FSW
LUMC
UFB
LUMC renovatie
renovatie
FWN
LUMC
LUMC
LUMC
FSW / ICLON
ICLON, ASC, UFB
Sept.´06
2006
FSW
Biopartner
Biopartner NSCR – Starter
LUMC
LUMC
aflopen huurcontract
NSCR – Starter
Bedrijfsverzamelgebouw
UITBREIDINGSLOCATIES
LUMC
UFB
NSCR – Starter
Biopartner
Bedrijfsverzamelgebouw
Bedrijfsverzamelgebouw
LUMC
NSCR – Starter
Biopartner
Bedrijfsverzamelgebouw
StudentenHuisvesting / Marktappartementen
StudentenHuisvesting / Marktappartementen
verkoop
StudentenHuisvesting / Marktappartementen
StudentenHuisvesting / Marktappartementen
FWN
StudentenHuisvesting / Marktappartementen
Stedelijk Gymnasium
Stedelijk Gymnasium
LUMC
NSCR – Starter
Biopartner
Bedrijfsverzamelgebouw
StudentenHuisvesting / Marktappartementen
StudentenHuisvesting / Marktappartementen
Sept.´12
2012
LUMC
NSCR – Starter
Biopartner
Bedrijfsverzamelgebouw
StudentenHuisvesting / Marktappartementen
StudentenHuisvesting / Marktappartementen
Stedelijk Gymnasium
ICLON
ICLON
ICLON
ICLON
Stedelijk Gymnasium
ICLON
ICLON
Stedelijk Gymnasium
UFB
UFB
UFB
FSW
FSW
UFB
FSW
FSW
Sept.´11
2011
UFB
FSW
FSW
Sept.´10
2010
FSW
FSW
FSW
Sept.´09
2009
UFB
Weghalen porto cabins
FSW
Renovatie
Sept.´08
2008
FSW
verkoop
Renovatie / Verkoop
Renovatie
FSW / ICLON
ICLON, ASC, UFB
Sept.´07
2007
Scenario + 1.000 studenteninstroom
UFB
Biopartner
NSCR - Starter
Biopartner
NSCR - Starter ISIM
LUMC
LUMC
ISIM
FWN
LUMC
LUMC
LUMC
FSW / ICLON
FWN
LUMC
LUMC
LUMC
Tijdelijke plaatsen porto cabins
FSW ICLON, ASC, UFB
FSW
Sept.´05
2005
ICLON, ASC, UFB
Sept.´04
2004
SCHUIFPLAN BOERHAAVE CAMPUS E.O.
LUMC
NSCR – Starter
Biopartner
Bedrijfsverzamelgebouw
StudentenHuisvesting / Marktappartementen
StudentenHuisvesting / Marktappartementen
Stedelijk Gymnasium
ICLON
UFB
FSW
FSW
Sept.´13
2013
20.317 m2
4.019 m2
11.127 m2
5.092 m2
17.560 m2
4.000 a 5.000 m2
4.000 a 5.000 m2.
TOTAAL UITBREIDINGSLOCATIES LEEUWENHOEK OOST 2012
Boerhaave locatie (nieuwbouw)
58.100 m ²
TOTAAL LEEUWENHOEK OOST 2012
Nieuwbouw O&O gebouwen LUMC
Gebouw 3
Sylvius
Pathologie
Fysiologie
Pieter de la Court
Figuur 6.3: Schuifplan Boerhaave Campus
50
6.4
Schuifplan Gorlaeus-campus Deze paragraaf geeft een integraal beeld van de ontwikkelingen die in de komende jaren in het cluster ‘Gorlaeus Campus’ plaatsvinden. In onderstaande subparagrafen worden deze ontwikkelingen nader toegelicht.
6.4.1
Gorlaeus Huygens Oort Wiskunde en Natuurwetenschappen is op dit moment nog gehuisvest op diverse locaties. Zodra de verbouwing en de aanpassingen van het GHO zijn afgerond, zal het onderdeel IBL van W&N haar intrek nemen in het GHO. Aangezien de ruimtevraag van W&N (circa 39.000 m2 NO) en de I-groep voor de komende jaren een afname laat zien en het totale metrage dat beschikbaar komt in het GHO (circa 51.000 m2 NO) de vraag overtreft, zijn aanpassingen nodig. Verklaring hiervoor is dat het berekende (theoretische) ruimteoverschot wordt veroorzaakt door de ‘diepe’ en daardoor minder efficiënt te gebruiken laboratoriumruimten in de hoogbouw van het Gorlaeus en Huygens gebouw. Het inhuisplan voor IBL wordt op dit moment ontwikkeld.
6.4.2
Sportcentrum Het sportcentrum wordt uitgebreid tot een omvang van twee keer het huidige volume. In het huisvestingsplan wordt voorlopig uitgegaan van de optie 2 ´Nieuwbouw´, zoals besproken in paragraaf 4.2.2. Hiertoe wordt een nieuw gebouw gerealiseerd op de Gorlaeuscampus. De sportvelden worden tevens vernieuwd, waarvoor de huidige velden worden verlegd naar de locatie rechts naast de Gorlaeus Cluster. Tabel 6.13: huisvestingsplan sportcentrum en -velden 2007
2008
-start bouw nieuw sportcomplex - aanleg nieuwe sportvelden - inhuizen sportcentrum in het nieuwe complex - sloop huidige sportcomplex - verwijderen huidige sportvelden
Zie figuur 6.4 op de volgende pagina voor het schuifplan voor de Gorlaeus Campus.
51
3.629 m2
Sportcomplex
56.900 m ²
TOTAAL LEEUWENHOEK WEST 2004
.. Nieuwe sportvelden
Sportvelden
-- m2
8.032 m2
Snellius
-- Nieuwbouw Sportcomplex
45.252 m2
GHO
Sept.´03
Parkeerplaatsen
Sportvelden
Sportcentrum
FWN
FWN
Sept.´04
2004
Parkeerplaatsen
Sportvelden
Sportcentrum
FWN
FWN
Renovatie
Sept.´05
2005
Aanleg
Sportvelden
Nieuwbouw
Sportcentrum
FWN
FWN
Renovatie
Sept.´06
2006
Sportvelden
weghalen
FWN
FWN
Renovatie
FWN
FWN
Renovatie
Sportvelden
Sept.´08
2008
Sportcentrum
Sloop
Sept.´07
2007
Sportvelden
Sportcentrum
FWN
FWN
Renovatie
Sept.´09
2009 Sept.´10
2010
Sportvelden
Sportcentrum
FWN
FWN
SCHUIFPLAN GORLAEUS CAMPUS
Sportvelden
Sportcentrum
FWN
FWN
Sept.´11
2011
Sportvelden
Sportcentrum
FWN
FWN
Sept.´12
2012
Sportvelden
Sportcentrum
FWN
FWN
Sept.´13
2013
-- m2
6.000 m2
8.032 m2
45.252 m2
59.300 m ²
TOTAAL LEEUWENHOEK WEST 2012
.. Nieuwe sportvelden
-- Nieuwbouw Sportcomplex
Snellius
GHO
Figuur 6.4: Schuifplan Gorlaeus Campus
52
6.5
Studentenhuisvesting Er is een aantal locaties waar de komende jaren studentenhuisvesting zal worden gerealiseerd. In figuur 6.4 is dit in een schema weergegeven. Hierbij gaat het om locaties die in eigendom zijn van de universiteit en door andere partijen (zullen) worden ontwikkeld: − − − − −
CAO Rijnfront Wassenaarseweg Clusius en Anatomie Hugo de Grootstraat 32 Hugo de Grootstraat 25, 27 & 27a
− − −
Driegatenbrug Plesmanlaan Gorlaeus locatie
(ca. 550 eenheden voor 5 jaar) (ca. 300/600 eenheden) (ca. 200 eenheden) (ca. 94 eenheden) (ca. 15 appartementen voor de universiteit en 25 appartementen voor de markt) (ca. 92 studenteneenheden) (n.t.b. ‘short stay’ eenheden) (n.t.b. eenheden)
Verder omvat ‘Stationsplein 240’ 56 studenteneenheden. Met het aflopen van het huurcontract per september 2007 zullen deze eenheden verdwijnen. Tevens zijn andere partijen met projecten op het gebied van studentenhuisvesting bezig, zoals de ´Sanderslocatie´. Zie figuur 6.5 op de volgende pagina voor het schuifplan voor de studentenhuisvesting.
53
n.t.b.
Gorleaus locatie
606 eenheden
TOTAAL Studentenhuisvesting
Driegatenbrug
HdG 25, 27 en 27a
HdG 32
Anatomie
Clusius
92
n.t.b.
Plesmanlaan ‘short-stay’
Wassenaarseweg
550
56
COA Rijnfront
Stationsplein 240
Sept.´03
? eenheden
? Short stay eenheden
Ca. 56 eenheden
Sept.´05
2005
Nieuwbouw
Renovatie
Renovatie
600 eenheden
Ca. 56 eenheden
Bouw
Sept.´04
2004
Nieuwbouw
Renovatie 15 app. Universiteit 25 app. Markt
94 eenheden
Renovatie / nieuwbouw
Renovatie / nieuwbouw
Nieuwbouw
600 eenheden
Ca. 56 eenheden
Sept.´06
2006
92 eenheden
15 app. Universiteit 25 app. Markt
94 eenheden
Clusius en Anatomie tot. 200 eenheden
Nieuwbouw
600 eenheden
Ca. 56 eenheden
Sept.´07
2007
92 eenheden
15 app. Universiteit 25 app. Markt
94 eenheden
Clusius en Anatomie tot. 200 eenheden
Clusius en Anatomie tot. 200 eenheden
600 eenheden
600 eenheden
Sept.´08
2008
92 eenheden
15 app. Universiteit 25 app. Markt
94 eenheden
Clusius en Anatomie tot. 200 eenheden
Clusius en Anatomie tot. 200 eenheden
600 eenheden
600 eenheden
Sept.´09
2009
(STUDENTEN)HUISVESTING
92 eenheden
15 app. Universiteit 25 app. Markt
94 eenheden
Clusius en Anatomie tot. 200 eenheden
Clusius en Anatomie tot. 200 eenheden
600 eenheden
600 eenheden
Sept.´10
2010
92 eenheden
15 app. Universiteit 25 app. Markt
94 eenheden
Clusius en Anatomie tot. 200 eenheden
Clusius en Anatomie tot. 200 eenheden
600 eenheden
600 eenheden
Sept.´11
2011
92 eenheden
15 app. Universiteit 25 app. Markt
94 eenheden
Clusius en Anatomie tot. 200 eenheden
Clusius en Anatomie tot. 200 eenheden
600 eenheden
600 eenheden
Sept.´12
2012
92 eenheden
15 app. Universiteit 25 app. Markt
94 eenheden
Clusius en Anatomie tot. 200 eenheden
Clusius en Anatomie tot. 200 eenheden
600 eenheden
600 eenheden
Sept.´13
2013
n.t.b.
n.t.b.
686/986 eenheden
92
15 uni 25 markt
94
..
Circa 200
300/600
TOTAAL Studentenhuisvesting
Driegatenbrug
HdG 25, 27 en 27a
HdG 32
Anatomie
Clusius
Wassenaarseweg
Gorleaus locatie
Plesmanlaan ‘short-stay’
Figuur 6.5: Schuifplan Studentenhuisvesting
54
6.6
Financiële consequenties LTH 2012 De ontwikkelingen zoals geschetst in dit lange termijn huisvestingsplan vinden jaarlijks hun weerslag in het planningsinstrument Vastgoed. In dit rekeninstrument worden de investerings- en afschrijvingslasten berekend die voortvloeien uit voorgenomen en verwachte nieuwbouw-, renovatieen groot onderhoudprojecten. Daarnaast worden de bestaande afschrijvingslasten naar de toekomst doorgerekend. De prognose van de exploitatielasten (huur, erfpacht, vaste lasten, regulier onderhoud, energie, schoonmaak en overige kosten) wordt in principe gekoppeld aan de verwachte bestandsontwikkeling. In de bijlage 6.III is het investeringsschema bijgevoegd. Het instrumentarium is opgesteld om inzicht te geven in c.q. een oordeel te kunnen vellen over de financierbaarheid van universitair vastgoed op de langere termijn. Omdat investeringen in huisvesting per definitie langlopende verplichtingen met zich brengen, wordt een periode van 20 jaar beschouwd. Het planningsinstrument is onderdeel van de planning en controlcyclus van Vastgoed. Het wordt eenmaal per jaar geactualiseerd, voorafgaand aan en ter input van de universitaire kadernota. De in dit LTH gepresenteerde ontwikkelingen zijn grotendeels opgenomen in het planningsinstrument 2004 en worden geactualiseerd in de versie 2005. Duidelijk moge zijn dat toekomstige investeringen in hoge mate gebaseerd moeten zijn op kengetallen. In dit voorliggende LTH en daarmee in het planningsinstrument worden bestandsmutaties vooral in de eerstkomende 5 jaar verwacht, met name t.g.v. de herhuisvesting van de faculteit de Rechtsgeleerdheid in het Kamerlingh Onnes, de herhuisvesting van de Medische Faculteit in het LUMC O&O-complex en de concentratie van de faculteit Wis- en Natuurkunde op de Gorlaeuscampus. Na deze periode wordt het gebouwenbestand vooralsnog stabiel geacht. De investeringen en overige uitgaven, gesaldeerd met inkomsten (hoofdzakelijk universitaire bijdrage) geven een beeld van het saldo van de kasstromen Vastgoed.
40.000
k€ JAARSALDO in/uitg kasstr regulier
20.000
SALDO kasstromen (incl buitengewone) 20.000-
40.000-
tgv investeringen
60.0002002
2006
2010
2014
2018
Fig 6.6 saldo in- en uitgaande kasstromen (investeringen + exploitatie) Ondanks het forse investeringsprogramma, laat het saldo van de kasstromen een positieve tendens zien, die ten dele toegeschreven kan worden aan de exploitatievoordelen die een efficiënter gebouwenbestand oplevert, maar ook uitgaat van een adequate financiering van de huisvestingslasten door het concern. De ontwikkeling van de universitaire bijdrage laat een stijgende tendens zien. Hierbij moet aangetekend worden dat de financiering van het vastgoed jarenlang beneden een adequaat niveau heeft gelegen en er grotere achterstanden in de kwaliteit van het gebouwenbestand zijn ontstaan. Door de herhuisvesting van Rechten, Geneeskunde en ontwikkeling van het herhuisvestingplan Wis en Natuurkunde is en wordt binnen een tijdsbestek van ca 10 jaar meer dan 50% van het totale gebouwenbestand ingrijpend verbeterd c.q. vernieuwd. Daarmee is een groot deel van de kwalitatieve achterstand ingelopen en zal, bij een voldoende financiering, de kwaliteit van het totale gebouwenbestand op peil kunnen worden gehouden.
55
In dit LTH wordt met name aandacht besteed aan de ruimteproblematiek in de binnenstad. Inmiddels is onderzoek gestart naar mogelijke ruimteoptimalisatie binnen het Witte Singelcomplex en het Doelencomplex. Deze optimalisatie zal m.n. bij het Singelcomplex gepaard gaan met de noodzakelijke onderhoudstechnische verbeteringen. Getracht wordt deze ingrepen binnen de voorspelde financiële kaders vorm te geven. 50.000
k€
afschrijving investeringsplan
40.000 afschrijving bestaande voorraad 30.000 totaal exploitatielasten 20.000 benodigde allocatie kader 2005-2012 10.000 begroting 2004-2007 0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Figuur 6.7: Werkbudget huisvesting
56
6.7
Conclusies Samengevat kunnen de volgende opmerkingen geplaatst worden bij de verschillende clusters:
6.7.1
Cluster Binnenstad In de binnenstad is er met het oog op de toekomst sprake van krapte. Deze beperkte tekorten kunnen opgevangen worden door: • Het gebruik van het Witte Singel Doelencomplex te optimaliseren (bruto/netto verhouding); • De vrijkomende ruimte na de renovatie van het Academiegebouw te benutten; • Door middel van een herindeling van de 2de verdieping van het Lipsius; • Extra aandacht te schenken aan de zalenroostering. Met de afstoot van de gebouwen aan de Hugo de Grootstraat en Witte singel 103 lijken de fysieke grenzen van het cluster binnenstad in zicht te komen. Op termijn zal het Van der Klaauwlaboratorium verkocht worden en naar verwachting herontwikkeld worden tot woningen. Tevens is de Universiteitsbibliotheek een toekomstig punt van aandacht. Verdere (grootschalige) groei in de binnenstad zal uitbreiding vereisen, waarvoor op dit moment de volgende opties beschikbaar zijn: • Dakopbouw Witte Singel; • Palenlokatie Witte Singel.
Figuur 6.8 Het Witte Singel gebied, met rode stip aangegeven de “Palenlocatie” en op de Van Wijkplaats en Van Eyckhof gebouwen zouden deels dakopbouwen gerealiseerd kunnen worden. Het KITLV heeft te kennen gegeven het “4e kwadrant” van de Reuvensplaats te willen bebouwen. Krimp kan ondervangen worden door het gebruik van Rapenburg 32 (264m2) te beëindigen, delen van het WSD te verhuren en de huur van het Gravensteen (950m2) te beëindigen. Dit laatstgenoemde gebouw heeft echter een hoge imago waarde. 6.7.2
Cluster Boerhaave Campus Zelfs met de huidige studentenaantallen en het zeer efficiënte gebruik van het gebouw blijft het Pieter de la Court tè klein voor de faculteit der Sociale Wetenschappen, ICLON en het ASC tezamen. Na het gereedkomen van de nieuwbouw ten behoeve van het LUMC zal één van de Boerhaave gebouwen (Fysiologie) gerenoveerd en heringericht worden voor met name de gebruikers van het Pieter de la Court gebouw. Tevens zal de begane grond en het voorterrein van het Pieter de la Court gebouw ingrijpend gemoderniseerd worden. De twee overige gebouwen (Pathologie en Anatomie) zullen worden verkocht of herbestemd worden tot (studenten)woningen (Anatomie). Het laatste Boerhaave gebouw, Clusius, kan een zelfde woonbestemming krijgen, wanneer de faculteit W&N dit gebouw heeft verlaten. Groei kan nog gerealiseerd worden in de vorm van nieuwbouw ten noordoosten van het Fysiologiegebouw. Krimp kan ondervangen worden door gangen en/of delen van het Fysiologiegebouw te verhuren. In 2006
57
komt de nieuwbouw ten behoeve van het LUMC gereed. Als gevolg hiervan wordt dan ook het Sylvius ontruimd. Voor deze ruimten wordt gedacht aan mogelijk gebruik door de faculteit W&N of als herbestemming tot bedrijfsverzamelgebouw (Life Science).
Figuur 6.9 Stedebouwkundig plan Boerhaave Campus 6.7.3
Cluster Gorlaeus Campus Ten behoeve van de concentratie van het IBL (nu gehuisvest in de Sterrewacht en Clusius) op de Gorlaeus-locatie wordt op dit moment een plan opgesteld met meerdere varianten. Deze inhuisoperatie (circa 10.500 m2) wordt één van de zwaarste projecten in de komende planperiode. Het Snellius en Van Steenis zijn onderdeel van de locatie en blijven voorlopig ongewijzigd in gebruik. Op dit moment gaat voor de inhuisoperatie de voorkeur uit naar het bijbouwen van circa 18.000 m2. Het Universitair Sportcentrum zal op korte termijn door nieuwbouw op de Gorlaeuscampus vervangen worden. De sportvelden zullen in ieder geval verplaatst worden van de Plesmanlaan naar de Max Planckweg. Tot slot resulteren de bovengenoemde verschuivingen tot een LTH-planning (zie figuur 6.8). Zie voor een gedetailleerde planning bijlage 6.II.
58
OOO
p
p
p
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
Sylviuslaboratorium aanpassingen sylvius - bedrijfsverzamelgebouw aanpassingen annex / biopartner
Stationsplein tijdelijk COA Rijnfront tijdelijk Hugo de Groot 32 Hugo de Groot 25-27 Driegatenbrug Wassenaarseweg Anatomie lokatie Clusius lokatie Plesmanlaan short stay Gorlaeuslokatie
(56 eenheden) (600 eenheden t/m 2009) (94 eenheden) (15 units + 25 markt) (92 eenheden) (600 eenheden) (200? eenheden incl Clusius) (…. eenheden)
STUDENTENHUISVESTING
gebiedsontwikkeling leeuwenhoek herontwikkeling sportterreinen rijnfront
Universitair Sportcentrum (ver)nieuwbouw sportcomplex verplaatsing sportterreinen
TERREINEN / OVERIG
Gorlaeus - Huygens - Oort variant inhuisplan IBL sept 2004 inhuizing IBL fase 2 LUMY labs / hoogbouw 0-1-2 uitloop inhuizing IBL c.a. vervolg renovaties huisvesting W&N
Clusius herbestemmen
OOO
OOO
jun-04
OOO
OOO
OOO
OOO
OOO
OOO
OOO
OOO
OOO
p
.....
OOO
.....
.....
OOO
.....
..... p
.....
p
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
.....
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
p
p
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
OOO
p
.....
p
p
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
p
p
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
OOO
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
p
p
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
p
OOO
okt-04
nov-04 OOO
OOO
p
.....
..... OOO
OOO
OOO
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
p
p
.....
.....
.....
p
p
p
.....
.....
.....
p
OOO
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
OOO
p
.....
.....
.....
p
p
p
.....
.....
.....
p
OOO
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
OOO
OOO
.....
.....
.....
p
p
p
.....
.....
p
p
OOO
OOO
OOO
OOO
.....
.....
.....
p
p
.....
p
.....
OOO
OOO
.....
.....
.....
p
p
p
.....
.....
p
p
OOO
OOO
.....
.....
.....
p
p
.....
p
.....
OOO
OOO
.....
.....
.....
p
p
p
.....
.....
p
OOO
OOO
FdR
OOO
apr-05
feb-05
jan-05
OOO
OOO OOO
OOO OOO
OOO OOO
OOO
p OOO
p
p OOO
p
.....
.....
.....
p
p
p
.....
.....
OOO
OOO
.....
p
.....
p
p
.....
p
.....
OOO
jul-05 p
OOO
OOO
.....
.....
.....
p
p
p
.....
.....
OOO
.....
.....
p
p
p
.....
.....
.....
p
.....
p
p
.....
p
.....
OOO
UFB
.....
.....
p
OOO
p
p
.....
p
OOO
.....
p
.....
p
p
.....
p
.....
sep-05
p
.....
.....
p
OOO
.....
.....
p
OOO
p
OOO
.....
.....
OOO
.....
p
.....
p
p
.....
p
.....
.....
p
.....
p
p
.....
p
.....
.....
p
.....
p
p
.....
p
.....
.....
p
p
OOO
OOO
p
p
OOO
p
OOO
OOO
p
p
.....
p
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
OOO
.....
p
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
.....
.....
.....
p
.....
.....
.....
.....
p
p
.....
p
p
p
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
p
p
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
p
p
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
.....
.....
p
.....
p
p
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
.....
p
p
.....
p
p
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
.....
p
p
.....
p
p
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
.....
p
p
.....
p
p
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
.....
p
p
.....
p
p
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
.....
p
OOO
.....
p
p
.....
.....
.....
.....
OOO
OOO
.....
.....
p
OOO
.....
p
p
.....
.....
.....
.....
OOO
OOO
.....
.....
p
OOO
.....
p
p
.....
.....
.....
.....
OOO
OOO
.....
.....
p
OOO
.....
p
p
.....
.....
.....
.....
OOO
OOO
.....
.....
p
OOO
.....
p
p
.....
.....
.....
.....
OOO
OOO
.....
.....
p
OOO
.....
p
p
COA Rijnfront (600 st)
.....
.....
.....
.....
OOO
OOO
.....
.....
p
OOO
.....
p
p
.....
.....
.....
.....
OOO
OOO
.....
.....
p
OOO
p
p
p
dec-05
nov-05
OOO
OOO
OOO
OOO
p
OOO
p
OOO
OOO
p
.....
.....
OOO
p
OOO
p
OOO
OOO
p
.....
.....
OOO
OOO
OOO
OOO
p
OOO
OOO
p
.....
.....
OOO
OOO
OOO
OOO
p
OOO
OOO
p
.....
.....
OOO
OOO
Archeologie
Letteren
OOO
OOO
OOO
OOO
OOO
OOO
p
OOO
OOO
p
.....
.....
OOO
OOO
OOO
OOO
p
OOO
OOO
p
.....
.....
OOO
p
.....
.....
.....
.....
OOO
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
p
p
p
p
p
p
p
p
p
p
p
p
OOO
OOO
p
OOO
OOO
p
.....
.....
OOO
p
OOO
OOO
p
.....
.....
OOO
OOO
OOO
.....
.....
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
sep-06
p
p
p
p
p
p
p
p
p
p
p
OOO
p
p
OOO
.....
.....
.....
.....
nov-06
p
p
p
p
p
OOO
p
p
p
p
OOO
FdG onderzoek
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
p
OOO
.....
p
OOO
.....
p
OOO
.....
p
OOO
.....
p
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
OOO
.....
.....
OOO
.....
.....
feb-07
jan-07
.....
.....
.....
.....
OOO
.....
.....
.....
.....
OOO
.....
.....
.....
..... .....
OOO
..... .....
OOO
OOO
.....
p
OOO
.....
p
OOO
p
.....
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
OOO
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
OOO
p
p
OOO
p
p
OOO
OOO
p
p
p
p
p
OOO
OOO
OOO
OOO
OOO
NB risico O OO O Ouitoop O O OIBL O project OOO OOO
delen IBL uit vd Klaauw / Clusius
p
OOO
p
OOO
OOO
p .....
p
OOO
p
OOO
p
OOO
p
OOO
p
OOO
p
OOO
p
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
p
OOO
.....
.....
OOO
p
OOO
OOO
.....
.....
OOO
.....
.....
OOO
.....
.....
OOO
nov-07 OOO
.....
.....
dec-07 jan-08 .....
.....
feb-08 .....
.....
mrt-08 .....
.....
.....
.....
p
.....
OOO
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
>>> VERKOOP / herontwikkeling Kaiserstraat
ICLON - Gymnasium - verkoop ?
aug-08 .....
.....
.....
.....
sep-08
FSW - UFB? - ICLON ?
IBL
>>> VERKOOP / herontwikkeling
p
.....
.....
.....
.....
.....
OOO
.....
.....
OOO
.....
.....
OOO
.....
.....
OOO
.....
.....
OOO
.....
.....
OOO
.....
.....
OOO
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
.....
.....
OOO
<== EINDE HUURPERIODE (incl optiejaar)
.....
OOO
Boerhaave - Anatomie (100? st)
.....
.....
.....
OOO
okt-08 .....
.....
.....
.....
dec-08 .....
.....
jan-09 .....
.....
feb-09 .....
.....
mrt-09 .....
.....
.....
.....
.....
.....
..... .....
IBL (uitloop?)
School for Advanced Studies
.....
.....
.....
.....
.....
.....
ontwerpfase realisatiefase
programmafase
aug-09
BBBBBB
p
sep-09
OOO
p
2009 okt-09 .....
.....
.....
.....
nov-09
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
Boerhaave - Clusius (100? st)
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
einde tijdelijke vergunning
.....
.....
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
Sportvelden
p
OOO
mei-08 .....
apr-09 p
mei-09
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
.....
.....
2008 nov-08
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
Externe proj.ontwikkeling
.....
p
OOO
Wassenaarseweg (600 st)
.....
.....
.....
Sportcentrum
p
OOO
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB .....
sep-07
ruimtenood Pieter de la Cour
.....
.....
Bedrijfsverzamelgebouw?
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
.....
.....
.....
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
p
OOO
FdG onderwijs
Biopartner / NSCR
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB .....
.....
.....
optiejaar huur
.....
.....
>>> VERKOOP / herontwikkeling
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
.....
p
OOO
aug-07
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
kaveluitgifte mogelijk o.b.v. voorontwerp best.plan
OOO
OOO
.....
p
OOO
HdG 32 (94 st)
OOO
OOO
.....
p
OOO
OOO
.....
.....
OOO
okt-07
AHM + n.t.b. gebruikers (FdL?)
apr-08
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
OOO
.....
.....
OOO
mei-07
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
OOO
p
.....
.....
OOO
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBB
OOO
p
OOO
OOO
p
.....
.....
OOO
HdG 25-27 (15 st) BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB Driegatenbrug (92 st)
.....
.....
.....
.....
OOO
OOO
.....
p
OOO
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB .....
okt-06
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB OOO
apr-07
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
AHM overige gebruikers
OOO
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
p
p
p
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
.....
.....
.....
.....
.....
p
.....
.....
p
p
.....
p
p
mrt-07
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
LUWP - Int.Off
BBBBBBBBBBBBBBBBBB
p
aug-06
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
aug-05
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
.....
.....
p
p
p
p
.....
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
>>> VERKOOP
mei-06 protocollair: extern
jun-06
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
.....
.....
.....
p
p
.....
p
.....
OOO
p
OOO
OOO
ISIM - FdK
OOO
okt-05
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
p
mei-05 OOO
jun-05
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
Mare
OOO
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBB
.....
.....
.....
p
p
p
.....
.....
p
OOO
OOO
OOO
p OOO
OOO
OOO
tijdelijke gebruikers Arch. + Lett
mrt-05
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
OOO
OOO
dec-04
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
p
.....
OOO
OOO
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
OOO
.....
.....
sep-04 OOO
jan-06
O O O BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
.....
.....
Anatomie herbestemmen (tender)
WIS- & NATUURKUNDE
mei-04
OOO
feb-06
OOO
.....
.....
Pathologie herbestemmen Gymnasium / ICLON
Belvedere / Sterrewacht / Kaiserstraat herontwikkeling Kaiserstraat / Belvedere herbestemming Sterrenwacht / Belvedere
OOO
OOO
mrt-06
OOO
.....
O&O onderzoeksgebouw
apr-04
OOO
apr-06
OOO
p
.....
p
p
.....
p
p
.....
p
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
OOO
p
p
.....
O&O-gebouwen O&O onderwijsgebouw
p
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
Boerhaavekwartier gebiedsontwikkeling Boerhaave nieuwbouwlokatie(s) / projectontwikkeling Fysiologie renovatie
GENEESKUNDE
Pieter de la Court gebouw tijdelijke huisvestingsnood Pieter de la Court upgrading restaurant FSW upgrading entreegebied FSW
Stationsplein 240 opfrisbeurt
Binnenstad bouwlokaties Reuvensplaats Palenlokatie Matt.de Vrieshof
.....
.....
.....
.....
.....
OOO
.....
OOO
.....
Cluster Noord ruimteoptimalisatie / renovatie / GO Cluster Zuid ruimteoptimalisatie / renovatie / GO
p
OOO
jul-04
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
p
.....
.....
.....
.....
.....
.....
.....
Reuvensplaats ruimteoptim. / entree Archeologie
Singelcomplex Universiteits Bibliotheek opslagcapaciteit UB / aanpassing studiezalen
mrt-04
OOO
jul-06
2007 jun-07
2006 jul-07
2005 jun-08
2004 aug-04
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
OOO
OOO
jan-04
OOO
feb-04
Doelencomplex: Lipsius / Reuvensplaats Lipsius optimalisatie kantoor/studie/AVD-ruimtes Lipsius copy/printshop, cluster BS kantoor Lipsius uitbreiding restaurant met serre
Hugo de Grootstraat afstoten HdGroot 25, 27, 27a
Kamerlingh Onnes verbouw KO tbv Rechten
Gravensteen opfrisbeurt Gravensteen rechtenruimte tbv I.O.
Oude UB Oude UB aanpassingen
Plexus Renovatie Regens
Hortus upgrading oranjerie renovatie kassencomplex renovatie 5e Binnenvestgracht 7,7a,8
renovatie Rapenburg 59 / Rapenburg 38
Academiegebouw / Rapenburg renovatie academiegebouw rechterdeel renovatie academiegebouw linkerdeel
BINNENSTAD
Projectplanning LTH 20 dec 2004 jul-08
UNIVERSITEIT LEIDEN jun-09
vastgoedbedrijf
jul-09
Bijlage 6.II: Projectenplanning
dec-06 UFB?
dec-09
7
Scenarioanalyse Aan de ruimtebehoefte berekeningen liggen veel aannamen ten grondslag. Het is immers onmogelijk om een model te ontwikkelen waarmee de toekomst kan worden voorspeld. Daarbij komt ook nog eens het feit dat, gezien de huidige dynamiek in het onderwijs, de Universiteit Leiden een onzekere toekomst tegemoet gaat. Het is uiterst lastig te voorspellen wat de consequenties zijn van bijvoorbeeld de invoering van het Ba-Ma onderwijs en wat de gevolgen zijn van een toenemend internationaal gericht beleid. Om toch enige grip te krijgen op deze onzekerheden is in dit hoofdstuk een scenario doorgerekend waarbij inzichtelijk wordt gemaakt wat de consequenties zijn van een fundamentele toe- c.q. afname van de studenteninstroom op de ruimtebehoefte.
7.1
Uitgangspunten Om de consequenties van de extra toe-/ afname in de studenteninstroom te bepalen is een aantal uitgangspunten genomen: - een toe-/ afname van de studenteninstroom heeft uitsluitend consequenties voor de ruimtevraag van de faculteiten; - een toe-/afname van de studenteninstroom wordt verdeeld over de faculteiten op basis van de huidige verdeling (zie voor de huidige verdeling bijlage 7.I). - de normatieve ruimtebehoefte per instromende student is gebaseerd op de normen zoals deze in het RBM worden gehanteerd verdeeld naar alfa, bèta en gamma faculteit (zie tevens bijlage 7.I voor een overzicht van de normatieve ruimtebehoefte per instromende alfa-, bèta- en gamma student).
7.2
Ruimtebehoefte scenario Zoals in grafiek 4.1 in hoofdstuk 4 weergegeven, is in 2012 de instroom van het aantal studenten 4.069. Zonder instroom beperkende maatregelen zal een instroom van ca. 4.400 studenten verwacht worden, wat resulteert in een totaal aantal studenten van 18.690 in 2012 (op basis van de verhouding 1: 4,1). Deze ontwikkeling zal een duidelijke weerslag hebben op de vastgoedportefeuille. Van belang is om trends in de studenteninstroom van met name de groeiende faculteiten te monitoren en om zonodig in te grijpen door middel van het instellen van een numerus fixus voor relevante opleidingen. Ten einde de consequenties van een zeer stevige groei (maar ook krimp) te bepalen, wordt in dit hoofdstuk uitgegaan van een scenario waarin de instroom zich ontwikkeld met + of - 1.000 studenten ten opzichte van de instroom van 4.100. Binnen een bandbreedte van -1.000 en +1.000 instromende studenten zijn de consequenties voor de (normatieve) ruimtevraag berekend. De resultaten zijn in tabel 7.1 weergegeven. Tabel 7.1: Ruimtebehoefte bij toe-/ afname studenteninstroom faculteiten Archeologie Godgeleerdheid Wijsbegeerte Letteren Rechtsgeleerdheid Kunsten Sociale Wetenschappen Wiskunde en Natuurwetenschappen LUMC TOTAAL
instroom studenten +/- 1000
Toe-of afname ruimtevraag in m2 Nuttig Oppervlak + 1.000 studenten
- 1.000 studenten
23 9 12 245 251 0* 379
+ 173 + 52 + 73 + 1.482 + 1.517 0* + 2.843
- 173 - 52 -73 - 1.482 - 1.517 0* - 2.843
81
+ 1.315
- 1.315
1.000
** + 8.937
- 8.937
60
* **
Faculteit der Kunsten is geen instroom van studenten toegerekend. Voor het LUMC wordt verondersteld dat de ruimtebehoefte bij een toename van het aantal studenten binnen de nieuwe O&O gebouwen kan worden opgevangen en zijn hierdoor geen aantallen in bovenstaande tabel opgenomen.
Uit de tabel kan worden geconcludeerd dat er bij een toe- of afname van de studenteninstroom met – 1.000 en + 1.000 sprake is van grote consequenties voor de ruimtebehoefte (cumulatief verschil van ca. 18.000 m2). Een toe- of afname c.q. flinke schommelingen in de studenteninstroom kan daarmee voor grote tekorten of juist overschotten van ruimte zorgen binnen de clusters. Op faculteitsniveau is er voor Archeologie, Godgeleerdheid en Wijsbegeerte sprake van een beperkte invloed op de stijging of daling in de totale ruimtebehoefte. De van belang zijnde consequenties worden met name veroorzaakt door een stijging of daling van de ruimtebehoefte van de grote faculteiten Sociale Wetenschappen, Rechtsgeleerdheid, Letteren en in mindere mate Wiskunde en Natuurwetenschappen.
7.3
Huisvestingsconsequenties scenario´s
De faculteiten zijn gehuisvest binnen drie clusters, te weten: - Binnenstad - Boerhaave Campus - Gorlaeus Campus (Incl. Sylvius en Van Steenis) Tabel 7.2 geeft een overzicht van de huisvestingsconsequenties bij de twee scenario´s (instroom van +1.000 en -1.000). Tabel 7.2: Huisvestingsconsequenties clusters Scenario´s
Normatief tekort (-) of overschot (+) in m2 in Nuttig Oppervlak Binnenstad KOG
WSD
Boerhaave Campus
Gorlaeus Campus
Totaal
Aanbod 2012 vs vraag 2012
-
-250
-1.241
0
-1.500
- 1.000 studenten
1.517
1.529
1.602
1.315
+6.000
+ 1.000 studenten
-1.517
-2.029
-4.084
-1.315
-8.900
Geconcludeerd kan worden dat een toename van de instroom met totaal 1.000 studenten, verdeeld over de faculteiten op basis van de huidige procentuele verdeling, voor grote tekorten zal leiden in het Kamerlingh Onnes Gebouw, het WSD gebied en het Pieter de la Court gebouw. In het Gorlaeus Huygens Oort lijkt een enorme hoeveelheid bufferruimte aanwezig te zijn. Deze buffer bestaat echter wel voor een groot deel uit laboratoria, waarvan het gebruik niet zonder grote ingrepen te optimaliseren of transformeren is. Voor de ruimteknelpunten die in het Kamerlingh Onnes Gebouw, het WSD gebied onstaan kan geconcludeerd worden dat hier werkelijk de grenzen van de groei zijn bereikt. Echte (fysieke) groei is mogelijk op de Boerhaave Campus. Er zullen dan (onderdelen van) faculteiten vanuit de binnenstad naar de Boerhaave Campus moeten verhuizen.
61
7.4
Huisvestingsplan
De extra ruimtebehoefte van de faculteiten is berekend door middel van het RBM. Aangezien deze berekeningen slechts een indicatie geven en de ruimtebehoefte in de praktijk hierin veelal toch in meer of mindere mate afwijkt, moeten de ruimtetekorten met enige nuancering worden bezien. Voor de drie clusters geldt dat er zowel interne (multifunctionaliteit, digitalisering, etc.) als externe flexibiliteit (uitbreidingsmogelijkheden, bufferruimte of nieuwbouw) moet worden gewaarborgd of gerealiseerd. Tabel 7.3: Oplossingsrichtingen bij toename 1.000 studenteninstroom. VRAAG Tekort (m2) bij + 1.000 studenten Kamerlingh Onnes Gebouw
1.500 m2
Witte Singel Doelen1
2.000 m2
Pieter de la Court
Ruimte elders in m2
AANBOD Nieuwbouw / uitbreiding in m2
Academiegebouw ca. 1.450 m2 na renovatie in sept. ’06 (of buffer voor LUWP/ LUSM, FdL/FdA, KOG) en ‘overloop’naar Boerhaave
Nee
4.600 m2
Fysiologie ca. 4.000 m2 in sept.´07
Nieuwbouw Boerhaave ca. 4.000 m2
8.100 m2
5.450 m2
Palenlocatie: 750 m2 Dakopbouw: 1.690 m2
2.440 m2 (nieuwbouw WSD) ca. 4.000 m2 (nieuwbouw Boerhaave) 1 Op de Reuvensplaats is uitbreiding mogelijk met 1.200 m2 (ten behoeve van KITLV). TOTAAL
Wanneer de totalen met elkaar worden vergeleken lijken er voldoende mogelijkheden te bestaan voor nieuwbouw / uitbreiding of het vinden van ruimte elders. Echter de beschikking krijgen over ruimte door nieuwbouw of door renovatie / verbouwing van een bestaand pand kent een doorlooptijd van zeker 3 à 4 jaar! Het is van groot belang om de stijging van de ruimtevraag bij de faculteiten goed te monitoren. Hiertoe kan men zien aankomen dat er ruimteknelpunten gaan ontstaan en bepalen welke oplossingsrichtingen zullen moeten worden gecreëerd om de knelpunten te voorkomen, danwel op te lossen.
62
8
Universiteit Leiden in 2012 Dit hoofdstuk blikt nog eens terug naar wat de doelstellingen voor 2012 waren voor de Universiteit Leiden en op welke wijze dit is gerealiseerd. Aan de hand van de in hoofdstuk 2 vastgestelde vastgoedstrategie is gekeken op welke wijze de speerpunten zijn bereikt, wat de rol is van EC Vastgoed en hoe het LTH is en wordt bewaakt. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een resumé van de speerpunten, waarbij is aangegeven wat de middelen zijn om deze speerpunten te verwezenlijken en concrete acties voor het inzetten van de middelen.
8.1
Universitaire vastgoedportefeuille in 2012 In hoofdstuk 2 is de universitaire strategie vertaald naar een aantal speerpunten, die betrekking hebben op de vastgoedportefeuille. Deze speerpunten vormen in feite de doelstellingen van EC Vastgoed, te weten de sturing op kwantiteit (voldoende fysieke ruimte voor universitaire gebruikers door met name het vergroten van flexibiliteit), kwaliteit (integrale huisvesting afgestemd op de behoefte van verschillende doelgroepen en een sterke en kostenbewuste positie in de markt) en een efficiënte bedrijfsvoering (de universiteit als zelfstandig financieel verantwoordelijke). In deze paragraaf zal worden besproken op welke wijze de speerpunten zijn bereikt.
8.1.1
Kwantitatieve koers Na een groot aantal ingrepen in de vastgoedportefeuille is een stabiele situatie ontstaan. Enerzijds hebben diverse mutaties zoals het afstoten van het Hugo de Grootcomplex, de verhuizing van de faculteit der Rechtsgeleerdheid naar het Kamerlingh Onnes Gebouw en de faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen naar het Gorlaeus Huygens Oort-complex tot een concentratie in drie clusters geleid, te weten: - de Binnenstad met de alfa-faculteiten, UB en eventuele uitbreiding in het WSD gebied met een sterk imago; - de Boerhaave-campus met de sociaal-medische faculteiten LUMC, FSW, ICLON, woningen en appartementen; - de Gorleaus-campus voor de bèta-faculteiten, bedrijfsgebouwen Sylvius, sportcentrum, Bioscience / life science Bedrijvenpark. In figuur 8.1 is een overzicht gegeven van de geografische ligging van deze clusters.
Figuur 8.1: Geografische ligging clusters. De toenemende dynamiek in het onderwijs (ba-ma, internationalisering) heeft grotere fluctuaties tot gevolg in de studenteninstroom. Dit vereist een toenemende aandacht voor flexibiliteit binnen de vastgoedportefeuille om blijvend te kunnen voorzien in de ruimtevraag van de verschillende
63
gebruikers. In de komende jaren zal dit dan ook één van de belangrijkste speerpunten worden in de vastgoedstrategie. Hiertoe wordt invulling gegeven langs verschillende wegen, te weten: -
-
het creëren van bufferruimte Door binnen een cluster of een groep van clusters een (klein) overschot aan ruimte toe te staan kan een onvoorziene groei in de ruimtebehoefte van gebruikers binnen de clusters worden opgevangen. het delen van voorzieningen (‘facility-sharing’) Door het gezamenlijk gebruiken van kantine, kopieerfaciliteiten, winkels, etc. kunnen de consequenties door groei en krimp in de ruimtebehoefte van gebruikers worden verspreid. het creëren van multifunctionele ruimten Intern kan flexibiliteit worden bereikt door het inrichten van multifunctionele ruimten, die zowel als studie-, onderwijs, en kantoorruimte kunnen worden gebruikt.
De geografische clustering biedt kansen om de eerste twee doelstellingen kwantitatief en kwalitatief te bereiken. Het creëren van multifunctionele ruimten zal een belangrijke rol spelen bij het oplossen van de knelpunten in het Pieter de la Court gebouw en het WSD gebied. Ook ICT zal een belangrijke rol spelen. Enerzijds zal een intensivering van ICT uiteindelijk moeten leiden tot een reductie in ruimtegebruik. Anderzijds levert ICT een belangrijke bijdrage aan het realiseren van meer flexibiliteit binnen de vastgoedportefeuille. In navolging van andere universiteiten zullen studenten in 2012 allemaal over een eigen laptop beschikken. Hiermee kunnen zij, middels een ‘wire-less’ netwerk overal inloggen waardoor minder behoefte is aan studie- en onderwijsruimte. ICT speelt ook een rol als het gaat om het terugdringen van bibliotheekruimten. Niet alle collecties komen voor digitalisering in aanmerking echter door het digitaliseren van een aanzienlijk deel van de UB, in combinatie met een adequate 24-uurs serviceverlening, kan efficiënter met ruimte worden omgegaan. Door het instellen van numerus fixus voor een aantal faculteiten worden er grenzen aan de groei gesteld gebaseerd op de studenteninstroom die faculteiten maximaal organisatorisch en fysiek kunnen faciliteren. Hierdoor worden organisatorische en fysieke consequenties beperkt en weet men wat de vastgoedconsequenties zijn bij de maximale groei of krimp van de studenteninstroom. 8.1.2
Kwalitatieve opgave De universiteit Leiden staat (internationaal) bekend als de oudste universiteit van Nederland, waarbij Europese oriëntatie, onderzoek en de kwaliteit van onderwijs en onderzoek centraal staan. Door de toenemende concurrentie (veroorzaakt door o.a. de internationalisering) moet de Universiteit Leiden zich duidelijk en sterk positioneren in de markt. Het vastgoed ondersteunt dit, door kwalitatief hoogwaardige ingerichte gebouwen en een omgeving die ruimte biedt aan onderwijs en onderzoek, voorzieningen en huisvesting. De universiteit bestaat in 2012 uit drie clusters: de Binnenstad, de Boerhaave-campus en de Gorlaeuscampus, die elk een ander karakter qua type gebouwen en omgeving kennen. De binnenstad kenmerkt zich door een clustering van alfa-faculteiten en kleine instellingen die gehuisvest zijn in oude en monumentale gebouwen waarvan de uitstraling een belangrijke rol speelt voor het imago en de huisstijl (marketing-functie) als dé oudste universiteit in Nederland. Het Academiegebouw heeft hierbij de functie als hét gezicht van de universiteit, waarbinnen veelal de eerste kennismaking van studenten en bezoekers met de universiteit zal plaatsvinden, aangezien in het Academiegebouw protocollaire en congres activiteiten plaatsvinden. Studenten en personeel kunnen gebruik maken van het grote aanbod aan voorzieningen in het centrum.
64
Figuur 8.2: Impressies Binnenstad. Het Leeuwenhoek gebied is opgedeeld in een sociaal medisch cluster in het oostelijk gebied (Boerhaave-campus), waarin de faculteit der Sociale Wetenschappen en het LUMC zijn gehuisvest en een technisch cluster (Gorlaeus-campus) waarin de faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen is gehuisvest. Tussen deze gebieden ligt een overgangsgebied waar universiteitsgerelateerde bedrijven zijn gevestigd, het sportcentrum van de universiteit, een bio-science park en Hogeschool van Leiden, TNO, voorzieningen (winkels, postkantoor, etc.) en huisvesting voor (buitenlandse) studenten, promovendi, docenten en hoogleraren (figuur 7.3 en 7.4). Het gebied is integraal ontwikkeld tot een locatie met een goede mix van onderwijs, wonen, werken en recreëren, waarbij in de behoeften van de verschillende doelgroepen wordt voorzien. Gebouwen die leeg zijn komen te staan zijn verkocht, gesloopt of getransformeerd tot studentenhuisvesting, voorzieningen en/of bedrijfsgebouwen.
Figuur 8.3: Stedenbouwkundig plan Leeuwenhoek
65
Figuur 8.4: Vogelvluchtimpressie Leeuwenhoek gebied na gebiedsontwikkeling. Naast de uitstraling van gebouwen en omgeving is ook de uitstraling en functionaliteit van de inrichting van de gebouwen van belang. Hierbij gaat het om aangename, opgeruimde en schone ruimten waar studenten en personeelsleden graag willen vertoeven. Een voldoende en kwalitatief hoogwaardig aanbod van huisvesting in een universitaire stad is van belang voor de keuze van een (buitenlandse) student om wel of niet voor een bepaalde universiteit te kiezen. Daarnaast zal er voldoende huisvesting moeten zijn voor het universitaire personeel. Ook ICT levert een bijdrage aan de kwaliteit van de universiteit. Door het overal kunnen inloggen met een laptop kan men overal werken en informatie verzamelen, bijvoorbeeld vanuit huis. Dit maakt de universiteit erg toegankelijk. 8.1.3
Efficiëntere bedrijfsvoering De universiteit Leiden heeft de integrale verantwoordelijkheid voor de huisvesting van het Rijk overgedragen gekregen. Hiermee is de universiteit juridisch en economisch eigenaar geworden van haar vastgoed en daarmee zelf financieel verantwoordelijk. Een professionele, zakelijke en kostenbewuste bedrijfsvoering is dan ook absolute voorwaarde. Door het delen van voorzieningen door universitaire gebruikers worden deze voorzieningen efficiënter benut en kunnen (exploitatie)lasten worden verspreid over meerdere gebruikers. Dit wordt door geografische clustering en concentratie mogelijk gemaakt. Gedacht wordt aan voorzieningen als restaurant, vergaderruimten, parkeren, copy center, boekenverkoop, e.d. Door de invoering van een uniforme jaarindeling is het mogelijk in de zomer ´summer schools´ te organiseren, waardoor de universiteitsgebouwen en voorzieningen gedurende het gehele jaar worden gebruikt. Een goed zaal roostering systeem, toegankelijk voor zowel studenten als personeel, zorgt ervoor dat ruimten optimaal worden benut. Op basis van het Huurder/Verhuurder Model (HVM) worden de huisvestingslasten aan de gebruikers doorberekend. Hierdoor krijgt Vastgoed de beschikking over financiële middelen om nieuwbouw en renovatie van het universitaire vastgoed te bekostigen. Daar staat een adequate dienstverlening en serviceniveau tegenover die gebruikers van het universitair vastgoed mogen verwachten.
66
De faculteitsgebouwen worden gezien als beleggingsobjecten, die maandelijkse huurinkomsten genereren. Niet alleen met het verhuren, maar ook met het afstoten van vastgoed (grond en gebouwen) wordt geld verdiend. De panden die zich kenmerken door inflexibiliteit op een ongunstige locatie zijn herontwikkeld tot voorzieningen en gebieden die de universitaire activiteiten ondersteunen.
8.2
Waarborging Lange Termijn Huisvestingsplan
Het LTH is opgesteld op basis van lange termijn doelstellingen zoals deze door de universiteit en het EC Vastgoed zijn gesteld, maar ook op basis van prognose cijfers voor de studenteninstroom en hieraan gekoppelde personeelsaantallen. Monitoring invoergegevens RBM Van belang is om de invoergegevens jaarlijks te reflecteren aan de werkelijke studenten- en personeelscijfers in dat jaar. Hierdoor wordt voorkomen dat overschot, maar ook tekort aan ruimte ontstaat en dat vroegtijdig kan worden geanticipeerd op ontwikkelingen en/of veranderingen in trends. De volgende ontwikkelingen en trends met een onzeker resultaat staan op het programma: - Begrenzing instroom studenten (volgens kadernota) - Onderwijsvernieuwingen (Bachelor-Master, Major-Minor, zij-instromers per aug.2004) - Stabilisering van personeel - Uniforme jaarindeling In figuur 8.5 en tabel 8.1 zijn de gehanteerde invoergegevens voor het LTH nog eens uiteengezet. Op basis van deze gegevens zijn de integrale schuifplannen, zoals opgenomen in hoofdstuk 6, opgesteld. Studenteninstroom Universiteit Leiden 4.000 3.800 3.600 3.400 3.200 3.000 2.800 2.600 2.400 2.200 2.000 89/90
90/91
91/92
92/93
93/94
94/95
95/96
96/97
97/98
98/99
99/00
00/01
01/02
02/03
03/04
04/05
05/06
06/07
07/08
08/09
09/10
10/11
11/12
Figuur 8.5: Verloop studenteninstroom universiteit Leiden. Aanpassing en monitoring RBM Het huidige RBM, met haar parameters, is ontwikkeld in 2000. Gezien alle onzekerheden op dit moment naar aanleiding van alle ontwikkelingen gaande in het universitaire onderwijs zijn de gehanteerde parameters in het RBM gelijk gehouden. Om realistische ruimtebehoefte berekeningen te kunnen maken zullen de parameters echter kritisch moeten worden bezien. Daarnaast zal het RBM moeten worden afgestemd op berekeningen en parameters die door de universiteit worden gebruikt om prognoses voor studenteninstroom en personeelsaantallen op te stellen. Rol EC Vastgoed Het belang van het vastgoed voor de universiteit zal bij alle diensten moeten worden ingezien, zodat personeelsleden vroegtijdig veranderingen, wensen en eisen op het gebied van ruimtebehoefte kunnen aangeven. Men zal gezamenlijk, in een iteratief proces, tot (strategische) aanpassingen in de portefeuille moeten besluiten. EC Vastgoed is verantwoordelijk voor deze bewustwording, het signaleren van veranderingen en het op gang houden van het (iteratief) proces. EC Vastgoed treedt hierbij op als adviseur van het CvB. Deze verantwoordelijkheden horen bij de rol van het EC Vastgoed als ´facilitator´. Daarnaast is EC Vastgoed een Corporate Real Estate Manager, waarbij naast het huisvesten van universitaire gebruikers aspecten als productiviteitsverhoging, kostenverlaging, risicobeheersing, waardeverhoging, flexibiliteitvergroting, cultuurverandering en marketing centraal staan. Hierbij wordt de rol van EC Vastgoed naast reactief, reagerend op ontwikkelingen en veranderingen binnen de universiteit ook pro-actief door ontwikkelingen en veranderingen binnen de universiteit op gang te brengen.
67
8.3
Resumé
Tabel 8.1: Samenvatting Doel / middel
Aanpak
Concrete acties en projecten
Monitoring kwantiteit per cluster: Binnenstad Boerhaavecampus Gorlaeuscampus
Het aanbod van ruimte en de vraag naar ruimte van gebruikers binnen de clusters zal periodiek moeten worden geanalyseerd.
Periodiek accountgesprekken voeren met de diverse gebruikers (continu, 2x per jaar).
Bufferruimte / extra ruimte is op de volgende locaties realiseerbaar: Binnenstad: Academiegebouw
Aanscherpen Programma van Eisen (PvE) Academiegebouw (2005).
Flexibiliteit door: Aanhouden bufferruimte c.q. creëren extra ruimte
Lipsius
Herhuisvesting UFB - Grafimedia, Vastgoed - Cluster Binnenstad en Copyen Printshop (2005). Optimaliseren ruimtegebruik WSDcomplex (2005).
WSD-complex Nieuwbouw/uitbreiding: Reuvensplaats, Palenlocatie WS Dakopbouw WS
-
Kwantiteit
-
-
-
Delen van voorzieningen
Multifunctionele ruimten
ICT
Boerhaavecampus: Fysiologie en evt. Pathologie
Digitalisering
Grenzen aan groei studenteninstroom door numerus fixus.
Herbestemmen Boerhaavepanden; ontwikkelen generiek PvE voor Fysiologie en evt. Pathologie (2005). Monitoren behoefte extra ruimte op Boerhaavecampus (account-gesprekken); op termijn ontwikkelen nieuwbouwlocatie.
Nieuwbouwlocatie nabij Fysiologie
Optimaliseren ruimtegebruik faculteit der W&N.
Gorlaeus-campus: Gorlaeus Huygens Oort gebouw
Onderzoek mogelijkheden delen van voorzieningen in Binnenstad (n.t.b.).
Waar mogelijk zullen voorzieningen moeten worden gedeeld. Dit is eenvoudig te realiseren in de Leeuwenhoek, waar in het kader van de gebiedsontwikkeling nieuwe voorzieningen worden gerealiseerd, waarin hiermee rekening kan worden gehouden. De Binnenstad zal echter ook nog kritisch moeten worden bezien. Met name het WSD cluster en Pieter de la Court zullen voor een deel moeten worden ingericht met multifunctionele ruimten. Deze ingreep moet worden gedaan op het moment van de renovatie/verbouwing in beide clusters (Pieter de la Court: sept.´07 – sept. ´08 en WSD: onbekend). De ICT ontwikkelingen (iedere student een eigen laptop) zullen zo snel mogelijk moeten worden doorgevoerd om hier op de lange termijn profijt van te ondervinden. Het positieve effect van dergelijke ontwikkelingen duurt namelijk enige tijd.
-
Inventariseren noodzaak nieuwbouw/uitbreiding en, indien nodig, opstarten voorbereiding (2005).
Aspect van delen van voorzieningen expliciet opnemen in toekomstige PvE’s (continu). Aspect van multifunctionele ruimten expliciet opnemen in toekomstige PvE’s (continu).
Inventariseren effect ICT op huisvesting gebruikers (kwamtitatief en kwalitatief) en effecten expliciet opnemen in toekomstige PvE’s (continu). Vertalen beleid UB en digitalisering in het algemeen in huisvestings-consequenties (2005).
Ook de digitalisering zal zo snel mogelijk moeten worden ingevoerd om positieve effecten op de lange termijn te realiseren. Een helder bibliotheek beleid is hierin onontbeerlijk.
Naast numerus fixus voor Psychologie zal dit ook voor andere studies aan de faculteit der Sociale Wetenschappen en de faculteit der Letteren moeten worden ingevoerd.
Monitoren effect numerus fixus (groei bij andere studies?) c.q. monitoren studentenaantallen (zodra van toepassing).
68
Bijlagenlijst
2.
Universitaire vastgoedstrategie I
Diverse beleidsdocumenten (Koersen op Kwaliteit, Wegen naar Gehalte I en II, Leiden University Worldwide Programmes Evaluated, Presentatie Taskforce studentenhuisvesting, Stuurgroep Internationalisering en Onderwijs, Bestuurlijke reactie CvB op eindrapportage Stuurgroep Internationalisering en Onderwijs en op het rapport van de Evaluatiecommissie LUWP, Kiezen voor Talent)
II III
3.
Aanbodanalyse I II
4.
LTH 2012
Plattegrond Academiegebouw verbouwing en ruimteoverzicht na verbouwing Gedetailleerde LTH planning Planningsinstrument Overall Investeringsplan 2004-2020
Scenarioanalyse I
8.
Inventarisatie vraag & aanbod nu en in de toekomst Studentenaantallen vs. ontwikkelingen vastgoedbestand en ratio oppervlak-student / ratio oppervlak-medewerker
Integraal schuifplan I II III
7.
Concept Kadernota 2005-2012, bezetting op basis meerjarenbegroting 2004-2007 Studenteninstroom per faculteit Universiteit Leiden, totaal, historie en prognoses Ruimtebehoefte berekening 2012 op basis Kadernota 2004-2007 en 4.II prognose Wijzigingen ruimtegebruik faculteit Letteren
Confrontatie vraag en aanbod I II
6.
Basisbestand Planon, oktober 2003 Overzicht gebruikers
Vraagprognose 2012 I II III IV
5.
Samenvatting van de Universitaire strategie en de huisvestingsconsequenties d.d. 14.11.2003 / presentatie terugkoppeling klankbordgroep 09.01.2004 en 05.02.2004 Notulen klankbordgroepbijeenkomst d.d. 09.01.2004 en 05.02.2004
Analyse scenario´s
Wijzigingen LTH 2012 dd. 4 mei 2004
Bijlagen
Bijalge 8, wijzigingen LTH 2012, dd. 4 mei 2005 Pagina 35, tabel 4.18 Het ruimtegebruik voor bestuur, expertisecentra en diensten is niet 19.500m2 maar afgerond 21.000m2. Het verschil is ontstaan door verschillende peildata. Peil 31 oktober 2004: Cvb + protocollair gebruik +63m2 meer dan is aangegeven. Bestuursbureau +15m2 EC Vastgoed +88m2 ICS +300m2 UFB +114m2 I-groep, excl. collegezalen, +768m2 Totaal extra meters: 1348m2. Totaal bestuur, expertisecentra en diensten: 20.828m2 Indirect komt de prognose voor 2012 wellicht ook hoger te liggen. Directe aanleiding is het nieuwe Sportcentrum. Pagina 37, tabel 4.21 Wis- en Natuurwetenschappen hebben in 2012 een instroom van 350 studenten, niet zoals staat aangegeven 380.
LTH 2012
Bijlagen