PORTSCAPES 2
PORTSCAPES 2
PORTSCAPES 2
Lieveheersbeestjes met een vanitasboodschap Door Sandra Smets Of het nou winter, herfst of hoogzomer is, de lucht boven de Tweede Maasvlakte is grijs. Zand en wolken spiegelen in de watervlakte die dit kale land omgeeft. Zelfs gouden zonnestralen verkleuren in dit industriegebied tot een functioneel licht, zoals tl-balken in een kantoorgebouw toezicht houden en helderheid verschaffen. Zo ook op deze zaterdagmiddag in augustus 2013, een middag waar naartoe geleefd is. Een busreis is georganiseerd, de pers is toegestroomd, maar de elementen werken niet mee. Op deze middag moet de Solar Bell de lucht in gaan, een mobiele sculptuur of – als je het prozaïscher wilt verwoorden – een vlieger en dus afhankelijk van de juiste hoeveelheid wind. De maker is de Argentijnse kunstenaar Tomás Saraceno die hiermee in allerlei tradities treedt van kunstenaars die bewegende apparaten ontwikkelen, als ingenieurs met een poëtische inslag.
op Zuid, alle gemodelleerd naar ideeën hoe je een modern leven vorm moet geven. Een ideale plek zou een ideale burger scheppen. Al liep de praktijk soms anders, grote plannen maken is iets wat bleef. En ja, op die lange zaterdagmiddag, is te zien hoe die Maasvlakte zulk groot denken oproept. Dat de mens hier water kan wegjagen zoals Mozes de zee deed splitsen, heeft mythische proporties. Voor kunstenaars is dit maagdelijke gebied daardoor aantrekkelijk. Het ophogen van zand wordt er vanzelf al land art, het gebied is al kunst – mits je kunstmatig tot kunst rekent. De aanwezigen bij Saraceno’s presentatie zitten in een leeg decor met enkel aan de horizon de elektriciteitscentrale die de onzichtbare grens markeert met de eerste Maasvlakte, beide uit de jaren zeventig. Net als het gebied is de fabriek robuust en elegant tegelijk. Daar wordt nu gewerkt aan vliegende energieturbines – niet heel anders dan Saraceno’s droom. Vooralsnog bestaan dit soort toekomstplannen vooral in gedachten, nu de vlieger niet op wil gaan en ook de andere werken van Portscapes vooral verbeelding scheppen. De tweede tranche van Portscapes, waar Saraceno deel van uitmaakt, bestaat uit vier bijdragen. Ook de andere drie, van Fritz Haeg, HeHe en Jan Konings, geven menselijke proporties aan dit kale industriegebied.
Maar Saraceno mikt niet op de aarde zoals de meesten. Hij wil richting hemel. Zijn vlieger is een prototype voor een vliegend gebouw dat te zijner tijd zestig meter hoog moet worden – een flatgebouw of wellicht een plein of park, dat valt nog te bezien. Vooralsnog ligt de zilverkleurige Solar Bell op de grond, net onder de windvlagen die venijnig over het vlakke land scheren. Saraceno haalt nog wat drankjes voor zijn kunstenaarsvrienden, assistenten zitten neer bij de vliegerlijnen. Wachtend en hopend dat de wind hen goed gezind zal zijn.
Biotoop Hun werken zijn er ontstaan in een tussentijd: de inpoldering is voltooid en de industrie moet nog komen. Dus even, een paar jaar, was dit gebied er enkel voor de kunst en de burgers. Zij kregen daar een fysiek landschap dat door kunstenaars mentaal werd opgeladen, de kerngedachte van de gedroomde maakbaarheid aanhalend. Zoals het psychogeografische Animal Estates van de Amerikaanse kunstenaar Fritz Haeg, dat een onzichtbare kant van dit gebied liet zien. Hoewel de Maasvlakte een menselijke creatie is, zijn veel dieren zich er thuis gaan voelen. In afwachting van de industrie is een biotoop ontstaan van insecten, vogels en waterdieren. Voor de kust is een bultrug gesignaleerd, zeemeeuwen cirkelen er rond zoals Saraceno dat hoopt van zijn vlieger. Haeg weet hoe inventief de natuur zijn ingang vindt in wat wij voor menselijke territoria aanzien. Dit liet hij zien in eerdere edities van Animal Estates. Op de Maasvlakte is de natuur meer verborgen en helpt Haeg die zichtbaar te worden door erover te vertellen. Hij ontwierp een kaart en fietsroutes met verkeersborden, gesierd door dieren waar fietsers anders geen weet van hebben – de steur zwemt onder de waterspiegel, de trekvogels zijn gevlogen.
Luchtfietserij De Solar Bell is een afsluiting van Portscapes 2, waarmee het Rotterdamse Havenbedrijf geholpen door TAAK en voorheen SKOR dit nieuw gewonnen land op de kaart zet. Wie er rondloopt, kan zien wat Saraceno er ook in zag: als dit gebied bewijst dat de mens het kan winnen van zoiets machtigs als de zee, waarom zouden we dan een vliegende stad afdoen als onmogelijk? Saraceno kende het gebied al. Jaren eerder verbleef hij in een gastatelier in Rotterdam en ging naar eigen zeggen wel eens zwemmen in ‘zo’n giftig meertje’ bij de eerste Maasvlakte. Zijn ideeën om met lucht en wind te werken, zijn toen geboren. Inmiddels toont hij in musea installaties op grote hoogtes, toegankelijk voor durfallen. Maar die zijn binnen. Zijn Solar Bell is buiten, in de ‘echte’ wereld, waar de techniek door een team van de TU Delft is doorgerekend. De constructie ontwierp Saraceno naar abstract geometrische kunst van een eeuw geleden en naar de grote vliegers waar Graham Bell rond diezelfde tijd mee experimenteerde. Zich verexcuserend om zijn onbescheidenheid zei de telefoonuitvinder destijds dat hij vermoedde dat binnen een eeuw elke grote Amerikaanse stad over een telefoontoestel zou beschikken. Dat geeft aan wat voor vlucht luchtfietserij kan nemen – waarom geen vliegend gebouw?
Zichtbaar of niet, flora en fauna zullen het altijd van de mens winnen als het gaat om het voortbestaan van een gebied als dit. Mensen streven naar industrie, technologie, economisch gewin. De natuur is sterker dan zulke menselijke ambities. Om op de Maasvlaktes te komen, moet je eerst door een groot gebied vol raffinaderijen. Eenmaal op bestemming, merk je hoe de elementen voortdurend trekken aan het ingezaaide Europoort-gras. Wanneer de menselijke soort niet meer bestaat, zullen planten de fabrieken overnemen. De lieveheersbeestjes die Haeg er uitvergroot op zijn verkeersborden, torsen daardoor een zware vanitasboodschap mee. Ook de borden zelf zijn anders dan hun functionele evenknieën in
De Maasvlakte vraagt om groot denken, vond Saraceno. Gewonnen op zoiets machtigs als de zee is deze streek een bewijs van maakbaarheid, in het architectengrijs van de tekentafels waarop ingenieurs dit land ontwierpen om de uitdijende haven op te vangen. Dromen van maakbaarheid passen bij Rotterdam dat sinds de Tweede Wereldoorlog op grote schaal heeft geëxperimenteerd met het scheppen van nieuwe leefwerelden. Je ziet het aan de Lijnbaan in het centrum en aan de woonwijken 4
des van Gizeh en de trap van Odessa die zo’n dramatisch decor vormde in Eisensteins film Pantserkruiser Potemkin. Zo is het behalve een trap ook een tribune. Je kunt er gaan zitten om uit te kijken over dit industriële theater en na te denken over hoe God het als schepper heeft afgelegd tegen de mens. Of gewoon om je schoenen te schudden.
het stadsverkeer. De dieren staan erop in mengvormen, met letters die vervloeien als in een lsd-trip – in welke werkelijkheid was ik ook weer aanbeland? Importzand Zo heeft Haeg de zichtbare realiteit opgeladen met een minder zichtbare werkelijkheid. Dat maakt dit een ambigu project. Enerzijds ontvouwt het de schoonheid van dit gebied, anderzijds plaatst het kanttekeningen bij de industriële droom. Diezelfde dubbelheid zit in de performance die HeHe er in 2012 liet uitvoeren. Het Engels-Duitse kunstenaarsduo bestelde vrachtladingen vol met chemisch gekleurd zand dat uit Engeland kwam, net zoals de elektriciteit in de belendende stroomnetwerken. HeHe liet het importzand uitstrooien over een nog maagdelijk, ongebruikt badstrand, dat net als Haegs dierenroutes voor recreanten ontworpen is. Knalrood zijn de korrels, in scherp contrast met de grijze tinten van het gebied waar slechts dat bleke Europoort-gras een uitzondering vormt en waarmee HeHe door die kunstmatige kleur laat zien hoe de mens de natuur probeert te bedwingen. De trucks die de vracht uitlaadden, duwden het met rupsbanden het natuurlijker uitziende zand in, waarna, zoals altijd hier, de wind het zou overnemen.
Zo maakt Portscapes 2 van het fysieke landschap een geestelijk landschap, om in te verpozen. Dat is anders dan de monofunctionele benadering bij de aanleg van de eerste Maasvlakte in de jaren zeventig, destijds uitsluitend voor industrie en werknemers bedacht. Die functiescheiding is voorbij. Tegenwoordig wordt de openbare ruimte opgeëist door bedrijven en door mondige burgers. Zelfs met landuitbreidingen als deze Maasvlaktes voelen Nederlanders eerder een tekort aan openbare ruimte dan een teveel. Dat merk je vooral in steden, maar ook in potentiële recreatiegebieden – de vlucht naar buiten de stad. Portscapes 2 maakt die vlucht mogelijk, helpt de leefwereld van Rotterdammers uit te breiden. Het markeert plekken voor ze en faciliteert die door er een menselijke maat in te stoppen – trap, fietsroute. Dat is niet alleen handig maar toont ook de menselijke maat in dit onmetelijke gebied, zoals wanneer een infographic een poppetje naast een olifant zet om het verschil te tonen.
Voor kunstbegrippen was dit project waanzinnig groot, maar in de onmetelijkheid van dit gebied werd het zand een roze vlekje. Het verdween. Misschien dat iemand later die zomer nog wat roze korrels aan zijn badhanddoek aantrof, maar het was verloren. De menselijke macht is beperkt, wilde HeHe hier net als Haeg mee zeggen. Tientallen tonnen zand, een onwaarschijnlijke hoeveelheid, legden het af tegen de uitgestrektheid. Zo schiep ook HeHe een landschap van de verbeelding, met een vanitasboodschap die de blik op het gebied kan kleuren.
Dat contrast heeft als voordeel dat het deze kunst een dramatisch effect geeft. Zoals de vlieger van Saraceno op wil stijgen boven een eindeloze horizon, biedt de trap van Konings uitzicht richting de uitgestrektheid, waar het rode zand van HeHe en de insectenwereld van Haeg er wel bij varen dat ze worden opgeslokt door de onmetelijkheid. Een sublieme esthetiek en huivering, liggen in dit gebied besloten. Maar al vergroten deze kunstenaars die schoonheid, ze maken er geen pastiche of themapark van. Eerder maken ze van de openbare ruimte zelf een kunstwerk – meer nog dan dat ze er kunst in plaatsen. Dat maakt hun werken tot repoussoirs, de blik meenemend over een landschap dat daardoor een mentaal landschap wordt dat emoties oproept – verlangens, dromen, ontzag.
Reuzentreden Intussen houdt de wind er vrij spel onder de grijze luchten. Het duin van Haeg en het strand van HeHe zijn met elkaar verbonden via een route waar je prima je hoofd kunt laten uitwaaien. Overal om je heen ligt kaal land dat zelf ook een omgevingskunstwerk te noemen is, met zijn kunstmatige wallen, duinen, enorme uitzichten – links over water, rechts over bouwrijp gemaakte grond. In dat midden verrijst een vierde kunstwerk dat behoort tot Portscapes 2. Het is een donkergrijze betonnen trap, ontworpen door de Rotterdamse architect Jan Konings. Hem was gevraagd een ontwerp te maken voor bezoekers en recreanten, om dit kale gebied voor hen te ontsluiten. Zo kwam hij tot een praktische trap zoals badgasten die gebruiken waar dan ook aan de Noordzeekust, tussen strand en parkeerplaats. Kaal, eenvoudig, rechttoe rechtaan is het een variant op de moderne vormgeving van het functionalisme die dit hele industriegebied bepaalt.
Het toevoegen van menselijke mogelijkheden – recreëren – is een daad tegen het monofunctionalisme uit de twintigste eeuw – zelfs al doen de kunstenaars dat met de schoonheidsidealen van toen. Ze geven het gebied een optimisme door de steriliteit aantrekkelijk te maken. Zoals Lucy Lippard ooit zei: ‘al is kunst geen entertainment, het kan geen kwaad om mensen te entertainen terwijl je je verhaal doet.’ Daarom entertaint deze kunst terwijl het dit gebied toegankelijk maakt. Een rood chemisch strand, routes met hallucinatoire verkeersborden die een krioelende wereld verraden, een majesteitelijke trap om op te gaan zitten nadenken. Daarvandaan was ook op die ene zomermiddag in 2013 te zien hoe de gierende wind, na uren, net genoeg ging liggen om het team van Saraceno in opperste paraatheid te krijgen. Het dagprogramma was omgegooid, maar het lukte. De Solar Bell steeg op. Hoger en hoger trok het aan de vliegerlijnen die door vier man met moeite in bedwang werden gehouden. Zilverkleurig flikkerden de aluminium zeilen tegen de grijsblauwe lucht, grijpend naar de grote wolken, de mens klein en nietig achterlatend.
Voor de badgasten is de trap handig, maar wie een paar stappen terugneemt, ziet er een modulair ontwerp in dat, net als Saraceno’s vlieger, doet denken aan die avant-gardes van een eeuw geleden. Deze geometrische abstracties waren destijds bedoeld als een blauwdruk voor een nieuwe harmonieuze maatschappij. Die beeldtaal, met grootse beloften van maakbaarheid, zit ook in die trap. Basaal vormgegeven, form follows function, heeft het naast de gewone treden een verdubbeling waardoor treden worden samengevoegd tot blokken. Voor deze reuzentreden keek Konings naar de pirami5
HEHE
Roduin HeHe is een kunstenaarsduo gevormd door Helen Evans (Welwyn Garden City, Engeland, 1972) en Heiko Hansen (Pinneberg, Duitsland, 1970). Beiden zijn geschoold als industrieel en theaterontwerpers en ingenieurs. Deze vakgebieden combineren ze in hun kunstwerken, waarbij ze veelal gebruikmakend van technologische toepassingen, ecologische vraagstukken aan de kaak stellen. HeHe werd gevraagd om naar Maasvlakte 2 te kijken, en dan met name naar de (milieu)effecten die een dergelijke onderneming met zich meebrengt. Ze verwonderden zich erover dat het strand van Maasvlakte 2, dat toch echt door mensen bedacht en gemaakt werd, er ‘natuurlijk’ moet uitzien, met duinen, zand en helmgras. Dit realiserende, ontwikkelde HeHe een werk dat de waarneming van het landschap van Maasvlakte 2 als uitgangspunt neemt. Voor hun uiteindelijke interventie Roduin verspreidden ze, in het voorjaar van 2012, 75 ton rood zand over het nieuwe te openen strand van Maasvlakte 2. De intentie van HeHe met Roduin was om dat gevoel van natuurlijkheid om te draaien: de kleur rood benadrukt juist het artificiële karakter van het strand van Maasvlakte 2 en maakt zichtbaar dat het door mensen aangelegd werd. Roduin benadrukt dat iedere korrel zand op die plek door mensen is neergelegd. Daarbij contrasteert de kleur rood hevig met de natuurlijk ogende omgeving. De manier waarop het rode zand door wind en getij binnen enkele weken verdween in de omgeving is vastgelegd door middel van film en timelapse fotografie. Een installatie met deze beelden werd gepresenteerd in een tentoonstelling in FutureLand. Het werk is opgenomen in het deel ‘audiovisueel’ van deze publicatie.
6
7
8
9
10
11
12
13
JAN KONINGS
Strandtrap Jan Konings (Oosterhout, 1966) maakt regelmatig ontwerpen voor de openbare ruimte en het landschap. In zijn werken is hij altijd op zoek naar de menselijke maat: hij introduceert deze schaal door een sociale component aan het ontwerp toe te voegen of door mensen uit te nodigen tot (inter)actie. Voor Portscapes 2 werd Konings gevraagd om een drietal strandopgangen bij het recreatiestrand van Maasvlakte 2 te ontwerpen. In zijn concept ontmoeten functioneel ontwerp en sociale functie elkaar en liet hij zich inspireren door verschillende soorten trappen, zoals de monumentale trap in Odessa en de Egyptische piramides. Het spel met maat is een verwijzing naar de enorme schaal van Maasvlakte 2. De vormgeving van de gehele trap refereert aan de golvende structuren die het zeewater en de wind in het zand tekenen. De maat van de treden nodigt uit voor divers gebruik van de trap. Puur functioneel, om op af te spreken of om bijvoorbeeld je schoenen aan te trekken. Konings’ ontwerp creëert een plek voor ontmoeting en maakt van de strandopgang een publieke ruimte.
14
15
16
17
18
19
20
21
FRITZ HAEG
Animal Estates 9.0 Port of Rotterdam De als architect opgeleide Amerikaanse kunstenaar Fritz Haeg (St. Cloud, Minnesota, 1969) werkt sinds 2008 aan de serie Animal Estates. Deze serie bestaat uit evenementen en tentoonstellingen over dieren waarmee we onze leef- en werkomgeving delen. De werken uit de serie faciliteren een leefomgeving voor dieren die ontheemd of ongewenst zijn. Op deze manier stelt Animal Estates de herintroductie van dieren voor in onze stedelijke omgeving. Voor Portscapes 2 richtte Haeg zich op de manier waarop dieren zich een voor industrie aangewezen en ontworpen terrein toe-eigenen. In gesprekken met Bureau Stadsnatuur Rotterdam onderzocht hij hoe deze dieren zich nog voordat Maasvlakte 2 als haven in gebruik genomen werd, de plek eigen maakten. Hij bracht op verschillende manieren in kaart hoe de dieren in het havengebied leven en hoe het industriegebied onbedoeld een habitat blijkt voor verschillende dieren. De dieren die in de schijnwerper staan zijn onder meer: de grote oorwurm in het zand, de rugstreeppad in voor hen aangelegde meertjes, de kleine stern die in het gras nestelt en de grijze zeehond op het beschermde strand. Maar ook de manier waarop dieren als duiven, konijnen en valken leven komt aan de orde. Haeg tekende verhalen op van ontmoetingen tussen mens, natuur en industrie: verhalen over zwanen die sensoren activeren en over speciaal aangelegde paringsvijvers voor de rugstreeppad. Haeg bracht deze verhalen samen in verschillende onderdelen van het project. Dit bestaat uit een route van negentien kilometer langs het fietspad aan de buitencontour van Maasvlakte 2, voorzien van informatieborden, een bijbehorende plattegrond en een video. Haeg ontwierp samen met ontwerpbureau Åbäke vijfentwintig borden, lijkend op verkeersborden, die de fietsers informeren over welke dieren je zou kunnen zien in het gebied. Daarnaast ontwikkelden zij een uitvouwbare kaart van het havengebied waarin deze verhalen een plaats krijgen. In een video combineert Haeg beelden van de havenactiviteit met een voice-over die vertelt over de dieren die zelf amper te zien zijn. Zijn project werkt als een vergrootglas op het bijzondere samenspel tussen mens en natuur op deze plek.
22
23
24
25
26
27
28
29
TOMÁS SARACENO
Solar Bell Tomás Saraceno (Tucanan, 1973) is geschoold als architect en werkt als kunstenaar met een multidisciplinair team aan wat de architectuur van de toekomst genoemd kan worden. Zijn utopische ideeën resulteren in modellen die het mogelijk moeten maken voor de mens om in de toekomst in de lucht zwevende architectuur te bewonen. Een voorbeeld hiervan is In Orbit, een plein, bestaand uit een webconstructie van drie lagen met daartussen grote transparante luchtballen, dat in de hal van een kunstinstelling in Düsseldorf gerealiseerd werd. Maasvlakte 2 inspireerde Saraceno om een nieuwe stap te zetten in dit denken. Volgens hem wordt nieuw land in de toekomst niet meer gewonnen op zee maar op de lucht, door gebruik te maken van de windkracht. Saraceno ziet daarbij een duurzaam platform voor zich dat, de zwaartekracht tartend, boven land of zee oprijst en waar mensen op verblijven: de Solar Bell. In het kader van Portscapes 2 heeft Studio Saraceno in samenwerking met onder meer de afdeling Lucht- en Ruimtevaarttechniek van de TU Delft, onderzoek gedaan naar een duurzame futuristische constructie van zestig meter hoog. De vorm ervan is geïnspireerd op de tetraëder, een vliegervorm die Alexander Graham Bell honderd jaar eerder ontwikkelde. In de zomer van 2013 presenteerde Saraceno een zes meter hoog schaalmodel van de Solar Bell. Deze bestaat uit een buizenconstructie gemaakt van lichte, zeer sterke koolstofvezel en zeilen van flinterdun spiegelfolie. Deze vlieger liet zien dat dromen wel degelijk werkelijkheid kunnen worden.
30
31
32
33
34
35
36
37
EINDTENTOONSTELLING
Maasvlakte 2 kunstprojecten in FutureLand In 2013 vond van 29 juni tot en met 9 oktober in FutureLand, het informatiecentrum van Maasvlakte 2, een overzichtstentoonstelling plaats van de kunstwerken van Portcapes 2 en het Beeldproject. Net als in 2010 voor de Portscapes-tentoonstelling in Museum Boijmans Van Beuningen, ontwikkelden Overtreders W hiervoor een tentoonstellingsontwerp. Het ontwerp bestond uit een modulaire structuur van hout en zeildoek, waarmee de ruimte ingedeeld werd om de verschillende werken goed tot hun recht te laten komen. Door het materiaalgebruik refereerde het ontwerp aan strandobjecten en riep het de sfeer op van zand, zee en wind. Overtreders W is een ruimtelijke ontwerpbureau gevormd door Reinder Bakker en Hester van Dijk, beide afgestudeerd aan de Design Academy in Eindhoven. Zij ontwerpen binnen- en buitenruimtes zoals interieurs, tentoonstellingen en kleine paviljoens. Actuele thema’s als het veranderende landschap, sociale cohesie in buurten en duurzaamheid komen in hun werk aan de orde.
38
39
40
41
ENGLISH
(pages 4-5)
Ladybirds and the transience of life By Sandra Smets Whether it’s winter, fall or even mid-summer, the sky above Maasvlakte 2 is always grey. The sand and the clouds are mirrored in the surface of the water surrounding this bare land. The industrial area even seems to fade golden rays of sun down to functional light, like the fluorescent tubes that monitor and light up office buildings. Such is the case on this one, long-awaited Saturday afternoon in August 2013. A bus tour has been organised, the press has arrived in numbers, but the elements refuse to cooperate. On this very afternoon, the Solar Bell is scheduled to take to the skies. However, this mobile structure or – more prosaically – this kite, depends on the wind to fly. The Solar Bell’s creator is Argentinean artist Tomás Saraceno, who followed the tradition of artists developing moving objects, like engineers with a heart for poetry.
Zuid district, all modelled on ideas of how to design a modern life. An ideal place should create an ideal citizen. Although in practice the ideas didn’t always turn out as planned, making great plans is a trait that has remained to this day. And yes, on this long Saturday afternoon, it is easy to see how the Maasvlakte evokes such large-scale thinking. People can drive away water here the way Moses parted the seas. That has mythical proportions. For artists, it makes this virgin ground attractive. Piling up the sand becomes land art in and of itself; the area is already art – as long as you count artificial as art. The people present at Saraceno’s presentation sit in an empty setting, marked only on the horizon by the power plant indicating the invisible border with the first Maasvlakte. Both the plant and Maasvlakte date from the 1970s. Just like the region, the plant is simultaneously robust and elegant, grey without fuss. There, near the power plant, people are working on flying energy turbines – not so different from Saraceno’s dream. For the moment, these sorts of future plans reside in the realm of ideas, now that the kite doesn’t want to lift off and the other Portscapes 2 works also mainly create illusion. The second portion of Portscapes 2, which Saraceno is part of, consists of four contributions. The other three, by Fritz Haeg, HeHe and Jan Konings, also give human proportions to this bare industrial area.
But Saraceno doesn’t aim for the earth, like most others do. He aims for the skies. His kite is a prototype for a flying building that in due time should be 60 metres high – a block of flats or likely a square or park, that remains to be seen. For the moment, the silver Solar Bell lies on the ground, just below the vicious gusts of wind that blow across the flat land. Saraceno gets some drinks for his artist friends from Rotterdam, his assistants sit down near the kite strings, waiting and hoping that the wind will favour them. Manipulability The Solar Bell marks the conclusion of Portscapes 2, the Rotterdam Port Authority’s project to put this new land on the map with the help of TAAK and its predecessor, SKOR. Those taking a look around can see what Saraceno saw: if Maasvlakte 2 proves that man can win against something as powerful as the sea, why should we believe a flying city to be impossible? Saraceno already knew the area. Years ago, he stayed in a guest studio in Rotterdam for a year and says he went swimming from time to time in ‘one of those toxic ponds’ near the original Maasvlakte. His ideas of working with air and wind were born then.
Biotope Their works were created in an interim: the impoldering was complete, while industry had yet to arrive; for a few years, this area was reserved for art and people alone. There they had a physical landscape that was mentally charged by artists, underlining the basic idea of the dreamed manipulability. One example is the psychogeographical Animal Estates by American artist Fritz Haeg, which showed an otherwise invisible facet of this area. Although the Maasvlakte is man-made, many animals have come to call it home. Awaiting industry, a biotope of insects, birds and water animals has come into existence. Seagulls circle much the same way Saraceno hopes his kite will. Off the coast, a humpback whale has been spotted; clearly fish can find their way here. Haeg understands how inventive nature can be in finding its way into what we consider human territory. Haeg’s previous editions of Animal Estates were staged in cities, where the artist showed how animals can feel at home and gave them a helping hand. Nature on the Maasvlakte is less visible, and Haeg helps to increase its visibility by reporting on it. He designed a map and cycle routes with information signs decorated with animals that cyclists otherwise would never even know about – the sturgeon swims below the water’s surface, the migratory birds have flown.
Now he displays his work in museum installations at great heights, accessible to the daring. But those are inside. His Solar Bell is outside, in the ‘real’ world, where the technology has been calculated by an engineer from Delft University of Technology. Saraceno designed the structure based on century-old abstract geometric art and the great kites that telephone inventor Alexander Graham Bell experimented with around that time. Excusing his arrogance, Bell said at the time that he expected that within a century every great American city would have a telephone. That goes to show what dreaming can lead to – why not flying buildings? The Maasvlakte demands such big thinking, believed Saraceno. Reclaimed from something as powerful as the sea, this region is proof of manipulability, in the architectural grey of the drawing boards on which engineers designed this land to receive the expanding port. Dreams of manipulability suit the Rotterdam of today, which has experimented on a huge scale with the creation of new living environments since the Second World War. You can see it on Lijnbaan in the city centre and in the residential neighbourhoods in the
Visible or not, flora and fauna will always win against man in terms of survival in an area like this. People strive for industry, technology and economic progress. But nature is stronger than such human pursuits. In order to reach the Maasvlaktes, you first have to pass through a large area full of refineries. Once at your destination, you notice how the elements are constantly 42
ENGLISH
Giza and the Potemkin Stairs in Odessa, which formed such a dramatic setting in Eisenstein’s film Battleship Potemkin. Not just a staircase, it is also a bleachers. You can sit on it to look out over the industrial theatre and consider whether God as a creator has been defeated by man. Or just to shake out your shoes.
pulling at the sown Europoort-gras. After the demise of the human race, plants will take over the factories. The ladybirds that Haeg magnifies on his information signs bear a heavy message of the transience of life as a result. The signs themselves are also different from their functional peers in city traffic. The animals are displayed in hybrids, with letters that melt like they are on psychedelics – what reality was this again?
In this way, from the physical landscape, Portscapes 2 makes a spiritual landscape to repose in. That’s a big difference from the monofunctional approach taken in the construction of the first Maasvlakte in the 1970s, which only considered industry and employees. That division of function is over. Now, public space is being claimed by businesses and articulate citizens. Even with reclaimed land like these Maasvlaktes, Dutch people are more likely to feel there is a shortage of public space than a surplus. You can primarily see this in the cities, but also in potential recreational areas – the escape to the countryside. Portscapes 2 makes such an escape possible; it helps expand the living area for Rotterdam’s residents. It marks places and facilitates these by adding a human element – the stairs, the cycle route. These elements aren’t only useful; they also show the human scale in this immense area, like in an infographic, when a stick figure is placed beside an elephant to show the difference in size.
Imported sand In this way, Haeg charged the visible reality with a less visible truth. That makes the project ambiguous. On the one hand, it unfolds the beauty of the area; on the other hand, it adds commentary to the industrial dream. That same ambiguity can be found in the performance that HeHe directed there in 2012. The British-German artistic duo ordered cargo loads of chemically coloured sand that came from England, just like the electricity in the neighbouring power grids. HeHe had the imported sand spread over the pristine, unused beach area, which was designed for recreational use, like Haeg’s animal routes. The grains of sand are bright red, in sharp contrast with the area’s ubiquitous grey tints, where only the pale Europoort-gras stands out as an exception. HeHe used the artificial colour of the sand to show how man is trying to force nature. The trucks that unloaded the sand pushed it with caterpillar tracks into the more naturallooking sand, after which, as is always the case here, the wind would take over.
The benefit of that contrast is that it dramatises this art. Like Saraceno’s kite that wants to fly up above an endless horizon, Konings’s stairs offer a view of the expanse, where HeHe’s red sand and Haeg’s world of insects are the better for being swallowed up by the vastness. Sublime aesthetics lie enclosed in this area. But, although these artists magnify that beauty, they don’t make it into a pastiche or theme park. Instead, they make the public space itself a work of art – encompassing more than just putting art into it. And that makes their works into repoussoirs, luring the gaze across a landscape that, as a result, becomes a mental landscape evoking emotions, desires, dreams and awe.
In art terms this project was enormous, but in the vastness of this area, the sand was just a smudge of pink. It disappeared. Maybe people tanning on the beach later in the summer found a few pink grains on their towel, but it was gone. Human power is limited, that’s what HeHe wanted to say here, just as Haeg did. Dozens of tons of sand, an improbable amount, were no match for the vast area. Thus HeHe also created a landscape of the imagination, sending a message of the transience of life that can colour the view of the area. Giant steps Meanwhile, the wind has free play beneath the grey skies. A route well suited to go for a breath of fresh air connects Haeg’s dune and HeHe’s beach. Everywhere around you is a barren land that is itself a work of environmental art, with its artificial banks, dunes, huge views – to the left over water, to the right across land ready for construction. In the midst of that arises a fourth Portscapes 2 artwork. It is a dark grey stone staircase, designed by Rotterdam architect Jan Konings. He was asked to make a design for visitors and holiday-makers, to open up this land for them. That’s how he arrived at a practical staircase, like those for seaside visitors found elsewhere along the North Sea coast, between the beach and the car park. Bare, simple and direct, it is a variation on the modern design of the functionalism that defines this entire industrial area.
The addition of human options – recreation – is an act against the monofunctionalism of the 20th century – even though the artists do it with those same beauty ideals. They give the area optimism by making the sterility attractive. As Lucy Lippard once said: ‘even though art isn’t entertainment, it can’t hurt to entertain people while you tell your story.’ Likewise, this art entertains while making the area accessible. A red, chemical beach, cycle routes with hallucinatory information signs that reveal a crawling world, a regal staircase to go sit and think. From those very steps, on this summer afternoon in 2013, you could see how the wind, after howling for hours, finally calmed enough for Saraceno’s team to get into prime readiness. The schedule has gone out the window, but they did it. The Solar Bell took off. Higher and higher, it pulled at the lines held tight, with some difficulty, by four men. The aluminium sails flashed silver against the blue-grey sky and reached for the big clouds. Leaving man behind, tiny and insignificant.
For those visiting the beach, the staircase is useful, but for those who take a few steps back, it can be seen as a modular design that, like Saraceno’s kite, recalls the avant-gardes of a century ago. These geometric abstractions were intended at the time to be a blueprint for a new, harmonious society. That visual language, containing great promises of manipulability, is also in the staircase. Fundamentally designed, form following function, beside the normal steps it doubles in such a way that steps are joined together into blocks. For these giant steps, Konings looked to the pyramids of 43
ENGLISH
ENGLISH
(pages 6-13)
(pages 22-29)
(pages 30-37)
HeHe, Roduin, 2012
Fritz Haeg, Animal Estates 9.0 Port of Rotterdam, 2013
Tomás Saraceno, Solar Bell, 2013
HeHe is an artistic duo formed by Helen Evans (Welwyn Garden City, UK, 1972) en (Heiko Hansen, Pinneberg, Germany, 1970). Both artists studied industrial and theatre design and engineering. They combine these disciplines in their artworks, in which they often use technological applications to expose ecological issues.
American architect-turned-artist Fritz Haeg (St. Cloud, Minnesota, 1969) has worked on the Animal Estates series since 2008. This series consists of events and exhibitions about animals we share our living and working environment with.The works in the series facilitate a living environment for animals that are uprooted or undesired. In this way, Animal Estates proposes the reintroduction of animals in our urban environment.
HeHe was asked to look at Maasvlakte 2, in particular at the environmental and other effects that an endeavour of this size entails. They were surprised that the beach at Maasvlakte 2, which was conceived and created by people, had to look ‘natural’, with sand, dunes and beach grass. Realising this, HeHe developed a work that takes their observation of Maasvlakte 2’s landscape as its starting point. For their eventual intervention Roduin, in the spring of 2012, they spread 75 tons of red sand over the new, yet-to-be-opened beach on Maasvlakte 2. HeHe’s intention with Roduin was to turn around that natural feeling: the red colour emphasised the artificial character of the Maasvlakte 2 beach, revealing the beach’s man-made origins. Roduin underlined that every grain of sand on that beach was put there by people. In addition, the red colour stood out against the naturallooking environment. The way that the red sand washed and blew away within a few weeks was recorded on film and in time-lapse photos. These images were later presented in an installation in FutureLand. This video is included in the audiovisual part of this publication.
For Portscapes 2, Haeg focused on the way in which animals appropriate terrain designated and designed for industry. In discussion with Bureau Stadsnatuur, he studied how these animals made Maasvlakte 2 their own, long before it was opened as a port. He used various methods to chart how the animals in the port area live and how the industrial area turned out to be an unintentional habitat for various animals. The animals under the spotlight include: the giant earwigs in the sand, the natterjack toads in the ponds created for them, the small terns that nest in the grass and the grey seals on the protected beach. The project also discusses how animals like pigeons, rabbits and falcons live. Haeg jotted down stories of meetings between man, nature and industry: stories about swans that activate sensors and purpose-built mating ponds for the natterjack toad. Haeg brought these stories together in various parts of the project, which features a 19-kilometre-long route along the cycle path on the outer contour of Maasvlakte 2 punctuated with informative signs, a map of the route and a video. Haeg worked with Åbäke design agency to design the 25 signs, which look like traffic signs, to inform cyclists about the animals they might be able to see in the area. In addition, they developed a folding map of the port area to accommodate these stories. Haeg also combined images of port activity with a voice-over in a video that describes the animals, which themselves can hardly be seen. His project acts as a magnifying glass that helps to focus on the unusual interplay between man and nature on Maasvlakte 2.
(pages 14-21)
Jan Konings, Beach stairs, 2012 Jan Konings (Oosterhout, 1966) regularly makes designs for public spaces and the landscape. In his works, he is always searching for the human dimension: he introduces this scale by inviting people to act or interact, or by introducing a social component to the design. For Portscapes 2, Konings was asked to the design a set of three beach accesses for the recreational beach of Maasvlakte 2. Functional design and social function meet in his design, which was inspired by various staircases, such as the monumental Potemkin Stairs in Odessa, Ukraine, and also the pyramids in Egypt. His play with dimensions is a reference to the enormous scale of Maasvlakte 2. The design of the entire staircase refers to the wavy structures drawn in the sand by both the sea and the wind. The stairs’ size invites various uses: purely functional, as a meeting point or maybe to sit and put your shoes on. Konings’s design creates a meeting place and makes the beach access itself a public space.
Tomás Saraceno (Tucanan, 1973) was trained as an architect and works as an artist in a multidisciplinary team on what could be considered the future of architecture. His utopian ideas result in models that should make it possible for people in the future to inhabit architecture floating in the air. An example of this is In Orbit, a plaza made out of a three-layered web-like structure with large, transparent spheres of air between them, which was realised in the main hall of an art institution in Dusseldorf, Germany. Maasvlakte 2 inspired Saraceno to take a new step in this direction. Saraceno believes that in the future, land will no longer be reclaimed from the sea, but rather from the air, by making use of wind-power. Saraceno dreams of a durable platform that defies gravity to rise above land or sea – creating a new kind of place for people to live: the Solar Bell. In the framework of Portscapes 2, Studio Saraceno studied the feasibility of a durable, futuristic, 60-metre-high construction in cooperation with the Aerospace Engineering department at Delft University of Technology. The shape of the structure was inspired by the tetrahedron, a kite shape that Alexander Graham Bell developed a century earlier. In the summer of 2013, Saraceno presented a six-metre-high scale model of the Solar Bell, constructed using a tube structure made of a light, very robust carbon fibre and sails of ultrathin mirror foil. This kite shows that dreams really can become reality.
(pages 38-41)
Maasvlakte 2 art projects in FutureLand In 2013, a retrospective, exhibiting works from Portscapes 2 and the Image Project, was held from 29 June to 9 October in FutureLand, the information centre for Maasvlakte 2. Just as in 2010 for the Portscapes exhibition in Museum Boijmans Van Beuningen, Overtreders W developed the design for the exhibition. The design consisted of a modular structure of wood and canvas, which divided the room and allowed the different works to be displayed to their advantage. Through the materials used, the design referred to objects on the beach and evoked the atmosphere of sand, sea and wind. Overtreders W is a spatial design office formed by Reinder Bakker and Hester van Dijk, both graduates of The Design Academy in Eindhoven. They design indoor and outdoor spaces, such as interiors, exhibitions and small pavilions. Current themes such as the changing landscape, social cohesion in neighbourhoods and sustainability are addressed in their work.
44
45
46