Literatuuronderzoek 2013
Danny Erenstein & Inge Laning Datum: 9 januari 2014
Titelblad
Titel:
Literatuuronderzoek
Ondertitel:
Being Involved
Auteur:
Danny Erenstein & Inge Laning
Kader:
Hanzehogeschool Groningen
Organisatie:
Being Involved Locatie Utrecht +31 628244818
[email protected]
Hogeschool:
Hanzehogeschool Groningen
Instituut:
Instituut voor Facility management
Begeleider vanuit instituut:
Henk Brink
Begeleider vanuit organisatie:
Ineke van Winden
Datum:
9 Januari 2014
1
Voorwoord Dit rapport is het resultaat van een literatuuronderzoek dat in opdracht van de Hanzehogeschool in Groningen is verricht. Dit literatuuronderzoek vormt een basis van handvatten over hoe je mensen in beweging kan krijgen. Deze opdracht is samen met de organisatie Being Involved opgesteld. Deze organisatie houdt zicht bezig met leiders en leiderschap in Afrika en dan met name Liberia. Toen de opdracht bekend werd gemaakt dat we zelf een onderwerp mochten kiezen hebben wij meteen gekozen voor de opdracht voor de stichting Being Involved. We vinden het onderwerp interessant en wij denken dat wij beide onze passie hierin in kwijt kunnen. Met veel plezier hebben we aan dit rapport gewerkt en we hebben allebei veel nieuwe kennis opgedaan. We hebben veel gehad aan de hulp en de informatie van de stichting Being Involved. Via deze manier willen wij dan ook een aantal mensen bedanken zoals Henk Brink voor het begeleiden van de opdracht en alle hulp die hij ons heeft geboden. Natuurlijk willen we Ineke van Winden vanuit de stichting Being Involved bedanken voor haar hulp, enthousiasme voor de opdracht en de altijd snelle reacties en haar toegankelijkheid. Groningen, 9 januari 2014
2
Inhoud Titelblad ................................................................................................................................................... 1 Voorwoord .............................................................................................................................................. 2 1.
Inleiding ........................................................................................................................................... 4
2.
Onderzoeksontwerp ........................................................................................................................ 5
3.
Revoluties ........................................................................................................................................ 6
4.
3.1
Jasmijnrevolutie in Tunesië ..................................................................................................... 6
3.2
Egyptische Revolutie ............................................................................................................... 6
3.3
Roemeense revolutie .............................................................................................................. 7
3.4
Martin Luther King................................................................................................................... 7
3.5
Arabische lente ........................................................................................................................ 7
Kenmerken in ontstaan revoluties .................................................................................................. 9 4.1
Geweldloze revolutie............................................................................................................... 9
4.2 Maslow pyramide/vulkaan ............................................................................................................ 9
5.
4.2
Zwakheden dictatuur/ leiderschap situatie .......................................................................... 10
4.3
Kwaliteiten perfecte leiders .................................................................................................. 12
4.4
Verbinding van mensen......................................................................................................... 12
Volgerschap ................................................................................................................................... 14 5.1
Leiderschap en volgers .......................................................................................................... 14
5.2
Nelson Mandela en zijn volgers............................................................................................. 15
5.3
Een revolutie zonder leiders.................................................................................................. 15
5.4
Sociale netwerken ................................................................................................................. 16
5.4.1 6.
Twitter ........................................................................................................................... 16
Analyse en conclusies .................................................................................................................... 18 6.1
Analyse .................................................................................................................................. 18
6.2
Conclusie ............................................................................................................................... 19
7. Bronvermelding ................................................................................................................................. 20
3
1. Inleiding Being Involved De stichting Being Involved is een stichting die zich inzet voor de ontwikkeling van jonge leiders in kwetsbare samenlevingen. Dit gebeurt door advisering, training en coaching van mensen die werken aan integriteit en verantwoordelijk leiderschap. Daarnaast zoekt de stichting communicatie over hoe ze in de samenleving betere verbindingen en meer samenhang kunnen creëren. De stichting wil de bestuurscapaciteit versterken en doen dit door samen te werken met Liberiaanse organisatie en deskundigen in Nederland. Zo werken de partijen samen aan een ontwikkeling van leiderschap training. Door jongeren te voorzien van leidinggevende kwaliteiten hoopt Being Involved bij te dragen aan een betere toekomst. Deze ontwikkeling zorgt ervoor dat de jongeren zelf kunnen zorgen voor een beter Liberia. Visie & Missie De visie van stichting is dat ze er van overtuigd zijn dat leiderschap op alle niveaus cruciaal is om een gezonde samenleving vorm te geven, met ruimte voor iedereen. Sommige samenlevingen vertonen zwakke sociale structuur. Hierdoor zijn er extra inspanning nodig om de sociale cohesie te versterken. Als missie heeft de stichting om mensen en organisatie te ondersteunen om bij te dragen aan verantwoordelijk leiderschap in fragiele staten en zwakke groepen in de samenleving. De stichting richt zich daarbij speciaal op jonge mensen, opdat zij goed voorbereid zijn op toekomstig leiderschap. Being Involved werkt in Nederland en in het buitenland namelijk in Liberia. In overleg met organisatie zijn er hoofdvragen en deelvragen opgesteld. De onderzoekers hebben door middel van een onderzoek te houden en te kijken naar de afgelopen jaren deze vragen kunnen beantwoorden. De stichting kan hieruit nuttige informatie halen en dit gebruik om hun kennis te verbreden en te verdiepen. De hoofdvraag luidt als volgt; Hoe ontstaat een revolutie, waarbij de mensen zelf in actie komen? In de analyse en conclusies wordt er antwoord gegeven op deze vraag. In de hierop volgende hoofdstukken staat aanvullende informatie om de vraag te beantwoorden.
4
2. Onderzoeksontwerp In het onderzoeksontwerp wordt beschreven wat het onderwerp is van het onderzoek. Daarnaast wordt de afbakening beschreven. Het onderwerp van het onderzoek heeft te maken met het ontstaan van sociale bewegingen in de moderne tijd. De onderzoekers onderzoeken de gevonden literatuur over het onderwerp en maken een zo volledig mogelijk beeld voor de opdrachtgever. De doelstelling van het onderzoek luidt als volgt; Aan het einde van het onderzoek zijn er handvatten met ideeën en/of verhalen over wat er werkt of kan werken om een beweging op gang te krijgen. De probleemstelling van het onderzoek luidt als volgt; Hoe kan er een zo volledig mogelijk beeld verkregen worden over de eigenschappen en kwaliteiten van een leider die nodig zijn om een beweging in gang te zetten? Het resultaat wat het onderzoek gaat opleveren is als volgt; Het onderzoek is op een verantwoorde manier uitgevoerd waarbij er veel gebruik gemaakt is van bronnen. De resultaten van het onderzoek zullen waardevolle informatie bevatten en zal bruikbaar zijn voor de stichting Being Involved.
Bij de hoofdvraag kan gedacht worden aan het resultaat dat behaald dient te worden om een zo volledig mogelijk onderzoek te komen. De hoofdvraag van het onderzoek luidt als volgt; Hoe ontstaat een revolutie, waarbij de mensen zelf in actie komen?
Om antwoorden te krijgen op de hoofdvraag zijn er een aantal deelvragen opgesteld. Hieronder staan de deelvragen: Welke revoluties zijn de afgelopen jaren ontstaan door één of enkele personen? o Deze vraag wordt gesteld binnen een kader van de afgelopen 25 jaren. Hierin is gekozen voor enkele revoluties waarover een goed beeld te verkrijgen is. Wat voor rol hebben de leiders en de volgers? Wat voor rol heeft de social media gehad in revoluties of andere bewegingen?
5
3. Revoluties Welke revoluties zijn de afgelopen jaren ontstaan door één of enkele personen? De volgende revoluties worden behandeld: - Jasmijnrevolutie (2010) - Egyptische revolutie (2011) - Roemeense revolutie (1989) - Burgerrechten beweging van Dr. Martin Luther King (Jaren 60) - Ontstaan Arabische lente (2010)
3.1 Jasmijnrevolutie in Tunesië De jasmijnrevolutie heeft in Tunesië plaats gevonden en de is de benaming voor de protesten van de Tunesisch bevolking tegen de hoge werkeloosheid, corruptie, hoge voedselprijzen en de politiek van president Zine El Abidine Ben Ali. De revolutie is vernoemd naar de jasmijn, deze bloem wordt beschouwd als het nationale symbool van Tunesië. Volgens Rasha Moumneh (2011) was de aanleiding van deze revolutie het verkopen van groente en fruit door Mohammed Bouazizi, een werkloze man. Hij had geen vergunning en werd mishandeld door de politie. De man deed een hierover aanklacht. Deze aanklacht tegen het geweld kreeg geen gehoor, door de heersende corruptie. Volgens Moumneh werd Mohammed moedeloos en besloot hij zichzelf te overgieten met benzine en in brand te zetten. Hij overleed aan zijn verwondingen en wordt nu gezien als de nieuwe nationale held van Tunesië. De demonstraties die hierop volgde begonnen in zijn woonplaats, Sidi Bouzid. Zijn zelfbranding wordt gezien als het startteken van demonstraties vanwege de werkloosheid en corruptie in Tunesië. De massa werd geleid door de onvrede die leefde onder de mensen.
3.2 Egyptische Revolutie De Egyptische Revolutie vond plaats in 2011 en was gericht tegen de toenmalige Egyptische regering geleid door president Hosni Moebarak. Moebarak heeft het land bijna dertig jaar op autocratische wijze geleid. Na enkele zelfverbrandingen die in de media in verband werden gebracht met het begin van de jasmijnrevolutie in Tunesië, zijn er in januari 2011 op grotere schaal protesten begonnen. M. Lanting (2012) en R. M. Taha (2012) zeggen dat de voornaamste redenen van de Egyptenaren om de straat op te gaan waren geweld door de regering, werkloosheid, armoede, corruptie en beperkte vrijheid van meningsuiting. Vermoedelijk om aandacht te vragen voor zijn lage levensstandaard stak een restauranthouder zichzelf in brand. In de periode daarop volgend staken in Egypte ten minste twaalf mensen zichzelf in brand. De ontevredenheid van de Egyptenaren werd op de “dag van de woede” in bewegingen gezet door een uitspraak die door de campagne op een Facebook-pagina en twitter was geplaats. De uitspraak luidt als volgt “We zijn allemaal Khaled Saïd”. Khaled Saïd was een Egyptische blogger die in 2010 het slachtoffer werd van politiegeweld. Zijn dood veroorzaakte een golf van verontwaardiging en woede. De Facebook-pagina werd in stand gehouden onder een schuilnaam en had binnen een maand 225.000 aanhangers en in het begin van 2011 inmiddels 350.000. De website wakkerde telkens weer volgende protesten aan. M. Lanting (2012) beschrijft ook het verhaal van een 26 jarig vrouw uit Egypte genaamd Asmaa Mahfouz. Zij is een digitaal verbonden burger. Tevens is zij een van de oprichters van de ‘6e april beweging’. Deze beweging wordt in verband gebracht met veel demonstraties, aldus R. M. Taha (2012). In het begin van 2010 riep ze via YouTube haar landgenoten op, om op 25 Januari op het 6
Tahrirplein tegen het regime te protesteren. Ze kreeg het voor elkaar jongeren te laten samenkomen. Om de protesten verder te stimuleren en te coördineren zette ze Facebook en Twitter in. De online sociale netwerken maakten het ook mogelijk desinformatie van het regime heel snel te ontzenuwen. Dit zorgde voor een beweging die niet te stoppen is.
3.3 Roemeense revolutie Volgens R. van Broekhoven (2009) ontstond in het jaar 1989 de revolutie in Roemenië. Op dat moment viel Roemenië, sinds de tweede wereldoorlog, onder het regime van Rusland. Zij werden onderdeel van de Sovjet Unie. Er zijn meerdere dictatoren geweest, maar de laatste was Nicolae Ceaușescu. Onder zijn leiding was Roemenië een politiestaat waar Nicolae zijn Securitate een streng regime in stand hield. Het land zijn armoede groeide enorm sinds de plannen van Nicolae. Deze plannen waren, volgens R. van Broekhoven, bedoeld om de economie een boost te geven. Het tegenoverstelde gebeurde en dit leidde tot veel onvrede bij het volk. László Tőkés en Mircea Dinescu zijn personen die samen begonnen aan de omwenteling van het dictatuur. László Tőkés was een dominee en bijzonder kritisch op het regime. Hij was de dominee van het plaatsje Timișoara. Hier begon ook de eerste opstand tegen het leger en de Securitate. Deze kwamen om de dominee op te pakken, maar de volgelingen van Tőkés weerhielden hen. Dit resulteerde in een grotere opstand die telkens werd neer geslagen. De vonk sloeg echter wel over naar Boekarest. Mircea Dinescu was een dissident en veroordeeld tot huisarrest. Dit gebeurde toen hij zich meerdere malen negatief uitliet over de politieke plannen. Op dit moment stond er niemand op als representant van de bevolking. Mircea Dinescu verscheen als een van de eerste voor de camera en gaf het volk toen een stem.
3.4 Martin Luther King Martin Luther King jr. was een Amerikaanse baptistische dominee een politieke leider en een van de prominentste leden van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Martin Luther King werd beroemd in de jaren vijftig en zestig dankzij zijn geweldloze verzet tegen de rassenscheiding in de Verenigde Staten. P. Ling (2002) schrijft dat hij dit deed door een massademonstratie op 28 augustus 1963. Ook boycotte hij stadsbussen die blanken bevoordeelden. Deze beelden en zijn verbale en retorische vaardigheden en charismatische uitstaling leverden hem veel roem op. P. Ling (2002) schrijft dat Kings filosofie van niet- gewelddadig verzet leidde tot zijn arrestatie. King werd gehaat door aanhangers van de rassenscheiding in de zuidelijke staten. Er werd zelfs een aanslag op zijn woonhuis gepleegd en hij en anderen zwarte leiders werden beschuldigd van samenzwering. Toch hadden de campagnes succes en had Martin Luther King op 28 augustus 1963, meer dan 250.000 mensen aanwezig bij zijn toespraak. Op 4 april 1968 werd Martin Luther King doodgeschoten toen hij op een balkon stond. De moord leidde tot een nationale golf van onrust in meer dan 60 Amerikaanse steden en hierbij vielen 39 doden.
3.5 Arabische lente De revoluties in de Arabische wereld worden ook de Arabische lente genoemd. Het is begonnen op 18 december 2010 en speelt zich grotendeels af in de volgende landen: - Tunesie - Egypte - Libië - Jemen - Syrie ( burgeroorlog) - Bahrein ( Grote demonstraties en protesten - Jordanië 7
-
Marokko Algerije Irak Palestina
De aanleiding was, volgens M. Lanting (2012), de armoede, mensenrechtenschendingen, corruptie en gebrek aan politieke vrijheid. Het doel van de revoluties waren het aftreden van onderdrukkende regimes, meer politieke vrijheid, democratie en mensenrechten. In elke land hebben er verschillende gebeurtenissen plaats gevonden waardoor de burgers in opstand en verzet kwamen. Het gevolg hiervan is dat de staatshoofden van vier landen Egypte, Libië, Tunesië en Jemen. Daarna zijn in drie van de vier landen verkiezingen gehouden, wat voorheen niet gebeurde. Deze opstanden werden niet geleid door 1 of enkele personen. Het volk liet met zijn allen hun ongenoegen blijken.
8
4. Kenmerken in ontstaan revoluties Hier wordt beschreven hoe een revolutie onderdrukt kan worden en hoe een revolutie uiteindelijk ontstaat. Ook wordt er stil gestaan bij kenmerken van leiders die mensen in beweging kunnen krijgen.
4.1 Geweldloze revolutie Revoluties kenmerken zich in meerdere soorten en stijlen. Gene Sharp, bekent als “de Machiavelli van geweldloosheid”, heeft veel geschreven over andere manieren van revolutie voeren. John-Paul Flintoff (2010) schrijft dat Gene Sharp gelooft in het volgende: “Power is held only by the consent of the people over whom it is exercised, and that consent can be withdrawn. All regimes depend on certain pillars of support and, with a proper strategy, resisters can remove those pillars nonviolently.” Gene Sharp(2008) stelt zelf dat mensen zelf een grote kracht bezitten. Zij geloven echter te veel in de trucjes en beloftes die van, in hun ogen, boven worden opgelegd. Er zijn verschillende opzichten waarmee leiders veel druk kunnen uitoefenen. Autoriteit: Het geloof dat de leiders autoriteit hebben en dat moreel gedraag aanspoort dit te volgen. Menselijke bronnen: Het aantal mensen of groepen dat achter de leider staat en die zelf luisteren, meewerken en opvolgen. Vaardigheden en kennis: De eigenschappen die nodig zijn om acties te ondernemen die gekregen worden door mensen of groepen volgers. Immateriële factoren: Psychologische en ideologische factoren die bijdragen dat mensen hun leiders volgen en assisteren. Materiële bronnen: De mate waarin de leiders controle hebben over eigendommen, natuurlijke bronnen, financiële mogelijkheden en de communicatiemiddelen. Sancties: Straffen en dreigementen die leiders kunnen uitoefenen op hun volgers om het regime te laten bestaan en hun politiek te laten bedrijven. Zodra de mensen inzien dat het anders kan, komt er beweging. De mensen verschuiven de macht dan op bovenstaande factoren.
4.2 Maslow pyramide/vulkaan Leotine van Hooft(2012) beaamt het vorige hoofdstuk door te zeggen dat er voor een transitieperiode vaak een wake-up call plaats vindt. Door zich los te maken van de gevestigde orde kunnen mensen een verzet scheppen. Zij ziet dit als een noodzakelijke stap boven de Maslow pyramide. De vijf stappen zoals bedacht door Abraham Maslow in 1943 geven enkel een individualistisch inzicht. De extra drie stappen zijn een meer collectivistische inslag. Deze drie stappen zijn “Behoefte aan verbinding”, “Behoefte aan betekenis” en “Behoefte aan impact”. Zij geven weer dat een persoon bij persoonlijke ontwikkeling ook opzoek moet naar de ontwikkeling van de groep. Bij de eerste twee stappen wordt een connectie gelegd tussen personen. Bij de behoefte aan impact kan de hele groep in beweging komen en heel veel bereiken/veranderen. Hierdoor is de vergelijking gelegd met een vulkaan, welke op de volgende pagina te zien is. Zodra er genoeg druk is opgebouwd onder de bevolking, volgt er een explosie. Dan worden er leiders gezocht en gestreefd naar idealen van de groep.
9
Druk opbouwen binnen een groep kan op meerdere manieren. Het beperken van het levensstandaard of het tegenhouden van ontwikkelingen kan bij veel mensen kwaad bloed zetten. De frustratie in deze mensen kan leiden tot een gemeenschappelijk doel. Hierdoor komt een groep samen. Een belangrijke theorie over de vorming en kracht van groepen heet Ubuntu. Binnen het collectivistische aspect van Leontine van Hooft(2012) wordt uitgegaan van Ubuntu. Ubuntu is een filosofische manier waarop geleefd wordt in de meeste Afrikaanse landen. Barbara Nussbaum(2007) schrijft hier het volgende over: “Ubuntu is not a concept easily distilled into a methodological procedure. It is rather a bedrock of a specific lifestyle or culture that seeks to honor human relationships as primary in any social, communal or corporate activity.” Het verkrijgen, behouden en onderhouden van relaties tussen personen en groepen is een belangrijk onderdeel. Door luisteren, anderen helpen en het creëren van vertrouwen, eerlijkheid en het begrijpen van elkaar brengt Ubuntu waardigheid en harmonie in relaties. Binnen Ubuntu hebben vooraanstaande leiders bepaalde kwaliteiten. Kennis en visie zijn hier belangrijk maar vooral wordt er gekeken naar het vermogen tot verbinden en doortastendheid. De leiders zijn niet tevreden met de situatie van hunzelf en de mensen uit hun omgeving. Zij willen het beste voor de mensen om hen heen en besluiten in actie te komen. Zo beschrijft Marinus Knoope (1998) dat deze leiders ook volhardend omgaan met tegenwind. “Mandela werd geen voorbeeld voor een hele natie omdat hij zo gelukkig zat te zijn in de gevangenis. Hij werd een rolmodel omdat hij de ambitie had om iets te veranderen.”
4.2 Zwakheden dictatuur/ leiderschap situatie Het samen komen van groepen en mensen kan leiden tot een revolutie. Door ook een leider te hebben die uit gaat van een heldere visie die ook ten gunste is van de groep, nemen ook de volgers en groepsleden toe. Als de groep een groot aantal personen telt, kan er over worden gegaan tot een verandering van de situatie. Gene Sharp (2008) kijkt bij het ontstaan van een revolutie niet naar de groep, maar vooral naar de mogelijkheden die elke groep heeft. Zijn grootste tip is het zoeken naar de Achilles hiel van de situatie. Zodra deze duidelijk is, dan kan daar op worden gefocust. Dit kan dan ook weer verandering te weeg brengen. Er zijn binnen een dictatuur of strenge leiderschapssituatie meerdere zwakke punten te vinden. 1. De mensen, groepen of instellingen die het systeem bedienen kan worden beperkt of geminimaliseerd. 2. De gevolgen van eerder beleid zorgt ervoor dat in huidige situaties niet kan worden ingespeeld op conflicten.
10
3. Het huidige systeem heeft een vaste routine. Hierdoor kunnen veranderingen niet snel worden doorgevoerd. 4. De huidige beschikbare bronnen kunnen niet beschikbaar worden gemaakt voor nieuwe behoeften. 5. Onderdanige mensen, die hun meerdere niet willen teleurstellen, geven niet altijd de juiste of volledige informatie. 6. De ideologie van het systeem is instabiel. 7. Een sterke aanwezige ideologie kan worden vastgehouden waardoor men onoplettend is richting behoeften en benodigdheden. 8. Overmatige bureaucratie maken het systeem en beleid ineffectief. 9. Interne conflicten die kunnen leiden tot beschadiging van het huidige beleid. 10. Intellectuelen en studenten worden rusteloos als reactie op voorwaarden, beperkingen, indoctrinatie en recessie. 11. Het grote publiek wordt sceptisch in verloop van tijd. 12. Verschillen op regionaal, klassen, cultureel en nationaal gebied kunnen te ver uit elkaar komen te liggen. 13. Een dictatoriaal regime is altijd instabiel, maar kent momenten waarop het extra instabiel is. Tijdens deze momenten worden er veel veranderingen doorgevoerd in functie en positie. 14. Politie of legergroeperingen komen op voor hun eigen belangen. 15. Bij een nieuwe situatie is veel tijd nodig om de situatie te laten inburgeren. 16. Doordat een klein groepje mensen veel beslist, worden er veel fouten gemaakt in het doorvoeren ervan. 17. Zodra het regime deze gevaren tracht te voorkomen, zal er veel macht worden gedecentraliseerd. Hierdoor wordt de macht uitgehold.
11
4.3 Kwaliteiten perfecte leiders Volgens Nisandeh Neta van Open Circles Academy (2009) zijn de beste leiders zijn inspirerend en gedreven en zijn continue bezig met verbeteringen en veranderen. Zij benutten leiderschap om mensen en organisatie te ontwikkelen zowel rationeel als met gevoel. Op basis hiervan zijn er vijf topkwaliteiten van perfecte leiders opgesteld: 1. Authentiek De manier waarop de leiders zich gedragen en denken is volkomen in lijn met hun eigen normen en waarden en die van de organisatie/maatschappij. De autoriteit komt voort uit aan de ene kant zelfkennis en aan de andere kant hun dienstbaarheid aan de mensen en de organisatie. 2. Emotionele intelligentie Emotionele intelligente leiders zijn zich erg bewust van hun eigen en anderen hun emoties en gaan daar goed mee om. Ze hebben een sterk gevoel van eigenwaarde, zelfvertrouwen en onafhankelijkheid. Ze richten zich naar hun eigen toekomstvisie laten anderen groeien. 3. Schets een beeld Topleiders hebben een visie die vaststaat, inspirerend, duidelijk en zinvol is. Ze scheppen een pad naar de toekomstvisie en geven hun mensen het vertrouwen dat de visie haalbaar is en dat ze het samen voor elkaar kunnen krijgen. Hierin staat ook de voordelen voor de groep beschreven. 4. Heeft passie De enthousiasme, opwinding en motivatie van een goede leider werkt aanstekelijke. gepassioneerde leiders kunnen hun omgeving opzwiepen tot een niveau dat ze zelf niet voor mogelijk hadden gehouden. 5. Is bescheiden Goede leiders hebben constant oog voor de verbetering van prestaties van hun team en organisatie. Zij smeden de best mogelijke teams en hun behoeften. Dit doen zij in plaats van hun ego strelen en het zoeken naar bevrediging van hun eigen behoeften.
4.4 Verbinding van mensen Mensen meekrijgen is altijd een belangrijk punt in een revolutie. Zonder de juiste volgers kan er geen beweging plaats vinden. De essentie ligt volgens Annemarie Mars (2006) in het woord verbinding. Ze geeft ook aan dat verbinding niet bewerkstelligd wordt door de veranderaars. Elk persoon afhankelijk dient te beslissen om te veranderen. Hierin ligt dus de afweging van de persoon. Er zijn meerdere keuzes die een persoon kan nemen zodra hij gevraagd wordt zijn gedrag te veranderen: Ik ga mee. Ik geef het een kans. Ik verzet me ertegen. Ik doe alsof er niks aan de hand is. Voordat mensen op hun keuze komen ligt er eerst nog twijfel en weerstand ten grondslag. Deze weerstand dient te worden weggenomen. Marco Hendrikse (2012) schrijft dat een leider inzicht moet krijgen in de redenen van weerstand tegen verwarring zodat er op geanticipeerd kan worden. Dit zorgt er voor dat het veranderingstraject zo succesvol mogelijk verloopt. Rosabeth Mos Kanter (2012) geeft in het Harvard Business review een lijst van weerstanden bij mensen en hoe ze te voorkomen. 1. Controle verlies: Het zelfbestuur van mensen wordt aangetast door verandering. Zij voelen zich minder op hun gemak. Het hebben van controle over eigen handelen is het eerste waar we in een andere situatie naar kijken. Door deze mensen eigen keuzes te geven en mee te nemen in de plannen/gesprekken over de verandering, helpt het hen. 2. Hoge onzekerheid: Het is belangrijk te weten welke stappen we gaan nemen. De stappen in het donker zijn het lastigst. Marco Hendrikse(2012) stelt dat mensen liever ongelukkig blijven 12
dan dat ze het onbekende tegemoet gaan. Door het bieden van veiligheid en een duidelijke visie zijn deze mensen eerder geneigd stappen te ondernemen. 3. Verassingen: Zodra mensen tijd ontnomen wordt om aan het idee te wennen of te kijken naar consequenties roept dit weerstand op. Leiders dienen geen geheimzinnige veranderingen voor te bereiden en alvast hints te geven van het geen dat gaat komen. 4. Alles lijkt anders: Er zijn gewoontedieren die niet houden van veranderingen. Deze routines geven een gevoel van veiligheid. Grote veranderen roepen bij hen dan ook weerstand op. Leiders dienen in deze gevallen het aantal veranderingen te minimaliseren. Zij moeten niet gaan veranderen om het veranderen. 5. Gezichtsverlies: Verandering geeft meestal weer dat het vorige niet goed genoeg was. De mensen die binnen het vorige een belangrijke rol hadden voelen zich snel aangevallen. Zij krijgen dan het gevoel alsof zij het fout hadden. Leiders dienen de goede punten van het oude systeem te benadrukken en aan te geven dat de wereld helaas is veranderd. 6. Competentie zorgen: Veel mensen krijgen zorgen over hun eigen kunnen. Doordat de wereld snel veranderd geloven sommige mensen dat hun kwaliteiten niet meer nodig zijn. Dit creëert een angst. Door iedereen de informatie te bieden voor vernieuwing biedt de leider een veiligere situatie. 7. Meer werk: Verandering betekent altijd meer werk. Helemaal voor de mensen die dicht bij de verandering zitten. Leiders kunnen deze weerstand weg nemen door te focussen op mensen die hard werken of om iets toe te geven aan de mensen die ook mee willen veranderen. 8. Rimpeleffect: Door het veranderen van een onderdeel in de situatie, veranderen andere onderdelen ook. Dit raakt ook mensen die niks met de verandering te maken hebben of willen hebben . Hierom moeten leiders zorgen voor een wijd draagvlak voor de verandering. Iedereen dient het nut ervan in te zien. 9. Oude koeien: Mensen zijn goed in het uit de sloot halen van oude koeien. Dit brengt voor veel mensen oud zeer naar boven. Leiders dienen eerst het verleden te helen voordat zij zich gaan richten op de toekomst. 10. Echte bedreiging: Verandering kan echt pijn doen. Dit kan omdat mensen hun banen verliezen of vervangen worden door anderen. Het beste kunnen leiders eerlijk en transparant zijn. Rosabeth Mos Kanter (2012) en Annemarie Mars (2006) zijn het erover eens dat weerstand zo minimaal mogelijk moet worden gemaakt en dat het naar verloop van tijd omslaat. Annemarie Mars(2006) geeft weer dat er drie fasen zijn op weg naar verbinding. Dit zijn ontkenning, weerstand en zelfonderzoek. Deze fasen verschillen qua grootte per persoon. Door weerstand te ontnemen/verminderen kan er worden gekeken naar het veranderingsproces. Het veranderingsproces zit tussen de huidige situatie en de streefsituatie. Annemarie Mars (2006) beschrijf vijf krachten die er voor kunnen zorgen dat het veranderingsproces soepel wordt doorlopen. 1. Urgentie: Hetgeen waar de verandering voor nodig is. Dit betreft het expliciteren van de aard, de ernst en de oorzaken van het probleem. 2. Ambitie: Dit geeft de richting aan van de verandering. Dit is het verhaal van de streefsituatie. 3. Planning: Hierin worden de plannen uitgezet en wordt er een brug geslagen tussen het verhaal van de urgentie en het veranderproces. 4. Interactie: Hierin gebeurt de verandering. Hierin wordt het verhaal verteld, mensen gehoord, nieuw gedrag aangeleerd en gestimuleerd de verandering door te voeren. 5. Leiderschap: Degene die verandert dient in deze kader te gaan kijken naar persoonlijk leiderschap. Dit kan ook gelden voor de hoogste leidinggevende.
13
5. Volgerschap Uit voorgaande hoofdstukken blijkt dat niet alleen leiders een rol hebben maar ook de volgers. Hun rol staat in dit hoofdstuk beschreven.
5.1 Leiderschap en volgers Volgens Ben Tiggelaar(2012) is de menselijke soort al een heel eind gekomen. Hoger onderwijs, internet etc, maar desondanks heeft men nog altijd een verlangen om te geloven in leiderschap. Zelfs de nuchtere Nederlands hechten zich aan de mythe van de visionair die het land naar betere tijden gaat voeren. B. Kellerman(2012) maakt korte metten met het religieuze vertrouwen in leiderschap. Volgens haar is er in de twintigste eeuw een scala aan bewegingen zoals arbeidersrechten, vrouwenrechten, burgerrechten en homorechten. Deze bewegingen bestaan uit groepen mensen die zelf kiezen voor een vertegenwoordiging. De onvrede en onmacht laat hen bewegen. Om deze bewegingen tot een goed einde te brengen was een goede samenwerking tussen leiders en volgers noodzakelijk. B. Kellerman(2012) zegt dat de maatschappij draait om leiders en volgers die binnen een specifieke contexten met elkaar moeten samenwerken. B. Tichelaar(2012) zegt dat volgerschap minstens zo belangrijk is als goed leiderschap. Goed volgerschap bestaat uit weten welke macht je hebt en deze effectief gebruiken. Het betekent dat men verantwoordelijkheid kent en neemt. Goede leiders motiveren goed volgerschap. Dit doen zij door eerlijk te zijn over hun eigen beperkingen en de volgers mee te laten beslissingen bij belangrijke beslissingen. A. Hamberg(2012) stelt dat leiderschap een geschenk is van de volgers aan een persoon. De volger zegt bij wijze: jij bent de beste, de sterkste en de rechtvaardigste. In de samenleving waarin mensen nu leven is het steeds makkelijker om in wisselende groepen te kunnen scharen achter een meer of minder verheven doel. Leiders en volgers maken hun eigen keuzes en nemen zelf verantwoordelijkheid. Als volger help je een leider bij het realiseren van zijn of haar belofte. Je kunt niet achterover gaan hangen en moet zelf ook leiderschap vertonen. Dan pas heeft de groep volgers ook de mogelijkheid om het leiderschap af te nemen. Uiteindelijk komen leiderschap en volgerschap, volgens A. Hamberg(2012), op het volgende neer: 1. Keuze. Keuze om aan te sluiten bij een groep en om het leiderschap te ontvangen en te schenken 2. Verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid voor eigen bijdrage aan het doel van de groep, als leider en als volger.
14
5.2 Nelson Mandela en zijn volgers In een artikel wat geschreven is door Arjan Hamberg (2012) wordt er beweerd dat leiders niet alleen geboren zijn om de rol. Een leider die niet in harmonie met het volgerschap is wordt al snel een gezien als een schoft. Een voorbeeld van iemand die wel in harmonie was met zijn volgers is Nelson Mandela. De leiderschapsstijl van Nelson Mandela rustte op vijf pijlers: 1. Emotioneel intelligent en zelfstandig zijn. 2. Afstemmen op de situatie, deskundig, bekwaam en scherpzinnig. 3. Afstemmen op de behoeften en aspiraties van volgers. 4. Afstemmen op de morel eisen van integriteit, effectiviteit en nederigheid. 5. Afstemmen op de geschiedenis, het heden en het lot. Bij elke stap moet de leider zich bewust zijn van conatieve gevoelens evenals cognitieve mentale processen die in hem aanwezig zijn en in het volgerschap zijn. Het betekent dus dat leiderschap een streven is om de aspiraties van de volgerschap vervullen. Er is weinig onderzoek gedaan over waarom Mandela zo effectief was, vertelt Arjan Hamberg (2012). De verschillende rassen wilde leren om samen te leven, maar ze hadden een leider nodig die dit verlangen kon symboliseren. Mandela deed dat voor hem, er was niets abstract of mystiek over zijn leiderschap, hij was nuchter en eerlijk. De persoonlijke kwaliteiten van Mandela hebben hem geholpen om president te worden: - Inzicht. Het zien van de wereld van de volgers en hun standpunten omhelzen op een nietoordelende manier - Inspiratie. Het kweken van een gevoel in volgelingen van eigenwaarde, trots zijn op de huidige situatie en hoop in de toekomst hebben. In de relaties tussen leider en leidde is het essentieel om een evenwicht te vinden tussen relatie en potentie. - Commitment: Het vurig nastreven van een afgesproken gedragslijn maar wel bereid blijven om flexibel te zijn en reageren op veranderingen in de omgeving of verwachtingen. - Eerlijkheid: het waarborgen van de volgelingen dat de leider kan worden toegerekend. Eerlijkheid is het rechtop en eerlijk in de dienst van de volgerschap te blijven en zicht te gedragen op een wijze onberispelijk is.
5.3 Een revolutie zonder leiders “Let niet op leiders. Volgelingen hebben vaak zelf de oplossing voor lastige sociale en politieke problemen.” Deze quote is van Jeremy Mercer(2011). Hij heeft een stuk geschreven waarin hij uiteenzet hoe een groep mensen voor een revolutie kunnen zorgen. Hij stelt dat leiderschap zwaar overdreven wordt. Het invloed dat een leider heeft is minimaal vergeleken met die van de volgers. Echter zit de mens nu in een fase waarin leiders verheerlijkt worden. Al vanaf jongs af aan worden de kinderen geleerd meer te letten op wie hen leidt. Tijdens politieke debatten wordt ook alleen gekeken naar de partijleider en hoe hij de discussie voert. Maatschappijen zouden volgens J. Mercer(2011) moeten kijken naar initiatieven die breed gedragen worden. Dit vergt wel dat passieve volgers actief worden. Zij dienen mee te doen en denken in het proces. Ook moeten deze volgers beseffen dat de leiders van hen afhankelijk moeten zijn en niet andersom. Ben van Raaij (2011) maakt de vergelijking met bavianen. De Alfamannetje baviaan heeft meer stress dan de betamannetje. Dit komt doordat een Alfa mannetje meer tijd kwijt is aan het beschermen van 15
zijn leiderschap en de voordelen van bovenaan de hiërarchie staan. De betamannetjes hebben genoeg seks en eten waardoor zij zich minder druk maken. Mercer (2011) stelt hetzelfde. Hij geeft aan dat mensen graag hun leiders alle lof toe eigenen waardoor deze leiders erg bezig zijn met het behouden van hun positie. De groep hieronder heeft daarom meer tijd om veranderingen in te zien. Werknemers met hierarchische ingestelde, autoritaire leiders zijn veel passiever. Hierdoor komen er minder ideeën en hecht men minder belang aan de resultaten. Dit kan tot het destructieve aan. Werknemers die rustig blijven toekijken terwijl het bedrijf of hun leiders falen. Dit is dan zo ver gegaan dat het geloof in leiders gezorgd heeft voor het verliezen van waardigheid en respect dat voor een mens essentieel is. Zodra een groep zichzelf kan voorzien van respect en waardigheid, dan zullen de ideeën en resultaten die ten goede komen van de groep ook naar voren komen. Mercer schrijft hierover het volgende: “Popper pleitte er dan ook voor de macht over het volk te spreiden en de koers van de samenleving te laten bepalen door ons ‘gebrek aan bereidheid de hele verantwoordelijkheid voor het besturen van de wereld over te laten aan een menselijke of bovenmenselijke autoriteit’. Maar voor dat soort maatschappelijke betrokkenheid zijn actieve volgers nodig – mensen die samenwerken zodat het systeem kan functioneren – in plaats van passieve toeschouwers die als het mis gaat maar al te graag verzuchten: ‘Zei ik het niet?’.”
5.4 Sociale netwerken Volgens Menno Lanting (2012) spelen online sociale netwerken een belangrijke rol in de omwentelingen en ingrijpende gebeurtenissen die plaatsvinden in diverse landen. Via netwerken zijn mensen massaal virtueel met elkaar verbonden. Hierdoor ontstaat er een onbegrensde wereld van samenwerking, creativiteit en communicatie over en weer. Doordat de burgers zich heel gemakkelijk wereldwijd kunnen groeperen, worden zij machtiger. Deze toenemende macht vraagt een aanpassing van bedrijven en organisatie en zelfs de overheid.
5.4.1 Twitter Twitter is gelanceerd in 2006 en is microblog dienst ontworpen door het team wat ook de populaire blogdienst Blogger heeft ontworpen. Twitter is ontworpen om deelnemers korte tekstuele updates te postend die makkelijk verspreid kunnen worden via sms. Bij twitter kunnen deelnemers elkaar volgen, zo zijn er een handvol gebruikers met miljoenen volgers. In oktober 2010 had Twitter meer dan 175 miljoen geregistreerde gebruikers. Wat mensen doen op twitter varieert enorm. Sommige gebruiken de dienst om te communiceren met vrienden, aandacht te trekken of informatie delen. Twitter is gebruikt voor een groot aantal nieuw- gerelateerde gebeurtenissen waaronder politieke debatten op tv en een site voor coördinatie bij noodsituaties. Social media en twitter in het bijzonder is een nieuwe locatie voor het bestuderen van de manier waarop mensen met elkaar communiceren en hoe de informatie stroomt. Twitter is aangetoond als een snelle informatiestroom. M. Lanting(2012) concludeerde dat de niet-wederkerige karakter van de informatie uitwisseling op Twitter betekent dat het meer werkt als een informatie netwerk dan een sociaal netwerk. Door informatie te retweeten, te delen of hastags te gebruiken is het gemakkelijk voor de deelnemers om de inhoud te volgen over een bepaald onderwerp. Dus als meerdere gebruikers ineens beginnen te praten over Egypte, dan wordt ‘Egypte’ zichtbaar voor alle gebruikers die gebruik maken van trending topic functie.
16
Het nieuws dat op Twitter staat wordt mede gebouwd door bloggers, activisten en journalisten. Dit bevestigt het idee dat Twitter het gesprek ondersteunt tussen de deelnemers en mensen van de journalistiek. Met name in het kader van een grote nieuws gebeurtenis zoals bijvoorbeeld een natuurramp of de Tunesische en Egyptische revoluties leiden deze gesprekken tot een groot aantal belanghebbenden. Deze belanghebbenden vallen grofweg in drie categorieën: 1. Mensen die direct verbonden zijn met een incident; 2. Mensen die willen leren over de ontwikkelingen ter plaatse, aandacht van het publiek vasthouden; 3. Algemene belangstelling van mensen die willen weten over gebeurtenissen zoals ze zich voordoen.
17
6. Analyse en conclusies Hieronder volgt de korte analyse van alle informatie. Daarna komt door middel van de conclusie een antwoord op eerder genoemde hoofdvraag: “Hoe ontstaat een revolutie, waarbij de mensen zelf in actie komen?“
6.1 Analyse Revoluties Uit de onderzochte revoluties blijkt dat een beweging in gang wordt gezet naar aanleiding van een actie van een of enkele persoon(en). Deze personen worden vanaf het begin af aan gesteund door het volk, zeker wanneer het volk al een tijd ontevreden is. Vooral iemand met een charismatisch uiterlijk/voorkomen heeft al snel volgers. Bij vele revoluties wordt er gebruik gemaakt van geweld. Bij andere opstanden of verzetten werd er geen geweld gebruikt en bij beide manieren hebben de deelnemers een beweging in gang gezet. Wat ook blijkt is dat een revolutie of opstand in één land een aanleiding kan zijn voor een opstand in een ander land. Zodra een leider goede eigenschappen en kwaliteiten heeft, is de kans groter dat deze leider meer volgers krijgt en behoudt. Verbindend leiderschap is hierbij belangrijk doordat het zorgt voor groepsbinding. Uit de literatuur blijkt dat bij weerstand van de mensen er gekeken kan worden als naar een veranderingsproces. Volgers In het hoofdstuk “Volgerschap” blijkt dat de volgers net zo belangrijke rol hebben als een leider. Want zonder volgers heeft een leider minder macht en kan deze leider een minder grote beweging neerzetten. Volgers maken hun eigen keuze en moeten hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Zij kunnen er dus ook voor zorgen dat de leider zijn macht verliest. Social media Bij bepaalde revoluties heeft de social media een grote invloed gehad en heeft bijvoorbeeld Twitter of Facebook gefunctioneerd als communicatie middel. In de snelle en veranderende samenleving zijn snelle communicatiemiddelen belangrijk om veel mensen in één keer te bereiken. Burgers kunnen zich gemakkelijk wereldwijd groeperen via de social media. Vooral Twitter is een communicatiemiddel waarop informatie wordt gedeeld. Met zo’n 175 miljoen gebruikers kunnen er snel en veel mensen bereikt worden.
18
6.2 Conclusie Uit de praktijk blijkt dat veel onvrede kan leiden tot een gezamenlijk doel onder de mensen. Als deze groep mensen groot genoeg is kan een actie van één persoon genoeg zijn om een impact te veroorzaken. Door deze actie komt er aandacht van de media. Hierdoor kan er snel een beweging op gang komen. Er is in dit geval dus maar één persoon nodig die opstaat, één iemand die zich verzet en de rest oproept om mee te doen. Ook kan een groep zelf ontketenen. Zodra de groep het gevoel heeft dat hun belangen niet meer worden behartigd, zullen zij overgaan op actie. Het belangrijkste hierbij is dat de groep samen komt. Dan wordt er vanzelf vanuit de groep een leider naar voren geschoven. Deze leiders dienen te beschikken over charisma, authenticiteit, passie en emotionele intelligentie. Daarnaast moeten ze inspirerend en eerlijk zijn, inzicht en commitment hebben. Deze leiders hebben de groepsbelangen voorop en kunnen mensen verbinden en mensen meekrijgen. De afweging en keuze ligt bij de volgers. De volgers bepalen wie de leider wordt en, belangrijker, wie de leider blijft. Leiders en volgers hebben elkaar nodig en moeten er voor zorgen dat ze met elkaar de doelen gaan halen ten gunste van de groep. Door gebruik te maken van Social media en met name van Twitter kunnen leiders effectief en snel de mensen bereiken. Twitter is wereldwijd en kan vele mensen bereiken. Hierdoor kan er snel een beweging op gang gezet worden. Daarnaast is Twitter ook het communicatiemiddel voor de mensen die op de hoogte willen blijven van de gebeurtenis en dit kan ervoor zorgen dat er meer volgers zich aanmelden. Sociale media kan in het geval van een revolutie een belangrijke taak hebben, doordat zij mensen met dezelfde belangen makkelijker bij elkaar krijgt.
19
7. Bronvermelding Egyptische Revolutie, (2013, 3 nov). Geraadpleegd op 24 december 2013 http://nl.wikipedia.org/wiki/Egyptische_Revolutie_(2011)#cite_note-10 Hamber, A. (2012, 12 sept). Volgerschap, de andere kant van leiderschap. Geraadpleegd op 8 januari 2014 http://www.lumaxproducties.nl/blog/volgerschap-de-andere-kant-van-leiderschap Heaven, W.( 2009). Social media: macht aan het volk? Geraadpleegd op 6 januari 2014 http://www.nato.int/docu/review/2011/social_medias/Egypt_Facebook/NL/index.htm Hendrikse, M. (2012, 1 okt). Tien redenen waarom mensen weerstand bieden aan verandering Geraadpleegd op 8 januari 2014 http://www.penoactueel.nl/HR-Strategie/Algemeen/2012/10/Tien-redenen-waarom-mensenweerstand-bieden-aan-verandering-PENO008835W/ Jasmijnrevolutie, (2013, 13 okt). Geraadpleegd op 24 december 2013 http://nl.wikipedia.org/wiki/Jasmijnrevolutie Jones,S.( 2011, 17 jan). Man sets himself on fire near Egyptian parliament. Geraadpleegd op 24 december 2013
http://www.theguardian.com/world/2011/jan/17/man-sets-himself-on-fire-egyptprotest?CMP=twt_gu Kanter, M.R, (2012, 25 sep). Ten Reasons people resist change. Geraadpleegd op 8 januari 2014 http://blogs.hbr.org/2012/09/ten-reasons-people-resist-chang/ Khaled Saïd (2013, 26 dec). Geraadpleegd op 24 december 2013 http://nl.wikipedia.org/wiki/Khaled_Sa%C3%AFd Khaled Saïd Khoza, R. (2013, 15 december). A great leader is led by followers. Business day Geraadpleegd op 7 januari 2014 http://www.bdlive.co.za/opinion/2013/12/15/a-great-leader-is-led-by-followers King, M ,L.( 2013, 11 dec). Geraadpleegd op 7 januari 2014 http://nl.wikipedia.org/wiki/Martin_Luther_King Korotayev,A. & Zinkin, J. (2011, 4 april). Egyptian Revolution: A Demographic Structural Analysis. Geraadpleegd op 4 januari 2014 http://cliodynamics.ru/index.php?option=com_content&task=view&id=276&Itemid=70
20
Lotan, G.(2011). The Revolutions were Tweeted. International Journal of Communication Geraadpleegd op 9 januari 2014 http://www.aish.es/files/laura/Revoluciones%20tuiteadas(1).pdf Mercer, J. (2011). De leiderloze revolutie. The optimist Geraadpleegd op 9 januari 2014 http://odenow.nl/de_leiderloze_revolutie/ Mohammed Bouazizi, (2013, 9 nov). Geraadpleegd op 24 december 2013 http://nl.wikipedia.org/wiki/Mohammed_Bouazizi Moumneh, R. (2011). A young man's desperation challenges Tunisia's repression. Geraadpleegd op 6 januari 2014 http://mideastafrica.foreignpolicy.com/posts/2011/01/03/a_young_man_s_desperation_challenges_tunisia_s _repression Neta, N. (2009, 9 dec). Vijf topkwaliteiten van perfecte leiders. Geraadpleegd op 5 januari 2014 http://www.managersonline.nl/nieuws/9166/vijf-topkwaliteiten-van-perfecte-leiders.html Nussbaum, B. (2003). Perspectives. World Business Academy Geraadpleegd op 6 januari 2014 http://barbaranussbaum.com/downloads/perspectives.pdf Onrust in de Arabische wereld (2011, 2 feb). Geraadpleegd op 7 januari 2014 http://nos.nl/artikel/214392-onrust-in-de-arabische-wereld.html Revoluties in de Arabische wereld(2014, 6 jan). Geraadpleegd op 5 januari 2014 http://nl.wikipedia.org/wiki/Revoluties_in_de_Arabische_wereld Tiggerlaar, B. (1990, 17 september). Leiderschap met een grote L. De NRC, column Geraadpleegd op 7 januari 2014 http://www.nrc.nl/carriere/2012/09/17/leiderschap-met-een-grote-l/ Tunisia protests against Ben Ali left 200 dead (2011, 1 febr). Geraadpleegd op 4 januari 2014 http://www.bbc.co.uk/news/world-africa-12335692
21
Literatuur Dyson, M.E.(2008). Martin Luther King, Jr.'s death and how it changed America. Basis Civitas Books, New York Van Hooft, L.(2012). De kracht van Afrikaans denken. Van Schouten & Nelissen, Zaltbommel Lanting, M. (2012). Connect. 13e druk. Business Contact, Amsterdam Mars, A. (2006). Hoe krijg je ze mee? Vijf krachten om een verandering te laten slagen. Van Gorcum, Assen.
Beeldmateriaal Gene sharp- How to start a Revolution – Greek( 2013, 21 juni), Genesharpfilm Geraadpleegd op 9 januari 2014 http://www.youtube.com/watch?v=P3dN4ln9lzI Martin Luther King – I have A Dream Speech – August 28, 1963 (2011,20 jan). Geraadpleegd op 9 januari 2014 http://www.youtube.com/watch?v=smEqnnklfYs
1989- Roemenië (2009, 8 maart). Nederlandse publiek omroep, NET 2 http://ineuropa.vpro.nl//programmas/36788896/afleveringen/41158379/
22