24 juni 1998
A4-0242/98
***II
AANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen (C4-0183/98 - 96/0166(COD))
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbescherming
Rapporteur:
DOC_NE\RR\356\356689
Hiltrud Breyer
PE 226.710/def.
INHOUD Blz. Page réglementaire . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 A.
ONTWERPBESLUIT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
B.
TOELICHTING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
DOC_NE\RR\356\356689
-2-
PE 226.710/def.
Op 23 oktober 1997 bracht het Parlement in eerste lezing advies uit inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen. Op 2 april 1998 gaf de Voorzitter van het Parlement kennis van de ontvangst van het gemeenschappelijk standpunt en verwees hij dit document naar de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbescherming. De Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbescherming benoemde reeds op haar vergadering van 25 september 1996 mevrouw Breyer tot rapporteur. Zij behandelde het gemeenschappelijk standpunt en de ontwerpaanbeveling voor de tweede lezing op haar vergaderingen van 4 juni en 23 juni 1998. Op laatstgenoemde vergadering hechtte zij met 14 stemmen voor en 10 tegen bij 1 onthouding haar goedkeuring aan het ontwerpbesluit. Aan de stemming namen deel: de leden Collins, voorzitter; Poggiolini en Lannoye, ondervoorzitters; Breyer, rapporteur; Blokland, Bowe, Corbett (verving Needle), Eisma, Florenz, González Álvarez, Grossetête, Hautala (verving McKenna), Jackson, Kestelijn-Sierens (verving Dybkjær), Kuhn, Leopardi, Müller (verving Tamino), Olsson, Oomen-Ruijten, Pollack, van Putten, Sjöstedt (verving Bertinotti), Trakatellis, Viceconte, Virgin en Wieland (verving Flemming). De aanbeveling voor de tweede lezing werd bij de Griffie ingediend op 24 juni 1998. De termijn voor de indiening van amendementen op het gemeenschappelijk standpunt en van voorstellen voor een intentieverklaring tot verwerping daarvan wordt bekendgemaakt in de ontwerpagenda voor de vergaderperiode waarin de aanbeveling wordt behandeld
DOC_NE\RR\356\356689
-3-
PE 226.710/def.
A. ONTWERPBESLUIT Besluit betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen (C4-0183/98 - 96/0166(COD)) (Medebeslissingsprocedure: tweede lezing) Het Europees Parlement, -
gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (C4-0183/98 - 96/0166(COD),
-
gezien zijn in eerste lezing uitgebrachte advies(1) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(96)0303)(2),
-
gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(97)0656)(3),
-
gelet op artikel 189 B, lid 2 van het EG-Verdrag,
-
gelet op artikel 72 van zijn Reglement,
-
gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbescherming (A4-0242/98),
1. wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt; 2. verzoekt de Commissie in haar overeenkomstig artikel 189 B, lid 2, sub d) van het EG-Verdrag uit te brengen advies in te stemmen met de amendementen van het Parlement; 3. verzoekt de Raad zijn goedkeuring te hechten aan alle amendementen van het Parlement, zijn gemeenschappelijk standpunt dienovereenkomstig te wijzigen en het besluit definitief vast te stellen; 4. verzoekt zijn Voorzitter onderhavig besluit te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
(1) (2) (3)
PB C 235 van 27.10.1997, blz. 4. PB C 76 van 11.3.1997, blz. 34. PB C 77 van 12.3.1998, blz. 7.
DOC_NE\RR\356\356689
-4-
PE 226.710/def.
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad
Amendementen
(Amendement 1) ARTIKEL 1, LID 2 Artikel 2, lid 1 (richtlijn 95/2/EG) Artikel 2, lid 1, wordt vervangen door:
Artikel 2, lid 1, wordt vervangen door:
"1. Alleen de in de bijlagen I, III, IV en V opgesomde stoffen mogen voor de in artikel 1, lid 3 en lid 4, vermelde doeleinden in levensmiddelen worden gebruikt."
"1. Alleen de in de bijlagen I, III, IV en V opgesomde stoffen mogen voor de in artikel 1, lid 3, vermelde doeleinden in levensmiddelen worden gebruikt."
(Amendement 2) ARTIKEL 1, LID 3 Artikel 2, lid 2 (richtlijn 95/2/EG) Artikel 2, lid 2, wordt vervangen door:
Artikel 2, lid 2, wordt vervangen door: "2. Voor de in artikel 1, lid 3 vermelde doeleinden mogen de in bijlage I opgesomde stoffen volgens het "quantum satis"-principe worden toegevoegd aan levensmiddelen, met uitzondering van de in bijlage II opgesomde levensmiddelen."
"2. Voor de in artikel 1, lid 3 en lid 4, vermelde doeleinden mogen de in bijlage I opgesomde stoffen volgens het "quantum satis"-principe worden toegevoegd aan levensmiddelen, met uitzondering van de in bijlage II opgesomde levensmiddelen."
(Amendement 3) BIJLAGE, PUNT 4 d) d) worden de volgende levensmiddelen en maximumconcentraties toegevoegd:
d) worden de volgende levensmiddelen en maximumconcentraties toegevoegd:
Levensmiddelen
Levensmiddelen
Gemarineerde noten Vacuüm verpakte suikermaïs Gedistilleerde alcoholische dranken met hele peren
DOC_NE\RR\356\356689
Maximumconcen tratie (mg/kg of mg/l) Uitgedrukt als SO2
Maximumconcentra tie (mg/kg of mg/l) Uitgedrukt als SO2
Gedistilleerde alcoholische dranken met hele peren
50
50 100 50
-5-
PE 226.710/def.
(Amendement 4) BIJLAGE, PUNT 7 h) h)
worden aan E473 en E474 de volgende levensmiddelen en maximumconcentraties toegevoegd:
h)
E473 Sucrose-vetzuuresters Roomanalogen 5 g/kg E474 Sucroglyceriden Gesteriliseerde room en 5 g/kg gesteriliseerde room met verlaagd vetgehalte
worden aan E473 en E474 de volgende levensmiddelen en maximumconcentraties toegevoegd:
E473 Sucrose-vetzuuresters
E474 Sucroglyceriden
Roomanalogen 5 g/kg Vloeibare koffie en thee in blik 1 g/l Gesteriliseerde room en gesteriliseerde room met verlaagd vetgehalte 5g/kg
(Amendement 5) BIJLAGE, PUNT 7 m) m)
worden aan E901, E902, E903 en E904 de volgende levensmiddelen en maximumconcentratie toegevoegd:
Schrappen
E901 bijenwas, wit en geel Perziken en quantum satis ananassen (alleen oppervlaktebehandeling) E902 Candelillawas E903 Carnaubawas E904 Schellak
(Amendement 6) BIJLAGE, PUNT 7 p) p) wordt de vermelding "Margarine" en "Minarine" voor E959 vervangen door:
p) wordt de vermelding "Margarine" "Minarine" voor E959 vervangen door:
E959
E959 Neohesperidine DC
Neohesperidine DC S m e e r b a r e vetstoffen zoals gedefinieerd in de bijlagen B en C van verordening nr.2991/94 5 mg/kg
en
S m e e r b a r e vetstoffen zoals gedefinieerd in b ij l age B van verordening nr.2991/94 5mg/kg
(Amendement 7) BIJLAGE, PUNT 7 r) r)
r)
wordt de volgende tabel toegevoegd:
E905 Microkristallijne was
E905 Microkristallijne was Oppervlaktebehandeling quantum satis van: - snoepgoed m.u.v. chocolade - kauwgom - meloen, papaya, mango en 140 mg/kg avocado
Oppervlaktebehandeling quantum satis van :
- snoe pgoe d m. u . v . chocolade - kauwgom - meloen, papaya, mango en avocado
DOC_NE\RR\356\356689
wordt de volgende tabel toegevoegd:
-6-
PE 226.710/def.
E1518
Glyceroltriacetaat Kauwgom (triacetin)
quantum satis
Schrappen
(Amendement 8) BIJLAGE, PUNT 8 Aan de tabel van bijlage V worden de volgende vermeldingen toegevoegd: Lecithinen glansmiddelen voor fruit E322 E432-E436 Polysorbaten E470A Natrium-, kalium- en calciumzouten of vetzuren E471 Mono- en diglyceriden van vetzuren E491-E495 Sorbitanen E570 Vetzuren E900 Dimethylpolysiloxaan Polyethyleenglycol 6000
E425
E459 E1451 E468 E469
zoetstoffen
Konjac i) Konjacgom ii) Konjacglucomannaan Beta-Cyclodextrien 1 g/kg Geacetyleerd geoxideerd zetmeel Vernet natriumcarboxymethylcellulose zoetstoffen Enzymatisch gehydrolyseerde carboxymethylcellulose
DOC_NE\RR\356\356689
Aan de tabel van bijlage V worden de volgende vermeldingen toegevoegd: Schrappen
-7-
Polyethyleenglycol 6000
zoetstoffen
E425
Konjac i) Konjacgom ii) Konjacglucomannaan E459 Beta-Cyclodextrien E1451 Geacetyleerd geoxideerd zetmeel E468 Vernet natriumcarboxymethylcellulose zoetstoffen E469 Enzymatisch gehydrolyseerde carboxymethylcellulose
PE 226.710/def.
1 g/kg
(Amendement 9) BIJLAGE, PUNT 9 a) a) wordt de eerste alinea onder Opmerkingen vervangen door:
a) wordt de eerste alinea onder Opmerkingen vervangen door:
"Zuigelingenvoeding en bijvoedingsmiddelen bij de overgang op vast voedsel voor zuigelingen en peuters mogen E414 (acaciagom, Arabische gom) en E551 (siliciumdioxide) bevatten afkomstig van de toevoeging van preparaten van voedingsstoffen die niet meer dan 150 g/kg E414 en 10 g/kg E551 bevatten, evenals E421 (mannitol) als dit gebruikt wordt als draagstof voor vitamine B12 (ten minste 1 deel vitamine B12 op 1000 delen mannitol). De hoeveelheid E414 in het gebruiksklare product mag niet meer dan 10 mg/kg bedragen.
"Zuigelingenvoeding en bijvoedingsmiddelen bij de overgang op vast voedsel voor zuigelingen en peuters mogen E414 (acaciagom, Arabische gom) en E551 (siliciumdioxide) bevatten afkomstig van de toevoeging van preparaten van voedingsstoffen die niet meer dan 150 g/kg E414 en 10 g/kg E551 bevatten, evenals E421 (mannitol) als dit gebruikt wordt als draagstof voor vitamine B12 (ten minste 1 deel vitamine B12 op 1000 delen mannitol). De hoeveelheid E414 in het gebruiksklare product mag niet meer dan 10 mg/kg bedragen.
Zuigelingenvoeding en bijvoedingsmiddelen bij de overgang op vast voedsel voor zuigelingen en peuters mogen E301 (natrium-L-ascorbaat) bevatten, gebruikt in een quantum-satisdosis in oppervlaktelagen van preparaten van voedingsstoffen die meervoudig onverzadigde vetzuren bevatten. De hoeveelheid E301 in het gebruiksklare product mag niet meer dan 75 mg/l bedragen.".
Zuigelingenvoeding en bijvoedingsmiddelen bij de overgang op vast voedsel voor zuigelingen en peuters mogen E301 (natrium-L-ascorbaat) bevatten, gebruikt in een quantum-satisdosis in oppervlaktelagen van preparaten van voedingsstoffen die meervoudig onverzadigde vetzuren bevatten. De hoeveelheid E301 in het gebruiksklare product mag niet meer dan 75 mg/l bedragen.". De genoemde maximumgehaltes betreffen gebruiksklare producten die bereid zijn volgens instructies van de fabrikant.
DOC_NE\RR\356\356689
-8-
PE 226.710/def.
(Amendement 10) BIJLAGE, PUNT 9 f) f)
worden in deel 3 de volgende vermeldingen toegevoegd:
E333 calciumcitraten(*)
Fruitproducten met laag suikergehalte
E341 Tricalciumfosfaten(*)
Vruchtendesserts
f)
worden in deel 3 de volgende vermeldingen toegevoegd:
E333 quantum satis 1 g/kg als P2O5
Geacetyleerd Bijvoedingsmiddelen bij geoxideerd zetmeel de overgang op vast voedsel 50 g/kg (*) De opmerking in deel 4 is hierop niet van toepassing
E341 Schrappen.
calciumcitraten(*)
Fruitproducten met laag suikergehalte quantum satis Tricalciumfosfaten(*) Vruchtendesserts 1 g/kg als P2O5
E1451
DOC_NE\RR\356\356689
-9-
(*) De opmerking in deel 4 is hierop niet van toepassing
PE 226.710/def.
B. TOELICHTING 1. INLEIDING De kaderrichtlijn van de Europese Unie betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake additieven die in levensmiddelen mogen worden gebruikt, is sinds 1989 van kracht. Op basis daarvan regelt richtlijn 95/2/EG over levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen het numeriek grootste deel van de op Europees vlak goedgekeurde additieven in levensmiddelen. Uitgaande van het beginsel van een positieve lijst mogen alleen additieven worden gebruikt die zijn vermeld in de bijlagen I-VI bij richtlijn 95/2/EG. Het Commissievoorstel COM(96)0303 beoogt wijziging van richtlijn 95/2/EG over levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen, waarbij de 35 wijzigingsvoorstellen vrijwel uitsluitend betrekking hebben op de bijlagen. Doel van het voorstel van de Commissie is de aanpassing van richtlijn 95/2/EG aan de nieuwste wetenschappelijke en technische ontwikkelingen, waarbij een reeks additieven is opgenomen die traditioneel in de "nieuwe" lidstaten worden gebruikt. 2. GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT Op 23 maart 1998 keurde de Raad zijn gemeenschappelijk standpunt goed. Het Europees Parlement had in eerste lezing 26 amendementen op het Commissievoorstel ingediend, waarvan er slechts 11 in hun geheel zijn overgenomen en waarvan er vier ten dele in het gemeenschappelijk standpunt werden opgenomen. In totaal 11 amendementen van het Europees Parlement werden door de Raad afgewezen. Bovendien werd een reeks van wijzigingen in het Commissievoorstel aangebracht die vooral tegemoetkomen aan de behoeften van de levensmiddelenindustrie. Tot deze wijzigingen behoren in de eerste plaats de opname van meelverbeteraars alsook het toestaan van de behandeling van mascarpone met nisine en van perziken en ananassen met was. 3. MOTIVERING AMENDEMENTEN Amendementen 1 en 2 In het gemeenschappelijk standpunt wordt voor deze uitbreiding van de lijst met toegelaten stoffen voor meelverbetering geen motivering gegeven overeenkomstig de algemene criteria (technische noodzaak, afwezigheid van gezondheidsrisico’s, voordelen voor de consument) van bijlage II van de kaderrichtlijn 89/107/EEG. Een dergelijke onbeperkte uitbreiding lijkt overigens overbodig gezien de weinige als meelverbeteraars gebruikte stoffen. Daarom verzet de rapporteur zich tegen het algemeen gebruik van additieven uit bijlage I in meelverbeteraars. Amendement 3 Het gebruik van zwaveldioxide, resp. sulfaten en sulfieten, bij deze levensmiddelen is technisch niet absoluut noodzakelijk. Over sulfieten staat in het meest recente rapport van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding (SCF) dat deze voor de meeste mensen, met uitzondering van astmapatiënten, geen gevaar voor de gezondheid opleveren. Bij de bestaande toepassingen dient op DOC_NE\RR\356\356689
- 10 -
PE 226.710/def.
het etiket een duidelijke verwijzing naar deze contra-indicatie te worden vermeld. Gezwavelde levensmiddelen zijn voor steeds meer mensen een probleem. Consumptie ervan kan leiden tot hoofdpijn, irritatie van het maagdarmkanaal alsmede astma en allergische reacties. De Amerikaanse gezondheidsautoriteiten (FDA) hebben 1.300 verschillende intolerantiereacties en 25 sterfgevallen kunnen herleiden tot de consumptie van gezwavelde spijzen en levensmiddelen. Met name de gevolgen voor de gezondheid van kinderen zijn tot dusverre nog grotendeels onbekend. Om deze redenen dient het gebruik van zwavelverbindingen in levensmiddelen te worden verboden of althans sterk te worden gereduceerd. Zwavelverbindingen worden gebruikt voor het behoud van kleur en op grond van hun antibacteriële werking. Op veel terreinen (gedroogde vruchten, gedroogde groenten, enz.) zou in plaats van zwavelverbindingen, die gevaar voor de gezondheid kunnen opleveren, sorbinezuur kunnen worden gebruikt. Gezien de reeds beschikbare technische alternatieven voor de genoemde functies en indachtig het streven naar de opstelling en handhaving van een transparante lijst met zo weinig mogelijk additieven lijkt goedkeuring niet noodzakelijk. Amendement 5 Het voorstel maakt het mogelijk om door het aanbrengen van een laagje op perziken en ananassen, hetgeen ook een conserverende werking (houdbaarheid, uitdrogen en opslag) heeft, de levensmiddelen glanzender te laten lijken dan in onbehandelde toestand. Vruchten zijn echter voedingswaren die door de consument als bijzonder natuurlijk, resp. onbehandeld worden gezien. Aangezien er voor de voorgestelde wijziging geen gezondheidstechnische of anderszins overtuigende technische gronden zijn, zou toelating kunnen leiden tot een verkeerd beeld van de zintuiglijk waarneembare productkwaliteit. Indachtig het streven naar een transparante lijst met zo weinig mogelijk additieven is toelating niet noodzakelijk. Amendement 6 De uitbreiding van het gebruik van E 959 (neohesperidine) tot bijlage B van verordening 2991/94 (smeerbare vetstoffen) is in overeenstemming met de herziening van deze verordening uit 1994. De in het gemeenschappelijk standpunt voorgestelde aanpassing behelst evenwel ook de uitbreiding van het gebruik van E 959 tot bijlage C die in de verordening betreffende smeerbare vetstoffen niet voorkomt. De toelating van E 959, dat in deze producten uitsluitend als smaakversterker mag worden gebruikt, mag uit het oogpunt van consumentenbescherming niet worden uitgebreid, aangezien smaakversterkers in smeerbare vetstoffen in strijd zijn met het streven naar een zo authentiek mogelijke, d.w.z. bij zintuiglijke waarneming als onvervalst ervaren producteigenschap. Derhalve moet de noodzakelijk geworden aanpassing worden beperkt tot de oorspronkelijke, in het kader van deze procedure niet te veranderen toelating voor margarine en halfvette margarine (bijlage B van de verordening betreffende smeerbare vetstoffen). De uitbreiding van de toelating tot gebruik in de in bijlage C van de verordening inzake smeerbare vetstoffen opgesomde producten wordt dan ook afgewezen.
DOC_NE\RR\356\356689
- 11 -
PE 226.710/def.
Amendement 7 De WHO ging er al meer dan 20 jaar geleden van uit dat E 1518 - triacetine - een derivaat van glycerine - net als voedingsvetten in de stofwisseling terechtkomt. Op dat moment waren er geen korte- of langetermijnstudies. Aangezien de stof nog steeds niet opnieuw beoordeeld is, zijn er geen recente toxicologische gegevens beschikbaar. Omdat voor het beoogde gebruik als emulgator en weekmaker in kauwgom andere toegelaten stoffen als additief beschikbaar zijn, wordt de voorgestelde toelating niet noodzakelijk geacht. Amendement 8 Het voorstel maakt het mogelijk om door het aanbrengen van een laagje op fruit, hetgeen ook een conserverende werking (houdbaarheid, uitdrogen en opslag) heeft, de levensmiddelen "verser" te laten lijken dan in onbehandelde toestand. Vruchten zijn echter voedingswaren die door de consument als bijzonder natuurlijk, resp. onbehandeld worden gezien. Aangezien er voor de voorgestelde wijziging geen gezondheidstechnische of anderszins overtuigende technische gronden zijn, zou toelating kunnen leiden tot een verkeerd beeld van de zintuiglijk waarneembare productkwaliteit. Indachtig het streven naar een transparante lijst met zo weinig mogelijk additieven is toelating niet noodzakelijk. Amendement 9 Het is niet duidelijk waarom in het gemeenschappelijk standpunt geen rekening is gehouden met het voorstel van het EP in zijn geheel. De in het wijzigingsvoorstel van het EP voorgestelde laatste alinea met betrekking tot het referentiekader is afgestemd op de aanbevelingen van het SCF en specificeert dat de aangegeven maximumconcentraties in zuigelingenvoeding betrekking hebben op gebruiksklare levensmiddelen, aangezien sommige van deze producten door de eindverbruiker zelf moeten worden bereid. Een dergelijke specificatie is naar de mening van de Commissie milieubeheer noodzakelijk met het oog op het recht op informatie en bescherming van de eindverbruiker. Derhalve is het voorstel uit de eerste lezing van het EP opnieuw opgenomen. Amendement 10 Bij dierproeven met ratten leidde de toediening van E 1451 (gemodificeerd zetmeel) in doses die via de voeding nauwelijks worden opgenomen tot weefselveranderingen in het nierbekken, resp. de urineblaas van enkele dieren. Aangezien soortgelijke veranderingen ook bij de toediening van andere gemodificeerde zetmelen werden waargenomen en er op celniveau geen veranderingen waren vast te stellen, werd door het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding aan deze bevindingen geen bijzondere betekenis toegekend. Niet vergeten mag echter worden dat in bijlage I van de additievenrichtlijn reeds 10 (!) gemodificeerde zetmelen zijn toegelaten. Vooral bij het in dit Commissievoorstel voorgestelde gebruik in bijvoedingsmiddelen bij de overgang op vast voedsel voor zuigelingen moet er rekening mee worden gehouden dat voor groepen personen die - zo leert de ervaring - zeer gevoelig zijn voor ingrediënten in levensmiddelen het beginsel van bijzondere voorzorg dient te gelden. Daarom en op grond van gedetailleerde wetenschappelijke inzichten acht ook het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding het noodzakelijk de toelating van additieven in zuigelingenvoeding tot een noodzakelijk minimum te beperken. De jarenlang door dit comité onderschreven opvatting dat additieven in speciaal voor zuigelingen vervaardigde voedingsmiddelen niet mogen worden toegestaan, is helaas verlaten. Toelating lijkt in deze
DOC_NE\RR\356\356689
- 12 -
PE 226.710/def.
omstandigheden en indachtig het streven naar een zo klein mogelijke en op preventie gerichte lijst met speciale additieven voor zuigelingenvoeding niet zinvol.
DOC_NE\RR\356\356689
- 13 -
PE 226.710/def.