G ezo n dhe id in F rie s la nd
Lichamelijke gezondheid 1. Ervaren gezondheid en ziekte en aandoeningen De beoordeling van de eigen gezondheid, de ervaren gezondheid, is een indicatie voor de kwaliteit die iemand aan het leven toeschrijft. Afhankelijk van de levensfase waarin iemand verkeert, kan de wijze waarop iemand de eigen gezondheid beoordeelt, veranderen. In de uitwerking van het thema ‘Ervaren gezondheid en ziekte en aandoeningen’ wordt inzicht gegeven in de manier waarop jongeren in Friesland hun gezondheid beoordelen en welke factoren hiermee samenhangen. Het onderzoek ‘GO Jeugd 2004’ ligt hieraan ten grondslag. Onderzoek in het basisonderwijs van GGD Fryslân (Groep 7 schooljaar 20042005) geeft inzicht in de manier waarop ouders de gezondheid van hun kinderen ervaren. Voor wat betreft informatie over gerapporteerde ziekten en aandoeningen wordt geput uit eigen onderzoek en onderzoeksgegevens van andere organisaties. 1.1 Friese jongeren over hun gezondheid Jongeren in Friesland zijn over het algemeen tevreden over hun gezondheid. In 2004 zei 83% van de jongeren van 13 tot en met 18 jaar dat zij hun eigen gezondheid goed vonden. 16% vond de eigen gezondheid matig en minder dan 1% vond de eigen gezondheid slecht. Jongeren waarderen hun eigen gezondheid vrijwel hetzelfde als een aantal jaren geleden, zoals blijkt uit figuur 1. De onderzoeksgegevens uit 1998 hebben betrekking op regio De Friese Wouden. Voor een optimale vergelijking van de ervaren gezondheid door jongeren tussen 1998 en 2004 is naast het resultaat voor de provincie Friesland in 2004, ook het resultaat van De Friese Wouden in 2004 weergegeven. %100
80 De Friese Wouden 1998 60 De Friese Wouden 2004 40
Friesland 2004
20 0 goed
matig ervaren gezondheid
slecht
Figuur 1. Ervaren gezondheid door jongeren (13-17 jaar; voortgezet onderwijs) in De Friese Wouden en in Friesland, % (GGD Fryslân) Verschillen naar achtergrondkenmerken Hoe jongeren hun gezondheid ervaren, hangt samen met een aantal achtergrondkenmerken van jongeren. In tabel 1 staat het percentage jongeren dat de gezondheid als goed ervaart uitgesplitst naar verschillende achtergrondkenmerken. Uit tabel 1 blijkt het volgende: •
Meer jongens dan meisjes ervaren de eigen gezondheid als goed.
•
Meer jongeren op de havo of het vwo dan jongeren op het vmbo ervaren de eigen gezondheid als goed.
GGD Fryslân December 2005
1
Jeugd Lichamelijke gezondheid
G ezo n dhe id in F rie s la nd
•
Meer jongeren uit een gezin met beide biologische ouders ervaren de eigen gezondheid als goed dan jongeren uit een eenoudergezin en jongeren die opgroeien met één ouder en een stiefouder.
•
Meer jongeren van wie minimaal één ouder een regelmatig inkomen heeft, ervaren de eigen gezondheid als goed dan jongeren van wie de ouder(s) geen regelmatig inkomen heeft.
•
Meer jongeren van autochtone afkomst ervaren de eigen gezondheid als goed dan jongeren van allochtone afkomst.
Voor de overige kenmerken genoemd in tabel 1 zijn kleine verschillen te zien in het percentage jongeren dat de gezondheid als goed ervaart. Deze verschillen blijken niet significant te zijn. Dat wil zeggen dat de waargenomen verschillen na statistische vergelijking niet worden ‘hard’ gemaakt. Tabel 1. Ervaren gezondheid door Friese jongeren (13-18 jaar), uitgesplitst naar verschillende kenmerken, % (GGD Fryslân; GO Jeugd 2004)
Geslacht
Opleidingsniveau
Gezinssituatie
Opleiding ouders
Arbeidssituatie ouder(s)
Etniciteit / Taal
GGD Fryslân December 2005
Jongens
% jongeren dat de eigen gezondheid als goed ervaart 87
Meisjes
79
Vmbo
80
Havo
86
Vwo
88
Beide biologische ouders
85
Eenoudergezin
76
Biologische ouder + stiefouder
72
Beide laagopgeleid
82
Beide hoogopgeleid
86
Geen regelmatig inkomen uit werk of pensioen Minimaal 1 ouder regelmatig inkomen uit werk of pensioen Autochtoon (taal: Nederlands / Fries) Autochtoon (taal: niet-westers)
73
2
84 83 53
Jeugd Lichamelijke gezondheid
G ezo n dhe id in F rie s la nd
Ervaren gezondheid in relatie tot gezondheidskenmerken Jongeren die de eigen gezondheid matig tot slecht beoordelen, hebben het jaar voorafgaand het onderzoek vaker te maken met een bepaalde ziekte of aandoening, dan jongeren die de eigen gezondheid als goed ervaren. Dit blijkt uit figuur 2. De blauwe staven in figuur 2 hebben betrekking op jongeren die de eigen gezondheid goed ervaren. De rode staven gaan over jongeren die de eigen gezondheid matig tot slecht ervaren. Op de horizontale as van figuur 2 staan verschillende kenmerken van gezondheid genoemd. Op de verticale as is te lezen hoe hoog het percentage jongeren is bij wie het genoemde gezondheidskenmerk van toepassing is, uitgesplitst naar de wijze waarop jongeren hun gezondheid beoordelen. Uit figuur 2 blijkt eveneens het volgende: •
Een grote meerderheid van de jongeren rapporteert 1 of meer psychosomatische klachten, ongeacht de beoordeling van de eigen gezondheid.
•
Meer jongeren die de eigen gezondheid matig tot slecht beoordelen, gebruiken medicijnen op doktersvoorschrift, dan jongeren die de eigen gezondheid goed beoordelen.
•
Meer jongeren die de eigen gezondheid matig tot slecht beoordelen, hebben een probleem dat hun dag en nacht bezighoudt, dan jongeren die de eigen gezondheid goed beoordelen.
•
Meer jongeren die de eigen gezondheid matig tot slecht beoordelen, hebben de huisarts in de drie maanden voorafgaand het onderzoek bezocht, dan jongeren die de eigen gezondheid goed beoordelen.
100 %
80 60 40 20 0 ziekte of aandoening
psychosomatische medicijn(en) op probleem dag en klachten doktersvoorschrift nacht ervaren gezondheid: goed
bezoek huisarts
ervaren gezondheid: matig tot slecht
Figuur 2. Jongeren die de eigen gezondheid goed ervaren (blauwe staven) en jongeren die de eigen gezondheid als matig tot slecht ervaren, afgezet tegen het van toepassing zijn van verschillende gezondheidskenmerken, % (GGD Fryslân: GO Jeugd 2004)
GGD Fryslân December 2005
3
Jeugd Lichamelijke gezondheid
G ezo n dhe id in F rie s la nd
Niet alleen kenmerken van medische aard, zoals medicijngebruik of bezoek aan de huisarts hebben een relatie met de wijze waarop jongeren hun gezondheid ervaren. Figuur 2 laat zien dat jongeren die de gezondheid matig tot slecht ervaren, vaker aangeven een probleem te hebben dan jongeren die de gezondheid goed ervaren. In andere woorden kan het hebben van een probleem een indicatie zijn voor het niet-welbevinden van jongeren. Ouders over de gezondheid van hun kind 95% van de ouders van 10-11 jarige kinderen is tevreden over de gezondheid van hun kind. De overige groep ervaart de gezondheid van het kind als redelijk tot slecht. In figuur 3 is de beoordeling van de gezondheid van het kind door de ouders afgezet tegen: a. de zorgen die ouders zich maken over de gezondheid van hun kind. b. het wel of niet onder behandeling of controle zijn van een zorg- of hulpverlener met betrekking tot het kind. a. Zorgen om kind 100
b. Onder behandeling of controle 100
%
%
80
80
60
60
40
40
20
20
0
nee ja
0 redelijk tot slecht
goed tot zeer goed
redelijk tot slecht goed tot zeer goed beoordeling gezondheid
beoordeling gezondheid
Figuur 3. Beoordeling van de gezondheid van het kind door ouders versus a) de zorgen die ouders zich maken om het kind, b) het wel of niet onder behandeling of controle zijn van een zorg- of hulpverlener (m.b.t. het kind), % (GGD Fryslân: Groep 7 schooljaar 2004-2005) Uit figuur 3 blijkt dat: •
a) ouders die de gezondheid van hun kind redelijk tot slecht ervaren (linker kolom), zich vaker zorgen maken over de gezondheid van hun kind (blauwe vlak) dan ouders die de gezondheid van hun kind goed tot zeer goed ervaren.
•
b) ouders die de gezondheid van hun kind redelijk tot slecht ervaren (linker kolom), vaker een kind hebben dat onder controle of behandeling is van een zorg- of hulpverlener dan ouders die de gezondheid van hun kind goed tot zeer goed ervaren.
De meerderheid van de ouders van kinderen met overgewicht ziet het overgewicht van hun kind niet als een gezondheidsprobleem. Zie voor meer informatie over overgewicht Gezondheid in Friesland – Jeugd – Lichamelijke gezondheid – Overgewicht.
GGD Fryslân December 2005
4
Jeugd Lichamelijke gezondheid
G ezo n dhe id in F rie s la nd
In totaal maakt 11% van de ouders van kinderen van 10-11 jaar zich zorgen om de gezondheid van het kind en is 19% van de 10-11 jarige kinderen onder behandeling of controle van minimaal één zorg- of hulpverlener. 2% van de kinderen is onder controle of behandeling van twee of meer zorg- en/of hulpverleners. De top 3 van zorg- en hulpverleners waar kinderen van 10-11 jaar onder behandeling of controle zijn, is: 1. Medisch specialist (11%) 2. Huisarts (4%) 3. Algemeen Maatschappelijk Werk (4%)
Uit deze top 3 blijkt dat 1 op de 9 kinderen in de leeftijd van 10-11 jaar onder behandeling of controle is van een medisch specialist. 1.2 Ziekten en aandoeningen bij de jeugd 1.2.1 Zelfgerapporteerde ziekten en aandoeningen bij Friese jongeren In 2004 heeft een kleine meerderheid van de Friese jongeren van 13 tot 18 jaar het jaar voorafgaand het onderzoek een ziekte of aandoening gehad, waarvoor een arts is bezocht. 32% van de jongeren heeft 1 aandoening gehad, 14% heeft 2 aandoeningen gehad en 9% heeft het afgelopen jaar 3 of meer aandoeningen gehad. De meest genoemde aandoening waarvoor jongeren een arts bezoeken, is een sportblessure1. In figuur 3 is een overzicht gegeven van zelfgerapporteerde (lichamelijke) ziekten en aandoeningen, waarvoor jongeren in Friesland de huisarts bezoeken. allergie astma, chronische bronchitis, CARA huidprobleem zware hoofdpijn rugklachten ziekte van Pfeiffer hyperventilatie ADHD suikerziekte geslachtsziekte epilepsie 0
2
4
6
8
10
12 %
Figuur 3. Zelfgerapporteerde ziekten en aandoeningen waarvoor jongeren het afgelopen jaar een arts hebben bezocht (GGD Fryslân: GO Jeugd 2004)
1
Zie voor meer informatie over sportongevallen onder de jeugd: Gezondheid in Friesland – Jeugd – Fysieke omgeving – Ongevallen
GGD Fryslân December 2005
5
Jeugd Lichamelijke gezondheid
G ezo n dhe id in F rie s la nd
Ziekteverzuim onder jongeren In de drie maanden voorafgaand het onderzoek verzuimt 43% van de jongeren van 13 tot en met 18 jaar één of meer dagen van school vanwege ziekte. Het ziekteverzuim duurt gemiddeld 2 dagen. Ruim 2% verzuimt langer dan een week vanwege ziekte. Meer meisjes dan jongens verzuimen van school wegens ziekte. Bovendien duurt het verzuim van meisjes gemiddeld langer dan van jongens. Van de jongeren tussen de 16 en 18 jaar oud verzuimen er meer van school vanwege ziekte dan van de jongeren tussen de 13 en 15 jaar oud. Bovendien verzuimen jongeren tussen de 16 en 18 jaar gemiddeld meer dagen dan jongeren tussen de 13 en 15 jaar. 1.2.2 Klachten en aandoeningen bij de jeugd, geregistreerd door de huisarts In 2005 is de tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk gepubliceerd. Onderdeel van deze studie is ‘Het kind in de huisartspraktijk’. In tabel 2 staat een overzicht van de vijf meest voorkomende klachten en aandoeningen bij kinderen tot 18 jaar in de huisartspraktijk in 2001. Per klacht of aandoening is uiteengezet hoeveel kinderen per 1000 jaarlijks de huisarts bezoeken. In de rechterkolom is na omrekening geschat hoeveel kinderen2 dit in Friesland betreft. Tabel 2. Top 5 van meest voorkomende klachten en aandoeningen bij kinderen tot 18 jaar in de huisartspraktijk in 2001 (Linden van der et al. 2005; CBS 2005) Schatting voor Aantal kinderen per 1000 Friesland Acute infecties van de bovenste 92 20115 luchtwegen Middenoorontsteking 66 14174 Hoesten 61 11808 Wratten 46 12896 Astma 49 12323 1.2.3 Astma Landelijke statistieken geven inzicht in het voorkomen van langdurige aandoeningen bij jeugdigen. Astma is de meest voorkomende chronische aandoening bij kinderen tot en met 11 jaar (CBS, Statline). In Nederland hebben ongeveer 140.000 kinderen astma. Dit is bijna 5% van de kinderen tot en met 14 jaar (Astmafonds 2005). Astma komt het meest voor op jonge leeftijd, zoals blijkt uit de percentages genoemd in figuur 4 (Astmafonds 2005). De rode ovalen in figuur 4 geven een schatting van het aantal kinderen in Friesland tot en met 14 jaar dat aan astma lijdt uitgaande van de Nederlandse percentages.
2
Hierbij is rekening gehouden met verschillen in voorkomen van ziekten per leeftijdscategorie en geslacht.
GGD Fryslân December 2005
6
Jeugd Lichamelijke gezondheid
G ezo n dhe id in F rie s la nd
6
6
% kinderen met astma
5 5 4
4 3 2
Friesland 2220 kinderen
Friesland 2440 kinderen
Friesland 1470 kinderen
1 0 0-4 jaar
5-9 jaar
10-14 jaar
Figuur 4. Percentage kinderen met astma in Nederland en schatting van het aantal Friese kinderen op basis van de Nederlandse percentages voor het voorkomen van astma (Astmafonds 2005; CBS 2005) Het percentage kinderen dat last heeft van astmatische klachten zoals piepen op de borst en kortademigheid ligt hoger dan het percentage kinderen met astma. Op 2 jarige leeftijd heeft ongeveer 16% van de kinderen astmatische klachten. Op 14 jarige leeftijd is dit afgenomen tot 10%. Het aantal kinderen met de diagnose astma is tussen 1990 en 1999 verdubbeld. Voor een deel wordt deze toename verklaard doordat astma beter wordt geaccepteerd binnen de samenleving, een verbetering van diagnostische middelen en het feit dat huisartsen alerter zijn op astmatische klachten. Mogelijk dragen ook andere factoren, zoals infecties op jonge leeftijd en luchtverontreiniging, bij aan de stijging van het aantal kinderen met astma. 1.2.4 Migraine Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is migraine de meest voorkomende langdurige aandoening bij jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar. In Nederland heeft één op de elf jongeren van 12 tot en met 17 jaar migraine of regelmatig ernstige hoofdpijn (CBS 2005). In Friesland zou dit gaan om ongeveer 4500 jongeren van 12 tot en met 17 jaar. 1.3 Ervaren gezondheid, ziekte en aandoeningen in de Friese gemeenten In tabel 3 staat per Friese gemeente3 het percentage ouders dat de gezondheid van hun kind (zeer) goed beoordeelt en het percentage jongeren dat de eigen gezondheid (zeer) goed beoordeelt. De indeling in gemeenten is gedaan op basis van: • De basisschool waar de kinderen op zitten. De onderzoeksgegevens zijn geregistreerd tijdens een contactmoment in groep 7 tussen de Jeugdgezondheidszorg en het kind in schooljaar 2004-2005. • De woonplaats van de jongeren die hebben meegedaan aan het onderzoek ‘GO Jeugd’ van GGD Fryslân. 3
De percentages weergegeven in tabel 3 zijn zo weergegeven dat rekening is gehouden met eventuele verschillen tussen gemeenten in de verdeling van geslacht, onderwijstype, etniciteit, opleiding van de ouders en/of arbeidssituatie van de ouders. Dit is gedaan omdat deze kenmerken een duidelijke relatie hebben met de ervaren gezondheid.
GGD Fryslân December 2005
7
Jeugd Lichamelijke gezondheid
G ezo n dhe id in F rie s la nd
In de rechterkolom van tabel 3 is het percentage jongeren dat de gezondheid (zeer) goed beoordeelt voor een aantal gemeenten geclusterd weergegeven. Dit is gedaan omdat uitspraken op gemeenteniveau onbetrouwbaar zijn en daarom niet de juiste informatie weergeven4. De percentages genoemd in de linkerkolom zijn gebaseerd op een onderzoek van grotere omvang, waardoor clustering alleen voor de Waddeneilanden noodzakelijk is. Een waargenomen verschil tussen gemeenten zoals dat in tabel 3 is af te lezen, betekent niet automatisch een statistisch verschil. Als een verschil op statistische gronden wordt ‘hard’ gemaakt, wordt gesproken van een significant verschil. Bij de niet-significante verschillen is het waarschijnlijk dat het verschil berust op toeval. De omvang van de onderzoeksgroep bepaald tot op zekere hoogte of een verschil al dan niet significant is.
4
De omvang van de groep is te klein om op dit niveau een betrouwbare uitspraak te doen. Voor de Friese Waddeneilanden wordt in de rechterkolom van tabel 3 verwezen naar de Friese cijfers.
GGD Fryslân December 2005
8
Jeugd Lichamelijke gezondheid
G ezo n dhe id in F rie s la nd
Tabel 3. Percentage ouders dat de gezondheid van hun kind (10-11 jaar) (zeer) goed beoordeelt en het percentage jongeren (13-18 jaar) dat de eigen gezondheid (zeer) goed beoordeelt (GGD Fryslân: Groep 7 schooljaar 2004-2005; GO Jeugd! 2004) % ouders dat de gezondheid van het kind (zeer) goed beoordeelt* 95
% jongeren dat de eigen gezondheid (zeer) goed beoordeelt**
Friese Waddeneilanden
93
Zie Friesland totaal
het Bildt
95
82
Boarnsterhim
97
85
Bolsward
Bolsward / Sneek: 82
Dantumadeel
92 97
Dongeradeel
94
77
Ferwerderadiel
97
89***
Franekeradeel
94
80
Acktkarspelen
Gaasterlân-Sleat Harlingen
97 99***
82
81
Gaasterlân-Sleat, Nijefurd, Wymbritseradiel: 84 90***
Heerenveen
95
82
Kollumerland c.a.
94
77
Leeuwarden
94
81
Lemsterland
97 97
Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menaldumadeel: 87 81
Littenseradiel
98***
Leeuwarderadeel
Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menaldumadeel: 87 Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menaldumadeel: 87 Gaasterlân-Sleat, Nijefurd, Wymbritseradiel: 84
Menaldumadeel
94
Nijefurd Ooststellingwerf
95 96
Opsterland
97
82
Skarsterlân
94
83
Smallingerland
95
90***
Sneek Tytsjerksteradiel
94 97
Weststellingwerf
93
78
Wûnseradiel Wymbritseradiel
95
87
Friesland totaal
97 95
82
Bolsward / Sneek: 82 84
Gaasterlân-Sleat, Nijefurd, Wymbritseradiel: 84 83
* gecorrigeerd voor geslacht, opleidingsniveau van de ouders, gezinssamenstelling en etniciteit; ** gecorrigeerd voor geslacht, arbeidssituatie van de ouder(s), gezinssamenstelling, opleidingsniveau en etniciteit; *** aangetoond (significant!) verschil voor wat betreft dit onderwerp gemeente x en Friesland (alpha =0.05).
GGD Fryslân December 2005
9
Jeugd Lichamelijke gezondheid
G ezo n dhe id in F rie s la nd
Conclusies Ervaren gezondheid en ziekte en aandoeningen •
De meerderheid van de jongeren van 13 tot 18 jaar beoordeelt de eigen gezondheid goed tot zeer goed. Dit is in overeenstemming met eerder onderzoek.
•
Meer jongens dan meisjes ervaren de eigen gezondheid goed.
•
Meer jongeren op de havo en het vwo ervaren de eigen gezondheid goed dan jongeren op het vmbo.
•
Meer jongeren uit een gezin met beide biologische ouders ervaren de eigen gezondheid goed dan jongeren die opgroeien in een eenoudergezin of een gezin met een ouder en een stiefouder.
•
Meer jongeren van wie minimaal één ouder een regelmatig inkomen heeft, ervaren de eigen gezondheid als goed dan jongeren van wie de ouder(s) geen regelmatig inkomen heeft.
•
Meer jongeren van autochtone afkomst ervaren de eigen gezondheid als goed dan jongeren van allochtone afkomst.
•
Naast medische kenmerken, zoals medicijngebruik, kan het hebben van een groot probleem van invloed zijn op de wijze waarop jongeren hun eigen gezondheid beoordelen.
•
Bijna alle ouders zijn tevreden over de gezondheid van hun kind (van 10-11 jaar).
•
Ouders die de gezondheid van hun kind redelijk tot slecht ervaren, maken zich vaker zorgen over de gezondheid van hun kind dan ouders die de gezondheid van hun kind goed tot zeer goed ervaren. Bovendien hebben ouders die de gezondheid van hun kind redelijk tot slecht ervaren, vaker een kind dat onder controle of behandeling is van een zorg- of hulpverlener dan ouders die de gezondheid van hun kind goed tot zeer goed ervaren.
•
1 op de 9 kinderen van 10-11 jaar is onder controle of behandeling van een medisch specialist.
•
De meest voorkomende aandoening waarvoor jongeren een arts bezoeken, is een sportblessure. Andere voorkomende (lichamelijke) aandoeningen waarvoor jongeren een arts bezoeken, zijn allergie, luchtwegaandoeningen, huidproblemen en zware hoofdpijn.
•
In de afgelopen drie maanden verzuimt 43% van de jongeren één of meerdere dagen van school wegens ziekte.
•
Volgens huisartsregistraties komen de meeste kinderen tot 18 jaar bij de huisarts in verband met acute infecties van de bovenste luchtwegen.
GGD Fryslân December 2005
10
Jeugd Lichamelijke gezondheid
G ezo n dhe id in F rie s la nd
Geraadpleegde bronnen • • • • •
GO Jeugd! 2004; Onderzoek naar de gezondheidssituatie van de Friese jeugd van 13-18 jaar; GGD Fryslân; 2004 (databestand) Groep 7 schooljaar 2003-2004; Periodiek geneeskundig onderzoek van de Friese jeugd in groep 7; GGD Fryslân’; 2003-2004 (databestand) Centraal Bureau voor de Statistiek; Statline; 2005 Astmafonds; Factsheet Astma bij Kinderen; april 2005 Linden van der MW, Suijlekom-Smit van LWA, Schellevis FG, Wouden van der JC; Tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk: het kind in de huisartspraktijk; Erasmus MC Afdeling Huisartsgeneeskunde; Rotterdam 2005
GGD Fryslân December 2005
11
Jeugd Lichamelijke gezondheid