LOB-dossier
Leerjaar 4 2014 – 2015
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding
Inhoudsopgave Deel 1: De instructie
3
1.1 Inleiding 1.2 De LOB-module
3 4
1.2.1 Een vak zonder leraar 1.2.2 De eisen 1.2.3 De verslaggeving 1.2.4 De controle 1.2.5 De planning 1.2.6 Verlof aanvragen
4 4 4 4 4 5
1.3 De activiteiten
6
1.3.1 Beschrijving activiteiten
7
Deel 2: Jouw verslaglegging Deel 3: De aftekenlijst
2
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding
Deel 1: De instructie 1.1 Inleiding Voordat je in het vierde leerjaar terechtkwam, had je al een heel traject afgelegd, wanneer het gaat om LOB. In de brugklas en in de tweede klas heb je met je vakdocenten en je lgb’ers, misschien onopgemerkt, gewerkt aan keuzebegeleiding. De vakdocenten hebben je aangegeven waarom nu juist hun vak belangrijk zou kunnen zijn voor jouw toekomst. Met je lgb’ers heb je in je autobio ook al bezig gehouden met vragen als: ‘Wat zijn mijn sterke kanten?’ of ‘Wat wil ik eigenlijk?’. Die vragen kwamen ook weer terug tijdens leerplantijd die je in het derde leerjaar van je decaan en je lgb’er kreeg. Bovendien kreeg je ook een overzicht van de diverse sectoren in de maatschappij en van de opleidingen die daarbij horen. Wellicht heb je ook nog in het derde leerjaar een capaciteitentest gedaan. In ieder geval hebben je vakdocenten aangegeven, waar jouw sterke en minder sterke kanten liggen. Op basis van jouw voorstellingen over je toekomst en met behulp van die adviezen heb je toen een profiel gekozen voor de Tweede Fase. Je ziet, er is al heel wat gebeurd. Toch zijn we er nog niet, want we zijn pas echt tevreden, wanneer jij over twee of drie jaar naar een opleiding gaat die jou op het lijf geschreven is, een opleiding die past bij jouw capaciteiten en bij jouw voorstellingen over je toekomst. Een opleiding, waar je niet na een jaar van zegt: ‘Nee, dit was het toch niet’. Om dat te bereiken moet je in de Tweede Fase de module LOB (Loopbaanoriëntatie en –beroep) doen. Deze module moet je helpen een verantwoorde keuze te maken. Hoe dat in zijn werk gaat beschrijven we op de volgende bladzijden van deze module. Een module overigens, waar jij zelf voor verantwoordelijk bent tijdens de gehele Tweede Fase, een officieel document. De school mag jou geen diploma geven, wanneer je niet aan de eisen van deze module voldaan hebt. Reden genoeg om voorzichtig met je LOB-dossier om te gaan en het vervolg van de instructie aandachtig door te nemen.
3
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding
1.2 De LOB-module 1.2.1 Een vak zonder leraar Je weet dat zelfstandigheid voorop staat in de Tweede Fase. Voor deze module geldt dat in het bijzonder. Er zijn namelijk geen lessen LOB. Je moet het allemaal zelf doen. Dat lijkt moeilijker dan het is, want in het vervolg van deze instructie wordt precies beschreven, wat je allemaal mag/kan/moet, om aan de eisen te voldoen. Je lgb’er en je decaan zullen je regelmatig aanspreken over je vorderingen, en wanneer je problemen ondervindt, dan kun je bij beiden altijd terecht. Wel is het zaak, deze module niet op de lange baan te schuiven en goed te plannen. Wanneer je de activiteiten goed spreidt over de gehele Tweede Fase, dan valt het allemaal best mee. 1.2.2 De eisen Zoals gezegd moet je in de Tweede Fase een aantal activiteiten verrichten die ten doel hebben, dat jij een verantwoorde keuze maakt voor een opleiding. Alle activiteiten die je zou kunnen doen staan in deze module beschreven. Je moet zelf een keuze maken. De eis is echter, dat je in totaal 40 SBU (studiebelastingsuren) met de module LOB bezig bent. Die 40 uur hebben wij omgezet in 40 punten. Bij iedere activiteit staat vermeld, hoeveel punten je ervoor krijgt. Sommige activiteiten kun je op school verrichten. Voor andere activiteiten moet je op pad. Uiteraard mag je verschillende activiteiten meer dan één keer doen. Sommige activiteiten zijn wel aan een maximum gebonden. 1.2.3 De verslaggeving Voor jezelf is het goed, vast te leggen, wat je precies gedaan hebt, en wat je daarvan vond. Op die manier kom je steeds dichter bij je doel. Voor ons is verslaggeving noodzakelijk om te zien of jij werkelijk dichter bij je doel komt en natuurlijk ook om te kunnen controleren of jij aan de eisen van de module hebt voldaan. Goede verslaggeving is moeilijk: Wat is nu echt belangrijk om op te schrijven over het bezoek van een open dag? Wat willen mijn lgb’er en mijn decaan eigenlijk van mij weten? Hiervoor hebben we een klein format ontwikkelt, die jou kan ondersteunen bij het schrijven van een verslag. Na een LOB-activiteit moet je het verslag binnen 2 weken inleveren, anders krijg je er geen punten meer voor! 1.2.4 De controle Uiteindelijk is je decaan verantwoordelijk voor het antwoord op de vraag, of jij wel of niet hebt voldaan aan de eisen. De praktische controle ligt echter ook voor een groot gedeelte in handen van je lgb’er. Wanneer je een bepaalde activiteit verricht hebt en het verslag daarover gemaakt hebt, dan stop je het verslag achter in je LOB-dossier, zodat je verslag beoordeeld kan worden door de decaan. Het is handig om achter in je LOB-dossier een aantal zogenaamde ‘showtassen’ te doen zodat je nog andere zaken kwijt kunt zoals bijvoorbeeld de schriftelijke informatie die je over een opleiding hebt meegekregen op een open dag of iets dergelijks. Gebruik voor de overzichtelijkheid verschillende tabbladen na iedere activiteit. Wanneer je decaan de verslagen gecontroleerd heeft, vult hij/zij de verzamellijst helemaal achterin je mapje in. Wanneer hij/zij vindt, dat je de activiteit naar behoren gedaan hebt, vult hij/zij bij de activiteit het aantal toegekende punten en zet zijn/haar paragraaf. Er zal regelmatig overleg plaatsvinden tussen de lgb’er en de decaan om over je vorderingen te praten. 1.2.5 De planning Hierboven is al opgemerkt, dat het belangrijk is, snel te beginnen. Voor de HAVO-leerlingen geldt dat natuurlijk nog sterker, want die hebben een jaar minder. Bij de overgang van 4 Havo naar 5 Havo moet je minimaal 20 punten behaald hebben. Bij de overgang van 4 naar 5 Vwo moet je 10 punten behaald hebben en bij de overgang van 5 naar 6 Vwo moet je in totaal 25 punten behaald hebben. Wanneer je het verplichte aantal punten niet hebt behaald, is dit onderdeel van het betreffende schooljaar niet afwerkt en dan kun je niet overgaan of aan het examen deelnemen. We gaan ervan uit, dat je de hele module klaar hebt vóór de voorjaarsvakantie van het examenjaar. Je bent klaar wanneer je 39 punten bijeen gesprokkeld hebt. Het veertigste punt krijg je voor het afrondende 4
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding gesprek met je decaan en je lgb’er. We hopen en we gaan er eigenlijk ook van uit, dat je toekomstplannen dan echt vaste vorm aangenomen hebben. Na het eindgesprek zal de decaan de module LOB aftekenen op je examendossier. In je examenjaar moet je vóór 1 maart op eindgesprek zijn geweest bij je decaan en lgb’er. 1.2.6 Verlof aanvragen Het kan zo zijn dat je bijvoorbeeld een meeloopdag wilt gaan doen. Meeloopdagen vallen over het algemeen onder schooltijd. Je kunt bij je decaan en bij de receptie een briefje halen waarmee je verlof kunt aanvragen. Vul dit briefje in en dien dit in bij je decaan. De decaan zal dan, al dan niet in overleg met de rector, beslissen of het verlof wordt gehonoreerd. Het verlof moet minimaal 2 weken van tevoren aangevraagd worden!
5
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding
1.3 De activiteiten ONDERDEEL
PAGINA
ACTIVITEIT
PUNTEN
MAXIMAAL
1
VOORLICHTINGSDVD’S
1
4X
2
WEB-INFO
1
4X
3
VOORLICHTINGSMIDDAG (VERPLICHT)
1–3
2X
4
DIOS / TKMST / QOMPAS
1
3X
5
GESPREK MET VAKDOCENT / LGB’ER / DECAAN
1
4X
6
BEROEPENINTERESSETESTS
1
2X
7
VERGELIJKING MBO / HBO
2
1X
8
VERGELIJKING HBO / WO
2
1X
9
OPEN DAG
6
4X
10
MEELOOPDAG / PROEFSTUDEREN
6
3X
11
MASTERCLASS / VAKANTIECURSUS
6
1X
12
STAGE
4
1X
13
CONTACT MET OUD-LEERLINGEN
1
2X
14
INTERVIEW MET BEROEPSBEOEFENAAR
2
3X
15
ONDERWIJSBEURS
3
1X
16
INFORMATIE VERGAREN M.B.T. OP KAMERS
2
1X
17
2
1X
2
1X
19
INFORMATIE VERGAREN M.B.T. STUDIEFINANCIERING INFORMATIE VERGAREN M.B.T. STUDEREN IN HET BUITENLAND HET VOLGEN VAN EEN VOORBEREIDEND JAAR
20
1X
20
TOELATINGSTESTDAG
1
2X
21
INFORMATIE VERGAREN M.B.T. WETSVOORSTEL ‘KWALITEIT IN VERSCHEIDENHEID’ (VERPLICHT) AFSLUITEND GESPREK DECAAN (VERPLICHT)
1
1X
1
1x
18
22
6
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding 1.3.1 Beschrijving activiteiten 1. Voorlichtingsdvd’s punten: 1 maximum: 4x De decaan heeft een aantal dvd’s met voorlichtingsmateriaal over opleidingen / beroepen. Deze dvd’s kun je lenen en in het OLC bekijken. Wanneer je zo’n dvd bekijkt en een verslagformulier invult, levert dit je één punt op. Je krijgt dit punt, als je bij je decaan je verslag hebt ingeleverd. Voorwaarde is wel, dat de opleiding past binnen het door jou gekozen profiel. 2. Web-info punten: 1 maximum: 4x Op de website kun je adressen vinden van de websites van alle Nederlandse universiteiten en instellingen voor het HBO en WO. Ook in de boekjes die bij de decaan liggen staan deze adressen. Surf naar een opleiding die past in jouw profiel en bekijk de informatie sommige websites bieden meer dan alleen inhoudelijke informatie over een studierichting. Kun je iets vinden over het studentenleven? Over huisvesting? Print alle informatie uit en voeg die bij het ingevulde verslagformulier in je map. 3. Voorlichtingsmiddag (VERPLICHT) punten: 1-3 maximum: 2x Ieder jaar wordt er op één van de Bredase scholen een voorlichtingsmiddag georganiseerd. Tijdens zo’n middag zijn er voorlichters van HBO- en WO-opleidingen aanwezig, die jou over ‘hun’ opleiding alles kunnen vertellen. Zo’n middag bestaat uit een aantal ‘ronden’. We gaan er vanuit dat je maximaal drie voorlichters per keer bezoekt. Voor iedere ronde ontvang je één punt, wanneer je een verslagformulier goed invult. LET OP! De verslagformulieren moet je al gedeeltelijk vóór de bijeenkomst invullen. We willen dat je goed beslagen ten ijs komt en dat jouw vragen ook werkelijk beantwoord worden tijdens deze voorlichtingsmiddag. Je moet van tevoren duidelijk voor ogen hebben, wat je wilt weten. 4. Dios / TKMST / Qompas punten: 1 maximum: 4x Op internet vind je de sites ‘TKMST’ en ‘Qompas’. Via deze sites kan je op een eenvoudige manier zoeken naar opleidingen en beroepen. Print het resultaat van jouw zoektocht uit en voeg het bij het ingevulde verslagformulier. Voorwaarde is uiteraard, dat dit beroep of deze opleiding past binnen het door jou gekozen profiel. 5. Gesprek vakdocent / lgb’er / decaan punten: 1 maximum: 4x Gesprekken met vakdocent / lgb’er / decaan kunnen soms in aanmerking komen om mee te wegen in deze module. Zo’n gesprek moet dan wel in het teken staan van jouw oriëntatie op vervolgonderwijs en op initiatief van jou zelf gehouden worden. Een gesprek met een vakdocent over je resultaten komt hiervoor dus niet in aanmerking. Een gesprek, bijvoorbeeld met je docent Engels, over je plannen Engels te gaan studeren komt hiervoor wel in aanmerking. Een gesprek met je lgb’er over jouw resultaten komt niet in aanmerking, maar een gesprek over je studiekeuze wel. Voorwaarde is uiteraard ook, dat je het verslagformulier invult. Je moet het formulier nadat je het hebt ingevuld, door de desbetreffende docent(e) laten paraferen. 6. Beroepeninteressetests punten: 1 maximum: 2x Wanneer je weinig inzicht hebt in wat je later wil gaan doen, dan kunnen interessetests je daarbij helpen. Je moet je niet blindstaren op deze tests. Het zijn hulpmiddelen, niet meer en niet minder. Ze kunnen je helpen je weg te vinden, maar je moet nooit een studie of beroep kiezen ‘omdat het nu eenmaal uit de test kwam’. Een gemakkelijk toegankelijke test vind je op internet: http://fontys.icares.com/ . Nadat je 75 vragen snel beantwoord hebt, geeft het programma je een aantal mogelijke opleidingen op Bachelor- en Masterniveau. Ook op de website van Qompas staan enkele tests. Naast bovenstaande tests zijn er ook uitgebreidere beroepskeuze- en interessetesten te doen. Helaas zijn hier wel extra kosten aan verbonden. Mocht je hierin geïnteresseerd zijn neem dan contact op met je decaan. 7
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding 7. Vergelijking MBO / HBO punten: 2 maximum: 1x Niet alle Havoleerlingen stromen automatisch door naar het HBO. Er zijn HBO-studies die door veel Havoleerlingen als erg moeilijk ervaren worden. Soms is de route via het MBO dan beter. Veel MBOopleidingen bieden voor Havoleerlingen ook een verkorte leerweg aan. Maak eens een overzicht, waarin je de verschillen tussen MBO en Hbo op een rijtje zet. Vraag op open dagen naar de verschillen, maar probeer ook vanuit brochures of vanuit gesprekken met studenten de verschillen te ontdekken. Geef de verschillen die je gevonden hebt kort weer op het verslagformulier. 8. Vergelijking HBO / WO punten: 2 maximum: 1x Voor veel Vwo-leerlingen is het niet vanzelfsprekend dat ze doorstromen naar het wetenschappelijk onderwijs. Wat zijn nu eigenlijk de verschillen tussen WO en het HBO? Op diverse internetsites worden een aantal verschillen beschreven. Op de website van de Erasmus Universiteit Rotterdam (www.eur.nl/master/na_het_hbo/verschil/) kun je alvast een eerste indruk krijgen. Zoek zelf verder en zet de verschillen eens bij elkaar op het verslagformulier. 9. Open dag punten: 6 maximum: 4x Natuurlijk ga je één of meerdere keren naar een open dag van universiteit of hogeschool. In principe gaan we er vanuit, dat je open dagen op zaterdagen of ’s avonds bezoekt; in elk geval in je eigen vrije tijd. Alleen wanneer er buiten schooltijd geen mogelijkheden zijn om de opleiding te bezoeken, mag je hiervoor een dag verzuimen. Je moet dan van tevoren een toestemmingsbriefje laten invullen door je ouders en de decaan. Zorg ervoor, dat je van tevoren weet, op welke vragen je een antwoord zoekt. Gebruik voor de verslaggeving van het verslagformulier. Voeg eventueel schriftelijke informatie bij het verslagformulier. 10. Meeloopdag / proefstuderen punten: 6 maximum: 3x Tijdens open dagen worden universiteiten en hogescholen letterlijk en figuurlijk ‘netjes opgepoetst’. Je mag daar best kritisch mee omgaan, en het kan dan ook geen kwaad, eens achter de schermen te kijken. Op een meeloopdag zie je vaak beter hoe de zaak werkelijk functioneert. Er zijn dan meer mogelijkheden om met studenten in contact te komen. Sommige instellingen voor HBO of WO organiseren meeloopdagen of proefstudeerdagen. We gaan er wel vanuit dat je al redelijk zeker bent van wat je wilt, voordat je naar een meeloopdag gaat. In ieder geval heb je eerst de toestemming van je decaan nodig. Schrijf je nooit in voor een studie, als je niet eerst aan minstens één meeloopdag hebt meegedaan. 11. Masterclass / vakantiecursus punten: 6 maximum: 1x Sommige universiteiten en hogescholen organiseren jaarlijks vakantiecursussen of masterclasses. Tijdens zo’n dag (of week) leer je op zeer compacte wijze het één en ander over een studierichting. Aan een masterclass mag je pas deelnemen, wanneer je je aantoonbaar in de betreffende studierichting verdiept hebt. Voeg bij het verslagformulier alle schriftelijke informatie die je meekrijgt. Alleen classes/cursussen die georganiseerd worden door een officieel erkende onderwijsinstelling komen in aanmerking. 12. Stage punten: 4 maximum: 1x Tijdens je Orion loopbaan heb je misschien verschillende stages gedaan, zoals bijvoorbeeld je maatschappelijke, snuffel- of bedrijfsstage. Van deze stage moet je een bewijs laten zien, wat je daadwerkelijk gedaan hebt en tevens moet je motiveren hoe deze stage in verband staat met je profiel of je toekomstig beroep. Kun je dat niet motiveren, dan mag je hem niet inbrengen.
8
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding 13. Contact met oud-leerlingen punten: 2 maximum: 2x Met studies is het net als met beroepen: je leert het meest van de ervaringen van mensen die er mee bezig zijn. Daarom is het helemaal niet zo’n slecht idee, eens contact op te nemen met iemand die bezig is met de studie die jij ook wilt gaan doen. Je moet wel zelf contact opnemen. Misschien ken je al iemand. Wanneer dat niet het geval is, vraag dan aan je decaan een lijst met geslaagde eindexamenkandidaten en de door hen gekozen studierichtingen. Vul je verslagformulier gedeeltelijk al voor het gesprek in! 14. Interview met beroepsbeoefenaar punten: 2 maximum: 3x Om daadwerkelijk een goed beeld te krijgen van het beroep dat jij misschien wilt gaan uitoefenen is het slim om eens contact te leggen met iemand die dit beroep al uitoefent. Zorg dat je van te voren het interview goed voorbereid. Mocht je niet weten hoe je een goed interview moet afnemen, neem dan contact op met de docent Nederlands. Werk vervolgens het hele interview uit. 15. Onderwijsbeurs punten: 3 maximum: 1x Elk jaar wordt er in Eindhoven de onderwijsbeurs Zuid-Nederland gehouden. Deze beurs is op vrijdag en zaterdag, dus in je vrije tijd te bezoeken. Informatie over deze beurs en kaartjes kun je via de website www.onderwijsbeurszuid.nl halen. Zorg dat je de onderwijsbeurs goed voorbereid aan het hand van het verslagformulier. Het verslag moet twee weken na het bezoek aan de decaan worden getoond, anders krijg je er geen punten meer voor. Er zijn ook onderwijsbeurzen op een ander tijdstip in Noord, Oost en West Nederland en een grote studiebeurs in Utrecht. 16. Informatie vergaderen m.b.t. op kamers gaan punten: 2 maximum: 1x Hoe kom je aan een kamer? Wanneer moet je beginnen met zoeken? Hoeveel kost een kamer gemiddeld in de stad waar jij gaat studeren? Bezoek de website http://www.kamerlink.nl/informatie.php Op deze website vind je allerlei nuttige adviezen over het huren van een kamer. Ook vind je daar een zoekfunctie om beschikbare kamers in diverse studentensteden te vinden. Andere handige websites zijn: www.kamernet.nl en de websites van de diverse gemeentelijke woningstichtingen. Neem gerust alvast contact op met ze, het verplicht je tot niets! Ook via Google kun je vele sites over dit onderwerp vinden. Wel het verslagformulier even invullen. 17. Informatie vergaren over studiefinanciering punten: 2 maximum: 1x Wanneer je gaat studeren verandert er op financieel gebied enorm veel. Ga je op kamers of blijf je thuis wonen? Heb je eigen inkomsten? Hoeveel bedraagt het inkomen van je ouders? Allemaal vragen die van invloed zullen zijn op jouw financiële situatie, wanneer je naar een MBO, HBO of WO opleiding gaat. Of je alleen maar in aanmerking komt voor een basisbeurs of ook voor een aanvullende beurs, hoe en hoeveel je kunt lenen, hoeveel je mag bijverdienen, hoe je moet aanvragen. Je komt het allemaal te weten bij Dienst Uitvoerbaar Onderwijs. Via internet: www.ib-groep.nl . Je kunt je ook persoonlijk laten voorlichten bij een regiokantoor. Vul het verslagformulier in en spreek dit onderwerp ook goed door met je ouders! 18. Informatie vergaren m.b.t. studeren in het buitenland punten: 2 maximum: 1x Anderhalf jaar van tevoren beginnen met het inwinnen van informatie is geen overbodige luxe. * Zorg dat je alles te weten komt van het onderwijssysteem in het land van je keuze. * Zorg dat je goed verzekerd bent: je kunt er niet zomaar vanuit gaan dat je bestaande verzekeringen voldoende dekking bieden. * Hoe zit het met mijn studiefinanciering? * Waar en hoe meld ik mij aan en wat zijn de kosten? Veel informatie over studeren in Europa is te vinden bij het NUFFIC: Kortenaerkader 11, Den Haag, tel.: 070-4260210. Ook als je plannen hebt voor andere continenten zal je voor algemene informatie veel aan het NUFFUC hebben. 9
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding 19. Het volgen van een voorbereidend jaar punten: 20 maximum: 1x Door het volgen van een voorbereidend jaar voor bijvoorbeeld het conservatorium of kunstacademie krijg je de helft van de totale score voor deze ene activiteit alleen. Logisch, want je weet dan al bijna zeker, wat je gaat doen. Omdat het nooit helemaal zeker is, moet je de overige 20 punten net als iedereen verdienen door je ook te oriënteren op andere studies. Natuurlijk verwacht je decaan wel verslaggeving over jouw voorbereidende jaar hiervoor is geen formulier beschikbaar. Neem contact op met je decaan om de zaken door te spreken. 20. Toelatingstestdag punten: 1 maximum: 3x Voor sommige opleidingen moet je, voordat je wordt aangenomen, een test doen of gekeurd worden. Dit geldt met name voor de Hoge Hotelschool, Sport & Education (lerarenopleiding LO) en voor de opleidingen bij Politie, Leger of Luchtmacht. Voeg alle schriftelijke informatie bij je verslag. 21. Wetsvoorstel ‘Kwaliteit in verscheidenheid’ (VERPLICHT) punten: 2 maximum: 1x Momenteel zijn er in onderwijsland veel veranderingen in aantocht. Zorg dat je hiervan op de hoogte bent. Ga op zoek naar informatie over het wetsvoorstel ‘Kwaliteit in verscheidenheid’ en schrijf de belangrijkste veranderingen op die voor jou van toepassing zijn. Houd vooral de website van de rijksoverheid in de gaten. 22. Afrondend gesprek (VERPLICHT) punten: 1 maximum: 1x Definitieve keuze(s) gemaakt? Dan zou je eigenlijk op de volgende vragen de antwoorden moeten weten! * Kansen om de opleiding in de gestelde tijd af te ronden * Wat zijn de voor jouw nieuwe vakken en wat is de inhoud daarvan? * Heb je een idee gekregen van de sfeer en de grootte van de opleiding? * Wat ben je concreet over de faciliteiten voor studenten te weten gekomen, zoals bibliotheek/mediatheek e.d.? * Heb je een idee gekregen over de studenten en de studentenverenigingen? * Wat weet je over de studiebegeleiding, wat doet de studieadviseur, de studiementor en wat betekent tutoraat? * Wat is de reputatie van de opleiding (zie Keuzegids voor Hoger Onderwijs)? * Hoe zit het met de reisafstand? * Hoe zit het met de kansen op het vinden van woonruimte en wat zijn de prijzen? * Weet je iets over de internationale contacten van de instelling? *Hoe zit het met de onderwijsmethode, het aantal onderwijs- of werkgroepuren per week en het aantal contacturen in verhouding tot de zelfstudie? * Welke afstudeervarianten kun je na je propedeusejaar volgen? * Kent de opleiding een bindend studieadvies? * Weet je nu alles over je studiefinanciering? Waarschijnlijk heb je nog een aantal andere zaken die jouw keuze bepaald hebben. Dat zijn mede de ingrediënten voor het laatste afrondende gesprek met je decaan en je lgb’er, die daarna jouw LOBdossier zal aftekenen. Van dit gesprek hoef je geen verslag meer te maken. In je examenjaar moet je vóór 1 maart op eindgesprek zijn geweest bij je decaan en lgb’er.
10
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding
Let op: De bovenstaande lijst met activiteiten is vrij compleet. De meeste dingen die je als leerling kunt doen, om je voor te bereiden op je toekomstige studie / beroep, vind je hier terug. Toch kan het weleens zijn, dat jij iets doet of gedaan hebt, dat je niet in deze lijst terug vindt en waarvan je kunt aantonen, dat het wel degelijk een voorbereiding is op je toekomstige studie / beroep. Ga dan naar je decaan en leg haar dit voor. Hij bepaalt dan of en zo ja, hoeveel punten aan deze activiteit kunnen worden toegekend. De puntentelling van de activiteitenlijst ligt in principe vast. Wanneer jij echter meent, dat jouw gesprek / open dag / meeloopdag etc. uitzonderlijk veel meer tijd vergde aan voorbereiding, uitvoering en verslaggeving, neem ook dan contact op met je decaan. Hij beslist of er eventueel extra punten kunnen worden toegekend.
11
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding
AFTEKENLIJST LOB-DOSSIER Trek zelf lijnen die aangeven hoeveel punten de activiteiten die jij ondernam opleverden.
NAAM LEERLING: PUNTEN
ACTIVITEIT
DATUM
PARAAF DECAAN
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Z.O.Z.
12
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding
PUNTEN
ACTIVITEIT
DATUM
PARAAF DECAAN
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
EINDGESPREK DECAAN (VERPLICHT)
13
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding
Richtlijnen verslag Wanneer maak je een verslag? Van alle LOB-activiteiten maak je een kort verslag, zodat je duidelijk aan je decaan kunt laten zien wat je precies hebt gedaan. Wat verwerk je in een verslag? Je verslag behoort zoveel mogelijk de volgende punten te bevatten: Je naam De datum De LOB-activiteit Wat heb je gedaan? Wat heb je gezien / gelezen? Je eigen beleving, wat heb je ervaren, wat vond je ervan?
Wat heb je geleerd? Wat was nieuw? Wat wist je al? Is de opleiding iets voor jou ja of nee (afhankelijk van de LOB-activiteit)
Specifieke vragen: Welke aspecten van de vervolgopleiding spreken mij /de geïnterviewde aan? Welke aspecten van de opleiding passen bij mijn capaciteiten? Waar liggen mijn capaciteiten en interesses volgens de tests en waar liggen deze volgens mijzelf en mijn (familie/vrienden/docenten)? Welke werkzaamheden binnen het beroep spreken mij/de geïnterviewde aan? Welke aspecten van het werk passen bij mijn capaciteiten? Op welke vakgebieden oriënteer ik mij op een studiebeurs, en vanuit welke capaciteiten en interesses? Verzamel zoveel mogelijk nuttig informatie, via folders, internet e.d.
14