Lichamelijke activiteit

Lichamelijke activiteit Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010 Voldoende lichaamsbeweging heeft een positief effect op de gezondheid. Mensen die veel bewegen, lopen minder risico om vroegtijdig te overlijden. Mensen die weinig lichamelijk actief zijn, hebben juist een verhoogd risico op het ontstaan van ziekten als suikerziekte, beroerte, botontkalking, hartziekten, dikkedarmkanker en borstkanker. Daarnaast zijn er steeds meer aanwijzingen dat weinig bewegen een 1

groter risico geeft op dementie en depressies . Lichamelijke activiteit is niet alleen sporten. Ook fietsen, wandelen, huishoudelijk werk, klussen en tuinieren zijn vormen van beweging. Deze matig intensieve activiteiten leveren gezondheidswinst op.

Nederlandse Norm Gezond Bewegen en Fitnorm 1

Landelijk zijn twee normen vastgesteld . De 'Nederlandse Norm Gezond Bewegen' (NNGB) is

NNGB

minstens 5 dagen per week

vooral gericht op het onderhouden van gezondheid en de Fitnorm is vooral gericht op het onderhouden van fysieke fitheid.

minimaal 20 minuten intensief Fitnorm

bewegen op minstens 3 dagen per week

Tenminste een half uur per dag matig intensief op minimaal 5 dagen per week bewegen is vereist om te

half uur matig intensief bewegen op

Combinorm

voldoet aan NNGB en/of aan de Fitnorm

1

Wendel-Vos GCW, Gool CH van. Wat is lichamelijke activiteit? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas

Volksgezondheid. RIVM, Bilthoven, 2008.

GGD Fryslân, Postbus 612, 8901 BK Leeuwarden, T 088 22 99 222, F 088 22 99 221 E [email protected], I www.ggdfryslan.nl

1

voldoen aan de NNGB. Volgens deze norm is iemand inactief als er op geen enkele dag in de week minimaal 30 minuten matig intensief wordt bewogen. De fitnorm vereist tenminste drie keer per week gedurende minimaal 20 minuten zwaar intensieve lichamelijke activiteit. Daarnaast is er de combinorm. Iemand voldoet aan de combinorm als hij voldoet aan de eisen van de NNGB en/of de Fitnorm. Er zijn twee normen: de 'Nederlandse Norm Gezond Bewegen' (NNGB) is vooral gericht op het onderhouden van gezondheid en de Fitnorm is vooral gericht op het onderhouden van fysieke fitheid.

Lichaamsbeweging in Fryslân In Fryslân voldoet bijna de helft (47%) van de inwoners van 19 jaar of ouder aan de NNGB, 27% voldoet aan de fitnorm. In figuur 1 staat het percentage Friezen dat aan de verschillende normen voldoet, uitgesplitst naar achtergrondkenmerken.

totaal

geslacht

19-64 jarigen en 65plussers

leeftijd

hoger onderwijs

middelbaar onderwijs

lager onderwijs

75 jaar en ouder

65-74 jaar

50-64 jaar

35-49 jaar

19-34 jaar

65 jaar en ouder

19-64 jaar

vrouwen

mannen

Fryslân

80 70 60 50 40 30 20 10 0

opleiding

2 nngb

fitnorm

combinorm

inactief

Figuur 1 Percentage Friezen dat voldoet aan één van de beweegnormen of inactief is

Het percentage volwassenen tot 64 jaar en 65Risicogroepen

plussers dat aan de NNGB voldoet is ongeveer gelijk (respectievelijk 48% en 45%). Wel is er een

Inactief

Laagopgeleiden, 75-plussers , weduwnaars/

verschil in het percentage dat aan de fitnorm

weduwen, gescheiden mensen ,

voldoet: van de Friese volwassenen tot 65 jaar

arbeidsongeschikten en werklozen

voldoet 29% aan de fitnorm, terwijl van de Friezen

Fitnorm

Vrouwen, de groep 50-64 jaar, 75-plussers,

van 65 jaar en ouder 20% aan de fitnorm voldoet.

laagopgeleiden, weduwnaars/weduwen en

Laagopgeleiden voldoen naar verhouding minder

gescheiden mensen

vaak aan de fitnorm en zijn vaker inactief. Hoogopgeleiden voldoen relatief minder vaak aan de NNGB. Bijna de helft (47%) van de Friezen van 19 jaar en ouder voldoet aan de NNGB en 27% voldoet aan de fitnorm.


Figuur 1 bevat tevens het percentage personen dat inactief is. Van de Friezen beweegt 6% op geen enkele dag per week 30 minuten matig intensief. Het percentage personen dat inactief is, neemt toe met de leeftijd. Ook ligt dit percentage relatief hoog onder laagopgeleiden, gescheiden mensen, weduwnaars/weduwen en arbeidsongeschikten/werklozen (bijlage tabel 1). Van de Friezen is 6% inactief, dat wil zeggen dat zij op geen enkele dag per week 30 minuten matig intensief bewegen.

Sportdeelname 2

In de gezondheidsenquête is gevraagd naar sportdeelname . Op basis van deze vraag is een onderverdeling gemaakt in sportgedrag, waarbij de volgende groepen onderscheiden worden:

sporter: iemand die 12 keer of meer per jaar sport volgens de regels en gebruiken uit de sportwereld -

onregelmatige sporter: iemand die 12 tot 60 keer per jaar sport

-

regelmatige/intensieve sporter: iemand die 60 keer per jaar of vaker sport

niet-sporter: iemand die minder dan 12 keer per jaar sport

Van de inwoners van Fryslân is 61% een sporter (23% onregelmatige sporter en 38% regelmatige sporter). In figuur 2 staat het percentage Friezen dat deelneemt aan sport uitgesplitst naar achtergrondkenmerken.

totaal

geslacht

19-64 jarigen en 65 plussers

leeftijd

hoger onderwijs

middelbaar onderwijs

lager onderwijs

75 jaar en ouder

65-74 jaar

50-64 jaar

35-49 jaar

19-34 jaar

65 jaar en ouder

19-64 jaar

vrouwen

mannen

Fryslân

80 70 60 50 40 30 20 10 0

opleiding

sporten

Figuur 2 Percentage Friezen dat aan sport deelneemt naar achtergrondkenmerken

Risicogroepen Het percentage Friezen dat sport, neemt af met

Sporten

de leeftijd van 74% bij 19-34 jarigen tot 26% bij 75-plussers. Sportdeelname hangt samen met

65-plussers, laagopgeleiden en weduwnaars/ weduwen, gescheiden mensen en arbeidsongeschikten/werklozen

opleidingsniveau. Het percentage sporters is 74% bij inwoners met een hoog opleidingsniveau tegenover 46% met een laag opleidingsniveau. Het percentage sporters is relatief laag bij weduwnaars/weduwen, gescheiden mensen en bij de groep arbeidsongeschikten/ werklozen. (bijlage tabel 2). Van de inwoners van Fryslân sport 61% 12 keer of meer per jaar. 2

Deze vragenset is toegevoegd op verzoek van en gefinancierd door Sport Fryslân. Formulering van de vragenset is volgens het

W.J.H. Mulier instituut voor sociaal wetenschappelijk sportonderzoek.


3

Stimuleren van sport en lichaamsbeweging Van de Friese 19-plussers wil 44% meer aan sport en lichaamsbeweging doen. Zij zijn gevraagd wat zij nodig denken te hebben om ervoor te zorgen dat ze daadwerkelijk meer gaan sporten en bewegen. De meeste mensen gaven aan dat meer vrije tijd hun zou stimuleren om meer aan lichaamsbeweging te gaan doen (47%). Ook samen sporten en bewegen (25%) en goedkopere mogelijkheden (23%) zijn veel genoemd.

Deelname aan sportverenging Van de Friezen van 19 jaar en ouder sport 25% bij een vereniging. Daarnaast sport 21% in commercieel verband (fitness), 14% anders georganiseerd en 35% ongebonden. Mannen sporten vaker dan vrouwen in verenigingsverband (respectievelijk 27% en 22%). Verder sporten de inwoners van 19 tot en met 34 jaar het vaakst bij een sportvereniging (37%). Ook hoogopgeleiden (32%) sporten relatief vaker in verenigingsverband. Inwoners die minder vaak sporten in verenigingsverband zijn; de 50-64-jarigen (20%), 75-plussers (12%), de niet-westerse allochtonen (15%), laagopgeleiden (17%), arbeidsongeschikten/werklozen (15%) en gescheiden mensen (21%). Uit de vraag waarop Friezen bezuinigen blijkt dat bijna één op de tien (9%) Friezen bezuinigt op sport (lidmaatschap). Een kwart van de Friezen sport bij een vereniging

Intentie tot gezondheidsverbetering Van de Friese inwoners wil 35% zijn of haar leefgewoonten verbeteren door het komende jaar meer te gaan bewegen/sporten. Van de Friezen die niet aan de NNGB voldoen is 44% van plan meer te gaan bewegen. Vooral inwoners van 19-64 jaar die niet aan de NNGB voldoen zijn dit van plan, namelijk 52% ten opzichte van 15% van de inwoners van 65 jaar en ouder.

4

Van de Friezen die niet aan de NNGB voldoen is 44% van plan meer te gaan bewegen.

Lichamelijke activiteit en sportdeelname versus gezondheid Lichamelijke activiteit en sportdeelname hangen samen met verschillende maten van lichamelijke gezondheid, zo is te zien in figuur 3.

ervaren gezondheid

c hronische aandoening nngb

functiebeperking

nee

ja

nee

ja

nee

ja

goed/uits tekend

mat ig/slecht

80 70 60 50 40 30 20 10 0

ov ergewicht

sporter

Figuur 3 Percentage inwoners dat voldoet aan de NNGB en dat sport uitgesplitst naar parameters van lichamelijke gezondheid


Het percentage inwoners dat aan de NNGB voldoet ligt hoger bij mensen met een goede ervaren gezondheid dan bij mensen met een slechte ervaren gezondheid (49% tegenover 35%). Dit geldt ook voor sportdeelname en ervaren gezondheid. Van de mensen met een goede ervaren gezondheid neemt 64% deel aan een sport, terwijl dit bij mensen met een slechte ervaren gezondheid 38% is. Zoals blijkt uit figuur 3 is het voldoen aan de NNGB en het deelnemen aan sport lager bij mensen met een chronische aandoening of functiebeperking. Dit is ook zichtbaar bij de inwoners die rolstoelafhankelijk zijn, hiervan sport 25% tegenover 61% van de mensen die niet afhankelijk zijn van een rolstol. Het verband tussen het voldoen aan de NNGB en het hebben van een chronische aandoening is echter niet aantoonbaar. Het hebben van overgewicht hangt bij inwoners van Fryslân wel samen met het beweeggedrag. Van de inwoners met overgewicht is het percentage dat voldoet aan de NNGB 44%. Terwijl van de inwoners zonder overgewicht 50% aan de NNGB voldoet. Bijna zes op de tien volwassenen tot 65 jaar (57%) met overgewicht neemt deel aan sport, van de mensen zonder overgewicht neemt 65% deel aan sport. Mensen met een goede ervaren gezondheid voldoen relatief vaker aan de NNGB en zijn vaker ‘sporter’ dan mensen die hun gezondheid als matig tot slecht beoordelen. Mensen met overgewicht voldoen minder vaak aan de NNGB en zijn ook minder vaak ‘sporter’ dan mensen met een gezond gewicht.

Lichamelijke activiteit in Fryslân versus Nederland In 2010 voldoet in Nederland 59% van de volwassenen van 18 jaar en ouder aan de NNGB. 22% voldoet 3

aan de fitnorm en 66% voldoet aan de combinorm . Eén op de twintig Nederlanders (5%) is inactief. Op basis van deze cijfers lijkt het erop dat Friezen minder vaak dan gemiddeld in Nederland voldoen aan de NNGB (47% tegenover 59%) en de combinorm. Friezen voldoen daarentegen vaker aan de fitnorm (27% tegenover 22%). Dit grote verschil in beweeggedrag is mogelijk te verklaren door een verschil in de methode van onderzoek. TNO gebruikt naast een schriftelijke vragenlijst ook een mondelinge enquête. In Fryslân is alleen de schriftelijke vraagstelling gebruikt. Het is aannemelijk dat een mondelinge methode een hoger percentage oplevert, wanneer er bijvoorbeeld gezegd wordt dat alle matig intensieve activiteiten (zoals wandelen, huishoudelijk werk, klussen en tuinieren) verspreid over de dag meetellen. Verder is een vergelijking met de beweeggegevens uit het GGD onderzoek van 2005 niet mogelijk. Er was destijds een andere vraagstelling waarmee meer is doorgevraagd per activiteit en die daardoor hoger scoorde op de norm. De SportersMonitor 2008 laat zien dat gemiddeld 74% van de Nederlandse bevolking (18-80 jaar) het afgelopen jaar aan sport heeft gedaan en 65% 12 keer per jaar of vaker een sport beoefent4. In Fryslân was dit percentage in 2010 62% (19-80 jaar). Ondanks het kleine verschil in leeftijd en onderzoeksjaar lijken iets minder Friezen aan sport deel te nemen dan inwoners van Nederland. Daarentegen behoren de Friezen iets vaker tot de regelmatige sporters (38% Friezen tegenover 31% Nederland). 3

Bernaards C. Bewegen in Nederland 2000-2010. Resultaten TNO-Monitor Bewegen en gezondheid. TNO, Leiden, 2011.

4

Dool R van den, Elling A, Hoekman R. SportersMonitor 2008. Een beschrijving van actuele sportissues W.J.H. Mulier Instituut. ’s-

Hertogenbosch, 2009.


5

Inwoners van Fryslân lijken in vergelijking met de gemiddelde Nederlandse bevolking minder vaak aan de NNGB te voldoen. Ze zijn iets minder vaak sporter, maar daarentegen wel vaker regelmatige sporter. Friezen voldoen echter weer vaker aan de fitnorm dan gemiddeld in Nederland.

Gemeentelijke cijfers In tabel 3 tot en met 7 van de bijlage staan de cijfers over lichamelijke activiteit en sportdeelname uitgesplitst naar gemeente.

6


Aandachtspunten voor beleid Lichamelijke activiteit Belangrijkste opgave voor gemeenten Het realiseren van een passend sporten beweegaanbod in buurt en dorp is een belangrijke opgave voor gemeenten, zowel vanuit het sport- als het gezondheidsbeleid. De uitdaging voor de komende jaren is om de drempels te slechten voor die burgers die tot nu toe nog weinig actief zijn. Volgens de gegevens uit de gezondheidsenquête van GGD Fryslân gaat het om gehandicapten en chronisch zieken, 65-plussers en werklozen/arbeidsongeschikten. Voor deze groepen zijn specifieke programma’s beschikbaar. De gemeente heeft een stimulerende en faciliterende rol bij het realiseren van een beweegaanbod voor kwetsbare groepen. Het aanbod kan beter worden toegesneden op de doelgroepen en wensen in de gemeente, bijvoorbeeld door middel van een buurtscan. Het is wel van belang dat het (extra) beweegaabod structureel wordt ingebed, bij voorkeur via sportverenigingen. Meer bewegen is van groot belang voor de volksgezondheid – o.a. ter voorkoming van overgewicht – maar ook voor integratie, maatschappelijke participatie, weerbaarheid, het leren over sportiviteit en respect en het verbeteren van de leefbaarheid in de buurt. Doe het lokaal en samen De gemeente kan haar regierol versterken om met name de kwetsbare groepen beter te bereiken. Partners zijn zowel de sporten beweegaanbieders als zorgprofessionals en het bedrijfsleven. Provinciale organisaties als Sport Fryslân, ROS Friesland en GGD Fryslân kunnen de gemeenten ondersteunen. De nieuwe Impulsregeling van VWS biedt een mogelijkheid om met medefinanciering van VWS sportbuurtcoaches aan te stellen, die de verbinding tot stand kunnen brengen tussen onderwijs, sportverenigingen en andere maatschappelijke organisaties, dichtbij de burger. Een integrale aanpak van gezondheidsbeleid berust volgens het RIVM op vijf pijlers: -

Inrichten van de fysieke omgeving: bijvoorbeeld veilige en aantrekkelijke mogelijkheden om te wandelen en te fietsen, ook voor kwetsbare burgers;

-

Regelgeving en handhaving Voorlichting en educatie: bijvoorbeeld het organiseren van cursussen en informatie over bewegen;

-

Signalering en advies: bijvoorbeeld het signaleren van ongezonde leefstijl door de huisarts, en verwijzing naar een begeleidingsprogramma;

-

Ondersteuning van risicogroepen: bijvoorbeeld door middel van de BeweegKuur; dit is een gecombineerde leefstijlinterventie, waarbij huisartsen, diëtisten, psychologen en sportaanbieders samenwerken. Ook is het gewenst dat beweegmogelijkheden worden gerealiseerd voor mensen met een beperking, o.a. rolstoelgebruikers. De gemeente heeft een belangrijke rol in de netwerkvorming en bij het realiseren van een passend beweegaanbod.

Huidige beleid en uitvoering De meeste gemeenten hebben al programma’s om burgers in beweging te krijgen, daarbij gesteund door financiële impulsen van het rijk (NASB, Impuls Brede Scholen, sport en cultuur). Het gaat dan vaak om programma’s in het onderwijs en sportverenigingen. Daarnaast is er steeds meer aandacht voor maatregelen die de omgeving beweegvriendelijker maken: veilige fietsroutes, korte wandelroutes in buurten en dorpen (ommetjes). Hiervoor is in de gemeente Smallingerland een checklist ontwikkeld. Daarnaast zijn er in elf gemeenten pilots met de BeweegKuur. Daar is de netwerkvorming op gang gekomen, waarin de zorgen de sporten beweegsector samenwerken.

GGD Fryslân, Postbus 612, 8901 BK Leeuwarden, T 088 22 99 222, F 088 22 99 221

E [email protected], I www.ggdfryslan.nl Op provinciaal niveau werken met name Sport Fryslân, ROS Friesland en GGD Fryslân samen aan diverse

programma’s. Zie voor meer informatie ook de themarapportage overgewicht

7

Bijlage Een waargenomen verschil zoals dat in de tabellen is af te lezen, betekent niet automatisch een werkelijk verschil. Er is naar alle waarschijnlijkheid sprake van een werkelijk verschil, als het verschil op statistische gronden wordt ‘hard’ gemaakt. Er wordt dan gesproken van een significant verschil. Cijfers weergegeven in blauw wil zeggen een significant positief verschil en in rood een significant negatief verschil. De waargenomen verschillen, die niet statistisch aangetoond zijn, berusten naar alle waarschijnlijkheid op toeval. Tabel 1: Leefstijl; beweegnormen naar achtergrondkenmerken (%) NNGB Fitnorm N % % Fryslân 6156 47 27 Geslacht mannen 19+ 2702 48 29 vrouwen 19+ 3454 46 25 Volwassenen & ouderen 19-64 jaar 3715 48 29 65 jaar en ouder 2441 45 20 Leeftijd 19-34 806 46 39 35-49 1201 48 27 50-64 1708 49 23 65-74 1409 51 26 75 jaar en ouder 1032 38 11 Opleiding lager onderwijs 3028 46 24 middelbaar onderwijs 1796 51 29 hoger onderwijs 1266 43 30 1 Burgerlijke staat gehuwd/samenwonend 4495 48 26 ongehuwd 662 46 36 gescheiden 347 46 21 weduwe/weduwnaar 594 43 17 2 Arbeidssituatie arbeidsongeschikten/werklozen 282 43 26 Niet-arbeidsongeschikten/werklozen 3405 48 29 Herkomst autochtonen 5807 48 27 allochtonen (niet-westers) 108 37 34 allochtonen (westers) 230 43 28 Bron: GGD Fryslân, Gezondheidsenquête 2010 1 bij deze categorie spelen leeftijdseffecten een rol, hiervoor is niet gecorrigeerd. 2 deze vraag is alleen gesteld aan de bevolking van 19-64 jaar.

Combinorm % 56

Inactief % 6

58 55

6 6

58 51

4 14

61 57 56 58 42

3 3 6 7 23

54 60 56

11 3 2

57 59 54 48

5 5 11 19

52 58

10 4

57 50 52

6 5 8

8


Tabel 2: Percentage inwoners dat deelneemt aan sport, niet sport, een regelmatige sporter is of een onregelmatige sporter * SportNiet-sporters Onregelmatige Regelmatige deelname sporters sporters (0-11x p.j.) (12-59x p.j.) (≥60x p.j.)

N % % % Fryslân 6156 61 39 23 Geslacht mannen 19+ 2702 60 40 22 vrouwen 19+ 3454 61 39 24 Volwassenen & ouderen 19-64 jaar 3715 66 35 24 65 jaar en ouder 2441 40 60 18 Leeftijd 19-34 806 74 26 22 35-49 1201 65 35 26 50-64 1708 59 41 24 65-74 1409 50 50 22 75 jaar en ouder 1032 26 75 13 Opleiding lager onderwijs 3028 46 54 21 middelbaar onderwijs 1796 68 32 25 hoger onderwijs 1266 74 26 24 1 Burgerlijke staat gehuwd/samenwonend 4495 62 39 24 ongehuwd 662 69 31 21 gescheiden 347 50 50 23 weduwe/weduwnaar 594 32 68 13 2 Arbeidssituatie arbeidsongeschikten/werklozen 282 49 51 25 Niet-arbeidsongeschikten/werklozen 3405 67 33 24 Herkomst autochtonen 5807 61 39 23 allochtonen (niet-westers) 108 55 45 26 allochtonen (westers) 230 58 42 22 Bron: GGD Fryslân, Gezondheidsenquête 2010 1 bij deze categorie spelen leeftijdseffecten een rol, hiervoor is niet gecorrigeerd. 2 deze vraag is alleen gesteld aan de bevolking van 19-64 jaar. * Aanvullende vragen zijn gefinancierd door Sport Fryslân, conform W.J.H. Mulier Instituut

% 38 38 37 41 22 52 39 35 28 13 25 43 50

38 48 27 19 25 43

38 29 36


9

Tabel 3:Leefstijl; beweegnormen per gemeente voor de leeftijd 19-64 jaar NNGB Fitnorm N % % 3715 48 29 Fryslân Gemeente Achtkarspelen 90 43 28 Het Bildt 85 46 32 Boarnsterhim 93 44 22 Bolsward 99 35 34 Dantumadiel 89 44 28 Dongeradeel 96 52 31 Ferwerderadiel 105 45 28 Franekeradeel 96 39 24 Gaasterlân-Sleat 100 48 25 Harlingen 334 53 23 Heerenveen 179 57 30 Kollumerland C.A. 86 50 34 Leeuwarden 553 48 32 Leeuwarderadeel 98 51 26 Lemsterland 92 41 30 Littenseradiel 94 45 27 Menameradiel 106 54 25 Nijefurd 92 44 23 Ooststellingwerf 88 52 29 Opsterland 110 45 20 Skarsterlân 96 50 29 Smallingerland 179 44 30 Sneek 175 49 33 Tytsjerksteradiel 174 41 23 Weststellingwerf 99 51 37 Wûnseradiel 114 41 31 Wymbritseradiel 101 50 29 De Waddeneilanden 92 64 36 Súdwest-Fryslân1 581 45 31 Bron: GGD Fryslân, Gezondheidsenquête 2010 1 Samenvoeging van Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wûnseradiel en Wymbritseradiel

Combinorm % 58

Inactief % 4

57 62 54 54 48 64 56 50 58 60 64 58 62 55 54 57 60 51 58 49 57 56 59 51 64 56 59 70 57

7 2 10 5 5 5 5 5 1 3 2 7 4 6 7 5 2 1 3 10 4 3 4 0 5 8 0 1 3


10

Tabel 4: Leefstijl; beweegnormen per gemeente voor de leeftijd 65 jaar en ouder NNGB Fitnorm N % % Fryslân 2441 45 20 Gemeente Achtkarspelen 105 28 11 Het Bildt / Ferwerderadiel 99 38 14 Boarnsterhim 102 53 19 Bolsward / Wûnseradiel 116 48 22 Dantumadiel / Kollumerland C.A. 95 37 19 Dongeradeel 102 45 24 Ferwerderadiel: zie het Bildt Franekeradeel / Harlingen 106 42 18 Gaasterlân-Sleat / Lemsterland/ Nijefurd 110 40 17 Harlingen: zie Franekeradeel Heerenveen 120 48 21 Kollumerland C.A.: zie Dantumadiel Leeuwarden 357 46 21 Leeuwarderadeel/Menameradiel 104 45 23 Lemsterland: zie Gaasterlân-Sleat Littenseradiel / Wymbritseradiel 80 53 32 Menameradiel: zie Leeuwarderadeel Nijefurd:zie Gaasterlân-Sleat Ooststellingwerf 94 41 8 Opsterland 113 42 21 Skarsterlân 111 51 19 Smallingerland 122 51 21 Sneek 117 54 20 Tytsjerksteradiel 186 45 17 Weststellingwerf 102 44 27 Wûnseradiel: zie Bolsward Wymbritseradiel: zie Littenseradiel De Waddeneilanden 100 51 16 1 Súdwest-Fryslân 312 51 23 Bron: GGD Fryslân, Gezondheidsenquête 2010 1 Samenvoeging van Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wûnseradiel en Wymbritseradiel

Combinorm % 51

Inactief % 14

34 41 54 60 42 53

21 12 9 7 17 12

47 44

10 20

55

12

53 48

17 19

60

13

44 50 57 59 58 49 52

13 8 8 15 11 14 14

54 57

8 13 11


Tabel 5: Percentage dat deelneemt aan sport, niet sport, een regelmatige sporter is of een onregelmatige sporter is per gemeente 19-64 jaar * SportNietOnregelmatige Regelmatige deelname sporters sporters sporters (0-11x p.j.) (12-59x p.j.) (≥60x p.j.) n % % % % Fryslân 3715 66 35 24 41 Gemeente Achtkarspelen 90 63 37 21 42 Het Bildt 85 63 36 24 39 Boarnsterhim 93 60 41 31 29 Bolsward 99 70 30 29 41 Dantumadiel 89 59 41 27 32 Dongeradeel 96 58 42 28 30 Ferwerderadiel 105 67 33 33 35 Franekeradeel 96 65 35 22 43 Gaasterlân-Sleat 100 66 34 28 38 Harlingen 334 66 35 29 37 Heerenveen 179 74 26 21 53 Kollumerland C.A. 86 60 40 23 38 Leeuwarden 553 66 35 22 43 Leeuwarderadeel 98 62 38 19 44 Lemsterland 92 64 36 16 48 Littenseradiel 94 68 32 31 38 Menameradiel 106 74 26 29 45 Nijefurd 92 68 32 35 33 Ooststellingwerf 88 67 33 19 48 Opsterland 110 60 40 21 39 Skarsterlân 96 72 28 28 45 Smallingerland 179 58 42 24 35 Sneek 175 73 27 19 54 Tytsjerksteradiel 174 64 36 24 40 Weststellingwerf 99 66 34 23 43 Wûnseradiel 114 68 32 25 44 Wymbritseradiel 101 80 20 39 41 De Waddeneilanden 92 63 37 29 34 Súdwest-Fryslân1 581 73 28 27 46 Bron: GGD Fryslân, Gezondheidsenquête 2010 1 Samenvoeging van Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wûnseradiel en Wymbritseradiel * Aanvullende vragen zijn gefinancierd door Sport Fryslân, conform W.J.H. Mulier Instituut


12

Tabel 6: Percentage dat deelneemt aan sport, niet sport, een regelmatige sporter is of een onregelmatige sporter is per gemeente 65 jaar en ouder* SportNietOnregelmatige Regelmatige deelname sporters sporters sporters (0-11x p.j.) (12-59x p.j.) (≥60x p.j.) n % % % % Fryslân 2441 40 60 18 22 Gemeente Achtkarspelen 105 25 75 10 15 Het Bildt / Ferwerderadeel 99 48 53 19 28 Boarnsterhim 102 44 56 24 19 Bolsward / Wûnseradiel 116 47 53 21 26 Dantumadiel / Kollumerland 95 21 79 11 10 Dongeradeel 102 32 68 20 12 Ferwerderadiel: zie het Bildt Franekeradeel / Harlingen 106 42 58 22 20 Gaasterlân-Sleat / Lemsterland/ Nijefurd 110 42 58 22 20 Harlingen: zie Franekeradeel Heerenveen 120 43 57 13 31 Kollumerland C.A.: zie Dantumadiel Leeuwarden 357 36 64 19 18 Leeuwarderadeel/Menameradiel 104 41 59 13 28 Lemsterland: zie Gaasterlân-Sleat Littenseradiel/ Wymbritseradiel 80 48 52 16 32 Menameradiel: zie Leeuwarderadeel Nijefurd:zie Gaasterlân-Sleat Ooststellingwerf 94 30 70 19 11 Opsterland 113 48 52 26 22 Skarsterlân 111 51 49 22 29 Smallingerland 122 43 57 16 27 Sneek 117 46 54 21 25 Tytsjerksteradiel 186 38 62 19 19 Weststellingwerf 102 40 60 16 24 Wûnseradiel: zie Bolsward Wymbritseradiel: zie Littenseradiel De Waddeneilanden 100 45 55 22 23 1 Súdwest Fryslân 312 46 55 18 27 Bron: GGD Fryslân, Gezondheidsenquête 2010 1 Samenvoeging van Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wûnseradiel en Wymbritseradiel. * Aanvullende vragen zijn gefinancierd door Sport Fryslân, conform W.J.H. Mulier Instituut


13

Tabel 7: soort sportdeelname 19 jaar en ouder * Vereniging

Fitness Commercieel % 21

Anders georganiseerd % 14

n % Fryslân 5935 25 Gemeente Achtkarspelen 184 17 22 14 Het Bildt 142 24 12 16 Boarnsterhim 188 24 17 10 Bolsward 153 22 21 17 Dantumadiel 138 21 20 8 Dongeradeel 191 21 28 12 Ferwerderadiel 141 25 14 12 Franekeradeel 140 22 17 13 Gaasterlân-Sleat 134 22 13 9 Harlingen 376 25 20 16 Heerenveen 287 25 23 16 Kollumerland C.A. 122 20 22 12 Leeuwarden 869 23 25 16 Leeuwarderadeel 140 30 17 12 Lemsterland 122 22 19 15 Littenseradiel 131 31 20 13 Menameradiel 161 25 24 22 Nijefurd 128 24 14 8 Ooststellingwerf 177 25 18 18 Opsterland 214 26 19 17 Skarsterlân 202 36 16 12 Smallingerland 297 21 22 12 Sneek 281 30 28 12 Tytsjerksteradiel 346 22 18 12 Weststellingwerf 187 27 19 8 Wûnseradiel 160 27 17 17 Wymbritseradiel 141 40 20 14 De Waddeneilanden 183 22 9 16 1 Súdwest-Fryslân 863 30 22 13 Bron: GGD Fryslân, Gezondheidsenquête 2010 1 Samenvoeging van Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wûnseradiel en Wymbritseradiel * Aanvullende vragen zijn gefinancierd door Sport Fryslân, conform W.J.H. Mulier Instituut

Ongebonden

% 35 34 33 47 48 33 26 40 31 48 32 40 32 34 35 38 35 31 41 34 29 35 30 30 36 36 42 35 36 37


14

Lichamelijke activiteit

Recommend Documents