1
Inhoud van de voorschriften Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3. Artikel 4. Artikel 5. Artikel 6. Artikel 7. Artikel 8. Artikel 9. Artikel 10. Artikel 11. Artikel 12. Artikel 13. Artikel 14. Artikel 15. Artikel 16. Artikel 17. Artikel 18. Artikel 19. Artikel 20. Artikel 21. Artikel 22. Artikel 23. Artikel 24. Artikel 25. Artikel 26. Artikel 27.
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN................................................................................... 3 WIJZE VAN METEN................................................................................................... 5 ANTI-DUBBELTELBEPALING................................................................................... 6 VERWIJZING NAAR KAART ..................................................................................... 6 LIJST VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN....................................................................... 6 WOONGEBIED I ........................................................................................................ 7 WOONGEBIED II ....................................................................................................... 9 WIJKVOORZIENINGEN EN WONEN...................................................................... 11 WIJKVOORZIENINGEN........................................................................................... 12 MAATSCHAPPELIJKE VOORZIENINGEN ......................................................... 13 DETAILHANDEL................................................................................................... 14 PERIFERE DETAILHANDEL ............................................................................... 15 HORECA .............................................................................................................. 16 BEDRIJVEN.......................................................................................................... 17 VERKOOPPUNT VOOR MOTORBRANDSTOFFEN .......................................... 17 RECREATIEVEVOORZIENINGEN ...................................................................... 18 GROENVOORZIENINGEN .................................................................................. 19 ECOLOGISCHE ZONE(medebestemming) ......................................................... 20 WEGVERKEER .................................................................................................... 21 SPOORWEGDOELEINDEN................................................................................. 21 WATERSTAATKUNDIGE DOELEINDEN (medebestemming) ............................ 21 WIJZIGINGSBEVOEGDHEDEN .......................................................................... 22 GEBRUIKSBEPALING ......................................................................................... 24 VRIJSTELLINGSBEVOEGDHEID t.a.v. BEBOUWING ....................................... 25 OVERGANGSBEPALING .................................................................................... 26 STRAFBEPALING ................................................................................................ 27 TITEL .................................................................................................................... 27
BIJLAGEN bijlage 1. bijlage 2. bijlage 3.
VERKAVELINGSPRINCIPES LIJST VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN GRONDWATERBESCHERMINGSGEBIED EN DE DAAR BIJ BEHORENDE ZWARTE LIJST
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
3 Artikel 1.
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1. plan: de kaart, genummerd 010542 weergevende de bestemmingen van het bestemmingsplan “Helmond Oost” alsmede deze voorschriften; 2. aanbouw: een met het hoofdgebouw verbonden gebouw dat qua afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 3. aaneengesloten woning: woning, deel uitmakend van tenminste drie of meer middels de hoofdmassa verbonden woningen; 4. ambachtelijk bedrijf: bedrijf waarbij het accent ligt op het in handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen en/of leveren van goederen, die verband houden met het ambacht als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming; 5. bebouwingspercentage: het percentage van het bouwperceel voor zover gelegen binnen het bebouwingsvlak, dat ten hoogste mag worden bebouwd; 6. beroepsuitoefening aan huis: de uitoefening van een beroep, niet zijnde een vrij beroep, in de woning waarin de beroepsuitoefenaar woont, een en ander zoals beoefend door een horlogemaker, een fotograaf, een kleermaker of vergelijkbaar beroep met uitzondering van een kapper; 7. bijgebouw: vrijstaand gebouw dat zowel qua afmetingen als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 8. bouwlaag: de begane grond of een verdieping van een gebouw; een onderhuis, zolderverdieping of vliering worden hier niet onder begrepen; 9. bouwperceel: de aaneengesloten bebouwde en/of onbebouwde grond, behorende bij een bestaand of op te richten bouwwerk of complex van bouwwerken; 10. bouwwerk: elke bouwconstructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 11. bruto vloeroppervlakte: de totale oppervlakte van de bouwlagen met inbegrip van de daartoe behorende magazijnruimte en overige dienstruimten; 12. consumentgebonden dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waaronder begrepen een dansschool, sportschool en/of fitnesscentrum, alsmede aan detailhandel verwante bedrijfsfuncties voor de (zakelijke) dienstverlening ter plaatse aan particulieren, zoals een kapsalon, schoonheidssalon, wasserette, videotheek, bank, reisbureau, assurantie-, advocaten-, notaris- en makelaarskantoor; 13. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden - waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop - het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 14. erker: hoekig of rond, buiten de gevel van een gebouw uitgebouwd gedeelte van een ruimte, waarvan de wanden grotendeels bestaan uit glas; 15. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten, ruimte vormt;
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
4 16. gestapelde woning: woning in een gebouw dat tenminste twee boven elkaar gelegen woningen bevat; 17. groothandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit; 18. halfvrijstaande woning: woning, welke slechts aan één zijde middels het hoofdgebouw met een andere woning of ander gebouw is verbonden; 19. hoofdgebouw: gebouw dat zowel functioneel als qua afmetingen bepalend is voor de bestemming; 20. horeca I: een bedrijf dat zich uitsluitend of in overwegende mate richt op het verstrekken van consumpties voor gebruik ter plaatse en dat een winkelondersteunende functie heeft, alsmede een bedrijf dat uitsluitend of in overwegende mate gericht is op het verschaffen van logies. Daaronder wordt in ieder geval verstaan een café, restaurant, cafetaria, lunchroom, snackbar en een hotel; 21. horeca II: een bedrijf als omschreven als horeca I en tevens een bedrijf dat zich uitsluitend, of in overwegende mate richt op het bieden van spel, dans, vermaak en ontmoeting in combinatie met het verstrekken van consumpties voor gebruik ter plaatse, een en ander met uitzondering van een spelautomatenhal; Daaronder wordt in ieder geval verstaan een discotheek, nachtclub, bioscoop, zalencentrum en een kegelbaan; 22. kap: afdekking van een gebouw met een dakhelling van tenminste 15° en ten hoogste 75°; 23. maatschappelijke doeleinden: openbaar bestuur, dienstverlening van overheidswege, godsdienstuitoefening, verenigingsleven, onderwijs, volksgezondheid en andere culturele of daarmee gelijk te stellen doeleinden, daaronder begrepen vormen van begeleid wonen; 24. maten en aanduidingen: de op de plankaart of in deze voorschriften aangegeven hoogten, breedten, lengten, oppervlakten, diepten en percentages, alsmede de aangegeven dakvorm; 25. patiowoning: woning met open binnenplaats, tenminste aan drie zijden met gebouwen omsloten; 26. perifere detailhandel: detailhandel in auto's boten, caravans, tuincentra, bouwmarkten, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waar onder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling; 27. seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een seksclub, bordeel, privé-huis en erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; 28. verkavelingstype: wijze van verkavelen zoals weergegeven in bijlage 1 bij de voorschriften
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
5 29. voorgevel: de naar de weg gekeerde gevel van een hoofdgebouw, met dien verstande dat bij hoekbebouwing sprake kan zijn van meerdere voorgevels; 30. voorgevelrooilijn: de lijn die kan worden getrokken door de voorgevel(s) van bestaande hoofdgebouwen of, op plaatsen waarop een hoofdgebouw ontbreekt, in het verlengde daarvan; 31. vrijstaande woning: woning, welke noch middels het hoofdgebouw noch middels een aanbouw met een andere woning of ander gebouw verbonden is; 32. vrij beroep: beroep uitgeoefend op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig of ontwerptechnisch gebied, of hiermee gelijk te stellen beroep; 33. woning: een gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
Artikel 2.
WIJZE VAN METEN Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: a. het oppervlak van een gebouw: tussen de omtreklijnen van de horizontale projectie van de buitenwerkse gevelvlakken of de harten van de scheidsmuren; b. de breedte en de diepte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken, dan wel de harten van de scheidsmuren; c. de goot- of boeihoogte van een gebouw: tussen de snijlijn van het dakvlak met het daaronder gelegen buitenwerkse gevelvlak en het aan het gebouw aansluitende afgewerkte terrein, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein gemeten wordt vanaf het niveau, bepaald door het afgewerkte terrein dat aansluit op de naar de weg gekeerde gevel; d. inhoud van gebouwen: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of tot de harten van scheidsmuren en boven begane grondvloeren, zulks met inbegrip van erkers en dakkapellen; e. bouwhoogte van gebouwen: van het hoogste punt van het gebouw (met uitzondering van schoorstenen, liftopbouwen etc.) tot aan het aansluitende afgewerkte terrein, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein gemeten wordt vanaf het niveau, bepaald door het afgewerkte terrein dat aansluit op de naar de weg gekeerde gevel; f. hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde: van het hoogste punt van het bouwwerk tot aan het aangrenzende afgewerkte terrein, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein gemeten wordt vanaf het niveau, bepaald door het afgewerkte terrein dat aansluit op de naar de weg gekeerde gevel; g. breedte van bouwpercelen: tussen de zijdelingse perceelsgrenzen van het bouwperceel in de naar de zijde van de weg gekeerde perceelsgrens; h. afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens: de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) perceelsgrens van het bouwperceel; i. afstand tot de bestemmingsgrens: de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de bestemmingsgrens;
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
6 j. k.
Artikel 3.
afstand tussen gebouwen: de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen; de hoogte van een bouwlaag: tussen de bovenzijde van de vloeren geheel of gedeeltelijk onder elkaar gelegen bouwlagen.
ANTI-DUBBELTELBEPALING Geen bouwwerk of complex van bouwwerken mag worden opgericht indien daardoor een ander bouwwerk of complex van bouwwerken met het daarbij behorende bouwperceel, hetzij niet langer zou blijven voldoen aan, hetzij in groter mate zou gaan afwijken van het plan.
Artikel 4.
VERWIJZING NAAR KAART Tenzij in de voorschriften anders is bepaald, gelden ter bepaling van het maximale aantal bouwlagen, de dakvorm en het maximale bebouwingspercentage de hiervoor op de plankaart aangegeven maten en aanduidingen.
Artikel 5.
LIJST VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN Bij de toepassing van de voorschriften geldt de lijst van bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in bijlage 2. bij de voorschriften, waarbij de verschillende categorieën de volgende betekenis hebben: categorie 1: inrichtingen, welke door hun aard nodig en/of toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woningen; categorie 2: inrichtingen, welke door hun aard toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woningen, indien geconcentreerd in een wijkof buurtcentrum; categorie 3: inrichtingen, welke door hun aard slechts toelaatbaar zijn aan de rand van woonwijken; categorie 4: inrichtingen, welke door hun aard gescheiden dienen te zijn van de woonwijken, bijvoorbeeld door middel van groenstroken, plantsoenen of water; categorie 5: inrichtingen, welke door hun aard behoorlijk ver verwijderd moeten zijn van de woonwijken; categorie 6: inrichtingen, welke door hun aard uitsluitend op grote afstand van woongebieden gesitueerd kunnen worden.
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
7
Artikel 6.
WOONGEBIED I 6.1. Doeleindenomschrijving. De op de kaart voor "Woongebied I" aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woondoeleinden in de vorm van eengezinswoningen; b. tuin of erf; c. verkeersdoeleinden, in de vorm van ontsluitingswegen en parkeervoorzieningen; d. groenvoorzieningen, met inbegrip van voet- en fietspaden, alsmede water, wateropvang- en infiltratievoorzieningen; e. garageboxen, f. maatschappelijke voorzieningen en consumentgebonden dienstverlening ter plaatse van de aanduiding M op de plankaart; deze functies zijn slechts toegelaten op de begane grond. een en ander met inbegrip van alle daarbij behorende voorzieningen. 6.2. Beschrijving in hoofdlijnen. Er wordt uitgegaan van handhaving van het bestaande karakter van de afzonderlijk binnen het woongebied te herkennen deelgebieden: a. per deelgebied betekent dit handhaving van de volgende verkavelingen en woningtypes: deelgebied
verkavelingstype
woningtype
A
half-gesloten of half-open bouwblokken in verkavelingen met hoekverdraaiingen half-open of open bouwblokken in orthogonale (rechthoekige) verkaveling geclusterde bebouwing
vrijstaande, half vrijstaande en aaneengesloten woningen half-vrijstaande en aaneengesloten woningen
B
C
aaneengesloten en patio woningen
(zie voor verklaring verkavelingstypes bijlage 1. bij de voorschriften); b. uitgangspunt voor nieuwe woningen is behoud van het stedenbouwkundig karakter, zoals tot uitdrukking komend in het schema onder a. van dit lid alsmede de voorgevelrooilijn, het aantal bouwlagen en de dakvorm; c. bij uitbreiding en/of vervanging van de bebouwing wordt uitgegaan van een parkeernorm van 1,3 parkeerplaats per eengezinswoning en 1,0 parkeerplaats per seniorenwoning. Voorwaarde daarbij is dat de bestaande parkeerbalans minimaal gehandhaafd moet blijven. Wijziging van de bebouwing mag niet ten koste gaan van het aanwezige aantal parkeerplaatsen; d. de bestaande oppervlakte aan openbaar groen dient minimaal gehandhaafd te blijven.
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
8 6.3. Bebouwing. 1. Gebouwen. Op de als zodanig aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen worden opgericht of verbouwd overeenkomstig de volgende regels: a. de bestaande voorgevelrooilijn of uit de bestaande omgeving af te leiden voorgevelrooilijn blijft gehandhaafd; b. de voorgevelrooilijn mag niet worden overschreden, met uitzondering van één erker van maximaal 5 m² met een diepte van maximaal 1,5 m in situaties waarbij de voorgevelrooilijn niet direct grenst aan gronden in gebruik voor openbare verkeersdoeleinden of groenvoorzieningen; c. de woningdiepte mag ten hoogste de in onderstaand overzicht weergegeven diepte bedragen: deelgebied A: 12 m; deelgebied B: 12 m; deelgebied C: 14 m, met dien verstande dat de diepte van de resterende achtertuin ten minste 8 m moet bedragen; d. het hoofdgebouw dient in de zijdelingse erfscheiding te worden gesitueerd of minimaal 2,5 m daaruit; indien grenzend aan de openbare weg of openbaar groen, dient ten minste 2,5 m uit de zijdelingse perceelsgrens gebouwd te worden; e. in geval van bestaande afwijkingen, dient bij uitbreiding de afstand tot de zijdelingse erfscheiding ten minste de bestaande afstand te bedragen; f. bij woningen met een kap dient de bestaande dakhelling en nokhoogte gehandhaafd te blijven; g. per woning mogen maximaal 2 bijgebouwen worden opgericht; h. het oppervlak aan aanbouwen, voor zover niet gelegen binnen het perceelsgedeelte waarop conform het bepaalde onder a tot en met d het hoofdgebouw is toegestaan, en bijgebouwen mag per woning in totaal maximaal 40 m² of 15% van het tot de woning behorende bouwperceel tot een maximum van 60 m² of, indien dit meer is, het bestaande oppervlak aan aanbouwen en bijgebouwen bedragen, met dien verstande dat achter de achtergevel of het verlengde daarvan van een woning een onbebouwde ruimte moet blijven met een oppervlak van ten minste 30 m²; i. de goot- of boeihoogte van aanbouwen en bijgebouwen mag maximaal 3 m bedragen; j. de bouwhoogte van aanbouwen en bijgebouwen mag maximaal 4,5 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte in de erfscheiding maximaal 3 m mag bedragen; k. aanbouwen en bijgebouwen dienen in de zijdelingse erfscheiding te worden gesitueerd of minimaal 1 m daaruit, vanaf tenminste 3 m achter de voorgevelrooilijn; indien grenzend aan de openbare weg of openbaar groen, dient ten minste 1 m uit de zijdelingse perceelsgrens gebouwd te worden; l. in geval van bestaande afwijkingen, dient bij uitbreiding de afstand tot de zijdelingse erfscheiding ten minste de bestaande afstand te bedragen; Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
9 m. het bestaande oppervlak van de afzonderlijke garageboxen mag niet worden vergroot; n. garageboxen mogen uitsluitend plat afgedekt worden; o. de bouwhoogte van garageboxen mag maximaal 3 m bedragen. 2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde passend in de bestemming mogen worden opgericht, met dien verstande, dat: a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 m mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn niet meer dan 2 m en voor de voorgevelrooilijn niet meer dan 1 m mag bedragen en de hoogte van vlaggenmasten en daarmee vergelijkbare bouwwerken ten hoogste 5 m mag bedragen. 3. Nadere eisen. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is: a. ter voorkoming van strijdigheid met lid 8.2., beschrijving in hoofdlijnen; b. voor een verantwoorde stedenbouwkundige, architectonische en/of landschappelijke inpassing; c. teneinde een akoestisch optimale situatie te creëren.
Artikel 7.
WOONGEBIED II 7.1. Doeleindenomschrijving. De op de kaart voor "Woongebied II" aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woondoeleinden in de vorm van gestapelde woningen; b. verkeersdoeleinden, in de vorm van ontsluitingswegen en parkeervoorzieningen, al dan niet ondergronds; c. groenvoorzieningen, met inbegrip van voet- en fietspaden, alsmede water, wateropvang- en infiltratievoorzieningen; d. maatschappelijke voorzieningen en consumentgebonden dienstverlening ter plaatse van de aanduiding M op de plankaart; deze functies zijn slechts toegelaten op de begane grond. een en ander met inbegrip van alle daarbij behorende voorzieningen. 7.2. Beschrijving in hoofdlijnen. Er wordt uitgegaan van handhaving van het bestaande karakter van de afzonderlijk binnen het woongebied te herkennen deelgebieden:: a. per deelgebied betekent dit handhaving van de volgende verkavelingen en woningtypes:
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
10 deelgebied
verkavelingstype
woningtype
D
half-open, half gesloten of open bouwblokken
gestapelde woningen
E
solitairen in de (groene) ruimte
gestapelde woningen
(zie voor verklaring verkavelingstype bijlage 1. bij de voorschriften); b. uitgangspunt voor nieuwe woningen is behoud van het stedenbouwkundig karakter, zoals tot uitdrukking komend in het schema onder a. van dit lid alsmede de voorgevelrooilijn, het aantal bouwlagen en de dakvorm; c. bij uitbreiding en/of vervanging van de bebouwing wordt uitgegaan van een parkeernorm van 1,3 parkeerplaats per eengezinswoning en 1,0 parkeerplaats per seniorenwoning. Voorwaarde daarbij is dat de bestaande parkeerbalans minimaal gehandhaafd moet blijven. Wijziging van de bebouwing mag niet ten koste gaan van het aanwezige aantal parkeerplaatsen; d. de bestaande oppervlakte aan openbaar groen dient minimaal gehandhaafd te blijven; e. de bestaande maatschappelijke voorzieningen op de begane grond van de bebouwing aan de Chrysantenstraat en Molenstraat worden gehandhaafd. 7.3. Bebouwing. 1. Gebouwen. Op de als zodanig aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen worden opgericht of verbouwd met handhaving van de bestaande functie overeenkomstig de volgende regels: a. de bestaande voorgevelrooilijn of uit de bestaande omgeving af te leiden voorgevelrooilijn blijft gehandhaafd; b. de woningdiepte mag ten hoogste 14 m bedragen; c. de bebouwing dient in of ten minste 5 m uit de zijdelingse erfscheiding te worden gesitueerd; d. ter plaatse van de aanduiding op de plankaart mag, uitsluitend op de begane grond, een maatschappelijke voorziening worden gevestigd; e. het oppervlak van het gebouwdeel, waarin de maatschappelijke voorziening is gevestigd, mag niet worden vergroot. 2. Bouwwerken, geen woning zijnde. Bouwwerken geen gebouwen zijnde passend in de bestemming mogen worden opgericht, met dien verstande, dat: a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 m mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen en de hoogte van vlaggenmasten en daarmee vergelijkbare bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
11 3. Nadere eisen. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is: a. ter voorkoming van strijdigheid met lid 7.2., beschrijving in hoofdlijnen; b. voor een verantwoorde stedenbouwkundige, architectonische en/of landschappelijke inpassing; c. teneinde een akoestisch optimale situatie te creëren.
Artikel 8.
WIJKVOORZIENINGEN EN WONEN 8.1. Doeleindenomschrijving. De op de kaart voor "Wijkvoorzieningen en wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. detailhandel, consumentgebonden dienstverlening en horeca I; b. woondoeleinden, in de vorm van gestapelde woningen; c. verkeersdoeleinden, in de vorm van ontsluitingswegen en parkeervoorzieningen, al dan niet ondergronds; d. groenvoorzieningen, met inbegrip van voet- en fietspaden, alsmede water, wateropvang- en infiltratievoorzieningen; e. maatschappelijke doeleinden; een en ander met inbegrip van alle daarbij behorende voorzieningen. 8.2. Beschrijving in hoofdlijnen. Uitwisseling van functies is mogelijk onder de volgende voorwaarden: a. de functies dienen te zijn gericht op c.q. te passen binnen het verzorgingsniveau van de omliggende wijk; b. binnen de bestemming (zijnde het totaal aan bestemmingsvlakken) en de bestemming “Wijkvoorzieningen” mogen in totaal maximaal 2 grootschalige detailhandelsbedrijven, met een verkoopvloeroppervlak van meer dan 300 m2 zijn gevestigd; c. binnen de bestemming mogen geen dienstverlenende of horecabedrijven met een brutovloeroppervlak van 250 m2 of meer ontstaan of worden gevestigd; d. aan de parkeerbehoefte dient waar mogelijk binnen de bestemming te worden voldaan. Ten minste moet aan de parkeernorm van 3 parkeerplaatsen per 100 m² brutovloeroppervlak worden voldaan; e. uitoefening van detailhandels-, dienstverlenende of horecabedrijven op de verdieping is niet toegestaan, anders dan in de vorm van opslag. De verdiepingen hebben naast de opslagfunctie alleen een woonfunctie. 8.3. Bebouwing. Op de als zodanig aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen ten dienste van de bestemming, een en ander met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat: 1. Gebouwen.
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
12 a. de afstand tot de openbare weg of openbaar groen dan wel de bestemmingsgrens of 0 m of ten minste 5 m moet bedragen; in geval van bestaande afwijkingen, dient bij uitbreiding de desbetreffende afstand ten minste de bestaande afstand te bedragen; b. uitsluitend gestapelde woningen mogen worden gebouwd; c. de woningdiepte maximaal 14 m mag bedragen; d. aanbouwen en bijgebouwen, behorende tot de woningen, uitsluitend achter de voorgevelrooilijn mogen worden opgericht; e. het oppervlak van het op de plankaart aangeduide bebouwingsaccent niet meer dan 350 m2 mag bedragen. 2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 m mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen en de hoogte van vlaggenmasten en daarmee vergelijkbare bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen. 8.4. Vrijstelling. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 8.2, onder e voor het toelaten van genoemde functies op de verdieping, met dien verstande dat: a. het geen betrekking heeft op verkoopruimte; b. het geen zelfstandige vestiging betreft; c. het een ondergeschikt gedeelte van een reeds op de begane grond gevestigde functie betreft.
Artikel 9.
WIJKVOORZIENINGEN 9.1. Doeleindenomschrijving. De op de kaart voor “Wijkvoorzieningen” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. detailhandel (supermarkt), met inbegrip van daarbij behorende kantoorruimte; b. ambachtelijke bedrijven, voorkomend onder de categorieën 1 en 2 in de lijst van bedrijfsactiviteiten (bijlage 2. bij de voorschriften), dan wel bedrijven die qua belasting voor de omgeving daarmee gelijk te stellen zijn; c. maatschappelijke, sociale en sportdoeleinden, met uitzondering van scholen voor basis, voortgezet en hoger beroepsonderwijs, algemene, categorale en academische ziekenhuizen, verpleegtehuizen en andere gezondsheidszorggebouwen.
9.2. Beschrijving in hoofdlijnen. Uitwisseling van functies is mogelijk onder de volgende voorwaarden: a. de functies dienen te zijn gericht op c.q. te passen binnen het verzorgingsniveau van de omliggende wijk; binnen de bestemming mag maximaal 1 grootschalig detailhandelsbedrijf met een verkoopvloeroppervlak van meer dan 300 m² zijn gevestigd, met dien verstande dat binnen de bestemming en de bestemming “Wijkvoorzieningen en wonen” maximaal 2 grootschalige Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
13 detailhandelsbedrijven met een verkoopvloeroppervlak van meer dan 300 m² mogen zijn gevestigd; b. aan de parkeerbehoefte dient binnen de bestemming te worden voldaan. Ten minste moet bij detailhandel aan de parkeernorm van 3 parkeerplaatsen per 100 m² brutovloeroppervlak worden voldaan, bij ambachtelijke bedrijven respectievelijk maatschappelijke, sociale en sportdoeleinden bedraagt de parkeernorm waaraan moet worden voldaan ten minste 1,4 dan wel 2,5 parkeerplaatsen per 100 m² brutovloeroppervlak; c. uitoefening van detailhandels- of ambachtelijke bedrijven op de verdieping is niet toegestaan, anders dan in de vorm van opslag; d. de bestaande toestand van de Bernadettekerk, met betrekking tot zowel de constructie als architectonische details, zoals vastgelegd in bijlage 4. bij de voorschriften dient te worden behouden; 9.3. Bebouwing. Op de als zodanig aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen ten dienste van de bestemming, een en ander met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat: 1. Gebouwen: de bestaande bebouwing dient in zijn huidige omvang en verschijningsvorm te worden gehandhaafd. Nieuwe aanvullende bebouwing mag niet worden opgericht. 2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 m mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen niet meer dan 1 m mag bedragen en de hoogte van vlaggenmasten en daarmee vergelijkbare bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.
Artikel 10.
MAATSCHAPPELIJKE VOORZIENINGEN 10.1. Doeleindenomschrijving. De op de kaart voor “Maatschappelijke voorzieningen” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. maatschappelijke doeleinden; b. verkeersdoeleinden, in de vorm van ontsluitingswegen en parkeervoorzieningen, al dan niet ondergronds; c. groenvoorzieningen, met inbegrip van voet- en fietspaden, alsmede water, wateropvang- en infiltratievoorzieningen een en ander met inbegrip van alle daarbij behorende voorzieningen.
10.2. Beschrijving in hoofdlijnen. Er wordt uitgegaan van handhaving van het bestaande karakter van de gebieden met maatschappelijke voorzieningen: a. het groene karakter voor zover aanwezig binnen de maatschappelijke voorzieningen wordt zo goed als mogelijk gehandhaafd; b. Uitbreiding van de aanwezige hoeveelheid bebouwing is echter toegestaan, binnen de op de plankaart Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
14 aangegeven bepalingen voor bebouwingspercentage en aantal bouwlagen; c. de open ruimte binnen deze bestemming moet worden gehandhaafd in samenhang met de ruimte van aangrenzende groenvoorzieningen, zodat de gebruikswaarde van die ruimte en het karakter en de kwaliteit van “bebouwing in het groen” worden gehandhaafd c.q. versterkt; d. het realiseren van nieuwe bebouwing dient zo geconcentreerd mogelijk plaats te vinden; e. de bestaande ontsluitingsstructuur en parkeervoorzieningen dienen zo beperkt mogelijk uitgebreid te worden, met dien verstande, dat moet worden uitgegaan van een parkeernorm van 2,5 parkeerplaatsen per 100 m² brutovloeroppervlak; f. de parkeerplaatsen moeten binnen de bestemming worden gerealiseerd. 10.3. Bebouwing. Op de als zodanig aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen ten dienste van de bestemming met bijbehorende aan- en/of bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, met dien verstande, dat: 1. Gebouwen. de afstand tot de openbare weg of openbaar groen dan wel de bestemmingsgrens tenminste 5 m moet bedragen; in geval van bestaande afwijkingen, dient bij uitbreiding de desbetreffende afstand ten minste de bestaande afstand te bedragen. 2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 m mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen en de hoogte van vlaggenmasten en daarmee vergelijkbare bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.
Artikel 11.
DETAILHANDEL 11.1. Doeleindenomschrijving. De op de kaart voor “Detailhandel” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. detailhandel en consumentgebonden dienstverlening; b. woondoeleinden, in de vorm van bedrijfswoningen bij de detailhandels- en dienstverlenende bedrijven. 11.2. Beschrijving in hoofdlijnen. Er wordt uitgegaan van handhaving van de bestaande toestand, uitbreiding van het totale brutovloeroppervlak wordt niet toegelaten. Uitoefening van detailhandel en dienstverlening is mogelijk onder de volgende voorwaarden: a. detailhandels- en dienstverlenende bedrijven op de verdiepingen zijn niet toegestaan, anders dan in de vorm van opslag. De verdiepingen hebben naast de opslagfunctie alleen een woonfunctie; b. per detailhandels- of dienstverlenend bedrijf is maximaal 1 bedrijfswoning toegestaan.
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
15
11.3. Bebouwing. Op de als zodanig bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen ten dienste van de bestemming en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande, dat: 1. Gebouwen: a. de afstand tot de bestemmingsgrens of 0 m of ten minste 3 m moet bedragen; in geval van bestaande afwijkingen, dient bij uitbreiding de desbetreffende afstand ten minste de bestaande afstand te bedragen; b. woningdiepte maximaal 14 m mag bedragen; c. aanbouwen en bijbouwen, behorende tot de woning(en), uitsluitend achter de voorgevelrooilijn mogen worden opgericht. 2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 m mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen en de hoogte van vlaggenmasten en daarmee vergelijkbare bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.
Artikel 12.
PERIFERE DETAILHANDEL 12.1. Doeleindenomschrijving. De op de kaart voor “Perifere detailhandel” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. één perifeer detailhandelsbedrijf; b. woondoeleinden, in de vorm van een bedrijfswoning bij het perifere detailhandelsbedrijf. 12.2. Beschrijving in hoofdlijnen. Er wordt uitgegaan van handhaving van de bestaande toestand, uitbreiding van het totale brutovloeroppervlak wordt niet toegelaten. Uitoefening van perifere detailhandel is mogelijk onder de volgende voorwaarden: a. uitsluitend detailhandelsbedrijf in de branches “woninginrichting”, “keukens/badkamers” of “stoffen/wol” toegestaan; b. perifere detailhandelsactiviteiten op de verdiepingen zijn niet toegestaan, anders dan in de vorm van opslag. De verdiepingen hebben naast de opslagfunctie alleen een woonfunctie; c. bij het perifeer detailhandelsbedrijf is maximaal 1 bedrijfswoning toegestaan; d. bij het perifere detailhandelsbedrijf dienen voldoende parkeervoorzieningen aanwezig te zijn. Ten minste moet aan de parkeernorm van 1,5 parkeerplaats per 100 m² brutovloeroppervlak worden voldaan. 12.3. Bebouwing. Op de als zodanig bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen ten dienste van de bestemming en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande, dat: 1. Gebouwen:
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
16 a. de afstand tot de bestemmingsgrens of 0 m of ten minste 3 m moet bedragen; in geval van bestaande afwijkingen, dient bij uitbreiding de desbetreffende afstand ten minste de bestaande afstand te bedragen; b. de woningdiepte maximaal 14 m mag bedragen; c. aanbouwen en bijbouwen, behorende tot de woning, uitsluitend achter de voorgevelrooilijn mogen worden opgericht. 2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 m mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen en de hoogte van vlaggenmasten en daarmee vergelijkbare bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.
Artikel 13.
HORECA 13.1. Doeleindenomschrijving. De op de kaart voor “Horeca” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. horeca, met dien verstande dat horeca I is toegestaan; b. woondoeleinden, in de vorm van bedrijfswoningen bij de horecabedrijven. 13.2. Beschrijving in hoofdlijnen. Er wordt uitgegaan van handhaving van de bestaande toestand, uitbreiding van het aantal horecavestigingen wordt niet toegelaten. Beperkte uitbreiding van de bestaande horecavestigingen is mogelijk, mits de horecavestiging qua aard en schaal blijft afgestemd op wijkniveau. Uitoefening van horeca is mogelijk onder de volgende voorwaarden: a. horecabedrijven op de verdiepingen zijn niet toegestaan, anders dan in de vorm van opslag. De verdiepingen hebben naast de opslagfunctie alleen een woonfunctie; b. per horecabedrijf is maximaal 1 bedrijfswoning toegestaan. 13.3. Bebouwing. Op de als zodanig bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen ten dienste van de bestemming en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande, dat: 1. Gebouwen: a. de afstand tot de bestemmingsgrens of 0 m of ten minste 3 m moet bedragen; in geval van bestaande afwijkingen, dient bij uitbreiding de desbetreffende afstand ten minste de bestaande afstand te bedragen; b. de woningdiepte maximaal 14 m mag bedragen; c. aanbouwen en bijbouwen, behorende tot de woning(en), uitsluitend achter de voorgevelrooilijn mogen worden opgericht. 2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 m mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen en de hoogte van vlaggenmasten en daarmee vergelijkbare bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
17
Artikel 14.
BEDRIJVEN 14.1. Doeleindenomschrijving. De op de plankaart voor “Bedrijven” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bestaande bedrijven, op het tijdstip dat het plan in ontwerp ter inzage wordt gelegd; b. bedrijven die voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de in artikel 5 opgenomen lijst van bedrijfsactiviteiten, zulks met uitzondering van kantoren, detailhandelsbedrijven, horecabedrijven, verkooppunten van motorbrandstoffen en inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken. Met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding * uitsluitend categorie 1 is toegestaan; c. behoudens vrijstelling door burgemeester en wethouders bedrijven die niet vermeld staan in de in artikel 5 opgenomen lijst, maar naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders, qua belasting voor de omgeving daarmede gelijk te stellen zijn. 14.2. Bebouwing. Op de als zodanig bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen ten dienste van de bestemming en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande, dat: 1. Gebouwen: de afstand tot de bestemmingsgrens of 0 m of ten minste 3 m moet bedragen; in geval van bestaande afwijkingen, dient bij uitbreiding de desbetreffende afstand ten minste de bestaande afstand te bedragen. 2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 m mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen en de hoogte van vlaggenmasten en daarmee vergelijkbare bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.
Artikel 15.
VERKOOPPUNT VOOR MOTORBRANDSTOFFEN 15.1. Doeleindenomschrijving. De op de kaart voor "Verkooppunt voor motorbrandstoffen" aangewezen gronden zijn bestemd voor een verkooppunt van motorbrandstoffen, waarin uitsluitend de verkoop is toegestaan van: a. brandstof en smeermiddelen; b. benodigdheden voor gebruik, reiniging of spoedeisende reparaties van motorvoertuigen, alsmede accessoires; c. artikelen voor lichaamsverzorging, geringe eetwaren, consumptie-ijs, alcoholvrije dranken en tabak en tabaksproducten, voor zover die onderweg met een voertuig plegen te worden gebruikt. 15.2.
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bebouwing
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
18 Op de als zodanig bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen ten dienst van de bestemming en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande, dat:
1. Gebouwen. de afstand tot de bestemming "Wegverkeer" tenminste 5 m moet bedragen. 2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 m mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen, de hoogte van een luifel niet meer dan 6 m mag bedragen, waarbij de minimale vrije hoogte van een luifel 4.5 m of meer moet bedragen en de hoogte van vlaggenmasten en daarmee vergelijkbare bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.
Artikel 16.
RECREATIEVEVOORZIENINGEN 16.1. Doeleindenomschrijving. De op de kaart voor “Recreatievevoorzieningen” aangewezen gronden zijn bestemd voor sport- en recreatieve voorzieningen. 16.2. Beschrijving in hoofdlijnen. Er wordt uitgegaan van handhaving van het bestaande ruimtebeslag. Uitoefening van sport is mogelijk onder de volgende voorwaarden: a. het groene karakter rondom de sportvoorzieningen dient gehandhaafd te worden. Uitbreiding van de aanwezige hoeveelheid bebouwing is toegestaan, binnen de op de plankaart aangegeven bepalingen voor bebouwingspercentage en aantal bouwlagen; b. het realiseren van nieuwe bebouwing dient zo geconcentreerd mogelijk plaats te vinden; c. aan de parkeerbehoefte dient waar mogelijk binnen de bestemming voldaan te worden. Ten minste moet aan de parkeernorm van 2,5 parkeerplaatsen per 100 m² brutovloeroppervlak voor binnensportaccommodaties en van 16 parkeerplaatsen per ha netto terrein voor buitensportaccommodaties worden voldaan. 16.3. Bebouwing. Op de als zodanig bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen ten dienste van de bestemming en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande, dat: 1. Gebouwen: de afstand tot de openbare weg of openbaar groen dan wel de bestemmingsgrens tenminste 5 m moet bedragen; in geval van bestaande afwijkingen, dient bij uitbreiding de desbetreffende afstand ten minste de bestaande afstand te bedragen. 2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 m mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen en de hoogte
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
19 van vlaggenmasten en daarmee vergelijkbare bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.
Artikel 17.
GROENVOORZIENINGEN 17.1. Doeleindenomschrijving. De op de kaart voor "Groenvoorzieningen" aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. openbaar groen; b. het ontvangen, bergen en/of afvoeren van water, alsmede waterpartijen en infiltratievoorzieningen; c. recreatieve voorzieningen, waaronder begrepen verhardingen ten behoeve van speelvoorzieningen, fiets- en voetpaden; d. een kapel, ter plaatse van de aanduiding op de plankaart; e. nutsvoorzieningen. 17.2. Beschrijving in hoofdlijnen. Bij de ontwikkeling van de binnen deze bestemming vallende gronden worden de volgende uitgangspunten in acht genomen: a. de bestaande groenvoorzieningen dienen tenminste gehandhaafd te worden als drager van de structuur van de wijk Helmond Oost en de gebruikswaarde die deze hebben als openbare ruimte. Gestreefd wordt naar een zodanige inrichting van de groenvoorzieningen dat deze voor een ieder toegankelijk en sociale veilig zijn; b. binnen de groenvoorzieningen is de aanleg van voorzieningen voor het ontvangen, bergen en/of afvoeren van water in de vorm van vijvers, bergbezinkbassins en daarmee vergelijkbare voorzieningen toegestaan.; c. de bestaande toestand van de kapel in het Hortensiapark met betrekking tot zowel de constructie als architectonische details, zoals vastgelegd in bijlage 4. bij de voorschriften, dient te worden behouden.; 17.3. Bebouwing. Op de als zodanig bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd een kapel, gebouwen ten dienste van de maatschappelijke voorziening, gebouwen ten dienste van het dierenpark in het Hortensiapark, gebouwen ten dienste van nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die passen in de groenvoorzieningen, zoals speelwerktuigen, zitbanken, afvalbakken en afrasteringen, met dien verstande dat: a. de bestaande bebouwing van de kapel in het Hortensiapark in zijn huidige omvang en verschijningsvorm dient te worden gehandhaafd; b. de hoogte van gebouwen ten dienste van de maatschappelijke voorziening, ten dienste van het dierenpark en ten dienste van nutsvoorzieningen en van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 m mag bedragen; c. het oppervlak van het gebouw ten dienste van de maatschappelijke voorziening niet mag worden vergroot; d. het oppervlak van de gebouwen ten dienste van het dierenpark in totaal maximaal 40 m2 mag bedragen;
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
20 e. het oppervlak van een gebouw ten dienste van een nutsvoorziening maximaal 25 m² mag bedragen.
Artikel 18.
ECOLOGISCHE ZONE(medebestemming) 18.1. Doeleindenomschrijving. In aanvulling op het bepaalde in de Artikel 7 (Woongebied II), Artikel 16 (Recreatievevoorzieningen) en Artikel 17 (Groenvoorzieningen) zijn de op de kaart voor “Ecologische zone” aangewezen gronden mede bestemd voor de ontwikkeling van ecologische waarden en de totstandkoming van een doorgaande ecologische verbinding.
18.2. Bebouwing. Op de als zodanig bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, voor zover noodzakelijk voor het beheer en het onderhoud in het kader van de bestemming met dien verstande, dat de hoogte maximaal 1,5 m mag bedragen.
18.3.
Aanlegvergunning.
1. Werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem; b. het vellen en rooien van houtgewas; c. het aanbrengen van ondergrondse leidingen; d. het aanbrengen of aanleggen van kaden, aanlegplaatsen of oeverbeschoeiingen; e. het graven of dempen van sloten en greppels; f. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen. 2. Uitzonderingen. Het in dit lid onder 1. vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van: a. werken en werkzaamheden voor zover van ondergeschikte betekenis en van geringe omvang binnen het op de bestemming gerichte normale onderhoud en beheer; b. werken en werkzaamheden, die op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn; c. andere werken en/of werkzaamheden die uit een oogpunt van de ruimtelijke ordening geen ingrijpende betekenis hebben. 3. Toelaatbaarheid. De werken en werkzaamheden als bedoeld in dit lid onder 1. zijn slechts toelaatbaar, indien door werken en werkzaamheden dan wel de daarvan direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in de Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
21 doeleindenomschrijving genoemde voorzieningen ontstaan of kan ontstaan.
4. Adviesprocedure. Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in dit lid onder 1. kunnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij een deskundige inzake natuur en landschap omtrent de gevolgen van voorgenomen activiteiten voor het belang van de ecologische zone en de eventueel te stellen voorwaarden. 18.4. Samenvallen andere bestemmingen. Indien en voorzover de “ecologische zone” samenvalt met een andere bestemming prevaleert de “ecologische zone”, tenzij het gebruik en/of bouwen binnen de hoofdbestemming niet strijdig is met de medebestemming.
Artikel 19.
WEGVERKEER 19.1. Doeleindenomschrijving. De op de kaart voor "Wegverkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen en straten, rijwiel- en voetpaden, verharde en onverharde bermen met bijbehorende voorzieningen zoals parkeergelegenheid, groenvoorzieningen, wateropvang- en infiltratievoorzieningen en geluidwerende voorzieningen, met uitzondering van verkooppunten van motorbrandstoffen. 19.2. Bebouwing. Op de als zodanig bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde, die dienen voor de in de doeleindenomschrijving genoemde doeleinden, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen.
Artikel 20.
SPOORWEGDOELEINDEN 20.1. Doeleindenomschrijving. De op de kaart voor "Spoorwegdoeleinden" aangewezen gronden zijn bestemd voor spoorwegen met bijbehorende voorzieningen ten dienste van verkeer en vervoer per rail, zoals groenvoorzieningen en geluidwerende voorzieningen. 20.2. Bebouwing. Op de als zodanig bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde, die dienen voor de in de doeleindenomschrijving genoemde doeleinden, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, stroomportalen en afrasteringen.
Artikel 21.
WATERSTAATKUNDIGE DOELEINDEN (medebestemming) 21.1. Doeleindenomschrijving. De als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor: waterkering; ecologische verbindingszone (nat); wegen, voet- en fietspaden
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
22 verhardingen ten dienste van de aangrenzende bestemming. 21.2. Bouwvoorschriften Op de als zodanige bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken geen gebouwen zijnde, die passen in de bestemming. 21.3. Ander gebruik dan bouwen De aanleg van leidingen en aanverwante zaken is slechts toegestaan met voorafgaande toestemming van de vaarwegbeheerder. Artikel 22.
WIJZIGINGSBEVOEGDHEDEN 1. De bestemming “Woongebied I” kan, voor zover het betreft percelen deel uitmakend van stroken gelegen parallel aan de bestemmingen “Groenvoorzieningen” of “Wegverkeer” voorzover niet gelegen binnen zones langs wegen of binnen de veiligheidscontour van het LPG-station aan de Deurneseweg, door burgemeester en wethouders met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening worden gewijzigd in de bestemming “Woongebied II”, teneinde het oprichten van gestapelde woningen mogelijk te maken, mits hierdoor: a. het stedenbouwkundige karakter niet wordt aangetast; b. de privacy, de lichttoetreding en het uitzicht van in de directe omgeving gelegen percelen niet worden aangetast, c. met dien verstande dat bij de wijziging het bepaalde in Artikel 7 “Woongebied II” van overeenkomstige toepassing wordt. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aanvullende randvoorwaarden te stellen alvorens van deze wijzigingsbevoegdheid gebruik kan worden gemaakt. 2. De bestemming “Maatschappelijke doeleinden” kan, voorzover niet gelegen binnen zones langs wegen of binnen de veiligheidscontour van het LPG-station aan de Deurneseweg, door burgemeester en wethouders met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening worden gewijzigd in de bestemmingen “Woongebied I” en, mits grenzend aan de bestemming “Wegverkeer” en “Groenvoorziening”, in “Woongebied II”, teneinde het oprichten van woningen mogelijk te maken, mits hierdoor: a. het stedenbouwkundige karakter niet wordt aangetast; b. de privacy, de lichttoetreding en het uitzicht van in de directe omgeving gelegen percelen niet worden aangetast; c. de milieuhygiënische situatie (bodemverontreiniging, geluidshinder) zich daartegen niet verzet (zo nodig aan te tonen door middel van bodem- en/of akoestisch onderzoek), d. met dien verstande dat bij de wijziging het bepaalde in Artikel 6 “Woongebied I”, respectievelijk Artikel 7 “Woongebied II” van overeenkomstige toepassing wordt.
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
23 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aanvullende randvoorwaarden te stellen alvorens van deze wijzigingsbevoegdheid gebruik kan worden gemaakt. 3. De bestemmingen “Detailhandel”, “Horeca” en Bedrijven” kunnen, voorzover niet gelegen binnen zones langs wegen of binnen de veiligheidscontour van het LPG-station aan de Deurneseweg, door burgemeester en wethouders met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening worden gewijzigd in de bestemmingen “Woongebied I” of “Maatschappelijke doeleinden”, teneinde in geval de verspreid gelegen detailhandels-, horeca- of bedrijfsvestigingen worden beëindigd, tot een in de wijk passend hergebruik van opstallen en gronden te komen, mits de milieuhygiënische situatie (bodemverontreiniging, geluidshinder) zich daartegen niet verzet (zo nodig aan te tonen door middel van bodem- en/of akoestisch onderzoek), met dien verstande, dat bij wijziging het bepaalde in Artikel 6 “Woongebied I”, respectievelijk Artikel 10 “Maatschappelijke voorzieningen” van overeenkomstige toepassing wordt. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aanvullende randvoorwaarden te stellen alvorens van deze wijzigingsbevoegdheid gebruik kan worden gemaakt. 4. De bestemmingen “Woongebied I”, “Woongebied II” en “Maatschappelijke doeleinden” kunnen, voor zover grenzend aan de bestemming “wegverkeer”, door burgemeester en wethouders met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening worden gewijzigd in de bestemming “Wonen en werken”, teneinde de vestiging van kleinschalige bedrijven met bedrijfswoningen mogelijk te maken, mits de milieuhygiënische situatie (bodemverontreiniging, geluidshinder) zich daartegen niet verzet (zo nodig aan te tonen door middel van bodem- en/of akoestisch onderzoek), met dien verstande, dat: a. alleen bedrijven toelaatbaar zijn, die passen in een woonomgeving, derhalve zijn alleen bedrijven uit milieucategorie 1 en 2 toelaatbaar; b. de bedrijven geen milieuhinder voor de omgeving mogen veroorzaken; c. de bedrijven geen verkeers- en/of parkeeroverlast tot gevolg mogen hebben, waardoor het treffen van maatregelen of het aanleggen van extra (parkeer)voorzieningen noodzakelijk worden; d. per bedrijf het brutovloeroppervlak maximaal 250 m² mag bedragen; e. per bedrijf maximaal één bedrijfswoning dient te worden gerealiseerd; f. bij de bedrijven geen zelfstandige vormen van horeca en/of detailhandel toelaatbaar zijn; g. bij de wijziging nog nadere voorschriften kunnen worden gegeven. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aanvullende randvoorwaarden te stellen alvorens van deze wijzigingsbevoegdheid gebruik kan worden gemaakt.
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
24 5. Binnen de bestemming “Wijkvoorzieningen en wonen” kunnen door burgemeester en wethouders met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding op de plankaart, het maximum bebouwingspercentage en maximum aantal bouwlagen worden gewijzigd teneinde de realisering van wijkvoorzieningen met daarboven woningen mogelijk te maken, mits: a. het stedenbouwkundige karakter hierdoor niet onevenredig wordt aangetast; b. de privacy, de lichttoetreding en het uitzicht van in de directe omgeving gelegen percelen hierdoor niet worden aangetast, c. binnen de bestemming aan de parkeerbehoefte kan worden voldaan, met dien verstande, dat: d. het aantal bouwlagen maximaal 4 mag bedragen; e. wijkvoorzieningen uitsluitend op de begane grond zijn toegestaan; f. voor het overige het bepaalde in Artikel 8 “Wijkvoorzieningen en wonen” van toepassing blijft. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aanvullende randvoorwaarden te stellen alvorens van deze wijzigingsbevoegdheid gebruik kan worden gemaakt. 6. Procedure: a. het ontwerp voor een wijziging, als omschreven in de leden 1 tot en met 5 ligt gedurende twee weken bij de gemeente voor eenieder ter inzage; b. de burgemeester maakt de terinzagelegging tevoren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze bekend; c. de bekendmaking houdt de mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van bedenkingen; d. gedurende de in sub a genoemde termijn kan een iedere belanghebbende bij burgemeester en wethouders schriftelijk bedenkingen indienen tegen het ontwerp; e. binnen drie maanden na afloop van de in sub a genoemde termijn beslissen burgemeester en wethouders omtrent de vaststelling van de wijziging; indien tegen het ontwerp bedenkingen zijn ingediend, wordt het besluit met redenen omkleed; f. na de vaststelling wordt de wijziging aan de raad ter kennis gebracht; burgemeester en wethouders delen aan hen, die bedenkingen hebben ingediend, de beslissing daaromtrent mede; g. bij het ter goedkeuring aanbieden van het besluit aan Gedeputeerde Staten, worden gelijktijdig de ingediende bedenkingen overgelegd; h. burgemeester en wethouders zenden onverwijld een afschrift van het besluit van Gedeputeerde Staten aan hen die bedenkingen hebben ingediend.
Artikel 23.
GEBRUIKSBEPALING 1. Het is verboden grond en/of opstallen te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
25 een doel strijdig met de in het plan opgenomen bestemmingen. Hieronder wordt in ieder geval verstaan het gebruik van grond en/of opstallen voor een seksinrichting, gokhal, kienhal of casino. Hieronder wordt niet verstaan de uitoefening van vrije beroepen in woningen, mits de woning als zodanig blijft functioneren. 2. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde onder 1 indien strikte toepassing zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Burgemeester en wethouders maken hun voornemen tot het verlenen van vrijstelling bekend en geven gedurende 14 dagen eenieder de mogelijkheid tot het indienen van bezwaren 3. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde onder 1 ten aanzien van beroepsuitoefening aan huis, mits: a. de woning als zodanig blijft functioneren; b. er geen sprake is van overlast of hinder voor de woonomgeving; c. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met de beroepsuitoefening aan huis; d. de benodigde parkeerruimte aanwezig is. 4. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde onder 1 ten aanzien van het uitoefenen van een ambachtelijk bedrijf aan huis, mits: a. de woning als zodanig blijft functioneren; b. alleen bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend, die passen in een woonomgeving, derhalve zijn alleen bedrijfsactiviteiten uit milieucategorie 1 en 2 toelaatbaar; c. de bedrijfsactiviteiten geen milieuhinder voor de woonomgeving veroorzaken; d. de bedrijfsactiviteiten geen verkeers- en/of parkeeroverlast tot gevolg hebben; e. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met de betreffende activiteit.
Artikel 24.
VRIJSTELLINGSBEVOEGDHEID t.a.v. BEBOUWING 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van de in de planvoorschriften genoemde maten en afmetingen vrijstelling te verlenen met ten hoogste 10%. 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van het algemeen nut, zoals trafokasten en verdeelkasten, met een maximale hoogte van 1,5 m en een maximale oppervlakte van 1 m². 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de voorschriften van het plan, voor het aanbrengen van geringe verschuivingen in de plaats, richting en/of afmetingen van de bestemmingsgrenzen, wanneer dit gewenst is voor een efficiëntere
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
26 verkavelingwijze dan wel de praktische uitvoering van het plan, mits de belangen van derden daarbij niet onevenredig worden geschaad. 4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in Artikel 6. “Woongebied I”, lid 6.3., onder 1. en Artikel 7 “Woongebied II”, lid 7.3., onder 1. ten aanzien van de woningdiepte, het aantal bouwlagen en de dakvorm, zoals vastgelegd op de plankaart, ten behoeve van het uitbreiden van bestaande woningen of het oprichten van nieuwe vervangende woningen, mits hierdoor: a. het stedenbouwkundige karakter niet onevenredig wordt aangetast; b. de privacy, de lichttoetreding en het uitzicht van in de directe omgeving gelegen percelen niet onevenredig worden aangetast, c. met dien verstande dat het aantal bouwlagen maximaal 2 mag bedragen, met uitzondering van woningen deel uitmakend van stroken gelegen parallel aan de bestemmingen “Groenvoorzieningen” of “Wegverkeer”, waarvan het aantal bouwlagen maximaal 3 mag bedragen.
Artikel 25.
OVERGANGSBEPALING 25.1. Bouwen. Bouwwerken, welke ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaan, dan wel nadien worden gebouwd of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, en die in enigerlei opzicht van het plan afwijken, mogen, mits de bestaande afwijkingen naar aard en omvang niet worden vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de bouwaanvraag geschiedt binnen twee jaar na het tenietgaan. 25.2. Vrijstellingsbepaling. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1., dat de bestaande afwijkingen naar de omvang niet mogen worden vergroot en toestaan dat een eenmalige vergroting plaatsvindt van de inhoud van de in lid 25.1. toegelaten bouwwerken met niet meer dan 10%. 25.3. Gebruik van gronden en opstallen. a. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond ten tijde van het verbod tot gebruik in strijd met de aan die gronden en bouwwerken gegeven bestemming, en dat in enigerlei opzicht afwijkt van het plan, mag worden voortgezet of gewijzigd, op het moment van het onherroepelijk worden daarvan. b. Het is verboden het met het plan strijdige gebruik van grond en opstallen te wijzigen indien hiervoor de afwijking naar de aard van het plan wordt vergroot. 25.4. Uitzondering op het overgangsrecht. a. Het gestelde in lid 25.1. is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, doch
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”
27 zijn gebouwd in strijd met het toen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. b. Het gestelde in lid 25.3. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Artikel 26.
STRAFBEPALING Overtreding van het bepaalde in artikel "Gebruiksbepaling" lid 1 en "Overgangsbepaling" lid 3 sub b van deze voorschriften wordt aangemerkt als een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Artikel 27.
TITEL Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel "Voorschriften behorende bij het bestemmingsplan Helmond Oost”.
Voorschriften RO / 26 / 8 maart 2005
Bestemmingsplan “Helmond Oost”