Lopend vuur verschijnt maandelijks, behalve in juli en augustus Jg.2 nr. 19 – AZ Sint-Lucas, Groenebriel 1, 9000 Gent Afgiftekantoor Gent X – P409935
DIK ER! EXTRA M M U TIEN N A K A V
lopend vuur Maandblad voor lezers met weinig tijd Juni 2006
Bistro Lucas start lekker Sinds woensdag 7 juni is Bistro Lucas open. Dat er nood was aan een cafetaria op campus Sint-Lucas, was al jaren bekend. Bistro Lucas heeft zijn start dan ook niet gemist.
Verantwoordelijke Wim Dierckens van Bistro Lucas klinkt tevreden als we hem even opbellen op woensdag 21 juni. “We zijn nu twee weken bezig en de reacties zijn heel positief”, vertelt hij. “De mensen weten ons te vinden. Vooral tussen 11.30 en 14.30 uur en tussen 16.00 en 18.00 uur kan het hier erg druk zijn. De meest verkochte schotels zijn stoofvlees en vol-au-vent, maar ook de koffie en de dagverse taartjes doen het bijzonder goed. Geleidelijk aan zullen we de komende maanden ons assortiment verder uitbreiden.” “We zijn gestart met een heel nieuwe ploeg in Bistro Lucas”, gaat Wim Dierckens verder. “Het is voor iedereen nog wat zoeken in het begin. De komende weken gaan we hier en daar intern nog wat bijsturen. Zo was het moeilijk te voorspellen op welke dagen het het drukst ging zijn. Zaterdag bijvoorbeeld is rustiger dan verwacht, terwijl het op zondag net héél druk kan zijn. Tijdens de week lijkt de dinsdag onze topdag te zullen worden. Al is het natuurlijk nog wat vroeg om daar nu al definitieve uitspraken over te doen.”
Wie koffie drinkt in Bistro Lucas, steunt meteen ook het goede doel.
“We zien ook geregeld medewerkers van het ziekenhuis aanschuiven. Die zijn uiteraard ook van harte welkom! De prijs ligt ietsje hoger dan in het personeelsres-
taurant, maar het blijft allemaal heel democratisch natuurlijk. Wie bij ons koffie komt drinken, steunt trouwens meteen het goede doel. Per kop koffie gaat namelijk 15
06 07 10 12 14 15
16 17 20
Inhoud 01 02 03 04
Bistro Lucas Jaarverslag 2005 Het cijfer Cartoon Gulle gift IZ verhuisd Project 3 gestart Operatiekwartier
Tijdskrediet Sp neurologie Dossier sport Nathalie De Schepper Vakantieplannen Jan Foubert in Sri Lanka Kunstwerken in onthaal Beregoed viert feest
Vriendenkring Brusselt Tennishappening Volleybaltornooi Uitstap vrijwilligers Personalia Zomerquiz Ingrid Everaert
cent naar het partnerziekenhuis van AZ Sint-Lucas in Mosango in Congo. Als dat geen extra goede reden is om eens langs te komen!”
02
Jaarverslag 2005
Een jaar vol samenwerking Het jaarverslag 2005 is klaar. Het thema dit jaar is “Samen werken aan betrouwbare zorg”. Je kan een gratis exemplaar krijgen aan het onthaal.
Het jaarverslag 2005 licht enkele belangrijke ontwikkelingen toe.
Het is pas de tweede keer dat AZ Sint-Lucas met een jaarverslag naar buiten komt. Het ziekenhuis volgt daarmee een maatschappelijke trend van toenemende openheid en communicatie. Als belangrijk ziekenhuis met een grote inbreng van gemeenschapsmiddelen, wil AZ Sint-Lucas aan de buitenwereld tonen hoe wij omgaan met deze middelen en hoe wij dag na dag proberen om de meest optimale zorg te bieden. Het jaarverslag is daarom in eerste instantie bedoeld voor externe relaties: de huisartsen, de pers, de
overheden, collega-ziekenhuizen. Maar uiteraard kunnen ook de eigen medewerkers een exemplaar krijgen. Je kan ernaar vragen aan het onthaal. In tegenstelling tot vorig jaar geeft het jaarverslag 2005 geen opsomming van alle grote en kleine realisaties per zorggroep. Deze keer is gekozen voor een meer thematische aanpak, waarbij de klemtoon ligt op samenwerking. Enkele van de belangrijkste ontwikkelingen van het afgelopen jaar worden erin toegelicht: de informatisering (met o.a. PACS), de nieuwe diensten en nieuwe infrastructuur, opvallende samenwerkingsverbanden (met o.a. het oncologisch centrum) en de nieuwe missie van het ziekenhuis. Uiteraard gaat er ook aandacht naar de activiteiten-
cijfers van 2005, naar patiëntenen overheidsfeedback en naar de financiële situatie. Wat dat laatste betreft, mag gesteld worden dat 2005 een relatief goed jaar was, waardoor de noodzakelijke middelen vrijgemaakt konden worden voor de nog geplande zware investeringen. Het jaarverslag 2005 sluit met een hoofdstukje HRM.
Gulle gift De aannemers van de voltooi ingswerken van project 2 hebben gezamenlijk een gift van 2.500 euro gedaan voor de actie Propere Lei van AZ Sint-Lucas. De actie Propere Lei ondersteunt patiënten van het ziekenhuis die het financieel moeilijk hebben.
Colofon Lopend vuur is het maandblad voor medewerkers en artsen van AZ Sint-Lucas. Hoofd- en eindredactie Filip Decruynaere Medewerkers Nike Annys Filip Decruynaere Inge Gunst Chantal Maenhaut Myriam Meire Hilde Thiebaut Ingrid Van de Velde Ludo Van Ingelgom Mia Van Rentergem Evi Verschorren Martine Wittevrongel
Het cijfer 3
Fotografie Filip Erkens Lay-out dotplus Verantwoordelijke uitgever Peter Degadt, Groenebriel 1, 9000 Gent Brieven Reacties, suggesties, opmerkingen zijn altijd welkom via postbus 129 of via e-mail: lopendvuur@ azstlucas.be.
Deze cartoon verscheen eerder in De Huisarts.
Drie keer heeft diensthoofd voeding Jan Heymans op zaterdag 17 juni jl. de Mont Ventoux beklommen. Een sterke prestatie, zeker als je je de beelden uit het nieuws herinnert van regen, stortvlagen en onweer. Jan had zich dan ook maandenlang voorbereid, met weken tot 700 km training. Hij komt trouwens elke dag met de fiets naar het werk, goed voor 38 km heen én 38 km terug! Dat Jan Heymans niet de enige sporter in AZ Sint-Lucas is, mag blijken uit het dossier op de pagina’s 7 tot 9 in deze Lopend vuur. lopend vuur
*
03
Afdeling intensieve zorgen verhuisd
Aanpassen aan nieuwe appartuur De afdeling intensieve zorgen heeft zijn intrek genomen in de nieuwe infrastructuur op straat 52 en 65 op campus Sint-Lucas. De verhuis verliep in twee fasen. Alles ging vlot, zoals gepland. Dienstverantwoordelijke Jim Vanthienen en projectmedewerker Patrick Van Waes zijn dan ook tevreden.
Jim Vanthienen: “Alles is heel goed verlopen. We hadden op het moment van de eerste verhuis maar zes patiënten. De vroegdienst zou normaal om vier uur beginnen, maar is uiteindelijk om zes uur gestart. De zorg was snel achter de rug. Iets vóór acht uur was de eerste patiënt al overgebracht en rond half elf was de verhuis klaar. Twee van de zes patiënten waren isolatiepatiënten, dus dat was meteen wel een zware beproeving, maar we hebben geen problemen gehad. Er zijn nog een aantal kleine, praktische probleempjes met de monitoring en de IT, maar die zullen wel snel worden opgelost.”
Ook de afdeling intensieve zorgen is nu verhuisd naar de nieuwe ziekenhuisvleugel.
Patrick Van Waes: “Het is behoorlijk druk momenteel, want we liggen vol. We zijn dus goe bezig. De medewerkers zijn hun draai nog een beetje aan het zoeken. Het materiaal is allemaal nieuw.
We hebben er moeten leren mee werken en in het begin is het nog wat wennen, natuurlijk. Op zich is dat de grootste aanpassing. Ook structureel is er wel wat ver anderd. De patiënten liggen nu
allemaal in aparte boxen, waardoor de verzorging wat meer tijd vraagt omdat je voortdurend in en uit de box moet. De hele accommodatie is nieuw, dus dat vraagt wat gewenning.”
Dienst infrastructuur is nog een tijdje zoet
Verbouwing J-vleugel gestart Terwijl project 2 met de nieuwbouw nog in volle uitvoering is, is de dienst infrastructuur op 19 juni jl. van start gegaan met project 3. In dit project wordt de J-vleugel grondig aangepakt. De voorbereidingen voor project 3 zijn al vele maanden aan de gang. Op J1 wordt een verpleegafdeling neurochirurgie ingericht, die er net zo zal uitzien als de nieuwe afdelingen in de I-vleugel. Een etage hoger, op J2, worden de sterilisatie en de apotheek
juni 2006
grondig verbouwd. Op J3 komen nieuwe operatiezalen en op het dak komt een nieuwe technische ruimte. Op 19 juni is de aannemer voor de ruwbouw van start gegaan. Daarna volgen vloeren, plafonds, medische gassen, elektriciteit, medische uitrusting, enzoverder. Voor elke fase moeten diverse stappen gezet worden: het opmaken en controleren van lastenboeken en offertes, dossiers opmaken voor het ministerie, besprekingen voeren met gebruikers of studiebureaus, werken opvolgen, knelpunten oplossen en wijzigingen doorvoeren…
Ondertussen wordt ook project 2 “de nieuwbouw” verder afgewerkt. De aannemers – een vijftigtal firma’s! – zijn nog aanwezig op de werkvloer en het is uitermate belangrijk ze niet te laten vertrekken alvorens alle opdrachten tot in de puntjes zijn afgewerkt. Alle knelpunten moeten een oplossing krijgen en bijkomende vragen of aanpassingen van diensten en afdelingen worden in hoog tempo doorgegeven en opgevolgd. Ook de leveringen van los meubilair en medische uitrusting zijn nog altijd in volle gang. Er zijn
17 “percelen” los meubilair en 35 “percelen” medische uitrusting. Elk perceel vraagt besprekingen met artsen, gebruikers, firma’s, studiebureaus en andere betrokkenen. Elk geleverd stuk dient besteld, geleverd, gecontroleerd, geplaatst en gelabeld te worden. Vaak moet ook nog opleiding worden voorzien. En ja, af en toe moeten fouten gecorrigeerd worden. De dienst infrastructuur wordt weinig rust gegund… IVV
04
Operatiekwartier na zware start stilaan genormaliseerd
“Samen kunnen we veel aan” De ingebruikname van het nieuwe operatiekwartier op 10 april was zonder twijfel één van de grootste, de moeilijkste en de meest complexe operaties ooit in het ziekenhuis. Er was niet alleen de nieuwe infrastructuur, maar ook nieuwe afspraken, nieuwe teams, nieuwe systemen, nieuwe software, nieuwe instrumenten, etc. Verpleegkundigen én artsen in het OK en medewerkers sterilisatie hebben dan ook een bijzonder zware periode achter de rug. En al zijn vandaag nog niet alle problemen opgelost, toch groeien stilaan het optimisme en het geloof dat de operatie geslaagd mag heten.
Op 10 april werd op campus SintLucas een nieuw operatiekwartier met acht zalen in gebruik genomen in straat 56. Voorlopig blijven ook nog vier zalen operationeel in straat 43 (voormalige campus Heilige Familie). Die verspreiding over twee locaties, met alle ongemakken vandien, zou aanvankelijk maar enkele maanden duren. Om voor de toekomst een volwaardiger OK te creëren wordt echter grondiger verbouwd en uitgebreid, waardoor de situatie zo blijft tot pakweg half 2007. Dan wordt het nieuwe operatiekwartier uitgebreid met nog eens vier zalen. “Het werken op twee locaties bemoeilijkt de coördinatie”, bevestigt diensthoofd Henk Maes. “Op de voormalige campus Heilige Familie is er bovendien maar een kleine ontwaakruimte. Soms moeten patiënten na een operatie overgebracht worden naar de PAZA op straat 73. Een verpleegkundige én een anesthesist moeten dat patiëntenvervoer met monitoring, zuurstof en essentiële medicatie begeleiden. Dat is tijdrovend en het veroorzaakt wachttijden. Verre van ideaal dus, maar we moeten roeien met de riemen die we hebben. Theoretisch zijn er drie alternatieven mogelijk: de niersteenverbrijzelaar verhuist naar een andere plaats en de vrijgekomen ruimte wordt inge richt als voorbereidings- en ont waakkamer; het OK-weekschema wordt aangepast en alle urologie verhuist naar het nieuwe operatiekwartier; het artsenlokaal en de keuken worden verbouwd tot voorbereidings- en ontwaakkamer. Geen van deze drie mogelijkheden is praktisch haalbaar op korte termijn. In overleg met de artsen en verpleegkundigen wordt gezocht naar oplossingen
en wordt de bestaffing geoptimaliseerd. We moeten door deze zure appel heen bijten, in afwachting van een schitterend nieuw OK tegen half 2007.”
Centrale Sterilisatie Gelukkig zijn de verbouwingen voor de tijdelijke centrale sterilisatie (CS) op de voormalige campus HF inmiddels achter de rug. Op 30 juni worden de twee bestaande CSteams samengevoegd tot één team en alle sterilisatie van campus SintLucas gebeurt dan – tot eind 2007 – in straat 43 (bij de vier OK-zalen HF). Tegelijk wordt een nieuw CS-systeem gebruikt, met een te respecteren sterilisatiecyclus van drie tot vier uur. Het grote voordeel hiervan is de hogere kwaliteit. Het nadeel is dat snelsterilisatie onmogelijk wordt. Om dat op te vangen is het instrumentarium uitgebreid. Onder leiding van Joris Van Kerckhove loopt er ook een project om zoveel mogelijk instrumentarium te standaardiseren en te vereenvoudigen. Specialismen als gynaecologie en urologie zijn er inmiddels in geslaagd om goe de interne afspraken te maken hierover; andere specialismen doen er iets langer over, maar zijn alvast op de goede weg. Uiteindelijk is het de bedoeling dat alle instrumenten gelabeld worden en beheerd worden met een informaticasysteem. Voor de CS-medewerkers breekt een spannende periode aan. Nu zij één team worden, moet elke medewerker alle instrumenten kennen én ook de samenstelling van de verschillende instrumentensets. Als je weet dat er in het ziekenhuis om en bij de 25.000 verschillende instrumenten in gebruik zijn en er circa 900 verschil-
Voor heel wat specialismen is een stevige band gegroeid tussen artsen en verpleegkundigen tijdens de moeilijke eerste weken in het nieuwe operatiekwartier.
lende sets samengesteld moeten worden, besef je dat dit geen klein bier is. Een bijkomende moeilijkheid is dat sommige specialismen meer en meer een beroep doen op zogenaamde leensets van externe firma’s, die in het ziekenhuis gesteriliseerd moeten worden. Zo was de dienst orthopedie in mei jl. alleen al goed voor 230 leensets van 12 verschillende firma’s. Probeer daar maar eens wijs uit te geraken.
Ondertussen op het OK… Ondertussen is de situatie in het nieuwe operatiekwartier op straat 56 na enkele bewogen weken enigszins genormaliseerd. De vernieuwing waar medewerkers
én artsen zich doorheen moesten worstelen was niet min. Er was uiteraard het nieuwe operatiekwartier zelf, wat toch altijd enige aanpassing vergt. Maar er was véél meer. We zetten alles nog even op een rijtje, met de huidige stand van zaken erbij. De twee OK-teams (voormalig HF en voormalig SV) werden samengevoegd tot één groep, bestaande uit twee clusters. Elke cluster heeft zijn eigen specialismen, maar elke cluster werkt wel op de 12 zalen in campus Sint-Lucas: zowel in het nieuwe OK als in het OK HF dus. Aan het hoofd van dat eengemaakte team staat dienstverantwoordelijke Chantal Vekeman. Zij werkt nauw samen met haar adjuncten Andrea Vercauteren (cluster 1), Eva De Smedt lopend vuur
*
05 (cluster 2) en Brigitte De Winter (PAZA). Alle OK-verpleegkundigen hebben deze fusie in moeilijke omstandigheden gerealiseerd. Met het nieuwe operatiekwartier is ook heel wat nieuwe apparatuur en software in gebruik genomen. De zaalopstelling is anders, de OK-tafels worden elektronisch bediend, de apparatuur is gestandaardiseerd en dus in veel gevallen “anders” dan voorheen. Bovendien was er de introductie van het digitaal OK én van Chipsoft. De twee grote voordelen van het digitaal OK zijn dat beelden opgevraagd kunnen worden op pc-schermen vlakbij het operatieveld én dat beelden van tijdens de operatie opgeslagen en bewaard kunnen worden. Zowel verpleegkundigen als artsen hebben met deze nieuwe apparatuur moeten leren werken. Voor een optimaal gebruik is een goede interactie nodig. Het digitaal OK biedt mogelijkheden die vandaag zeker nog niet allemaal in de praktijk verankerd zijn. Maar stilaan groeit de kennis en de ervaring, zowel bij artsen als bij verpleegkundigen. Wat Chipsoft betreft, was er de eerste weken weerstand bij sommige artsen te bespeuren. Chipsoft is een softwaresysteem dat toelaat om de patiëntenflow permanent te volgen. “Het was niet evident voor de OK-medewerkers om ook dat er nog bij te nemen”, geeft Henk Maes toe. “Maar dankzij de buitengewone inzet van iedereen durf ik vandaag te stellen dat Chip soft nu vrij goed ingeburgerd is en dat de aanvankelijke scepsis bij veel artsen grotendeels weggeëbd is. Ook de consultatiemedewerkers en de opnamemedewerkers hebben hier een bijzondere inspanning voor geleverd. Het overleg via de OK-commissie en het OK-managementteam verloopt vlot, zodat de nieuwe afspraken gaandeweg vertrouwd worden en discussies op de werkvloer voorkomen kunnen worden.” Andere knelpunten bij de ingebruikname van het nieuwe operatiekwartier in april waren het uitgebreide instrumentarium dat ook alle OK-medewerkers moesten leren kennen (zie hierboven) en de grotere loopafstanden binnen het OK. “Hét allergrootste knelpunt was echter het gebrek aan leertijd”, vat Henk Maes samen. “Er is héél veel gerealiseerd op héél korte termijn. Zowel artsen als verpleegkundigen stonden onder een enorme juni 2006
Operatiekwartier AZ Sint-Lucas Naast de acht zalen in het nieuwe OK Sint-Lucas en de vier bestaande zalen op de voormalige Heilige Familie, is er op campus Sint-Lucas nog
het endoscopisch centrum van de dienst gastro-enterologie op straat 87. Op campus Volkskliniek zijn er ook nog eens drie operatiezalen (dienstverantwoordelijke Ann Tol-
lenaere) én het oftalmologisch centrum. Alle spoedingrepen na 18.00 uur en in het weekend vinden plaats in het OK Sint-Lucas.
OK Sint-Lucas
OK voormalige Heilige Familie
OK Volkskliniek
Orthopedie Algemene chirurgie Neurochirurgie Neus-keel-oor Vaatchirurgie
Urologie Gynaecologie Plastische chirurgie
Dagkliniek Oftalmologisch centrum
van de verpleegkundigen, is het nieuwe OK een geslaagde missie aan het worden. Binnenkort komen bovendien vier nieuwe OKverpleegkundigen ons team versterken. Ik geloof dat het zwaarste nu achter de rug is, ook al zullen we ongetwijfeld nog moeilijke mo
menten kennen. Maar als artsen en verpleegkundigen met goede wil samenwerken, kunnen we binnenkort de vruchten plukken. Daar ben ik meer dan ooit van overtuigd.”
Verdeling van de specialismen
druk. Vandaag zijn nog niet alle problemen opgelost. Maar er wordt aan gewerkt, dag na dag. Er is inmiddels een goede basis gelegd voor een nauwe samenwerking met heel wat artsen en hun instrumentisten. Dankzij hun positieve inzet, samen met die
FD
06
CAO-tijdskrediet gewijzigd
Strengere regels voor tijdskrediet mogelijk of onmogelijk zijn. De afspraken hierover worden in de ondernemingsraad gemaakt. Het is ook mogelijk dat gevraagd wordt om jouw aanvraag te verschuiven naar een ander moment, om aan andere collega’s ook de kans te geven tijdskrediet op te nemen.
Wie tijdskrediet opneemt of overweegt om dat te doen, moet rekening houden met enkele belangrijke wijzigingen in de CAO hierover. Deze wijzigingen gaan al in op 1 juli 2006.
Op 16 mei jl. is een nieuwe CAO opgemaakt. Deze CAO werd afgesloten voor de periode van 1 juli 2006 tot en met 30 juni 2009. Het goede nieuws is dat in AZ Sint-Lucas nog altijd tot 15% van de medewerkers kunnen genieten van één of andere vorm van tijdskrediet en loopbaanvermindering. Dat is bijzonder veel en het gaat veel verder dan de wettelijk voorziene 5% van de medewerkers. De nieuwe CAO omvat de volgende wijzigingen. Voltijds tijdskrediet wordt toegestaan voor maximum 1 jaar (i.p.v. 3 jaar). Bij halftijds tijdskrediet kan de maximumduur van 4 jaar gespreid worden over de gehele loopbaan
De wijzigingen in de CAO worden toegepast voor aanvragen of verlengingen van tijdskrediet die ingaan vanaf 1 juli 2006.
Wie tijdskrediet wil opnemen, doet er goed aan zich tijdig te informeren over de mogelijkheden.
(i.p.v. aansluitend op te nemen) en het dient jaarlijks opnieuw aangevraagd te worden. Bij 1/5de tijdskrediet kan de maximumduur van 5 jaar gespreid worden over de gehele loopbaan (i.p.v. aansluitend op te nemen) en het dient jaarlijks opnieuw aangevraagd te worden. Elke aanvraag, ook voor een verlen
ging, moet 3 maanden op voorhand schriftelijk ingediend worden. Een aanvraag tot deeltijds tijdskrediet moet bovendien kaderen binnen de grenzen van het beleid van deeltijdse tewerkstelling. Dat betekent dat afhankelijk van de dienst of afdeling waar je werkt, bepaalde jobtimes (80%, 50%,…)
De dienst P&O heeft hierover twee infosessies gepland. Een eerste vond plaats op 27 juni. De tweede is gepland op donderdag 6 juli om 18.30 uur in Sint-Lucaszaal 1. Meer info vind je in de infobundel Tijdskrediet (zie intranet infobundel PERS/MW/006), in de procedure Tijdskrediet (zie intranet procedureboek PERS/MW004). Er is ook een infofolder Tijdskrediet in AZ Sint- Lucas in de maak. Voor bijkomende inlichtingen kan je altijd contact nemen met jouw dossierbeheerder.
Afdeling opent op 1 september
Nieuw verpleegkundig team voor Sp neurologie Op 1 september 2006 wordt op campus Volkskliniek een volledig gerenoveerde afdeling in gebruik genomen. Op deze locatie wordt de 23 bedden tellende dienst Sp neurologie ondergebracht. Er wordt een nieuw verpleegkundig team voor samengesteld. Wie er zin in heeft, kan zich kandidaat stellen. De afdeling staat onder medisch toezicht van dr. Mia Vantomme (neurologie), die samen met een multidisciplinair team de patiënten maximaal zal revalideren. Dit
met optie op ontslag naar huis of een thuisvervangend milieu. Naast architectonische aanpassingswerken wordt er bijzondere aandacht besteed aan ergonomische toestellen (patiëntentillift, badlift, in hoogte verstelbaar bad). Er komt ook een dagzaal met tal van revalidatiemogelijkheden. Dit alles in een huiselijk kader. De langere verblijfsduur van de patiënten, meestal doorverwezen van acute neurologie, zorgt voor een kleinere turn-over. Wie er spoedgevallen verwacht, komt bedrogen uit. Het schaarse pa-
tiëntenverloop maakt een sterk gestructureerd werksysteem mogelijk. Concreet betekent dit dat het werk niet voortdurend onderbroken wordt door onverwachte gebeurtenissen en talloze onderzoeken. Saai? Absoluut niet! Althans niet voor medewerkers die voldoening vinden in het verkleinen van de fysische afhankelijkheid van pa tiënten met een grote verscheiden heid aan neurologische aandoeningen. De meeste patiënten zijn bij aankomst immers sterk hulp-
behoevend. Welke medewerker krijgt niet dat prettige gevoel als zo iemand in veel betere conditie naar huis kan terugkeren? Om een enthousiaste verpleegequipe samen te stellen zijn er nog 9,25 FTE (full time equivalenten) nodig. Er zijn jobtime-mogelijkheden van 50% tot 100%. Wie interesse heeft, kan zich kandidaat stellen bij Danielle Vermeulen (werving en selectie, tel. 6307). Voor praktische informatie kan je terecht bij diensthoofd Pascal Vanhoonacker (tel. 4383). PVH lopend vuur
*
07
gt dossier ucas bewee -L AZ Sint Je kan er niet omheen: sporten is gezond voor iedereen. Wie geen tijd maakt voor beweging, roest vast. AZ Sint-Lucas telt heel wat fitte medewerkers en artsen. Begin dit jaar ging het fitnessproject van start, maar ook sporten op eigen houtje of in clubverband kan op veel bijval rekenen. Lopend vuur ging met enkele medewerkers praten over hun sport.
“Ik ben nogal een conditiefreak” Als je bij het ochtendgloren iets voorbij je raam ziet zoeven, zou het Nico Baele wel eens kunnen zijn. Hij vertrekt elke morgen om vijf over zes naar het werk. Niets bijzonders, zou je zo denken, ware het niet dat hij het hele traject van Adegem naar Gent met de fiets aflegt. 31 kilometer enkele rit, in weer en wind, van maandag tot vrijdag. Nico Baele van de dienst infrastructuur was als kind al weg van fietsen. Op zijn vijfde ging hij elke dag op stap met de vriendjes. Op de koersfiets of de BMX. Op zijn twaalfde ging hij met zijn vader bij de wielertoeristen. Tijdens een triotriatlon (een trio-team is
samengesteld uit één zwemmer, één fietser en één loper) werd hij ontdekt door een wielerploeg. De dag na de wedstrijd kreeg hij een aanbod om bij hen te komen koersen. Zo begon Nico’s wielercarrière. Hij was toen zestien. Vier jaar geleden stopte Nico met koersen, maar hij blijft fietsen. “Vroeger was het een deel van de training om met de fiets naar het werk te komen”, vertelt Nico. “Toen had ik op vrijdag een recuperatiedag, maar nu kom ik elke dag met de fiets. In de zomer met de koersfiets en in de winter met de mountainbike. In de winter gaat het wel iets trager, maar zonder profielen op de banden zou het te gevaarlijk zijn in de sneeuw.
Ik ben er trots op dat ik dat nog iedere dag kan doen.” Nico heeft behoorlijk wat moeten opofferen voor zijn sport: “Niet uitgaan, altijd trainen, niet roken en niet drinken. Je houdt er natuurlijk wel een gezonde levenswijze op na en als het meezit krijg je er ook veel voor terug. Ik heb vier koersen gewonnen, maar de tweede was de mooiste, want het was een massasprint. Ik was nochtans tegen mijn goesting gestart, want het was echt aan ’t gieten. Normaal gezien moet je 20 minuten voor de start beginnen opwarmen, maar ik zat in de auto en het kon me allemaal niet veel schelen. Mijn pa porde me aan om op te warmen, maar ik vond dat ik in zo’n weer toch nooit zou kunnen opwarmen. Het weekend daarvoor had ik mijn eerste koers gewonnen, dus het zat wel goed met mijn zelfvertrouwen. Waarschijnlijk heb ik daardoor ook die koers gewonnen.”
Een goeie liefhebber Heeft Nico dan geen heimwee naar zijn koersverleden? “Het speelt wel eens in mijn gedachten om terug te beginnen. Zeg nooit nooit, hé. De kinderen vragen er soms ook naar als ze de foto’s zien, maar het is nu net voor hen dat ik ben gestopt. Ik kwam ’s avonds altijd laat thuis van de training en dan moesten de kinderen al naar bed. En in het weekend waren er dan wedstrijden. Mijn pa en mijn nonkels vinden het wel jammer dat ik ben gestopt en Nico Baele fietst elke dag 62 kilometer.
juni 2006
als het aan mijn vrouw lag, dan koerste ik nog. ’t Is toch ook een apart wereldje. Ze vragen al vroeg wat je wil bereiken. Wil je prof worden of liefhebber? Voor mij was dat een gemakkelijke keuze: een goeie liefhebber! Het woord zegt het zelf, hé, wielrennen is voor mij liefhebberij.” Waarom koos Nico voor fietsen en niet voor lopen, zwemmen of voetballen? “Ik ben nogal een conditiefreak”, zegt Nico. “Ik heb sport nodig om mij goed te voelen. Wielrennen is wel een ijdele sport. Mijn fiets staat altijd tiptop in orde en ik hou van de felle kleuren van mijn koerskledij, een mooie helm, een toffe bril,… Dat ligt me allemaal wel. En het afzien, hé. Grenzen verleggen. En ‘k heb er verlegd! Wielrennen is een individuele sport. Je draagt alle lasten alleen. In een voetbalploeg kan je je laten vervangen als het wat minder gaat, maar wielrenners staan er alleen voor. Ze moeten het zelf maken. Mijn vader heeft me altijd gesteund. Soms deden we trainingen waarbij ik achter de wagen van mijn pa reed. Hij voelde me perfect aan. Hij wist hoe snel ik kon gaan en waar mijn grens lag. Hij was er echt een krak in! Hij reed bijvoorbeeld 60 km/u en dan probeerde ik naast de auto te komen.” Nu doet Nico het wat rustiger aan, maar 310 kilometer per week fiet sen blijft bewonderswaardig. In ruil voor zijn inspanningen krijgt hij een fietsvergoeding van zo’n 1.200 euro per jaar. Reden temeer om met de fiets naar het werk te komen!
08
gt dossier ucas bewee -L AZ Sint
Ventourist en Ventousiast De Mont Ventoux vormt al decennialang het decor voor tragiek en heroïek, leed en triomf. Velen voelen het verlangen om ‘de kale berg’ te bedwingen. Mariëlle Baert is één van hen. Maar ondanks de zware fysieke inspanning, wil zij in de eerste plaats genieten. Mariëlle Baert ging al jaren naar de fitness voor conditietraining en spinning. Met de jaren groeide echter het verlangen om buiten te gaan sporten, dus kocht ze vier jaar geleden een hybridefiets. Een hybridefiets combineert de comfortabele houding van een stadsfiets met het versnellingssysteem en het lichte gewicht van een racefiets. Ze kreeg de smaak te pakken en schakelde al snel over naar een koersfiets. “Als je gewoon bent om met een stadfiets te rijden, is het wel even wennen op de koersfiets”, vertelt
Mariëlle. “Een koersfiets is veel wankeler. Bovendien zit je met je voeten vast in de pedalen.” Toch liet ze zich niet afschrikken, want al vrij snel was ze intensief met fietsen bezig. Naast het werk en haar gezin neemt het fietsen een belangrijke plaats in. “Ik spring toch twee tot drie keer in de week op de fiets voor een tocht van een aantal uur. Meestal spreek ik af met een klein groepje vrienden. In grote groepen fiets ik liever niet, omdat het niveau meestal iets hoger ligt dan dat van mij. Dat vraagt een te grote inspanning en concentratie en dan is het niet meer leuk. Meestal gaan we met ons groepje langs de kanalen fietsen of doen we intervaltraining in de Vlaamse Ardennen. Ik vind fietsen een aangename sport, omdat ze niet belastend is voor het lichaam en omdat je tijdens de ritten echt van het landschap kan genieten.”
Marielle Baert op weg naar de top: “Het moet wel leuk blijven“
Vliegen De kers op de taart is het jaarlijkse uitje naar de Mont Ventoux. “De Mont Ventoux is een lastige berg om te beklimmen”, aldus Mariëlle. “Je moet 21 kilometer lang stijgen zonder adempauze onderweg, maar de beklimming heeft iets magisch. De top halen is de bekroning van al je inspanningen. Zonder voorbereiding moet je er natuurlijk niet aan beginnen. Elk jaar zie je mensen die niet boven geraken. Velen vergalopperen zich al in het begin. Ik probeer in de winter mijn basisconditie te behouden. Gemiddeld doe ik 200 kilometer per week: vlakke, lange tochten, gecombineerd met intervaltraining. Een paar weken voor het vertrek begin ik ook op kracht te trainen. In de fitness kan je bijvoorbeeld door het instellen van verschillende weerstanden op een speciaal ontworpen fiets hellingen simuleren. En natuurlijk let ik ook een beetje op mijn voeding, want bij het klimmen voel je de extra kilo’s wel! Al wat je teveel weegt, sleur je mee op de fiets.” Mariëlle ging het afgelopen pinksterweekend al voor de derde keer naar de Mont Ventoux met een groep vrienden. Als enige vrouw, maar daarom is ze niet minder dapper. Meestal is ze in de beklimming de laatste, maar toch scheelt het nooit veel met de laatste man. “Ik ga in de eerste plaats om te genieten. Het blijft vakantie, hé. Het zou jammer zijn om als een zot die berg op te fietsen en niet te genieten van al het moois dat de streek te bieden heeft. Ik hoop ook nog wel een aantal andere cols in Europa te doen, zoals de klassieke cols van de Tour de France en de Giro.” Zijn de afdalingen dan niet gevaarlijk? “Ja, soms sta ik daar wel eens bij stil. Je mag niet roekeloos doen. Je moet rekening houden met bochten, tegenliggers en de ondergrond. Gelukkig ben ik nog nooit gevallen tijdens het rijden. Ik ben wel al twee keer omvergevallen terwijl ik stilstond.”
20 km van Voor de gepassioneerde lopers was er op 28 mei de 20 km van Brussel. Elk jaar gaan 25.000 deelnemers de uitdaging aan. AZ Sint-Lucas was ook van de partij. Dr. Peter Capiau (anesthesie) liep de 20 kilometer in 1 uur, 44 minuten en 26 secon den. Algemeen directeur Peter Degadt was een tikkeltje sneller: 1 uur, 43 minuten en 33 seconden. Eric Mertens (infastructuur) was de snelste met 1 uur, 25 minuten en 43 seconden. Eric Mertens: “Het is telkens weer een belevenis. Aan de start worden massa’s lopers in boxen geplaatst, zo’n 5.000 lopers per box. Iets vóór de start halen ze dan de hekkens weg en ontstaat er één grote bewegende massa. Onderweg staan er verschillen de orkesten om de lopers aan te moedigen. En dan mag ik de duizenden toeschouwers niet vergeten die roepen en applaudisseren. Het maakt je
Start t Het zijn niet allemaal hazewinden en hardrijders. Steeds meer mensen schrijven zich in voor Start to Run. Dat is een joggingprogramma voor beginners in een atletiekclub. Je traint er onder professionele begeleiding. Na tien weken loopt iedereen vijf kilometer. Dr. Dorothée De Schryver (anes thesie) deed het zelfs hele maal op haar eentje, mét het trainingsschema van een joggingclub. Ze startte met het programma in oktober vorig jaar en slaagde erin om in minder dan 10 weken 5 km te lopen. Dr. De Schryver: “Ik had gewed met mijn man dat ik tegen eind december rond de Watersportbaan zou kunnen lopen. Dat is me gelukt en ik ben er fier op. Voor echte sporters is dat waarschijnlijk peanuts, maar voor mij is dat een hele prestatie.”
lopend vuur
*
09
n Brussel competitiegeest wakker. Je kan dat precies niet onder bedwang houden. Veelal speelt het wel in je nadeel, omdat je dan veel te rap vertrekt en het achteraf moet bekopen. Onderweg denk je soms: dit doe ik nooit meer, maar eens over de streep, ben je dat snel vergeten en maak je al plannen voor volgend jaar.” Eric heeft dit jaar al voor de elfde keer deelgenomen aan de 20 km van Brussel. “Dat is iets speciaals, hé. In Brussel loopt er altijd veel volk rond. Je ziet er veel voorbijsteken en je steekt er zelf veel voorbij.” Heeft Eric nog tips voor wie volgend jaar voor het eerst wil deelnemen? “Voldoende trainen, niet te snel starten, je niet laten meezuigen door de massa en … je goed oriënteren in de kleedkamers. Die zijn namelijk gigantisch en als je achteraf nog je spullen wil terugvinden…”
to Run Dr. De Schryver is blijven lopen. Ze loopt nog steeds twee tot drie keer in de week, telkens een half uurtje. “Ik ben al eens tot 10 km gegaan, maar dan moet ik echt alles geven,” vertelt ze. “Ik kan het beter volhouden als ik de lat niet te hoog leg. Soms ben je wel wat overmoedig. Als ik 10 km had gelopen, dacht ik, ik ga de 20 km van Brussel meelopen , maar neen, toch niet. Ik heb er gewoon geen talent voor. Helemaal in het begin dacht ik dat ik de 5 km nooit zou halen, maar nu lijkt het allemaal zo vanzelfsprekend. Als ik het kan, kan iedereen het!” Wat vindt dr. De Schryver dan zo leuk aan lopen? “De flexibiliteit,” antwoordt ze zonder aarzelen. “Je stapt gewoon je deur uit, je loopt 30 minuten en je bent weer thuis. Voor mij is dat ideaal.”
“Ik heb sport nodig” Dr. Luc Weynants is naar eigen zeggen een tennisfreak. Ondanks zijn drukke job maakt hij er elke week een aantal uur voor vrij. En om voor wat afwisseling te zorgen, trekt hij af en toe zijn loopschoenen aan. Voor dr. Weynants (fysische geneeskunde en sportgeneeskunde) begon het allemaal op zijn tiende. Hij sloeg wel eens een balletje met zijn ouders en kreeg de smaak al snel te pakken. Toen zijn lesgevers hem inschreven voor een tornooi ging de bal aan het rollen. Tot zijn achttiende trainde hij 12 tot 15 uur in de week. Hij werd vijfde bij de Belgische junioren en speelde 120 wedstrijden op jaarbasis. Vier keer na elkaar werd hij kampioen van Oost- en West-Vlaanderen. Toch bleek hij niet genoeg talent te hebben voor de top, dus koos hij voor geneeskunde. “Ik heb altijd interesse gehad voor het menselijk lichaam en voor sport”, vertelt dr. Weynants. “Dat was een grote drijfveer om te kiezen voor het specialisme fysische geneeskunde. Het intensieve sporten heeft ook geholpen om geneeskunde te studeren. Proefondervindelijk ken je veel over het sportende lichaam en kan je goed meevoelen met sporters.” Zijn studies hebben de liefde voor het tennissen niet afgezwakt. Dr. Weynants probeert zijn niveau op peil te houden door wekelijks een aantal uur te trainen en deel te nemen aan interclubtornooien. “Ik heb er nooit spijt van gehad dat ik destijds niet heb gekozen voor een tenniscarrière. Ik speel nog altijd goed en bovendien heb ik de stress niet om altijd te moeten winnen. Tennis is een mooie sport. Je kan alleen jezelf kwetsen. Bij voetbal kan er je vanalles overkomen doordat je met meerdere spelers op het veld staat. Je kan ook heel lang blijven tennissen als je een partner hebt van hetzelfde niveau. Bovendien is het goed voor je karakter. Tijdens het spel leer je jezelf kennen: hoe je
omgaat met winst of verlies, wat je eigen sterktes en zwaktes zijn. Een overwinning heb je alleen maar aan jezelf te danken, verlies alleen aan jezelf te wijten. Dat is soms confronterend natuurlijk. Bij ploegsporten kan je het nog op een ander steken, maar bij tennis niet.”
Noodzaak Dr. Weynants gaat ook lopen. Minimum één keer in de week een 15-tal kilometer. “Aanvankelijk ben ik beginnen te lopen om mijn conditie te onderhouden
voor het tennissen. Mijn ambitie voor het lopen groeide en ik ging wat harder trainen. Uiteindelijk heb ik deelgenomen aan een marathon. Het geeft echt wel een kick als je over de streep komt. Des te meer als je prestatie binnen je vooropgestelde tijd valt. Als mijn carrosserie nog mee wil, wil ik nog wel eens een marathon lopen. Sporten is voor mij echt een noodzaak. Ik heb sport nodig om me goed te voelen. Ik denk trouwens dat wij als geneesheer veel minder werk zouden hebben als iedereen twee keer in de week anderhalf uur zou sporten!”
Tips voor beginnende sporters – Fietsen, zwemmen of lopen zijn ideaal voor een beginnende sporter. – Zorg voor goed materiaal. Koop loopschoenen die tussen de 120 en 150 euro kosten van een goed merk. Als sporter mag je op dat vlak geen compromissen sluiten. Om te lopen draag
je loopschoenen, om te tennissen tennisschoenen,… – Besteed voldoende aandacht aan de opwarming – Progressief opbouwen.Je mag jezelf in het begin ze ker niet overbelasten. – Voldoende drinken tijdens het sporten
Dr. Luc Weynants is een tennisfreak
NA juni 2006
10
Ex-actrice Nathalie De Schepper op het podium van de Gentse Feesten
Als je weer eens overhoop ligt met je pc en je belt de helpdesk, dan heb je een goede kans dat je Nathalie De Schepper aan de lijn krijgt. Nathalie werkt sinds twee jaar in AZ Sint-Lucas. Onlangs werd ze benoemd tot coördinator van de helpdesk. Wat weinigen weten, is dat Nathalie 10 jaar in het theater stond. Als professionele actrice én zangeres. Méér nog: met Stella and the Starlights staat Nathalie nog geregeld op een podium. Op 15 juli kan je haar aan het werk zien en horen op de Gentse Feesten! Maar voor de goede orde vroegen we toch maar eerst naar haar werk op de dienst informatica…
Nathalie De Schepper: “De dienst informatica bestaat uit vier units. Je hebt een groep mensen die eigen programma’s voor het ziekenhuis ontwikkelen, zoals MedLucas, het maaltijdpakket of VIS. Er is een team dat zorgt voor ondersteuning van aangekochte programma’s, zoals Xtremis, Oasis of het OK-pakket. Een derde unit concentreert zich op het netwerkbeheer: de servers, het centrale computerbeheer, het draadloos netwerk, de e-mailfuncties. En er is, tenslotte, een ploeg die de helpdesk bemant. Op de helpdesk komen alle telefoons voor de dienst informatica aan. We lossen zoveel mogelijk vragen zelf op. Beschouw ons gerust als de EHBO van de dienst informatica. Is een probleem te complex, dan schakelen we één van de drie gespecialiseerde units in. Daarnaast zorgt de helpdesk ook voor de installatie van nieuwe computers en nieuwe programma’s. Als coördinator ben ik sinds kort verantwoordelijk voor de goede organisatie van de helpdesk, voor het opmaken van de uurroosters
“Stella is de naam van mijn kat, maar voor alle duidelijkheid: ik zing.”
Nathalie De Schepper met Stella and the Starlights, op 15 juli te bewonderen op de Gentse Feesten.
en voor het opvolgen van de gemelde problemen. De jongste tijd zijn heel veel nieuwe programma’s in het ziekenhuis geïntroduceerd, waardoor de druk op de dienst informatica flink toegenomen is. Bovendien was informatica nauw betrokken bij alle verhuisbewegingen van de jongste maanden, wat onze dienst zwaar op de proef heeft gesteld. Ook voor ons is het soms wat zoeken in al die nieuwe software. Maar dat maakt tegelijk het plezier van onze job uit, hé. De grootste bevrediging hebben wij als een probleem is opgelost
en de mensen opgelucht en dankbaar zijn. Hoe ben je op de dienst informatica terechtgekomen? Je komt eigenlijk uit een heel andere wereld? Ik heb jaren in het theater gewerkt. Op een dag heb ik het roer helemaal omgegooid. Ik ben naar de VDAB gestapt en heb er een omscholingsprogramma gevolgd. Na één jaar fulltime studie heb ik negen maanden stage gelopen op de dienst informatica in AZ SintLucas. Na afloop van die stage kreeg ik een vast contract.
Oermens Jan Decleir Vertel eens wat over je vorige leven. Hoe ben je in het theater verzeild? Van kleinsaf hield ik van dansen, toneel en zingen. Als kind heb ik alle opleidingen gevolgd: muziekacademie, ballet en kunsthumaniora. Na het humaniora trok ik naar de inmiddels opgedoekte Studio Herman Teirlinck, de afdeling kleinkunst. Mijn grote droom was toen om musicals te spelen. Ik wou dansen, acteren en zingen tegelijk. lopend vuur
*
11 Het waren niet de minsten die lesgaven aan Studio Herman Teirlinck? Ik had les van Mitta Van der Maat, Stany Crets, Jan Decleir, Johan Verminnen, Patricia Beysens,… Stany Crets leerde ons vooral hoe we door te improviseren ons helemaal in een personage konden inleven. Geen ingewikkelde theorieën dus, maar spelen, spelen en nog een spelen. Ook Jan Decleir is geen man van de theorie. Dat is een oermens, hé. Hoe hij erin slaagt om gevoelens te verwoorden, dat is fenomenaal! Ik heb de rol van Maria vertolkt in de Mistero Buffo met Jan Decleir. Johan Verminnen is een heel aangename mens, die graag met zijn studenten op café over het leven praat. En dan was er ook nog Wannes Van de Velde. Speciaal om van hem les te krijgen, heb ik een gitaar gekocht en gitaarles gevolgd. Dat is een schone mens, vol passie voor poëzie en de Spaanse cultuur. Dat klinkt allemaal heel leuk en verleidelijk. Dat was het ook. Zo’n groot aanbod, zo’n prachtige docenten, zoveel invalshoeken… Voor een student was dat een soort snoepwinkel waar je naar hartelust kon proeven en smullen en ervaring opdoen. Tegen het eind van mijn studies was mijn interesse in cultuur nog breder geworden dan voorheen. Musicals leken mij dan toch iets te commercieel, te weinig zeggend. Ik zocht iets met méér om het lijf. En dan werd ik
twee producties hield ik het voor bekeken bij De Zwarte Komedie. Ik miste de vrijheid die ik als studente had leren kennen. In het theater moest ik luisteren naar de regisseur en kon ik mijn eigen ei te weinig kwijt. Op zoek naar iets anders, dan maar? Ik kreeg de kans om met het orkest Prima La Musica een programma met poëzie van Paul Van Ostaijen te doen. De muziek was van Peter Vermeersch, Guido Lauwaert regisseerde. De teksten werden gezongen door een zanger en een zangeres. En dan was er nog één stoorzender op het podium, die voor de komische noot moest zorgen. Dat was mijn rol. Een heel dankbare rol, die heel erg in de smaak viel bij het publiek. We hebben op enkele maanden tijd zestig voorstellingen gespeeld van Music Hall. Een ontzettend zware tournee was dat. Ik zong en acteerde namelijk niet alleen, ik was ook regie-assistente én toneelmeester. Dat was mijn probleem in die tijd: ik was zo enthousiast dat ik alles wou doen en overal ja op zei. Doseren is nooit mijn sterkste punt geweest. Na de tournee was ik zo uitgeput, dat ik twee maanden ziek geweest ben.
Op tournee in Japan Je had er de buik van vol? Meer dan ooit wou ik doen waar ik zin in had. Ik kom uit een geëngageerde familie. De stap naar De
tournee konden met Hugo Claus toen die zijn boek Belladonna voorstelde. In die periode kreeg ik ook zin om meer met mijn stem te gaan doen en ben ik, terwijl ik al aan het werk was, klassieke zang gaan studeren aan het Conservatorium. Toen ik die studies had voltooid, kreeg ik de kans om de hoofdrol te vertolken in de hedendaagse kinderoperette Fietsen, een productie van Het Paleis en Transparant. Het was een voorstelling voor vijftot achtjarigen, een super-eerlijk, heel dankbaar maar ook genadeloos publiek. We speelden tachtig voorstellingen op drie maanden. De voorstelling probeerde in alle opzichten vernieuwend te zijn maar kreeg zeer negatieve recensies. Ik hou er geen al te beste herinneringen aan over, eerlijk gezegd. Je bent er dan ook niet gebleven? Neen, ik was freelancer, uiteraard. Door een gelukkig toeval kon ik vrijwel meteen daarna als zangeres met het klassieke orkest I Fiamminghi van Rudolf Werthen mee op tournee naar Japan. Vijf weken lang, een heerlijke reis. Terug in Vlaanderen werd ik door De Vieze Gasten gevraagd als artistiek coördinator. Ook dat was een heel toffe periode, maar jammer genoeg moest het gezelschap het plots met veel minder subsidies doen en kon ik niet fulltime blijven. En dat was de druppel voor mij. Ik had er schoon genoeg van.
“Het was fantastisch, maar ik had er mijn buik van vol” gecontacteerd door De Zwarte Komedie, een maatschappijkritisch Antwerps theater- en cabaretgezelschap. Waar onder andere ook Guido Belcanto wel eens langskwam? Juist. Ik heb twee producties gedaan met De Zwarte Komedie, waarvan één met Guido Belcanto. Ik zong, ik acteerde en ik speelde saxofoon. Later heb ik trouwens ook nog backing vocals gedaan op de cd La Comédie Humaine van Guido Belcanto. Maar na juni 2006
Vieze Gasten was dan ook logisch. Ik heb er gewerkt van 1996 tot 1999 en het waren fantastische jaren. We speelden heel veel voorstellingen, overal te lande: in parochiezalen, in tenten, in café’s en in scholen… Soms werden de voorstellingen moraliserend genoemd, maar we kenden veel succes bij de mensen. Daarnaast deed ik hier en daar nog een project. Zo hadden we met onze klas van de Studio een zanggroepje gevormd, De Verwondering, waarmee we een cd maakten en op
Saai? Neen! Het klinkt nochtans allemaal fantastisch, heel boeiend. Dat was het ook. Maar het is ook uitputtend en keihard. Je moet voortdurend het onderste uit de kan halen, voortdurend op zoek naar een nieuw contract, voortdurend met nieuwe collega’s leren werken tijdens slopende tournees… En aan het einde van de maand moet je de eindjes aaneen proberen te knopen om al je rekeningen te kunnen betalen. Ik had er echt mijn buik van vol.
En van de weeromstuit koos je meteen maar voor het saaiste van het saaiste: een job als informaticus. Héla, een momentje hé! Informatica is absoluut niet saai! Ik wou een job waar ik mijn creativiteit in kwijt kon, zonder dat ik telkens mijn ziel hoefde bloot te geven. Ik ben altijd al informatica-minded geweest. Bij De Vieze Gasten stond ik bekend als de Helpdesk. De stap was helemaal niet zo groot als het lijkt. Toch geen spijt van je keuze? Neen, helemaal niet. Ik heb tien jaar mijn best gedaan. Ik heb hele mooie dingen kunnen doen. Maar het was niet voor mij. De onzekerheid, niet weten of je over zes maanden nog wel je rekeningen zult kunnen betalen, het onregelmatige leven… Trouwens, ik ben nooit helemaal gestopt. Eind vorig jaar heb ik het groepje Stella and the Starlights opgericht. Stella is de naam van mijn kat, maar voor alle duidelijkheid: ik zing. We treden één of twee keer per maand op met eigen interpretaties van jazz-standards en chansons: Billy Holiday, Chet Baker, Boris Vian, Joni Mitchell,… We repeteren on regelmatig, maar we zijn sterk op elkaar ingespeeld. De reacties van het publiek zijn erg positief. Op 15 juli staan we trouwens op de Gentse Feesten, in de Spiegeltent van het Baudelopark, om 22.30 uur. Kom gerust een kijkje nemen! Ik speel ook nog accordeon in de Propere Fanfare van De Vieze Gasten. Dat is een fanfare waar iedereen die zin heeft mag komen meespelen. Als wij er allemaal zijn, zijn we met meer dan honderd! We treden op op festivals en feesten. Vorig jaar hebben wij de Gentse Feestenstoet gewonnen met deze fanfare. En dit jaar openen wij het Groot Podium op Sint-Jacobs om 19.30 uur, samen met Walter De Buck en Wim De Wulf. Dat is héél leuk om te doen. En het is te combineren met mijn job. Ik werk hier nu al meer dan twee jaar en ik ben nog altijd gelukkig. Ik heb meer rust gevonden. Niet tijdens mijn werk, maar in mijn leven, welteverstaan. FD
Nathalie De Schepper treedt op met Stella & the Starlights op 15 juli om 22.30 uur in de Spiegeltent in het Baudelopark.
12
De vakantie is in aantocht
Koffers pakken en wegwezen! Polaire zeelucht, boze wolken en regen doen ons hunkeren naar vakantie. Wie kijkt er niet reikhalzend naar uit? Lekker ver of knus dichtbij, dolce far niente of spanning en avontuur? Als er maar even niet moet gewerkt worden…
Verpleegkundige Leen Van Doorne (heelkunde, straat 42) verloor haar hart in Indonesië. Dit mag je heel letterlijk nemen, want ze vond er haar echtgenoot. “Na het middelbaar ging ik in het kader van een uitwisselingsproject voor een jaar naar Indonesië,” vertelt Leen. Ze werd verliefd en nu heeft ze er familie. “We leerden elkaar kennen bij mijn gastfamilie, hij was de broer van mijn gastmoeder. Na mijn jaar in Indonesië keerde ik terug naar België om verpleegkunde te gaan studeren. We zagen elkaar maar een paar weken per jaar. Na mijn studies zijn we getrouwd in België. Onze familie woont in Java en Borneo en daar gaan we nu in september heen. Voor de vijfde keer al.” Tijdens haar uitwisselingsjaar leerde Leen er Bahasa Indonesia, de nationale taal van Indonesië. Ze werd verliefd op het land met zijn overweldigende natuurpracht én op de mensen. “Ze leven in een cultuur van wat vandaag niet kan, doen we morgen wel en dat bevalt me wel,” zegt Leen. “Wat me ook
zo aantrekt aan Indonesië is de rust en de vriendelijkheid van de mensen. De sociale contacten zijn er niet zo oppervlakkig als bij ons. Als je daar de bus neemt, heb je er op het einde van de rit een nieuwe vriend bij. De mensen hebben er misschien minder, maar daarom zijn ze niet minder gelukkig.” Zijn er dan geen mindere kanten aan Indonesië? “Je hebt er aardbevingen, overstromingen of religieuze conflicten, maar gelukkig is onze familie daar tot nu toe van gespaard gebleven. Dit jaar gaat er wel een klamboe (muggennet) mee voor het zoontje. In Borneo is er nog malaria en daar heb ik toch wel wat schrik voor.” Leen geeft toe dat ze wat meer andere landen zou bezoeken, als ze in Indonesië geen familie had. “Mijn voorkeur gaat uit naar de warmere landen, zoals Tunesië of Marokko. Wat ik ooit nog graag zou bezoeken is een land in ZuidAmerika. Het kriebelt om er heen te gaan, maar we hebben nu een zoontje, dus het zal nog wel even duren.”
Leen Van Doorne (heelkunde, straat 42) gaat op familiebezoek in Indonesië.
Verpleegkundige Petra Poupaert (VK100) wil de wereld zien. Elk jaar kiest ze een andere bestemming.
Schoonmaakster Brenda De Koker (VK200) trekt deze zomer voor elf dagen naar Antalya, Turkije. “Het is de eerste keer dat we een all-in geboekt hebben. We gaan echt om te genieten, ons te laten bedienen, veel en lekker te eten,… Het is leuk dat het elke morgen mooi weer is als je opstaat. Geen was, geen plas, gewoon tot rust komen. Wij doen op vakantie geen speciale dingen. We liggen nu ook wel niet te bakken aan het strand, want met het ouder worden kan ik niet meer zo goed tegen de hitte, maar we gaan eens naar de markt, iets drinken op een terrasje, een boek lezen in de schaduw, een excursie…” De mooiste reis die Brenda ooit maakte, ging naar Gran Canaria. “Er was een enorm mooi natuurpark,” vertelt ze. “Het enige dat je zag was zand, precies een woestijn. Een heel uitgestrekt gebied met brede, mooie stranden. De mensen lagen er ook niet zo opeengepakt als haringen.” Brenda droomt ervan om naar Indonesië te gaan, maar het lange vliegen houdt haar tegen. Ze wil liever niet langer dan vier uur in het vliegtuig zitten. Maar naar Turkije verlangt ze evenzeer! “We zijn twee zomers thuisgebleven, omdat mijn zoon net een huis had gekocht en we hem wat financieel wilden steunen. Dat thuisblijven
Azië, Amerika, Afrika,… niets is haar te ver of te moeilijk. “Wij gaan nooit in het groot verlof op vakantie,” vertelt Petra. “Dan is het te duur, te druk en te warm. Voor de prijzen die tijdens de zomervakantie gelden, kan je buiten het seizoen bijna twee keer op reis. Dat is natuurlijk het voordeel als je geen kinderen hebt.” Dit jaar is Kenia aan de beurt. “We waren vorig jaar in Zuid-Afrika, waar we de nationale parken hebben bezocht. Dat is ons zo bevallen, dat we weer zin hadden in een safari. We reizen Kenia door en we verblijven in lodges in de parken. We proberen toch altijd zoveel mogelijk mee te pikken van het land. Op 14 dagen kan je veel zien. Constant rondreizen lijkt
is me toch niet zo goed bevallen. Sinds we getrouwd zijn, gaan we elke zomer op vakantie, dus is het wel wennen om je verlof in eigen land door te brengen.” Als we vragen wat er zéker mee moet op vakantie, antwoordt Brenda: “Niets speciaals, maar zonder mijn man vertrek ik niet! Vroeger was hij nogal een donker type. Hij had een gebruinde huid, donker haar en een snor. Als we in Griekenland waren, dachten ze dat hij een Griek was, in Turkije dachten ze dat hij Turks was. Overal waar we kwamen en de mensen wat donkerder zijn, dachten ze dat hij één van hen was. Ze spraken hem dan aan in hun eigen taal en dat was wel grappig.”
lopend vuur
*
13
misschien wat te druk, maar aan het strand liggen en niets doen is echt niets voor mij! Als ik terugkom zijn mijn batterijen volledig opgeladen.” Het land dat Petra het meest is bijgebleven, is Thailand. “Elk land heeft zijn charme, maar Azië is zo anders”, zegt Petra. “Er is zoveel te zien, de mensen zijn zo verschillend en er is vanalles te beleven. Thailand was voor mij een echte cultuurshock en daarom is het me zo bijgebleven.” Petra droomt er dan ook van nog meer landen aan te doen van het Aziatische continent. India, Vietnam en China staan op het verlanglijstje, maar het lijstje is lang. Van Jordanië droomt ze nog het meest. “Ik wil Petra zien,” zucht Petra. Petra is een ruïnestad in Jordanië
die deel uitmaakt van het werelderfgoed van Unesco. Voor deze reis zal ze een charmeoffensief moeten voeren, want haar man is er niet meteen voor te vinden. “Ik ben een cultuurfreak, maar mijn man is eerder een natuurmens. Toch vinden we meestal wel een compromis.” Van elke reis kiezen Petra en haar man de mooiste foto. Die vergroten ze dan en hangen ze in de woonkamer rond hun trouwfoto. “Het is de bedoeling om de hele living vol te hangen”, zegt Petra al lachend. Wat gaat er altijd mee in de reiskoffer? “Mijn medicamenten! Dat is misschien beroepsmisvorming, maar ik neem een hele apotheek mee, tot antibiotica en een bloeddrukmeter toe.”
Dieter Vandewalle (voedingsdienst) vinden we deze zomer in Mallorca. “Normaal gezien gaan we altijd iets verder, maar mijn zoontje is nog maar anderhalf jaar oud, dus blijven we dit jaar iets dichter bij huis”, vertelt Dieter. Zon, zee en strand kunnen hem wel bekoren, maar toch verkent hij ook graag de omgeving. “Met ons zoontje moeten we het nu wel wat rustiger aan doen. Twee jaar geleden bezochten we in Mexico de sites van de Maya’s en de Azteken. Deze reis zal me
nog lang bijblijven. Ach, er is nog zoveel dat ik zou willen zien. Amerika staat op mijn verlanglijstje, maar ik heb een vriend die er onlangs is geweest en het is toch wat tegengevallen. Blijkbaar heb je van Amerika zo’n beeld in je hoofd, maar eens je er bent, valt het tegen. Ik zou wel eens willen weten of de verhalen over bijvoorbeeld de Big Apple waar zijn. Het grootse, de drukte,…” Als medewerker van de voedingsdienst speelt het eten op vakantie allicht een belangrijke rol. Dat kan Dieter alleen maar beamen: “Natuurlijk is eten belangrijk! Als kok eet ik graag en veel, maar soms zie ik in het buitenland dingen bereiden die me wel afschrikken, zoals vlees dat al uren of dagen in de zon ligt te bakken. In België is de wetgeving zeer streng, maar in de exotische landen zijn ze zo laks. Ik heb daar vragen bij. Het contrast is gewoon te groot.” Dieter kiest meestal voor een all-in formule. “Dat is het gemakkelijkst. Als je cola warm is, pak je gewoon een andere. Je moet ook niet de hele tijd met je portefeuille rondlopen. Eigenlijk kies ik puur uit gemakzucht voor een all-in. Vakantie mag voor mij trouwens gerust wat langer duren! ’t Is altijd veel te vlug voorbij.”
juni 2006
Dr. Paul vander Eecken gaat walvishaaien taggen in de Galapagos eilanden.
Duiken is voor dr. Paul vander Eecken (NKO-arts) een levensfilosofie. Als kind raakte hij gefascineerd door de film Le Monde du Silence van Cousteau, een natuurdocumentaire over het leven onder water. Hij leerde duiken op zijn zestiende. Het begin van een leven in ultramarijn. Zijn geliefkoosde vakantie is een liveboard-reis. Denk aan zon en strand. Denk aan een boot en aan zijn favoriete hobby: scubaduiken . “Diepzeeduiken vind ik een verkeerde benaming”, vertelt dr. vander Eecken. “De mensen vragen dan hoe diep ik duik. Recreatief duiken is een betere omschrijving voor mijn passie.” Voor de veertiende keer trekt dr. vander Eecken in september naar de Galapagos eilanden (Ecuador) met een groep die hij leidt. “Ik ben reisleider, met korte ‘ei’, maar evengoed met lange, gestipte ‘ij’. In de Galapagos zijn er stranden en is er veel zon. De eilanden zijn van vulkanische oorsprong, dus vrij ruw en wild. Door de vele stromingen wisselt de temperatuur van het water in september tussen de 15 en 22°C. Behoorlijk koud dus, maar wel paradijselijk onder water. Voor hij inscheept, maakt dr. vander Eecken nog een tussenstop in Ecuador om de Cotopaxi, de hoogste (5975 m) nog actieve vulkaan ter wereld, te beklimmen. “Ik ben nogal begaan met de opwarming van het klimaat. De gletsjers in Zuid-Amerika smelten aan een angstaanjagend tempo en ik wil de gletsjer van de Cotopaxi nog zien vóór ze gesmolten is. Nadien gaat het richting Galapagos, of
“Las Islas Encantadas” zoals ze ook wel worden genoemd. Dit betekent enerzijds de betoverende eilanden, maar anderzijds ook de onbetrouwbare eilanden, omdat in het verleden vele wereldreizigers er schipbreuk leden. Darwin, het meest noordelijke eiland van de Galapagos, is de eindbestemming van ons avontuur. Op die plaats komen de walvishaaien samen. De gemiddelde walvishaai meet er tussen 12 en 15 meter, maar heeft een vrij zachte inborst. Wij gaan met een wetenschappelijk team een viertal dieren taggen (satellietzenders fixeren) op de rug om hun leef- en zwemruimte te bepalen. We vermoeden en hopen dat ze de Stille Oceaan niet oversteken richting Azië, waar ze in Sri Lanka, Indonesië, China, Taiwan en India overbevist worden om hun grote vinnen. De populatie is er met 60% gedaald de laatste 10 jaren. Gelukkig merken we daar nog niets van in de Galapagos eilanden. Vakantie betekent dus ook hard werken. We duiken 3 tot 4 keer per dag. In het kader van de duiksport maak je vrienden over de hele wereld, kom je in contact met andere culturen en met alle sociale lagen van de bevolking. Duiken is geen elitaire sport, zoals velen vermoeden. Het is een ware passie en maakt ook deel uit van mijn beroep. Dankzij de ORL-associatie kan ik mij toespitsen op het behandelen van duikongevallen, hoofdzakelijk oor- en sinus barotrauma’s. Dit maakt één derde van mijn praktijk uit.” Of hoe duiken een levenswijze wordt…
NA
14
Jan Foubert over de heropbouw na de tsunami
Als hulpverlener naar Sri Lanka Op 26 december 2004 maakte de tsunami in Sri Lanka alleen al 40.000 doden. Meer dan 800.000 mensen verloren hun huis en moesten vluchten. De internationale hulp kwam snel op gang. Tot op vandaag zijn er teams van vrijwilligers actief. Verpleegkundige Jan Foubert werkte acht weken in het verwoeste gebied in Matara. Op maandag 10 juli geeft hij een voordracht over zijn wedervaren.
Matara ligt in het zuiden van Sri Lanka. Nadat de acute noden meteen na de tsunami gelenigd waren, werden de mensen er opnieuw aan hun lot overgelaten. Velen verbleven in tentenkampen in mensonwaardige omstandigheden. Vier Vlaamse verenigingen bundelden de krachten om er een project uit te werken: Caritas International, het Vlaams Welzijnsverbond, het VVI en LBC-NVK. Er werden zes teams gevormd, die elk voor zes weken ter plaatse zouden gaan. “Onze teams bestaan uit vier ver pleegkundigen, één arts en twee therapeuten voor traumabegeleiding”, vertelt Jan Foubert. “Dr. Kjell Fierens, GSO in AZ Sint-Lucas, vertrok al met het eerste team in september. Op 18 oktober 2005 vertrok ik met het tweede team.” De nadruk van het programma ligt op medische zorgen en traumaverwerking. “Het medisch team bezoekt de tentenkampen waar het medische zorgen toedient en medicatie verdeelt”, verduidelijkt Jan. “In één tent leven soms drie tot vijf families samen. Het klimaat is erg warm en vochtig ; ziektes tieren er welig. Doordat de mensen zo opeengepakt zitten, komen NKO- en huidaandoeningen heel vaak voor. Heel wat mensen zitten nog altijd met slecht of niet geheelde breuken en wonden die ze opliepen tijdens de tsunami. Met deze klachten kwamen ze bij ons op consultatie. Wij trachtten hen zo goed mogelijk te helpen met verzorging en/of medicatie.” “Het traumateam probeerde het trauma van de tsunami bespreek-
Elderly Home: bejaarden leven er in mensonterende omstandigheden.
baar te maken. In een land waar het taboe is om over emoties te praten is dit niet evident. De mensen vinden dat ze meer baat hebben bij medicatie. Om ons doel te bereiken hebben we via de scholen de leerlingen benaderd. Aan de hand van spelletjes probeerden we kinderen te laten vertellen over hun ervaringen. Via de leerlingen poogden we ook de ouders te bereiken. De leerkrachten werd geleerd hoe ze kinderen met posttraumatische stress kunnen herkennen. De traumateams hebben behoorlijk wat vooruitgang geboekt. Er was duidelijk een verschuiving merkbaar van terughoudendheid naar openheid over traumatische ervaringen.”
gonnen met de bouw van sanitaire voorzieningen. We hebben er op een dag ook eens alle bewoners onder de douche gestoken. We hadden kleren, tandenborstels en handdoeken voor hen gekocht. Die mensen wisten niet wat hen overkwam! Velen zagen voor het eerst in twee jaar het daglicht. Met buurtbewoners hebben we dan het hele tehuis grondig schoongemaakt en hebben we doelbewust heel wat vuile kledij en doeken verbrand.”
“Op dit ogenblik is het zesde team er aan het werk en de werkzaamheden die gepland en begroot waren, zijn grotendeels uitgevoerd. Dat betekent niet dat er geen geld meer nodig is, want er is nog altijd behoefte aan extra personeel. Ondertussen werd budget vrijgemaakt voor drie personeelsleden voor het bejaardentehuis, maar er is uiteraard nog werk aan de winkel.” Af en toe trok Jan met het team ook het binnenland in om de theeplantages te bezoeken. Daar zijn de omstandigheden minstens even schrijnend. Deze ervaring heeft Jans visie over het leven sterk beïnvloed. “Ik heb die gedrevenheid altijd in mij gehad, maar wat ik heb gezien in Si Lanka heeft het vuur alleen maar aangewakkerd. Ik heb er leren relativeren. En wat me nog het meest is bijgebleven, is dat de mensen daar ondanks al hun miserie blijven lachen.”
Jan Foubert heeft nog veel meer te vertellen over de tsunamihulp in Sri Lanka. Op maandag 10 juli om 19.00 uur kan je in de Sint-Lucaszaal (straat 92) komen luisteren naar het hele verhaal. Inschrijven hoeft niet, iedereen is welkom.
Blijven lachen Door toeval bleef Jan Foubert twee weken langer dan voorzien. Het eerste team was namelijk op een bejaardentehuis gestoten waar het leven voor de bewoners werkelijk mensonterend was. “De mensen sliepen er in de kelder, vaak in hun eigen uitwerpselen. Voor de 45 bejaarde en vaak ook mentaal gehandicapte bewoners was er bovendien slechts één begeleidster. Anno 2006 kan zoiets toch niet meer,” zegt Jan. “Er kwam spontaan een solidariteitsactie op gang. Na contacten met een aantal aannemers zijn we be-
Jan Foubert, van verpleegkundige tot bouwvakman. lopend vuur
*
15
Kunstwerken sieren het nieuwe onthaal In de loop van juli worden in het nieuwe onthaal op campus SintLucas twee schilderijen van Koen van den Broek geïnstalleerd. De doeken komen in de vide. Het grootste werk Bad Water (zie foto) meet 2.80 meter op 4.20 meter, het andere, Rock Face, is 2,25 meter op 1,50 meter. Deze kunstwerken zijn gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. De
visie hierachter is dat nieuwe infrastructuur die de overheid financiert, niet alleen een functionele waarde moet hebben, maar ook een immateriële meerwaarde verdient. In het najaar 2006 wordt ook nog een werk van Dan Van Severen geïnstalleerd. Alle drie deze kunstwerken werden in opdracht van AZ Sint-Lucas gemaakt.
Beregoed viert 10-jarig bestaan Op zaterdag 20 mei vierde kinderdagverblijf Beregoed zijn 10-jarig bestaan. Het weer zat wat tegen, maar dat kon de pret niet drukken. Vele ouders en kinderen brachten een bezoekje.
AZ Sint-Lucas in de bollen van Brussel Een 75-tal medewerkers van AZ Sint-Lucas brachten zaterdag 20 mei een bezoek aan het vernieuwde Atomium in Brussel. De trip werd gemaakt met de trein, in een aparte coupé, gereserveerd voor de Vriendenkring. Ondanks het slechte weer was er veel ambiance. En de bollen? Ze blonken. Net als de lachende gezichten. juni 2006
Windhonden De website www.greyhoundsrescue.be die in Lopend vuur van mei stond opgegeven in het interview met Ann Van Cauter bestaat niet meer. Geïnteresseerden kunnen wel terecht op www.greyhoundsrescue.eu.
16
AZ Sint-Lucas slaat een balletje Op 17 juni vond op de tennisterreinen van de Blaarmeersen de achtste AZ Sint-Lucas tennishappening plaats. In de voormiddag stonden de enkelspelen op het programma, ’s middags werden de dubbels gespeeld. En omdat je van sporten honger krijgt, werd de dag afgesloten met een etentje. Met 34 deelnemers was de 8ste tennishappening een mooi succes.
Jan Cooreman, dienstverantwoor delijke en mede-organisator van de tennishappening: “Bij aan-
komst worden de deelnemers ingedeeld in twee ploegen: de rode en de blauwe ploeg. De ploeg die het meeste overwinningen behaalt, is de winnende ploeg. Dit jaar ging het blauwe team met de overwinning lopen. Door met het systeem van teams te werken, krijgt iedereen de kans om evenveel wedstrijden te spelen. Wij kennen het niveau van de spelers vrij goed, dus hebben we gepoogd om iedereen tegen een
min of meer gelijke tegenstander te laten uitkomen. Er is geen prijs voor de winnaar. Gezelligheid staat op de eerste plaats. De spelers komen uit alle uithoeken van het ziekenhuis en samen sporten is een ideale gelegenheid om elkaar te leren kennen. ’s Avonds gaan we dan met z’n allen nog iets eten en de sfeer zit er altijd goed in. Met 34 deelnemers kende de happening dit jaar trouwens zijn grootste succes.”
Volleybalteam wint ziekenhuizentornooi
Vrijwilligers ontdekken de Voerstreek
Vrijdag 26 mei nam een ploeg van AZ Sint-Lucas deel aan het jaarlijkse volleybaltornooi tussen ziekenhuizen en zorginstellingen. Na gewonnen wedstrijden tegen een ploeg van de kust, van Sijsele en van Roeselare, mocht AZ Sint-Lucas de finale spelen tegen Pazdam Oostende. AZ Sint-Lucas won deze finale met 2 sets tegen 0.
De Caritas-vrijwilligers trokken op zaterdag 10 juni naar de schitterende Voerstreek voor hun jaarlijkse uitstap. 27 vrijwilligers schreven zich in. Er stond onder meer een bezoek aan het indrukwekkende militaire kerkhof Henri Chapelle in Welkenraedt op het programma. Maar er werd ook een bezoek gebracht aan de ciderfabriek Ruwet.
Personalia Geboortes Sara, 3°kind Arkeya Chababi, verpl.palliatieve zorgen Nino León, 3°kind Katrien Clopterop, verpl. OK campus SL Rémi, 2°kind Mieke Van Vynckt, verpl.AB/3
Overlijdens Peter De Rycke, echtgenoot Sonja De Schryver, schoonmaakster OK campus SL Arsène Hellebaut, schoonvader Isabelle Staelens, verpl. poli ORL campus VK Daniël Van Hoey, schoonvader Hilde Beels, verpl.pediatrie en schoonbroer
Andrea Alderweireldt, verpl. VK250 Rachel De Munter, moeder Ariane Bogaert, bediende medische beeldvorming Laura Hullebusch, moeder Gudrun Verween, laborante Yvonne Van Haele, moeder Rita Joos, bediende sterilisatie Simonne Cornelis, moeder Christina Callant, log.ass. X/2 en X/3 en grootmoeder Ludwig Callant, medewerker distributie Lisette Baele, schoonmoeder Johan Lerminiaux, biotechnieker labo Albert Vogels, schoonvader Dora Vermeren, verpl.X/2
Knappe koppen Quizzers vinden hun gading in de grote zomerquiz deze maand. Geen Knappe koppen dus, maar je hebt wel nog de oplossing van mei tegoed. De grote Sfinx bij de piramides van Gizeh kijkt pal naar het oosten. Er deden 30 mensen mee, waarvan één een foutief antwoord gaf. Een onschuldige hand duidde Marianne De Smet (straat 72) als winnares aan. Marianne mag een fles wijn komen halen in de bibliotheek (straat 10).
lopend vuur
*
17
Reglement 1. Iedereen die in AZ Sint-Lucas werkt of die met het ziekenhuis op één of andere manier verbonden is – zusters, vrijwilligers, mensen van Caritas, sympathisanten – kan aan de quiz deelnemen. 2. De antwoorden moeten geschreven worden op de hiervoor bestemde formulieren in Lopend vuur. Je kan die bladzijden misschien het best fotokopiëren. 3. Schrijf je antwoorden duidelijk op, liefst in blokletters. 4. De antwoorden moeten in een gesloten omslag afgegeven worden. Op deze omslag schrijf je “ZOMERQUIZ 2006” + jouw naam en adres. Je deponeert die omslag in de bus van de Vriendenkring (postbus 152). 5. De antwoorden moeten uiterlijk binnen zijn op zondag 24 september 2006. 6. De antwoorden worden door Ludo Van Ingelgom verbeterd en bewaard.
Achttiende Zomerquiz van de Vriendenkring
De engel des doods (en vele andere vragen…) Geen zomer zonder zon of zonder zomerquiz. Voor de achttiende keer al. Opnieuw heeft bibliothecaris Ludo Van Ingelgom zijn geest gepijnigd om ons een aantal aartsmoeilijke vragen voor te schotelen. Veel succes ermee!
Naam + voornaam: Afdeling: Adres:
juni 2006
7. Welke prijzen zijn er te verdienen? 1° prijs: een geschenkbon van de Fnac ter waarde van 75 euro 2° prijs: een geschenkbon van de Fnac ter waarde van 50 euro 3° prijs: een geschenkbon van de Fnac ter waarde van 25 euro De overige deelnemers (die meer dan 50 op 100 halen, krijgen elk één fles uitstekende wijn!) 8. De oplossing en de uitslag van de quiz worden in Lopend vuur van november 2006 gepubliceerd. 9. Wanneer meerdere personen hetzelfde aantal punten behalen voor de eerste drie prijzen, zal een schiftingsvraag worden gesteld. Deze vraag zal bepalend zijn voor het toekennen van de eerste, de tweede of de derde plaats. 10. Over de antwoorden op de vragen wordt geen discussie gevoerd. Deelname aan de quiz betekent akkoord te gaan met het reglement.
18
18
Vraag 1
Algemene kennis. Voeg bij elkaar wat bij elkaar past. 1. rechten van de mens / 2. Ijzervlakte / 3. Herschel Grynszpan / 4. Borysthenes / 5. Hercules / 6. inquisitie / 7. slavernij / 8. quakers / 9. ziel verkopen / 10. hondensledetocht. keizer Hadrianus
Vraag 5
Wat hoort bij elkaar? Politieke ideeën, campagnes, slogans, schandalen …. Hier komen de namen in willekeurige volgorde: 1. Willy Claeys / 2. Salazar / 3. Askar Akajev / 4. Willy Brandt / 5. Sjevardnadze / 6. Charles de Gaulle / 7. Bob Geldof / 8. Richard Nixon / 9. Mao Zedong / 10. koningin Juliana
Torquemada Karel Cogge George Fox Melkweg
de Honderd-Bloemencampagne Ostpolitik Agusta-affaire Anjerrevolutie Rozenrevolutie
Adrian Leverkühn de Cyrus Cilinder
de Tulpenrevolutie
Kristallnacht Iditarod
de verbeelding aan de macht Live Aid
drapetomania
Pingpongpolitiek
Vraag 2
Literatuur: Alexander Dumas. De graaf van Monte-Christo is een schitterend boek van Frankrijks boeiendste verteller ooit, Alexandre Dumas. In dat boek wordt Edmond Dantès er ten onrechte van beschuldigd een aanhanger van Napoleon Bonaparte te zijn. Hij wordt op een rotseiland bij Marseille in de beruchte If-gevangenis geworpen. Kan je het nummer van het cachot vinden waarin Dantès opgesloten zat? Antwoord:
Vraag 3
Ruimtevaart. Worden ruimtevaarders tijdens de eerste dagen van hun vlucht in de ruimte groter of kleiner van gestalte? Antwoord:
Vraag 4
Muziek uit de jaren zestig. Vul de tabel aan. Wie scoorde een hit met …? De groepen: 1. The Animals / 2. The Zombies / 3. Billy Joe Royal / 4. The Walker Brothers / 5. The Troggs / 6. Manfred Man / 7. The Beach Boys / 8. The Monkees / 9. The Tremeloes / 10. Herman’s Hermits She’s not there Wild Thing The sun ain’t gonna shine anymore
Fietsende monarchie
Vraag 6
Hier ontbreekt één naam op het einde van de reeks. Welke naam? Sneek, Ulst, Sloten, Stavoren, Hindeloopen, Workum, Bolsward, Harlingen, Franeker, Dokkum, ….?..... Antwoord:
Vraag 7
Oud en nieuw. Er is in het Oude Testament, Prediker hoofdstuk 3, 1-15, een heel bekende tekst die begint met volgende zinnen: “Alles heeft zijn uur, alle dingen onder de wereld hebben hun tijd. Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om wat geplant is te oogsten. Een tijd om te doden en een tijd om te genezen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen. Een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen. Een tijd om stenen weg te gooien en een tijd om stenen te verzamelen ….” In de jaren zestig was er een bekende popgroep die met deze tekst (een heel klein beetje aangepast) een grote hit scoorde. 7.1. Hoe heette die popgroep? 7.2. Hoe heette het liedje (hoofdtitel + ondertitel)? Antwoord 7.1. Antwoord 7.2.
Good vibrations Ha ha said the clown No milk today The house of the rising sun Silence is golden A little bit of me, a little bit of you Down in the Boondocks
Vraag 8
Bekende uitspraken/ ideeën. Zet de juiste naam bij de juiste uitspraak. 1. Socrates / 2. Immanuel Kant / 3. Emmanuel Levinas / 4. Ludwig Witt genstein / 5. Erich Fromm / 6. Jacques Derrida / 7. Hannah Arendt / 8. Boëthius / 9. Hermann Göring / 10. Niccolo Machiavelli De banaliteit van het kwaad. | De categorische imperatief | Trouw in ieder geval. Als je een goede vrouw krijgt, word lopend vuur
*
19 je gelukkig; als je een slechte vrouw krijgt, word je een wijsgeer. | Ik ben pas vrij in het gelaat van de Ander. | Dit is het begin van een communistische opstand, nu slaan ze hun slag. Er mag geen minuut verloren gaan. |
Vraag 11
Van dat, waarover niet kan worden gesproken, moet men zwijgen. |
De Joodse gemeenschap in Amsterdam sprak ooit de volgende banvloek uit over een filosoof: “Hij zij vervloekt bij dag en hij zij vervloekt bij nacht! Hij zij vervloekt als hij slaapt en hij zij vervloekt als hij ontwaakt. Hij zij vervloekt bij zijn uitgaan en hij zij vervloekt bij zijn binnenkomen. God moge hem nooit vergeven!” Over welke bekende filosoof sprak men deze vloek uit?
Een man die zich altijd en overal goed betoont, gaat noodzakelijk te gronde temidden van zo velen die niet goed zijn. Daarom moet een heerser, wanneer hij zich wil handhaven, leren om niet goed te zijn. | Angst voor vrijheid. | Elk gelukkig mens is een god. | Rechtvaardigheid is een transcendente illusie. |
Vraag 9
Romeinse geschiedenis. Keizer Claudius was de vierde keizer van Rome. Claudius trouwde vier keer. Bij deze vier vrouwen had hij vier kinderen: Drusillus, Antonia, Britannicus, Octavia. Bij welke vrouw had hij welk(e) kind(eren)? Uralanilla Aelia (zuster van Sejanus) Messalina Agrippinilla (zijn nicht)
Literatuur. Opnieuw een vraag over De graaf van Monte-Christo. In de gevangenis (If) leert Edmond Dantès een pater kennen, Abbé Faria. Kan je het nummer van het cachot vinden waarin Abbé Faria opgesloten zat? Antwoord:
Vraag 12
Antwoord:
Vraag 13
13.1. Kan je de naam vinden van de eerste vrouwelijke studente aan de universiteit van Gent? 13.2. En in welk jaar kwam ze naar de universiteit? Antwoord 13.1. Antwoord 13.2.
Vraag 14
Bijnamen. Zet de juiste bijnaam bij de juiste persoon. 1. koning der koks en kok der koningen / 2. the lady with the lamp / 3. the walrus of love / 4. la passionaria / 5. master of suspence / 6. doctor death / 7. engel des doods / 8. admiraal Tom Pouce / 9. soldatenlaarsje / 10. de adelaar van Toledo Barry White Calligula
Vraag 10
Filosofie. Filosofen hebben meestal maar één basisidee over het “zijn”, rond hetwelke zij al hun andere ideeën ontwikkelen. Wat was voor volgende filosofen de basis van het “zijn”? 1. het zijn als wil tot macht / 2. het zijn als idee / 3. het zijn als energeia / 4. het zijn als goddelijke substantie / 5. het zijn als actualitas / 6. het zijn als physis / 7. het zijn als Geist / 8. het zijn als objectiviteit Herakleitos Plato Aristoteles Thomas van Aquino Spinoza Kant Hegel Nietzsche
Bahamontes Jozef Mengele Dolores Ibarruri Jan Hannema Alfred Hitchcock Harold Shipman Marie-Antoine Carême Florence Nightingale
Vraag 15
Een zeer oud raadsel. “Eerst gaat het op vier, dan op twee en dan op drie benen.” 15.1. Wat/wie wordt hiermee bedoeld? 15.2. Wie loste als eerste dit raadsel op? Antwoord 15.1. Antwoord 15.2.
Veel succes! juni 2006
LVI
20
Schoonmaakster Ingrid Everaert op de ligfiets
“Oogcontact is het allerbelangrijkste” Weg met de auto! Leve de fiets! Fietsen is weer in. Met een gewone fiets, met een aanhangwagentje of, waarom niet: met een ligfiets. Als je daarmee rijdt, krijg je gegarandeerd veel aandacht. Is het niet, Ingrid Everaert? Hoe kwam je ertoe een ligfiets te kopen? Mijn oudste zoon bouwde een ligfiets in zijn school. Ik had zin om dat ook eens te proberen. Na een proefrit in het begijnhof van Gent hebben we onmiddellijk twee ligfietsen besteld.
Soms lijkt het mij gevaarlijk met een ligfiets te rijden? Zeker in de stad! Als je met een heel laag model rijdt, neem je wel risico’s. Maar met een tourmodel als de onze valt dat best mee. Soms heb ik de indruk dat er zelfs sneller gestopt wordt aan kruispunten om je eens goed te bekijken en dan krijg je een glimlach ofwel een wijsvingertje tegen hun voorhoofd en dat word je ook gewoon. Het voornaamste is oogcontact met de bestuurders, opvallende kleding en een goede verlichting. Maar geldt dat niet voor elke fietser?
Ik stel me voor dat je op een ligfiets niet zoveel van je omgeving ziet als op een gewone fiets? Integendeel, je hebt een veel breder gezichtsveld. Alleen achterom kijken is iets lastiger, maar dat is met een klein spiegeltje zo opgelost. Zelfs voor de brildragende fietser bestaat er al een klein spiegeltje voor op het montuur. Hoeveel kost zo een fiets? De prijs van twee gewone fietsen ben je er zeker aan kwijt. En dan kan je het door je materiaalkeuze allemaal nog veel duurder maken. Kom je met de ligfiets naar het werk? Als het niet glad is of stormt, doe ik elke dag mijn woon-werkverkeer met de ligfiets. Heb je nog een gewone fiets? Ik heb twee gewone fietsen. Een oude fiets voor de boodschappen.
En dan nog een trekking – een trekkingfiets houdt het midden tussen een racefiets en een stadsfiets. Met die laatste kom ik ook al eens naar het werk als ik panne heb met mijn ligfiets. Kan je bagage meeslepen met een ligfiets? Net als bij gewone fietsen zijn er aangepaste tassen beschikbaar en een aanhangwagentje voor de vakanties. Veel bekijks heb je dan wel hoor! Kan je er verre afstanden mee rijden? Dat kan, maar meer dan 124 km per dag heb ik nog nooit gedaan. Ik wil ook nog wel eens wat zien van de omgeving, anders kan je net zo goed op een hometrainer gaan zitten. LVI
V.U. Peter Degadt, Groenebriel 1, 9000 Gent
Wat is er dan zo fantastisch aan een ligfiets? Het comfort! Je ligt op je (onder)rug, als in een zetel. Er wordt niets afgekneld en je krijgt geen last van zadelpijn. Dit maakt het voor ongetrainden direct mogelijk zonder problemen lange tochten te maken. Je vangt ook minder wind, dus rij je sneller.
Worden er wedstrijden mee gereden? Internationaal zelfs. In 2000 zijn de wereldkampioenschappen gereden op en rond de Blaarmeersen in Gent. Jaarlijks is er een groot treffen op het circuit van Zandvoort in Nederland.
Ingrid Everaert: “Een ligfiets kost ongeveer het dubbele van een gewone fiets.” lopend vuur
*