Levende stenen In het NT wordt de gemeente vergeleken met verschillende zaken: een huis, een kudde, een tempel, een lichaam. Als de gemeente vergeleken wordt met een huis, dan wordt er gezegd dat dat huis bestaat uit levende stenen. Daarover wil ik het vandaag hebben. PP1 We lezen dadelijk 1 Pet.2:1-5, maar eigenlijk neemt Petrus een aanloop voor hij dit schrijft. Die aanloop begint in 1 Petrus 1:22, waar staat: heb elkaar lief uit een rein hart. Lezen: 1 Petrus 2:1-5 Ik heb twee punten in deze preek en die koppel ik aan het einde aan een praktische opdracht PP2 a) Geestelijke groei b) Gemeenschap a) Geestelijke groei PP3 Petrus zegt in 2:1 dat we moeten stoppen met een aantal zaken: Al het benadelen van de ander, al het verstoppen van jezelf achter een masker, alle egoïsme, zelfzucht, alle lelijke dingen die je zegt over een ander. Kijk eens goed naar jezelf. Stop daarmee! Hoe prachtig zou het zijn als wij, in deze gemeente, in ons gezin, op ons werk, dit consequent zouden doen. Het Griekse woord voor ‘bedrog’, vervalsing is dolon. PP4 Prachtig, die oude manier van reclame maken. Melk, daar moet je je mee voeden. Petrus zegt dat we moeten verlangen naar de zuivere melk, onvervalste, onvermengde, echte melk. Het Griekse woord voor onvervalst is adolon. Zie je de tegenstelling? Verlang vurig naar die melk. Die melk is het Woord, is de boodschap van het evangelie, de boodschap dat Jezus DE levende steen is, die zelf ook leven geeft. PP5 Die melk zorgt voor groei, geestelijke groei. Het gaat hier trouwens in de eerste plaats over de groei van een hele gemeente. Natuurlijk kan de hele gemeente maar groeien als er ook sprake is van individuele groei. Petrus zegt dat we naar de zuivere melk moeten verlangen, als we geproefd hebben dat de Heere goedertieren is. Dit is een heel mooi vers. In de HSV-vertaling staat ‘goedertieren’, in andere, bvb de NBV, staat er ‘goed’. In het Grieks staat er ‘chrestos’; dat heeft niets te maken met ‘christos’. De betekenis van dat woord is letterlijk ‘iets dat goed is om te eten of drinken’.
Bij mijn ouders thuis was ik gewend om chocolade van de Aldi te eten. Ik vond dat best ok, stelde mezelf daar weinig vragen bij. Toen trouwde ik met een vrouw die Cote d’Or wou eten. Ik vond dat serieus snobistisch. Tot ik op een mooie dag ontdekte hoe lekker Cote d’Or is. Eerlijk, ik ben bekeerd tot het Cote d’Orisme. Petrus zegt dat we vurig moeten verlangen naar de zuivere melk, naar het Woord, als we tenminste daar al van geproefd hebben en ontdekt hebben: Dat is goed om te drinken. Om het vreemd te zeggen: Zoals ik proefde hoe goed Cote d’Or is, zo mogen wij ook proeven dat de Heere goed is. Beste mensen, wij zingen dat zo gemakkelijk of spreken het gemakkelijk uit: ‘God is goed’. Is God goed? Geloven wij dat? Hebben wij dat ervaren? Hoe ervaren wij dat? Ik geef jullie een minuutje om daarover na te denken. Is God goed? Waarom denk je dat dat zo is? God is goed of goedertieren, goed om van te drinken. Hij geeft Zijn woord, zuivere melk, die maakt dat we groeien. Toen ik eenmaal ontdekte hoe lekker Cote d’Or is, moest ik die Aldi chocolade niet meer. Hoe vreemd zou het zijn als ik morgen in de Aldi binnenkom en denk: Mmm, ik ga nog eens van die chocolade kopen. Hoe vreemd is het als wij ons toch nog bezig houden met het benadelen van iemand anders, met het verstoppen van onszelf achter een masker, met egoïsme en zelfzucht, met het vertellen van lelijke dingen over iemand anders. Kijk eens in eigen boezem. Dat is bedrog, dolon. Stop daarmee, drink onvervalste, adolon, melk, als je ontdekt hebt dat God goed is. Petrus gaat verder, in v.4. En kom naar Hem toe als naar een levende steen. Kom naar de levende steen. Jezus Christus wordt hier vergeleken met een levende steen. Toekomen naar – in de Griekse vertaling van het Oude Testament wordt dit woord gebruikt voor het naderen van de priester tot God, bvb. Num.18:4. Enkel de priesters mochten naderen tot God. Het is prachtig om te zien dat wij allemaal uitgenodigd worden om te komen tot de levende steen, tot Jezus. We hebben geen priesters nodig, integendeel, wij worden zelf priesters genoemd in v.5 en 9. Wij mogen allemaal naderen tot de levende steen. Jezus wordt de levende steen genoemd, omdat Hij gestorven is, Hij werd door de mensen verworpen en aan een kruis gehangen. Maar Hij is ook weer opgestaan uit de dood. God heeft hem opgewekt uit de dood. Hij is sterker dan de dood… Hij is een levende steen. Dat niet alleen. Hij is ook een levende steen, omdat Hij leven geeft aan de mens. Door Zijn dood, krijgen wij leven. Geestelijk leven. Leven tot in eeuwigheid. Prachtig, he… God is goed, nietwaar? Verder, vanaf vers.6 wordt Jezus ook vergeleken met de hoeksteen. Dat is de steen die dient als referentie voor heel het gebouw. Het is ook de steen die ervoor zorgt dat muren bij elkaar blijven. Wat het beeld van Jezus als hoeksteen duidelijk maakt, is Zijn oneindig belangrijke functie. Zonder hoeksteen, geen gebouw. Zonder Jezus, geen gemeente, geen kerk. Hij is de hoeksteen, de levende steen van waaruit de kerk ontstaan is en die de kerk nog steeds leidt en bij elkaar houdt.
Geestelijke groei ontstaat als we proeven dat God goed is, als we ons vullen met onvervalste melk, als we komen naar de levende steen, naar de hoeksteen, naar Jezus. b) Gemeenschap PP6 Als wij naderen tot DE levende steen, als wij leven krijgen van DE levende steen, worden wij zelf ook een levende steen. Dat schrijft Petrus in v.5. Al die levende stenen samen vormen een geestelijk huis. De gemeente bestaat uit levende stenen en vormt een geestelijk huis. Het is heel interessant om over de gemeente, de kerk na te denken als over een geestelijk huis. De kerk wereldwijd is een geestelijk huis, maar ook de plaatselijke kerk, hier is een geestelijk huis. Let goed op. Het feit dat wij als levende stenen gebouwd worden tot een geestelijk huis, is geen keuzemogelijkheid. Petrus schrijft in één adem: Proef dat God goed is, kom naar de levende steen en word zelf levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis. Eind 2013 werd deze man gevonden in Oslo, in de sneeuw. PP7 Maandenlang had hij geen idee wie hij was. Men noemde hem John Smith. Door tests ontdekte dat hij enkele talen sprak en hij had het idee dat Tsjechisch zijn moedertaal was. Voor de rest had hij geen idee wie hij was. Pas in april 2014 heeft men, na fotoherkenning, zijn ouders gevonden. Een zeer vreemd fenomeen. Zelfs toen hij niet wist wie hij was, had hij wel een identiteit. Dan nog was hij de zoon van die ouders. Dan nog was hij iemand die Tsjechisch als moedertaal had en enkele andere talen geleerd had. PP8 Beste mensen, jullie ZIJN levende stenen in een geestelijk huis. Of jullie dat weten of niet, of jullie je daarnaar gedragen of niet; God kijkt naar jullie en ziet levende stenen. Het is niet zo dat je eerst 10 jaar christen moet zijn of een week lang elke dag een uur gebeden moet hebben of de helft van je loon afstaan, voor je jezelf een levende steen mag noemen. Je bent dat! Dat is mooi! God is goed De vraag is: Willen wij ons daarnaar gedragen? Die vraag hangt samen met: Wat is het doel van de levende stenen, van dat geestelijk huis? Petrus schrijft dat in 1 Pet.2:5. Wij worden gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap Om… en nu komt het… geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus. Geestelijke offers brengen. Voor een stuk hebben we dat vandaag al gedaan: we hebben God al gedankt in liederen. We hebben al lof gebracht, dat wil zeggen dat we al uitgesproken hebben dat God een machtig, groot, goed God is. We hebben mooie en ware dingen gezegd over God. Rond 11u45 eindigt de dienst en dan zit onze taak er
weer op, nietwaar. Genoeg geestelijke offers gebracht voor vandaag of voor deze week. God kan weer lekker tevreden zijn met wat we gezegd hebben. Romeinen 12:1 uit de BGT: “Geef jezelf als een geschenk aan God. Laat je leven een offer zijn dat God graag wil aannemen. Dat betekent: leef als mensen die bij God horen. Dat is de juiste manier om God te vereren.” Dat is niet meer dan normaal. Dat gaat een eindje verder en dieper dan zondag van 10u tot 11u45. Een levende steen geeft zijn leven aan God. Een levende steen laat God in het centrum van zijn leven staan. Een levende steen is eigenlijk één groot offer aan God. Ik heb een tekeningetje gemaakt. PP9 Ik weet niet of jullie dit fenomeen herkennen, maar ik noem het toch maar. Soms heb ik de indruk dat heel wat van hetgeen we zingen, van hetgeen we zeggen, van hetgeen waar we voor danken, vooral gericht is op onszelf. Dank u God dat ik gered ben, dat ik genoeg eten heb, dat ik gezond ben, dat ik een fijne dag heb gehad, dat ik dit, dat ik dat, dat ik zus en dat ik zo. Is het fout om dankbaar te zijn voor dingen die je krijgt? Nee, natuurlijk niet, maar we moeten oppassen dat ons geloof in God niet voornamelijk draait rond wat we van Hem krijgen. We lopen het risico om egoïstisch te worden in ons geloof in God. Ik wil jullie uitdagen om God te danken om wie Hij is. Vader, U bent de machtigste. U bent de Schepper van alles wat leeft. Uw creativiteit is oneindig. Uw liefde is onpeilbaar. Niets of niemand is groter dan U. Het is heerlijk om dat uit te spreken. Dat vult mij met blijdschap. Zo’n dankgebeden zetten onze gedachten op God en veel minder op onszelf. Dat is eer brengen aan God, dat is een voorbeeld van een offer brengen aan God. Ons leven als een offer geven gaat natuurlijk veel verder dan dat. Het gaat in het algemeen over de plaats die God heeft in ons leven en de plaats die we aan onszelf geven. Dit staat zo haaks op hoe wij meestal denken. Wij hebben geleerd om vooral aan onszelf te denken, voor onszelf op te komen, in de eerste plaats te zien dat wij zelf hebben wat we nodig hebben. En daarna komt de rest. In Gods koninkrijk werkt dat totaal anders. Daar is het: ‘Heb God lief met heel je hart, ziel, verstand en je naaste als jezelf.’ Eerst God en de ander. Ik wil hiermee trouwens niet zeggen dat je niet voor jezelf moet zorgen. Er zijn best situaties waarin je jezelf moet beschermen. Ik kan, als ik dat zou willen, elke dag van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat bezig zijn met de kerk, elke avond van huis weg zijn, …, maar ik doe dat niet, omdat ik weet dat ik ook rust nodig heb. In Gods koninkrijk ben ik een levende steen die zijn leven offert aan God, aan Degene die mij een nieuw leven gegeven heeft. Dat is een radicale boodschap, beste mensen. Die boodschap zou gevolgen moeten hebben op elk vlak van mijn leven. Ik maak dit dadelijk nog wat concreter. c) Slot: Uitnodiging en uitdaging
PP10 Geestelijke groei - zuivere melk * uitnodiging : we krijgen het Woord en we mogen proeven dat de Heere goedertieren, goed om te eten/drinken is. Heerlijk. Ik wil bij deze uitspreken dat ik geloof dat God goed is. Het is heerlijk om mij te vullen met Zijn Woord, met het evangelie, het goede nieuws. Het is prachtig dat ik elke dag mag leven met de Heilige Geest. * uitdaging: verlangen naar de zuivere melk. Als we eenmaal van die lekkere Cote d’Or geproefd hebben en ontdekt hebben hoe goed die is, dan willen we geen Aldi chocolade meer. Als we eenmaal ontdekt hebben dat God goed is, dan volgt daaruit dat we geen bedrog, maskers, egoïsme meer willen. Laat ons naar elkaar toe open zijn. Laten we de moed hebben om te tonen waar we mee worstelen. Laat ons ophouden met te doen alsof we iemand anders zijn. Laat ons ophouden met lelijke dingen over een ander te zeggen. Laat ons God en de ander op de eerste plaats zetten. Dat zal voor geestelijke groei zorgen. Gemeenschap - levende stenen * uitnodiging: we zijn levende stenen in een geestelijk huis. Of we dat nu beseffen of niet, of dat ons daarnaar gedragen of niet, we zijn het. God ziet mij als een levende steen in het geestelijk huis. Prachtig om te weten dat Hij mij aanvaardt. * uitdaging: als geestelijk huis moeten we ook daadwerkelijk geestelijke offers brengen. Ik geef jullie enkele vragen. Je krijgt weer even de tijd om dit te overdenken. Neem een of twee vragen mee naar huis om de komende tijd te overdenken. PP11 - Kan het gebruik van onze tijd of geld meer een offer worden aan God? - Zingen wij om uit te spreken dat God magnifiek is? Of omdat we de melodie leuk vinden? Of omdat God vanalles geeft? - Kan ons gedrag in het gezin, familie, bij vrienden, collega’s, buren, naar vreemdelingen meer een offer zijn? - Welke offers kunnen we brengen als het gaat over goed omgaan met de schepping? - Waar vullen we onze gedachten mee? Welke gedachten laten we toe en welke niet? - Bidden we omdat we hopen dat God ons vanalles zal blijven geven? Bidden we om God te danken om wie Hij is, zelfs als we niet alles hebben of krijgen? Dank! - om wie God is - om het Woord - dat Hij goed is - om Zijn liefde - offer van Zoon Jezus - de Heilige Geest - de gemeente