Lezing voor de Verenigingsdag 2013: De consensus vertaling Inleiding 25 mei 2013 door m. Maria van het Orthodoxe Klooster in Asten. [onverkorte tekst, cursief zijn enkele opmerkingen voor degenen die van details houden] In oktober 2012 is er een zgn consensus-vertaling klaargekomen, van de tekst van de Liturgie van de H. Vader Johannes Chrysostomus. Er is mij gevraagd er iets over te vertellen. Daar kan ik uren over vertellen, we hebben er tenslotte zo oneindig veel uren aan besteed! Ik zal vier kanten toelichten. 1. De noodzaak van een bisschoppelijke zegen over een vertaling. 2. Eerst heel algemeen over de liturgische teksten van de orthodoxe kerk. 3. Dan iets over de geschiedenis van de vertalingen in Nederland, 4. En tenslotte enkele voorbeelden van de nieuwe vertaling. 1. Inleiding: Het nut van samenwerking en vooral de noodzaak van zegen van de kerk. In de afgelopen 50 – 60 jaar zijn er veel boeken uitgekomen in het klooster van St Jan in Den Haag, vertalingen van Archimandriet Adriaan, eeuwiger gedachtenis, met de zegen van zijn medebroeder, de latere aartsbisschop Jacob. Omdat veel priesters en soms koorleiders wel eens woorden of uitdrukkingen anders wilden zien, hebben zij in eigen boekjes en in eigen koormuziek zelf veranderingen aangebracht. Ook waren er door de jaren heen handgeschreven vertalingen, zoals van matushka Haveman, de vrouw van Vader Jan, de stichter van de parochie van Groningen, en de met de hand getikte vertalingen van vader Alexis Voogd, eeuwiger gedachtenis. Maar: in de praktijk is gebleken dat deze veranderingen – goed of minder goed - nooit verspreid zijn, er is niet samengewerkt en er is ook 1
niets van uitgegeven met kerkelijke zegen. Nu wordt wel eens gezegd: ja maar, aartsbisschop Jacob kende toch geen Grieks, ja maar, aartsbisschop Simon kent toch geen Nederlands, en metropoliet Panteleimon toch ook niet? Uit deze opmerkingen blijkt een onjuist begrip van kerkelijke zegen. De bisschop die een boek zegent, hoeft dat boek niet woord voor woord bestudeerd te hebben, al zal hij misschien een medewerker van zijn bisdom vragen er een blik in te werpen. Het is vooral een kwestie van vertrouwen. Een bisschop kent en vertrouwt een orthodoxe schrijver of vertaler, en schrijft dan een aanbeveling. In hun enthousiasme hebben enkele koorleden en/of koorleiders een keer aan de diverse bisschoppen een vertaling van het Paastropaar gestuurd, of de bisschoppen die wilden zegenen en dan ‘aanbevelen’ in Nederland. Zo werkt het niet. Wat moet een bisschop daarmee? Stel je voor dat de vertaalcommissie bij iedere nagekomen correctie in een vertaling, opnieuw zegens van de bisschoppen zouden moeten vragen! De bisschoppen hebben aan verschillende mensen hun zegen gegeven en vertrouwen erop, dat zij zo conscientieus mogelijk vertalen. En juist omdat er in een commissie verschillende vertalers zijn, kunnen die elkaar helpen en onderling corrigeren. Een ander enigszins treurig voorbeeld is de uitgave van v. Andreas Smit, die ik hier toch posthuum wil eren. Velen van de parochie Groningen weten dat v. Andreas een nieuwe liturgie-vertaling wilde maken. Hij had vanuit het Engels een vertaling gemaakt, maar enkele parochianen waren er niet over te spreken. Toch heeft v. Andreas zijn ideaal niet opgegeven. Hij besloot toen anoniem een tekst uit te geven. Wat weinig mensen weten, is dat hij toen een specialist benaderd heeft, een byzantinoloog van de universiteit van Groningen, die hem graag ook anoniem wilde helpen. Deze kenner van het Grieks [weliswaar niet orthodox] heeft een vertaling gemaakt, die zeker niet onverdienstelijk was. Ik weet niet of deze byzantinoloog en vader Andreas ook samen overlegd hebben over de vertaling, ik weet alleen dat vader Andreas heeft gezorgd voor de rubrieken, nauwkeurig volgens de gebruiken van de Russische kerk. Zo kwam in 1993 de vertaling van de Liturgie van de heilige Johannes Chrysostomus uit, bij Gooi & Sticht, anoniem, op verzoek van v. Andreas. 2
Wat is er mee gebeurd? Ik veronderstel dat vooral niet-orthodoxen deze vertaling gekocht hebben. V. Andreas heeft ‘m zelf wel eens cadeau gedaan aan parochianen. Maar binnen de orthodoxe kerk in Nederland is er nauwlijks aandacht aan besteed. Er stond geen kerkelijke zegen in, wie had die vertaling gemaakt? Men was wantrouwend. Jammer, want in samenwerking met orthodoxen en met een kerkelijke zegen had deze vertaling op z’n minst door de vertaal-commissie bestudeerd kunnen worden. Tot zover het begrip ‘zegen’. 2. Waar komen onze liturgische teksten vandaan, en waarom zijn die in het Grieks geschreven? Christus was toch een Jood en leefde toch in het Romeinse Rijk? Hiervoor kunnen we teruggaan naar enkele eeuwen voor Christus. Vooral tijdens de regering van Alexander de Grote, was het Grieks-Romeinse Rijk sterk uitgebreid. De cultuurtaal was Grieks, ook in het westen, ook al spraken de gewone burgers en de mensen in het leger latijn. Ook in Noord-Afrika werd door veel mensen Grieks gesproken, zelfs door de grote joodse gemeenschap. Daardoor komt het dat in de 3e eeuw voor Christus de Hebreeuwse bijbel [het O.T.] in het Grieks is vertaald, de Septuagint, omdat deze door 70 of 72 joodse geleerden vertaald is. En waarom zou deze vertaling voor de Christenen belangrijk zijn? Ook in de tijd van Christus was het Grieks de belangrijkste ‘wereld- en cultuurtaal’, zelfs in Rome werd door intellectuelen Grieks gesproken. Voor ons is de Septuagint heel belangrijk, omdat deze ook gebruikt werd door de Apostelen in de tijd van Christus, en omdat er later in de Liturgische teksten veelvuldig uit geciteerd wordt. Het Hebreeuws geeft trouwens een groot probleem aan de vertalers. Het oude Hebreeuws werd alleen met medeklinkers geschreven, uit mondelinge traditie en uit de context wist men hoe men dat lezen moest. Vergeet niet dat in de oudheid het luisteren naar een tekst belangrijker was dan met je ogen lezen, en dat de Heilige Boeken door veel mensen uit het hoofd werden geleerd. Toch bleek door de eeuwen heen dat woorden soms op verschillende manieren uitgesproken werden. Vergelijk in het Nederland: als je schrijft glvn, dan kunnen die letters ‘geloven’ 3
betekenen, maar ook ‘golven’. Om dat probleem op te lossen, hebben joodse geleerden in de 3e eeuw na Christus de Hebreeuwse teksten van tekentjes voorzien, tekentjes die de klinkers aanduiden. Deze geleerden heetten de masoreten, en deze tekst met klinkers wordt tot op heden gebruikt. Wat is daarvan het bezwaar: deze tekst van de masoreten is pas in de derde eeuw na Christus gemaakt, en in de uitleg – door die klinkers- en waarschijnlijk ook door gebruikmaking van andere manuscripten van de oude Hebreeuwse tekst, verschilt hun tekst op sommige plekken van de Septuagint. De christelijke Kerk en later de orthodoxe kerk, heeft vastgehouden aan de meestal heel duidelijke vertaling in het Grieks, de Septuagint. Ook de schrijvers van het Nieuwe Testament en de kerkvaders van de oosterse kerken, hebben aan de Septuagint vast gehouden. Dit in tegenstelling met de protestante kerken, die hun bijbelvertalingen baseren op de Hebreeuwse tekst van de masoreten. De Liturgie van onze heilige vader Johanes Chrysotomus en alle verdere orthodoxe liturgische teksten, zijn oorspronkelijk in het Grieks geschreven, en van daaruit vertaald. Bij de verspreiding van het Christendom, zoals in de Slavische landen, zijn ook de bijbelteksten – en alle citaten uit de bijbel in de hymnologie, uit het Grieks vertaald. Dit is een veel te kort verhaal over de Griekse grondteksten. Als er vragen over zijn, kan dat eventueel straks, of per e-mail. 3. Nu naar onze tijd, hier in Nederland. Het orthodoxe geloof is door Russische emigranten en vluchtelingen naar Nederland gekomen. Ook was er eind 19e en begin van de 20e eeuw in sommige katholieke kringen een groeiende belangstelling voor het geloof van oost-europa en het middenoosten. Denk maar aan de stichting van het benedictijner klooster in België, in Chevetogne, waar een gedeelte van de diensten gehouden wordt volgens de byzantijnse ritus. Zij gaven liturgische boeken uit in het Frans. In Nederland hebben Rooms-katholieken ook Nederlandse boekjes gemaakt van de Liturgie, die zeker laten een hulp zijn geweest bij de eerste orthodoxe vertalingen. 4
Waarschijnlijk de eersten, of de als eersten bekende Nederlanders die zich in 1940 lieten opnemen in de russisch-orthodoxe kerk, waren de latere archimandriet Adriaan en de latere bisschop Jacob. Zij hadden als ideaal om als orthodoxe monnniken te leven en om de diensten in het Nederlands te vieren. Zo begon vader Adriaan met een gigantisch werk. Van de 20 orthodoxe kerkboeken heeft hij door de jaren heen de belangrijkste teksten vertaald. De 3 Liturgiën, de belangrijkste sacramenten, de diensten van de grote feesten, en later ook een reeks van minder grote feesten. Van de dagelijkse diensten in de zgn Minea – per maand voor iedere dag uitgegeven- heeft hij waarschijnlijk een vijfde vertaald. Om op ‘gewone dagen’ de heiligen te kunnen bezingen, vertaalde hij een bestaand praktisch boek: het algemene Mineon, een reeks van 26 diensten waar je de naam van de heilige in kunt vullen: dienst voor één apostel, voor 1 of meer martelaren, martelaressen enz. Omdat er weinig geld was, zowel voor het klooster als voor nieuwe kleine orthodoxe parochies, heeft hij zelf de boekjes uitgetikt, gedrukt of gekopieerd en ingenaaid. Deze schat aan teksten is door veel nederlands-talige parochies in Nederland en België in gebruik. Wat moet er nu nog gebeuren? Veel teksten moeten nog vertaald worden, en de bestaande teksten moeten gecorrigeerd worden. Want het werk van vader Adriaan was niet eenvoudig. Hij kende niet veel meer Grieks dan wat hij zich herinnerde van de middelbare school, en moest daarom uit Duits en Frans vertalen. En soms waren die vertalingen weer gebaseerd op de Slavische vertaling, dus vertalingen van vertalingen. Toen er meer parochies ontstonden waar Nederlands gebruikt werd, waren er priesters en koorleiders, die zelf verbeteringen maakten in de teksten van vader Adriaan. Op zichzelf is dat geen ramp, maar na verhuizing, of in de vakantie, wanneer gelovigen en vooral koorleden wel eens in een andere parochie kwamen, waren ze vaak teleurgesteld dat ze niet gewoon mee konden zingen. In 1981 werd de Vereniging van Orthodoxen opgericht, en sindsdien werden er jaarlijks bijeenkomsten gehouden met Liturgie, en later ook dagen voor koorleiders. Iedere parochie had eigen teksten, en was natuurlijk daaraan gehecht. Maar de gehechtheid aan eigen teksten 5
ging langzaam maar zeker wijken voor de frustatie dat we in het Nederlands niets samen konden zingen. Zelfs de geloofsbelijdenis was in iedere parochie een beetje anders. Het paastropaar zongen we dan maar in het Slavisch. Zelf hield ik ook van Slavisch, ik heb iedere zondag de Liturgie in het Slavisch gezongen vanaf mijn 14e jaar, en later heb ik wat Slavisch geleerd op de universiteit in Amsterdam, nog in de 60er jaren, in de tijd dat vader Alexis daar lector was. In de 70er jaren ben ik twee jaar in Servië in het klooster geweest, waar ik dagelijks alle diensten meezong. Het was mooi, en ik zag verbanden tussen teksten, die ik in Nederland niet opgemerkt had. Maar pas toen ik daarna meer dan 10 jaar in Griekenland in het klooster was, begreep ik hoe veel rijker en precieser de Griekse kerk-taal is. Dat is geen fantasie, maar gewoon een feit. Het kerk-slavisch, of Oud-bulgaars-, heeft veel minder woorden dan het Grieks, en wat soms ook verwarrend is: het heeft geen lidwoorden en een armere grammatica. [b.v. bij sommige woorden is de 1e naamval, het onderwerp van een zin, of de 2e naamval hetzelfde als de vierde naamval, het lijdend voorwerp]. Dit wordt in moderne talen die geen naamvallen hebben, opgelost door voorzetsels en de volgorde van de zin. B.v “Jan ziet Piet”, dan weten wij dat Jan onderwerp is. In het Grieks heb je daar naamvallen voor en de woordvolgorde kan alle kanten op. Het Slavisch houdt de Griekse woordvolgorde aan , maar het is vaak minder duidelijk. Als voorbeeld: Een bekende verwarring is een zin uit de Paasmetten, uit de Eer-stichier van de paas-lofpsalmen. Deze tekst hoort wel niet tot de liturgie, maar wordt in de Paastijd vaak gezongen en werd in Den Haag vertaald [gedrukt bij de Dankzegging van de priester] : ‘Laat ons zeggen, “broeders”, ook tot degenen die ons haten. Laten wij alles vergeven omwille van de Opstanding, en zo roepen: Christus is opgestaan ....’ In het Nederlands betekent deze vertaling allereerst dat wij tegen alle mensen, zelfs tegen wie ons haten, ‘broeders’ gaan zeggen, omdat het Pasen is. Het Grieks heeft een andere nuance: Wij, broeders, d.w.z. wij die hier samen Pasen vieren – : ‘wij broeders, laten wij zeggen, ook tegen hen die ons haten: “Laten wij alles vergeven omwille van de Opstanding”, en zo roepen: Christus is opgestaan ....’ In het Grieks zijn de ‘broeders’ de aangesproken persoon, en niet de inhoud 6
van het werkwoord ‘zeggen’. Misschien een fantasie van mij, maar ik vind het wel mooi om een verband te leggen: deze Eer-stichier is de laatste tekst van de Paasmetten, en het begrip vergeving heeft de nadruk. Is nu de cirkel niet rond? Zijn we de Grote Vasten niet begonnen met de Vespers van Vergevingszondag, waarbij we elkaar vergeving vragen, en volgens ongeschreven gebruik dan zachtjes het Paastropaar zingen? Nogmaals: Hoe dierbaar het Slavisch ook is voor veel Nederlanders, toch moeten we toegeven dat je een vertaling moet maken uit de grondtekst. Wie Shakespeare vertaalt kan er misschien een goede Franse vertaling naast leggen, maar je moet toch vertalen uit het originele Engels. Ook vader Adriaan was daarvan overtuigd, en hij heeft speciaal voor mij in mijn klooster in Griekenland tijd gevraagd om te werken aan vertalingen. Ik heb toen o.a. een werktekst gemaakt van het Triodion, en de tekst van de Liturgie heb ik uitgebreid bestudeerd. Jammergenoeg verminderden de krachten van Vader Adriaan en heeft hij geen moed meer gevonden om zijn tekst van de Liturgie te corrigeren. Hij zei daarover: “dat is voor een volgende generatie”. Ondertussen was ik een volgende generatie, 30 jaar jonger -en zijn er nu al weer twee generaties na mij die hieraan kunnen werken. Maar nu terug naar de Vereniging: Zo is, vooral door de koordagen, in 1995 in de Vereniging de wens ontstaan om gezamelijke teksten te hebben, vertalingen die door een commissie zouden worden gemaakt. De eerste tekst die toen werd vertaald, is Akathist van de Moeder Gods, die sindsdien op de Verenigings-dagen gezongen wordt. - ook al had vader Adriaan daar al een vertaling van gemaakt, die in het Horologion van Den Haag staat. Er is toen samengewerkt door Vader Alexis voor de vergelijking met het Slavisch, door mij voor de Griekse grondtekst, en Connie van der Werf o.a. voor goed klinkend Nederlands. Daarna is de koortekst van de Liturgie klaargekomen waarvoor in november 1996 de zegen van drie Bisschoppen werd gegeven: Metr. Panteleimon, Aartsbisschop Simon en Aartsbisschop Serge, eeuwiger gedachtenis. Diaken Michael begon vader Alexis bij te staan, Vader Serafim Snepvangers was bij de commissie gekomen, en er was een grotere, adviserende commissie op 7
de achtergrond, o.l.v. Aartsbisschop Gabriël, - toen nog vader Guido, waar ook vader Martin Ehrlings, eeuwiger gedachtenis, aan deelnam. We waagden ons toen nog niet aan de teksten van de priester, want dat lag heel gevoelig, alle priesters hadden immers hun eigen ideeën over de vertaling. Dan ligt het werk stil: vader Alexis en vader Adriaan overlijden, vader Serafim uit St Hubert treedt uit. Zelf ben ik voor ons klooster in Asten langzaam doorgegaan, met zegen van onze metropoliet Panteleimon. Van de Liturgie had ik al eerder een studie gemaakt, op verzoek van Vader Adriaan en later aangespoord door Wladyka Gabriël. Toch bleef de wens naar herzieningen leven. Ook in Amsterdam leefde die wens, met name bij vader Hildo Bos en diaken vader Michael Bakker, beiden beroepsvertalers, kenners van Slavisch en Grieks. Zij hebben eerst gewerkt aan de mooie uitgave van het Gebedenboek in 2000. Maar daarna wilden zij ook de Liturgie gaan bewerken. Nadat zij mijn vertaling doorgenomen hadden, kwam de vraag of wij misschien samen verder konden gaan. Het doel was hoog: niet ophouden tot we een gezamenlijke tekst van de Liturgie van de H. Johannes Chrysostomos zouden hebben, waar ieder van ons zich bij kan en wil neerleggen. Net zo lang bestuderen en piekeren [en bidden niet te vergeten!] tot er een juiste, door allen acceptabele vertaling gevonden is. Dat is toen gebeurd, ook dankzij de computer en email. De oude tekst van vader Alexis, nieuwe ideeën voor die tekst van Amsterdam, de tekst van Vader Adriaan, de tekst van Asten, Grieks en Slavisch, werden keurig in een spread-sheet zin voor zin naast elkaar gezet. Eerst werd ‘groen’ gekleurd wat al gelijk was. En toen begon woord voor woord het werk. Het leek onmogelijk, maar het is gelukt! In Amsterdam werkten vader Hildo en diaken Michael onder het waakzaam oog van vader Sergei Ovsjannikov. In Asten moeder Maria en zr Makrina en vooral niet te vergeten onze specialist Hanno Uittenboogaard, een Nederlander die orthodox is en theoloog en leraar klassieke talen. Voor de moeilijke punten is gebruik gemaakt van orthodoxe commentaren op de Liturgie, - zelf had ik in Griekenland vaak raad gevraagd aan specialisten - en voor de vele bijbel-citaten is gekeken naar de diverse Nederlandse bijbel-vertalingen. 8
Maar hoe is nu de verhouding van deze nieuwe, spontaan oprichte vertaalcommissie en de Vereniging? Enerzijds is deze commissie en het ideaal van deze commissie een rechtstreekse voortzetting van de oude vertaalcommissie.Verder kunnen we zeggen dat de positie van de commissie versterkt is. Ondertussen is er een officiële bisschoppenconferentie van de Benelux opgericht. Een van de taken van deze conferentie, is het coördineren van het vertaalwerk. Degene die hiermee belast is, is aartsbisschop Gabriël. Weliswaar is hij nu een gepensioneerde bisschop, maar we hopen toch dat hij deze functie kan behouden en ons terzijde kan staan met zijn adviezen voor het vertaalwerk. 4. Dit was een lange inleiding. Nu geef ik tot slot enkele voorbeelden, van het waarom er sommige bekende woorden veranderd zijn. Het gaat om: 1. de spelling van eigennamen, 2. grammatica, 3. vervanging van ouderwetse taal, geen onnodig ‘der’ en ‘des’, 4. consequent vertalen. 1. Allereerst de eigennamen. Vader Adriaan was heel enthousiast over de ontdekking van de Griekse achtergrond van de liturgische teksten. Hij heeft de namen daarom vaak Grieks gehouden, iets wat tegenwoordig in Nederland niet meer gedaan wordt: b.v. Mattheos, Paulos, kosmos, Chrysostomos. Wij volgden de tegenwoordig in Nederland gebruikelijke vormen: Paulus, Mattheüs, Basilius de Grote enz. 2. Een voorbeeld van grammatica: Het is tijd om voor de Heer te dienen > dit geeft de indruk dat wij, de diakens en de priesters nu iets moeten gaan doe, nu de Liturgie moeten celebreren. En dat lijkt zo omdat de diaken als het ware de priester eraan moet herinneren dat hij de beginzegen moet geven. Toch staat dat niet zo in het Grieks, en dat is ook niet de betekenis in psalm 118 waar staat: het is tijd voor de Heer om te handelen. D.w.z. het is tijd dat de Heer gaat handelen. In ps 118 moet Hij ingrijpen tegen de vijanden, in de Liturgie moet het duidelijk zijn dat Hij zelf, God zelf, handelt. Het woord ‘tijd’ is het bijzondere woord ‘kairos’, dat in het Evangelie gebruikt is bij ‘Mijn tijd is nog niet gekomen’. 9
3. Enkele voorbeelden van archaïsche taal: Ere zij God in den hoge > nieuwe vertaling: Eer aan God vgl ‘Eer aan de Vader’ .. vroeger zei men Glorie zij de Vader ... dat werd: Ere zij de Vader ... en tegenwoordig: Eer aan de Vader. Nu we ‘Eer aan de Vader’ bidden, is het logisch dit ook elders te veranderen. Onszelf, elkaar en heel ons leven aan Christus aanbevelen > nieuwe vertaling: ‘toevertrouwen’. ‘Aanbevelen’ klinkt nogal ouderwets en stijf. In onze tijd bevelen wij iemand aan om een baan te krijgen. We kozen voor het vaker gebruikte: toevertrouwen aan Christus. Zoals in het Frans: confions nous ..en sommige Engelse vertalingen: let us entrust. Vgl I Petrus 4,19: daarom moeten allen die lijden hun ziel /hun leven/ toevertrouwen aan Hem ... Gij hebt de boete ingesteld voor hun zaligheid > nieuwe vertaling: Gij hebt bekering ingesteld tot redding. ‘Boete’ is natuurlijk niet alleen een boete in het verkeer. Het heeft een eigen betekenis in de kerk. Jammergenoeg is dit woord besmet met middeleeuwse boetepraktijken. Ook is het verwarrend, omdat ‘boete’ meestal eenmalig is. Je doet ‘boete’ voor iets, en dan ben je daarmee klaar. Het Griekse woord ‘metanoia’ is een voortdurend veranderen van denkwijze, of beter: bijstellen van onze mentaliteit, onze manier van denken. Een bekering die voortduurt, een inkeer met voortdurende gevolgen. 4. Nauwkeurige betekenis van het originele Grieks: Voor het welzijn > nieuwe vertaling: voor de standvastigheid van de heilige kerken Gods. ‘welzijn’ heeft vooral te maken met zich goed voelen, het goed hebben, b.v. financieel voldoende geld hebben en gezond zijn. Maar het Grieks bedoelt: standvastig zijn in moeilijke tijden, stand houden ondanks geloofsafval of vervolgingen. Om de hemelse vrede > nieuwe vertaling: vrede van boven. Was ‘hemels’ fout, nee, maar het Grieks heeft letterlijk ‘van boven’ en zo is het ook in de meeste bijbelvertalingen letterlijk vertaald, en daar sluiten wij ons bij aan. 10
In de Dringende Litanie waren we gewend aan: God, wees ons barmhartig volgens Uw grote barmhartigheid; wij smeken U: luister en wees barmhartig. Nieuwe vertaling: Ontferm U ... ‘wees barmhartig’ is niets mis mee, maar we moesten een keuze maken. In het Grieks zijn er verschillende werkwoorden voor: zich ontfermen, barmhartig zijn of medelijden hebben. Hier in deze Litanie is er een woordspel, in bijna iedere zin het zelfde Griekse woord ‘eleison’. In de bovengenoemde zin wordt het woord ‘eleison’ drie keer gebruikt, en dan weet het koor in Griekenland dat ze drie keer moeten zingen: Kyrie eleison. – ook in het Slavisch drie keer een vorm van ‘pomilui’, en het koor zingt drie keer Gospodi pomilui. Hoe moeten wij het vertalen? Heer, ontferm U, of: Heer, wees barmhartig, of: Heer, erbarm U; of: Heer, heb medelijden? Waar komt dat Kyrie eleison vandaan? Allereerst uit ps 50. In psalm 50 is door v. Adriaan de keuze gevallen op : Ontferm U over mij, o God. En hij gebruikte dezelfde woorden in het Jezus-gebed: Heer, Jezus Christus, ontferm U over mij. Naar aanleiding daarvan is nu gekozen voor de Nederlandse vertaling: Ontferm U, wanneer het Grieks eleison heeft, en zo is het woord-spel met ‘ontferm’ in deze Litanie aangehouden. V. Adriaan was gehecht aan ‘Kyrie eleison’, wat hij kende uit de RoomsKatholieke mis. Nu hebben veel orthodoxen het Jezus-gebed geleerd met ‘ontferm U’, en kennen ps 50 met ‘Ontferm U’. Dat is een goede reden om dit consequent door te voeren. Een ander bekende uitdrukking was: “Vrede aan allen.” Waarschijnlijk uit het Frans: Paix à tous. Is dat niet goed? Altijd keken we eerst naar plaatsen in het N.T. In Johannes 20 verschijnt Christus aan Zijn Leerlingen. Ik noem enkele vertalingen vanaf de SV tot de HSV: Vrede zij ulieden; vrede zij u [NBG]; vrede [‘een’ Willibrord]; NBV: Ik wens jullie vrede. HSV Vrede zij u. N.B. Geen bijbelvertaling heeft in het Nederlands: Vrede aan u! In het Grieks staat er in de Liturgische zegen geen ‘u’, maar volgens de kenners moet je dit ‘u’ er wel bij denken. De vredewens van de priester richt zich tot de gelovigen in de kerk, en is geen ‘wereldzegen’ zoals het ‘urbi et orbi’ van de paus. 11
Verschillende betekenissen van één woord, een valkuil voor vertalers. Neem als Nederlands voorbeeld het woord ‘gang’, het komt van het werkwoord ‘gaan’. Maar heel wat anders is de gang van een paard, dat is de manier of de snelheid waarmee het paard loopt, en een gang in een huis, waar wij doorheen lopen. Dus een woord met een dubbele betekenis. Kinderachtig voorbeeld: ‘allez votre corridor’ is geen Frans. Dit geldt ook voor het Griekse woord ‘pleroma’, dat meerdere betekenissen heeft. Een bijna mystieke betekenis is het begrip ‘volheid’. Het is een prachtig woord, b.v. “uit Zijn volheid hebben wij ontvangen, genade op genade!’ Of: De volheid van de Heilige Geest. Ook in de gnostiek werd het vaak gebruikt. Maar pleroma heeft ook een gewone, alledaagse, betekenis: iets wat opvult, vol maakt, zoals ‘de ingezette lap’ in het oude kledingstuk van de gelijkenis. Er is natuurlijk geen enkele Nederlandse vertaling van het Nieuwe Testament die daar vertaalt: ... want ‘de volheid’ ervan scheurt iets af van het kledingstuk. .. Pleroma wordt daar altijd vertaald door ‘ingezette lap’, dat is de lap die het gat opvult. En vaak wordt ‘pleroma’ gebruikt voor een hoeveelheid mensen die iets opvullen. Tot op heden is het pleroma van een schip alle mensen aan boord, de bemanning en ook de passagiers, soms alleen de bemanning [zelfs van een vliegtuig]. En de pleroma van de kerk zijn alle gelovigen die samen de kerk zijn. Hier gaat het om een uitdrukking die we niet mooier –en onduidelijker- hoeven te maken. In het gebed van de 2e antifoon staat daarom in de nieuwe vertaling ‘Bewaar heel Uw kerk’ i.p.v. bewaar de volheid van Uw kerk . Een langere vertaling zou kunnen zijn: bewaar alle gelovigen van de kerk, of: bewaar de bemanning en/of alle opvarenden van het schip dat de kerk is. De vertaling: bewaar de volheid van Uw kerk is niet duidelijk, dat is niet de bedoeling, het past ook niet in de context van dit gebed. Dan wil ik nog een moeilijke formulering uitleggen: Bij de consecratie kenden we in de vertaling van v. Adriaan: Offeren wij U het Uwe, genomen uit het Uwe ... ‘genomen uit’ staat niet in het Grieks, ook niet in het Slavisch- en kan beter weggelaten worden . Maar er is een klein probleem met het woord ‘offeren’. Ik veronderstel dat dit erin gekomen is via Frans of Engels. To offer, offrir. Maar dat is niet hetzelfde als het 12
Nederlandse ‘offeren’. Dit wordt alleen in oude Nederlandse vertalingen soms gebruikt in de betekenis van ‘aanbieden’. In het Grieks staat hier een werkwoord ‘prosfero’, dat betekent ‘aanbieden’. B.v. de Wijzen die geschenken aanbieden aan het Kind Jezus. In het Engels kun je zeggen: Could I offer you a cup of tea? Of in het Frans: Est-ce que je peux vous offir une tasse de thé? Maar in het Nederlands kun je niet zeggen: kan ik u een kopje thee offeren? Nogmaals, in oud-kerkelijke taal wordt soms ook offeren gebruikt, voor iets aan God aanbieden, opdragen, zoals ook van de Wijzen soms gezongen wordt: die goud en wierook ‘offerden’. Maar waarom zouden we niet zo duidelijk mogelijk vertalen? Offeren zeg je tegenwoordig b.v. van Abraham, die de opdracht kreeg zijn zoon te offeren. In dat geval staat er in het Grieks het werkwoord: thuoo. In het Engels: to sacrify, in het Frans sacrifier. Het Grieks heeft twee verschillende werkwoorden, prosfero = aanbieden en thuoo = offeren en daarom is er voor gekozen om nauwkeurig die twee Griekse woorden ook verschillend te vertalen. Christus is eens en voor altijd geslachtofferd aan het Kruis, dat offer vieren wij in de Liturgie, maar wij ‘offeren’ Christus niet opnieuw. Hierbij hoort een ander woord, dat we graag nauwkeurig vertalen. Dat staat o.a. bij de antifonen en in het ‘Eniggeboren Zoon’. Dat eindigt in: Red ons. [nieuwe vertaling]. In oude vertalingen staat vaak: “Verlos ons”. En ja, dat klinkt toch mooi? In het Grieks zijn er ook hier twee werkwoorden, die specifiek gebruikt worden. Er is het werkwoord verlossen [lutrooo] en het werkwoord redden [Sozo]. Verlossen kan een algemene betekenis hebben: Verlos ons van onze vijanden, verlos ons uit de gevaren. Maar bij de Verlossing door Christus wordt het heel nauwkeurig gebruikt: Christus heeft ons eens en voor altijd verlost, door Zijn vleeswording en Zijn kruisdood. In deze betekenis heeft het woord te maken met ‘lutron’ losgeld. Omdat Christus ons verlost heeft en wij verlost zijn, wordt dit werkwoord in het Grieks nooit in de gebiedende wijs gebruikt. Zo staat er in geen enkele Griekse tekst: Christus, verlos ons. Maar heel anders ligt het met het werkwoord ‘sozo’, redden. Ook al zijn wij verlost, toch moeten wij Gods roep beantwoorden. We moeten door inkeer, metanoia, ons leven op Christus richten, om zo deelachtig te worden aan die 13
Verlossing. Dat proces van ‘gered worden’ heet in het Grieks ‘soteria’, maar nooit ‘lutrosis’ Verlossing. Wanneer wij tot de Moeder Gods bidden om hulp bij onze redding, of tot de Heiligen, dan roepen we op z’n Grieks ‘red mij’, en nooit ‘verlos mij’. Want, zoals ik al zei, wij zijn verlost door Christus. De heiligen bidden voor ons, bidden voor onze redding. Ook tot de Moeder Gods kunnen we daarom zingen: red ons, zoals aan het einde van de bekende hymn: ‘Onder uw hoede’: alheilige Moeder Gods: red ons. Zij en de heiligen helpen ons door hun gebeden, maar zij verlossen ons niet. Ik weet dat de verschillen tussen de vertalingen in het Nederlands vaak niet zo nauw genomen worden, en dat de soms kleine veranderingen overdreven lijken. Maar naar mijn mening helpt de nauwkeurigheid van de Griekse taal ook ons orthodoxe denken. Met deze opmerking als bede voor ons allemaal, dat de nauwkeurigheid van de Griekse taal ons orthodoxe denken mag scherpen, en dat dit als richtlijn kan dienen voor degenen die verder ploeteren met de vertalingen, wil ik beëindigen. God zij dank voor Zijn hulp, en we vragen aan u allen voor dit moeilijke vertaalwerk te blijven bidden. Christus is opgestaan!
14