Longoperatie Afdeling Cardio thoracale Chirurgie en Longziekten Deze patiënteninformatie map is eigendom van: Naam: Adres: Postcode: Plaats: Telefoon:
12-2013-6608
Inhoudsopgave Inleiding 1. Belangrijke informatie: telefoonnummers routenummers
en adressen
• • • • •
Chirurgen / Longartsen overigen Overige zorgverleners Vragen en problemen thuis de eerste vier weken na ontslag Bezoektijden GIDZ project
2. De longoperatie
• • • •
De ligging en bouw van de longen Redenen longoperatie Wat u voor de operatie nog moet weten De operatie
3. Voorbereiding voor uw opname in het ziekenhuis,
de preoperatieve polikliniek longchirurgie
• Datum pre-operatieve polikliniek • Programma pre-operatieve polikliniek • Begeleiding 4. De dag van opname
• • • •
Datum opname De verpleegafdeling De verpleegkundige van de verpleegafdeling Medicijnen
5. Rondom de operatie
• Voorbereiding op de operatie • De verkoever plus afdeling • De dag van de operatie • De uitslag • De eerste dagen na de operatie • Fysiotherapie
6. Ontslag
• Naar huis • Medicijnen • Controleafspraak 7. Revalidatie 8. Leefregels voor thuis 9. Checklist na ziekenhuisopname
Inleiding Uw longarts heeft met u gesproken over een longoperatie op de afdeling Cardio-thoracale Chirurgie en Longziekten van het Radboudumc.
Gebruik Patiënten Informatie Map (PIM) U ontvangt deze Patiënten Informatie Map, ook wel PIM genoemd, om u zo goed mogelijk voor te bereiden op de operatie en u te informeren over uw operatie, opname en herstel. Wij adviseren u deze informatie al voor de opname door te lezen. Dan bent u goed op de hoogte van wat er allemaal gaat gebeuren tijdens deze voor u belangrijke periode. De informatie is algemeen van aard. De arts bespreekt met u en uw familie of andere direct betrokkenen uw persoonlijke situatie en behandeling. De map is uw persoonlijk eigendom. Het is belangrijk dat u deze tijdens de gehele behandeling meebrengt bij bezoeken aan de polikliniek en bij opname. U kunt de map ook meenemen bij bezoeken aan andere hulpverleners, zoals de huisarts of uw eigen longarts.
Tot slot Heeft u na het lezen van deze informatie of de gesprekken met de artsen of andere hulpverleners nog vragen, stel ze dan gerust. U kunt uw vragen noteren en ze stellen bij uw bezoek aan het ziekenhuis. Ook kunt u gedurende de gehele behandeling voor al uw vragen bellen met het secretariaat longziekten telefoonnummer: 024 - 361 45 79. Zij verwijzen u naar diegene die uw vraag het beste kan beantwoorden.
4
1. Belangrijke informatie: telefoonnummers, routenummers en adressen
1. Belangrijke informatie: telefoonnummers, routenummers en adressen Telefoonnummers Algemeen
024 - 361 11 11
Verpleegafdeling Cardio-thoracale chirurgie, Longchirurgie en Longziekten
024 - 361 45 90
PACU (Verkoeverafdeling plus)
024 - 367 50 06
Reserveringen Radboud hotel
024 - 361 35 30
Polikliniek Longziekten
024 - 361 45 79
Nicolle Peters, verpleegkundig specialist
06 - 520 28 135
Bezoekadressen Radboudumc Geert Grooteplein-Zuid 10 6525 GA Nijmegen Routenummers Polikliniek Longziekten
route 725
Verpleegafdeling Cardio-thoracale chirurgie en Longziekten:
route 748, zone C4
PACU (Verkoeverafdeling plus) Radiologie/Röntgenafdeling
1-1
route 750
route 780, zone D0
Vragen en problemen thuis de eerste vier weken na ontslag: Indien u thuis klachten heeft die spoed vragen dan belt u uiteraard 112. Heeft u klachten waarvoor u wilt overleggen kan dit van 8.30-17.00 uur via de verpleegkundig specialist of de secretaresse via telefoonnummer 06-52028135. In de avond en nacht kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling, telefoonnummer: 024 - 361 45 90. Er is 24 uur per dag een longarts bereikbaar voor overleg.
Bezoektijden verpleegafdelingen De bezoektijden op de verpleegafdeling Cardio-thoracale chirurgie en Longziekten zijn van 15.00 uur ’s middags tot 20.00 uur ’s avonds. Er worden niet meer dan twee bezoekers per patiënt toegelaten van wege de rust van de patiënt en medepatiënten. Op de afdeling PACU Verkoeverafdeling plus zijn de bezoektijden van 12.00 tot 20.00 uur. Hier mogen niet meer dan twee bezoekers aanwezig zijn, niet langer dan een half uur en niet vaker dan drie keer per dag. Op de afdeling Verkoever plus mag alleen eerste lijn familie de patiënt komen bezoeken. Het bezoek moet in de bezoekersruimte van de Verkoever plus de voorgeschreven kleding aantrekken. Om een bezoektijd af te spreken kunt u bellen met de verantwoordelijke verpleegkundige 024 - 367 50 06.
1-2
De bezoektijden van de Intensive Care unit C3a zijn ‘s ochtends van 10.30 tot 12.00 uur en ‘s middags van 15.00 tot 20.00 uur. De Intensive Care houdt zich strikt aan de regel dat niet meer dan twee bezoekers per patiënt aanwezig mogen zijn. Informatie wordt verstrekt aan de contactpersoon van de patiënt. U kunt bellen met: 024 - 361 41 79 of 361 92 66.
1-3
Chirurgen In het Radboudumc worden longoperaties bij volwassenen verricht onder leiding van de volgende cardio-thoracale chirurgen: Prof. Dr. Ir. H.A. van Swieten Drs. A.F.T.M. Verhagen drs. S. van der Heide
Prof. dr. ir. H.A. van Swieten
Prof. drs. A.F.T.M. Verhagen
1-4
Longartsen In het Radboudumc worden patiënten in de periode rondom een longoperatie begeleid door de volgende longartsen: mw. drs. O.C.J. Schuurbiers dr. H.F.M. van der Heijden
mw. drs. O.C.J. Schuurbiers
dr. H.F.M. van der Heijden
1-5
Anesthesiologen In het Radboudumc worden patiënten in de periode voor en tijdens de longoperatie begeleid door de volgende anesthesiologen:
Dr. J.M.J. Mourisse
Dr. J.H. Baumert
Dr. C. Karmann
Dr. N.A.P. Horn
Drs. A.F. Nesselaar
Drs. G. van Rooij 1-6
Fysiotherapeut In het Radboudumc worden patiënten in de periode voor en tijdens de longoperatie begeleid door de volgende fysiotherapeut.
Mw. H. Moll-de Wilde
Verpleegkundig specialist De verpleegkundig specialist is voor u en uw familie het eerste aanspreekpunt en begeleidt u gedurende de periode voor, tijdens en na opname voor een longoperatie.
Mw. Nicolle Peters
Verpleegkundigen Op de polikliniek wordt u begeleid door een verpleegkundige: mw. Simone Bruinink of dhr. Klaas Beens.
1-7
Overige zorgverleners Hieronder kunt u zelf de gegevens van overige zorgverleners invullen.
Zorgverlener
Bereikbaarheid
Naam
Huisarts Maatschappelijk werker Diëtiste Huisartsenpost Apotheek
Openingstijden:
Thuiszorg Mantelzorger Specialist Specialist
1-8
GIDZ-project INLEIDING De afdeling CardioThoracale Chirurgie & Longziekten besteedt in 2011-2012 extra aandacht aan oudere patiënten. De artsen en verpleegkundigen willen de zorg nóg beter aanpassen aan de kenmerken van oudere patiënten. U kunt hierbij denken aan een betere samenwerking tussen verschillende specialisten die nodig zijn wanneer iemand meerdere ziektes heeft. Maar ook kunt u denken aan de omgang met oudere patiënten door zorgverleners, bijvoorbeeld wanneer iemand tijdelijk verward is. De afdeling werkt daarom in 2011-2012 intensief samen met de afdeling Geriatrie. De afdeling Geriatrie heeft van de overheid en een aantal zorgverzekeraars subsidie gekregen voor het ontwikkelen van een zogenaamde ‘Zorg- en WelzijnsStandaard’ voor oudere patiënten. Onderdeel hiervan is het GIDZ-project. GIDZ staat voor Geriatrie In De Ziekenhuizen.
GIDZ-PROJECT Het GIDZ-project richt zich op het voorkómen van en omgaan met veel voorkomende zorgproblemen onder oudere patiënten tijdens een ziekenhuisopname. Het doel is om ieders zelfredzaamheid zoveel mogelijk te behouden, door in overleg met elke oudere patiënt een goed zorgplan op te stellen en uit te voeren.
VOOR WIE IS HET GIDZ-PROJECT? Voor de eerste start van het project houden we een leeftijdsgrens van 70 jaar en ouder aan. Maar in de groep patiënten die 70 jaar of ouder zijn, zitten grote verschillen in gezondheid en zelfstandig functioneren. Daarom is het project bedoeld voor patiënten die niet alleen 70 jaar of ouder zijn, maar daarnaast: - meerdere chronische aandoeningen tegelijk hebben (en daardoor erg veel medicijnen en verschillende zorgverleners hebben); - door een ziekte of operatie verward kunnen raken; en/of - al wat meer problemen ondervinden om zelfstandig thuis te functioneren.
TOT SLOT Er verandert niets aan de reguliere zorg die u of anderen krijgen. Het GIDZ-project is een aanvulling op de huidige zorg. Om te kijken of deze aanvulling daadwerkelijk van meerwaarde is, zullen patiënten die in aanraking komen met het GIDZ-project gevraagd worden een vragenlijst in te vullen. De gegevens die wij verzamelen gaan niet naar artsen, en zullen alleen gebruikt worden voor het wetenschappelijk onderzoek dat verbonden is aan het project. Mocht u een ‘ZWS-vragenlijst’ krijgen, dan hopen wij dat u deze in wilt vullen. U draagt daarmee bij aan een verbetering van de zorg (en daarmee ook uw zorg). Mocht u vragen hebben, dan beantwoorden we die graag!
www.zowelnn.nl www.nationaalprogrammaouderenzorg.nl
1-9
2. De longoperatie
2. De longoperatie De ligging en bouw van de longen De rechter- en linkerlong bevinden zich in de borstkas aan weerszijden van het hart. De rechterlong bestaat uit drie longkwabben; de linker uit twee kwabben. De long is omgeven door een longvlies.
B = bovenkwab M = middenkwab O = onderkwab
rechts
links
2-1
De lucht die u via de neus of de mond inademt, bereikt uw luchtpijp via de keelholte. De luchtpijp splitst zich in twee grote vertakkingen. Elke vertakking gaat naar een long en splitst zich in steeds kleinere luchtpijpjes, die uitmonden in de longblaasjes.
Redenen longoperatie Een longoperatie kan nodig zijn om verschillende redenen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een hardnekkig ontstekingsproces, een goedaardige afwijking, een onbegrepen afwijking, longkanker of een uitzaaiing in de long van een al eerder behandelde kwaadaardige afwijking elders in het lichaam.
2-2
Wat u voor de operatie nog moet weten Meestal staat het operatieplan van te voren vast. Soms blijkt tijdens de operatie pas dat:
•
er meer longweefsel moet worden verwijderd dan eerst werd
• •
verwijdering van longweefsel niet goed mogelijk is of
gedacht; operatieve verwijdering van het longweefsel geen goede behandeling van de aandoening lijkt.
Wanneer de diagnose voor de operatie niet kan worden vastgesteld en het niet duidelijk is of er sprake is van een goed- of kwaadaardige aandoening wordt tijdens de operatie indien mogelijk een 'vriescoupe' onderzoek gedaan. Er wordt dan een stukje weefsel uitgenomen, ingevroren en door de patholoog (de arts die weefselonderzoek doet) onder de microscoop onderzocht. Hij beoordeelt dan om wat voor weefsel het gaat. U bent dan nog op de operatiekamer onder anesthesie in afwachting van deze uitslag die ongeveer een half uur duurt. Afhankelijk van deze uitslag wordt besloten door de thoraxchirurg en de longarts of het nodig is om één of meerdere longkwabben of de gehele long te verwijderen. Na de operatie wordt uw familie gebeld door de thoraxchirurg om uitleg te geven over de verrichte ingreep. Zodra u voldoende wakker bent, krijgt u ook zelf uitleg over de verrichtte ingreep. De definitieve uitslag van de operatie volgt pas als al het verwijderde weefsel is onderzocht door de patholoog.
2-3
3. Voorbereiding voor uw opname in het ziekenhuis, de preoperatieve polikliniek longchirurgie
3. Voorbereiding voor uw opname in het ziekenhuis, de preoperatieve polikliniek longchirurgie Voordat u opgenomen wordt in het ziekenhuis voor de geplande longoperatie wordt er voor u een voorbereidingsochtend gepland, ook wel preoperatieve polikliniek Longchirurgie genoemd. Op deze ochtend krijgt u alle informatie over uw ziekenhuisopname en operatie en er vinden een aantal onderzoeken plaats. De ochtend zal ongeveer drie uur in beslag nemen.
Datum pre-operatieve polikliniek U krijgt van het secretariaat Longziekten schriftelijk bericht over de datum en tijden van de pre-operatieve polikliniek (voorbereidingsochtend) en de opnamedag voor uw operatie.
Programma pre-operatieve polikliniek Het programma ziet er als volgt uit:
•
Een longfoto
U wordt mogelijk voorafgaand aan de poliafspraken verwacht voor een longfoto bij de afdeling radiologie/röntgen, route 780. De longfoto wordt gemaakt omdat we dan een recente foto van u hebben. Daarna wordt u verwacht bij de polikliniek Longziekten, routenummer 725. Daar kunt u zich melden bij de balie. Op de polikliniek ziet u de volgende personen.
•
De verpleegkundige
De verpleegkundige neemt alle afspraken voor de ochtend met u door, neemt bloed af, maakt een hartfilmpje, meet uw bloeddruk, uw 3-1
lengte en gewicht. Vervolgens stelt zij u eventueel nog een aantal vragen over uw lichamelijke en psychische conditie om optimale zorg te kunnen bieden rondom de operatie.
•
De longarts en de cardio-anesthesioloog
U krijgt een gesprek met de longarts en de anesthesioloog. De longarts zal u uitleg geven over de reden van de operatie en de behandeling toelichten. Zo nodig verricht de longarts of de anesthesioloog lichamelijk onderzoek bij u. De anesthesioloog geeft u informatie over de verschillende vormen van anesthesie (narcose, verdoving) en de pijnbehandeling na de operatie. Ook worden er vragen gesteld over uw huidige gezondheidstoestand. In de folder ‘Behandeling of onderzoek onder anesthesie’, toegevoegd aan uw PIM,kunt u meer lezen over de anesthesie en/ of de pijnbehandeling.
•
De fysiotherapeut (uitgezonderd bij mediastinoscopie)
De fysiotherapeut zal u ondersteunen bij herstel en revalidatie. De fysiotherapeut heeft met u een gesprek over de fysiotherapeutische behandeling voor en na de operatie. Dit is belangrijk om goed te kunnen doorademen en hoesten na de operatie, om complicaties te voorkomen. De fysiotherapeut komt na de operatie dagelijks bij u langs om te oefenen totdat u dit zelfstandig kunt.
•
De verpleegkundig specialist
De verpleegkundig specialist zal alle informatie van de ochtend nog eens met u doornemen. Heeft u nog vragen dan kunt u deze aan de verpleegkundig specialist stellen. Ook stelt zij u een aantal vragen over uw lichamelijke en psychische conditie. U krijgt ook nog aanvullende informatie betreffende de operatie. 3-2
•
De cardio-thoracale chirurg
De cardio-thoracale chirurg die u gaat opereren spreekt u of op de polikliniek of op de verpleegafdeling. Hij zal u informeren over de operatie en de risico’s.
Begeleiding U doet er goed aan u tijdens alle gesprekken te laten begeleiden door iemand uit uw naaste familie- of vriendenkring. Deze persoon kan dan bij de gesprekken aanwezig zijn en weet dan ook wat er gaat gebeuren en hoe de opname zal verlopen.
3-3
4. De dag van opname
4. De dag van opname Datum opname U krijgt van het secretariaat longziekten schriftelijk bericht over de datum en tijd van opname op de afdeling cardio-thoracale chirurgie en longziekten
De verpleegafdeling Op de verpleegafdeling Cardio-thoracale chirurgie en Longziekten, route 748, kunt u zich melden bij de centrale balie. Daar vraagt de secretaresse u zonodig om enkele administratieve gegevens, zoals wie uw huisarts is en waar u bent verzekerd. Ook vraagt zij naar uw legitimatiebewijs. Neemt u dus uw legitimatiebewijs mee (zie ook de folder “Rechten en plichten”). Het is verstandig om uw legitimatiebewijs hierna weer mee te geven naar huis.
De verpleegkundige van de verpleegafdeling Daarna ontvangt de verpleegkundige van de verpleegafdeling u. Het kan gebeuren dat u na het melden even in het patiëntendagverblijf op de verpleegkundige moet wachten. De verpleegkundige zal u uitleg geven over wat u kunt verwachten voor, rondom en na de operatie op de verpleegafdeling. Ook zullen er mogelijk nog vragen worden gesteld over uw lichamelijke conditie. De verpleegkundige heeft alle gegevens die besproken zijn tijdens de preoperatieve polikliniek. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u deze aan de verpleegkundige stellen. De afdeling Cardio-thoracale chirurgie en Longziekten is een opleidingsafdeling. Dit betekent dat u tijdens uw verblijf regelmatig te
4-1
maken krijgt met leerling-verpleegkundigen en stagiaires. Zij staan altijd onder supervisie van een gediplomeerd verpleegkundige.
Medicijnen Neemt u bij de opname al uw medicijnen mee zodat de arts precies weet welke u gebruikt. Tot op het moment van de operatie mag u uw eigen medicijnen in eigen beheer houden. De verpleegkundige is wel verantwoordelijk voor de juiste inname. Daarom wordt er bij opname een afspraak met u gemaakt wat u zelf inneemt en welke door de verpleegkundige verstrekt worden. Het kan namelijk zo zijn dat u ter voorbereiding van de operatie nieuwe medicijnen moet innemen. Mochten er voor de operatie nog wijzigingen in uw thuismedicatie nodig zijn dan zal de arts of verpleegkundige dit tijdig met u bespreken.
4-2
5. Rondom de operatie
5. Rondom de operatie Voorbereiding op de operatie Voorafgaand aan de operatie wordt u gevraagd de volgende voorbereidingen te treffen.
•
Douchen met een desinfecterende douchegel (hibiscrub) de avond en ochtend voor de operatie. Deze douchegel krijgt u op de verpleegafdeling bij opname. De verpleegkundige zal u hier-
•
over uitleg geven. De neus insmeren met Bactrobanzalf (niet bij een mediastinoscopie). Deze zalf krijgt u op de preoperatieve polikliniek Longchirurgie. Dit is om te voorkomen dat bacteriën uit uw neus ergens anders in uw lichaam ontstekingen veroorzaken. Deze zalf dient u aan de binnenkant van uw neus, in beide neusgaten, aan te brengen op de dag voor de operatie om 15.00 uur, 19.00
• •
uur en 22.00 uur en de ochtend voor de operatie, rond 07.00 uur. Nuchter te blijven. De verpleegkundige geeft u uitleg over het nuchter zijn voor de operatie. Wat niet mag: Het is van groot belang dat u vijf dagen voor de geplande ingreep het gedeelte van het lichaam waar u wordt geopereerd niet scheert met een scheermes. Dit vermindert het risico op een infectie. Als de chirurg scheren noodzakelijk acht,
•
gebeurt dit op de operatiekamer. Wilt u op de dag van de operatie geen gebruik maken van vette crèmes? Vette crème zorgt ervoor dat het te opereren gebied niet goed gedesinfecteerd kan worden.
5-1
De verkoever plus afdeling of de intensive care Na de operatie zult u waarschijnlijk 24 tot 48 uur op de Verkoever plus (PACU) verblijven of eventueel op de intensive care. Dit geldt niet voor patiënten die een mediastinoscopie of, in sommige gevallen, een VATS ondergaan. Zij komen na de operatie vrijwel meteen terug naar de verpleegafdeling. Wilt u voor de operatie graag even kijken op de Verkoever plus afdeling dan is dit mogelijk.
De dag van de operatie Afhankelijk van het tijdstip van de operatie, wordt u gewekt door de verpleegkundige. Voor de operatie wordt u gevraagd:
• • •
nogmaals te douchen met Hibiscrub
• •
een operatiejasje aan te trekken
een medicijn in te nemen waarvan u slaperig wordt alle sieraden, piercings, eventueel het gebit, kunstnagels en nagellak af te doen of te verwijderen uw kleding op te bergen. De verpleegkundige brengt uw toilettas naar de verkoever plus of IC wanneer u daar na de operatie naar toe gaat.
U wordt door twee verpleegkundigen naar de operatiekamer gebracht. Hier wordt u opgewacht door de anesthesiemedewerker en de anesthesioloog die verder voor u zorgen. Rondom uw operatie zijn diverse veiligheidsmomenten ingebouwd. Vlak voordat de operatie van start gaat wordt bijvoorbeeld door het gehele operatieteam een zogenaamde ’Time out’ genomen. Tijdens dit controlemoment wordt uw naam, geboortedatum en het te opereren lichaamsdeel en de operatiebenodigdheden gecontroleerd. Na de operatie gaat u naar de Verkoever plus of terug naar de verpleegafdeling. In sommige gevallen kan het voorkomen dat u 5-2
vanwege plaatsgebrek of uw lichamelijke situatie naar de Intensive Care wordt gebracht. Uw familie wordt door de chirurg op de hoogte gesteld van het verloop van de operatie.
De uitslag De definitieve uitslag van het weefsel dat tijdens de operatie is weggenomen is pas na minimaal een week bekend. Wanneer de uitslag nog niet bekend is op het moment dat u naar huis gaat, wordt voor u een afspraak gemaakt op de polikliniek, waar u de uitslag te horen krijgt. Of u krijgt de uitslag via de verwijzer. Als u de uitslag op de afdeling krijgt dan wordt hiervoor altijd een afspraak gemaakt zodat uw familie of naasten er bij kunnen zijn. Dit gebeurt ongeacht de aard van de uitslag.
De eerste dagen na de operatie De eerste of de tweede dag na de operatie gaat u normaal gesproken vanuit de verkoeverafdeling weer terug naar de verpleegafdeling. In de meeste gevallen heeft u na de operatie een infuus voor toediening van vocht en medicijnen maar ook een of meer thoraxdrains en een epiduraal katheter. Thoraxdrain U heeft in de meeste gevallen (niet bij een mediastinoscopie of een nussbarplaatsing) een of twee kunststof slangen in de borstholte, ook wel thoraxdrains genoemd. Aan de drains wordt een afzuigsysteem bevestigd, een elektronisch systeem naast uw bed. Dit afzuigsysteem zorgt ervoor dat de long zich zo goed mogelijk kan ontplooien, waarbij lucht, wondvocht en bloed wat er van nature niet hoort te zitten, worden afgezogen.
5-3
Het verwijderen van de drains verloopt stap voor stap aan de hand van de uitslag van de foto’s van de borstholte (thoraxfoto). Wanneer na een dag of aantal dagen de controle röntgenfoto van de longen goed is kan de drain worden verwijderd. Pijn en pijnbehandeling Een operatie veroorzaakt in principe pijn. Bij voorkeur wordt er om de pijn te verminderen een zeer dun slangetje in de rug (epiduraal katheter) aangebracht. Hier doorheen kunnen extra pijnstillende middelen worden gegeven. De epidurale katheter kan de werking van de blaas beïnvloeden, daarom krijgt u ook een blaaskatheter. Na ongeveer drie dagen wordt de epiduraal katheter verwijderd en krijgt u pijnstillers in tabletvorm of via injecties. Diep doorademen en hoesten gaat minder goed wanneer u pijn heeft. Terwijl tegelijkertijd diep doorademen en hoesten belangrijk zijn om een longontsteking te voorkomen. Daarom is het belangrijk dat u goede pijnstilling krijgt en dat u aan de arts en verpleegkundige vertelt hoeveel pijn u heeft maar zonodig ook de instructies van de fysiotherapeut opvolgt. Zie ook de folder ‘pijnbehandeling op de verpleegafdeling na een longoperatie’ achter in de map.
5-4
Fysiotherapie Na een longoperatie biedt de fysiotherapeut u ondersteuning bij herstel en revalidatie. De fysiotherapeut licht u in principe voor op de preoperatieve poli; indien dit niet het geval is komt de fysiotherapeut voor de operatie bij u langs op de afdeling om kennis te maken en uitleg te geven. De behandeling van de fysiotherapeut start op de eerste dag na de operatie. U verblijft dan nog op de verkoever plus afdeling. De eerste dagen komt de fysiotherapeut bij u langs om samen te oefenen Tussentijds dient u zelf ook regelmatig te oefenen. Indien u zoveel pijn ervaart dat u de oefeningen niet goed uit kunt voeren geeft u dit aan bij de fysiotherapeut, verpleegkundige of arts. Het is niet nodig om veel pijn te hebben en het kan uw herstel vertragen (zie folder ‘Pijnbehandeling na operatie’). De fysiotherapeut vraagt u ook een pijnscore te geven tijdens het oefenen. 1. Ontplooien en schoonhouden van de long(en) Na de operatie is het van belang dat de long(en) weer goed ontplooid worden. Dit wordt gestimuleerd door ademhalingsoefeningen eventueel ondersteund met behulp van een voldyne (zie foto). Het kan voorkomen dat er, met name in de eerste dagen na de operatie, slijm ophoopt in de luchtwegen. Dit komt omdat u in bed ligt en oppervlakkig ademt. Het is van belang het slijm in beweging te houden en zo mogelijk op te hoesten. Dit helpt ook een mogelijke longontsteking te voorkomen. De fysiotherapeut leert u technieken om dit te bevorderen en te ondersteunen. Deze oefeningen krijgt u, indien nodig, in een aparte folder (ademhalingsoefeningen na de operatie).
5-5
2. Bevorderen van een efficiente ademhaling Als u na de operatie hinder of problemen ervaart met ademen (gevoel van kortademigheid, onrustige/snelle ademhaling) kan de fysiotherapeut u adviezen geven over het bevorderen van een meer ontspannen en efficiënte ademhaling. Tip: Voelt u zich kortademig dan kunt u dit opvangen door het volgende te doen: adem rustig in en adem uit door tegen getuite lippen uit te blazen (met een fffgeluid). Dit kunt u doen tot u merkt dat de ademhaling weer rustiger verloopt. 3. Begeleiding bij het weer mobiel worden Vanaf het moment dat u uit bed mag, zal de fysiotherapeut u begeleiden bij het weer in beweging komen (zitten, lopen en traplopen) zodat u zich thuis zelfstandig kunt redden. 4. Advisering over herstelperiode thuis De fysiotherapeut geeft u tijdens de opname en in een ontslaggesprek adviezen over de eerste tijd thuis, de zogeheten herstelperiode. Deze adviezen gaan over balans aanbrengen tussen rust en activiteiten en het oppakken van werk, sport en hobby’s.
Ademhalingsoefeningen Onder begeleiding van de fysiotherapeut bent u begonnen met ademhalingsoefeningen om uw ademhaling te verbeteren en eventueel sputum op te hoesten. Deze oefeningen herhaalt u regelmatig zelfstandig in de aangegeven volgorde. Bij elke oefening staat vermeld hoe vaak u deze moet herhalen.
5-6
Herhaal deze cyclus totdat er geen sputum meer hoorbaar of voelbaar is. U moet hierbij wel oppassen dat het niet te vermoeiend voor u wordt. U kunt tussendoor regelmatig ontspannen ademen. Probeer wel vijf keer per dag te oefenen. Zo nodig krijgt u een advies van uw fysiotherapeut om meer te oefenen.
Voldyne 2500
Voor uw ademhaling is het belangrijk dat u weer zo snel mogelijk gaat zitten en lopen; dit in overleg met verpleging en fysiotherapeut. Als u twijfelt of u een bepaalde activiteit mag doen, neemt u dan contact op met uw arts of met uw fysiotherapeut.
ontspannen ademhalen diepe ademhaling
hoesten
ontspannen ademhaling
huffen
5-7
*(doorhalen indien niet van toepassing) Herhaal deze cyclus 1. Ontspannen buikademhaling Leg de handen op de buik en voel hoe deze omhoog komt bij de inademing. Zo rustig mogelijk inademen. Rustig uitademen door de mond. Doe dit … maal.
1 2. Borstademhaling Zo diep mogelijk inademen door de neus of mond. Inademing 2 á 3 tellen vasthouden.Rustig uitademen door de mond met getuite lippen, waarbij u uw buikspieren aanspant (navel ‘intrekken’). Doe dit … maal.
2 5-8
3. Ontspannen buikademhaling Leg de handen op de buik en voel hoe deze omhoog komt bij de inademing. Zo rustig mogelijk inademen. Rustig uitademen door de mond. Doe dit … maal.
3 4. Huffen Adem normaal /diep* in. Open de mond. Stoot de ingeademde lucht in … keer krachtig / rustig * uit. Alsof u een spiegel wilt bewasemen. Ondersteun zonodig de wond met een kussentje. Doe dit … maal.
4 en 5
5-9
5. Hoesten Indien er na het huffen sputum hoorbaar of voelbaar is, hoest u aansluitend goed door om dit op te geven. Ondersteun de wond met een kussentje
Fysiotherapieadviezen bij ontslag Bewegen is goed voor het herstel. Denk hierbij aan recreatief wandelen, fietsen en/of zwemmen. Wissel beweging af met rust. Algemene stelregels
•
Luister naar uw lichaam; opbouw belasting op geleide van de pijn/moeheid
Afgeraden wordt:
•
Zwaar tillen (zoals boodschappen, kinderen); bij bukken door de knieën zakken en uitblazen
• Zware huishoudelijke werkzaamheden (zoals stofzuigen) • Werken • Sporten Informeer tijdens het controlebezoek bij de longarts op de polikliniek vier à zes weken na ontslag) in hoeverre en hoelang u zich moet houden aan de bovenstaande adviezen.
5-10
6. Ontslag
6. Ontslag Naar huis Wanneer u voldoende bent hersteld, mag u naar huis om thuis verder te herstellen. Wanneer u een mediastinoscopie heeft ondergaan die zonder complicaties is verlopen, kunt u vaak de volgende dag al naar huis. Na een thoracoscopie (VATS) is de gemiddelde duur van de opname ongeveer vijf dagen en na een sternotomie of thoracotomie ongeveer zeven tot tien dagen. U krijgt een brief mee voor de huisarts. Wij verzoeken u deze brief, bij voorkeur de dag na ontslag, daar zelf af te (laten) geven. Voor het ontslag heeft u met de fysiotherapeut traplopen geoefend. U hoeft thuis geen bed beneden te zetten tenzij de arts dit adviseert. Zonodig kunt u thuiszorg aanvragen, dit kunt u met de verpleegkundige voor ontslag bespreken. Tussen de aanvraag, toezegging en realisatie van de thuiszorg zit namelijk een paar dagen.
Medicijnen Voordat u naar huis gaat zal de verpleegkundige alle medicijnen, die u thuis gaat of blijft gebruiken, op een nieuw medicijnkaartje schrijven. Het kan zijn dat u sommige medicijnen niet meer hoeft te in te nemen of dat u met nieuwe moet beginnen. Uw huisarts wordt hiervan op de hoogte gesteld.
Controleafspraak Wanneer u naar huis gaat, krijgt u een afsprakenkaartje mee met de volgende afspraak:
•
Een afspraak op de polikliniek Longziekten bij uw eigen longarts of de longarts van de longchirurgie. Dit is een controleafspraak meestal vier weken na de operatie. Indien u nog geen uitslag 6-1
hebt gehad dan wordt daar een eerdere afspraak voor gepland. Dit wordt dan met u besproken.
Komt u vanuit een ander ziekenhuis dan zal er voor het ontslag gekeken worden of u voor de eerste controle na de operatie direct naar uw longarts in het andere ziekenhuis gaat of nog bij de longarts in het Radboudumc terugkomt voor (een meestal eenmalige) controle.
6-2
7. Revalidatie
7. Revalidatie In een aantal gevallen is het van belang dat u na uw longoperatie (voor longkanker) start met een revalidatieprogramma om uw te ondersteunen bij het verbeteren van de kwaliteit van leven in lichamelijk en/of psychisch opzicht. U kwaliteit van leven kan door de longoperatie afgenomen zijn. Voorafgaand aan een revalidatie vind altijd een screening plaats om een goed beeld van uw gezondheidstoestand te krijgen. Het gaat als volgt in zijn werk.
• •
U wordt aangemeld bij de verpleegkundig specialist of de longarts voor een screening revalidatie. U vult vragenlijsten in (het Nijmegen Clinical Screening Instrument) die u thuis per post of desgewenst via uw e-mailadres ontvangt. Het doel van het invullen van deze vragenlijsten is om voorafgaand aan een aanmelding voor longrevalidatie een goed beeld van uw gezondheidstoestand te krijgen. Met de ingevulde vragenlijsten meten we uw klachten en beperkingen in het
•
dagelijks leven en uw kwaliteit van leven. Twee weken na het invullen van de vragenlijst krijgt u een uitnodiging voor een gesprek op de polikliniek longziekten met de verpleegkundig specialist voor om de uitkomsten van de vragenlijsten te bespreken. De vragenlijst wordt met u (en bij voorkeur uw partner of een naaste) nabesproken en er wordt een behandeladvies gegeven. In overleg met u wordt u al dan niet voor een revalidatieprogramma aangemeld. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer 20 tot 40 minuten.Het bespreken van de vragenlijst op de polikliniek duurt 20 minuten.
7-1
Indien u in aanmerking wilt komen voor een screening voor revalidatie of vragen heeft betreffende een revalidatieprogramma kunt u dit bespreken met de verpleegkundig specialist longchirurgie of uw arts. De arts zal tijdens een controleconsult ook met u spreken over een revalidatieprogramma.
7-2
8. Leefregels voor thuis
8. Leefregels voor thuis Eenmaal thuis zult u waarschijnlijk pas goed beseffen wat de operatie voor uzelf, uw naasten, uw werk en uw hobby’s betekent. Hieronder vindt u een aantal belangrijke richtlijnen en adviezen voor de periode na ontslag. Deze leefregels hebben vooral betrekking op lichaamsbeweging en -verzorging en zijn van toepassing gedurende de periode na ontslag tot het begin van de revalidatie of de eerste polikliniek afspraak. Indien u vragen of twijfels heeft neem dan contact op met de verpleegkundig specialist.
Angst Het is bekend dat mensen na een (grote) operatie angst en onzekerheid ervaren bij het hervatten van activiteiten. Dit komt onder andere omdat u uw lichaam opnieuw moet leren kennen of omdat u niet zeker bent of u activiteiten weer zonder risico’s kunt doen. Het is belangrijk activiteiten die u mag doen geleidelijk op te bouwen en zo meer zekerheid en zelfvertrouwen te krijgen. Probeer goed naar uw lichaam te luisteren, grenzen op te zoeken maar deze niet te overschrijden.
Concentratie Door vermoeidheid kan uw concentratievermogen verminderd zijn. Bijvoorbeeld met lezen of het volgen van en het deelnemen aan een gesprek. Dit komt meestal geleidelijk aan weer terug.
Vermoeidheid U zult merken dat u zich thuis sneller vermoeid voelt en meer behoefte heeft aan slaap. Dit is normaal na een operatie en komt, onder
8-1
andere, door de narcose. Uw lichaam werkt hard om weer op te knappen en gebruikt daar veel energie voor. Het is raadzaam om aan de vermoeidheid toe te geven en ’s middags even te rusten. Probeer wel regelmaat in uw dag te brengen om een dag- en nachtritme op te bouwen.
Ademhaling Als u problemen met ademhalen ervaart of wat kortademig bent, probeer dan eerst de oefeningen die u heeft gekregen van de fysiotherapeut. Een goede houding, rechtop zitten of staan, kan ook helpen. Wanneer u pijn heeft kunt u minder goed doorademen. Dat kan een gevoel van benauwdheid geven. Het onder controle hebben van de pijn is dan ook belangrijk.
Beweging en inspanning Beweging zal u goed doen, hiermee bent u in het ziekenhuis al gestart. In principe kunt u thuis alles wat betreft inspanning en beweging, maar wel met mate (denk hierbij aan op een rustig tempo zwemmen, fietsen en wandelen). Het is beter geen sporten te beoefenen waarbij u kracht moet zetten en/of rekkende en strekkende bewegingen moet maken met uw bovenlichaam. Dit kan erg onprettig aanvoelen maar ook hierbij geldt, luister goed naar uw eigen lichaam. Om uw borstkas de tijd te geven om te genezen mag u gedurende zes tot acht weken niet zwaar tillen (geldt niet na een mediastinoscopie), trekken of duwen. Zwaar wil zeggen alles wat meer dan 2,5 kg weegt. Wanneer u bukt, moet u door de knieën gaan en uitblazen.
8-2
Werkhervatting Het eventueel weer beginnen met werken kunt u bespreken tijdens de revalidatie of op een poliafspraak met uw specialist. Zorg dat u thuis eerst weer uw weg vindt en hervat uw werk, afhankelijk van de zwaarte geleidelijk aan. .
Huishoudelijke werkzaamheden U mag de eerste zes tot acht weken geen zwaar huishoudelijk werk verrichten zoals wassen, strijken, stofzuigen, dweilen, ramen wassen en bedden verschonen.
Zonnebaden Zodra de wond genezen is kunt u hiermee weer in de zon of onder de zonnebank. Smeer het litteken dan wel goed in met zonnebrandcrème of sunblock. Het litteken bevat namelijk weinig tot geen pigment en kan snel verbranden.
Wondverzorging De meeste hechtingen van de wonden zijn oplosbaar en hoeven niet te worden verwijderd. Wanneer dit niet zo is zal de arts of verpleegkundige u dit vertellen. De hechtingen waar de drains hebben gezeten zijn niet oplosbaar en dienen zeven na het verwijderen van de drains te worden verwijderd. U kunt dit door de huisarts laten doen of bij de polikliniek van het ziekenhuis. In principe hoeft u de wond niet meer te verzorgen als u naar huis gaat. Wanneer deze nog een beetje na lekt kunt u het verbinden met een pleister of een droog gaasje. Wanneer er nog wel thuis wondverzorging moet plaatsvinden zal de verpleegkundige dit, voor ontslag, met u doornemen.
8-3
Als u thuis bent moet u verandering van roodheid of het wijken van de wond observeren. Merkt u dat hier veranderingen in zijn (ontstekingsverschijnselen) en/of u heeft koorts dan neemt u contact op met de verpleegkundig specialist of de arts.
Pijn Pijn in het wondgebied en met de ademhaling neemt geleidelijk aan af. Het kan zijn dat u bij ontslag nog paracetamol moet gebruiken. Probeer dit dan langzaam af te bouwen. Warmte kan soms ook verlichting geven omdat uw spieren nog wat verkrampt kunnen zijn door uw houding. Wanneer u merkt dat er iets veranderd in de pijn of als de pijn niet afneemt of juist verergert neemt u dan contact op met uw huisarts of specialist.
Sexualiteit Vrijen kan zeer inspannend zijn waardoor u ook daarin zelf uw grenzen op moet zoeken wat voor u wel en niet prettig voelt en de eerste weken voorzichtiger moet zijn.
Autorijden U mag gewoon autorijden indien dit voor u goed voelt. Soms kunnen de wonden nog wat onprettig aanvoelen, dat kan geen kwaad maar u kunt dit als ongemak ervaren.
Vliegen Na een longoperatie mag u de eerste zes weken niet vliegen. De long heeft tijd nodig om te genezen. Door de veranderde druk in een vliegtuig kan een klaplong verergeren indien deze na de operatie in beperkte mate aanwezig is. 8-4
Duiken Na een longoperatie wordt duiken ontraden. Mocht u nog vragen hebben over ‘wat wel en niet mag na een operatie’ dan kunt u deze stellen aan de arts, de verpleegkundig specialist of de verpleegkundige.
8-5
9. Checklist na ziekenhuisopname
9. Checklist na ziekenhuisopname Wanneer u naar huis gaat is het van belang dat een aantal zaken met u en uw naasten zijn besproken. Hieronder vindt u een checklist voor u om te controleren of alles is besproken. Sommige zaken zullen in een eerder stadium (dan het ontslaggesprek) tussen u en de verpleegkundige besproken worden. Het is handig de checklist te gebruiken bij een controle afspraak op de polikliniek. Wanneer de arts of verpleegkundige zaken rondom het ontslag met u wil bespreken kan het zijn dat u daar een vertrouwd persoon bij aanwezig wilt laten zijn. U kunt dit aangeven bij de arts of verpleegkundige. Er zal een afspraak voor een gesprek worden gepland.
Dagelijkse activiteiten
□ Weet u wat u thuis al wel zelf kunt doen en wat u (voorlopig)
wordt afgeraden om te doen? U kunt hierbij denken aan baden of douchen, huishoudelijke activiteiten, autorijden en dergelijke.
Nazorg
□
□
Is het duidelijk of u extra zorg en hulp nodig heeft als u weer thuis bent? Zo ja, is het duidelijk waar u (tijdelijk) zorg en hulp bij nodig zult
hebben? Welke zorg en hulp kunnen uw naasten u thuis geven?
□
Wie zou u nog kunnen inschakelen? Bijvoorbeeld buren,
thuiszorg, vrijwillige thuiszorg. Weet u waar u terecht kunt voor hulp en informatie?
Hulpmiddelen
□
Heeft u informatie gekregen over hulpmiddelen die u thuis nodig heeft? 9-1
□
Heeft u duidelijke instructies gekregen over het gebruik van deze hulpmiddelen?
□ Zijn hulpmiddelen en/of aanpassingen, die u na uw ontslag direct □
nodig heeft, geregeld? Weet u welk wondmateriaal u thuis nodig heeft en heeft u hier een recept voor gekregen?
Complicaties en medische vragen
□
Weet u in welke situaties het raadzaam is om (snel) contact op te nemen met het ziekenhuis? Bij twijfel kunt u altijd contact opne-
□
men met het ziekenhuis. Wie kunt u hiervoor bereiken, tijdens kantooruren en daarbuiten? Is het duidelijk met welke vragen u terecht kunt bij het ziekenhuis (de afdeling, uw behandelend specialist of de Spoedeisende Hulp) en voor welke vragen bij de huisarts?
Gevolgen voor uw dagelijks leven
□
□ □
Weet u wat de gevolgen kunnen zijn van de ziekte en de opname? Is voor u en uw naasten duidelijk welke ongemakken u kunt tegenkomen in uw dagelijks leven? Is duidelijk wat u zelf kunt doen om uw klachten te verminderen en herstel te bevorderen?
Medicatie
□
Heeft u door de specialist voldoende uitleg gekregen over gebruik van medicijnen? Indien u meerdere medicijnen moet gebruiken, heeft u dan voldoende informatie gekregen over het combineren van deze medicijnen?
9-2
□ □
Weet u welke bijwerkingen kunnen optreden? Heeft u recepten nodig voor uw thuissituatie? Heeft u medicijnen nodig voor uw eerste dag thuis? De apotheek heeft niet altijd medicijnen op voorraad.
Vervolgafspraken
□ □ □ □
Zijn er vervolgafspraken met de specialist gemaakt? Heeft u informatie over de bereikbaarheid van de afdeling, telefonisch of per e-mail? Zijn er vervolgafspraken met andere zorgverleners in het ziekenhuis? Zijn deze telefonisch of per e-mail bereikbaar? Zijn er vervolgafspraken voor longrevalidatie gemaakt?
Andere specialisten
□
Zijn andere specialisten, waar u onder behandeling bent, (ook specialisten in andere ziekenhuizen) geïnformeerd over uw opname en medicatie?
Steun
□
□ □
Heeft u of hebben uw naasten behoefte aan steun van anderen na uw ontslag? Weet u waar u die steun kunt zoeken? Heeft u informatie gekregen over patiëntenverenigingen? U kunt deze informatie krijgen bij het Voorlichtingscentrum.
Deze checklist is opgesteld door Engeline van Erp en Maaike Mol, © RPCP Zuidoost-Brabant. Telefoon: 040 - 2125678.
[email protected] www.rpcp.org
9-3
Uw eigen aantekeningen
10-1