Lichaamstrillingen en -schokken in de funderingsbranche
Lichaamstrillingen en -schokken in de funderingsbranche
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
2
De metingen
4
2.1
De plaats
4
2.2
De meetapparatuur
4
2.3
De arbeidsmiddelen
5
2.4
De uitvoer
5
3
De resultaten
6
3.1
Betonpalen heien
6
3.2
Schroefpalen
8
3.2.1
Minigraafmachine
9
3.2.2
Handtriller
10
3.3
Stalenbuispalen heien
11
3.4
Vibropalen
12
3.5
Het inbrengen van damwand
13
3.6
Het trekken damwand
14
4
Het kader
15
5
Bevindingen
17
6
Conclusie en aanbevelingen
18
1
2
Inleiding In de funderingsbranche worden van oudsher technieken gebruikt, waarbij trillingen en schokken een belangrijke rol spelen. Die worden ook overgedragen op de medewerkers. Van trillingen en schokken is algemeen bekend dat ze naast discomfort en belemmeringen in het functioneren ook tot gezondheidsschade kunnen leiden. Discomfort en belemmeringen in het functioneren stoppen zodra de trillingen en schokken ophouden. De opgedane gezondheidsschade geneest meestal niet meer. Vaak is er sprake van rugklachten of blijvende schade in de handen. Hierbij blijken de mate aan trillingen en schokken, de duur van de blootstelling en de conditie van de werknemer een belangrijke rol te spelen. Door de mate en de duur te reduceren kunnen gezondheidsklachten worden voorkomen. Tegen deze achtergrond heeft de funderingsbranche aan Vibrations@work BV de opdracht gegeven om nader onderzoek te doen naar het risico van deze specifieke vorm van fysieke belasting. Het onderzoek omvatte de volgende funderingstechnieken: 1. Betonpalen heien 2. Stalen buis heien Verder is het aanbrengen van fundering onderzocht door middel van 3. Schroefpalen 4. Vibropalen Ten slotte is de belasting gemeten tijdens het aanbrengen en verwijderen van 5. Damwand. Bij het funderen met vibropalen wordt tevens gebruik gemaakt van een: • Minigraafmachine • Handtriller Omdat deze arbeidsmiddelen ook trillingen en schokken overdragen op de werknemer, zijn ze ook onderworpen aan het onderzoek. Bij de vijf genoemde funderingstechnieken en op de minigraafmachine zijn metingen uitgevoerd op de zitting van de stoel van de machinist. Bij de zogenaamde handtriller zijn de trillingen en schokken gemeten op het handvat. Bij betonpalen heien zijn ook de trillingen en schokken gemeten die de grond overdraagt op de werknemers nabij de hei-installatie. De metingen zijn uitgevoerd met als vraag: “In welke mate worden mechanische trillingen en schokken overgedragen op de werknemers in de funderingsbranche en tot welke dagelijkse tijdsduur vormt het werken onder deze omstandigheden een acceptabel risico?” In deze rapportage komt de aard en het niveau van de trillingen en schokken aan de orde en de wijze waarop het risico bepaald is. In hoofdstuk 2 staat hoe en waar gemeten is. Hoofdstuk 3 geeft het (arbo)wettelijke kader weer en in hoofdstuk 4 staan de resultaten van de metingen. In hoofdstuk 5 volgen de conclusies en de aanbevelingen. In de bijlagen staan de meetresultaten en een beschrijving van de toegepaste norm en desbetreffende wettelijke bepalingen.
3
2 De metingen Om de vraagstelling uit de inleiding te beantwoorden zijn metingen uitgevoerd naar de trillingen en schokken die overgedragen worden op de werknemers, conform de Nederlandse wetgeving, de Europese Richtlijn 2002/44/EG en de ISO-EN-NEN-normen. Voor een overzicht hiervan en de inhoud wordt verwezen naar de bijlagen. De metingen zijn uitgevoerd terwijl het reguliere werk werd uitgevoerd. Er zijn dus geen specifieke (deel)taken gemeten of onderzocht. De keuze voor deze werkwijze is dat tijdens het werk ook andere taken voorkomen die een bijdrage leveren in de belasting als gevolg van trillingen en schokken. Naast het heien of aanbrengen van fundering is er sprake van hijsen of het verleggen van draglineschotten en manoeuvreren met de funderingsmachine. Voor het beoordelen van de dagelijkse blootstelling is afgegaan op de informatie zoals die is aangeleverd door de aanwezige werknemers.
2.1 De plaats De metingen hebben plaatsgevonden op diverse plaatsen in Nederland. Bij elk type funderingstechniek is aangegeven waar de locatie zich bevond. Dit omdat de grondsoort per project lichte verschillen kan opleveren.
2.2 De meetapparatuur De metingen zijn uitgevoerd met een Quest VI-400 Pro Vibrationmeter die in de bijlage volledig beschreven is en die voldoet aan de eisen zoals die beschreven staan in ISO 8041;2003. De resultaten zijn geanalyseerd met de bijbehorende software QuestSuite Professional II (versie 4.9.2315). Bij de metingen was de triaxiale versnellingsopnemer op de zitting geplaatst van de machinist en de mono-axiale opnemer op het chassis, onder de zitting van de stoel. Hierdoor komt een eventueel aanwezige schokabsorberende eigenschap van de stoel tot uitdrukking. Bij het heien van betonnen palen is de tri-axiale versnellingsopnemer stevig op de grond geplaatst in de nabijheid van de funderingsmachine. Dit om de trillingen en schokken te meten die overgedragen worden op de werknemers die in de nabijheid van de funderingmachine werken. Het resultaten van deze meting blijkt niet meer dan een indicatie te zijn omdat de desbetreffende werknemers doorlopend van positie veranderen en daardoor ook een andere belasting ondervinden. Bij het meten van de trillingen op een handtriller is de tri-axiale versnellingsopnemer op het handvat de triller aangebracht.
4
2.3 De arbeidsmiddelen Het onderzoek richtte zich op de belasting van de werknemers als gevolg van trillingen en schokken bij diverse funderingstechnieken. De enige werknemer in de ploeg die een reproduceerbare mate van belasting ondervindt is de machinist van de funderingsmachine omdat deze aan zijn stoel is gebonden. De metingen zijn dus op de stoel uitgevoerd. De andere werknemers veranderen regelmatig van positie ten opzichte van de funderingsmachine, waardoor de belasting ook varieert. Er is gemeten tijdens de uitvoering van de volgende funderingstechnieken. Betonpalen heien Voor het meten van de trillingen en schokken die overgedragen kunnen worden op de werknemers zijn metingen gedaan op de stoel van de machinist in twee verschillende funderingsmachines. Er is ook op de grond gemeten in de nabijheid van de hei-installatie. Stalen buis heien Hierbij is in de cabine van de funderingsmachine op de stoel van de machinist gemeten. Dit is ook gedaan bij het toepassen van schroefpalen, vibropalen en tijdens het inbrengen en verwijderen van een damwand. Bij het funderen met vibropalen is tevens gebruik gemaakt van een minigraafmachine en een zogenaamde handtriller. Om de belasting van deze arbeidsmiddelen ook in beeld te krijgen is op de minigraafmachine op de stoel gemeten en bij de handtriller op het handvat. 2.4 De uitvoer De metingen zijn uitgevoerd door Jan Doornbusch, SKO gecertificeerd hoger veiligheidskundige (cert. V25001) en ergonoom, werkzaam voor vibrations@work BV te Zaltbommel. Hij is tevens verantwoordelijk voor de inhoud van de rapportage. NB. Deze rapportage is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid uitgevoerd en mede tot stand gekomen door middel van de informatie die alle betrokkenen hebben aangeleverd. Ook zijn de metingen verricht bij handeling die naar zegge zo veel mogelijk overeenkomen met de dagelijkse werkelijkheid. Maar omdat hierop niet is gecontroleerd kunnen er geen juridische rechten aan deze rapportage ontleend worden.
5
3 De resultaten 3.1 Betonpalen heien De funderingsmachine stond tijdens de meting opgesteld in Leiden aan de Nic. Beetsstraat. Hij is van het merk Hitachi, type KH150 3PD met als bouwjaar 1991 en in gebruik bij Vroom Funderingstechnieken. Met deze machine werden met behulp van een Junttan heiblok betonnen palen geheid van 15 meter lengte.
De stoel in deze machine heeft een mechanische vering die was ingesteld op het maximale gewicht van 120 kg, terwijl de machinist niet zo zwaar was. Naast het feit dat de bekleding van de zitting totaal versleten was, bleek deze stoel ook slijtagesporen (speling) te vertonen op de beweegbare delen. Tijdens de meting zijn draglineschotten verplaatst, is gemanoeuvreerd en zijn 4 palen geheid. Dit laatste is duidelijk terug te lezen in de rode lijn in onderstaande grafische weergave.
activiteit
RMS X-, Y-, Z-as en Z-chassis (m/s2)
gemeten tijd
meting
Heien, hijsen en verplaatsen draglineschotten
0,09 — 0,06 — 0,11 — 0,15
48
@FUN1
6
Een andere installatie waarop gemeten is, behoort toe aan Gebr. van ’t Hek bv. Deze was bezig met het heien van 6,75 meter lange betonnen palen in Haarlem aan de Belgielaan. De installatie is van het merk THW 5021 met als bouwjaar 2001. Het Junttan heiblok was een HHK 5 met 5 ton valgewicht.
De stoel op dit arbeidsmiddel is van het merk ISRI. De mechanische vering onder de zitting is met de hand in te stellen. Deze stond tijdens de meting goed ingesteld op het gewicht van de machinist.
Ook de trillingen en schokken die de grond overdraagt op degene die in de nabijheid werkt zijn gemeten. Hiertoe lag de tri-axiale versnellingsopnemer op ca. 3 meter afstand van de heipaal. Het resultaat van 1 paal is hier-
activiteit
RMS X-, Y-, Z-as (m/s2)
gemeten tijd
meting
Heien, hijsen en verplaatsen draglineschotten
0,08 — 0,07 — 0,10
42
@FUNDD
Op de bodem gemeten tijdens heien
Z-as minimaal 0,15 Z-as maximaal 0,29
2 3
@FUNDD1 @FUNDD2
7
onder grafisch weergegeven.
3.2 Schroefpalen Voor het bepalen van de trillingen en schokken tijdens het funderen met schroefpalen is gemeten op een Ecodrie funderingsmachine type 35-20 van Kuipers Funderingstechnieken te Lemmer. Bouwjaar 2008 en volgens het typeplaatje nummer 105190. De schroef van de installatie ging tot 6,8 meter diep. De bouwplaats was in Duiven, naast IKEA.
De stoel, merk ISRI, stond ingesteld op het maximale gewicht, terwijl de machinist een tiental kilo’s lichter is. Hij gaf zijn voorkeur aan deze instelling, waardoor er geen positieve bijdrage van het schokabsorberende mechanisme in de stoel valt te verwachten.
Er zijn in de gemeten tijd 7 boringen gedaan. Verder is de installatie in deze periode diverse malen verplaatst en is de cabine bij elke verplaatsing van positie veranderd.
activiteit
RMS X-, Y-, Z-as en Z-chassis (m/s2)
gemeten tijd
meting
Schroefpalen boren draaien en rijden
0,06 — 0,07 — 0,05 — 0,14
25
@FUND
8
3.2.1 Minigraafmachine Bij de schroefpalen funderingstechniek wordt ook gebruik gemaakt van een minigraafmachine. Deze maakt de grond rondom de palen schoon. Het terrein waarop gewerkt wordt bevat veel bulten en kuilen, waar op, waaromheen en doorheen gereden wordt. De gemeten minigraafmachine is van het merk Kubota, type U 48-4 en met serienummer 50037 en bouwjaar 2010.
Hoewel de stoel is uitgerust met een mechanische vering om de schokken te absorberen, blijkt het instellen van de juiste instelling proefondervindelijk te moeten geschieden.
De meting is uitgevoerd tijdens het bewerken van de grond rondom 6 palen. Hieronder is het resultaat grafisch weergegeven. Op de linker as is echter een andere schaalverdeling toegepast dan bij de eerder getoonde weergaven.
activiteit
RMS X-, Y-, Z-as en Z-chassis (m/s2)
gemeten tijd
meting
Grond om palen wegnemen
0,57 — 0,40 — 0,27 — 0,41
9
@FUND1
9
3.2.2 Handtriller Bij de funderingstechniek schroefpalen wordt een korf van betonijzer in het zachte beton geduwd. Om de korf sneller en gemakkelijker te laten zakken wordt een handtriller gebruikt. Deze handtriller heeft een geschat gewicht tussen de 10 en 15 kg en draagt de opgewekte trillingen over op de korf. Tijdens het gebruik wordt de triller met de hand bediend waardoor de trillingen en schokken ook worden overgedragen op de handen van de werknemer. Er is hierdoor sprake van een belasting als gevolg van hand-armtrillingen en schokken. In de meting zijn 6 korven achtereen “getrild” in 9 minuten. Per werkdag kunnen ruim 90 korven getrild worden. Dat impliceert dat het trillen ruim 2 uur per dag plaatsvindt. In het onderhavige geval bleek 1 werknemer dit trillen dagelijks uit te voeren. Omdat de handtriller niet werd uitgeschakeld bij het verplaatsen naar een nieuwe korf, ziet de grafische weergaver er als hieronder uit.
De meting leverde de volgende belasting op: activiteit
Vectorsom (m/s2)
gemeten tijd
meting
Korven trillen
66
9
@FUNH0
Naast de belasting door het trillen is er ook sprake van fysieke belasting als gevolg van het tillen. Naast het gewicht van de handtriller is er het gewicht van de korven, die afhankelijk van hun afmetingen ook circa 20 kg kunnen wegen maar vanwege hun lengte grotere krachten verlangen om ze te verplaatsen.
10
3.3 Stalenbuispalen heien Vroom Funderingstechniek heeft tevens haar medewerking verleend aan de meting tijdens het heien van stalenbuispaal, ook wel genaamd: “in de buis heien”. De gemeten installatie stond in Leiden aan de Toussaintkade. De funderingsmachine is van het merk Liebherr, type 912 met als identificatienummer 5007455. Het heiblok had een gewicht van 1 ton en een valhoogte van 2 meter.
In deze machine staat een stoel van het merk ISRI die wel op het gewicht van de machinist staat ingesteld. De totale paallengte bedroeg 15,3 meter, maar is opgebouwd uit kortere delen, die tijdens de meting aan elkaar gelast worden.
Op onderstaande grafische weergave valt een enorme piek waar te nemen terwijl de stalen delen aan elkaar gelast worden. Deze piek is veroorzaakt door het met grote impact verzitten van de machinist. Voor het bepalen van de belasting is deze piek uit de meting gefilterd omdat deze niet veroorzaakt is door het werk maar door het verzitten.
activiteit
RMS X-, Y-, Z-as en Z-chassis (m/s2)
gemeten tijd
meting
Stalen buis heien
0,11 — 0,07 — 0,11 — 0,12
41
@FUN3
11
3.4 Vibropalen De meting tijdens het funderen met Vibropalen is uitgevoerd op een Hitachi SCX800 Crawler Crane nr. SC080-7022 met als bouwjaar 2009. Deze machine is in gebruik bij Kuipers Funderingstechnieken te Lemmer. De bouwplaats was in Leiden aan de Surinamestraat.
Tijdens het heien werd een valgewicht van 3 ton toegepast bij een val van 1,1 meter bij 80 toeren per minuut. De diepte van de paal was 20 meter.
De gewichtsinstelling op deze mechanisch geveerde stoel kwam overeen met het gewicht van de machinist.
Tijdens de meting is de installatie diverse malen in de grond gebracht (duur ca. 7 minuten), een ijzeren korf geplaatst en is beton gestort via een kubel. Na elke paal is de funderingsmachine van plaats veranderd en af en toe zijn de dragline schotten verplaatst. Ook in deze meting is de machinist heftig gaan verzitten, wat uit de meting is gefilterd. Duidelijk valt uit de rode lijn waar te nemen wanneer het trillen plaatsvond. (3 palen)
activiteit
RMS X-, Y-, Z-as en Z-chassis (m/s2)
gemeten tijd
meting
Vibropalen boren verplaatsen hijsen van kubel en schotten
0,07 — 0,06 — 0,13 — 0,20
48
@FUN4
12
3.5 Het inbrengen van een damwand Verhoef Funderingstechnieken te Meerkerk heeft haar medewerking verleend voor het meten van de trillingen en schokken tijdens het inbrengen van een stalen damwand. De funderingsmachine is van het merk Sumitomo type SC 500-3. Voor het inbrengen van de stalen damwand tot 13 meter diep werd gebruik gemaakt van een ICE 28RF blok van 8 ton. Per dag worden circa 28 elementen geplaatst.
De stoel in de funderingsmachine is ergonomisch instelbaar en van het merk SAVAS. Hij is geplaatst op een mechanisch verend onderstel dat niet correct op het gewicht van de machinist was ingesteld. Voor de meting is dit gecorrigeerd.
In onderstaande grafische weergave is belasting uit te lezen in de tijd.
De meting leidde tot het volgende resultaat: activiteit
RMS X-, Y-, Z-as en Z-chassis (m/s2)
gemeten tijd
meting
Damwand aanbrengen, draaien en verplaatsen
0,04 — 0,05 — 0,06 — 0,06
67
@FUNR0
13
3.6 Het trekken van een damwand Ter vergelijk is ook een meting gedaan naar de trillingen en schokken die ontstaan bij het trekken van een damwand. De meting is uitgevoerd op een Hitachi type KH 150-3 Crawler Crane met nummer 2321030 uit 1991. Deze funderingsmachine is in gebruik bij Voorbij Funderingstechniek bv en stond opgesteld in de buurt van Raasdorp nabij de A9. De damwandelementen zijn getrokken met een 2323 VM blok van 4 ton bij 2300 toeren per minuut. Na het trekken heeft de installatie gereden en om de elementen te stapelen is de positie van de cabine telkens veranderd.
De stoel op deze funderingsmachine staat op een mechanisch instelbaar schokabsorberend onderstel dat is ingesteld in overeenstemming met het gewicht van de machinist. De stoelzitting heeft een versleten bekleding.
Uit onderstaande grafische weergave valt uit de pieken gemakkelijk op te maken dat er ca. 16 elementen zijn getrokken.
Dit leverde onderstaande waarden op: activiteit
RMS X-, Y-, Z-as en Z-chassis (m/s2)
gemeten tijd
meting
damwand trekken, verplaatsen draaien, etc.
0,14 — 0,11 — 0,12 — 0,72
63
@FUNR
14
4 Het kader Wereldwijd hebben wetenschappelijke onderzoeken aangetoond dat langdurige en herhalende blootstelling aan mechanische trillingen en –schokken gezondheidsschade opleveren. Op basis van deze gegevens is een Europese Richtlijn (2002/44/EG) opgesteld waarvan de inhoud in de Nederlandse arbeidsomstandighedenwetgeving is opgenomen. De Arbeidsomstandighedenwet hanteert naast diverse andere bepalingen een grenswaarde en een actiewaarde voor trillingen en schokken. Een belasting boven de grenswaarde (meer dan 1,15 m/s2 voor lichaamstrillingen) levert een wettelijke overtreding op. Voor werknemers met een verminderde belastbaarheid zoals zwangeren en werknemers met bijvoorbeeld rugklachten is de wettelijke grenswaarde vastgesteld op 0,25 m/s2. Een belasting onder de actiewaarde (0,5 m/s2 voor lichaamstrillingen) verlangt wettelijk geen maatregelen, met uitzondering van de eerder genoemde groep werknemers. Boven de actiewaarde is het treffen van maatregelen ter reductie van de belasting wel voorgeschreven. Een belasting rondom of onder de actiewaarde impliceert volgens de wetgever een “minimale gezondheidsbescherming” en garandeert op geen enkele wijze dat gezondheidsklachten voorkomen worden! Onder de actiewaarde impliceert dus niet een voor de gezondheid “veilige waarde”. Deze blijkt namelijk niet bekend, onder andere vanwege de soms grote onderlinge verschillen in werknemers en hun conditie! De in de wet genoemde waarden moeten zijn omgerekend naar de dagbelasting of dagdosis. Op onderstaande tabel staan de waarden per 8-urige werkdag uitgedrukt in een risico.
RISICO WBV 0
0,25
0,5
0,75
1
1,25
1,5
algemeen
zwangeren
acceptabel
aanwezig
onacceptabel
verboden
Bovenstaande weergave geldt niet voor trillingen en schokken die overgedragen worden op de handen. Voor hand-armtrillingen hanteert de wetgever een actiewaarde van 2,5 m/s2 en een grenswaarde van 5 m/s2. Beide waarden zijn ook weer berekend als een dosis, zodat de momentane waarde veel hoger mag zijn. Zwangerschap speelt dan echter geen rol. Vanuit preventie en om te voldoen aan de Arbeidsomstandighedenwet zal een onderneming echter streven naar een zo laag mogelijke belasting als gevolg van trillingen en schokken. Werkgevers zullen een beleid voeren dat gericht is op een zo goed mogelijke bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemer, waarbij de stand van de wetenschap maatgevend is. De wetenschap, o.a. verwoord in normen, stelt dat trillingen en schokken al met hele lage waarden voelbaar zijn, mede afhankelijk van hun frequentie en dat de blootstelling aan trillingen en schokken in het werk zo laag mogelijke dient te zijn. De normen gaan verder uit van een toename van het risico als de belasting door trillingen toeneemt of het aantal jaren van blootstelling toeneemt.
15
5 Bevindingen Om de trillingen waaraan medewerkers in de funderingsbranche bloot staan te evalueren worden lichaamstrillingen en schokken en hand-armtrillingen en schokken beoordeeld. Naast de wettelijke risico-indeling kan ook een indeling gebruikt worden die uitgaat van de schaal: discomfort, beperkingen in het functioneren en een gerede kans op letsel. Van een gerede kans op letsel is sprake als de 8urige belasting boven de 0,25 m/s2 uitkomt, of 2,5 m/s2 als het hand-armtrillingen betreft. Van hinder is sprake als men de opgedragen taak niet (naar behoren) zou kunnen uitvoeren. Bij het trillen van de korf bij het toepassen van de handtriller leidt de subjectieve beoordeling tot het overschrijden van het acceptabele. Voor lichaamstrillingen geldt dit niet. Hierbij komt de belasting neer op “niet oncomfortabel” dat volgens de standaard ISO 2631-1:1997 overeen komt met alle waarden onder 0,25 m/s2. Op alle funderingsmachines kwamen lichaams- en hand-armtrillingen en schokken voor. Echter, de belasting als gevolg van lichaamstrillingen is langduriger en groter geschat dan die aan de hand-armtrillingen. Daarom is uitsluitend gemeten op lichaamstrillingen. De meetresultaten die in de bijlagen zijn opgenomen, tonen voornamelijk een belasting in de verticale richting (z-as). De resultaten worden in de bijlagen gepresenteerd met meer dan 3 decimalen achter de komma. Uit ervaring blijkt echter dat dit een schijnnauwkeurigheid oplevert. Vandaar dat in onderstaande tabel gebruik gemaakt is van een afronding tot op 1 decimaal. Deze waarde laat zich doorgaans goed reproduceren. De metingen hebben geleid tot de volgende waarden: Funderingstechniek
Gemeten waarde in m/s2
Betonpalen heien
0,1
Op bodem bij betonpalen
0,2 - 0,3
Schroefpalen
0,1
Minigraafmachine
0,6
Handtriller
66
Stalenbuispalen
0,1
Vibropalen
0,1
Damwand trillen
0,1
Damwand trekken
0,1
• Uit de metingen blijk op de stoel van de funderingsmachine doorgaans een waarde voor te komen van 0,1 m/s2 willekeurig welke funderingstechniek. Hoewel de grondsoort, de plaats en de werkwijze kunnen verschillen, kan deze waarde beschouwd worden als representatief voor de branche. • Omdat de metingen circa een uur hebben geduurd, zijn ook andere schokken en trillingen geregistreerd dan uitsluitend tijdens het funderen. Er is bijvoorbeeld gehesen (kubel of dragline schotten), van plaats veranderd en gedraaid met de cabine. Door de lange meettijden zijn de resultaten van de meting representatief en mogen ze geëxtrapoleerd worden naar een werkdag. • Op de bodem rond de heipaal ligt de waarde 2 tot 3 maal hoger dan op de stoel. Maar om de belasting te beoordelen toont de praktijk aan dat de medewerkers niet vaak naast de paal blijven staan en veel van plaats veranderen, waardoor de blootstelling aan trillingen en schokken zich niet objectief laat beoordelen. • De trillingen en schokken op de stoel van de minigraafmachine liggen aanzienlijk hoger dan op de stoel van de funderingsmachine. • De handtriller laat een extreem hoge waarde zien aan trillingen. • Om een evaluatie te kunnen maken naar de wettelijke bepalingen dient de gemeten waarde te worden omgerekend naar de belasting gedurende een 8-urige werkdag. Voor deze omrekening is de aanname gedaan dat dezelfde persoon circa 6 uur per dag op de funderingsmachine zit, de machinist van de minigraafmachine
16
circa 5 uur per dag en dat het gebruik van de handtriller circa 2 uur per dag duurt. Dan ziet de dagelijkse belasting er als volgt uit: Funderingstechniek
Dagelijkse belasting (m/s2)
Betonpalen heien
0,1
Op bodem bij betonpalen
nvt
Schroefpalen
0,1
Minigraafmachine
0,5
Handtriller
33
Stalenbuispalen
0,1
Vibropalen
0,1
Damwand trillen
0,1
Damwand trekken
0,1
Het handtrillen overschrijdt de wettelijke grenswaarde. Het werken op de minigraafmachine overschrijdt de actieaarde. Voor een zwangere zou dit werk niet toegestaan zijn. • Door uitsluitend rekening te houden met de tijd dat op de funderingsmachine wordt gewerkt, wordt geen rekening gehouden met het werkverkeer. Immers, in de funderingsbranche worden dagelijks vele woon-werk kilometers per wagen afgelegd. Hiermee dient ook rekening te worden gehouden bij het bepalen van de belasting, wil er geen onderwaardering optreden van het risico. Voorbeeld: als een medewerker 6 uur per dag een belasting ondervindt van 0,1 m/s2 tijdens het werk en 2 uur een belasting van 4 m/s2 vanwege woon-werk verkeer, dan is er sprake van een totale dagelijkse belasting van A8 = √ 1/8 [(0,12 x 6) + (0,42 x 2)] = 0,22 m/s2. Het 5 uur lang werken in een minigraafmachine vormt op deze wijze een onacceptabel risico en verlangt daarom maatregelen te reductie van de belasting. • De berekende dagelijkse belasting blijft bij de desbetreffende funderingstechnieken onder de wettelijk toegelaten waarde voor zwangeren en er is sprake van een acceptabel risico, hetgeen niet impliceert dat er sprake is van een “veilige” of “gezonde” mate van belasting. • Het werken met de minigraafmachine en de handtriller verlangen wel maatregelen. Als dezelfde persoon werkelijk 2 uur per dag werkt met de handtriller, dan is er sprake van een situatie die verboden is. Dit kan leiden tot direct stilleggen van het werk door de Arbeidsinspectie. Zelfs het terugdringen van de duur tot 1 uur of zelfs een half uur per dag levert nog een belasting op die boven de grenswaarde uitkomt. Hier dient een doeltreffende maatregel getroffen te worden wil er sprake zijn van een acceptabel risico. Een belasting per werkdag op de minigraafmachine van maximaal 1 uur zou wel kunnen leiden tot een min of meer acceptabel risico. • Er bleken diverse waarnemingen waarbij de stoel van de machinist niet correct op gewicht ingesteld stond. De desbetreffende machinisten gaven aan meer prijs te stellen op een juiste zithoogte, dan een optimale schokabsorptie van de stoel. Instellen van de vering of zithoogte zijn twee verschillende functies in een stoel. Dit lijkt niet bekend te zijn. Het verdient aandacht om de werknemers instructie te geven wat het onderscheid is tussen zithoogte en schokabsorptie. • Op de correct ingestelde stoel van de minigraafmachine, in gebruik bij het funderen door middel van schroefpalen, doet zich het gegeven voor dat de vering wel de schokken in verticale richting absorbeert maar niet die in horizontale richting. Dit verklaart een hogere belasting op de zitting dan op de machine. • In de meeste gevallen waren de medewerkers niet op de hoogte van het gezondheidsgevaar van trillingen en schokken voor hun lichaam. Hier zou voorlichting een aanvullende rol kunnen spelen, net als een gerichter medisch onderzoek op mogelijke gezondheidsschade door trillingen en schokken via het periodiek arbeids gezondheidskundig onderzoek (PAGO) of arbeids gezondheidskundige spreekuur (AGS) Het onderhoud van de stoel, ofwel de dagelijkse werkplek van de machinist, blijkt niet de aandacht te krijgen die het verdient getuige de soms ernstige slijtagesporen die zijn waargenomen. Ook al lijkt de schokabsorptie in de stoel te werken, dan nog is het gebruik van een goed onderhouden stoel, zonder speling en slijtagesporen een voorwaarde om naar tevredenheid te kunnen werken.
17
6 Conclusie en aanbevelingen De mate waarin mechanische trillingen en schokken overgedragen worden op de werknemers in de funderingsbranche ligt beneden de wettelijke actie- en zelfs beneden de wettelijk grenswaarde, zelfs voor zwangeren. Ook als rekening wordt gehouden met een dagelijkse reistijd van twee uur in een personenwagen op de snelweg bij circa 100 km/uur blijven de lichaamstrillingen en schokken een acceptabel risico”. Dit gaat niet op voor degenen die werken met de minigraafmachine of met de handtriller. De eerste levert na 5 uur een onacceptabel risico en verlangt mede vanwege woon-werkverkeer maatregelen. De handtriller levert al na enkele minuten per dag een verboden belasting op.
De belasting als gevolg van trillingen op de minigraafmachine kan eenvoudig worden verminderd door hiermee heel rustig en behoedzaam te manoeuvreren en door bijvoorbeeld elk uur te wisselen van machinist. Het werken met de minigraafmachine tot maximaal 1 uur per dag zou kunnen leiden tot een acceptabel risico. Verder richt de aanbeveling zich op voorlichting en instructie. De voorlichting kan ingaan op de gevaren van trillende arbeidsmiddelen en de gezondheidsbewaking door een bedrijfsarts via het periodiek arbeidsgezondheidskundig spreekuur of dito onderzoek (PAGO). De instructie kan zich richten op het correct instellen van de gewichtsinstelling van de trillingsabsorberende stoelen. Met betrekking tot de stoelen is periodiek onderhoud een matregel die zal leiden tot minder versleten exemplaren. Bij een eventuele vervanging van de stoel zal rekening gehouden moeten worden met de lengte en de gewenste zithoogte van de machinist. Bovendien is het zaak om rekening te houden met een comfortabele zitting en rugleuning.
18
Aantekeningen
19
Aantekeningen
20