Schoolgids Boerhaaveschool
2015 2016
Locatie Veenweg Veenweg 1-1 9728 NH Groningen T (050) 526 08 15 Locatie Semmelweisstraat Semmelweisstraat 82 9728 NB Groningen T (050) 525 01 13 e-mail:
[email protected] website: www.boerhaaveschool.nl
Schoolgids Boerhaaveschool juni 2016
3
Inhoudsopgave
1. Boerhaaveschool, een school voor iedereen! 2. Vóór de eerste schooldag, kennismaking met de Boerhaaveschool Schoolgebouwen op twee locaties Verdeling van de kinderen over de groepen De partners van de Boerhaaveschool Montessorionderwijs • Kenmerken van het Montessorionderwijs Medewerkers van de Boerhaaveschool Stagiaires Schoolplan • De afgeronde beleidsonderdelen • De beleidsvoornemens voor 2015- 2016 Het leerlingvolgsysteem Kinderen met specifieke onderwijsbehoeften Passend onderwijs • Samenwerkingsverband en subregio • Onderwijs, passend bij iedere leerling • Speciaal (basis)onderwijs • Meer informatie voor ouders Grenzen aan plaatsing • Procedure Passend Onderwijs • Het ontwikkelinsperpectief (OPP) Wat te doen bij conflicten Schorsing en verwijdering
3. Uw kind op de Boerhaaveschool Algemeen, groep 1 t/m 8 • Schooltijden • Uw kind naar school brengen • Parkeren locatie Veenweg • Parkeren locatie Semmelweisstraat • Pauze / lunch • Uw kind ophalen van school
• Ziekte / afwezigheid • Extra verlof aanvragen • Lesprogramma • ICT • Gymnastiek • Schoolreisje / schoolkamp • Snoepen / trakteren • Pesten • Hoofdluis • De Jeugdgezondheidszorg op de basisschool • Roken • Foto's en filmmateriaal • Gevonden voorwerpen • Hulp van ouders • Margedagen 2015 - 2016 • Schoolvakanties 2015 - 2016 Uw kind in de onderbouw • Groep 1/2 • Groep 3/4 Uw kind in de bovenbouw •
Overgang naar het voortgezet onderwijs
•
Plaatsingswijzer vervangt Cito bij schooladvies
•
Toelating
4. De resultaten van Boerhaaveschool
het
onderwijs
Hoe meet je kwaliteit? • Onderwijs beoordelen • Resultaten toetsen • Doorstroom naar het vervolgonderwijs
5. Ouders en de Boerhaaveschool Overleg over uw kind Informatie Ouderraad Medezeggenschapsraad Verkeerscommissie Suggesties en klachten • Bent u tevreden, vertel het ons! • Klachten
6. Adressen van instantie
op
de
6
1. Boerhaaveschool, een school voor iedereen!
Zoekt u een levendige basisschool in het zuiden van de stad Groningen? Met betrokken medewerkers en ouders en bruisende plannen? Of zit uw kind al op de Boerhaaveschool? Dan kunt u in deze schoolgids veel informatie vinden over montessorionderwijs, de schoolorganisatie, het onderwijs, de zorg voor de kinderen, het team, de rol van de ouders en nog veel meer. Voor informatie over de Boerhaaveschool kunt u ook onze website raadplegen: www.boerhaaveschool.nl In deze gids volgt u uw kind op school, wat het van dag tot dag doet, welke keuzes we maken en waarom. We nemen u mee in onze school vanaf het moment van aanmelden tot en met het moment dat uw kind naar het voortgezet onderwijs gaat. U zult zien dat de Boerhaaveschool werkt met de pedagogische uitgangspunten van Maria Montessori. ‘Help mij het zelf te doen’ geeft kernachtig weer hoe deze uitgangspunten doorwerken op de Boerhaaveschool. Wilt u eens komen kijken in de Boerhaaveschool? U bent welkom! Zo kunt u een beeld krijgen van de sfeer, de werkwijze en het gebouw. Belt u met de directeur voor een afspraak. Waar in deze schoolgids zij/haar staat, kunt u ook hij/zij lezen en andersom.
7
2. Vóór de eerste schooldag, kennismaking met de Boerhaaveschool Voor u uw kind op de Boerhaaveschool aanmeldt, wilt u natuurlijk eerst eens komen kijken hoe kinderen en leerkrachten in de Boerhaaveschool werken. U wilt vast ook meer weten over montessori-onderwijs. Wij willen u dat graag vertellen en nodigen u daarom uit voor een kennismaking. De directeur van de school vertelt u dan van alles en laat u de school zien. U ziet wat de kinderen doen, hoe ze samenwerken, elkaar helpen en wat de rol van de leerkracht is in de klas. U kunt een afspraak maken voor een vrij blijvende rondleiding, T (050) 526 08 15 / (050) 525 01 13 of mail
[email protected] /
[email protected] Hebt u een kind dat vier jaar wordt of moet uw kind door verhuizing of een andere reden van school veranderen, dan spreken we graag met u af voor een kennismakingsgesprek. De directeur zal u informatie geven over de school en over het montessori-onderwijs. U kunt dan ook de sfeer op school proeven door in een paar groepen te kijken. Verder krijgt u informatie over de aanmelding en plaatsingsprocedure. Met uw toestemming nemen wij contact op met de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf waar uw kind naar toe is gegaan voor zijn vierde verjaardag. Zij kunnen ons informatie geven over hoe uw kind bij hen speelde en leerde. Meldt u uw al schoolgaande kind aan, dan nemen wij contact op met de vorige school van uw kind. Deze school maakt een onderwijskundig rapport op. Het komt soms voor dat het rapport aanleiding is om ouders te adviseren hun kind niet aan te melden op deze school. Ten minste vier tot zes weken voor uw kind vier jaar wordt, krijgt u bericht over de plaatsing van uw kind. U hoort in welke groep uw kind komt en de naam van de leerkracht. De leerkracht maakt met u een afspraak over enkele bezoekochtenden, hoe uw kind gaat wennen op school en andere praktische zaken. Onderwijs heeft drie belangrijke functies • een bijdrage leveren aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen • overdracht van maatschappelijke en culturele ontwikkelingen • kinderen in staat stellen te participeren in de samenleving
Kom kennismaken met de Boerhaaveschool, leerkrachten en kinderen. Neem contact op voor een afspraak, T (050) 526 08 15/ (050) 525 01 13 of mail
[email protected] of
[email protected]
8
Schoolgebouwen op twee locaties U vindt de Boerhaaveschool op twee locaties: de locatie Veenweg (tussen de wijken Hoornse Meer en Hoornse Park) en de nieuwe locatie Semmelweisstraat (in het zuiden van Corpus den Hoorn). Aan de Semmelweisstraat komen naast de school nog 2 nieuwe gebouwen met appartementen, een wijkgebouw en een kindercentrum. De buitenschoolse opvang en peuterspeelzaal blijven aan de Van Swietenlocatie tot voor hen de nieuwbouw aan de Semmelweisstraat klaar is.
Verdeling van de kinderen over de groepen De groepen op de Boerhaaveschool zijn verdeeld in onder- en bovenbouw. Een kind blijft twee jaar in een groep. Ieder jaar stroomt een gedeelte van de groep uit (de oudsten) en stroomt er een gedeelte in (de jongsten). Een kind met een normale, gemiddelde ontwikkeling schuift met zijn leeftijdgenoten elk jaar een plaatsje op. Gaan de tweedegroepers naar groep 3/4, de vierdegroepers naar groep 5/6 en de zesdegroepers naar groep 7/8, dan maken we dus een herverdeling over de aanwezige groepen. We streven ernaar om het samenstellen van groepen en het plaatsen van kinderen zo zorgvuldig mogelijk te laten verlopen. Ideeën, wensen en belangen van directie, leerkrachten, kinderen en ouders worden in de besluitvorming meegewogen. De uitgangspunten zijn (niet in volgorde van belangrijkheid): • we plaatsen leerlingen op een locatie als er ruimte is in een groep Onderbouw: • we verdelen kinderen die extra zorg nodig hebben evenwichtig over de groepen Groep 1 en 2 • we streven naar een groepsgrootte die voor de groep en Groep 3 en 4 de leerkrachten werkbaar is • we houden rekening met vriendschappen van een kind binnen en buiten de Bovenbouw: klas • kinderen uit één gezin zitten, zo mogelijk, niet bij elkaar in één groep Groep 5 en 6 • kinderen uit één gezin zitten indien mogelijk op dezelfde locatie op Groep 7 en 8 school. Dit geldt niet voor leerlingen vanaf groep 6. Deze kunnen door de school uit onderwijskundig oogpunt overgeplaatst worden naar een andere locatie. • we streven naar een evenwichtige verdeling van jongens en meisjes per groep Soms zijn er bijzondere omstandigheden waardoor we van deze uitgangspunten moeten afwijken, maar dat is alleen bij hoge uitzondering. De directeur voert als eindverantwoordelijke uiteraard altijd overleg met betrokken ouders over dit soort beslissingen, op basis van een protocol (is ter inzage). We vinden het in de eerste plaats belangrijk dat in school een prettig leer- en leefklimaat heerst voor uw kind(-eren). Team, ouders en kinderen vormen samen de school. Een goed contact tussen leerkracht en ouders is van groot belang voor een evenwichtige ontwikkeling van het kind.
9
bereidt kinderen zo De Boerhaaveschool goed mogelijk voor op het vervolgonderwijs . waarin zij leven en de maatschappij
De partners van de Boerhaaveschool De Boerhaaveschool is onderdeel van Vensterschool Hoornse Wijken. In samenwerking met onze partners voor kinderopvang en -zorg streven wij naar een doorgaande lijn in zorg, pedagogische aanpak en aanbod. De Boerhaaveschool is hier een actieve partner zowel op beleidsniveau als op de werkvloer. De Boerhaaveschool maakt ook deel uit van de stichting Openbaar Onderwijs Groep Groningen (O2G2). O2G2 biedt iedere leerling kwalitatief hoogstaand en innovatief onderwijs. Het onderwijs stelt leerlingen in staat hun talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen. Dit geven wij binnen de Boerhaaveschool op de volgende wijze vorm: De Boerhaaveschool is een openbare montessorischool voor primair onderwijs, waar kinderen vanaf 4 jaar zich ontwikkelen ter voorbereiding op het voortgezet onderwijs en als toekomstige zelfstandige burgers in de samenleving. Wij willen kinderen opvoeden tot actieve, zelfstandige en sociale burgers, bewust van zichzelf en hun omgeving. Dit betekent dat we naast hun cognitieve ontwikkeling ruim aandacht besteden aan hun lichamelijke, sociale en kunstzinnige vorming.
Montessori-onderwijs Montessori-onderwijs richt zich op de mogelijkheden van een kind. Op zijn individuele ontwikkeling en onderwijsbehoefte. Elk kind krijgt de mogelijkheid om zich te ontwikkelen naar eigen aanleg en tempo. Wij proberen zo goed mogelijk aan te sluiten bij de natuurlijke ontwikkeling van het kind. Montessori-onderwijs biedt het kind een grote mate van keuzevrijheid (vrijheid in gebondenheid) en bewegingsvrijheid in letterlijke en figuurlijke zin. Naast vrijheid staat verantwoordelijkheid. Ieder kind is op zijn niveau verantwoordelijk voor zijn omgeving, medeleerlingen en voor de school als leefgemeenschap.
Montessori: ieder kind kan zich ontwikkelen in zijn eigen tempo. De leerkracht volgt de ontwikkeling van het kind en zorgt voor een uitdagende leeromgeving.
De leerkracht zorgt voor een uitdagende leeromgeving, is actief beschikbaar voor de leerlingen en is een bron van kennis. Ze is ook bemiddelaar en regisseur van het aanbod van leerstof. Ze kan haar didactisch repertoire en pedagogische aanpak aanpassen aan de leerbehoefte van ieder individueel kind maar ook aan de groep. De leerkracht straalt vertrouwen uit en respecteert de individualiteit van iedere leerling. Op de Boerhaaveschool werken we volgens de principes van Montessori en ook volgens Marzano. Dat houdt in dat we opbrengstgericht werken: we willen met alle kinderen een bepaald doel bereiken (onder andere kennis, ontwikkeling en zelfstandigheid) maar de weg naar dat doel kan voor ieder kind anders zijn. Door goed te kijken, ziet de leerkracht voor ieder kind het beste leerpad en biedt dat aan. Gaat de ontwikkeling van een kind niet (helemaal) zoals gewenst, kijken wij naar wat wij kunnen veranderen om het kind op weg te helpen. Welke manier van leren past wel bij het kind? Kunnen we de lesstof anders aanbieden? Oftewel: wat kunnen wij in ons aanpak veranderen zodat een kind zich wél ten volle kan ontwikkelen? En dit in nauw overleg met ouders als educatieve partners.
‘Help mij het zelf te doen’ geeft de kern van het montessorionderwijs weer. Het onderwijs is gericht op de ontwikkeling van zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en zelfbewustzijn.
10
Een kind ontwikkelt zichzelf, maar nooit alleen. Kinderen moeten zichzelf leren kennen in relatie en interactie met anderen en de maatschappij waarin zij leven. Wij hebben als school de opdracht bij te dragen aan de basis van een kind. Wij willen bijdragen aan de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en talenten van een kind binnen de kaders die wetgeving en maatschappij aan ons stellen. Kenmerken van montessori-onderwijs De uitgangspunten van Maria Montessori komen terug in de volgende kenmerken van het montessori-onderwijs: • Verschillende leeftijden in een klas. Doordat er in een klas verschillende leeftijden aanwezig zijn, zijn kinderen altijd een keer jongste en oudste. Elk kind heeft de kans om een ander kind te helpen. Dit stimuleert het verantwoordelijkheidsgevoel en de onderlinge betrokkenheid. • Verschillen in leertempo. Ieder kind leert en werkt in zijn eigen tempo. De leerkracht bewaakt de ontwikkeling van ieder kind en stuurt bij waar dat nodig is. • Het leerstofaanbod. Ieder kind heeft een weektaak waar het zelfstandig aan werkt. De weektaak is afgestemd op de leerling en is dus niet voor ieder kind gelijk. Tijdens de werktijd heeft het kind een eigen werkkeuze. Op deze manier leert hij kiezen en plannen. • De voorbereide omgeving. De omgeving waarin kinderen werken is zodanig ingericht dat ze zelfstandig aan het werk kunnen en dat ze uitgedaagd worden om dingen te proberen. De kinderen zitten in groepjes van verschillende leeftijden. Zo zien ze waar een ander kind mee aan het werk is, de nieuwsgierigheid wordt geprikkeld en het kind wordt uitgedaagd om ook eens met dat materiaal aan het werk te gaan. De leerkracht helpt en coacht. Wanneer nodig treedt de leerkracht sturend op. • Vrijheid. De vrijheid van kinderen in een montessorigroep is niet onbeperkt. Het is vrijheid in gebondenheid. Een kind krijgt de vrijheid die het aankan. Hij leert de grenzen van zijn vrijheid kennen en die van anderen te respecteren. • Werkkeuze. Kinderen zijn vrij om te kiezen wanneer en hoe ze iets willen leren. Ze krijgen de kans om successen te behalen, maar ook om fouten te maken en daarvan te leren. Elk kind kiest zelf het werk dat het alleen, of samen met een ander, gaat doen. Er zijn kinderen die moeite hebben met deze zelfstandigheid en zij kiezen in overleg met de leerkracht. • Montessorimaterialen. Kinderen leren het best door zelf te ervaren hoe iets moet. Met de speciaal ontwikkelde leermiddelen (montessorimaterialen) kunnen kinderen zelfstandig werken. • De taak van de leerkracht. Leren kiezen, plannen, reflecteren en leren omgaan met vrijheden zijn belangrijke vaardigheden die kinderen op een montessorischool leren. De leerkracht begeleidt en stimuleert de kinderen. Daarnaast observeert de leerkracht de ontwikkeling van het kind, zodat ze op het juiste moment nieuwe impulsen kan aanbieden om het kind te prikkelen met iets nieuws te beginnen. • Samenwerking. Kinderen werken geregeld samen met een medeleerling of een groepje. Zo leren ze samenwerken én ze kunnen van elkaar leren. Basisscholen in Nederland richten hun onderwijs in volgens de kerndoelen die het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen heeft vastgesteld. Kerndoelen beschrijven het onderwijsaanbod in grote lijnen en wat in elk geval aan de orde moet komen. Daarnaast hebben scholen ruimte voor een eigen, specifiek onderwijsaanbod. Meer informatie over kerndoelen vindt u op de website van het ministerie: www.minocw.nl. De wijze waarop de Boerhaaveschool de kerndoelen verwerkt in het onderwijsaanbod, staat gedetailleerd beschreven in het schoolplan.
Maria Montessori Maria Montessori (1870-1952) was de eerste vrouwelijke arts van Italië. Ook was ze hoogleraar antropologie aan de universiteit van Rome. Zij praatte niet alleen met kinderen om hen iets te leren, maar ze keek en luisterde vooral ook naar kinderen. Dit was een revolutionaire manier van werken met kinderen, want het was toen gebruikelijk dat de leerkracht alleen zelf sprak om kennis over te dragen. Maria Montessori kwam er achter dat kinderen van nature nieuwsgierig en leergierig zijn. De natuurlijke belangstelling verschilt per kind en verandertin de loop van de tijd. Dit betekent dat ieder kind een kortere of langere tijd ontvankelijk is voor een bepaald leergebied (bijvoorbeeld getallen of schrijven). Dit is de 'gevoelige periode'. Als een kind in zo'n gevoelige periode is (bijvoorbeeld interesse voor getallen), kan het zich heel intensief ontwikkelen op dat deel van de lesstof.
Medewerkers van de Boerhaaveschool
Naast hun gewone opleiding leerkracht hebben de leerkrachten basisonderwijs, een montessori van de Boerhaaveschool . bezig opleiding gevolgd of zijn hiermee
U en uw kind hebben het meest te maken met de leerkracht(en). Elke groep heeft vaste leerkrachten. Soms is er in de klas een stagiaire aanwezig. De leerkracht krijgt ondersteuning van een intern begeleider (IB-er). Verder is de IB-er verantwoordelijk voor het beleid en de uitvoering van alle zorg en begeleiding binnen de school. Op de Boerhaaveschool werken ook nog andere medewerkers: gastvrouwen, administratief medewerker en een vakleerkracht voor levensbeschouwelijk onderwijs en de directeur. Het managementteam bestaat uit de directeur , intern begeleider/ locatieleider en vier bouwcoördinatoren voor groep 1/2, 3/4, 5/6, en 7/8.
Academische Opleidingsschool Samen met 8 andere basisscholen uit Noord-Nederland, de PA Groningen (pedagogische academie;– lerarenopleiding basisonderwijs) en Lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen werken we samen onder de naam Academische Opleidingsschool PO Noord-Nederland. In Nederland zijn momenteel twaalf samenwerkingsverbanden bezig om vorm te geven aan de Academische Basisschool. De academische opleidingsschool is een school die schoolontwikkeling en innovatie (vernieuwing) verbindt met praktijkonderzoek, scholing en het opleiden op de werkplek van nieuw en zittend personeel. Net als academische ziekenhuizen in de gezondheidszorg zijn academische basisscholen in het basisonderwijs belangrijke kennisknooppunten. Academische basisscholen vormen voor het onderwijsveld centra voor onderwijsinnovatie en strategische personeelsontwikkeling. In academische basisscholen krijgt de samenwerking tussen werkveld, beroepsopleidingen, universiteiten en andere kenniscentra structureel vorm. Waarom een academische basisschool? We willen lesgeven volgens het ‘onderzoekend onderwijzen’. We willen vanuit een goede theoretische onderbouwing werken aan kwaliteitsverbetering. Hiervoor is het is nodig om de eigen schoolpraktijk aan een kritische evaluatie te onderwerpen. Met andere woorden: hoe weet je of je de goede dingen op de goede manier doet? Door het doen van praktijkgericht onderzoek en het leren begrijpen van wetenschapsliteratuur ontwikkelt onze school zich met kennis van de nieuwste theoretische inzichten. Zo onderzoeken we of de verbeteringen daadwerkelijk het effect hebben dat we voor ogen hadden. Alle leerkrachten volgen de training voor onderzoek vaardigheden waardoor de praktijk verbonden wordt met fundamenteel onderzoek. Studenten van de Academische Pabo participeren in het praktijkgerichte onderzoek. Mede hierdoor wordt het implementeren van pedagogisch didactisch handelen in de praktijk duurzaam. Je begrijpt dan waarom je zo handelt en hoe je je pedagogisch didactisch handelen kunt ontwikkelen! Op onze school zijn Rianne Ramaker en Hendrike de Graaf de onderzoeksbegeleiders voor de studenten. Door intensief samen te werken aan de begeleiding van de studenten, maar ook door mee te denken over en inspraak te hebben in het onderwijsprogramma van de Pedagogische Academie slagen we er steeds beter in om voor de studenten theorie en praktijk op elkaar aan te laten sluiten. Op onze school is Sandra Boelens ‘Opleider in School’. Zij houdt zich intensief bezig met de begeleiding van de studenten en werkt mee aan de verbetering van het lesprogramma van de PA. Met onze focus op duurzame schoolontwikkeling willen we een belangrijke bijdrage leveren aan de integrale onderwijskundige - en organisatieontwikkeling van de school. De school doet dit door het uitvoeren van praktijkonderzoek - met en door leerkrachten naar innovaties die in de school zelf zijn ontwikkeld. Onze onderzoeksvraag voor het schooljaar 2015- 2016 heeft een relatie met het primaire proces (het pedagogisch didactisch handelen) : ‘Welke elementen in ons onderwijs dragen er aan bij dat de leerlingen hun doelen op het gebied van het zelfstandig evalueren van hun leerproces en leerresultaat halen?‘ Naast deze vraag zullen nog vele deelvragen geformuleerd worden.
•
.
Schoolplan Elke vier jaar maakt de Boerhaaveschool een nieuw schoolplan. Dit schooljaar start een nieuwe schoolplanperiode van 2015- 2109. Het schoolplan kunt u vinden op de website. Hierin staan onze plannen om het onderwijs en de zorg aan leerlingen te verbeteren. Nieuwe onderwijskundige en leerpsychologische inzichten integreren we in het onderwijs op school. We vinden het belangrijk om deze plannen regelmatig te evalueren en aan te scherpen. Het 4-jarige schoolplan is de basis voor een werkplan dat we ieder jaar opnieuw maken. Tijdens margedagen en inhoudelijke vergaderingen werken we als team aan de aandachtspunten die we voor dat jaar hebben geformuleerd.
Wilt u meer over weten over het 4-jarig schoolplan of de beleidsvoornemens van het schooljaar? Vraag er de directie naar en maak een afspraak.
12
De beleidsvoornemens voor 2014 - 2015 waren: • Invoeren samenwerkend leren in het Voortgezet Technisch Lezen (VTL) en interactief taalonderwijs groep 1/2. De kwaliteit van het onderwijs vergroten door vaardigheden samenwerkend leren te ontwikkelen bij leerlingen en leerkrachten. • Implementeren passend aanbod voor meerpresteerders en hoogbegaafde leerlingen. • Ontwikkelen en borgen gesprekkencyclus en functiedifferentiatie. Blijvend zorg dragen voor de professionele ontwikkeling van de medewerkers zodat zij een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan het realiseren van de doelstellingen van de school. Implementeren Vaardigheidsmeter. • Opbrengst Gericht Werken (OGW) integrale aanpak. Zorg en instructies uitdiepen en leerkrachten scholen: - Instructies (effectieve niveaudifferentiatie, uitdaging leerlingen, instructie aan goede en zwakke leerlingen en ondersteuning, doelgerichte instructie/ variatie) - Zorg (signalering en analyse, methode (on)gebonden toetsen geven sturing aan de leerkracht, begeleiding vertraagde ontwikkeling, continue zorg, ambitieniveau) • Implementeren beredeneerd aanbod Taal in groep 1/2. • Doorgaande lijn taalaanbod Voor en Vroegschoolse Educatie en groep 1/2. • Implementeren nieuwe methode Voortgezet technisch lezen (VTL), met daarin expliciet aandacht voor planmatige zorg en instructies. • Vensterschool Pedagogische fundament: • Een gezamenlijke basis creëren waarop uitwerking van de drie Vensterschoolpijlers mogelijk is. De basis wordt gevormd door: • Een gedeeld moreel kader (welke waarden willen we voorleven en naleven als collega’s, voor ouders en kinderen) • Een visie op de pedagogische opdracht (waar willen we kinderen van 0-12 jaar brengen die aan ons zijn toevertrouwd) • Een brede visie op leren en ontwikkelen(Hoe kijken we naar kinderen, wat denken we dat ze nodig hebben, en hoe denken we dat het beste aan hen te kunnen bieden) • Ouder-betrokkenheid: • ouders betrekken bij het leerproces van het kind om zo te komen tot maximale ontwikkelingsmogelijkheden van het kind. • Meten van kwaliteitsindicatoren ‘veilige leer- en werksituatie voor de leerlingen en personeel’. (ouderenquête, leerling enquête bovenbouw, medewerkerstevredenheids enquête). De onderzoeksgegevens zijn leidend voor het schoolplan 2015- 2019.
In 2015- 2016 komen daar de volgende beleidsonderdelen bij:
• • • • • •
Implementatie methode voor Rekenen en Wiskunde, met daarin expliciet aandacht voor planmatige zorg en didactisch handelen Leerstrategieën toepassen in het Rekenonderwijs Doorgaande lijn in zorg, pedagogische aanpak en (taal) aanbod Voor- en Vroegschoolse Educatie en groep1/2. Zicht op kwaliteit pedagogisch en educatief handelen, leren observeren van educatief handelen, ontwikkelen kijkwijzer educatieve elementen bso. Borgen aanbod C&SCO en afspraken grensoverschrijdend gedrag. Borgen aanbod sociale integratie en bevordering van burgerschap. Ontwikkelen ‘onderzoekend onderwijzen’ Aan het eind van schooljaar 2015 - 2016 evaluatie beleid en opstellen nieuw jaarplan 20162017.
Het leerlingvolgsysteem Op een montessorischool is het belangrijk de ontwikkeling van elk kind zorgvuldig te volgen. De leerkrachten en intern begeleiders maken daarbij gebruik van het leerlingvolgsysteem van CITO. Naast de gestandaardiseerde toetsen (CITO) maken we ook gebruik van toetsen die horen bij de methoden waarmee we werken. Deze toetsen geven ouders en school objectieve informatie over de vorderingen van de leerlingen. Daarnaast houdt de leerkracht dagelijks bij welke activiteiten een kind heeft verricht en met welk resultaat. Drie keer per jaar bespreken de leerkracht en de intern begeleider alle kinderen uit de groep. Dit overleg is de basis voor ontwikkelplannen voor de hele groep, een deel van de groep en individuele kinderen. Elke vier maanden worden deze plannen geëvalueerd en bijgesteld.
Omdat kinderen op een montessorischool leren zorgvuldig zelfstandig te werken volgen we hun ontwikkeling
.
Kinderen met specifieke onderwijsbehoeften De Boerhaaveschool streeft ernaar ook leerlingen met een beperking een plek te geven. Er zijn leerlingen op school met een visuele beperking, een auditieve beperking en met ernstige spraak/taalmoeilijkheden, langdurig zieke leerlingen, leerlingen met een verstandelijke beperking en leerlingen met psychiatrische stoornissen. De mate waarin een zorgleerling een specifieke onderwijsbehoefte heeft, is afhankelijk van de aard van de problematiek. De Boerhaaveschool onderscheidt vijf zorgniveaus die hiernaast in een schema zijn weergegeven.
14
De Boerhaaveschool streeft ernaar ook leerlingen met een beperking een . plek te geven
Zorgnivea u 1
Soort zorg
Kenmerken
Betrokkenen
Communicatie ouders
Algemene zorg
Kinderen zonder leerproblemen. Instructie onafhankelijk
Leerkracht en intern begeleider
Leerkracht informeert ouders tijdens oudergesprekken over de vorderingen van hun kind (oudergesprekken worden schriftelijk vastgelegd en opgeslagen in Esis).
2
Extra zorg
3
Speciale zorg
4
Speciale zorg na een extern onderzoek (PO,KCOO, dyslexie, Accare, Molendrift, OCRN,Lentis)
5
De leekracht kan het (leer) probleem hanteren binnen de groep. Instructiegevoelig.
Leerkracht en intern begeleider. Soms externen betrokken (bv logopedie)
Kind krijgt binnen de groep Leerkracht en intern speciale zorg door middel begeleider. Zo nodig extern van uitbreiding van betrokkenen instructie en tijd. Zo nodig krijgt het kind een handelingsplan. Instructieafhankelijk.
Naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) gemaakt. Het OPP wordt 2x per jaar geëvalueerd en bijgesteld. Het kind krijgt aan de hand van dit plan speciale zorg in de groep. Instructie afhankelijk voor betreffende vakgebieden.
Commissie van advies Speciale externe (Cva) vragen om een zorg toelaatbaarheidsverklaring
e
De 1 keer stellen leerkrachten en intern begeleider het OPP op. Daarna evalueren zij samen het plan en stelt de leerkracht het bij (eventueel begeleidt de intern begeleider). Blijkt na evaluatie dat een kind een deelgebied niet naar verwachting beheerst, kan een handelingsplan ingezet worden naast een OPP. Afhankelijk van de uitkomsten kan een externe incidenteel de ontwikkeling bespreken met leerkracht en intern begeleider. Soms externen betrokken (ambulant begeleider van SWV of expertisecentrum).
Leerkracht, intern begeleider, externe deskundigen, Commissie van Advies.
Leerkracht informeert ouders tijdens oudergesprekken en zodra een externe ingeschakeld wordt.
Leerkracht informeert ouders.
Leerkracht informeert ouders tijdens de oudergesprekken en informeert over onderzoeksmomenten. Intern begeleider is in de beginfase van het onderzoek betrokken bij de ouders. Als een onderzoek plaatsvindt bespreekt de onderzoekspsycholoog van het Cedin de uitkomsten met ouders, leerkrachten en e intern begeleider. De 1 keer bespreken leerkracht en intern begeleider samen een OPP met ouders. De evaluaties van het OPP bespreekt de leerkracht met de ouders. Op verzoek van leerkracht en/of ouders kan de intern begeleider hierbij betrokken zijn.
In deze fase heeft de school de handelings verlegenheid bereikt. Communicatie met ouders vindt altijd plaats met leerkracht en internbegeleider. Zij vervullen een spilfunctie als het gaat om het vervolg van de zorg van het kind.
Passend Onderwijs
en Wij willen samen met ouders leerkrachten voor het kind met een . uitstippelen handicap een speciale weg
Passend Onderwijs Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht geworden. Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn dat: •
reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken;
•
scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek);
•
scholen en gemeenten/jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg;
•
er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat we meer in de eigen regio kunnen regelen.
Voor onze regio gaat het om de schoolbesturen primair en speciaal (basis) onderwijs in alle gemeenten in de provincie Groningen en de gemeente Noordenveld. Ondersteuning aan leerlingen Alle scholen hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er tenminste op alle scholen en locaties geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning. Daarnaast hebben alle scholen vastgesteld welke extra ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. De basis- en extra ondersteuning hebben scholen beschreven in een ondersteuningsprofiel. U kunt dit profiel opvragen bij uw huidige school of de school van uw keuze (veel scholen hebben het profiel ook op de website geplaatst). De besturen van de scholen hebben er voor gekozen om de ondersteuningsmiddelen passend onderwijs naar rato van het aantal leerlingen per schoolbestuur over de scholen te verdelen. Hiermee hebben de besturen en de scholen de gelegenheid om – samen met de ouders en andere partners (gemeenten, zorg) – de basis- en extra ondersteuning verder uit te werken en te versterken. Is de school handelingsverlegen, m.a.w. kan de school niet voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van uw kind, dan dient de school een andere, beter passende plek te zoeken. Dat kan ook het speciaal (basis) onderwijs zijn. Voor een 1 plaatsing in het speciaal (basis) onderwijs moet de school, in afstemming met u als ouders/verzorgers, een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij de Commissie van Advies van het samenwerkingsverband. Hierbij is het zo dat de school de toelaatbaarheidsverklaring aanvraagt (en niet de ouder zoals in de situatie voor Passend Onderwijs). Meer informatie over het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring vindt op u de website van het samenwerkingsverband (www.passendonderwijsgroningen.nl, onder de button ‘Commissie van Advies’). U kunt uiteraard ook bij de school terecht voor meer informatie. Informatie voor ouders/verzorgers Voor u als ouders/verzorgers geldt dat de scholen de belangrijkste informatiebron zijn als het gaat om Passend Onderwijs en extra ondersteuning aan uw kind. De school heeft dagelijks contact met uw kind en vervult daarmee in de ogen van het samenwerkingsverband een belangrijke rol in de adequate informatievoorziening aan ouders. Voor meer algemene vragen hebben we met een aantal samenwerkingsverbanden een Centraal Informatiepunt Passend Onderwijs ingericht. Hier kunt u terecht met uw vragen over extra ondersteuning aan uw kind of een verwijzing naar het speciaal onderwijs. Dit Centraal Informatiepunt is te bereiken via telefoonnummer: 050 - 520 91 20 en via de mail:
[email protected]. Daarnaast kunnen ouders ook terecht bij zowel de Coördinator als Procesondersteuner van het Samenwerkingsverband: Coördinator
:
Roel Weener –
[email protected] – 06-12060863
Procesondersteuner
:
Marjet Westerhoff –
[email protected] – 06-27557709
Website en contactgegevens samenwerkingsverband Als samenwerkingsverband willen we ook zorgen voor adequate informatievoorziening naar o.a. ouders/verzorgers. Hiertoe hebben we een eigen website ingericht: www.passendonderwijsgroningen.nl/SWV-PO20-01 Op deze website vinden ouders/verzorgers een apart tabblad met meer informatie over de ontwikkelingen, plannen en activiteiten van het samenwerkingsverband. Op www.passendonderwijs.nl (de website van het ministerie van OCW) en op de site www.passendonderwijsenouders.nl kunnen ouders/verzorgers meer informatie vinden over de samenwerkingsverbanden en over Passend Onderwijs. Daarnaast is er het Steunpunt Passend Onderwijs, onderdeel van informatiepunt 5010. Hier kunnen ouders terecht met alle vragen over extra ondersteuning binnen het onderwijs. Het Steunpunt Passend Onderwijs is telefonisch bereikbaar via 5010: (0800) 5010 (vaste telefoon, gratis) of (0900) 5010 123 (€ 0,45 per gesprek + kosten mobiel), of via internet: www.5010.nl
1
Voor blinde/slechtziende en dove/slechthorende kinderen geldt dat zij zich voor een plek in het speciaal onderwijs dienen te vervoegen bij resp. Visio en Kentalis. Zij hebben een eigen Commissie van Onderzoek die bepaalt of de leerling toelaatbaar is.
Grenzen aan de plaatsing Soms is het niet mogelijk deze zorg te bieden in onze school. De belangrijkste algemene overwegingen die een rol kunnen spelen om naar een andere passende school te zoeken zijn: • Verstoring van rust en veiligheid. Als een leerling ernstige gedragsproblemen heeft, die de rust en veiligheid in de groep dusdanig verstoren dat wij geen goed onderwijs meer kunnen bieden aan de groep en aan het desbetreffende kind. • Interferentie tussen verzorging/behandeling en het onderwijs. Als een leerling met een handicap een zodanige verzorging/behandeling nodig heeft, waardoor noch de zorg en behandeling, noch het onderwijs voldoende tot hun recht kan komen, kan de vraag gesteld worden of de geïntegreerde setting wel zinvol is. Dit ondanks de extra faciliteiten voor de school. • Verstoring van het leerproces door de andere kinderen. Indien een leerling met een handicap zodanig beslag legt op de tijd en aandacht van de leerkracht dat daardoor onvoldoende tijd, onderwijs en aandacht voor de overige leerlingen en zorgleerlingen in de groep is, is plaatsing niet mogelijk. Integratie op onze school is zeker mogelijk, maar de school bepaalt voor elke individuele leerling of dat mogelijk is. Bij toelating gaat het dus altijd om een individuele beslissing. In algemene zin is er dan ook geen advies te geven over welke leerlingen wel en welke leerlingen niet toelaatbaar zijn. De stappen die tot deze beslissing leiden staan in het SOP.
Procedure Passend Onderwijs Indien een leerling met een handicap op onze school wordt aangemeld dan volgen wij onderstaande procedure. 1 Aanmelding Gesprek met de ouders, toelichting op de visie van de school, toelichting op de procedure. Schriftelijke toestemming van ouders om informatie van derden op te vragen. 2 Informatie verzamelen en bestuderen Bij de huidige school, zorgcircuit (zorginstellingen), medisch circuit. Eventueel observatie van het kind op huidige school/voorschoolse opvang. 3 Inventarisatie Wat vraagt het kind? Wat zijn de mogelijkheden en onmogelijkheden van de school (SOP). En wat is binnen het samenwerkingsverband 20.1 mogelijk (www.passendonderwijsgroningen.nl) 4 Overwegingen De school onderzoekt welke mogelijkheden de school zelf heeft en wat het samenwerkingsverband 20.1 te bieden heeft. 5 Besluitvorming De inventarisatie van de hulpvragen van het kind zetten we af tegen de visie van de school en onze mogelijkheden om goed onderwijsaanbod te realiseren. We houden rekening met de (im)materiële mogelijkheden voor ondersteuning.
17
6
Advies/uitspraak Tijdens een gesprek
met
de
ouders
bespreken we het besluit van de school (het team). • bij plaatsing: opstellen OPP met daarbij een overzicht van inzet van middelen, ondersteuning door deskundigen, aanpassingen aan het gebouw en dergelijke • bij afwijzing: onze inhoudelijke onderbouwing waarom het team van mening is dat het kind niet geplaatst kan worden. School ondersteunt bij het vinden van een passende onderwijsvoorziening.
Het ontwikkelingsperspectief (OPP) Als de ouders hun kind met een speciale onderwijsvraaag op de reguliere basisschool aanmelden – en de school stemt in met plaatsing – dan is de school verplicht om een OPP op te stellen. Dit gebeurt in overleg met de ouders. In het plan staat wat de school wil bereiken in het onderwijs aan de leerling, en op welke manier. Het plan dient uiterlijk 6 weken na inschrijving gereed te zijn. In het OPP moet in ieder geval staan: • de beginsituatie: het niveau van de leerling op het moment dat het OPP tot stand komt • de onderwijsdoelen afgezet tegen de uitstroom (kerndoelen of vervangende doelen) die de school voor de leerling nastreeft • welke maatregelen de school neemt voor bijvoorbeeld individuele begeleiding • welke externe deskundigen worden ingeschakeld • welke speciale maatregelen/voorzieningen worden getroffen (aanpassingen in gebouw en lokaal, specifieke leermiddelen, lijfgebonden hulpmiddelen e.d.) • de manier waarop de vorderingen van de leerling worden gevolgd en geregistreerd • hoe en wanneer het OPP geëvalueerd wordt (2x per jaar).
Wat te doen bij conflicten? Hoewel het in veel gevallen gewoon goed gaat, is het natuurlijk ook mogelijk dat er conflicten ontstaan tussen ouders en school. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als ouders het niet eens zijn met de redenen waarom een school uw kind afwijst. Het kan ook gebeuren dat ouders en school het niet eens zijn over het OPP. In dit soort gevallen kunt u informatie krijgen op de site: www.steunpuntpassendonderwijs.nl.
Schorsing en verwijdering Het komt soms voor dat een school niet kan voldoen aan de zorgbehoefte van een leerling. Dit betekent dat de school onderwijskundig en organisatorisch niet meer kan bieden wat de leerling nodig heeft. In dat geval wordt een andere school voor het kind gezocht. Ook kan het gebeuren dat een leerling van school verwijderd moet worden vanwege ernstig wangedrag van de leerling zelf of het herhaaldelijk overtreden van de voorschriften van de school. De school volgt in beide gevallen het protocol ‘time-out en verwijdering in PO’ (primair onderwijs). Dit protocol ligt ter inzage bij het schoolbestuur.
18
3. Uw kind op de Boerhaaveschool
Als uw kind ’s morgens op school komt, neemt u in de gang of op het schoolplein afscheid van hem. Uw kind doet zijn jas uit, hangt die op de kapstok, doet zijn schoenen uit en zet die op de schoenenplank. Hij pakt zijn sloffen en doet deze aan. De leerkracht begroet uw kind en geeft hem een hand. Uw kind loopt dan naar zijn plaats in de klas, pakt zijn plantje van de tafel, verzorgt het en zet het in de vensterbank. Dan kiest uw kind een werkje waar hij mee aan de slag wil. Kinderen kunnen zelf hun werkmateriaal uit de kast halen. De materialen zijn zo opgesteld dat de kinderen er gemakkelijk zelf bij kunnen.
Algemeen, groep 1 t/m 8 Schooltijden De leerlingen mogen vanaf 8:15 uur naar binnen. - De groepen 1 t/m 8 starten om 8:30 uur met hun onderwijsprogramma
Maandag Groep 1 t/m 8
8.30- 14.30
Dinsdag 8.30- 14.30
Woensdag 8.30- 12.45
Donderdag 8.30- 14.30
Vrijdag 8.30- 12.45
Uw kind naar school brengen De Boerhaaveschool waardeert het wanneer u uw kind lopend of fietsend naar school brengt. In verband met de veiligheid lopen kinderen en ouders op het schoolplein, ze fietsen dus niet.
Parkeren locatie Veenweg Het plein voor de school aan de locatie Veenweg kent een zogenaamde rode zone. Dit is een afgebakend gebied dat gemarkeerd is met een rode streep. Het gebied is bedoeld als keerlus voor grote voertuigen zoals
De leerkracht begroet 's morgens alle leerlingen en geeft hen een hand.
19
2
(school-)bussen en vrachtverkeer. Er mag niet geparkeerd worden, ook niet heel eventjes om uw kind
in of uit te laten stappen. Vlak voor of na schooltijd mag u niet met een auto door de rode zone heen rijden. De ingang van de rode zone wordt aangegeven met een verkeersbord dat door de kinderen van de bovenbouw zelf ontworpen is. Parkeren kunt u het beste aan de Van Noppenstraat of Leggerstraat. Eventueel kunt u parkeren aan de Veenweg. De parkeervakken naast de school zijn gereserveerd voor de leerkrachten en ander personeel van de Vensterschool Hoornse Wijken.
Parkeren locatie Semmelweisstraat Bij de Semmelweisslocatie is een zoen&zoef gelegenheid. Er zijn parkeerplaatsen in de omliggende straten. De fietsenrekken zijn voor kinderen en bezoekers gereserveerd.
Pauze / lunch De groepen 3 t/m 8 hebben op maandag, dinsdag en donderdag in de ochtend een kwartier pauze van 10:00 - 10:15 uur. De kinderen gaan dan naar buiten. Een deel van het team heeft een kwartier pauze en een deel heeft pleinwacht. Daarna gaan de kinderen weer aan het werk tot aan de middagpauze. Alle leerlingen gaan naar buiten van 11:45 - 12:15 uur. Een deel van het team heeft dan pleinwacht en een deel heeft pauze. Daarna eten de kinderen een kwartier in de klas. Tijdens het eten wordt er een onderwijs activiteit ingepland waarbij de kinderen rustig op hun plaats luisteren. Te denken valt aan een bordlesje voor de hele groep, een algemene les over een thema, een spreekbeurt of boekbespreking van een medeleerling. De kinderen uit groep 1/2 hebben middagpauze van 12.15 tot 12.45 uur. Ze volgen gedurende de dag hun eigen programma. Op woensdag en vrijdag lunchen de kinderen niet op school. De ochtendpauze voor groep 3 t/m 8 is dan van 10:30 - 10:45 uur. Daarna start de tweede helft van de ochtend en om 12:45 uur gaan alle kinderen naar huis of BSO.
Uw kind ophalen van school De kinderen uit groep 1 en 2 mogen alleen naar huis onder begeleiding van hun ouders. Als uw kleuter wordt opgehaald door iemand anders dan hun ouders/verzorgers wilt u dit dan aan de leerkracht van uw kind doorgeven?
Ziekte / afwezigheid Is uw kind ziek of kan het om een dringende reden niet op school komen, wilt u dit dan vóór 8.30 uur telefonisch doorgeven? Telefoonnummers: Semmelweisstraat: 050 - 525 01 13 Veenweg: 050 - 526 08 15
Meld op tijd kan komen!
dat uw kind niet op school
Extra verlof aanvragen Als u niet tijdens schoolvakanties op vakantie kunt of als er sprake is van andere gewichtige omstandigheden, kunt u extra verlof aanvragen. Het moet dan gaan om factoren waar u niets aan kunt doen en die zo zwaar wegen dat uw kind niet naar school kan, bijvoorbeeld: ernstige ziekte, overlijden, huwelijken of jubileum. U kunt het verlof schriftelijk aanvragen bij de directeur (
[email protected]). 7520 uur onderwijstijd In het basisonderwijs kennen wij de wettelijke eis dat leerlingen 7520 uur gedurende acht jaren onderwijs moeten krijgen. Alle groepen van de school voldoen aan de wettelijke eis van 7520 lesuren gedurende acht leerjaren. Het aantal lesuren voor alle leerlingen is per week 25 uur.
Lesprogramma2 De leerstof is te onderscheiden in drie vakgebieden: • Basisvaardigheden (taal, lezen, schrijven, rekenen en ICT) • Kosmisch onderwijs (wereldverkennende vakken, zoals natuur, geschiedenis, aardrijkskunde, techniek, burgerschap en integratie en verkeer) • Kunst en cultuur, cultureel erfgoed, creatieve vakken en bewegingsonderwijs
20 Zie aanbod uitgewerkt in Schoolplan (zie www.boerhaaveschool.nl)
De leerkracht bespreekt met de kinderen wat er die ochtend of die dag op het programma staat. In groep 1 en 2 hangen op het bord de dagritmekaarten met de activiteiten weergegeven als pictogrammen. In groep 3 t/m 8 staat het programma meestal op het bord geschreven. Kinderen kunnen direct zien welke tijd beschikbaar is voor zelfstandig werken. In groep 3 t/m 8 zijn de kinderen bezig met zelfstandig leren, individuele lessen en groepslessen. Geeft de leerkracht voor een gedeelte van de groep een instructie, dan werken de andere kinderen gewoon door. Heeft de leerkracht een instructie gegeven, dan kiest het kind zelf of het eerst ander werk afmaakt of met de opgedragen oefening aan de slag gaat. Soms bepaalt de leerkracht het verwerkingsmoment. Er zijn vaak lessen die voor de hele groep bestemd zijn, zoals muziek, verkeer, kosmisch onderwijs. Tijdens het zelfstandig leren loopt de leerkracht door de groep. In groep 3 t/m 8 hebben de kinderen stoplichtkaartjes. Heeft een kind zijn stoplichtkaartje op groen staan, dan kan het zelf vooruit. Een rood kaartje betekent dat het kind een vraag heeft. Het initiatief om een kind te helpen kan ook van de leerkracht komen. Zij geeft tussendoor individuele lesjes aan de kinderen.
Stoplichtkaartje Groen: ik kan zelf verder werken Rood: ik heb een vraag
De Boerhaaveschool kent een aantal omgangsregels die aangeven hoe we op school met elkaar omgaan. Belangrijk is dat de kinderen hiervan het nut inzien en zich er aan houden. Daarom worden ze samen met de groep aan het begin van het schooljaar tijdens de gouden weken opnieuw opgesteld en vastgelegd. In iedere groep hangen de omgangsregels. Daarnaast zijn er regels die bijdragen aan een prettig werkklimaat. Het veiligheidsbeleid is ter inzage op beide locaties. Voorbeelden zijn: alle materialen hebben een vaste plaats in de klas, je mag een ander kind niet zomaar storen als dat geconcentreerd bezig is.
ICT In de klas maken kinderen en leerkracht gebruik van diverse ICTmiddelen: digitaal bord (digibord), computers en laptops. ICT is ondersteunend bij lessen en spreekbeurten, als bron van informatie en kinderen kunnen er individueel of in groepjes op werken. Veel lesmethodes zijn uitgebreid met software die de leerkracht en leerlingen als ondersteuning kunnen gebruiken. De leerkracht kiest wat zij uit het aanbod van ICT kan gebruiken om de leeromgeving van de leerlingen te verrijken.
Gymnastiek De kinderen in groep 1/2 gymnastieken met hun eigen leerkracht in school. Ze hebben een gymtas op school, met een gympak of broek met shirt en gymschoenen. Graag allemaal voorzien van naam. De tas blijft op school. Leerlingen in groep 3 t/m 8 nemen voor de gymnastieklessen gymkleding, gymschoenen en een handdoek mee van huis. De kinderen zijn verplicht gymschoenen te dragen tijdens de gymnastieklessen. Ze zijn tijdens het gymmen vaak flink aan het transpireren. Daarom is het de regel dat alle kinderen van groep 3 t/m 8 na de les douchen. We werken met blokuren (anderhalf uur) voor het bewegingsonderwijs. Het geeft ons de gelegenheid om een goed lesprogramma te realiseren. De lessen worden uit een methode voor bewegingsonderwijs gegeven door de groepsleerkracht en/of stagiaires bewegingsonderwijs. Deze gymnastieklessen worden gegeven in de gymlokalen op de Semmelweislocatie. De leerlingen van de Veenweg lopen of fietsen met de leerkracht en een ouder naar die locatie. Door de blokuren gaan alle groepen van de Veenweg maar één keer in de week naar de andere locatie. Hun gymnastiekles is gepland aan het begin of eind van de dag.
Schoolreisje / schoolkamp
Kinderen van groep 1 t/m 6 hebben in mei of juni een schoolreisje. De kinderen in groep 7 en 8 gaan in september drie dagen op schoolkamp. De bijdrage in de kosten van de schoolreisjes en kamp staan los van de ouderbijdrage. U wordt via het BoerhaaveNieuws over bedragen en rekeningnummer geïnformeerd.
Snoepen / trakteren Kinderen die jarig zijn mogen in hun groep trakteren. Snoepen op school is niet toegestaan. Ook kauwgom is verboden. Wij vragen ouders om voor de verjaardagstraktaties alleen eenvoudige en gezonde versnaperingen te kiezen, dus niet te zoet en/of te vet.
Pesten Het op een vriendelijke manier omgaan met elkaar, opkomen voor elkaar, omgaan met verschillen en elkaar helpen, behoren tot kernwaarden van de school. Op allerlei manieren proberen we op school de sociale plaats, de gedragsontwikkeling van het kind, en de samenhang daartussen te volgen. De leerkracht van uw kind en ook de IB-er vertellen u graag over C&Sco, een methodiek om gepland en structureel te werken aan de sociale competenties. Toch vormen deze aandacht en maatregelen geen garantie dat pesten en intimidatie op school afwezig zijn. Wanneer het pesten stelselmatig gericht is op één persoon werken we volgens de methodiek van NO BLAME. Verschillende leerkrachten hebben een training gevolgd om leerlingen bij het NO BLAME-traject te begeleiden. Door de hele school geldt dat pesten nooit leuk is en dus moet stoppen. Als een kind meldt dat het geplaagd wordt, of als u als ouder daar vragen over heeft, kunt u daarmee altijd terecht bij de leerkracht. Meld het dus altijd als u denkt dat er wat aan de hand is en stimuleer uw kind dat ook te doen. Naast omgangsregels in de klas, hebben we ook een pestprotocol op school. Verder willen we cyberpesten van de school weren. Ook daarvoor vragen wij u als ouders alert te zijn. Het pestprotocol staat op de website.
Hoofdluis Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen kunnen hoofdluizen gemakkelijk van de een naar de ander gaan. De school is ongewild zo’n plaats. De Boerhaaveschool vindt dat school en ouders gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het bestrijden van hoofdluis. De school neemt voorzorgsmaatregelen om de verspreiding van hoofdluis zoveel mogelijk te beperken. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders om de kinderen te controleren op hoofdluis en zo nodig te behandelen. Op school zorgt een aantal ouders ervoor dat alle kinderen op een aantal vaste tijdstippen, meestal na de vakanties, gecontroleerd worden op hoofdluis. Deze ouders werken volgens een instructie van de GGD. Wanneer u er bezwaar tegen heeft dat uw kind gecontroleerd wordt door een ouder, kunt u dit schriftelijk laten weten aan de directeur. Instructies voor het behandelen van hoofdluis kunt u krijgen bij de gastvrouwen van de school.
23
DE JEUGDGEZONDHEIDSZORG OP DE BASISSCHOOL In de provincie Groningen wordt de jeugdgezondheidszorg voor kinderen van 0-19 jaar uitgevoerd door GGD Groningen. Tot de leeftijd van 4 jaar gaan ouders met hun kinderen daarvoor naar het consultatiebureau. Vanaf het vierde jaar komt u de medewerkers van de Jeugdgezondheidszorg tegen op de basisschool. In dit artikel leest u wat de Jeugdgezondheidszorg doet tijdens de basisschoolperiode. Onderzoek van gehoor, gezichtsvermogen, lengte en gewicht In groep 2 komt de doktersassistent van de GGD op school voor een onderzoek van het gehoor- en gezichtsvermogen. De kinderen worden dan ook gemeten en gewogen. Uw kind hoeft daarbij alleen de schoenen uit te doen. Ouders worden bij dit onderzoek niet uitgenodigd. Wilt u er toch bij aanwezig zijn? Dan kunt u dit vantevoren aangeven bij het Afsprakenbureau van GGD Groningen, telefoon 050 367 4990. De kinderen worden opnieuw gemeten en gewogen in groep 7. Alleen de schoenen gaan uit. Bij dit onderzoek zijn ouders niet aanwezig. Groep 7 krijgt dan ook een voorlichting over voeding en bewegen. De onderzoeken vinden alleen plaats als u als ouder hiervoor toestemming geeft. Als tijdens één van de onderzoeken blijkt dat iets niet (helemaal) goed is, krijgt u hiervan bericht. Samen met u wordt overlegd wat er moet gebeuren. Vragenlijst groep 2 Als voorbereiding op het onderzoek in groep 2 krijgen ouders een vragenlijst over de gezondheid en het welzijn van hun kind. Alle gegevens die u invult, worden vertrouwelijk behandeld. Op de vragenlijst kunt u ook aangeven of u een gesprek wilt met een verpleegkundige of arts van de GGD. De doktersassistent neemt de vragenlijsten door en noteert de gegevens in een Digitaal Dossier. Hebt u in de vragenlijst aangegeven dat er bijzonderheden zijn op het gebied van stem, spraak en/of taal? Dan bekijkt de logopedist, de verpleegkundige of arts van de GGD samen met u of er verder onderzoek nodig is. Vragenlijst groep 7 Ook in groep 7 krijgen ouders een vragenlijst. De doktersassistent neemt de vragenlijsten door en noteert de gegevens in het Digitaal Dossier. Op de vragenlijst kunt u aangeven of u een gesprek wilt met een verpleegkundige of arts van de GGD. De gegevens die u invult worden vertrouwelijk behandeld. Signaleringslijst Alle leerkrachten krijgen een signaleringslijst. Op deze lijst kunnen ze bijzonderheden over kinderen in hun groep aangeven. Een medewerker van de GGD bekijkt dan welke aanpak nodig is. Dat kan bijvoorbeeld een onderzoek zijn, maar ook een gesprek met u als ouders. Vaccinaties Alle 9-jarige kinderen ontvangen een uitnodiging van de GGD voor de vaccinaties DTP en BMR. Ze worden gevaccineerd om te voorkomen dat ze besmettelijke ziektes als bof, mazelen of rode hond krijgen. Alle 12-jarige meisjes ontvangen ook nog 2 keer een uitnodiging voor de HPV-vaccinatie. Deze vaccinatie is bedoeld om hen te beschermen tegen baarmoederhalskanker. Vragen, twijfels De meeste ouders hebben wel eens vragen of twijfels over de groei en ontwikkeling van hun kind. Bijvoorbeeld: Mijn kind is veel kleiner dan klasgenootjes. Is dat normaal? Ik vind het lastig om grenzen te stellen voor mijn kind. Hoe kan ik dat beteren? Mijn kind kan moeilijk meekomen met sport. Kan ik daar wat aan doen? Eet mijn kind wel goed? Met al deze vragen kunt u terecht bij de Jeugdgezondheidszorg van GGD Groningen. Het maakt daarbij niet uit in welke groep uw kind zit. De verpleegkundige houdt regelmatig spreekuur op school of het Centrum voor jeugd en gezin. Op school is bekend waar en wanneer dit spreekuur is. U kunt ook bellen naar de Telefonische Advisering/CJG van de GGD, telefoon: 050 367 4991 (op werkdagen van 8.00 - 20.00 uur). Informatie over gezondheid en opvoeding Ook op de website van GGD Groningen vindt u veel informatie over gezondheid en opvoeding. Bijvoorbeeld over zindelijkheid, de seksuele ontwikkeling, pesten of ruzies tussen kinderen. Kijk hiervoor op www.ggd.groningen.nl/jeugd-opvoeding
Roken De Boerhaaveschool is helemaal rookvrij. Dit betekent dat er in school en op het plein niet mag worden gerookt. Ook niet bij het halen of brengen van de kinderen. Foto's en filmmateriaal Indien u er bezwaar tegen hebt dat wij foto- en filmmateriaal van uw kind gebruiken voor de website en ander informatiemateriaal van school, dan kunt u dat invullen op het inschrijfformulier of op het formulier dat wordt uitgereikt aan het begin van ieder schooljaar. Gevonden voorwerpen Op beide locaties van de Boerhaaveschool bewaren we gevonden voorwerpen op een vaste plek. Via BoerhaaveNieuws doen we een oproep om te komen kijken of er iets van uw kinderen bij is. Niet opgehaalde spullen gaan naar een goed doel.
Hulp van ouders De Boerhaaveschool vindt het geweldig wanneer ouders een bijdrage willen leveren aan (les)activiteiten op school. Niet alleen omdat we dan meer voor de kinderen kunnen doen, maar ook omdat we het leuk vinden u te betrekken bij de school en uw kind in deze omgeving. We kunnen ook geregeld hulp gebruiken bij de organisatorische kant van de school, bijvoorbeeld, ICT, coaching, pr. Er zijn veel ouders met specifieke talenten, vaardigheden en ervaring. Wilt u uw talent en ervaring inzetten voor de Boerhaaveschool, laat het ons dan weten, bijvoorbeeld via de leerkracht. U kunt helpen bij de volgende activiteiten: • Mediatheek: ouders lenen boeken uit aan de kinderen, helpen en adviseren bij het zoeken naar informatie en houden de collectie bij. • Individueel lezen of rekenen met kinderen: een keer per week met een aantal kinderen op de gang lezen of rekenen; vorderingen noteren. • Helpen bij feesten en projecten: kerstknutselmiddag, Koninginnedag, lampionnen maken, etc. • Begeleiding bij activiteiten zoals sportdag, museumbezoek, etc. • Veenweg: kinderen begeleiden bij het van of naar gymnastiek lopen. • Klassenouder: aanspreekpunt voor de leerkracht. De klassenouder kan andere ouders mobiliseren voor activiteiten, meehelpen in de klas bij speciale knutselmiddagen of bijv. bij de verjaardag van de leerkracht. • Maken, onderhouden en schoonmaken van materialen. • Kinderhoofden controleren op luizen. • Deelname aan medezeggenschapsraad of ouderraad. • Vertellen over uw beroep, uw ICT- of technische kennis overdragen, muziek maken met de kinderen, dansen, noem maar op!
We willen graag ouders meer betrekken bij de school, de. leerlingen en het onderwijs
25
Margedagen 2015 - 2016
Maandag Maandag Donderdag Vrijdag Dinsdag Donderdag Dinsdag Dinsdag Donderdag Vrijdag
5 oktober 2015 2 november 2015 28 januari 2016 29 januari 2016 9 februari 2016 24 maart 2016 29 maart 2016 17 mei 2016 16 juni 2016 17 juni 2016
Schoolvakanties 2015- 2016 (Basisonderwijs) Zomervakantie 2015
6 juli t/m 16 augustus 2015
Gronings Ontzet
28 augustus 2015
Herfstvakantie
19 oktober t/m 23 oktober 2015
Kerstvakantie
21 december 2015 t/m 1 januari 2016
Voorjaarsvakantie
29 februari t/m 4 maart 2016
Goede Vrijdag/Pasen
25 maart t/m 28 maart 2016
Meivakantie
27 april t/m 6 mei 2016
Pinksteren
16 mei 2016
Zomervakantie 2016
18 juli t/m 28 augustus 2016
Gronings Ontzet
28 augustus 2016
26
Uw kind in de onderbouw Groep 1 t/m 4 is de onderbouw. Groep 1/2 wordt gevormd door kinderen van 4 tot 6 jaar. In groep 3/4 zitten kinderen van 6 t/m 8 jaar. Groep 1/2 In groep 1/2 staan de taalontwikkeling, de zintuiglijke ontwikkeling en de motorische ontwikkeling centraal. Ook de andere ontwikkelingsgebieden horend bij deze leeftijd komen aan bod (voorbereidend rekenen, bewegen, fijne motoriek, muziek, sociaal-emotioneleontwikkeling). In kasten staan de materialen bij elkaar voor de verschillende ontwikkelingsgebieden. Elk materiaal heeft zijn eigen specifieke doel. De kinderen kunnen kiezen met welke materialen ze gaan werken. Er is ook een poppenhoek, een bouwhoek, een leeshoek, een computer en een verfbord. In de onderbouw is er veel gelegenheid voor (samen) spelen en creativiteit. ’s Ochtends gaan de kinderen aan het werk. Ze bewegen zich vrij door de klas, maar die vrijheid is wel gebonden aan regels en grenzen. Ze leren rekening te houden met anderen. Als zij bijvoorbeeld met andere kinderen samenwerken, moet dit rustig gebeuren, zodat ze een ander kind niet storen. De kinderen werken vaak op kleedjes op de grond. Dat vormt voor hen een eigen, rustige werkplek. Aan het eind van de werkperiode wordt het klaslokaal met elkaar opgeruimd. Daarbij heeft elk kind zijn eigen taak. De leerkracht observeert de kinderen om te zien waar ze in een bepaalde periode voor open staan. Daar probeert zij bij aan te sluiten door het materiaal aan te bieden dat past bij de ontwikkeling van het kind. Daarnaast biedt zij lesjes aan, zodat kinderen het aanwezige materiaal leren kennen. Taalontwikkeling is heel belangrijk. Kinderen zijn de hele dag met taal bezig, wanneer ze met elkaar praten, lesjes krijgen van de leerkracht, etc. De leerkracht werkt planmatig aan de taalontwikkeling van de kinderen. Als kinderen eraan toe zijn, dan wordt er in groep 1/2 een begin gemaakt met het leren lezen en schrijven. Hetzelfde geldt voor rekenen.
Geregeld werken de kinderen aan een thema, bijvoorbeeld herfst of bijen. Ze praten over het thema, knutselen en zingen liedjes. Er staat dan ook een aandachtstafel in de groep.
De eerste schooldag Voor een kind is de eerste schooldag een belangrijk moment in het leven. Het kind doet een stapje vooruit op de weg naar zelfstandigheid en de ouders doen een stapje terug. De wereld van het kind wordt groter. Hij heeft een meester of juf en nieuwe vriendjes om mee te spelen. U hebt vertrouwen in het eigen kunnen van het kind en laat dit merken. Door respect te hebben voor de groeiende zelfstandigheid van het kind, zijn ontwikkeling en interesse in de wereld, geeft u hem de startvoorwaarden om zich te ontwikkelen. Dan kan de intelligentie zich verder ontwikkelen, waardoor het kind uit kan groeien tot een mondige en creatieve wereldburger. Ouders en leerkracht moeten het kind die voorwaarden bieden in een veilige omgeving, waarin het kind voldoende uitdaging vindt en een omgeving die past bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Op een montessorischool zijn opvoeding en onderwijs onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ouders en leerkrachten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor alle aspecten van de opvoeding van het kind.
Groep 3/4 In groep 3/4 gaan de kinderen op hun eigen niveau door. Veel kinderen hebben in groep 1/2 al een aantal letters geleerd. Een aantal kinderen kan al lezen. Wanneer het leesproces van een kind in de groep 1/2 nog in een pril stadium was, gaat in groep 3/4 de leerkracht gericht werken aan het lezen. Het kind gaat dan aan de hand van een speciale methode letters en woorden leren. Hetzelfde geldt voor het rekenen.
De kinderen zijn actief en concreet bezig met het leermateriaal. De basisvaardigheden moeten ook steeds meer ‘automatisch goed’ gedaan worden (automatiseren). Hierbij is de rol van de leerkracht te stimuleren, motiveren, en te controleren. De kinderen krijgen een registratieboekje waarin staat wat ze hebben gedaan of nog moeten doen. Elke week krijgen ze een nieuwe werklijst voorin hun registratieboekje. De werklijst bevat opdrachten uit alle vakgebieden. Zo leren kinderen zelf hun werk te plannen en de verschillende vakken aan bod te laten komen. De leerkracht overlegt met het kind welke activiteiten echt af moeten in die week. Naarmate een kind inzicht krijgt in de leerstof, kan hij steeds meer loskomen van het materiaal waarmee hij werkt. Hij leert steeds abstracter te denken. Dit proces vindt voornamelijk plaats in groep 3/4. Daarna speelt het montessorimateriaal alleen nog een rol bij nieuwe leerstof (breuken, procenten, machten van getallen of grammatica). Kinderen zijn heel gretig en hebben veel interesse in de wereld om zich heen. Daaraan wordt tegemoet gekomen in het kosmisch onderwijs. Daar komen onderwerpen als het ontstaan van de aarde of het zonnestelsel aan de orde, maar bovendien thema’s die wat dichter bij huis blijven, zoals vogels in de winter. Ook in groep 3/4 wordt een aandachtstafel ingericht rondom de thema’s. De kinderen beginnen met eenvoudige werkstukjes met de computer als informatiebron. Sommige kinderen maken een boekbespreking, bouwen een website of maken een presentatie in powerpoint. Bij de overgang naar de bovenbouw vindt er een uitvoerige overdracht tussen de leerkrachten plaats.
Uw kind in de bovenbouw De bovenbouwkinderen (8 tot 12 jaar, groep 5 t/m 8) moeten de basisregels die ze in de onderbouw hebben geleerd nu ook in combinatie toepassen om complexere leerstof aan te kunnen. Er komt ook steeds meer samenhang tussen de vakken. In de leerstof komen er nieuwe vaardigheden bij op het gebied van rekenen, taal, lezen, spelling en ICT. De wereld wordt voor de bovenbouwers letterlijk en figuurlijk steeds groter. Wereldgodsdiensten, de mens en zijn leefmilieu en belangrijke culturen, zoals de Grieken en de Romeinen komen aan de orde. Aan verschillende perioden in de geschiedenis, zoals de Middeleeuwen of de Industriële Revolutie, wordt aandacht besteed. Bijna wekelijks wordt geoefend op topografie. ICT-vaardigheden vormen een onmisbaar onderdeel van de lessen. De kinderen moeten zelf informatie zoeken, bijvoorbeeld met de computer of in de mediatheek. Die informatie passen ze toe en geven ze door in werkstukken, spreekbeurten, boekbesprekingen, drama en kringgesprekken.
In de bovenbouw besteden we veel aandacht aan sociale vaardigheden: naar elkaar luisteren, elkaar respecteren, oog krijgen voor de verschillen en daar goed mee omgaan, bemiddelen boj problemen en ze oplossen.
In de bovenbouw speelt het montessorimateriaal een minder grote rol, maar werken de kinderen met opdrachten voor rekenen, taal of andere leergebieden. De nadruk ligt op zelfstandig werken, zelf plannen, organiseren, structureren en samenwerken. Ze krijgen per twee weken een werklijst waarin alle onderdelen van de leerstof staan. Zo heeft een kind zelf overzicht over wat er gedaan moet worden. Langzamerhand krijgen de kinderen zelfkennis over hun manier van werken. Ieder kind maakt het werk af op de manier die bij hem past. Natuurlijk wordt ook hier weer gekeken wat het kind aankan. Regelmatig wordt er getoetst om de vorderingen en ontwikkelingen van het kind vast te stellen, bijvoorbeeld op het gebied van hoofdrekenen of spelling
Overgang naar het voortgezet onderwijs Kinderen in groep 8 krijgen regelmatig huiswerk mee, als voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Dat moeten ze in principe zelfstandig kunnen maken. Door de aandacht voor hun individuele ontwikkeling kennen ze hun eigen sterke en zwakke punten meestal goed tegen de tijd dat ze de basisschool gaan verlaten. Doorgaan naar voortgezet onderwijs dat bij hen past, is dan een natuurlijke stap. Kinderen en ouders krijgen op verschillende manieren informatie over het voortgezet onderwijs. • In het najaar geeft de leerkracht in een gesprek met de ouders een (voorlopig) advies over de keuze van het schooltype. Op verzoek van ouders of leerkracht kunnen er meerdere adviesgesprekken plaatsvinden. • In november organiseren de scholen in Zuid- Groningen een informatieavond voor ouders van kinderen van groep 8. Verschillende openbare middelbare scholen geven op deze avond een presentatie over het onderwijs op hun school. • De gemeente Groningen verzorgt schriftelijke informatie over alle middelbare scholen van de stad. Deze informatie krijgen de kinderen mee naar huis. • De CITO-eindtoets vindt plaats in april, gedurende drie ochtenden. Kinderen met dyslexie krijgen de vragen en opdrachten met audio-ondersteuning aangeboden. We willen als school niet te veel nadruk leggen op de CITO; wel bereiden we de kinderen erop voor door oude CITO-toetsen gezamenlijk te maken. Dit doen we om de kinderen vertrouwd te maken met de manier van vragen. • In januari en februari kunt u met uw kind open dagen bezoeken van de scholen waarin u geïnteresseerd bent. • Is de keuze gemaakt, dan geeft u dit voor 15 maart door aan de basisschool en meldt u uw kind aan bij de gekozen middelbare school. Deze school neemt contact op met de leerkracht van groep 8. De leerkracht geeft informatie over de schoolresultaten van uw kind (over de gehele acht jaar) en over de zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, doorzettingsvermogen, motivatie en werkhouding. • Op basis van deze informatie bepaalt de nieuwe school of uw kind wordt toegelaten. Plaatsingswijzer vervangt Cito bij schooladvies Vanaf het schooljaar 2014/ 2015 wordt een kind niet meer op basis van de uitslag van de Cito toets geplaatst maar op basis van de Plaatsingswijzer. De Plaatsingswijzer gaat uit van de leerlingprestaties van de laatste drie jaar van de basisschool. Dat geeft, naast het advies van de leerkracht van groep 8, de beste indicatie of een leerling naar het PRO, VMBO (LWOO), Havo of VWO kan. Bij de Plaatsingswijzer staan de gegevens uit het leerlingvolgsysteem vanaf groep 6 centraal. Er wordt gekeken naar de ontwikkeling van de leerling bij: • Begrijpend lezen • Rekenen en Wiskunde • Technisch lezen • Spelling De eerste twee onderdelen tellen hierbij het zwaarst. Toelating Alle Po en Vo scholen in de stad Groningen, Haren en Zuidlaren hebben afspraken gemaakt om de toelating beter te laten verlopen. Kinderen moeten voor 15 maart worden aangemeld en ze horen voor de e e e meivakantie of ze zijn geplaatst. Naast het twee weken eerder inschrijven moeten ouders een 1 , 2 en 3 voorkeur aangeven. Alle aanmeldingen die na half maart binnenkomen worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Scholen die meer aanmeldingen krijgen dan ze kunnen plaatsen gaan loten. Alle scholen doen dat vanaf 21 maart onder toeziend oog van een notaris. Kijk voor meer informatie op www.passendonderwijsgroningen.nl.
4. De resultaten van het onderwijs op de Boerhaaveschool De kwaliteit van de Boerhaaveschool valt moeilijk in één rapportcijfer uit te drukken maar blijkt uit een heleboel factoren. Uiteraard uit hetgeen de kinderen aan het eind van de basisschool geleerd hebben, maar ook uit de vaardigheden die ze geleerd hebben. U kunt dan denken aan de mate van zelfstandigheid, taakgerichtheid, een goede sociale en tegelijk positief kritische instelling. Ook de inzet en deskundigheid van het team, de sfeer in de school, de onderwijskundige visie en het beleid ten aanzien van schoolontwikkeling bepalen de kwaliteit van een school.
Hoe meet je kwaliteit? Onderwijs beoordelen De onderwijsinspectie beoordeelt jaarlijks de leeropbrengsten van de scholen. Elke vier jaar doet de onderwijsinspectie een uitgebreid onderzoek op scholen. Het rapport van onze school vindt u op de site van de onderwijsinspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Ook ons schoolbestuur O2G2 beoordeelt de aangesloten scholen. Eens in de vijf jaar worden wij gevisiteerd door de Nederlandse MontessoriVereniging. In 2014 is deze visitatie zeer positief verlopen. Niet alleen door externen willen wij beoordeeld worden. Ook binnen de organisatie hebben we regelmatig evaluatiemomenten om te beoordelen of we de goede dingen doen en hoe we de kwaliteit van ons onderwijs kunnen verbeteren. We vragen ook ouders, kinderen en personeel naar hun mening over relevante onderwerpen.
Resultaten toetsen In de loop van zijn schooltijd wordt uw kind regelmatig getoetst (Cito) op belangrijke vaardigheden als spelling, rekenen en lezen. Deze toetsen gebruiken we om naast de bevindingen van de leerkrachten op een objectieve manier de schoolvorderingen van de kinderen in kaart te brengen. In januari en februari nemen we de eindtoets voor groep 8 af en in groep 2 t/m 8 de toetsen van Cito voor het leerlingvolgsysteem. De uitkomsten van deze toetsen heten de opbrengsten. De vakgebieden waar we voor toetsen zijn: begrijpend lezen, rekenen, spelling en technisch lezen. In groep 2 toetsen we alleen rekenen en taal en in groep 3 alleen rekenen en technisch lezen. Elk jaar bekijken we samen met het team hoe de opbrengsten eruit zien, wat we goed doen en wat we moeten verbeteren. In 2014 waren de Cito-scores van begrijpend lezen, rekenen, spelling en technisch lezen op onze school goed. De normering van de toetsen is in 2014 aangepast door Cito. Cito is van plan dit elk jaar aan te gaan passen. Wat we in ieder geval goed kunnen zien, is of uw kind ontwikkelt of niet. Dit is een signaal waar we ons onderwijsaanbod aan uw kind op kunnen aanpassen.
Dit jaar zijn de scores van begrijpend lezen en rekenen goed, de resultaten van technisch lezen zijn zeer goed en de resultaten van spelling zijn goed. Voor technisch lezen hebben we een nieuwe methode aangeschaft (Veilig Leren Lezen) voor groep 3. Dit is terug te zien is in de resultaten van de kinderen van groep 3 én 4 en daar zijn we heel blij mee. De manier van werken van de nieuwe methode passen de leerkrachten direct ook toe in groep 4. Naast deze interventie zijn we ook bezig met de kwaliteitsaanpak die er vooral op gericht is de vaardigheden van het lesgeven te vergroten. Het aanbod voor technisch lezen is uitgebreid naar groep 4 t/m 8. Zo hebben we een doorlopende leerlijn technisch lezen van groep 3 t/m 8. In groep 1/2 wordt al veel met letters en cijfers gewerkt. Een mooie aanvulling daarop is het werken met Kleuterplein die door middel van uitdagende thema’s ondersteunend is op alle ontwikkelingsgebieden bij kleuters. De eindopbrengsten van de Boerhaaveschool zijn de laatste jaren boven de inspectienorm. In 2012 538,5 2013 538,7 2014 539,0 2015 534,8 Deze score wisselt per jaar en is het voor nu prachtig dat we boven de inspectienorm scoren. Hoge meetbare doelen zijn cruciaal om ons onderwijs te verbeteren. Helderheid over de doelen is een belangrijke en eerste stap om tot betere leerlingresultaten te komen. Het kan hier gaan om doelen in termen van CITO-scores, maar ook doelen die betrekking hebben op het handelen van leraren. Deze doelen zijn geformuleerd in onze jaarplannen. Deze kunt u op school inzien. Zij geven informatie over het ambitieniveau van de school en geven richting aan het handelen van de leraar. Op basis van doelen kan worden nagedacht over de leerlijnen die toeleiden naar de doelen. Daarvoor krijgen leerkrachten tijdens scholingsdagen kennis van de leerlijnen en de wijze waarop deze zijn uitgewerkt in methoden. Kennis van de doelen en leerlijnen maakt het mogelijk om beargumenteerde keuzes te maken in de leerstof en bepaalde onderdelen van de methode weg te laten en andere onderdelen juist wat extra aandacht te geven.
Doorstroom naar het vervolgonderwijs Op basis van de schoolvorderingen, de reguliere toetsen en de mening van ouders en school, komt de school met een advies voor het voortgezet onderwijs. Het voortgezet onderwijs meldt ons dat onze kinderen in hoge mate zelfstandig werken. Ze hebben al goed leren studeren, plannen, zoeken en zelfstandig verwerken
31
5. Ouders en de Boerhaaveschool
De Boerhaaveschool communiceert graag open met ouders. Geregeld krijgt u informatie over uw kind op school, over de school, onze beleidsplannen en activiteiten. Van ouders verwachten we dat ook: u kunt de leerkracht, directeur of gastvrouw aanspreken of bellen. U kunt ook een mail sturen om een afspraak te maken.
Overleg over uw kind Rond de voorjaarsvakantie en tegen de zomervakantie krijgen de kinderen van groep 2 t/m 8 een leerlingverslag mee naar huis. Daarin geven de leerkrachten een overzicht van de vorderingen van uw kind. Drie keer per jaar nodigt de leerkracht u uit voor een 10-minutengesprek over uw kind en zijn vorderingen. U bespreekt dan ook het leerlingverslag. Is er aanleiding om wat langer te praten, maakt de leerkracht een vervolgafspraak met u. Als u iets met de leerkracht wilt bespreken, kunt u een afspraak maken. Voor een korte vraag kunt u voor of na schooltijd de leerkracht aanspreken. Met vragen kunt u ook terecht bij de locatieleider, gastvrouwen, intern begeleider of directeur.
Informatie
Hebt u vragen, opmerkingen, ideeën, laat het ons weten!
• Elke maand ontvangt u via uw e-mail het BoerhaaveNieuws. Dit is de digitale schoolkrant, waarin informatie staat over activiteiten, gebeurtenissen en ontwikkelingen binnen de school. • Op de website van de Boerhaaveschool (www.boerhaaveschool.nl) vindt u allerlei informatie over de school. Nieuwtjes over schoolreizen, ouderavonden en dergelijke vindt u ook op de site en via ons informatiesysteem mijnschoolinfo.nl. • Alle praktische informatie en achtergrondinformatie over de Boerhaaveschool vindt u in de schoolgids. • Aan het begin van het schooljaar houden de leerkrachten uit de onderbouw en bovenbouw een informatieavond, waarin ze de dagelijkse gang van zaken op school toelichten. • Uw kind krijgt een digitale klassenlijst, waarop namen en telefoonnummers van de kinderen vermeld staan. • Hebt u nog vragen over het onderwijs of wilt u meer informatie over schoolvakanties, onderwijskosten, werken in het onderwijs of de kwaliteit van het onderwijs, dan kunt u dit vinden op www.rijksoverheid.nl, T (0800) 8051. De Boerhaaveschool stelt hulp van ouders bijzonder op prijs. Er zijn altijd activiteiten waarbij de leerkracht een extra paar handen en/of ogen of ondersteuning kan gebruiken. Ook doen we graag een beroep op specifieke kennis van ouders, bijvoorbeeld voor de website, schooltuin, een les geven aan kinderen. Kijk ook op pagina 21 om ideeën op te doen wat u voor de school kunt doen. U krijgt er voor terug dat u meer betrokken bent bij uw kind op school, bij de school en bij de mensen die er werken en leren.
32
Ouderraad De ouderraad bestaat uit ouders en twee leden uit het team en ondersteunt bij de organisatie van feesten als Sinterklaas, paasontbijt, Sint Maarten, etc. De ouderraad vraagt de ouders jaarlijks een vrijwillige financiële bijdrage per leerling, onder andere voor het organiseren van activiteiten. Het bedrag is vastgesteld op € 25,- per jaar. Inwoners van Groningen met een minimuminkomen en schoolgaande kinderen kunnen in veel gevallen een tegemoetkoming krijgen voor de ouderbijdrage en de schoolreizen. Als u daar recht op heeft, ontvangt u van de dienst SOZAWE een brief. Indien een ouder de jaarlijkse bijdrage niet betaalt, kan overwogen worden het kind niet te laten deelnemen aan bepaalde activiteiten. Er wordt dan een vervangende activiteit
Vragen en opmerkingen aan de ouderraad kunt u in het postvakje van de ouderraad leggen. Op beide locaties vindt u het postvakje in de personeels-kamer. U kunt ook mailen:
[email protected].
aangeboden.
Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) behartigt de belangen van personeel en ouders. De raad bestaat uit 4 ouders en 4 personeelsleden die ongeveer 7 keer per jaar vergaderen. In de Wet Medezeggenschap Scholen is vastgelegd over welke beleidsstukken de MR advies- of instemmingsrecht heeft. Op gemeentelijk niveau is er een Gemeenschappelijke
Uw vragen of aandachtspunten voor de medezeggenschapsraad kunt u mailen naar: medezeggenschapsraad@ boerhaaveschool.nl. U kunt ze ook schriftelijk indienen in het postvakje van de MR in de personeelskamer op beide locaties.
MedezeggenschapsRaad voor openbare scholen. De GMR heeft dezelfde bevoegdheden als de MR (instemmings- of adviesrecht), maar behandelt alleen onderwerpen die de school overstijgen. Elke openbare school in de gemeente Groningen heeft 1 afgevaardigde (ouder of personeel) als vertegenwoordiger in de GMR.
Verkeerscommissie De verkeerscommissie van de Boerhaaveschool bestaat uit leerkrachten en ouders. De ouders zijn aangesloten bij het landelijk initiatief van 3VO voor verkeersouders (één per schoollocatie). Wanneer nodig roept de verkeerscommissie de hulp in van andere ouders. Het doel is om voor de school verkeersbeleid te ontwikkelen en uit te voeren. De commissie rapporteert aan de directeur van de school. Het aandachtspunt voor de leerkracht in de verkeerscommissie is het verkeersonderwijs. De ouders van de verkeerscommissie maken zich sterk voor veilige routes tussen huis en school. Om dit te bereiken werken ze samen met de politie, de gemeente en de lokale 3VO-afdeling.
Suggesties en klachten Bent u tevreden vertel, vertel het verder! Bent u ontevreden vertel het ons! Onder dit motto bevorderen we de contacten tussen ouders/verzorgers, teamleden, begeleiders, onderwijsondersteuners en commissieleden. Overal waar gewerkt wordt zijn wel eens misverstanden en worden fouten gemaakt, dat is op onze school niet anders. U bent van harte welkom om dergelijke punten te bespreken. Samen streven we naar een goede oplossing en komen wij er niet uit dan bespreken wij wie ingeschakeld moet worden om een oplossing te realiseren. In deze schoolgids wordt toegelicht hoe en waar u klachten of opmerkingen kunt aangeven, zodat deze op de juiste plek terecht komen en gezamenlijk actie ondernomen kan worden.
Klachten Ouders/verzorgers of personeelsleden van de school kunnen een klacht indienen over gedragingen en beslissingen van het schoolbestuur en personeel van de school. De mogelijkheid om een klacht in te dienen is gebaseerd op de Klachtenregeling O2G2 en hanteert het volgende stappenplan:
Stap 1: Klacht bespreken met de betrokken persoon. Stap 2: Indien stap 1 niet naar tevredenheid wordt opgepakt, klacht bespreken met de directeur of de contactpersoon bij ons op school. Naam contactpersoon is: Stap 3: Indien stap 2 niet naar tevredenheid wordt opgepakt, klacht bespreken met schoolbestuur. Stap 4: Indien stap 3 niet naar tevredenheid wordt opgepakt, klacht voorleggen aan de (landelijke) klachtencommissie. Voor informatie over de klachtenprocedure kunt u terecht bij de contactpersoon op onze school. De interne klachtenregeling van O2G2 is te vinden op www.o2g2.nl . Als het overleg op school geen oplossing biedt, kunt u een klacht indienen bij het College van Bestuur van O2G2 (p/a postbus 744, 9700 AG Groningen). De klachtencoördinator van O2G2 (de heer F. Bosma, tel: 088-3688800) kan u informeren over de procedure. Mocht deze stap nog niet tot een bevredigende oplossing leiden, dan kan formeel een klacht ingediend worden bij de Landelijke Klachtencommissie. De Openbaar Onderwijs Groep Groningen is aangesloten bij de Stichting Onderwijsgeschillen, postbus 85191, 3508 AD Utrecht. Voor klachten over seksuele intimidatie kunt u het best één van de vertrouwensartsen van de GGD benaderen (050-3674000) of met de Vertrouwensinspecteur (0900-1113111).
34
35
5. Adressen van instanties
Openbaar Onderwijs Groep Groningen (OOGG) Leonard Springerlaan 39 Postbus 744 | 9700 AS Groningen T (050) 368 88 00 | info@O2G2 www.openbaaronderwijsgroepgroningen.nl Passend onderwijs www.passendonderwijsgroningen.nl Contactgegevens van de Commissie van Advies en het Centraal Informatiepunt Passend Onderwijs telefoon: 050 - 520 91 20 (voor CvA én CI) mail CvA:
[email protected] mail CI:
[email protected] Postadres: Postbus 8061, 9702 KB te Groningen Gegevens Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 20.01 Postadres: Postbus 138, 9640 AC Veendam Management: Roel Weener en Marjet Westerhoff Telefoon: 06-12060863 en 06-27557709 E-mail:
[email protected] en
[email protected] Website: www.passendonderwijsgroningen.nl Stichting Onderwijsgeschillen Postbus 85191, 3508 AD Utrecht Zorgfederatie Noord Postbus 700180, 9704 AA Groningen T 575 28 56 Kinderdagverblijf De Blokkendoos Van Swietenlaan 1-a, 9728 NX Groningen | T (050) 526 07 51 www.deblokkendoos.nl Cedin Lavendelheide 21 | 9202 PD Drachten T (088) 0200 300 |
[email protected] | www.cedin.nl Nederlandse Montessori Vereniging Bezuidenhoutseweg 251-253 | 2594 AM ‘s-Gravenhage T (070) 331 52 82 | F (070) 381 42 81
[email protected] | www.montessori.nl Informatie Centrum Gezondheid (onderdeel GGD, gemeentelijke gezondheidsdienst) Hanzeplein 120 | 9713 GW Groningen T (050) 367 40 00 | www.ggdgroningen.nl Op werkdagen geopend van 08.00 tot 17.00 uur Battello kinderdagverblijf/NSO/VSO/SKSG Veenweg 1-3 | 9728 NH Groningen | T (050) 525 69 01 |
[email protected] V.O.O. (Vereniging Openbaar Onderwijs) Louis Armstrongweg 120 Postbus 60182 | 1320 AE Almere T (036) 533 15 00 | F (036) 534 04 64 |
[email protected] | www.voo.nl
36
Buitenschoolse opvang De Blokhut (BSO) Van Swietenlaan 1 | 9728 NX Groningen | T (050) 526 88 13 | www.bsodeblokhut.nl |
[email protected] Inspectie voor het onderwijs www.onderwijsinspectie.nl |
[email protected]
Vragen over onderwijs: T 0800-8051 (gratis) Klachtenmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: Meldpunt vertrouwensinspecteurs T (0900) 111 3 111 (lokaal tarief) Stichting Kinderopvang Stad Groningen Heresingel 10 | 9711 ES Groningen | T (050) 313 77 27 |
[email protected] | www.sksgkinderopvang.nl
COP groep (Centrum voor Ontwikkeling en Pedagogische activiteiten) Peuterspeelschool De Speelhoorn Van Swietenlaan 1 | 9728 NX Groningen T (050) 526 88 13 | M 06 13198077 Speelotheek en Koffieochtenden voor ouders Gieke Tacoma
Van Swietenlaan 1 | 9728 NX Groningen T (050) 526 88 13 | M 06 10559532
[email protected] Coördinator naschoolse activiteiten Jannie Boer | Semmelweisstraat 80 | 9728 NX Groningen |M 06 13198017 |
[email protected] Huis voor de sport Groningen Sportconsulent T (0598) 32 32 00 |
[email protected] www.huisvoordesportgroningen.nl Buurt- en Speeltuinvereniging Corpus den Hoorn Activiteitencentrum | Semmelweisstraat 2 | 9728 NB Groningen T (050) 526 72 17 | www.buurtbeheer.com Voor informatie over het kinderwerk: Jannie Boer | M 06 13198017 |
[email protected]
37
www.
boerhaaveschool
.nl